lEUS-,
Aangifte mrkiziis.
Éijrag nor
mmmmmmrnmmmmm
Een Offer.
Donderdag 12 Mei 1898.
42ste Jaargang Ho. 3309.
Ito ei Mél
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
AI)VERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 8.60,
Atzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Gemeente Schagen.
FEUILLETON.
ROMAN
van
H. Schubert.
Wieringen.
Wieringen.
Wieringen.
Anna Paulowna, 9 Mei '98.
WORDT VERVOLGD.
■HHI
Mmteitit- LnllwÉt
ttureau: S€MAOIüJS, Laan, II 4.
UilgeverP. TRAPMAN.
MedewerkerJ. W1N R JE L.
Bekendmakingen.
Burgemeester en Wethouders van Scha
gen brengen, voor zooveel noodig, met het
oog op verzuim, betrekkelijk het doen van
aangifte ter Secretarie bij verhuizing bin
nen de gemeente, asn de ingezetenen in
herinnering het bepaalde bij art. 5 van
de Politieverordening dezer gemeente, lui
dende als volgt
„Iogeval van verhuizing binnen de ge
meente zal daarvan binnen acht dagen be-
hooren te worden kennis gegeveD ter Se
cretarie der gemeente, te weten
„Voor een geheel gezin, inwonende
„dienst- en werk boden J daaronder begre-
„pen, door het hoofd van dat gezin.
„Voor afzonderlijk levende personen
ydoor hen zelf. Voor de geheele bevol
king van gestichten of andere inrichtin
gen, waar personen OLder eenig bestuur
ffte zamen wonen, door de bestuurders.
^Overtreding wordt gestraft met een
„geldboete van ten hoogste een gulden.'
Scha gen, 15 April 189S.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
8. BERMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der ge
meente SCHAGEN noodigen bij deze uit:
1°. alle mannelijke ingezetenen, geboren in bet
jaar 1873;
3». alle mannelijke ingezetenen, geboren in de
jaren 1864 tot en met 1872, die, ofschoon in andere
gemeenten reeds ingeschreven, sedert de inschrijving
4.
Het waren voor Helena bitter-zoete uren
en dagen, die laatsten. Als zijn schaduw
volgde zij haar echtgenoot door huis en tuin,
Bliep hij, dan zat zij zwijgend naast hem en
liet hare oogen geen minuut van hem af
gaan, ais gold het zijne trekken vast in haar
geheugen te griffen.
Herbach merkte dat alles heel goed op
het roerde hem, maar bij gleed er overheen,
om zelf maar niet week te worden. Daar
entegen bad hij haar duizend schoonheden
aan te wijzeD, die zij als bezitster van het
buitentje in oogeusehonw moest nemen. Met
een droef lachje wierp Helena een blik op
het geprezene, zij wis>, dat haar geluk met
haar man verdweenzij bad 't liefst honger
en gevaren met hem gedeeld, in plaats van
rustigjes achter te blijvenen zeker, bet was
zeer egoïstisch van haar gedachtze zou
hem daar immers maar tot laBt zijn geweest,
en hier had Eva haar zoo hoog noodig.
In de keus van haar nieuwe woonplaats
had Herbach zeer vaei smaak aan den dag
gelegd; het was een allerliefste kleine bezit
ting, die hij met de rest van zgn vermo
gen keurig had ingericht.
Eindelijk kwam dan de gevreesde
treurige dag, die Otto Herbach ver weg zou
vooren. Hand in hand stonden hij eo
Helena voor het kleine poortje, dat van nit
den tuin naar den weg voerde en zagen rondom
zich. De hemel was helder en klaar, een
leeuwerik deed zijn jubel hooren, het
hooi geurde en het geruiseh van de branding
der zee kwam tot hen over, terwijl zee en hori
zon ineensmolten.Onophoudelijk rold in Helena
de tranen langs de wangen en krampach
tig hield baar hand die van haar man vast.
