Leerplicht. Zondag 10 April 1398. 42sts Jaargang No. 3300. en Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatste INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Bureau: iCHAGüI. Laan, B 4. UitgeverP. TRAPMAN. MedewerkerJ. W1 Af 11E L. Prijs per jaar f 3.—. Eranco per post f 3.60, Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.26;iedere regel meer 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dit nummer bestaat uit drie bladen. EERSTti HL AD. Bekend ona ki is se n. Gemeen teSchagen. Het standpunt van den vijand. Rirmenlandsch Nieuws. WIERINGERWAARD, SGHAGER Alicien Riim- COURANT. llrotniii- Lawliiiililai. Burgemeester en Wethouders van Scha- gen; gelet op art. 265 der Gemeentewet, brengen ter kennis van belanghebbenden, dat het door Heeren Ged. Staten op den 80 Maart j.1. goedgekeurde kohier van den hooideltjken omslag dezer gemeente en dat voor de belasting op de honden, dienst 1898, gedurende vijf maanden ter Secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing is ne- dergelegd. Bezwaren tegen den aanslag kunnen binnen 8 maanden na den dag der uitreiking van het aanslagbiljet, bij den Raad, op ongeze geld papier, worden ingebracht. Schagen, den 8 April 1898. Burgemeester en Wethouders voornoemd, S. BERM AR. de Secretaris, DENIJS. IV. Sedert wij aan het slot van ons vorig artikel mededeelden, dat wij in eene laat ste beschouwing over het wetsontwerp het standpunt van den vijand in een paar hoofdlijnen van meer nabij zouden bezien, is onze blik, dank zij den goe den kijk, welken de artikelen der cleri- cale bladen ons verschaften, met den dag helderder geworden, en het is ons thans volkomen duidelijk, dat men in het cle- ricale kamp vermoedelijk eerst het ont werp zal bestrijden van een zuiver prin- cipiëel standpunt, om daarna, wanneer 't mocht blijken, dat de wet, hoe dan ook geamendeerd, kans loopt aangeno men te worden, voor het confessioneel onderwijs de grootst mogelijke voordee- len te kloppen. Dit blijkt reeds dadelijk uit de katho lieke bladenDe lijd, De Gelderlander De MaasbodeDe Limburger Koerier, De Noord-Brabanter en de Maas- en Roerbode. De laatste houdt vol, „dat het recht der opvoeding een specifiek ouderlijk recht is, een recht, dat op zich zelf de ingrij ping van elke andere macht, buiten de kerkuitsluit" dat zij eiken leerdwang verwerpt zoolang men niet de noodzake lijkheid van dezen hatelijken maatregel kan aantoonenalle verklaren principi eel niet mede te willen gaan. Daarente gen zegt het orgaan van dr. Schaepman, Het Centrumdat het in zake onderwijs niet zoozeer bevreesd is voor dwang. Want, schrijft dat demoeratisch-katho- liek orgaan, „dwang kan nuttig, ja nood zakelijk zijn en dus het hatelij ke van zijn beteekenis verliezen. De ouders, die het juiste besef heb ben van hun faak, zullen er in elk ge val niet door worden gehinderd, dat een der verplichtingen, welke de natuur hen oplegt, in de wet wordt gesanctioneerd. Slechts een klein getal onwilligen zal e- ventueel worden getroffen". In het algemeen is Het Centrum dus leerplicht principieel niet vijandig ge zind. Het laat het wetsontwerp zelf voor- loopig nog intact, maar wijst er toch reeds dadelijk op, dat de kosten der confessioneele scholen, bij invoering van leerplicht, zooveel hooger zullen zijD dan vroeger en het blad, of wel de staatsman die er uit spreekt, schijnt het wel op een accoordje te willen gooien, als de regeering den voorstanders van kerkelijk onderwijs door een veel hoog ere subsidie den strijd met de openbare school nog wat gemakkelijker wil ma ken, dan zij 't tot nog toe reeds gedaan heeft. In de kleine anti-revolutionnaire bladen vinat men het stelsel van loven en bie den niet zoo