INGEZONDEN. Politiek overzien ier week. Verdediging Noordzeekust. Vee-invoer in België. Droogmaking der Zuiderzee. Buitenlaadsch Nieuws. PLAATSELIJK NIEUWS. ZOMER. GEMENGD NIEUWS. In de j.1. gehouden vergadering der Eerete Kamer is volgens verslag Hdbld. het volgende gezegd over de voorziening in de verdediging van de Noordzeekust in Noord-Holland tusschen de Heldersche en Hondsbossche zeeweringen. De heer Röell licht nider in den breede toe de in zijn nota ontwikkelde stelling omtrent de onjuistheid van het beginsel, waarvan de Regeering is uitge gaan in betrekking tot hare verplichtingen tegenover Noord-Holland. Het geldt zoo wel het antecedent als de financieele gevol gen. Ten aanzien van dit laatsie punt be toogt hij, dat de ingelanden niet evenredig zullen bijdragen tot herstel van dit ge deelte van de knst, dat niet aan den Staat behoort. Daarna betoogt spr., dat omtrent het kuatvak van 9800 meter het onder hond uitslnitvnd komt ten laste van den Staat, zonder dat de financieele gevolgen daarvan zijn te berekenen. Uitvoerig betoogt spr. opnieuw, dat uit het feit, dat de Koegras-Zanddijk voor rekening van den laude indertijd is aan gelegd, geenszins volgt, dat die dijk thans voor rekening van den Staat uitsluitend moet worden onderhouden. Het is geen voorwerp van gemeene landadijkage. Men kan niet zeggen, dat de Staat verplicht zon zijn, den dijk nog wel als zeewering te onderhonden, ook niet op grond van eigendom. Dat ware in strijd met ons dijkbestnnrrecht. En z«lfs indien de on derhondsplicht wel bestond, dan nog zon niet vast staan, dat bij de nieuwe regeling de Staat met het onderhoud moest blij ven belast. Spr. beroept zich op een ar tikel van een deskundige in het Handels- blad van 6 October 1896 betreffende de kosten van eene kunstmatige verdediging der Noordhollandsche kust. En du zal in deze kosten worden bijgedragen niet Ys door deD Staat en 2/3 door de Provincie, gelijk regel is, maar Ys door het Rijk en Ys door de Provincie. Immers de Slaat zal betalen voor 9800 meter en 2700 meter, maakt samen 12.500, zijnde 2/s te zamen. Spr. betoogt verder het nut van decen tralisatie in waterataatsaangelegenheden, dat steeds bij ons heelt gegolden en dat daarom vee) heter is, omdat plsatselijke besturen veel mesr doen voor minder geld dan het centraal gezag, Spr. had ge- wenscht, dat de minister met handhaving van het standpunt van al zijne voorgan gets, eene algemeene waterschapsregeling had voorgedragen en daarbij had de Staat kannen subsidiëerea wat deze verkoos. De heer Rutgers van Rozen burg zegt, dat, zoo ooit, deze zaak van Callantsoog is opgeblazen tot eene caute ce'/ibre, tot een halszaak. De vraag van een onderhondsplicht is eigenlijk voor de meeste duinstrookan in Noord—Holland van zuiver theoretischen aard,omdat de natuur hare geregelde werking zal doen gevoelen. Van het einde der Peltener zeewering tot aan het einde der zeewering te Callants oog, is ook nog een duinstrook, die geen gevaar oplevert. Het eenige wat overblijft is een uitgestrektheid van 1200 M. van Callantsoog tot paal 10. Millioenen zou het onderhoud dus ze ker niet kosten, misschien slechts 7 ton voor onderhoud, 17 landhoofden h f 40,000, De financiëele quaestie is dus niet over wegend. En de theoretische quaestie behoefde ook niet tot conflict aanleiding te geven. Mea wilde een waterschap stichten. Dit is op zichzelf een zeer goed middel, maar dan moeten de belanghebbenden zelf er bij betrokken zijn. Hier had men die echter niet en allerminst solvabele, noch