Donderdag 24'Februari 1898. 42ste Jaargang Ho. 3286. Gemeente Schagen. Bekendmakingen. Nationale Militie. PLAATSELIJK NIEUWS. FEUILLETON. Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Prijs per jaar f 8.Franco per post f 8.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van I tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Offlciëele opening LANDBOUWWINTERSCHOOL. SCHAGER Aigeien Nieiws-, COURANT. Advertentie- k LuttiivlliL Bureau: 6CHAGKI, Laan, I) 4. UitgeverP. TRAPMAN. MedewerkerJ. W1N R E L. De Burgemeester van Schagen brengt ter kenni» van de ingezetenen, dat de heer Laudmeter van ket Kadaster zich tot het opnemen van kadastrale veranderingen in deze gemeente zal vervoegen op W o e n s- d a g 2 Maart a.s. Schagen, den 22 Februari 1898. De Burgemeester voornoemd, (gel.) S. BERMAN. De Burgemeester van Schagen brengt het navolgende ter kenni^ van den be langhebbende De Burgemeester van Haarlem roept bij deze op den milicien-verlofganger Hark "Visser, ingelijfd voor de gemeente Haarlem, van de lichting 1895, gediend hebbende bij het 2e Regiment Veldartillerie, om zich op 17 Maart 1898, des namiddags vóór vier uur, te bevinden te *8 Graveuhage bij z(jn korps, voorzien van al de voorverpen van kleeding en uit rusting, door hem bij zijn vertrek met groot verlof medegenomen, ten einde in werkelijken dienst te worden gesteld, Haarlem, 16 Februari 1898. De Burgemeester voornoemd, (get.) M. O. de KANTER, Wasm. Burg. Schagen, den 22 Febr. 1898. De Burgemeester, (get.) S. BERMAN. Schagen, 23 Februari 1898. onzer Op uaandag 21 Februari was de oflici- ëele opening onzer Landbouwschool vast gesteld en tot bijwoning dezer plechtigheid wachtte odb Schagers hoog bezoek in de personen van de heeren Mr. 6. van Hen- hovenCommissaris der Koningin yoor on ze provincie, Mr. C. J. Sickesz, den nieuw- benoemden Directeur-Generaal van land bouw, F. B. Löhnie Inspecteur van landbouw onderwijs, en leden van Ged. Staten van Noord-Holland. Al reeds vroeg in den morgen werd in onze gemeente van vele woningen de drie- kit ar uitgestoken en weldra wapperde deze ook van de torenspits. Met den trein van 11.04 kwamen aan de heer Mr. C. J. Sickesz, Directeur-generaal van landbouw, als vertegenwoordiger van den Minister van Binneulandsche Zaken, de Commissaris der Koningin voor Noord- Holland, Mr. O. v. lienhoven, en de heeren Jhr. Mr. C. J. den Te», Mr. F. Th. Wester- wondt eD V. B. J. Ferf, leden van Gedepu teerde Staten van Noord-Holland, die door onzen burgemeester, den heer 8. Ber- man, en den len wethouder, den heer P. Buitaan het station werden ontvangen. In 2 landauers werden de hooge be zoekers naar de school gereden, waar de Commissie van Toezicht op de landbouw school, de heeren J. L. 1. GronemanJ. Breebaart Kz., lid der 1ste Kamer, en J. v. Beutekomde 2de wethouder onzer ge meente, de heer W. Vader, het raadslid de heer W. Roggeveen Cz., de gemeen te-secretaris, de heer Jb, Benijs Jz., de architect de heer J. C. Visser, de direc teur en leeraren der school, de heeren C. Robe/, C. A. J. M. de Gier, J. H. Ressing, G. Muijs, benevens de leerlingen aanwezig waren. Eerstens werd het woord gevoerd doar den heer burgemeester onzer gemeente, die het volgende zeide In qualiteit van Burgemeester der ge meente, die van regeeringswege is aange wezen als zetel der Rijkslandbonwwinter- school in de provincie Noordholland, is