rondborstig op den voor grond gesteld, als dit door [let Centrum gedaan is. Zij gebruiken meer groote woorden. De Proteslantsche Noordbraban der verwijt het Ministerie, dat het in het wetsontwerp het revoluiionnaire beginsel verwezenlijkt „dat al zooveel onheil in ons vaderland heeft gesticht". De Drie Provinciën meent,dathet wetsvoorstel „keu rig past in de rij van directe en indirec te dwangmaatregelen, waarmee ons volk van liberalistische zijde sinds 1848 gere geerd isde Overijsselsche Boodschapper zegt, dat de ouders worden onder cura- teele gestelden voorspelt alsof de pacificatie van de zijde der clericalen ooit eerlijk zou zjjn nagekomen „een hernieuwing van den schoolstrijd." De Hollander bespreekt op kalmer toon uitvoerig de vraag, of de invoering van wettelijken leerplicht noodig is, en komt dan tot een beantwoording in ont- kennenden zin. Het blad acht leerplicht in de huidige omstandigheden niet meer te zijn een maatschappelijke, maar wel een politieke quaestie, bij denjong- sten stembusstrijd op den voorgrond ge schoven, daarbij echter vergetende dat leerplicht sinds jaar en dag op het pro gram der Liberale Lnie stond. De Hol lander herinnert aan de motie-GoE- man Borgesius omtrent invoering van leerplicht, bijde wet-mackay ingediend, en ziet nu in het wetsontwerp dezelfde politieke beteekenis. De a-r. Nederlan der maakt van de gelegenheid gebruik om zich ook een principieel tegenstan der te verklaren, maar laat toch door schemeren dat, als men aan Nederland maar de gvrije schoolzou willen schen ken, waarop bij de behandeling der be grooting in de Tweede Kamer zoozeer is aaugedrongen, zoodat de openbare school slechts als hooge uitzondering zou blijven bestaan, er toch nog wel met de anti-revolutionnairen te praten zou wezen! Dr. Kuyper heeft in De Standaard drie artikelen aan leerplicht gewijd, ook „De vrijstellingen" behandeld. In zijn eerste artikel, dat voorkomt in het nummer van 23 Maart jl., er kent hij de mogelijkheid, die, na het geen hij in October van het vorig jaar schreef, voor hem niet meer te ontken nen zou zijn, dat de overheid geroepen kan wezen om, waar de ouders hun macht misbruiken, „het kind physisch en psychisch laten ondergaan", waar borgen van voeding tegen uithongering te eischen en door het waarborgen van opvoeding tegen algeheele verstomping te beveiligen. Nu, hierop heeft de minister m zijn Toelichting ook gewezen toen hij herin nerde aan de bepalingen van het Bur gerlijk Wetboek, maar wanneer men nu zou denken, dat dr. Küyper, evenals Het Centrumzich niet principieel vijan dig zou stellen tegenover het wetsont werp, dan heeft men het mis. Daarin, meent hij toch, dat een geheel ander standpunt is ingenomen. Door aan alle ouders voor te schrijven, in welk jaar de schoolopvoeding moet beginnen en hoe lang die moet duren, door tevens de reeks van vakken te bepalen, in wier onderwijzing het zevenjarig onder richt zal moeten bestaan, worden, vol gens De Standaardde zedelijke bevoegd heid en de zedelijke verantwoordelijk heid der ouders geheel te niet gedaan en overgebracht op de overheid. „Wat (le ouders zeiven, als van Godswege daartoe gehouden en gerechtigd, te volbrengen en te beslissen bebben, wordt bnn van Staatswege en onder strafbepaling opgelegd en voorgeschreven. Hun eigen oordeel heeft niets meer te zeggen. De overheid oordeelt voor ben. „Hier staat alzoo theorie tegenover theorie, principieele overtuiging omtrent ouderplicht en Staatsbevoegdheid tegenover een lijnrecht daarmee strijdige overtuiging. Deswege moet bij ieder, die aan de ordonnantiën Gods vasthoudt, tegen het nu voorgestelde pertinent conscientie-bezwaar be staan Yan anti-revolutionnair standpunt is dit mooi gezegd, maar