benoor den, noch bezuiden den Westfriesehen dijk. De eenige wezenlijke belanghebben de was de Staat en deze is zeer solvabel. De staat kan dus met de provincie de zaak regelen, wat der provincie slechts eenige opcenten meer behoeft ta kostrm. De provincie heeft zich reaal betoond door 3/i te willen bijdragen in de kosten over een grootere uitgestrektheid der kust pins f 2500 per jaar. Met een talent, een bete re zaak waardig, heeft de heer Röall dit voorstel bestreden. Want die zaak is van weinig belang en zooveel studie niet waard. Hij bestrijdt in bij zou derheden het betoog van den heer Röell, vooral wat het finan ciëele punt betreft. Steeds heeft spr. in deze een objectief en volkomen onpartijdig standpunt ingenomen. De heer Breebaart acht het betoog van den heer Röell voldoende beantwoord door den heer Rutgers. Hij dankt de. Regeering, dat zij heeft willen meewerken om den onhondbaren toestand der zee weringen te verandereo. Hij brengt hulde aan de Provinciale Staten van Noord-Hollsnd, dat zij niet voor financiëele offers zijn teruggedeinsd en wijst er op, dat men ten aanzien der financiëele gevolgen gerust kan zijn ge steld. De minister van waterstaat betreurt, dat de rede des heeren Rösll geen instemming bij hem kan vinden. Deze meende, dat de Regeering had moe ten wachten op de oplossing van het ge schil. Maar al was er geen oogenblikkelijk gevaarer is genoeg gewacht en de zee wacbt niet met haar verwoesting. Het was plicht der regeering, om tot oplossing te komen en wel door wettelijke regeling. De meest wenschelijke regeling ware da oprichting van een waterschap, maar zelfs indien dat door de wet kon geschieden, dan nog zouden de Staten-Generaal derge lijke waterschapsregeling bezwaarlijk tot een einde hebben kunnen brongen. Hoofd- zisk was dus een behoorlijke repartitie der kosten. Nu verheugt het den Minister, dit z«lfi de heer Röill ten aanzien van het gedeel te Callantsoog geen bezwaar had. Hel bezwaar betrof het gedeelte van het Koe- graszand. De minister van waterstaat bestrijdt het historisch betoog van den heer Röell, en betoogt dat het Koegras steeds is geweest gemeene landszaak en na de indijking de Staat er eigenaar en onderhoudsplichtige van geworden is, ter wijl door den verkoop de onderhoudsplicht op den Staat is gebleven. Na repliek van den heer R o 11 is het ontwerp aangenomen met 32 tegen 3 stemmen. Tegen de heeren Van Nispen Van Pannerden, Merkelbsch en Van den Bieaen. Da heer Bergs na interpelleert den minister van buitenlsndsche zaken in hoe ver het bericht in de Ned. St.-Cl. van 16 Jnui 1898 aanleiding zou kunnen ge ven om aan de Belgische regeering te verzoeken de Belgische grenzen voor in voer van vcc uit Nederland open te stel len. De minister van buiten!, za ken herinnert, dat België opheffing van het verbod afhankelijk heeft gesteld van ophouden der ziekte De smokkelhandel heeft op het verbod geen invloed geoefend, en de heer Bergsma zou zeker moeilijk kannen bewijzen, dat de Belgische regee ring oogluikend de smokkelarij toeliet Die gesmokkelde dieren komen trouwens niet in de officiëele statistieken voor. De Mi nister heeft in het voorjaar de Belgische regeering herinnerd aan hare toezegging tot opheffing van het verbod als de gezond heidstoestand was verbeterd. De Belgische regeering heeft die ver betering erkend, maar de Belgische auto riteiten beroepen zich op de wenschelijk- heid tot wering van vee met het oog op de parelziekte. De Ned. regeering heett erkend, dat maatregelen tegen die ziekte moesten worden