het mij eene recht aangename taak, het gebouw, waarin het onderwijs voor het vervolg gegeven zal worden, op dit heden te mogen openen. En niet minder stel ik op prijs net voorreoht, dat te mogen doen in de zeer gewaardeerde tegenwoordigheid van den Heer Commissaris der Komngin io dty ge west, van den Heer Directeur-Generaal jan landbouw aan het Ministerie van Binneu landsche Zaken, en van de hier aanwezige Heeren leden der Gedeputeerde Staten. Yoor de door U, Mijne Heeren, betoon^ de belangstelling; voor de eer van Uw bezoek voor den luister, welken Gij door Uwe tegenwoordigheid bijzet aan de plechtig heid van dit morgenuur, betuig ik U mij ne diepgevoelde erkentelijkheid. U in het b ij z o n d e r, en in het a 1- gemeen deD Heeren leden van het ge meentebestuur die der Commissie van Toezicht op de Winterschool, den Directeur HOOFDSTUK I. 1. Hoheneck, aan den voet der Vogezen, om ringd door ruiachende wonden, omgeven door met roïnen bezette bergtoppen, van- waaraf men de schoonste vergezichten beeft, ia sleehts een klein, nauwelijks eeni- ge duizenden inwoners tellend stadje. Maar het daar liggende bataljon jagers leidde er toch een vrooljjk en opgewekt leven. Was bet gezelsohap klein, zoo kende men elkander zooveel te nanwkenriger en de ■tgve vormen van een groot gezelschap maakten plaats van een gemoedeljjke gezel ligheid, die steeds onder goede bekenden en vrienden beersoht. Ieder kent in zulk een kleinen kring de neiging van de anderen, zijne voortreffelijkheden en zijne gebreken, waarover men laebt en goedmoedig heen- ziet. Een vrjj woord wordt nooit euvel opgenomen en scherts wordt in geen gond- sohaaltje gewogen. Bijzonder vandaag, op een schooneD, war men zomerdag, ging bet er op de bretde veranda en in de tuinpaden van bet offi- cierecaaino zeer levendig en opgewekt toe. Op het groote grasperk speelden ee- nige officieren en jongedamrs tennis en onder lachen en ichertsen werden de ballen been en weer gedreven. Op de veranda zaten de oudere dames bij een kop koffie en in de groote tuinzaal lieten de oodere hee ren officieren zioh den Meiwijn-bowl goed smaken, dien de joviale kapitein Koek aoo uitstekend wist te bereiden. De militaire kapel speelde vroolgke dans wijzen, vlogge marscben en ongeduldigzagen de jongelni naar den gestrengen beer comman dant, of de:e nog niet het toeken tot het begin van den dans geven wilde. .Halloh, miss Griswold, dat was eeD ko- loisale slag 1* riep een jong, evnigszina opzichtig gekleed heer een slanke dame toe, die zooevcn den bal van haar partner met een energieken, krachtigen slag terng geslingerd bed, zoodat de bal ver bniten de grenzen van bet grasvlak wegvloog. Opgelet - daar komt weer een bal!" In miss Griswo'd's staalgrijze oogen werd een vorige schittering merkbaar. Haar slanke gestalte richtte zicb straf op en met vlnggen, juisten slag pareerde zg ook den tweeden bal. „Ge zijt een bovenste beste in het spel, waarde juffrouw!4 riep do heer, zich ga lant buigend. „Ge vleit, mijnbeer von Platen,* ant woordde de jonge dame lachend. „Dan moet ge eens in Amerika komen, dan zult ge nog eens iets anders zien.