wij, die omtrent de ordonnantiën Gods in zake leerplicht in volslagen duisternis verkeeren, kun nen ons toch moeilijk een wet op den leerplicht voorstellen zonder een bepa ling, in welk jaar de schoolopvoeding moet beginnen en hoe lang die moet duren.Over den aanvang en het aantal jaren kan men van opinio verschillen, maar de wet zou een volkomen wassen neus worden, wanneer men een en ander aan de ouders overliet. Het eerste artikel was echter noodig, om het tweede kracht bij te zetten. Wel acht Dr. Kuyper daarin nog wel het ouderrecht en het huisrecht beide aangerand, als de overheid zich bemoeit met de opvoeding van alle kinderen des lands en zelfs in eigen woning de wet komt stellen, maar toch vraagt hij ter loops, of, als het vrije onderwijs „oprech- telijk" verklaart, de meerdere uitgayen niet te kunnen doen, die de invoering van de leerplichtwet zal vorderen, „de overheid dan het totaal dezer meerdere kosten, den bouw, ver bouwing, onderhoud, tractements-ver- meerdering, tractementsverhooging en schoolbehoeften van rijkswege zal ver goeden" en daar nu ook de Drie Pro vinciën in haar laatste nummer erop wijst, dat de voorstanders van het bij zonder onderwijs nu weer met een tweesnijdend scherp zwaard in hun beurs worden geraakt en de toezegging van de minister omtrent de tegemoetkoming zeer vaag noemt, komt het ons voor, dat van anti-revolutionnaire zijde het bekende spreekwoord wordt toegepast„beter hard geblazen dan den mond gebrand En als dan ook Dr. Kuyper zijn derde artikel als volgt eindigt„het dwangsfel- sel, waar dit wetsontwerp van uitgaat, hoort, ook al heeft men voor het voet licht de politie er buiten gehouden, thuis niet in een land van vrije bur gers, als Nederland, maar in den hier te lande tot dusver onbekenden Politiestaat dan vinden wij dit slot wel heel mooi als het knaleffect van een demagogische rede in een volksvergadering, maar wij houden het met Uet Centrumdat rond uit verklaart, dat ouders, die het juiste besef hebben van hun taak, van de wet geen last zullen hebben en dus van dien „Politiestaat" niets zullen bemerken. De Amsterdamsche politieverordening schrijft Dr. Kuyper voor, dat hij twee maal in het jaar zijn schoorsteenen moet laten vegen; hiermede is ook zijn „huis recht" aangerand, en toch hebben wij nooit gehoord, dat hij voor overtreding vau dit artikel door den kantonrechter is veroordeeld. Dat de twee artikelen, met het hoofd „De vrijstellingen", waarvan het laatste in De Standaard van 4 April jl. ver scheen, natuurlijk wijzen op een „aan randing onzer burgervrijheid" en deze door allerlei exceptioneele voorbeelden trachten te bewijzen, sluit volkomen aan bij de positie, die Dr. Kuyper in deze heeft ingenomen. Hij vergeet geheel en al, dat de wet niet voor de goeden, maar voor de kwaden is gemaaktdat onze geheele wetgeving,tot zelfs de Amsterdam sche politieverordening, is een „aanranding onzer burgervrijheid", die wij echter, met of zonder ordonnantiën G-ods, gewend zijn zoodanig op te vatten, dat het al gemeen welzijn vordert een gedeeltelijk opofferen dier vrijheid, opdat de gemeen schap zelve daarvan de heilrijke gevol gen kan ondervinden. Het schoolverzuim is groot; 15.000 kinderen ontvangen in het geheel geen onderwijs, het betrekkelijk schoolverzuim is met geen cijfers te benaderen. De gemeenschap vraagt nu een opoflering, die voor de goedgezinden slechts in the orie bestaat, omdat zij reeds, gedreven door plicht en geweten, doen, wat de wet vordert, en daar komt nu Dr. Kuy per, die ons gaarne een Zondagswet wil schenken, waarbij ook de niet-geloovige door uiterlijk vertoon tot Zondagsheili ging zou worden gedwongen, ons in zake leerplicht aan boord met een „aanran