Ook hij was geroerd er kwam iets als van
berouw in zijn borst op, als hij zjjn kleine
vrouw aanzsg, en hg omhelsde haar plotse
ling, trok haar naar zich toe en reide aan
gedaan
„Helena, mijn lieveling, vergeef mij elk
verdriet, dat ik je beb aangedaan, denk in
liefde aan mij en leer ons kind mij liefheb
ben, trots de scheiding Gij hebt mij teer
gelukkig gemaakt, ik dank u daar duizend-
maal voor en ik zal bet je rijkelijk vergelden,
als ik teruggekeerd ben."
Zij borg haar hoofd aan zijn borst.
„Na gij gaat, gaat mijn leveD, mijn geluk,
mjjn alles; Otlo, moet het dan juist *oo
zgn P*
Hg kuste haar 't blonde haar.
„Het moet, maar ik kom terug.*
Kon bjj workelgk zoo weerkomen, als hg
na heenging, «oo geheel deselfde P 't Kon
van het vorig j'aar in deze Gemeente zjjn komen wonen
3». alle vreemdelingen, die sedert de laatste inschrij
ving in de termen zijn gevallen, om als ingezetenen
te worden beschouwd
om, met overlegging van een extract
geboorte-akte, zoo /.ij elders geboren zijn,
zich ter inschrijving voor de schutterij aan te mel
den ter Gemeente-Secretarie, tnsschen den 16den en
den 31slen Mei e. k.terwijl voorts wordt medege
deeld, dat voor die inschrijving meer bepaaldelijk
zitting zal worden gehouden op alle werkdagen, des
voormiddags van 9 tot 12 ure.
Wordende hierbij, ter voldoening aan art. 8 van
het Koninklijk besluit van den 21sten Maart 1838,
Staatsblad N®. 6, nog medegedeeld eenige bepalingen,
vastgesteld hg het Ilde hoofdstuk der Schutterij wet,
betrekkelijk de inschrijving voor de Schutterij, lui
dende
Artikel 6. Elk jaar, vóór den eersten Juni, zul
len de ingezetenen, die op den lsten Januari van
het jaar hun 25ste jaar van ouderdom zullen zijn
ingetreden, zonder onderscheid of zij vermeenen moch
ten al of niet tot de vrijgestelden of uitgeslotenen te
behooren, verplicht zijn, zich bij het bestuur der
gemeente, in welke zij wonen, voor de schutterij te
doen inschrijven.
Artikel 7. Zy, die in meer dan eene Gsmcente
hun gewoon verblijf houden, of den zetel van hun
vermogen hebben gevestigd, zullen tot de inschrij
ving verplicht zijn binnen die Gemeente, alwaar een
dienstdoende schutterij aanwezig is.
Bijaldien in die verschillende Gemeenten alleen
dienstdoende of alleen rustende schutterijen bestaan,
zullen zy zich doen inschrijven in de Gemeente,
alwaar zyjvoor de personeele belasting zijn aangeslagen,
en de ambtenaren in die Gemeente, alwaar zij ambts
halve verplicht zijn hun verblijf te houden.
Artikel 8. Die van hunnen ouderdom geen vol
doend bewijs geven, zullen door het plaatselijk
bestuur worden ingeschreven, naar deszelfs oordeel,
onverminderd de bevoegdheid van den ingeschrevene,
om van zijn juisten ouderdom nader te doen blijken.
Artikel 9. Die bevonden zullen worden zich niet
vóór 1 Juni te hebben doen inschry ven, zullen door
het plaatselijk bestuur ambtshalve ingeschreven
worden, en door den schuttersraad worden verwezen
tot eene geldboete, terwijl zij daarenboven, zonder
loting, bij de schutterij zullen worden ingelijfd, in
dien het zal blijken, dat er, tijdens de verzuimde
inschrijving, geen redenen lot de uitsluiting of
vrijstelling te hunnen aanzien bestonden.