genomen, waarom ook eene commissie was benoemd, doch dat verbetering in den gezondheidstoestand van ons vee wel reden opleverde tot opheffing van het verbod van invoer. Hierop heeft de Minister 8 Juli ten antwoord gekre gen, dat de Belgische regeering voorstelde deskundigen door Nederland en België te doen benoemen om van gedachten te wisselen over de voorwaarden waarop de vee-invoer kan worden toegelaten. De Minister is in beginsel op dit voorstel ingegaan en heeft onzen gerant te Brussel be richt, dat hij aan de Belgische regeeiing de bereidverklaring meedeelt om Neder- landsche deskundigen te zenden naar België, ten einde in overleg met de Bel gische voorwaaiden over den invoer vast te stellen. De heer Bergsma dankt den Mi nister. De interpellatie is atgeloopen. In de Dinsdag 1.1. gehouden vergade ring der Provinciale Staten van Noord- Holland werd bij de behandeling van het voorstel van Gedeputeerde Staten om, ten behoeve van de verbetering van de aan legplaats aan den Oever op het eiland Wieringen, die de minister van water staat, handel en nijverheid van Rijks wege wenscht te bevorderen, overeen komstig het verlangen van den Minister eene bijdrage uit de provinciale fondsen te verleenen van f 3000, door den heer mr. F. S. van N i e r o p de vraag gedaan, of deze aanlegplaats niet was ontworpen op hetzelfde punt, waar vol gens het plan der Zuiderzee-commissie de afsluitdam zou worden gelegd, en of Gedeputeerde Staten zich dus vergewist hadden, dat niet eerlang tot de droog making der Zuiderzee zou worden over gegaan Het lid van Gedeputeerde Staten, de heer Westerwoud t, gaf hierop ten antwoord, dat zij omtrent den stand van het Zuider-zeevraagstuk geen inlich tingen konden geven, doch dat, naar de hem door den ingenieur van den pro vincialen waterstaat verstrekte mede- deelingen, inderdaad bedoeld werd de aanlegplaats te maken, waar volgens het Zuiderzeeplan de afsluitdam zou worden gelegd. De voordracht werd hierna aange nomen. Mag men uit de aanvraag van den Minister afleiden, dat, in 't eerst althans, van de uitvoering der plannen over de droogmaking der Zuiderzee niets komt, zou men allicht geneigd zijn te vragen Fin-de-siècle. In de oude Amersfoorttche Crt. van 5 Juli leest men de volgende advertentie Een tienjarige, vroolijke knaap uit een provinciestad, die twee maanden vacan- tie heeft, zou zoo gaarne in een andere plaats gaan logeeren in een gezin waar jongens zijn, liefst in het bezit van fietsen. Zij, die hem inviteeren willen, worden vriendelijk verzocht brieven te zenden enz. Politiek leven! Te CADZAND (Zeeland) moet een lid van den gemeenteraad gekozen wor den. Dit zou j.1. Vrijdag plaats hebben, doch wijl niemand candidaat was gesteld, werd er natuurlijk ook niemand geko zen. Er is hu opnieuw een verkiezing uitgeschreven. Een brutale inbraak is gepleegd bij den landbouwer Jonker in den Grooten IJpolder, waar wegens het verven der woning de sluiting te wenschen liet. De dieven hebben niet alleen een f 200 in specie, maar zelfs een veêrenbed en eenige voorwerpen van waarde meegenomen. Een dochter des huizes ontwaakte door het gedruis en wekte haar vader. Toen deze, met een knuppel gewapend, naar buiten ging om eon onderzoek to doon, waren do on welkome bezoekers reeds weder verdwe nen. Vermoedelijk waren zij met paard en wagen gekomen, en konden zich dus gemakkelijk uit de voeten maken. Nog geen spoor is van ben ontdekt. Naar aanleiding van het ingezonden request aan den Raad der ge meente St. Maarten, omde kermis dit jaar met het oog op do Kroningsfeesten vroeger te doen plaats hebben, is van Ged. St. aanzegging ontvangen, dat de kermis dit jaar zal plaats hebben op: 7, 8 en 9 Augustus. Het Bestuur der Afdee- ling NOORD-IIOLLAND van de Ver- eeniging „het Nederlandsch Paarden stamboek" verzoekt ons mede te deelen, dat voor de keuringen, alhier den 28 Juni j. 1. gehouden, beschikbaar waren: voor merriën, geb. in 1892 en 1893, 5 premiën ad f 100.