* „Ik beb mg reeds lang voorgenomen, om dsarheen eens een reisje te maken,' lachte mjjnbeer von Platen, waarbij zijn oogen zicb met rpottenden blik op bet gelaat der jonge dame vestigden. Dete wendde zich af. Het spel was ten einde en do verscheen ook kapitein von Koek, om bet begin van het dansen aan te kondigen. ,Mag ik n verzoeken* wendde mijn heer von Platen zich tot Miss Griswold, haar den arm aanbiedend. „Ik vraag u wel excuus ik heb luite nant von Bressnitz den eersten dans beloofd.' „Natuurlijk, altoos rnjjobeer vod Bress nitz.' „Mijnbeer von Platen 1 Ik moet n Met kouden, trotschen blik mat zjj hem van het hoofd tot de voeten en wendde zich daarna tot een nader bijkomend jong offi cier, legde haar smalle hand liebt op zgn arm en ging met hem naar de danszaal. Het gelaat van mijnheer von Platen werd donker Geërgerd draaide hij de ponten van zijn bloDde snor omboog en mompelde een vioek tnsschen de landen. Vervolgens draaide hij zich op de hakken kort om en wilde op het bnffet toestappen, toen zijn blik op tene jonge dame viel, die nog niet ten dans was gevraagd. Hij snelde op haar toe, „Mig ik de eer hebben, jnffronw von Warnstedt F* De jonge, sierlijke dame boog met een vriendelijk lachje het blonde hoofd en volgde mijnheer von Platen naar de dans en Leeraren, benevens den Architect der inrichting, heet ik bier oprecht hartelijk welkom. En wanneer ik van dit ^welkom* mag overgaan tot de zaak zelve, dan gevoel ik onwillekeurig behoefte allereerat den tol der hulde te brengen aan den oud- Minis ter Van Houten, den man aan wien wij hier eigenlijk de Rijkslandbonarwinterschool te danken hebben. Want het wsade Minister Van Houten, die, gevoelend hoeveel het landbouwon derwijs in ons vaderland te wenschen over liet en overtuigd, dat slechts eene oordeel kundige wijze v*n bedrijfvoeren kan leiden tol de hoogste opbrengsten met de minste kosten, doordrongen was van het besef, dat de landbouw steun moet ontvangen van verschillende wetenschappen. Door deze overwegingen geleid, wist Zij De Excellentie te bewerken, dat in ver schillende provincies des Rijks winterscho- len werden tot stand gebracht, waar de aankomende land bon wers voor eene zeer gerioge geldelijke opoffering de noodigste theoretische kennis van hun vak kunnen opdoen. En voor deze nuttige stichtingen kan men dien oud-Minister waarlijk niet ge noeg dankbaar wezen, want het moet er kend worden, dat in onzen tijd van we tenschappelijke ontwikkeling de sleur der voorouderlijke ervaring niet voldoende is om uit den schoot der aarde de schat ten te voorschijn te roepen, welke daarin verborgen zijn, en dat, zonder hel bezit van de noodige kennis, de landman van onze dageD, in verband met de lage prij zen der producten, moeilijk meer met voor deel werkzaam kan wezen. Dit wordt ook door de landlieden zei ven meer en meer gevoeld en erkend. En waar, door de daaraan verbonden kos ten, slechts betrekkelijk weinigen kunnen profiteeren van de Rijkslandbouwschool te Wageningen, daar kan het Diet anders, of de winterscholen zijn welkome en gewil de stichtingen, die een goede toekomst te gengaan. Dit meen ik in het bijzonder te mogen voorspellen van de winterschool in Noord holland, welke door bare plaatsing in Schagen verrezen is in het centrum eener belangrijke en uitgebreide landbouwstreek in eene gemeente bovendien, die door de tram Schagen-Hoom, en, zoo wij hopen, eerlang in verbinding met de tram Scha gen-Alk maar, voor de leerlingen telkens makkelijker te bereiken zal zijn. Overbodig is het bijna te zeggen, dat taal Kurt von Platen o( de dolle Kurt, zooals tgne kameraden bem noemden, behoorde slechts ten