Afgekondigd en aangeplakt te Schagen, den 26
April 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
de Burgemeester,
S. BERMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
nauwelijks 1 Niemand kan zich aan sommige
verhoudingen onttrekken en dia hebben
steeds e n zekere kleine verandering van
den menseh ten gevolge. Men leeft een gansch
ander leven en omgang en ervaring druk
ken met leesbare teekens hun stempel
daarop. Hij ging de straat op, die laDgs
de villa ging, zwaaide nog eenmaal met den
hoed en was toen verdwenen.
HOOFDSTUK IY.
In den gelukkigen tijd, dat zjj op de
kostschool ging, had de zachte, lieflijke He
lena zich met haar gebselo natnur gehecht
aan een jonge dame, die het tegenoverge
stelde van baarzelve was. Franciska Rein-
wald ('t liefst liet sij zioh Frans noeman, en
haar hoofd, met donkere, korte krullen be
dekt, deed haar veel op een jongen gelij
ken) klaagde altoos, dat de natuur zich te
genover haar onverantwoordelijk had gedra
gen en een meisje in plaats van een jongen
vsn haar gomaakt had. Zij verachtte en
verafschuwde haar e<g-n geslacht, mot uit
zondering vnn Helena, en herhaalde dat da
gelijks, bij elke gelegenheid die zich daar
toe aanbood. Gevoel te toonen hield zij
voor belachelijk, tranen riepen een schou
derophalen bg haar teweeg en voor het
woord „liefde* baalde zij verachtelijk den
neus op, en tegen zwakheden van dergelijken
aard voerde zij een strengen strijd. Men
noemde baar dan ook altoos een origiceel
eo profeteerde vau baar, dat zij een oude
jonge-juffer zou worden, welke profetie zg
ten volle beaamde en die haar volstrekt niet
afschrikte. In de vacanties had zij som
wijlen aan de verzoeken van Helena gevolg
gegeven en was naar Rotenburg gegaan,
waar zij dan met John Berger kamplostig
streed, wanneer hij zijne eigenaardige stel
lingen over da plaats van de vronw in de
maatsohappij ten beste gaf, en had hem zoo
doende meermalen de bewering omlokt, dat
zij een kranige vent geweest zou zgn; had in
dien tusvcheDtijd mevrouw Louise, die al
sedert lang lijdend was, trachten op te
vroolijken en Helena da vacantiën ver
aangenaamd. Maar toen mevrouw Ber
ger eindelijk; stierf en Helena naar
huis guro' pon weid, was de vriendschap een
weinig minder geworden, zonder evenwel te
verkoelen, ofschoon de oude Berger een be
zoek vnn rijn dochter naar Berlijn absoluut
niet dulden wilde, en Franciska even be
slist verklaarde, dat sij dan ook nooit meer
naar Rotenburg zou komen. Berger had
daartoe zijn zeer gewichtige redenen, die hij
evenwel san niemand blootlegde, maar die
daarin bestonden, dat Franciska een broer
beza'. Togen een dergelijk bezit had Ber
ger niets in te brengen, ai was bet ook een
dozijn geweest, maar bij wilde er voor wa
ken, dat de teedore vriendschap, die Helena
voor Franciska koesterde, niet oversloeg
op haar broeder, noch op eenig ander man-
nelijk familielid en daarom verbood hij dan
ook elk bezoekwant Frits Reinwald was
een burgerjongen en John Berger had, zoo
KENMSGEVING.
Burgemeester en Wethouders van Schagen
brengen ter kennis van belanghebbenden,
dat, wegens het invallen van den Hemel
vaartsdag op 19 Mei a. s., de gewone Don-
derdagsche markt aldaar in die week zal
worden gehouden op Woensdag.
Schagen, 3 Mei 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemdi
S. BERMAN.
De Secretaris.
DENIJS.