—; voor merriën, geb in 1894 en 1895, 4 premiën ad f75.—; voor merriën, geb. in 1896, 4 premiën ad f 50.en 2 dito adf 25.voor hengsten, geb. in 1897, 2 premiën ad f 100.—. (Niet geplaatste ingezonden stukken worden nimmer teruggegeven O, Heer! O, Heer! Wil mij verlossen Van zulke domme ossen, En breng mij naar mijn wenschen, In een land bij menschen. Bovenstaand spotrijmpje ontviel het geachte hoofd der sohool in de Moer beek, gem. N. Niedorp, en wel doordat een zijner domste leerlingen een zeer gemakkelijk vraagstuk niet kon oplossen. Naar aanleiding van die wanhopige verzuchting, wenschen wij door dezen aan het geachte hoofd van de Moerbeek toe te roepenSpan al uwe krachten in voor het onderwijs (uw werkkring) en ge bruik uw kennis en vlug begrip uit sluitend ten bate der jeugd (de toekomst); misschien gelukt het u dan nog wel om van ossen menschen te maken. Tijdens de kermisdagen in genoemde Moerbeek toch werd de school vóór drie uur reeds gesloten en zag men spoedig daarna den geachten hoofdon derwijzer in vliegende vaart per fiets wegsnellen, wegens zaken die hem boo- ger gaan dan het lager onderwijs. Opmerkelijk is het, dat alle leerlingen vooraf uit de beurs van hunnen mees ter 5 snoepcenten ontvingen. Lijkt dat op een stroopje? Of was het uit pure kinderliefde In het laatste geval wenschen we den geachten hoofdonder wijzer nogmaals toe te roepenUit uwe liefde voor de jeugd dan op andere wijze en geef hun in de allereerste plaats degelijk en voldoend onderwijs. M. de Red., ten zeerste zoudt u de ouders uit de Moerbeek en Omstreken verplichten met de opname van deze regelen, waarvoor bij voorbaat onze beleefde dank. Namens vele ouders, J. KRUIT. Telkens weer komen berichten over den vrede tot ons over. De lusse ge ruchten van voor eenige dagen hebben reeds een vasten vorm aangenomen. De Spaansche militaire bladen, de Correspon- dencia Militar en de Correo Militar we ten reeds de voorwaarden mede te dee len, waarop Amerika den vrede wil slui ten. De Yereenigde Staten eisohen den afstand van Cuba en Portorico, twaalfhonderd millioen pesetas oorlogs schatting en tot waarborg voor de be taling de tijdelijke bezetting van de Philippijnen. De laatste overblijfselen van het eenmaal zoo uitgebreide ko loniaal gebied in Midden- en Zuid-Ame rika zullen dus tot brug moeten dienen, waarover Amerika tot Spanje wil ko men om de vriendschappelijke betrek kingen te Madrid weder aan te knoopen. Spanje was eenmaal de middellijke schepper van de Monroe-leer, aan wel ker pulitieke geloofsbegrippen het thans zijn laatste kleinood ten offer moet brengen. Het was in 1822. Venszuela, Nieuw- Granada, Ecuador, Peru, Chili, de vereenigde gewesten aan de Rio delaPlata en Paraguay hadden zich na een jaren- langen strijd met het Moederland, vrij gevochten. Spanje poogde bij de Euro- peesche regeeringen hulp te verkrijgen, om zijne afgevallen koloniën opnieuw onder zijne heerschappij te krijgen. De hoven van Parijs en Petersbrug schenen ten slotte genegen, Spanje in zijne plannen behulpzaam te zijn. De Vereenigde Staten hadden zich tot dien tijd buiten