REGELING
Zwak?
Zondag 28 Juni 1893.
42ste Jaargang No. 3322.
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 8.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dit nummer bestaat uil
twee bladen.
EEKSTL BLAD.
Bekendmakiiiffefii.
Gemeente Schagen.
UITSLAG STEMMING.
van het voorbereidend
Militair Onderricht.
Binnenlandse}! Nieuws.
Mnrtiuu- UiiliMlIa!
KSïsreaïs: SCMAÖfiiftT, Laan, 4.
UilgeverP. TRAPMAN.
MedewerkerJ. W1X R E L.
POLITIE.
Ter secretatie dezer gemeente worden in
lichtingen verzocht ouitrsnt een bloed
koralen armband met gouden slot.
BnrgemcesUr en Wethouder» van Schagen brengen
ter kenni» van belanghebbenden, dat, ingevolge de
door den Raad dier gemeente vastgestelde regeling,
betrekkelijk het onderzoek naar de broeiing van hooi
enz
1. de gemeente is verdeeld in eene Noordelijke
en eene Zuidelijke Hooiitekerswijk, en de scheidingslijn
tusschen die wijken wordt geacht te zijn getrokken
vanaf de brug aan de Lange Snevert, door de Hoep,
over de Markt, naar en door de Heerenstraat, langs de
Loet, den Menisweg en hel pad, loopende langs het
Schagerwiel en van daar langs den dijk, liggende aan
den Zuidkant van den Polder Burghorn, tot aan de ge
meente Sint Maarten
2. dat voor het loopend jaar tot Hooistekers zijn
benoemd
Voor de Noordelijke wijk: Willem Bleelcer, (Noord,
wijk A No. 41) en Arie Kant, (Nes, wijk M. No. 4.)j
Voor de Zuidelijke Wijk: Christiaan Speets (Laan,
wijk D no.25) en Thijs Bijposl (Laan, wijk Dno. 53)
3. dat ingevolge het bepaalde bij de politiever
ordening voor deie gemeente, ieder houder van hooi
en stroo, die daarin gevaar voor brand door broeiing
ontdekt, verplicht is, daarvan onverwijld kennis te
geven aan den Burgemeester en een der Hooistekers
voor de Hooistekerswijk, wsarin hg woonachtig is,
zullende de hooistekers, bovendien ten allen tijde
tot het onderzoeken van h»t hooi en stroo moeten
worden toegelaten.
4. dat niet naleving der sub 3 vermelde bepaling
strafbaar is gesteld met eene boete van ten hoogste
f 25.—.
Schagen, 24 Juni 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
S. BERMAN.
He Secretaris,
DENIJS
Burgemeester en Wethouders van Sehagen maken
gekend, dat een afschrift van het procesverbaal, ver
meldende den uitslag der op 23 Juni j. 1. gehouden
herstemming ter verkiezing van één Lid voor de
Provinciale Staten van Noord-Holland, is aangeplakt
en voor een ieder ter Gemeentesecretarie ter inzage
ligt.
Schagen, 24 Juni 1898.
Burgemeester enWethouders voornoemd,
De Burgemeester,
S. BERMAN.
De Secretaiis,
denijs.
De BURGEMEESTER van SCHAGEN, brengt bjj
leze ter kennis van belanghebbenden, de volgende
zenden jaarlijks op 1 Augustus aan den Hoofdofficier
voor het Reservekader te 's-Gravenhage eene opgave
c. q. ook negatief, houdende de namen, enz. vau de
jongelieden, die zich bij hen tot deelueming aan het
voorbereidend militair onderricht hebben aange
meld, zoomede de vereischte inlichtingen omtrent de
aanwezigheid en de beschikbaarstelling van een voor
de oefeningen geschikt lokaal.
De evengenoemde Hoofdofficier doet jaarlijks in de
maand Februari een onderzoek instellon naar de
vorderingen der jongelieden, die aan het voorberei
dend militair onderricht deelnemen.
Aan hen, die voor de militie hebben geloot en
den hcogervermelden 2-jarigen cnrsas in zijn geheel
en, blgkens het onderzoek, met vrucht hebben
doorloopen, wordt uitgereikt een getuigschrift model
W.
