Zondag 8 Mei 1898. 42ste Jaargang Ho. 3308. Een Offer, TWEEDE BLAD. FEUILLETON. Binnenlandsch Nieuws. Uit Oudkarspel meldt men COURANT. Nog kort geleden overkwam een arbei der te Anna Paulowna een ernstig ongeluk, waardoor hij geheel of gedeeltelijk onge schikt is geworden om te arbeiden. Pijnlij ke gedachte een man in de kracht zijns levens, afhangen van het medelijden zijner medeburgers, nog pijnlijker, omdat zoo'n ongeluk zoo onverwachts komt 1 Het lust ons niet, een droef tafereel op te hangen van 's mans verderen levensloop. Moge zijn toekomst niet te donker zijn Maar wie zich aan een ander spiegeit, spiegelt zich zacht, zegt een waarschuwend spreekwoord. Zoo'n treurig voorval geeft te denken. Het heden mij morgen dij* - mag niet ongemerkt ons oor pas- seeren. Een ongelak ligt in een klein hoekje en zendt geen bode vooruit. Als wij de droevige gevolgen kunnen voorko men, mogen wij het niet nalaten. En dat kunnen wij. Wie vaak rijdt of vaart of reist, wie met machines omgaat, wie werkt met gevaarlijk gereedschap, kan een onge luk krijgen. Ja, ieder, van wat rang of stand, staat bloot aan dat gevaar. Gewend in eigen onderhoud te voorzien, zal het hem zwaar vallen, de hand naar giften uit te steken en toch hij en de zijnen moeten blijven leven, ja, in die treurige dagen is wellicht meer noodig dan gewoonlijk. En al heeft „Holland nog zoo'n hart," ook het medelijden, we weten het maar al te goed heeft grenzen en genadebrood bekomt kwalijk. Wat is dan de aangewezen weg Zich zeiven verze keren tegen ongelukken en hoe eer, hoe beterVoor een kleine geldelijke op offering verzekert men zich gerustheid zoo lang men blijft gespaard, verzekert men zich voor ondergang als rampen treffen. Voor zoover ons bekend, wordt in onze omgeving nog weinig aan die verzekering gedaan. Dat goede raad kier niet duur is. Zeg Biet, we zijn al in een begrafenis- en ROMAN van H. ScHUBERT. 3. Otto Herbach bad zjjo avontuurlijk plan geheel en al in orde gebracht en op een donkeren, regenachtigen someravond snelde het jonge meisje haastig en half ziek van op gewondenheid in de armen van haren geliefde, die de sidderende naar Löhn bracht, waar de veldprediker op hen wachtte, en een uur la ter hield luitenant Herbach zijn jonge vrouw, nu onherroepelijk de zijne, in zijne armen. Helena had dezen ingrijpenden siap zonder ernstig nadenken gedaan, hij bewaarde baar voor eene verbintenis met den baar onuitstaan- baren graaf Schorn en voerde haar in de armen van hem, dien zij liefhadmaar on danks al dat gelnk beefde zij, sis zg aan den toorn baars vaders dacht, en nauwelijks ge lakte bet haar echtgenoot, haar met zachte woordjes gerust te stellen. Wat was de uitgevoerde daad nog heel iels anders dan hei onuitgevoerde plau en wat zou de naaste toekomst haar brengen I Want lang kon voor Burger de eigenmachtige handeling zijner dochter niet verborgen blijven; Otto Herbach moest naar zijn nieuw garnizoan en zwoer, dat hg zonder zjjn vrouw geen enkelen dag daar zou willen leven, wat He lena zeer natuurlijk vond. In zeer goede luim was Berger van het gezelschap, dat hem op dien noodlottigen dag van buis geroepen had, thuis gekomen. Gravin Schorn bad hem heel lief de hand gedrukt, van haar lieve dochter gesproken, naar wie sjj zoo vurig verlangde en hem eindelijk gezegd, dat een langer uitstel on- noodig was, ja, dat mij er bepaald op itond, de verloving reeds den volgenden dag te vieren. Nauwelijks was Berger daarom, den volgenden morgen opgestaan, of hg liet Helena roepen. .Liefkozend streek bg haar over de zgden ziekenfonds, we zijn al in de brandassu- rantie. Zeg wel, we zijn nog niet in het verzekeringfonds. Waarde arbeiders zoo vaak van patroon