de Zuid-Amerikaansche aan gelegenheden gehouden. Toen evenwel eeneEuropeesche inmenging in de Ameri- kaansche zaken als een dreigend spook door de lucht begon te zweven, kwam de Unie tot de erkenning der republie- ken.De passieve houdiDg werd te Washing ton door de verklaring van president Monroe, dat de Vereenigde Staten gee nerlei bemoeiing der Enropeesche mo gendheden in de zaken van het vaste land van Amerika zouden dulden, door eene actieve politiok vervangen. Thans bepaalt het beschermend optre den van de Unie zich niet alleen meer tot het vasteland, doch hare moederlij ke teederheid strekt zich ook al tot de oilandon uit. AfgeBchoidon van do vraag, of do Amcrikaansche liefde uit een zui ver philanthropisch hart opwelt, meenen wij toch, dat een regeeringsstelsel in o- vereenstemraing mot onze hedendaagsche begrippen ook voor Cuba en Portorico hoogst noodzakelijk zijn. Het Spaansch systeem, voor eeuwen door de eerste ver overaars onder Cortiz, Pizarro, d' Al- magro ingevoerd, heeft in den loop der eeuwen nooit eenige wijzigingen onder gaan. De burgerlijke en militaire waar digheden werden en bleven alleen bezet door Spanjaarden. Rechters, veil voor geld, trokken ge regeld partij voor hunne landslieden. Een landvoogd,met koninklijke macht bekleed, kon noch wilde van zijn verheven stand punt zelfs de grofste misbruiken waar nemen. Van betrekkingen tot vreemde natiën was in de Spaansche koloniën nimmer sprake. Tot voor weinige jaren mochten in hare havens niet anders dan Spaansche schepen komen. Zij handel den uitsluitend met het moederland en dit alleen voorzag hen van producten, die zij zeiven niet opleverden. De ver schillende gewasten mochten geene pro ducten telen, dan die hun door het moederland waren voorgeschreven. Een geestelijkheid, met onbeperkte maoht be kleed, zorgde er ten Blotte voor, dat in- tellectuëele ontwikkeling niet tot onaf- hankolijksheidsbegrippen kon leiden. Dat tenslotte de domme, bijgeloovige plantage-bevolking, de halfwilde herders, de zwervende Indianen de wapens legen het Spaansche bestuur opnamen, bewijst wel, dat de kruik zoolang te water was gegaan, dat zij moest bersten. Welke de regeeringsvorm na den oorlog op de eilanden zal zijn, is nog onzeker. Trouwens, dat kan ook een zorg van later tijd zijn. Hoofdzaak is thans, om in den kortst mogelijken tijd een einde aan het bloedvergieten te maken. De Spaansche regeering schijnt den strijd om Santiago te willen afwachten, vóórdat zij openlijk erkent, dat vrede-sluiten nood zakelijk is. Voor het kabinet Sagasta blijven de vooruitzichten evenwel hoogst moeilijk. Een deel der openbare mee ning met het leger aan het hoofd verzet zich tegen eene oplossing, die te zware offers eischen zou. Gelijk reeds bij zoo menige gelegenheid, wanneer een volk door de rampen des oorlogs wordt ge troffen, zoekt men een zondebok, die in de woestijn kan worden gejaagd. De ministers beschuldigen elkaar en worden voortdurend vervangen. Reactionnairen en revolutionnairen zijn druk in de weer om de regeering en de dynastie in de oogen van het volk verdacht te maken. Wanneer straks een man van eenige beteekenis zich aan het hoofd der be weging plaatst zal het hem gemakke- kelijk zijn om de ontevreden bevolking tot daden van geweld op te zweepen. Nog is er kans op redding; want de rechte man ontbreekt om de vijanden der bestaande dynastie onder één vaan del te vereenigen. Evenwel, wanneer generaal W eyler zich aan het hoofd der ontevredenen mocht stellen, is een re volutie niet alleen