Lotelingen, die op het tijdstip hunner inlijving
bij de militie in het bezit zijn van het getuigschrift
model W komen, behalve dat zij aanspraak kunnen
maken op plaatsing bjj het korps en in het garnizoen
hunner keuze, vóór andere lotelingen hunner lichting
in aanmerking voor de opleiding tot eenen graad,
indien het korps, waarbij zjj zijn ingelijfd, een
onderdeel is van het wapen, voor welks dienst zij
voorbereidend onderricht genoten en zij ook in
andere opzichten voor die opleiding de noodige
geschiktheid bezitten.
Overgangsbepal ing
Aan de ingeschrevenen voor de lichtiag 1899 der
militie wordt het getuigschrift model W uitgereikt,
indien zij bij het onderzoek naar hunne geoefendheid
in Februari 1899 bljjk geven het onderricht gedurende
het oefeningstijdperk 1898/99 met vrucht te hebben
gevolgd.
Schagen, 23 Juni 1898.
De Burgemeester voornoemd,
S. BERMAN.
Bovenstaande regeling, vastgesteld by Beschikking
van den Minister van Oorlog, d. d. 1 Juni 1898,
Vlle Afd., No. 10 bevat in hoofdzaak de navolgende
bepalingen.
Onder voorbereidend militair onderricht begrijpt
deze regeling het elementair practisoh en theoretisch
onderwijs in den dienst der infanterie en der Vesting-
Artillerie, dat door officieren en minder kader van
het leger wordt gegeven aan jongelieden, buiten den
troep, die zich tot het ontvangen van dat onderwijs
vrijwillig aanmelden.
Het voorbereidend militair onderricht heeft in het
algemeen ten doel, door locale oefening, die zooveel
mogelijk aansluiting zoekt bij het schoolonderwy» in
de gymnastiek, de bekendheid te bevorderen met de
eenvoudigste militaire exercitiën, terwijl het tevens
leert kennen de algemeene plichten van den soldaat.
Dat onderricht strekt bovendien om hen, die de
verbintenis wenschen aan te gaan als vrijwilliger voor
het reservekader, in de gelegenheid te stellen zich de
voor die verbintenis gevorderde bedrevenheid in de
behandeling van het geweer eigen te maken en voorts
tot opleiding van toekomstige miiitieplichtigen, die
aanspraak weDsehen te verkrijgen op plaatsing bij
het korps en in het garnizoen hunner kenze, of die
zich tijdens hnn verblijf onder de wapenen wenschen
toe te leggen op het erlangen van eenen graad.
Het voorbereidend militair onderricht vormt
eenen cursus, die loopt over tweo achtereenvolgende
wintertijdperken, telkens van ongeveer half October
tot ultimo Februari en gedurende ten minste 3 uren
per week.
Hot voorbereidend militair onderricht is kosteloos
voor de deelnemers en kan worden gevolgd door
jongelieden van 16-tot-24 jarigen leeftijd. Het wordt
zoo de daarvoor benoodigde localiteit beschikbaar
of tegen billijke voorwaarden te verkrijgen is
gegeven
a. in plaatsen, waar Infanterie of Vesting-Artillerie
in garnizoen ligt en die, waar ten behoeve van de
oefeningen van het reservekader instructeurs van het
leger beschikbaar worden gesteld, indien daar ten
minste 5 adspiranten voor het reservekader of in het
geheel ten minste 10 deelnemers de lessen volgen
b. in andere plaatsen, dan die sub a bedoeld,
indien daar ten minste 5 adspiranten voor het
reservekader of in het geheel ten minste 20 deelne
mers de lessen volgen.
De aanmelding lot deelneming aan het voorberei
dend militair onderricht geschiedt jaarlijks vóór 1
Juli, in de zooeven bedoelde garnizoensplaatsen bij
den commandeerenden officier der Infanterie of der
Vesting-Artillerie, in de overige plaatsen bjj den
',Uj^me^amanduerende-officicren en burgemeester
Openbare Vergadering van den Raad
der gemeento Sehagen, ep Dinsdag
den 28 Juni 1898, des voormiddags
ten 10 ure.