ding onzer burgervrijheid" 1 Dr. Kuyper mobiliseert dus zijn troepje. Het groote doel is, om, met behulp der belastingpenningen van alle Neder landers, de confessioneele school in staat te stellen, den strijd tegen de openba re door te zetten, en met meer vrucht dan dit sinds 1889 het geval is geweest, deze leeg te pompen. De groote leuze is„de vrije school regel, de openbare uitzondering". Yan vrijzinnige zijde moge men, ook bij de invoering van leerplicht, de paci ficatie van 1889 eerlijk gestand doen maar er is een grens. Liever geen wet op den leerplicht, dan dat wij door dezen zouden spelen in de kaart der eonfessioneelen en op het hellend vlak zouden gaan glijden, dat uitloopt op den ondergang der openba re school. Aan groote woorden dus geen gebrek maar zoo hier en daar blijkt het toch, dat de principieele onverzoenlijk heid niet zoo groot is, of men zal in het clericale kamp tot onderhandelen rog wel geneigd zijn. Het is weer het oude stelsel van do ut desik geef wat, opdat gij ook over de brug komt. De principieele krijgsleuze, tegen dit ministe rie aangeheven, is op stuk van zaken niets anders, dan een „je beurs ot je leven" en daar nu Dr. Kuyper welwil lend verklaard heeft, het ministerie tot na September het leven te laten „als het kan" daar spreekt het van zelf, dat hij voorloopig met de beurs wel te vreden zal wezen. In De Standaard van 31 Maart j.1. klaagt hij dan ook op jammerlijke wijze over de „aanzienlijke kosten" van de „vrije school" te Amsterdam hij dringt aan op verhooging der uitkeering en als het wetsontwerp wordt doorgedreven, dan zal men zien „dat niets dan volslagen nood tol het ernstigste vèrzet prikkelen zal". Het zal dan opnieuw worden een wezenlijke struggle for life". In het vorige nummer riep hij De Unie vereeniging voor de School met den Bijbel, op, om op de aanstaande jaarsver gadering er op bedacht te zijn, het be stuur zoo aan te vullen, dat het in alle opzichten gereed zal zijn voor de taak die het wacht. Verslagvan de vergadering van den Raad der gemeente gehouden den 6 April 1898, des voormiddags ten 10 nre. Afwezig de heer V. Bakker Jz. wegens ongesteld heid. De Voorzitter, de heer G. T)z. Uezelman, Burge meester, kan tot zijn genoegen mededeelen, dat steeds gunstige berichten omtrent den toestand van den heer Bakker inkomen. Met den wensch, dat deze weer spoedig hersteld in hun midden zal plaats nemen, opent hij de vergadering. De notulen van de vorige bijeenkomst worden voorgelezen en zonder op- of aanmerkingen goedge keurd. Mededeeling wordt gedaan 1. dat goedgekeurd van H. H. Ged. Staten zijn terugontvangen het besluit tot opname van kasgeld en de suppletoire begrooting, regelende deze leening 2. dat den 4 Maart j.1. bericht is ingekomen van H. H. Ged. Staten, dat zij de Algemeene Politie verordening dezer gemeente hebben ontvangen. Naar aanleiding hiervan is binnen den door de wet bepaalden termijn tot de afkondiging overgegaan; 3. dat in overleg met den heer Van Gastel te Schagen door den heer L. F. W. Volcke te 's-Gra- venhage een contract is geteekend, waarbij deze zich verbindt uiterlijk op den 15 Mei a. s. het torenuur werk te zullen plaatsen. Het contract wordt voorgelezen. 