AllEICEI SillfJ- AlTETtEitiE- LailloiilM Het leven eener edele vrouw. Donderdag 13 Januari 1898. 42ste Jaargang Ho. 3274. n't blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en e r d a f a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden nVPRTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst ^GEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 8.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Binnenlandsch Nieuws. FEUILLETON. „Gy weet ook, Geza, na hoeveel stryd ik daarin eerst toegestemd heb, en dat er jaren voor noodig zyn geweest, eer ik aan dat gezicht I SCHAKER COURANT. Bureau: SCHAGftiN, liaan, D 4. Uitgever: P. TRAPMAN. MedewerkerJ. WINKEL. QgfjicGntP Schagen. Bekendmakingen. Burgemeester en Wethouders van Schagen; jjurgöuj 5 (jer gemeentewet; Bréngen tor 'kennis van belanghebbenden, J het door Heeren Gedeputeerde Staten Bon 22 Dec. j. 1. goedgekeurde suppletoir 0Pv.-fr van den Hoofdeljjken Omslag on dat r dn belasting op de honden, dienst 1897, VXrende vff maanden ter secretarie der voor een ieder ter inzage is ne- Rnéwaren tegen den aanslag kunnen tan- „fln 3 maanden na den dag der uitreiking !an hét aanslagbiljet b« den Raad op on gezegeld papier worden ingebracht. Schagen, 7 Januari 1898. Burgemeester en Wethouders voornoemd B S. BERMAN. De Secretaris, DENIJS. Zeemilitie. Burgemeester en Wethouders van Schagen brengen, naar aanleiding van art. 150 der m tiewèt, ter kennis van de lotelingen de zer gemeente, dat zy, die genegen zyn om bii de Zeemilitie te dienen,zich daartoe moeten aanmelden ter Secretarie alhier, vóór den len Februari a.s. SCHAGEN 7 Januari 1898. Burgemeester en Wethouders voornoemd, 8 S. BERMAN. de Secretaris, DENIJS. Op de bovenzaal van den heer W. Smit te Winkel werd zaterdag 8 Januari de tweede vergadering gehou den van belangstellenden in een op te richten groentenmarkt. Aan de vele uit- noodigingen per circulaire en advertentie was maar matig voldaan, daar slechts een 40-tal personen aanwezig was. Maar die er wareD, toonden zooveel belangstelling, dat we gerust durven zeggende zaak komt tot stand. Evenals te Nieuwe Nie- dorp werd de vergadering geopend en ge leid door den heer D. Kuilman van Nieu we Niedorp en werden door hem en de. 5. Toen Elisabetb den anderen morgen na een korten, maar kraebtigen slaap ontwaakte, herinnerde «ij zich dadohjk, haar medaillon niet afgelegd te hebben. Zij greep naar beur hals, maar het was weg. Zij doorzocht do kamer, maar vond Wniet. zij moest het in de zaal verloren hebben. Dit sieraad had voor haar groote waarde; daarin bevonden «ich de portretten larer ouders. Vlug en haastig kleedde zij ilc° 8811 ging naar het salon. Toen zij binnentrad stond de ritmeester >fl een der open vensters en bezag iets in «gn hand. Toen hij haar ontwaarde, trad hg op haar toe. „Gij droegt gister een medaillon, dat wel op dit geleek.* „Het is bet myne, ik heb het gister ver- oren zeide zij en greep met een vroolyk gelaat er naar. .Het ontbrak aan nw hals, toen ge gister- oud do taal verliet,* zeide hij, zonder mm aan te zien. Zij dacht na, waar hij haar had kunnen ,88' z9 hem in 't geheel niet had op- g merkt. Dooh door het groote getal gasten, i*n, Wle 88 «fsoheid moest nemen, was het 0 J>oed mogelijk, dat zij in hem geen «g had gehad. »ïk ging gisteravond nog naar de zaal •ru8 ®n vond het op de piano liggen,* sDg bij voort. „Gisteravond kon ik het o meer ter hand stellenen daarom waoht- dat 80 morgeD, omdat ik begreep, ik "u eefs,e 88D8 hierheen «on sijn, en wilde niet, dat gij n noodeloos angstig «ondt maken.