halve bij het ofteierscorps- Als reeerveofficier moest bij zich gedurende den zomer aan een oefeoingstijd van eenige weken bij het corps der jagers onderwerpen en was daar, zooals hg bet noemde, blijven bangen om van de vermoeienissen nit te rosten. De werkelijke grond van gijn big ven was evenwel, dat gedurende zgn oefenfogstgd een zekere mijnheer William Griswold, een ameiikaansch millionnair, met zijne dochter Edith door een toeval naar Hoheneck ver zeild waren geraakt. Kort von Platen had deze interessante vreemdelingen reeds in Baden-Baden leeren kennen. Hier in Hohen eck vernieuwde bij de kennismaking en stelde mijnheer Griswold aan meerdere of ficieren vcor, die der scbooce miss Editb dan ook weldra bnnne hnlde brachten. Migter Griswold en zijne dochter werden bet ge selschap ingeleid en toen de Amerikaan slechts eenige dsgen in Hoheneck was, be viel het hem en zijne dochter in bet s'adje met de schoone omgeving zoo goed, dat zg nu reeds vele weken dsar verblijf hadden ge- honden. „Ik hub niets te verzuimen,* zeide Migter Griswold lachend tot den commandant. „Mjj- ne brouwerij in Galveston gaat even goed zonder mjjD persoonlijk toezicht. Ik amu seer mij uitstekend, met soo rostig eens in Duitschiand te kannen verblijven.* „Gij sijt een geboren Duitscher, mis'er Griswold f* vroeg de commandant. „Ge spreekt onze taal zeer zuiver.* Een vluchtige schaduw vloog over het magere, bleeke gelaat van d n Amerikaan, terwijl zijne groote, gr{jze oogen zinnend in de verte staarden. Daarna streek hij sich met de smalle, aristocratische hand over deD langen, bloDden, liehtgrgzendon baard en ant woordde met een ironisch lachje om de mondhoeken „Neen, mijnheer de commandant, mijne ouders waren Dnitschers, ik bea in Ameri ka geboren. Maar in het huis mijner ou ders werd bijna alleen duitsch gesproken, en ik ik heb mgoe opvoeding is Duitscb- iand gehad. Mijne vrouw was eveneens een dan ook Schagens Gemeentebestuur alles gevoelde voor de stichting der winterschool in de gemeente, en dat het, krachtig ge steund door den Heer Gronemandien ik voor zijne verschillende bemoeiingen, ook van deze plaats, mijn warmen daak betuig, alle zeilen bijzette om de begeerde inrich ting te krijgen. Gelukkig werden ten slotte de pogingen met goed sncces bekroond en besloot de Hooge Regeering de school te vestigen in Schagen. En thans zijn wij ook in het bezit een nieuw, aan de eischen voldoeni ge bouw, in de stichlingskosten waarvan zelfs eau belangrijk subsidie werd verleend door de Provinciale Staten. Aan het Gemeentebestuur breng ik hul de, dat, trots den vrij hoogen boofdelijken omslag, niet is teruggedeinsd voor de gel delijke offers, die de landbouwschool eisch- te en aan het College van Gedeputeerde Staten, voor hetgeen het gedaan heeft om den welkomen financ'eelen steun der pro vincie bevorderlijk te zijn. Den Heer Inspecteur van het Middel- basr Onderwijs, belast met het toezicht op de landbouwscholen, zoude ik gaarne per soonlijk hebben dank gezegd voor zijne welwillende medewerking in de tot stand koming dezer zaak en mij ook voor het vervolg gaarne hebben aanbevolen in zijn zeer gewaardeerden steun, doch tot mijn zeer groot leedwezen kon hij, blijkens een zooeven door mij ontvangen telegram, hier niet tegenwoordig zijn, bij gebreke van aansluiting met den trein. Den architect dezer school ontvange mijne erkentelijkheidsbetuiging