Aangifte mrlzini. kifijig voor k Sclnlterij. Donderdag 28 April 1898. 42ste Jaargang No. 3305. GemeenteSchagen. FEUILLETON. en Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst,. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Bureau: S€MAÖ^S. Laan, JD 4. UilgeverP. TRAPMAN. MedewerkerJ. WINKEL. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 8.60. Afzonderlijke nummers 6 Cents. ADVERTENTIEN van I tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 6 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Bekendmakingen. Belasting op bedrijfs- en andere inkomsten. KENNISGEVING. Binnerilandsch Nieuws. Heer Hugowaard. De heet r IIisiesi HieiTt-, AÜHttltit- k LHlIllTllaL Burgsmeester rn Wethouders van Scha- gen brengen, voor zooveel noodig, met het oog op verzuim, betrekkelijk het doeu ven aangifte ter Secretarie bij verhuizing bin nen de gemeente, asn de ingezetenen in herinnering het bepaalde bij art, 5 van de Politieverordening dezer gemeente, lui dende als volgt „Ingeval van verhuizing binten de ge meente zal daarvan tienen acht dagen be- hooren te worden kennis gegeven ter Se cretarie der gemeente, te weten „Voor een geheel gezin, inwonende „dienst- en werk boden daaronder begre- „pen, door het hoofd van dat gezin. „Voor afzonderlijk levende personen „door hen zelf. Voor de geheele bevol- „king van gestichten of andere inrichtin- „gen, waar personen onder eenig bestuur „te zamen wonen, door de bestuurders. „Overtreding wordt gestraft met een „geldboete van ten hoogste een gulden." Schsgen, 15 April 1898. Burgemeester en Wethouders voornoemd, 8. BERMAN. De Secretaris, DENIJS. Burgemeester en Wethouders der gemeen te Schagen, daartoe van regeeringswege uit- genoodigd, brengen ter algemeene kennis, dat met de uitreiking der beschjjvingsbiljet- ten voor de belasting op bedrits- en andere inkomsten over het dienstjaar 1898—1899 in deze gemeente een aanvang zal worden gemaakt den 4den Mei a. s. Verder vestigen zij de aandacht van het publiek op enkele der voornaamste verplichtingen, welke het ingevolge de bovengenoemde wet van 2 Oct. 1893 (Staatsbl. No. 149), met 1 Mei 1894 in werking getreden, heeft te vervullen. t ei lielde. 19. SLOT. „Vergeef mij, mijnheer," soo wendde de jager siob vervolgens tot den vreemdeling doch de woorden bestierven bem op de lippen; met uitgestrekte handen snelde hij op hem toe: „Mijnbeer von Bressnitz, zijt ge 't wer kelijk „Ik ben het inderdaad, mijn waarde Mad lung," antwoordde Walter hartelijk, .en ik ▼erbeng mij er zeer over, bg den eersten stap bijna reeds een vriend te ontmoeten. Doctor Glandorff schreef mij, dat ge door sijne bemiddeling op het slot Sponeck waart aaDgesteld." „En ik ben er den doctor ook heel dank baar voor. Ik zeg u, mijnheer, het is hier een heel wat beter leven dan in da wilder nissen van Nieuw-Mexico. Er gaat niets boven zoo'n mooi Duitsch bosch.* „Gij sjjt dus tevreden ia uw betrekking P" „Van ganscher barte I De graaf is een sielsgoed heet en de aangenaamste gebie der dien men zich wensohen kan, En me- vroaw de gravin nu, g{j zult baar leeren keonen I Een prachtige dame. Gij gaat immers naar bet slot Sponeck „Zeker gij weet, Madlnng, dat ik mij nog van een opdracht moet kwijten." Ja, ja, van Fred Griswold dat was een harde slag voor den onden man. Hij is stil en ingetogeB geworden, maar anders een goed mensch. Gij komt te voet van het station f „Ja, men zeide mij, dat de weg door bet woud zeer mooi was en wanneer men se dert drie jaar geen Duilscben boom gezien heelt, dan voelt men een zeker verlangen, weder eens door heg en steg te kruipen." „Ziet ge, zoo ging bet mg eveneens I Doch ga nn