* 2jj was tooh getroffen door deze opmerk zaamheid. En hoe kalm en bescheiden was D agn optreden. „Ik dank n, mijnheer de graaf,* zeide zij B8 een oogenblik. Hg zag haar aan. „Dat woord zal n ze- e:' heel zwaar vallen.* «Wanneer ik opreoht zijn moet, ja." Een pauze ontstond. Hij had zich afge wend en knaagde in wilden toorn aan «jjn Onderlip. Zyn onde natuur streed maehtig •egon iets nieuws, onverklaarbaars. ■Uw vertrouwen aan mijn boter ik moet heeren J. Koomen HzW. C. Visser en K. Breebaart Jz., mededeelingen gedaan van groentenbouw en groentenmarkten te Bovenkarspel, Grootebroek en 't Westland, Broek op Langendijk en St. Pancras, Oos- ter-Blokker en Opperdoes, naar welke plaatsen zij hadden geschreven om inlich tingen, die behalve van Ooster-Blokker, vanwaar men liever mondeling een en an der wilde mededeelen, zeer uitvoerig wa ren verstrekt. De aanwezigen gaven na elke mede- deeling door applaus hun ingenomenheid te kennen met da werkzaamheden, door ieder commissielid in het belang der zaak verricht. De heer W. C. Visser deelde mede, dat men te Nieuwe Niedorp een eigenaardig succes heeft gehad door de op richting eener vereeniging op voorstel van een der aanwezigen, wat oorspronkelijs niet 't plan was geweest. Ean 70-tal per sonen had zich terstond als lid laten op schrijven, tegen een contributie, die waar schijnlijk niet meer dan 50 cents per jaar zal bedragen. En op deze vergadering volgde men dat voorbeeld89 personen sloten zich aan, zoodat de vereeniging reeds over de 100 leden telt. De heer Visser deelde nu mede, hoe door veran dering van cultuur de waarde der lande rijen stijgt en hij wees daarbij op Uit geest de streek, die men doorreist als men van Haarlem naar Leiden spoort Broek op Langendijk en Zwijndrecht, door den verslaggever van de vergadering te Nieuwe Niedorp ia het No. van 9 Janu ari reeds in cijfers medegedeeld. Een speciale cultuur brengt welvaait in de ge- meeuten, 't gebrek aan werk neemt er door af, dus, zeide de heer Visser, is 't ieder aan te raden te gaan in de richting door den tram aan geboden en de welvaart in deze streek is verzekerd. De heer J. Koomen Hz. wijst op de boomgaarden ia deze streek en toont aan, dat de vruchten, die nu voor een te lagen prijs verkocht mosten worden, door markt en tram zeer in prijs zullen stijgen. Dit zal ook 't geval zijn met bessen, vooral kruisbessen en aardbeziën, op welker teelt men zich daar meer zal toeleggen en die voordeeliger zal zijn dan gras onder de boomen. De heer Visser oiet groot zijn," zeide hij vervolgens, zicb langiaam tot haar wendend. „Ik ben de zoon, de heer des huizes, ik kan uwe positie hier zeer moeilijk maken, tot ondraaglijk toe,* voegde hij er toornig aan toe. „En ik kan iederen dag gaan, mijnheer de graaf, niets en niemand hondt mij hier.* Hij ontstelde en werd doodsbleek. „Neen, neenl Gij hebt niets te vreezen. Het was niet zoo gemeend. Ik ben een ondraagljjk mensoh, wanneer ik opge wonden ben I juffrouw Werner!" ging bij voort, en zijn toon werd bijna smeekend, „hoe zal ik n tot de raeening, brengen, dat ik niet zoo'n verdorven mensoh ben, als waar gij mij voor houdt P „Wat is u aan mijne meening gelegen, heer graaf P* zeide zij na een poos. „Ik zal n een nwer oordeelvellingen in de ge dachten terugroepen, niet om mij te wreken, dat gevoel is mij goddank onbekend, temeer Dog was het gezegde mij te klein, om mij te kunnen beleedigenik doe het dus