4. dat blijkens proces-verbaal, den 26 Maart j.1. kasverificatie is gehouden bij den heer ontvanger en overeenkomstig boeken en bescheiden zich in kas bevond een som van f 673.63'; 5. wordt voorlezing gedaan van een beredeneerd verslag van den toestand van het onderwijs over 1897. Deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen. Vervolgens brengt de voorz. ter tafel 6. Een adres van de kiesvereeniging te Haren karspel, houdende verzoek adhesie te schenken aan haar adres in zake een locaaldienst op de lijn Alkmaar- Helder. B. en W. achten het door de kiesvereeniging beoogde doel niet in het belang dezer gemeente en stellen een afwijzende beschikking voor. De heer Groneman maakt de opmerking, dat het voor de ingezetenen niet geheel van belang is ontbloot. Zij toch, die aan de halte te Oudesluis instappen, moeten vanaf Anna Paulowna betalen, terwijl zij niettegenstaande die betaling bij de terugreis niet mogen doorgaan tot Anna Panlowna. In dat opzicht kan spreker met het adres meegaan. Wat echter den locaaldienst betreft niet. Uit goede bron nen vernam ZEd., dat het plan bestaat een sneltrein te laten loopen van HelderAlkmaar, tot denkelijk rechtstreeks Haarlem. Van dezen trein zal door ons geen gebruik gemaakt kunnen worden. Wanneer nu de overige treinen in locaaldienst worden veranderd, zal het verkeer groote vertraging ondervinden. Met het loopen van een aparten locaaltrein, eens per dag heen en terug, kon spreker zich wel vereeui- gen. Echter niet met de strekking van het adres zooals het thans luidt. De heer Zijp verklaart, dat in de vergadering van Burg. en Weth. de opmerking over het in- en uit stappen aan Oudesluis is gemaaktdat zij echter niet met de geheele strekking konden meegaan en een adhesie-betuiging voor slechts één punt niet gewenscht achtten. Wordt besloten afwijzend te beschikken. 8. Een adres van de afdeeling Schagen en omstre ken der Hollandsche Maatschappij van Landbouw, om een subsidie van f 10.'s jaars voor het houden van keuringen van wolvee. Ook wat dit adres betreft, stellen Burg. en Weth. een afwijzende beschikking voor, omdat het niet op den weg van het gemeentebestuur ligt, deze zaak te steunen en deze voldoende kan worden bevorderd door belanghebbenden, afdeelingen en Maatschappijen van Landbouw. De heer Groneman is het hiermede eens en voor ziet, dat, als deze subsidie wordt toegestaan, ook andere afdeelingen dergelijke aanvragen kunnen doen. Met algemeene stemmen wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 9. Een schrijven van den heer Commissaris der Koningin om advies in zake het toevoegen van Wie- ringerwaard aan een te Anna Paulowna te vestigen ontvang-kantoor, of aan dat te Schagen, of wel om den bsstaanden toestand te behouden. Burg. en Wethouders zijn tot geen bepaalde con clusie gekomen en brengen hel onderwerp in alge meene bespreking. De heer Zijp oordeelt een overplaatsing van Scha- gerbrug naar Schagen of Anna Paulowna goed. Een keuze tusschen beide laatstgenoemde gemeenten acht hij zeer moeilijk. Voor velen is Schagen zeer ge schikt met het oog op het bezoeken der markten. Voor anderen, wat afstand betreft, is echter Anna Paulowna te verkiezen. Om deze redenen acht hij het het best, aan de Regeering over te laten naar vrije verkiezing deze gemeente te voegen bij één der kantoren. De heer Groneman geeft Schagen de voorkeur de zitdag blijft bestaan. Wordt deze echter verzuimd, of heeft men andere zaken, dan kan men gemakkelijk in Schagen terecht, wanneer men er toch moet zijn. Naar Anna Paulowna is men verplicht een extra reis te maken. Wel gaat ieder ingezetene niet naar Schagen, maar die heeft in den regel ook niet anders, dan om belas ting te betalen den ontvanger noodig, waarvoor een trouw gebruik wordt gemaakt van de zitdagen. Een bezwaar kan zich echter voordoen voor inge zetenen, grondbezitters in Anna Paulowna, wanneer de belasting voor beide gemeenten aan twee ontvang kantoren moet worden voldaan. In dat opzicht is het brengen van die beide gemeenten onder één kantoor we u schel ijk. De heer Sleutel verklaart zich voor Schagen. Wordt besloten, met vermelding van de bezwaren, tot toevoeging aan Schagen te adviseeren. De Voorzitter deelt mede, dat de heer Bakker tijdelijk afwezig zal blijven wegens ongesteldheid en zijn plaats als wethouder alzoo ledig is. De Raad besluit, voorloopig geen plaatsvervanger te benoemen. Verder deelt de Voorzitter mede, dat op bet voerstel yan den Raad aan Gedeputeerde Staten, om ds jaarwedden van den Burgemeester en Secretaris elk met f 100.