mee. Deze weg leidt naar het park en vervolgens door eeD laan naar de veranda, waarop de familie 't meest ver toeft." „Maar mag ik zoo onaangemeld „O, seker bovendien zal ik u aan melden. Ga maar mede." Een zonderling gevoel deed Walter'z hart vlogger kloppen, toen bij naast Mad lnng door de prachtige lanen stapte en vroo- lijk met den jongen j»ger babbelde. Dus hier was bet nieawe thuis van Edith P Hier haar nieuwe wereld P Of «ij bet geluk Die verplichtingen zfjn vervat in de hierna volgende artikelen: Artikel 15, 2. Ieder die optreedt als bestuurder of be boerend vennoot van eene hier te lande ge vestigde vennootschap, onderlinge verzeke- ringmaatschappjj, coöperatieve vereeniging, of vpn eene vereeniging of stichting, die een bedrpf of beroep uitoefent, of als boekhouder eener hier te lande gevestigde reederjj, is gehouden daarvan schriftelijk binnen óóne maand kennis te geven bij het bestuur der gemeente waar hij woont. Artikel 16. Hier te lande wonende beheerende ven- nooten van Nederlandsche vennootschappen en maatschappijen, als bedoeld in art. 6, 2, en van de in art. lb bedoelde comman ditaire vennootschappen op aandeelen, be stuurders van hief te lande gevestigde naamlooze vennootschappen, coöperatieve en andere vereenigingen en onderlinge verzekeringmaatschappijen, alsook boekhou ders van hier te lande gevestigde reedertjen, mogen niet tot het doen van uitdeelingen of uitkeeringon, waarover volgens art. 5, 1 en 2 en art. 6, 2 belasting verschuldigd is, overgaan, alvorens daarvan aangifte ge daan en de over vroegere uitdeelingen of uitkeeringen verschuldigde belasting betaald te hebben. Bij liquidatie mogen de bedoelde uitdee lingen of uitkeeringen niet geschieden, alvorens de daarover verschuldigde belasting is voldaan. Artikel 45. Bestuurders van de bij art. lb en c bedoelde naamlooze vennootschappen, coöperatieve vereenigingen, andere vereenigingen en stichtingen, die een bedrijf of beroep uitoefe nen, onderlinge verzekeringmaatschappijen en sociëteiten, alsook beheerende vennooten van hier te lande gevestigde commanditaire vennootschappen op aandeelen en boekhou ders van hier te lande gevestigde reederijen, zijn gehouden binnen veertien dagen na de vaststelling van balans of rekening een zoo danig uittreksel als noodig is tot toelichting der winst, uitkeeringen of uitdeelingen, te doen toekomen aan den voorzitter der com missie van aanslag, bedoeld bjj art. 19, lb of 2, die den aanslag moet regelen. Artikel 47, 5. Hjj, die, daartoe gehouden, nalaat de ver plichtingen na te komen, bedoeld bjj art. 15, 1 eerste lid, en art. 15, 2 eerste lid, wordt gestraft met eene geldboete van ten hoogste t 25.-. Geljjke straf wordt opgelegd in geval van overtreding van art. 45. zou hebben gevonden, waarvan zij eens aan zijne zijde, op dien dag in do Vogezen, bad gedroomd Hoe lang wai dat reeds geleden Yier jaar hoe kort nog, en toch scheen het hem reeds een menschenlceftijd toe. Nu weken de boomsn vaneen, om een grooten halven cirkel te beschrijven, in welks midden een groote grasvlakte was. Daar achter verhief zich het grijze, met klimop rozen getooide slot, waarombeen zich een mime veranda bevond. „Ik zie da gravin op de veranda," zeide Madlung. „Wilt ge een oogenblik wach ten Madlung ging vooruit om Walter aan te melden. Met hevig kloppend hart stond Walter daar. Hoe zou Edith hem onivangon Terwijl Walter stond te wachten, weer klonk plotseling een lichte kreet een slan ke, wolgekleede vrouwengestalte snelde de veranda af en met nitgostrekte banden op Walter toe. Da booge, eenigszins gebogen gestalte van mister Griswold volgde lang zaam. „Mijnheer von