verwisselen, kan deze niet altijd zijn dienst baren verzekeren. Maar de werkgever, die dit wel doet, vervalt een taak van ware menschenliefde. Al moge het geen utupis zijn, dat de staat deze zaak eerlang ter harte neemt, zoo ver zijwe nog niet en zoolang moeten eigen handen worden uit gestoken. Eere een maatschappij, die hier in voorziet. In ons land is voldoende ge legenheid men behoeft daartoe niet bij een buitenlandsche maatschappij aan te kloppen. Ook in deze geldt hoe dichter bij huis, hoe beter vertrouwd. Men wende zich tot een vertrouwd agent van een vertrouwde maatschappij en stelle zich op de hoogte van rechten en verplichtingen en offere goedwillig de be trekkelijk lage premie. Werkgevers, verze kert uw volk arbeiders, verzekert u zei ven Wacht Diet, totdat ook u een ramp getroffen heeft!— O p de Mei-vergadering van de afdeeling „Nieuwe Niedorp" van „Het witte Kruis", j. 1. Woensdag avond ten huize van den heer P. Haring- buiten gehouden, waren 11 leden tegen woordig; ruim 200 leden hadden alzoo aan de oproeping geen gevolg gegeven iets, wat het bestuur niet aangenaam kon zijn, doch waartegen te Nieuwe Niedorp nu eenmaal geen middelen baten. Bij de opening sprak de vioe-voorzitter, de heer D. Kuilmanzijn leedwezen uit over de afwezigheid van den voorz., den heer Jb. van der Stok. Niat alleen dat de vergadering daardoor haren eminenten lei der moest missen, maar zij had te betreu ren de droevige omstandigheden, die oor zaak der absentie warende dood van een geliefde dochter. Ook hier vermocht „Het Witte Kruis" niets lokken, een tecken van hartelijkheid, dat haar voor do eerste maal van haar leven van hem ten deel viel, en 't deed haar voor 't oogenblik leed, daar zij 'tgeen komen moest, met onUettenden angst tegemoet zag. „Kijk eens, Leentje," zeide hij aan 't slot eener lange aanspraak, waarvan zij natuur lijk geen woord verstond, „zoo is dan mijn laatste wenseti in vervulling gekomen, en hij hield plotseling op en zag met de grootste verbazing bet venster uit. De zon was jaist zooeven door het wolkenkleed beengekomon en wist Diets beters te doen, dan hare stralen te werpen over een jongen man, die in gemakkelijke zomerkleeding op het slot toestapte. „Neen, maar kijk eeDB, daar hebben we waarl{jk mijnheer de luitenant, die jou zon der een enkelen rooden duit tot vrouw ver koos? Maar hoe kan die het nu in zijn bovenkamer krijgen, nog eenmaal hier te komen, nadat ik hem, naar ik meen, den lust daurtoe geheel heb ontnomen Helena vouwde de handen „Papa, lieve papa Hij zag haar toornig aan, zoodat de ver dere woorden haar in den mond bestierven. „ZwijgI" donderde hij, „en wat dien daar betreft," bij wees naar de deur, „ik zal hem wel op een manier ontvangen, dat het terugkomen niet weer in zjjn hersenen zal opkomen." Maar Herbach stond reeds voor hem en zeide met zijn gewone losheid en koenheid: „Gij zult u erover verwonderen, mij weer hier te zien, mijnbeer Berger; bet zou ook niet gesohied zijn, wanneer ik niet een ze ker recht daartoe meende te hebben, dat gij mij wel znlt toestemmen, als ge hoort, wat dat is luister daarom voorloopig maar eens naar mij." Hij trad op de sidderende Helena toe, greep bare hand, en zioh tot den zwijgenden vader wendende, giDg hij voort „Voor korten tijd weest gij mg' hoonend het gat van de deur, loen ik n, van de liefde nwer dochter zeker, om haar hand verzochtgij hadt geen zin in ons verbond, gij naamt den drang onzer harten niet eens in tegen den dood, mzar het had bet lijden verzacht en in de laatste dagen de taak der onderen verlicht door het roepen van een verpleegster. Wederom waren de zege ningen van „Het Witte Kruis" gevoeld. Zich schikkende ia het