Punten van behandeling
Ingekomen stukken.
Adres gemeentebode.
Comptabiliteit dienst 1897.
Restauratie Raadhuis.
Kroningsfeesten.
Schagen, den 24 Juni 1898.
De Burgemeester,
S. BERMAN.
In een zijner bekende „asterisken",
ditmaal voorkomende in De Standaard
van Dinsdag 21 Juni j.1., beweert dr.
Kuyper met de .hem eigenaardige zeg
gingskracht, dat de uitslag van de Pro
vinciale Stembus opnieuw bevestigt, „dat
het Ministerie metterdaad zwak staat".
„In Juni '97", schrijft bij aan het
slot, „heeft de liberale partij getriomfeerd
door het ophitsen van kerkelijken harts
tocht, en het inroepen van de hulp der
Utrechtsche fractie.
„Daardoor hebben zij toen tal van
districten vermeesterd, waarin geen
meerderheid voor de liberale partij be
staat.
„Dit heeft zich nu gewroken.
„Maar gevolg daarvan is dan ook,
dat op de zwakheid van het Kabinet een
zeldzaam helder licht uit de Provinciale
Stembus viel".
Wij willen niet ontkennen, dat de uitslag
van de verkiezingen voor de Provinciale
Staten ons zeer is tegengevallen, niet zoo
zeer omdat er hier en daar een zetel verlo
ren is gegaan, als wel omdat dit verliet
is te wijten aan de slechte opkomst der
vrijzinnige kiezers in den lande.
De hoofdstad gaf daarvan het meest
bedroevend voorbeeld, waar slechts veer
tig procent der kiezers opkwam en
reeds dadelijk een paar zetels verloren
gingen, die bij eenige krachtsinspanning
van de zijde der vrijzinnigen zeer goed
te behouden waren geweest. In district
IX, waar verleden jaar vrijzinnigen en
radicalen Kerdijk in eenszonder her
stemming, tegenover den candidaat der
verbonden katholieken en aDti-revolution-
nairen, mr. Th. Heemskerk, in de Ka
mer brachteD, moest thans een herstem
ming plaats hebben tusschen de candi-
daten der clericalo en die van de vrij
zinnige en radicale kiesvereenigingen.
Dat vooral de vrijzinnige kiezers de be-
teekenis van deze verkiezing met het
oow op de keuze voor het lidmaatschap
van de Eerste Kamer niet begrepen, be
wijst, dat er nog veel aan do kiezersop
voeding en aan de organisatie ontbreekt.
De liberale partij zou, volgens dr.
Kuyper, in het vorige jaar getriomfeerd
hebben door het ophitsen van kerkelij
ken hartstocht.
Als er ooit kerkelijke hartstochten in
beweging zjjn gebracht, dan geschiedde
dit door de clericalen zelf, die toch, de
eene partij haar kerk, de andere de
„ordonnantiën Gods'' overal op den voor
grond steldenwas het echter een won
der, dat na den katholieken dag te
Utrecht, waar dr. Schaepman zoo
onverholen sprak van het bondgenoot
schap met de anti-revolntionnairen en
dit reeds zoodanig geregeld noemde, dat,
wanneer door de clericalen de overwin
ning werd behaald, er alsdan in het te
vormen katholiek-anti-revolutionnair mi
nisterie in de eerste vier jaren geen
sprake zou zijn van de invoering van
persoonlijken dienstplicht, was het
wonder, vragen wij, dat daarna door
allen, die de vrijzinnig-vooruitstrevende
beginselen beleden, front werd ge
maakt tegen den gemeenschappelijken
vijand, wiens doel het was, zooals ook
duidelijk bij de behandeling van het
wetsontwerp op den persoonlijken dienst
plicht is gebleken, om een goed deel
onzer burgerlijke wetgeving aan de kerk
over te latenhetgeen eindelijk zou
voeren tot in syllabus en encycliek
gepredikte onderworpenheid van den
staat aan de kerk Het ging en
bet gaat nog om de beginselen van
onzen modernen rechtsstaat.