Bressnitz, eindelijk komt ge wees hartelijk welkom sedert een jaar wachten wij u bijna dagelijks Zij reikte hem beide handenin bare oogen stonden tranen, en om hare lippen speelde een lachje. Walter boog zich, diep bewogen, over ha re handen. „Mevrouw de gravin dit wederzien ik geloofde niet, dat ik u ooit weer zon ontmoeten. .Kom kom, ga meeBegroet mijn vader ach, we hebben zoo dikwijls over u gesproken. In uw armen is mijn broeder gestorven gij hebt zijne laatste woorden gehooidzijn laatsten blik opgevangen De zenuwen overweldigden haarsij legde baar hand voor de oogen, om hare tranen te verbergen. Mister Qriswold schudde Walter de hand. „Wees ook mij welkom, gij brengt mij den laatsten groet van mijn zoon een jaar heb ik daar op gewacht gij kondt seker niet eerder komen „Ik bleef nog eenigen tijd in Amerika." „Ja, ja, dat weet ik, Glandorff schreef het ons. Wellicht is het ook beter, de eerste smart is voorbij ik heb mij naar het onveranderlijke gevoegd." Mister Griswold was zeer verouderd, zijn straffe, flinke gestalte was ineeogezonken, zijn haar bijna sneeuwwit geworden. Maar in zijne oogen straalde een warm, mild licht en een zachte uitdrukking had de hardheid en strengheid van het galaat weg genomen. Roep den graaf," wendde Edith sich tot den jongen jager. ,,Ik geloof, dat hij met den kapitein bij de paarden is." Artikel 47, 6. Overtreding van art. 16 wordt gestraft met eene geldboete van ten hoogste f 400.—. Artikel 34, le lid. Handelsreizigers, kramers en alle verdere personen, die hun bedrijf of beroep rond trekkende uitoefenen, voor zoover zjj behoo- ren tot de bedoelden by art. la, h enk, zjjn gehouden, onverminderd hunne verplichtin gen omschreven bij artt. 12 en 14, zich ter plaatse binnen het Rijk, waar zij zich na het begin van het belastingjaar het eerst bevinden, bi) het gemeentebestuur schriftelijk aan te melden, met opgaaf van hun naam, hunne woonplaats en hun bedrijf of beroep. Ten blijke dat zi) hieraan voldaan hebben, ontvan gen zij kosteloos een door of vanwege het hoofd van dat bestuur onderteekend Bewijs, dat zij gehouden zijn mede te onderteekenen en op aanvraag aan ambtenaren der directe belastingen te vertoonen. Artikel 47, 7. Personen, die van een bewijs voorzien moeten zijn als bedoeld in art. 34 en die in gebreke blijven dit bewijs op aanvrage aan bevoegde ambtenaren te vertoonen, worden gestraft met eene geldboete van ten hoogste f 25.-. Geven zij ter bekoming van dat bewijs aan het bevoegd gezag een valschen naam, woonplaats, bedrijf of beroep op, of maken zij gebruik van het aan een ander afgege ven bewijs, dan worden zjj gestraft met eene geldboete van ten hoogste f 150.—. Voorts wordt r.og bijzonder gewezen op de in art. 12, 2, 2e lid, lo. d, aan de inge zetenen van het Rijk verleende bevoegdheid, om zich, by de aanstaande beschrijving, de uitreiking van een beschrijvingshiljet B te verzekeren, door vóór of op 15 Mei a. s. het verzoek daartoe schriftelijk te richten tot den Ontvanger der directe belastingen over hunne woonplaats. Afgekondigd en aangeplakt te Schagen, den 22 April 1898. De Burgemeester, S. BERMAN. De Secretaris, DENIJS. Burgemeester en "Wethouders van Schagen brengen ter algemeene kennis, dat vergunning voor de uitoefening van den kleinhandel in sterken drank is verzocht door TRIJNTJE YADER, wed. Cornelis Stöve, voor perceel No. 44 van Wijk B, aan de Marktplaats, en door JAN CORNELIS de VRIES, voor perceel No. 64 van Wijk B, aan Madlung snelde heem. Edith gxleidde Walter naar de veranda en nu moest bij vertellen van de laatste oogenblikken van Fred, diens laatste woorden herhalen en vertellen van zijn berouw. Walter