onvermijdelijke, opende de voorz. met een hartelijk welkom aan de aanwezige belangstellenden de sa menkomst. De notulen der vorige vergadering wer den, na lezing door den secretaris, den heer J. Q. van Eden, onder dank aan steller goedgekeurd. Naar aanleiding der notulen deelde de heer J. Kuilman mede, dat door hem een onderzoek was ingesteld naar den prijs enz. van een menigte exemplaren voor schriften bij de behandeling van plotse linge ongelukken, doch dat hij nog geen antwoord had ontvangen op zijn laatste schrijven aan den voorzitter van den Al- gemeenen Nederlandschen Politiebond, wel ke vereeniging enkele jaren geleden bedoel de exemplaren had verspreid. Men besloot nu deze zaak verder over te laten aan het bestuur, dat in overleg met het adviseerend lid, den heer Dr. P. Maatsdergelijke circulaire zou trachten samen te stellen. De voorz. deelde nog mede, dat de fil ters alle waren gearriveerd en geplaatst. Vervolgens werden tot afgevaardigden naar de Algemeene Vergadering te Amster dam op 17 Mei aanstaande de heeren Jb. van der Stok en J. Cester gekozen, en de heeren D. Kuilman en P. Maats tot plaatsvervangers. De hierna aan de orde zijnde behande ling van den beschrijvingsbrief voor de Alge meene Vergadering veroorzaakte weinig op onthoud. Bij punt 2 daarvan„Verkiezing van drie leden van het Hooldbestuur", werd den afgevaardigden opgedragen te stem men op de door het Hootdbest. voorge stelde heeren J. G. van Eden te N. Nie dorp, I). van Leiden te Krommenie en Dr. M, Niemeijer te Monnikendam. Ten opzichte van punt 3stemming voor een lid van de commissie van beheer aanmerking, en daar er dus niet het minste uitzieht op eene verbintenis tusscben ons was met uwe toestemming, hebben we ge meend met eigen hand ons geluk te moeten bevestigen en daarom, sedert gister is Helena mijne vrouw." „Uw vrouw I" kreet Berger en zijn gelaat nam een ontzettende uitdrukking aan, zoo- dat zijne dochter de handen voor het galaat sloeg, „dat is een lengen I" In plaats van te antwoorden, ontvouwde Otto Herbach de meegebrachte trouwaeie en hield die den razenden man onder de oogen. Met een ranwen kreet stortte Berger zich op het papier, scheurde het in stukken en vertrapte het met de voeten. „Het helpt u niets," zeide Herbach, uiter mate bedaard, „de zaak blijft toch zooals ze is." „Maar mijn besluit, mijnheer, ook," schreeuwde Burger. ,Gij geloofdet zeker, door het huwelijk met een dochter van een millionnair u in een warm nest te zetten, en mijn vaderlijken zegen af te dwingen, evenals bet jawoord van dat mille ding daar, en tenslotte over den domkop te triomfeeren en een nens achter me te trek ken, omdat ik in de val geloopen ben maar ge vergist u, ik heb u reeds gezegd, dat ge geen penning van mijn vermogen te zien krijgt, en ik zeg het u nog eeos ik heb geen dochter „Vader," smeekte Helena en wierp zich voor hem op de knieën, „vergeef mij toeh, ik heb hem meer lief dan mijn le ven-* „Scheer je weg I Uit mijn oogen voor eeuwig, ik ken je niet meer, voile deern I* bulderde Berger. Otto Herbach trad snel op zijn vronw toe: „Sta op, Helena, uw vader zal eens bitter berouw hebben, zijn eenig kind verstooteD te hebben, dan zal bij naar u roepen, maar eveneens tevergeefs, tooals gij nu om eenig warmer woord van zijne lippen. Sta opt* Weder lachte Berger, maar 't was een vreesulijk lachen. „Dat zal nooit, nooit gebenrenvervloekt is het nar, dat zij mjj in de armen werd gelegd, vervloekt is sjj zelve, die tegen mijn over het herstellingsoord „Heideheuvel" werd een vrij mandaat verstrekt. Omtrent punt 7: „De voorgestelde wij ziging in het reglement op de subsidiën*, besloot de vergadering, afwijzende het amendement van de afdeeling