Hier was geen kerkelijke harts
tocht in beweging deze laten wij
over aan anti-revolutionnairen en katho
lieken maar wel het innige besef,
dat het hier ging om hot hoogste
goed, dat wij ons na 1848 hebben
weten te veroveren.
Dat de „Utrechtsche fractie" niet
met de anti-revolutionnairen wilde me
degaan, en zich liever in een paar
districten bij de oud-liberalen aan
sloot, ligt in de historische lijn. Ook
nu, bij de herstemming, voor de
Provinciale Staten, weigerden de Chris-
telijk-bistoriscbe kiezers, niet omdat
bun hulp door liberalen, vrijzinnigen
en radicalen werd ingeroepen, maar
uit beginsel, om de candidaten der
anti-revolutionnairen te steunen, omdat
het „onzedelijk heulen met Rome*
hun een walg is.
„Wie de anti-revolutionnairen van
hun dwaalwegen terug wil voeren,"
schrijft het Nederlandsch Dagblador
gaan tot verspreiding der christelijk-
historische beginselen, „moet beginnen
hun de gevolgen dier dwalingen ten
volle te doen gevoelen."
Nogmaals herhalen wij, dat de eer
ste uitslag van de verkiezingen voor
de Provinciale Staten ons in het al
gemeen teleurstelling was. Met niet
te loochenen cijfers valt aan te toênen,
dat de opkomst der vooruitstrevende
kiezers in den lande, treurig is geweest.
De geleden verliezen zijn niet alleen
te wijten aan de weinige belangstelling,
van onze zijde bij de verkiezingen ge
toond, maar ook aan de betere organi
satie der tegenpartij.
„Met opzet hebben wij onzerzijds den
strijd ditmaal niet scherp aangebonden",
schreef Dr. Kuyper in bovengenoemde
asterisk. „We stelden prijs op een
kalme verkiezing, en op een welgewikt
oordeel der kiezers."
Nu, dat was ook zeer gemakkelijk te
doen, omdat men wist, dat de verkie
zingen voor de Provinciale Staten vooral
in groote steden tot nu toe nagenoeg
ongemerkt waren voorbijgegaan en men
er niet aan dacht, dat de districtsver-
deeling wel eens verrassingen zou kun-
ken bezorgen.
Dr. Kuyper is een te bekwaam leider,
om zijn stellingen bloot te geven door
luid krijgsgeschreeuw, waar hij alleen
succes door verrassing kon verwachten.
Geheel onbetuigd heeft hij zich echter
niet gelaten. Reeds vroeg had hij zijn
stelling ingenomen.
In De Standaard van 17 Januari jl.
kwam o. a. een hoofdstuk voor, geti
teld „Op uw post". Daarin spoorde hij
anti-revolutionnaire kiezorsvereenigingen
aan, «toch achter de nieuwe kiezerslijsten
te zitten", vooral waar het bleek dat
deze reeds vroeger, met de actie van an
dere partijen vergeleken, „een zeer invloed
rijke percentage aangifte-kiezers op de
lijst wisten te brengen."
Het is waar, hij en zijn bondgenooten
zonden „geen roet in het eten werpen"
voor de inhuldigingsfeesten zijn afgeloo-
pen, maar na September moet men ge
reed zijn voor een mogelijke Kameront
binding. „Kabinet en Kamer", meende
hij „passen op elkaar niet."
Maar 't was niet alleen met het oog
«p de dingen, die na September zouden
kunnen gebeuren, dat Dr. Kuyper „ver
zamelen en versterking der gelederen"
blies, maar ook, omdat het in dit jaar
„om de Provinciale Staten
ging" en dat zijn partij, versterkt door
de nieuwe kiezers, „op zijn minst
in twee provinciën den stand van zaken
kon omzetten."
Het was Dr. Kuyper dus niet genoeg,
door zijn „vast of los accoord", verleden
jaar bij de stembus met de katholieke
staatspartij aangegaan, vier jaren achter
een in de Tweede Kamer aan deze vast
geketend te zitten zoo wij hopen,
z«l hij eenmaal ondervinden, dat dit tot
zijn straf is geschied maar hij wilde
ook trachten de Provinciale Staten „om"
te hebben, ten einde eindelijk te kun
nen komen tot een clericale Eerste Ka
mer, die aan dit kabinet het regeeren
onmogelijk zou maken.