meldde alles zoo verscboonend mogelijk en wijdde in bet breede uit over de liefde, die de jonge man bij zijn dood aan den dag bad gelegd voor zijn' vader en zuster- Een ernstig, weemoedig zwijgen volgde op zijne mededeelingen. Diep treurig en met bet boold op de borst zat mister Gris wold daar, over zijne magere, bleeke wangen rolden tranen. Vervolgens baalde hij zwaar adem en stond op. „Verontschuldig mij, mijnbeer von Bress nitz ik moet alleen zijn mijn bedaard heid terug sieD te krijgen er is niets meer aan te veranderen." Terstond ging hij been, als wilde hij zijne smart voor anderen verbergen. „Het helpt ,niet zeide Edith na een poos, „het moet gedragen worden, zooals menig ander in het leven „Uwe woorden klinken seer weemoedig mevrouw de gravin," antwoordde Walter met ernstig gelaat. „En toch geloof ik, dat ge geen reden tot klagen hebt Een vlugge, ernstige blik barer oogen trof hem. „En hebt gij reden tot klagen P" vroeg zij. „Hebt ge niet bereikt, waarnaar ge gestreefd hebt P Zijt gjj niet kalm, tevreden geworden P" „Ja ik ben kalm ik ben tevreden. Ik heb ervaren, dat de waarde van bet leven bestaat in eeu plichtvervnllenden werkkring. De arbeid helpt ons over alles heen, over ontgoochelingen, over teleurgestelde hoop, zelfs over een verloren leven." „En was uw leven verloren Een rijke tijd ligt achter u. Uw naam wordt reeds in de wereld der wetenschap met eer genoemd gij zult verder gaaD, verder werken en niet slechts rustig en tevreden, maar ook gelukkig worden." .Gelukkig wat is geluk In hare oogen flikkerde een vrooljjke straal. „Het gelak wil bestreden worden, Walter gij zijt een man, gij moet kracht en moed hebbeD, bet geluk te overwinnen zooals ik dat gedaan heb." „Gij, Edith „Zie mjj niet zoo verwonderd aan, mijn vriend 1 Wat ocs in onze jeugd, in een schoonen droom, het geluk toescheen, wel licht was het 't geluk niet. Misschien was het maar een vluchtige droom, die door on ze harten trok, terwjjl bet ware geluk op den bodem daarvaD lag verscholen. Aeh, mijn vriond, ook ik heb eeu smartvolleu strijd gehad ik wachtte op bet geluk," voegde sij er met een weemoedig lachje aan toe, de Laagzijde alhier. Schagen, 22 April 1898. Burgemeester en "Wethouders voornoemd, S. BERMAN. De Secretaris, DENIJS. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der ge meente SCHAGEN noodigen bij deze uit: 1°. alle manneljjke ingezetenen, geboren in het jaar 1873; alle mannelijke ingezetenen, geboren in de jaren 1864 tot en met 1872, die, ofschoon in andere gemeenten reeds ingeschreven, sedert de inschrijving van het vorig jaar in deze Gemeente zijn komen wo nen 3°. alle vreemdelingen, die sedert de laatste inschrij ving in de termen zijn gevallen, om als ingezetenen te worden beschouwd om, met overlegging van een extract geboorte-akte, zoo zij elders geboren zijn, zich ter inschrijving voor de schutterij aan te mel den ter Gemeente-Secretarie, tusschen den löden en den 31sten Mei e. k.terwijl voorts wordt medege deeld, dat voor die inschrijving meer bepaaldelijk zitting zal worden gehouden op alle werkdagen, des voormiddags van 9 tot 12 ure. Wordende hierbij, ter voldoening aan art. 8 van het Koninklijk besluit van den 21sten Maart 1828, Staatsblad N®. 