Uitgeest, met het preadvies van het H. B., overnemen de het beginsel der voorstellers, meê te gaan, uitgezonderd het daarin cursief ge drukte „erkend op het tijdstip del vast stelling van dit artikel", hetwelk in strijd zou zijn met de bedoeling der voorstellers „vooruitgang van H. W. K., ook door vermeerdering van het getal leden der af- deelingen." Uit de door den secretaris gevoerde cor respondentie was echter geblekeD, dat het H. B. blijkbaar door den Algem. Secreta ris niet juist was begrepeD en anders had bedoeld, dan deze redactie uitdrukte. Men onderstelde daarom, dat deze be paling op de Algem. Verg. dan ook wel zou vervallen. Het bestuur der afdeeling Alkmaar meende in plaats van de cursief gedrukte bepaling het best te kunnen lezen „er kend op het tijdstip der vaststelling van de bcgrooting." Dan werd het oprichten van nieuwe afdeelingen niet belemmerd. Hiermede was de afdeeling N. Niedorp het eens. Bij de nu gevolgde rondvraag informeer de de heer B. Sieswerda naar de maatre gelen, die waren, of zoudun wotdeD, geno men ter beteugeling van het vervuilen der voorsloot in de kom. Gaarne zou spreker zien, dat iD de cir culaire, die vanwege het gemeentebestuur betrekkelijk deze zaak zou worden verzon den, werd opgenomen een aanmaning, om vooral geen voorwerpen of stoffen, afkom stig van ernstige zieken, in de voorsloot schoon te maken of te werpeD, terwijl het ook zeer nuttig zou zijd, als de dokter bij behandeling dier zieken op dit pant drin gend wees. Na eenige bespreking hieromtrent werd besloten, een adres aan den Kaad te rich- teD, houdende verzoek om verscherping en strenge toepassing der verordening op wil a Verder kwam hij nietOtto Herbaeb stond voor hem en vatte met kracht zijn arm. „Houd op, het is genoeg, meer dan vol doends van die gruwelijke woorden ziet ge dau niet, dat Helena in onmaebt ligt, zij hoort geen woord meer." Onmachtig, lang uitgestrekt op den grond, lag de arme, jonge vrouw, en geen vao al die huppelende, liefkozende zonnestralen ver mocht haar te wekken, „Wat wij nog met elkander te bespreken hebben, mijnheor Berger, is weinig. Ik vraag geen penning van n, juist zooals ik u ge zegd heb slechts Helena en wat baar per soonlijk toebehoort, zal mij volgen en reeds dadelijk! Wy hebben met elkander afge daan, mijnbeer Berger, wijd nu al uw zorg aan uw afgod, den Mammon. „Schurk 1" knarste de bezitter van Ro- tenburg, „nooit komt wedor één van u over mijn drempel." „Het zij zoomocht het oogenblik eens komen, dat ge odb roept, het zal dan ook wel vergeefs zijD." „Nooit zal dat gebeuren, ik zweer n dat bij mijn leven, ik heb geen dochter meer." Daarna viel de deur aebter het echtpaar dicht, dat zich voor altoos van John Berger Scheidde. Het waren de laatste woordeo, die de tot zichzelf komende Helena boorde en die zij nooit geheel vergeten kon. „Gij hebt nu slechts mij," zeide Herbach hartelijk, „ge kunt het gernst met mij pro- beeren, kleine Helena, ik zal meer voor je zijn dan je vader met zijn rijkdom wat hebt ge eigenlijk verloren, als ge mij maar oprecht liefhebt." Toen het rytuig vertrok, dat het jonge paar naar L5hn braobt, vanwaar zij dienselfden dag nog verder zonden gaan, boog Helena nog eenmaal het portier nit, eer zij den voortuin van Rotenburg verlieten en zag vrees achtig naar de vensters van haars vaders kamer op. De bladeren werden lastig heen en weer bewogen door den zomerwind, de pauw stap te rond om de klaterende fontein. Alles bloeide en gearde, maar het breede venster dit punt en om bepalingen in het leven te roepeD, waardoor de gereedschappen enz. van bakkers Diet meer in aanraking kwa men met genoemd vuil water. Vervolgens sloot de vcorz. onder dank zegging