voor de zorgen aan den bouw en de inrichting besteed en voor de wijze waarop hij zich van zijne taak gekweten heeft. Mijne hartelijke gelukwenschen met dit nieuwe gebouw breng ik U, hooggeachte Directeur en Leeraren, aan deze inrichting verbonden. Is het niemand onverschillig in welk gebouw hij een groot gedeelte van den dag doorbrengt, het is natuurlijk dat het voor U, tegenover de taak die Gij te ver vullen hebt, van groet belang is, dat de vertrekken, waarin Gij U met de leerlin gen bevindt, voldoen san de behoefteo van licht, lucht en ruimte, en U die gemak ken bieden, die het verblijf er in veraan genamen. Wij stelleD het gebouw voor Uw ge bruik met goed vertrouwen open en in de hoop, dat de wanden er van de stomme getuigen zullen zijn van Uwe heilige toe- Duitsche daarvan komt het, dat wij da dnitsche taal volkomen machtig zijn De commandant was mat deze uitlegging tevreden. Wat ging bem het verleden van dezen man aan, dien ren toeval in zijn kring had gevoerd P Hij gedroeg zich als een gentle man, toonde zeer nette vormen te kennen, was beleefd en voorkomend. Miss Edith was een prachtige verschijning, op ende op eene dame, dus kon men ook wei eenige weken met die vreemdelingen vetkeeren. De dena was ten einde, het gezelschap verstrooide zich weder. „Mag ik n eene verfrir scbing aanbieden, miss Griswold P* vroeg luitenant von Bress- nits, toen bij met zgn dame op de verands kwam. „Neen, ik dank n,* antwoordde miss E- dith. „Maar wanneer gij mg een dienst wilt bewijzen, voer mij dan naar een koel plekjo de atmosfeer in de zaal is ont zettend.* „Ik bemerk reeds, dat g[j de vrije, fria- scbe lucht zeer liefhebt," zeide von Bress nitz lachend. „Boven alles,* lachte zg, terwijl zij beiden de breede trap van de veranda af gingen en den praebtigen tnin intraden- „Boven alles,' berhae'de zg, „bemin ik de vrjjbeid.' De dames op de veranda zagen hen bei den achter de boomen en bosobjes verdwij nen. „Daar schijnt iet* te broeien,* fluisterde de vronw van den commandant de vronw van den majoor in bet oor. Deze knikte lachend en waardig met bet boofd, waarvan de onderkin op den dikken bals restte. „Luitenant von Beeasnits zon een rgke partg heel goed kannen gebruiken,* ant woordde s{j. „Hg heeft van zichzelf geen vermogen en heefi wel wat ving ge leefd in zgoe jonge jaren.* „Men zegt, dat bg beimelgk met mnjuf- tronw von Warnstedt is verloofd.* „Mrar wat ik u bidden mag, juffrouw von Warnstedt is een hoogst nette jonge dame, maar sg bezit niets neen, neen, ik geloof dat er tnrsebrn luitenant von Bress nitz en de W .rnstedis eeD verte verwant schap bestaat.' „Ah, dna een intiem verkeer tnsschen wijding. Mogen de leerlingen, van wie het zal afhaDgen of de school aan haar bestem ming zal beantwoorden, het bewijs leveren dat de gelden voor den bouw goed besteed zijn geworden en zij, bedenkende dat rKen- nitgMacht is, zooveel mogelijk woeke ren met «ie hun geschonken talenten. Met den oprechten wensch eindelijk, dat do Rijkslandbouwwinterschool alhier moge bloeien en steeds meer en meer zal blij ken te voldoen aan de behoefte van goed 'landbouwonderwijs, verklaar ik dit gebouw aan zijne bestemming gewijd, en zal het mij aangenaam zijn U, Mijne Heeren, de verschillende lokalen eens ter bezichtiging rond te mogen leiden. Daarna werd het woord genomen door Mr. G. J. Siekeez. Mijneheeren. 