— en die van den Ontvanger met t 35. te verhoogen, bericht is onvangen, dat eerstgesoemde jaarwedden elk met f 50zijn verhoogd, terwijl die van den Ontvanger blijkbaar niet in aanmerking komt. Deze regeling wekt bij heeren raadsleden bevreemding op. Vooral omdat men in andere gemeenten zelfs het omgekeerde heeft zien gebeuren. Thans wordt aan de orde gesteld de benoeming van een stembureau en tot leden gekozen de heeren JD. Schenk en Bk. Kooij Jbz. Overige leden plaats vervangers. Voorts wordt overgegaan tot vaststelling van het kohier voor de Hondenbelasting ad f 220.50 en dat voor den Hoofdelijken Omslag op f 3264. Niets meer aan de orde, sluit de voorz. onder dankzegging voor de opkomst en medewerking, de vergadering. Naar wij uit goede bron vernemen, bestaat te Schagerbrug het voornemen, eene gereformeerde (dolee- rende) kerk te bouwen. Reeds is men met iemand in onderhandeling getreden om van dezen een stuk grond te koo- pen, waar alsdan de kerk verrijzen zal. Het bestuur van den Kost- verlorenpolder, behoorende tot de Niedorper Kogge, heeft in zijne vergade ring ven woensdag j. 1. besloten, gelden beschikbaar te stellen tot verbetering der waterwegen, indien de kanalisatie plannen van de Tuinbouw vereeniging Niedorper Kogge ten uitvoer worden gebracht. Deze vereeniging wenscht de bestaan de waterwegen te verbeteren en, waar het noodig is, nieuwe kanalen te graven, die alle in verbinding met den boezem van de Niedorper Strijkmolens, de Mient, gebracht zullen worden. Het bedrag der kosten dier kanalisa tieplannen is beraamd op 13000 gld. Daardoor zullen de tramstations Lut jewinkel, Winkel en Nieuwe Niedorp van de lijn SchagenWognum onmid dellijk aan afvoerkanalen komen te lig gen. Het bestuur van de deze week te Nieuwe Niedorp definitief opgerichte zuivelfabriek „De Yolharding" bestaat uit de heeren J. B. W i 1 k e n, directeur, en de heeren CL Yeldman Gz., H. Schoorl, J b. de Yries en J. Bakker J z., commissarissen. Het gebouw eveneens genaamd „De Volharding", voorheen eigendom van den heer W. C. Visser, zal tot kaasfabriek worden ingericht. Landbouwverslag. Bij de uitgevers Van Weelden Mingelen te 's GRAVENHAGE is ver schenen het eerste gedeelte van het Ver slag over den Landbouw in Nederland over 1894 en 1895, opgemaakt op last van den minister van waterstaat, han del en nijverheid. Dit verslag is opgemaakt door het Dagelijksch Bestuur van het Nederlandsch Landbouwcomité, dat nog niet sedert lang met deze taak belast is. Daaraan is het toe te schrijven, dat dit zoo laat verschijnt. Het comité (de heeren II. F. Bultman, voorzitter, en mr. A. Ferf, secret.) hoopt thans de belangrijkste be zwaren te hebben overwonnen en spreekt het vertrouwen uit, dat het eerste ge deelte van het verslag over 1896/97 nog in den loop van dit jaar zal verschijnen. Wie het lijvige deel met al zijn sta ten openslaat, zal trouwens inzien, dat het bewerken daarvan maar niet in een om mezientje kon geschieden. VENHUIZEN, 7 April. Er heeft zich thans een comité gevormd ter bevordering van den aanleg van eene stoomtramlijn door dit gedeelte van West- Friesland naar Hoorn. Tot leedwezen van velen heeft het lid van de Tweede Kamer in dit district, de beer A. Kool, burgemeester van Schellinkhout, bezwaar gemaakt zitting te nemen in het comité.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1898 | | pagina 1