aan de aanwezigen de vergadering. ons, dat tot leden van 't bestuur de Comm. voor de aanstaande Kroningsfeesten nit een aantal personen, door denRaad voorgedragen, zijn benoemd tot Eerevooizitter de heer C. Kroon, Burgemeester Voorzitter de heer J. H StramroodSecretaris de heer <7. Fis Penningmeester de heer J. H. Ho ff mans, en leden de heeren J. G. 7egelenzang en M.Kroon Cz,,die met elkander een programma zullen opmaken om daarna, in overleg met de andere heeren Commiasieleden, deze zaak verder te regelen. Nationale Landbouwten- toonstelling. Met de voorloopige werkzaamheden is het comité voor de a. s. Nationale Land bouwtentoonstelling, te Spanbroek ta hou den op 26, 27, 28 en 29 Juli, goed ge vorderd. Het programma vermeldt het volgende: Dinsdag 26 Juli (eerste dag),Ont vangst van 't hoofdbestuur aan 't nader op te geven station van spoor of tram optocht met muziek naar 't tentoonstellings terrein 11 uui: Opening van de tentoon stelling door den voorz. der Holl. Mij. v. Lzndb.; tentoonstell. van hengsten, paarden, 2-jarige, 3-jarige enz. merriën met veu lens, landbouwwerktuigen, zuivel, pluim gedierte, enz., enz. 12 h 121/., uur Schoon tijden, rijtuigen met één paard bespannen, rijtuigen met twee paarden bespanneD, boerenwagens met twee werkpaarden be spannen 8y2 uurOntvangst van 't hoofd bestuur en de eereleden ten huize van den voorzitter der afdeeliog Opmeer en Omstreken; 51/, uurGemeenschappelijke maaltijd; 8V8 uur: Eeestavond. Woensdag 27 Juli (tweede dag). 10 uur Heropening der tentoonstelling. Tentoonstelling van fokvee, schapen en varkens: tentoonstelling der bekroonde van de bibliotheek was leeg. Niemand wuif de de scheidende dochter een hartelijk vaar wel toe, niet eens bet witte kruis op het graf harer moeder donkere boomen verbor gen het geheel. In Rotenbnrg was bet eenzaam geworden, eenzamer dan John Berger het voor mogelijk had gehouden, want zijne dochter had nooit veel drnkte in huis en was hem nooit als on misbaar toegesebenen. De marmeren gang gaf zijn schreden dreunend terug, veel erger dan gewoonlijk, het eten smaakte hem ook niet meer alleen en, wat het slimste was, 's nachts, wanneer hij droomde, zag hij zijne doode Louise zoo verwijtend en klagend voor zich, hoorde hjj haar moede, klanklooze stem zoo duidelijk, dat hij er bjjna tegen opzag, zon der een flinken slaapdrank naar bed te gaan. Helcna's handelwijze had een groot op zien in de nabuurschap doeu ontstaan,en waar van het gevolg was, dat tusscben Burger en graaf Schorn een bittere vijandschap ontstond, die zich alras naar de andere fa- miliën uitbreidde en Berger iederen omgang ontnam. Toornig trok hij zich eindelijk te- rog en sloot de gastvrije poorten van Ro- ten burg voor vreemden. Maar zntk een leven sebeen hem ondragelijk en daarom ging hg met zyn dienaar op reis. HOOFDSTUK III. In een klein stadje in Westpruisen had Helena het eerste jaar van haren eeht doorge bracht en tot op dat oogenblik baar had ge waagde stap haar nog geen oogwenk berouwd. Zg had nu een lief klein meisje, dat reeds heen en weder schommelde en op wie van de beide ouders de kleine het meest geleek, waren zy nog niet eens. Helena had haar echtgenoot nog lief als op den eersten dag van bnn hnwelyk, dat seer zeker echter niet wolkenloos blyven zou. Herbaoh was gedurende sgn gansebe leven een aardige, gemoedelyke, maar zorgelooze kerel geweest, wiens inkomsten en nitgaven vroeger bet evenwicht hielden, als hg in een klein garnizoen slechts voor ziehzelf te torgen had. Nu was het evenwel zaak, de uitgaven een weinig meer te overwegen en zuinigheid was nu de eerste factor in het

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1898 | | pagina 5