't Is mg een aangename taak, ook na mens Zijne Excellentie den Minister van Binnenlandsche Zaken, dank te brengen aan de uitnemende handelingen van dit gemeentebestuur, waarvan deze plechtigheid, ik zou bijna zeggen dit landbouwfeest, iet uitvloeisel is. Zoowel de Minister als ik zelf stellen in hooge mate belang in de plechtigheid van dezen dag. Er is door den geachten spr. van zooeven al reeds op gewezen en het is in de laatste jaren dui zenden malen herhaald, onze landbouw ljjdt onder zware malaise en drnk en niet an ders dan door groote kracht kunnen de bezwaren, die de landbouwers ontmoeten, worden overwonnen. In 't algemeen zijn in de eerste plaats eigen krachtsontwikke ling en energie aangewezen, om die tegen spoeden te boven te komen, m»ar boven dien door den steun van den staat. Ver schillende middelen staan daartoe tot zijn dienst, om dien moeilijken tijd te kunnen verlichten. Eenigen tijd heeft men in het buitenland, en ook in ons land is men dat gaan navolgeD, die middelen gaan verdee- leo in groote en in kleine middelen. Zoo nu en dan zijn landbouwers geneigd spot tend te glimlachen en de schouders op te halen, als men spreekt van landbouwon derwijs en wordt dat gerangschikt onder de kleine middelen. Ik ben van meening, dat het landbouwonderwijs wel degelijk het groote middel is. Wat znllen andere mid delen baten, wanneer de boer zelf niet op de hoogte is van wat hein te doen staat en hij niet geleerd heeft met kennis van zaken te bandelen. Het doet spr. genoegeD, dat hij geest verwanten hier in Schagen heeft en dat het Gemeentebestuur van Schagen zijne hen.* De beide dames verdiepten zioh verder in de verbondingen der verschillende personen van het officierscorps Ook mgnheer von Platen kwam aan de beurt en de ma- joorsvronw meende met groote goedhar tigheid, dat zg het jnffronw von Warnztedt van harte zou gunnen, als deze aanzoek om baar hand zoo doen. „Mijnheer von Platen leeft wel wat luid ruchtig,* voegde zg er aan toe, „maar hg is rgk en onafhankelijk en erft eenmaal een mooi riddergoed in SUezië. De oommandantsvroaw von Kastner trok een zunr gezicht. Zij zelve bezat een vol- wassen dochter en meende in stilte, dat ba re dochter een passende partg voor mgnheer von Platen was Aan het uiterste einde van het park ver hief sich een sierlijk paviljoen, vanwaar men een heerlijk vergezicht over de Vogezen genoot. Hierheen geleidde luitenant von Bressnitz miss Edith. „Hier bevalt het n zeker heel wat beter dan in de zaal?' vroeg bg lachend. „Zeker, ik dank n, dat ge mg dit plekje gewezen hebt, het was mg onbekend. Ah, zie eens hoe heerlgk de zon achter de ber- g.n wegzinkt 1 Zie, met welke gouden, warme s<ralen zg de oude mine daar overstroomt hoe heet die rnlneP* „Het is hot oude slot Hoheneck.* „Daar zon ik wel eens heen willen.' „Daar te komen, gaat niet zonder moeite men kan niet verder dan den halven weg rjjden." „O, ik ben een goede bergklimster I Wilt ge mij daarheen geleiden P' „Zeer gaarne, waarde jnffronw, als uw va der „Mijn vader?" Zg zag bem spottend-lachend aan. „Mgn vader,* ging sg vervolgens spot- tond voort, „zal daar niets tegen hebben, maar bg zal sich ook niet de moeite ge- troostoD, om met ons naar boven te klaute ren. Gij moet mijn gezelschap voor lief nemen.* „Maar, miss Edith Hg kroeg een kleur en ergerde sioh over zichzelf. WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1898 | | pagina 1