6, nog medegedeeld eenige bepalingen, vastgesteld bij het IJde hooldstuk der Schutterijwet, betrekkelijk de inschrijving voor de Schutterij, lui dende Artikel 6. Elk jaar, vóór den eersten Juni, zul len de ingezetenen, die op den lsten Januari van het jaar hnn 25ste jaar van ouderdom zullen zjjn ingetreden, zonder onderscheid of zij vermeenen moch ten al of niet tot de vrijgestelden of nitgeslotenen te behooren, verplicht zijn, zich bij het bestuur der gemeente, in welke zij wonen, voor de schutterij te doeu inschrijven. Artikel 7. Zij, die in meer dan eene Gemeente hnn gewoon verblijt houden, of den zetel van hun vermogen hebben gevestigd, zullen tot de inschrij ving verplicht zijn binnen die Gemeente, alwaar oen dienstdoende schutterij aanwezig is. Bijaldien in die verschillende Gemeenten alleen dienstdoende of alleen rustende schutterijen bestaan, zullen zij zich doen inschrijven in de Gemeente, alwaar zij voor de personeele belasting zijn aangeslagen, en de ambtenaren in die Gemeente, alw.ar zij ambts halve verplicht zijn hun verbljjf te houden. Artikel 8. Die van hunnen onderdom geen vol doend bewijs geven, zullen door het plaatselijk bestuur worden ingeschreven, naar deszelfs oordeel, onverminderd de bevoegdheid van den ingeschrevene, om van zijn jnisten ouderdom nader te doen blijken. Artikel 9. Die bevonden zullen worden zich niet vóór 1 Juni te hebben doen inschrijven, zullen door ,en toen bot niet kwam, toen werd mijn hart trotseh en boos en ik reikte mijn hand aan •en man, dien ik meende nooit te kannen liefhebben ik reikte hem mijn band, ik werd ïijoe vrouw nit trots en hoogmoed, alleen pm een schitterende positie te kannen innemen „Edith mevrouw de gravin 1* „Noem mjj bij mijn naam, tooals voor jaren, toen wij een «e'aoonen droom droom den. Maar Walter, herinner n dien tijd denkt ge niet, dat, trots dien droom, die, ais een zonnestraal over een bruisend beekje, over ons hart streelde, diep in onze ziel een geheim verlangen, een geheim ge- lak rastte, dat dien droom niet in vervulling kon doen gaan P Denk eens aan die eenza me, stille oren daar buiten in die wijde we reld heeft die korte droom vsn dien dag nog macht over nw hart?" Hij sloeg de oogen neer en zweeg. Yoor zijn geest stoud op eenmaal weder de ge stalte van Marianne; dat liefljjke gelaat, die groote blauwe oogen schenen hem zacht lachend aan te sien en hij haalde diep adem. Ook die hoop was verdwenenhij wist niets van baar, van de vriendin, de geliefde zijner jengd; hij wist niet eens, waar zij op dit oogenblik was. Hoe kon, hoe durfde bij hopen, dat zij sich sijner nog zou gedenken, na jarenlang zwijgen, daar hg zonder afscheid van haar was heenge gaan P „En wanneer ge gelijk hadt, gravin P" zeide hij zacht, „was ik dan gelukkiger P Ik heb het geluk verloren voor mg is het te laat." Zij lachte sohelnssch. „Wie weet P® zei de «g. „Om gelukkig te worden ii het Dooit te Iaat. Ook ik geloofde eerst het is te laat voor mij. Eu ziedaar, het geiuk bloeit nu welig op mijn levenspad." „En syl gj gelakkig geworden Pi* „Wilt ge eenbewijsvan mijn geluk zien?' vroeg zy met schitterenden blik. „Zie, daar komt het I* Op de grasvlakte voor het slot huppelde aan de hand eener vrouw een kleine knaap. De kleine beentjes konden den jongen nog niet best dragen, maar juichend strekte bij de armpjes naar Edith uit en deze snelde op hem toe, tilde hem juichend omboog en kuste en lielkoosde den kleine. De jongen sloeg zijn armpjes om beur hals en vleide zijn zacht kopje tegen de wang zyncr moeder. „Hier is myn geluk", sprak zij sidderend, terwijl rij den knaap zacht tegen zich. aan drukte „myn geluk myn toon, mgn hartlapje Met schuwe oogen zag de knaap tot den vreemdeo man op. Ia 't harte geroerd stond Walter daar. Yervolgens zeide by zacht„Ja, Editb, dat is het geluk en ik geloof u, dat ge gelukkig zijc eu dank God daarvoor. Eu het plaatselijk bestuur ambtshalve ingeschreven worden, en door den schuttersraad worden verwezen tot eene geldboete, terwijl zij daarenboven, zonder loting, bij de schutterij zullen