slechts om u aan uwe grondstellingen te her inneren. „Een gouvernante, welk eene ge wichtige gebenrtenis om mij mede te doe len," hebt ge toenmaals uitgeroepen, en nw gezegden over ons, bnrgermensebjes, zal ik maar Diet herhalen, dat vind ik beneden myne waardigheid als vrouw." Daarna maakte Elisabetb eene bniging en verliet het salon. Hy staarde haar sprakeloos na, vervol gens sloeg hij zich voor het hoofd. „Het is waar, het is waar, zij heeft te veel tegen mjj I 't Is alsof ik toenmaals door den duivel bezeten was I* En in wilde woede liep hij het salon op en neder. „Wat wil ik eigenlyk F" vroeg hij plotseling en bleef staan. „Zon zioh de vloek nog eenmaal herha len I Neen, neen. het is slechts de onde geschiedenis, een nieuw mooi gezicht je. Ik zal maar eens uitrjjden.* Hjj ging naar den stal en liet zijn vurigst paard zadelen. Was hy te opgewonden, om in den zadel te springen, of zat deze scheefgenoeg, hij schoof bijna over het paard heen, toen hij ia den zadel sprong. „Hond!* riep by den staljongen loe. „Hoe hebt ge het paard gezadeld en getoomd P* „Als altijd, genadige heer.* „Als altijd P Daar, dat hebt ge voor nw „als altijd 1" En reeds gierde de rijzweep door de lucht en kwam op het gelaat van den jongen neer. Zjj kwam ditmaal echter maar eenmaal neder; toen bij voor de tweede maal de hand ophief, draaide zjjn oog, als waagt zich aan een kleine becijfering ten opzichte van Nieuwe Niedorp. De groot te der landerjjen bedraagt daar 1550 H. A. Geen der aanwezigen, zeide hij, zal 't tegenspreken, als ik beweer, dat een slechte behandeling van 't land de op brengst met f 50 per H. A. vermindert, een goede behandeling daarentegen die op brengst met i 50 per H. A. vermeerdert, ja, dat die getallen nog wel laag genoeg zijn gesteld. Toch een verschil van f 100 per H. A. of voor één gemeente van 1550 H. A., 155 duizend gulden. Wat een verschil in een jiar, door een wijzi ging te brengen als wij thans op 't oog hebben. Die meer ontvangt kan meer uitgeven en daardoor zullen de inkomsten jazr op jaar toenemen. De heer Kuilman vraagt nu, hoeveel grond beschikbaar kan worden gesteld voor groenten- en vruchten teelt, w»t den heer Porte de vraag ontlokt gaat 't niet wat hard van stapel op 't oogenblik Als er soms niets van de markt mocht komeo, is men dan toch aan de opgaaf gehouden De heer Visser Neeo, de bedoeling is alleen om bij be nadering 't aantal H. A. te weten, dus een leiddraad te hebben. De heer C. Brugman Pz. meent, dat 't ook van belang zal zijn, zich vooraf van de geuegenheid der kooplieden om te ko men te verzekeren, de heer J. Korjj is van oordeel, dat de plaats, waar de markt wordt gehouden, veel tot 't welslagen zal afdoen. De heer Visser dankt den heer C. Brug man voor den wenk en zegt, dat de markt zal moeten komen in de onmiddellijke na bijheid van een station in Nieuwe Niedorp of Winkel, waar meu van alle kanten va rende kan komen. In Nieuwe Niedorp acht men daarom een algemeens kanalisatie door Banne- en Gemeentebestuur wenschelijk, overeenkomstig een aangeboden plan. Thans wordt door ieder medegedeeld, hoeveel land hij beschikbaar weuscht te stellen, waardoor men komt voor Winkel lot een totaal van 26^2 H. A., makende met de 70 H. A. van Nieuwe Niedorp bijna 100 H. A. Dit getal is te klein, maar 't zal ongetwijfeld grooter worden, als maar ie der 't nnt van den groentenhandel inziet, als meerderen zich opgewekt gevoelen om door een magneet daarheen getrokken, naar het raam van Elisabeth's kamer. Deze