En om daartoe te geraken, raadde
Dr. Kutper in De Standaard van Woens
dag 22 Juni jl. aan, bij de herstem
ming er op bedacht te zijn „aan de
candidaten, die ditmaal van Roomsche
zijde in herstemming komen, onvoorwaar
delijk en krachtig steun te verleenen."
Is het dus het monsterverbond gelukt
om bij de verkiezingen voor de Provin
ciale Staten bij verrassing hier en daar
eenige zetels te veroveren, een andere
vraag is, of die uitslag bewijst, dat
„het Ministerie zwak staat."
Wij ontkennen dit geheel en al. Ten
eerste worden in de Provinciale Staten,
met het oog op provinciale en districts-
belangen wij wijzen o. a. op polder
en waterschapzaken vaak personen
gekozen, naar wier politieke overtuiging
niet, maar naar wier kennis en persoon
lijke invloeden wel wordt gevraagd. Bij
zijne keuze wordt niet gedacht aan het
zonderlinge feit, dat zoo'n polderman,
door zijn kunde en bekwaamheid
deel uitmakende van een administra
tief college, tevens geroepen is, leden
voor de Eerste Kamer aan te wijzen.
En toch wordt hij bij die daad niet
geleid door polder- of waterscbapsbelan-
gen, maar wel door een politieke
overtuiging, die hem vaak van boven
af wordt ingeblazen. Al zouden
alle Provinciale Staten van Nederland
clerieaal „om" zijn en morgen een cle
ricale Eerste Kamer in het leren roe
pen, dan nog is er niet eenig bewijs
voor de stelling van dr. Kuyper „dat
op de zwakheid van het Kabinet een
zeldzaam helder licht uit de Provinciale
Stembus viel"-
Waar er tot op zekere hoogte een po
litieke beteekenis, zooals in de hoofdstad,
aan deze verkiezing kon worden gege
ven, zijn, dit erkennen wij, de vrijzin
nigen hier en daar bij verrassing gesla
gen, maar daaruit valt niet op te ma
ken, zooals Dr. Kuyper stoutweg be
weert, „dat het kiesgerechtigd volk niet
sympathiek voor de politieke tint van
het Kabinet is, en een eventueele ont
binding zeer wel de meerderheid ook in
de Tweede Kamer kan verplaatsen".
Dat die meerderheid vrij sterk aan
eengesloten is, is bij de behandeling der
wet op den persoonlijken dienstplicht
gebleken, en zoolang die meerderheid
bestaat, kan er van een zwak kabinet
geen sprake zijn. De wetsvoorstellen be
treffende leerplicht, het ouderlijk gezag,
'de verzekering tegen ongevallen enz.,
door het Kabinet ingediend, vonden al
leen principiëele bestrijding van de zijde
der beide partijen, waarvan bestrijding
te verwachten was, en die de nederlaag
bij de stembus, waar zij vast re
kenden op de overwinning, niet
kunnen verkroppen en derhalve een oor
log a outrance voeren, opdat zij bij een
Kamerontbinding, zoo zjj hopen, wraak
kunnen nemen. Het kiezersvolk zelf
heeft zich over die wetten nog zeer
weinig uitgelaten, en waar het dit deed,
daar was het in eunstigen zin.
Niets teekent voor het oogenblik de
zwakheid van het Kabinet. Wij willen
erkennen, dat zelfbewuste anti-revolution
naire en kaholieke kiezers bij de ver
kiezingen voor de Provinciale Staten
hun stem uitbrachten met het doel, om
iets te doen, dat het ministerie kon
treffen, maar dat de duizenden, die zijn
thuis gebleven niet begrijpende de
groote beteekenis dezer verkiezingen,
omdat de leiders de plannen der tegen
partij niet doorzagen door hun laks
heid hetzelfde zouden hebben willen
doen, en toonen, dat zij „niet sympa
thiek voor de politieke tint van het
Kabinet" zijn, is zoo stout een veron
derstelling, dat deze alteen aan Dr.
Kuyper te vergeven is op grond van
den roes tengevolge van zijne hier en
daar behaalde overwinningen.