worden ingelijfd, in dien het zal blijken, dat er, tijden» de verzuimde inschrijving, geen redenen tot de uitsluiting of vrijstelling te hunDen aanzien bestonden. Afgekondigd en aangeplakt te Schagen, dsn 34 April 1898. Burgemeester en Wethouders voornoemd, de Burgemeester, S. BERMAN. De Secretaris, DENIJS. Burgemeester en Wethouders van Schagen brengen ter kennis van belanghebbenden, dat het toelaten van nieuwe leerlingen tot de gemeenteschool alhier zal plaats hebben op Maandag 2 Mei a. s., des morgens ten 9 ure. Schagen, 26 April 1898. Burgemeester en Wethouders voornoemd, S. BERMAN. De Secretaris. DENIJS. Door de Vr ij zinnige k i e s- vereenigiDg te Wieringerwaard, zijn tot candidaten voor de Provinciale Staten gesteld de heeren Th. J. Waller en J. Zijp Hz. Da. A. Weeder heeft den 24en voor een talrijk opgekomen schare afscheid van de gemeente genomen met eane pleehtige re de naar aanleiding der woorden„De Heer doe aan u weldadigheid, gelijk gjj weldadigheid aan mij hebt gedaan." Uitslag der ten overstaan van den notaris B a c k x gehouden vei ling aan 't Zand, in de Zijpe, op Maan dag 25 April jl.„ van een Woon- en Win- keihuis, waarin broodbakkerij, met boet, eif en tuiD, aldaar, sectie H, no». 658 en 572, samen groot 11 aren, 50 centi aren aangekocht door den heer t.H. Veul te Zijpe voor f 2500. no, daar ik hot gelok zie, nn voel ik het eerst met smartelijk geweld, dat Ik niet gelukkig ben vaarwel Edith „Walter, waar wilt ge heen P" „Ik moet weder weg, Edith ik wil werken, weder de wereld in wellicht dat ik daD het gelak ook nog eens vind, ik zal zoeken „Maar het is hier bet is dicht bg u gij behoeft er de band maor naar nit te strekken I* „Edith „Zie dan toch om, droomer, dwaas, ge lukkige droomer Een lichte kreet klonk er aohter hem, Verwonderd, verrast draaide hg sich om. „Marianne I* In de deur, die naar het inwendige van het slot leidde, stond Marianne in een een voudig zomerkleed. De handen had *y voor bet gelaat geslagen en zij weende de zonne stralen slopen door het loof der veranda en kosten het blonde haar van het meisje, wier gestalte sidderde, als de joege stans van eets slanken ijp wanneer de lentewind hens liefkoest. .Marianne gij gg hier?" Zg liet de handen van het gelaat zinken en zag bem, door hare tranen heen, lachend aan. „Ik boorde van Madlung, dat gg er waart, Walter en snelde hierheen o Walter, hoe lang, hoe oneindig lang is het ge Hij greep haar handen en kaste die in groote opgewondenheid. Ja, ja, Edith had gelyk hier was immers het geluk, dat hg zjjn gansche leven had gewacht, waarvan hij had gedroomd alle jaren lang nit ha re oogen lichtte het hem tegemoet, in ha re trekken las hg het, in haar zaohten, war men handdruk voelde bg het hier, hier was vgn geluk „Marianne, jjj hebt aan mg ge dacht jg hebt me niet vergeten Hg wist het niet, dat hg het vertrouwe lijke „jg" had gebruikt. Bg had op dit oo genblik het styve „n" niet over de lippen kannen brengen. Eu Marianne sloeg de oogen niet neder voor zijn vragenden blik, diep zagen eg elkander in de oogen, een roso gloed klearde hunne wangen en met warme oprechtheid antwoordde zij„Ik heb dag aan dag, nar aan uur aan jon gedacht Walter Een lnide jnbel werd gehoord en 't vol gende oogenblik lag zij aan zgn borst hg had bet geluk in zgn arm en drukte het aan zgn hart en het zag bem lachend uit de blaowe oogen van Marianne aan. Toen zg nit den roes van het gelak, dat hnnne harien vervolde, ontwaakten en naar Edith omzagen, waren zg alleen Editb bad stil de veranda verlaten, het geluk heeft geen getuigen noodig. EINDE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1898 | | pagina 1