open- de juist bet venster, om de koude morgen lucht binnen te laten. Als verlamd zonk zjjn arm neder. „Verdoemd,mompelde bij tosschen de tanden, ,'t is, of zij mjj altjjd zien moet, wanneer mjj de duivel regeert." Hjj drukte bet paard de sporen in de zjjden en joeg als een stormwind de slotpoort nit. „Heeft de genadige beer een boozen geest gezien, dat ik den tweeden slag niet kreeg F* vroeg de staljongen, ziob de plek op de wang wrjjvend. „Of een goeden geest," meende Misko, de grjjze koetsier. „Daarboven staat de blonde juffrouw voor het veuBter; kan men slaan, als men baar oogen op zich gevestigd weet Het dorp, dat by het riddergoed behoorde, was niet ver verwjjderd, nauwelijks ecu half uur, maar de rit in de scherpe mor genlucht deed den graaf goed. Voor het eerste hnis van het dorp, een ond, vervallen gebouwtje, dat half onder de sneeuw was verborgen, stond een menigte menschen, die lnid babbelden en schreeuw den. Geza stuurde zjjn paard die richting uit en de mensehen weken eerbiedig ach teruit en maakten plaats voor bem. „Nu zal er wel geholpen worden, mjjn- heer de graaf is daar," boorde meu den een tegen den ander zeggen. „Wat gebeurt hier vroeg Geza. „Aoh, genadige heer, het is een jammer hier," antwoordde een oude man. „De be lastingbeambten willen den armen Janek zjjn koe afnemen. Het is zjjn eenige, de kinderen zjjn ziek, zjj hebben melk noodig en hy verdedigt zyn beest." Voor de deur van zjjn huis stond do boer en bield aan een jjzeren ketting de koe vast, die twee beambten bem tever geefs traehtten afhandig te maken. Zyn vrouw en vier halfnaakte kinders stonden weenend om de mannen van het gereoht. „Gjj krijgt haar niet, of ik moet eerst hier dood neervallen," boorde men Janek luid roepen. Geza schoot het bloed naar bet gelaat. „Terng I" donderde by en reed midden tus- sohen de groep, zoodat de beambten verschrikt ter zyde traden. „Probeert bet eens, dien man zyn koe te ontnemen I Breng het dier naar den stal terng," gebood by Janek. „En gy, vrouw, ga met de kinderen in huis. Da koe moogt ge bonden. Eu daar is iets voor kledren en brood." Hij opende zyn portefeuille en gaf de vrouw een aanmerke lijk bedrag. de vergaderingen bij te wonen, ten einde zich door de ijverige commissieleden van 't groote belang der zaak ta laten overtuigen. Op de vraag van den heer K. Brugman Pz., wanneer de tram klaar zil zijn, antwoordt voorzitter schertsend 't behoort tegelijk met de nieuwe aardap pelen, doelende oo de belangen der bou wers, doch hij meende, dat de baan einde Maart en de gebouwen Juni klaar moeten zijn. Op voorstel van den heer P. Sehaap wordt besloten, een commissie te benoemen, ten einde niet—aanwezigen te bewegen, lid te worden en door 't beschikbaar stellen van land 't asntsl H. A. te vergroolen. Op verzoek van den voorzitter verklaren zich bereid om als leden dier commissie te fungeeren, de heeren K. Brugman en C. Meurs voor Winkel, J. Nieuwpoorl en J. Mooijen voor Langereis, P. Schaap en L. Reinierse voor Groetpolder en J. Bree baart Dz. en J. Korff voor Lutjewinkel en Weere. Over 14 dagen zal weder een vergadering worden gehoudeu, waarin een concept reglement zal worden ter tafel ge bracht. Op een vraag van den heer H. van Heerikhuizen,ol\ niet wenschelijk zou zijn, ia verschillende deelen der gemeenten, dus ook te Lutjewinkel, Weere, Langereis, Moerbeek, enz. te vergaderen, antwoordde de heer J. Koomendat 't vormen vin af- deelingen met een Hoofdbestuur overwe ging verdient. Die afdeelingeu