Het HOOFD van het PLAATSELIJK
BESTUUR der Gemeente SCHAGEN, brengt
bg deze ter kennis van de ingezetenen dier
gemeente, dat het kohier No. 4 van de Be
lasting op Bedrgfs- en andere inkomsten,
over het belastingjaar 1897/98, op 5 Mei door
den Heer Directeur der Directe Belastingen
te Amsterdam, is executoir verklaard on op
hoden aan den Heer Ontvanger der directe
belastingen binnen deze gemeente ter in
vordering is overgegeven.
Ieder ingezeten, welke daarbg belang heeft,
wordt alzoo vermaand op de voldoening van
zgnen aanslag behoorlijk acht te geven, ten
einde alle gerechtelijke vervolgingen,welke uit
nalatigheid zouden voortvloeien, te ontgaan.
Schagen, den 9 Mei 1898.
Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur
[voornoemd,
S. BERMAN.
i V
Burgemeester en Wethouders van SCHAGEN
Gelet op het Besluit van Heereu Gedeputeerde Sta
ten dezer Provincie, van 29 December 1897 (Provin
ciaal blad Nb. 146) brengen ter kennis van de inge
zetenen dier gemeente, dat de Herijk van maten en
gewichten aldaar dit jaar zal plaats hebben in het
daarvoor afgesloten achtergedeelte van het locaal, de
kolfbaan, behoorende bij het Noordhollandsch Koffie
huis, Wijk B. No. 57, aan de Lagezijde aldaar,
bewoond door D. van Twuiver, ingang door de st*eg
en dat daartoe zitting zal worden gehouden ais volgt:
Voor apothekers-, goud- en zilversmidsgewichten,
verdere gewichten bestemd tot fijnere wegingen van
1 gram en daarboven, 25 Mei e. k., van 's morgens
als we reeds weien, eon adellijken schoonzoon
op he< oog.
Franciska had in den laatsten tijd wei
nig of niets van Helena gehoord. Op een
brief van haar, waarin zeer vele malen de
naam van den luitenant Herbach werd ge
noemd en al de schoone daden van dat heer
werden bezongen bad Frans kort en
bondig geantwoord, dat Helena niet zoo stom
moest zijn, zich aan een man te verslingeren
en of zij dan nog altoos niet bad ingezien, dat
de liefde Diets anders was dan een koorts, die
noodwendig moest ophouden, als de menseh
geestelijk gezond was en dat men met de
rist van zijn leven een dergelijke begane
dwaasheid geregeld moest boeten.
Helena zou dat ook later, maar dan tot
haar eigen scht.de, inzien; kort en goed, zij
moest al die luitenants met rast laten en
liever in 't geheel niet schrijven dan haar
zulk een zwak hart te toonen, dat als of
fer van een blonden snorbaard en vnrigoog
gevallen was.
Daarna werden Heiena's brieven korter
en zeldzamer, zjj vond toch geen sympathie
voor hare gevoelens bij bare vriendin en
en eerst na haar plotseling hnwelijk be
reikte een lang epistel Franciska, waarin al
le voorvallen van den laatsten tijd vermeld
stonden.
Op een zekeren morgen zat Franciska naast
haar moeder, de weduwe Reinwald, met
een handwerkje bezig cn maakte groote plan
nen voor de toekomst van haar broer, die,
over eenige dagen zgn examen voor asses-
sor moetende doen, voor de beide vrouwen
een voorwerp van groote liefde was. De
oude dame toonde hem dit onomwonden en
nam de zijne, trotscb daarop, in ontvangst,
Frarcisca sloot haar gevoel angstig weg,
als was 't iets slechts. Een zacht, teeaer
woord was haar onmogelijk, ofschoon zij in
staat zoo zijn geweest, zonder veel ophef,
het grootste offer te brengen, en zoodoende
bemerkte hatr broer nauwelijks, boe hoog
hjj bij baar stoöd aangwsohreven of wan
neer bij het gevoelde, dan nam hij het als
iets beel natuurlijks op; wan. Frits was een
zeer aardige jonge man en las in menig
meisjesoog, dat bem belangwekkender was
dan die zijner zuster, nauwkeurig ieder ge
voel, dat zijne zuster zoo angstig voor hem
verborg. Haar grootste verdriet was het,
dat hjj met betrekking tot de jonge dames
die zij kende, juist altoos die tot zijne uitver
korene maakte en zijne hulde bewees
van wie Franciska verkondigde, dat zij
tot de onuitstaanbazrste wezens op aarde
behoorde.