Het ministerie, dat aldus verklaard
wordt aan politieke anaemie te lijden,
heeft trouwens door zijn wetgevende
kracht getoond, dat het den strijd niet
vreest en krachtens zijn sociaal program
ook in de toekomst niet vreezen zal.
Wij hebben het altijd betreurd, dat in
ons land de vrijzinnig-democratische ele
menten staan tegenover hen, die zich
met zoo groot een zelfverheffing de
„christelijke democraten* noemen, maar
in den grond der zaak blijken dezen
door hun samengaan met de Roomsche
staatspartij toch mede niets anders te
vormen dan de partij van reactie en behoud.
Wij zullen den strijd moeten blijven voe
ren, omdat, indien wij dit niet doen, het
heilig goed, waarvoor de liberale partij
thans veertig jaren heeft gestreden,
onder kerkelijke overheersching zal
dreigen ten onder te gaan. Daarom
moeten wij de lampen brandende houden,
en deze verkiezing voor de Provinciale
Staten leere ons, dat alleen aan die par
tij de toekomst is, die vroegere fouten
heeft leeren inzien en daarvoor vermijden.
De vijand slaapt niet, al heeft hij zich
verdekt opgesteld en al doet hij zijn
krijgsklaroenen niet hooren
Aan het Seminarie der
Algemeene Doopsgezinde Sociëteit is ge
slaagd voor het proponents-examen 2e
gedeelte de heer S. Spaans te Barsin-
gerhorn, die nu als predikant beroep
baar is.
Men schrijft:
In Friesland beginnen onderwijs-au-
toriteiten en sommige gemeenteraadsbe-
sturen te klagen over de werking van
de fiets in de school. Niet omdat de
Eriesche jeugd der lagere school al fietst,
maar omdat tal van onderwijzers het
rijwiel gebruiken, om soms 2 li 3 uur
van de school bij hunno ouders of fa
milieleden in den kost te gaan. Des
morgens vóór schooltijd moet dan die
afstand gefietst worden, volgens autori
teiten is de onderwijzer dan niet geheel
frisch meer, om met opgewektheid en
ijver onderwijs te geven. Er gaan dan
bier en daar ook stemmen op, den onder
wijzers de verplichting op te leggen, in
het dorp te wonen, waar de school ge
vestigd is. Of de gemeenteraden daartoe
de bevoegdheid hebben, is een andere
vraag.
Het is evenwel reeds bij verschillende
benoemingen van onderwijzers in den
laatsten tijd gebleken, dat èn de hoof
den van scholen èn de gemeenteraden
de voorkeur geven aan onderwijzers, die
van elders komeD, boven hen, van wie
men verwachten kan, dat zij vanuit
hunne huidige woonplaats per fiets de
school bezoeken. Een hoofd der school
stelt reeds als eerste vraag omtrent sol
licitanten voor onderwijzer aan zijne
school „fietst de heer X ook.'"
De man is daarvan een aartsvijand
geworden, sedert hij aan zijne school
drie onderwijzers had 't duurde ge
lukkig niet lang die her en der woon
den en naar en van school fietsten.
Eene commissie van toezicht op het
lager onderwijs heeft besloten een on
derzoek in te stellen omtrent de nadee-
len, die het onderwijs van zulke fietsen
de onderwijzers zou ondervinden. Hoe
dit onderzoek zal geschieden is niet be
kend moeilijk zal het zeker zijn, groo-
tendeels zal men moeten afgaan op het
rapport van het hoofd der school.
Dit is zeker, het getal naar en van
school fietsende onderwijzers is in onze
provincie grootmede een gevolg van
de omstandigheid, dat vele onderwijzers
gesproten zijn uit den kleinen burger
stand en arbeidersstand, wier ouders het
kostgeld hunner zoons zeer goed kun-
gebruikeD, terwijl het mede voordeelig
voor den onderwijzer is. Een fiets van
f 100 is spoedig uitgespaard.
Yan het gewest Noord-
Holland van het Ned. Gymnastiek-Yer-
bond hebben zich de volgende vereeni-
gingen aangemeld tot deelname aan de
betooging op 7 Sept. a s.