kunnen dan op zichzelf vergaderen ter plaatse, waar ze gevestigd zijn en afgevaardigden zenden naar te houden vergaderingen van de vereeni ging. Met een woord van dank aan de aanwezigen voor hun opkomst en betoon de belangstelling en aau de haeren, di« 't lidmaatschap der commissie voor 't wer ven van leden op zich genomeD hebben, sluit de voorzifter de vergadering. De afsluiting en droog- making der Zuiderzee. Op Zaterdag 8 Januari 1898, des avonds 7 uur, trad in 't lokaal van den heer D. D. Lont te Wieringen op de heer BeekmanOud-Ingenieur der Genie te Schiedam, met het onderwerpyde af sluiting en droogmaking der Zuiderzee De voorzitter der afdeeling Wieringen der Zuiderzee-Vereeniging, de heer jOs. Smidts, opende de vergadering met een hartelijk De arme vrouw wilde spreken, maar zij kon niet. De gelukkige, eensklaps gekomen verandering was te groot. De tranen sproogen baar in de oogen en lnid weenend bracht zy de kinderen in hnis. „Mijnheer de graaf, hoe durft ge 't wa gen, zoo tegen ons op te treden f" zeide een der beambten. „Wat wagen f" De graaf reed zoo diebt op hem toe, dat de kop van het paard de borst van den man aanraakte. „De Staat zal niet te gronde gaan, wanneer de koe de zieke kinderen van den man nog eenige weken van melk voorziet. Hoe hoog is bet verschuldigde bedrag F" „Tien gulden", antwoordde de beambte, een brief nit den borstzak halend. „Om tien onnoozele guldens zal dien man zyn koe ontnomen worden, zjjn laatste ba- ve en goed F" Hjj nam een tiengnldensbank- noot nit zjjn portefeuille en wierp bet den beambten toe. „Vooruit, maakt nu dat ge weg komt." „Mijnheer de graaf mag niet vergeten, dat wij onzen plioht hebben gedaan," zeide de andere beambte, „en als soldaat moet n weten, wat dat beteekent." De graaf was van plan geweest, weg te rij den bij deze woorden keerde hjj om. „Uw plicht F Gij hebt gelijk, de beambte heeft, evenals de soldaat, slechts te gehoorzamen. Hier," Hij reikte hem vyf galden. „Drink maar eens voor den schrik, dien mjjn paard en ryzweep bij u veroorzaakt hebben." Daar op haalde hy de tengels aan en reed in ga lop weg, om zioh aan den dank der boeren te onttrekken. HOOFDSTUK VIII. Naden drukken dag had het kasteel zijn gewoon rustig aanzien weer gekregen. Ieder ging weer zjjn dageljjksehen weg, Da gra- vin was een strenge meesteres en had over alles het oppertoezicht. De slotvoogd regelde alles en zorgde voor een goed beheer der goederenmaar de man moest zyn zaken uitstekend en accuraat beharti gen, want eike rekening ging door de han den der gravin, die van de minste kleinig heden op da hoogte was. Nu, daar hare gezondheid een weinig ge schokt waa, had zy een deel der aangele genheden op de schouders harer gezelschaps juffrouw gelegd. Elisaboth voerde hare cor respondentie waar er sprake was van zakeljj- ke aangelegenheden want de gravin had wydvertakte zakelyke verbindingon, daar zy de rykste veestapel en graansohnren nit den omtrek bezat. Geza was soldaat en had weinig zin woord van welkom aan het in grooten ge tale opgekomen publiek, en gaf daarna het woord aan den heer Beekman. Spreker behandeelde hierna le. eenige overzichten van de natuur- lijke gesteldheid der Zuiderzee; 2e een overzicht van de gemaakte plannen 3e. den stand der Zuiderzee-zaak, met haar voor- en nadeelen. Over het le punt wees spreker op den toestand der Zuiderzee vanaf 't begin onzer jaartelling en haalde verscheidene stormen aan. Bij de behandeling van punt 2 bracht spreker in herinnering het