„Gij soit het zien, mama,* zeide zjj bjj
zulk eene gelegenheid, „hjj brengt eon
vrouw hier in buis, voor wie wjj gaarne
het veld ruimen bet zal bet afschnwelykste
schepsel nit geheel Berlijn of Daitschland in
't algemeen zgn.*
„Zulk een duivel als jg, Frans, neem ik
zeker niet,* placht bjj dan lachend te srg-
gen. „Gij zjjt voorbeeohikt, om onde jonge-
juffer te worden en nu al reeds zoo raar, dat ik
9 12 uur, voor den herijk in het algemeen25
Mei van 'a nam. 1 4 nur, 26 en 27 Mei van
9 12 en van 1 4 uur. Voor Sint Maarten
28 Mei van 9 12 uur.
Belanghebbenden wordt verder medegedeeld
1®. dat ingevolge Kon. Besluit van den 19 No
vember 1897 (Staatsblad No. 273) de maten en ge
wichten in bet jaar 1898/1899 moeten worden onder
worpen aan den herijk en dat die herijk zal plaats
hebben binnen bet tijdvak, dat aanvangt op 1 Januari
1898 en eindigt 1 September 1899.
2®. dat het goedkeuringsmerk, gedurende bet
berijk-tijdvak 1898/1899 te bezigen zal zijnbij den ijk
en herijk der maten en gewichten, de letter h in den
gewonen schrijfvormbij den ijk van gasmeters de
koninklijke kroon.
3°. dat de maten en gewichten, op gevaar van
straf, voorzien moeten blyven van de vereischte stem-
pelmerken dat dus het laatst geplaatste goedkeurings
merk gedurende twee jaren ongeschonden moet worden
bewaard.
4®. dat de maten en gewichten behoorlijk schoon,
droog en roestvrij ten herijk moeten worden aangebo
den om onderzocht en duidelijk gestempeld te kunnen
worden, indien dit niet het geval is worden ze
onherijkt teruggegeven.
5°. dat de verificatie van miligram-gewichten uit
sluitend aan de IJkkantoren kan plaats hebben.
6°. dat het IJkkantoor te Alkmaar in de jaren
1898 en 1899 geopend zal zijn op de navolgende
dagenIn 1898, 1, 2, 3, 4, 13 en 14 JuDi, 2, 4
en 5 Juli, dagelijks van 's voorm. 9 tot nam 3 uur;
Van 26 Augustus 1898 tot 16 Maart 1898 en na
26 Augustus 1899 eiken Maandag, Woensdag, Vrij
dag en Zaterdag, van 's voorm. 9 tot 's nam. 1 unr
van 16 Maart tot 26 Augustus 1899
4, 5, 7, 8, 28 en 29 April,
1, 2, 3, 23, 24, 26 en 27 Mei,
16 en 17 Juni,
7, 8, 9, 10, 11, 29 en 31 Juli,
2, 4, 5, 18 en 19 Augustus,
dagelijks van 's voorm. 9 tot 's nam. 3 nur.
Schagen, 10 Mei 1898.
Burgemeester en Wethouders van Schagen,
S. BERMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
Binnenlandsch Nieuws.
Het maken van een aanlegplaats aan 3. n
Oevef alhier ten dienste der scheepvaart,
is aangenomen door den heer J. Hermans
alhier voor f 1725.
hoop, dat de hemel iederon man de oogen
opent, die wat dicht in uwe nabijheid komt."
„Mtj ia dit heel we!,* antwoordde zij
dan spottend. „Gij en uws gelijken hebben
mg allen last om te trouwen ontnom n, en
liefde bespottelijk gezwets, liefde is er
niet.*
Daar kwam de brief van Helena.