door den heer Van Diggeltn in 1848 geschreven werk en dat van den Minister Rochussen, die in 1865 het Zuiderzee-vraagstuk onder veler aandacht brachttevens de plannen van de Ingenieurs Beijerink en Stieltjes, met de vraagmoeten particulieren de zaak aanvaarden, of de Staat? In 1877 kwam 't Ministerie Heemskerk met een ontwerp tot gedeeltelijke droogmaking, doch dit werd later door den Minister Cappijne weder ingetrokken. Spr. schetste de groote pogingen, ge daan door den heer Buma, nit Friesland, en een zoon van den heer van Diggelen, door wie aan da voornaamste mannen circulaires werden gezonden in 1885 en noemde de groote vergadering, in 1886 ta Amsterdam gehouden, die de oprichting dar Zuiderzee-vereeniging ten gevolge had, met het doel, om een financieel en tech nisch onderzoek in te stellen naar de drooglegging van de Wadden, de Lau werzee en de Zuiderzee. Eenige groote kaarten versierden de wanden van 't lo kaal, doch deze dienden niet tot versie ring, doch tot aanduiding van de plannen der drooglegging Door de indijking van 't Wieringer- meer en de droogmaking daarvan zoa een oppervlakte ontstaan van 208.000 H. A. vruchtbaren grond, waarvan, na aftrek van de grootte der kana len, tochten, wegen, enz, zou overblijven 194.000 H. A., die zouden kunnen wor den bestemd voor allerlei doeleinden. Het IJselmeer bleef water, door de uitwatering van den IJsel. De afsluitdijk van Piaam (Friesland) naar Wieringen en van Wie- in deza dingen bewezeo. Hy troostte na en dan zijne moeder wel eens met bet uit zicht op later. Met deu overgang der goe deren op bem zou ook de zorgen bedaard heid wel komen. En de gravin voegde zicb, zooals in alles, ook bier-naar. Wij hebbeD reeds meegedeeld, hoe de ritmeester anders zyn verlof doorbracht; ditmaal was het heel anders. Hjj reed e- veneens veel nit, na eens ter jacht, dan naar T. of naar een naburig slot, en de overige tijd giDg om bijna zonder dat hy zelf wist hoe. Het grootste deel van den dag was hjj toosohouwer en toehoorder, want hy liet geen oogenblik ongebruikt, wanneer Elisabelh by zyne moeder of de kinderen was, om in haar gezelschap te zyn. En het was merkwaardig, hoe de wilde, onrustige man nu urenlang rustig op één plek kon blyven, zjjn sigaar rookend of de courant lezend, wanneer hy haar maar in zyne nabjjheid wist. Toen de gravin eens daarover hare vroo- lijke verwondering te kennen gaf, antwoord de Geza, dat hij veel kalmer geworden was, de tyd was ook niet ver meer, waarop hy dertig zon worden. Hy had zioh evenwel afge wend, om zijn moeder den blos niet te doen zien, dien zyn gelaat by deze woorden aan nam. „Zyt ge daar boos over, moeder F* vroeg hy vervolgens, een schertsenden toon aanslaande. „Boos, Geza F* Een smartlyk lachje gleed over haar gelaat, „Gy weet niet, welk een zwaar veidriet, hoeveel slapeloozo nachten nw onstuimig leven my gekost hebben, boe dikwyls ik in stilte gedacht heb, dat de zoon de eenige zoon van zulk een heerljjken, maar ongel ukkigen vader toeh anders van karakter moest zyn.8 „Aan vader moet ge my niet doen den ken, moeder," antwoordde de jonge man byna met heftigheid. „Want wanneer ik aan hem denk, dandan zon ik niet eens deze uniform mogen dragen-" gewoon wasMyn wenseh was n san myne zjjde te weten en alleen le vend, als aandenken van nw'grooten vader," zeide de gravin. Beiden swegen na, de herinneringen aan die vroegere gebenrtenissen schenen maoh- tig en groot. WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1898 | | pagina 1