Toornig kleurden zich Franciska's wangen
en met kracht werd baar handwerkje tegen
den grond gesme en
„VJat een dwaasheid,* riep ze handen
wringend uit, „wat een onvergeeflijke dwaas-
beid; giloo't Heicna dan werkelgk, dat die
vent haar tot het eind van baar leven zal
liefbebben E' is geen dommer goed in de
wereld, dan de vrouwen Trouwen 1 Alsof
dat nu juist cocdig is, ot daarin nu juist
het geluk des levens bestaat." En
nauwelijks een jaar later ondervond juffrouw
Frans het grootere veidriet, dat haar broer
een meisje naar het altaar voerde, wier blon
de lokken en blauwe oogen hot hem hadden
gedaan. Lucie wtts de dochter van een
predikan', zacht, bekoothik en bedaard, een
van die sprookjesachtige schoonheden, die
da harten dor mannen stormachtig plegen
te veroveren, door den zuchten opslag
der oogen en haar zoeten glimlach.
Frits aanbad zijn jonge vronw, de wedu
we bad haar schoondochter van ganBcher
har e lief en slechts Frans was in de oppo
sitie op zeer besliste manier, bij elke gele
genheid die maar voorkwam. Zij hield
Lucie voor egoïstisch, oppervlakkig, klein
geestig en haar liefde voor haar man noem
de Frans zulk een min gevoel, dat Lnoie
volgens baar niet in staat was, sich de minste
opoffering voor haar man te getroosten. Zij
liet geen gelegenheid voorbijgaan, om
haar schoonzuster ongegeneerd de waarheid
onder dennens te wrijven, wanDeer zij het
noodzakelijk vond.
Lucie van baar kant haatte Frans gron
dig, en deze oorlog tussehon haar beiden
werd met veel bit erheid, 6cherpte en on
verbiddelijkheid van weerszijden ge
voerd, als stond leven en dood er bij op
het spel, de gevolgen bleven voor de fijn
gevoelige Frans niet uitFrits werd door
zgn jonge vronw van zgn snater verwijderd,
de schoondoobier werd door do weduwe
meermalen als voorbeeld gesteld en Frans
met haar rondborstige manieren en warm hart,
vergoot in stilte veel hartslocbteljjke tranen
daarover.
O, boe zij de liefde veralsohnwde, die
haar no reeds twee menschen ontroofd had
Helena en haar broeder. Welk een erbar
melijke wereld, die de liefde zoo blindelings
onderdanig was.
Daarna kwamen er in bet hnis der familie
Reinwald kindergeschrei en onrustige naoh-
ten. waarvoor Frans vol ontzetting de vlucht
nam, om opnieuw verwijtingen over baar
harteloosheid te booren.
„Wanneer na mijn arm kind sterft I'
jammerde Lucie eu wrong in wanhoop hare
handen, terwgl Frans onverschillig op de
Naar wij vernemen zal op Zoüdag 22
Mei s. s. alhier eene uitvoering worden
gegeven door de mnziekvereenigiDg „Har
monie.' Tevens zullen een piar voor
drachten tnsschen de verschillende muziek
nummers worden gegeven j de opbrengst
zal worden gezonden aan de noodlijdenden
te Schagerbrug.
Verleden week werden door den bedrijf-
boer G. H. in den polder Waard-Nieuw-
land alhier, de paarden in de weide ge
bracht. De beesten, die uit den stal
in de vrije lacht kwamen, dansten
en sprongen het land op en neer, en sclie-
ueu elkander niet best te kunnen verdra
gen, zoo erg, dat een mooi 3-jarig paard
van zijn kameraad een slag in de zijde
ontving, met bet gevolg, dat het beest
kort daarna stierf.
Siechts een 18-tal peisouen verscheen
op de oproeping van den Burgemeester,
jl. Zaterdagavond in Veerburg, ten einde
over ereniuëele feestelijkheden te spreken
bij gelegenheid der inhuldiging van onze
Koningin. Waarschijnlijk was dit getal
zoo kltin door de weinige publiciteit, wel
ke er aan gegeven was.
De heer Waller zette in zijn inleidend
woord uiteen, hoe er voor een feestviering
te dezer pUatge, zooals aan alle dingen, een
licht- en een schaduwzijde verbonden
was. De lichtzijde was zeker, dat men
sympathie wilde betuigen aan onze jenge
Koningin, en dit moest blijken door niet
achter te blijven bij andere gemeenten,
ma-.r ook hier te doen, wat men vermocht,
om een feest te organiseeren maar daar
door kwam ook juist de schaduwzijde te
voorschijn, want feest vieren kost veel
geld, en overal wordt feest gevierd, ook
ruiten trommelde.
„Bah, 't is maar een meisje I' antwoordde
F/auoiska schouderophalend en op gering-
schattenden toon. „Laat ik u zegge.i, dat de
meisjes zeer laai van constructie zijn en
zoo gemakkelijk niet sterven; daarom zijn
zij ook op de wereld in de meerderheid.
Ik zou, uit vrees, de wereld ook eens zoo'n
misbaksel te schenken, niet willen trouwen.
Gij hadt ook niets nuttigers te doen, Lucie I"
Mevrouw Reinwald junior haalde de schou
ders op en herhaalde in stilte haar vurig
gebed, dat de lieve God toch medelijden
met haar mocht hebben en een man
eenden, die haar onuitst isnbare schoon
zuster, die eik uur haar ergernis op
wekte, zou meenemen. Maar voorloop'g
schoen daar weinig uitzicht op on zij had
niet eens de genoegdoening, dat Franciska
onbegeerd een oude jonge-jnffrouw zou wor
den. Dan had mevrouw Lucie tenminste nog
medelijden met haar kannen hebben,maar neen,
genoeg liefhebbers boden zich aan, die sich
door bet eigenaardige karakter niet lieten
afschrikken; maar de ontzettendo eigenzin
nigheid van Franciska legde Lneie de straf
op, haar huisplaag nog langer in hare
nabijheid te moeten houden. Francis
ka was in dien tnsschentjjd 25 jaar
geworden en vertelde nu aan ieder,
die hot hooren wilde, dat zij nu met reu
zenschreden naar de dertig ging, een daad,
die Lucie met siddering vervulde en die
baar hoe langer hoe meer do hoop deed
verliezen, dat zjj nog eenmaal haar schoon
zuster voor 't huwelijksaltaar zou zieD.
Franciska zag er jonger nit, dan zij waz,
het korte donkere haar,die fijnbesneden neus,
da- frièscbe lippen en de bruine teint gaven
haar gelaat een pikante bekoring on ieder
die haar gadesloeg, moest bekennen, dat zjj
er heel goed uit rag
Franciska was heden minder spraakzaam
dan gewoonlijk,zij kei-k diep in gedachten naar
den kop, dien sij in de banden hield en
schoof eindelijk bet halfgeledigde kopje ter
zijde ook Lucie's bemerkingen kregen geen
antwoord, en toen Frits juist van plan was,
van tafel op te staan, om zgn dageiijksohe
bezigheden te beginnen, scheen zij het ein
delijk met zichzelf eens te zijn, sprong op,
legde hem de hand op den arm en zoide
„Wacht nog een oogenblik, waarde heer, ik
zon jou en mama wel eens iets willen vertellen.
Kort en goed, ik heb mij gisteren verloofd
en in den ioop van den dag zal mijnheer
Gerkard Ullricb komen, om n, moeder, mij*
hand te vragin.*
Een blosje verfde bij deze woorden hare
wangen eu deod er haar zoo jong uitzien,
dat zij waarlijk 20 jaar geleek.
„Verwondert het u dan zoo zeer f* vroeg
zij, toen er aan do pauze en de verblufte
geziehten geen einde scheen to komen, „ik
denk te gaan trouwen, is dat zoo bijzonder
i