mogelijk, maar biedt zij zelfs alle kansen van slagen. Er is misschien slechts ééne kans, om eene omwenteling te voorkomen en die is door den „Alva van Cuba" aan het hoofd van een militair kabinet te plaat sen. Dit weten èn de koningin-regentes èn Sagasta. Vandaar bij de regeering een slappe, wankelmoedige houding, eene vervreemding tusschen regeering en dy nastie, omdat de krachten ontbreken, die beiden tot wederkeerigen steun kon den strekken. Zoowel de koningin-re gentes als 't hoofd van 't kabinet wach ten slechts op het geschiktste oogenblik, om hunne plaatsen door meer gewilde personen te laten bezetten. Terwijl wij deze regelen neerschre ven, komt het bericht tot ons, dat San tiago zich heeft overgegeven. Wij had den niet verwacht, dat de oude hoofd stad van Cuba zoo spoedig tot de capi tulatie overgegaan zou zijn. De bezetting toch bestond uit 12 h 15 duizend geoe fende soldaten, terwijl het Amerikaansche leger slechts over 20 duizend manschap pen kon beschikken. Was deze verhou ding voor de belegeraars reeds ongunstig, nog ernstiger werd zjj door de slag- en plasregens der laatste dagen. De ontzettende regens maakten de troe penverplaatsingen bijna onmogelijk, ter wijl zij de legerplaats zelve in een mod derpoel herschiepen. Het zware bele geringsgeschut bleef op verscheidene plaatsen in po^en en plassen steken de loopgraven waren onbruikbare sloo- ten geworden. Erger nog dan al deze ongemakken en belemmeringen was het optreden van de gele koorts in de A- merikaansche gelederen. Ernstig greep de gevreesde ziekte reeds om zich heen en deze bondgenoot van Spanje zou zeker de Amerikanen weldra genood zaakt hebben, om het beleg op te breken. Deze toestand kon den Spaanschen gene raal Toral niet onbekend zijn vandaar dat wij de overgave der stad niet kunnen ver- klarenjntusschen zijn de voorwaarden zeer eervol. Onder de capitulatie zijn de plaat sen ten oosten van Santiago begrepen. De bezetting dar verschillende plaatsen krijgt vrijen aftocht naar Spanje, waar heen ze op kosten van de Amerikaansche regeering zal worden getransporteerd. In dien de overgave van Santiago het keer punt in den oorlog zal zijn, dan bestaat er kans, dat de vredesonderhandelingen weldra officiëel geopend zullen worden. Het zij zoo. Schagen, 16 Juli 1898. Bij het toelatings-exa- men voor do Rijks Hoogere Burgerschool te Alkmaar, zijn geslaagd voor de le klasse Joh. Meurs Pzalhier en Jb. Westenberg te Haringhuizen, beiden leer lingen aan de O. L. S. alhier. Door een ongelukkig toe val kreeg de knecht van slager K. al hier Donderdag oen zeer diepe snede over de hand. Dr. Melchior moest de wond naaien en verbinden. Het zal et telijke dagen duren, eer de jongeling zijn werk weer kan verrichten. Aan het bij gelegenheid der kroningsfeesten te Amsterdam te geven gymnastiekfeest zal door onze Gymnastiek- en Schermvereeniging „Lycurgus" met een 20-tal leden wor den deelgenomen. Toch eindlijk schijnt de zonne weer En straalt langs veld en wegen Weg is de koude, natte wind, Weg is de kille regen. Nu is het Zomer, Zomer nu, De zon lacht van den hemel De muggen dansen in de lucht Met dartelend gewemel. De dieren in de vette wei Nu ruimer ademhalen. Het geurig, pas gemaaide gras Geelt in de zonnestralen. De oppers rijzen op het land, Het koren rijpt in d'aien En golft op 't veld bij zachten wind Als licht bewogen baren. De landman jubelt in zijn hart En groet het zonlicht blijde. Zijn oog verheldert als het gaat Langs akkers, veld en weide. 't Is Zomer nu en alles juicht, Vergeet zijn leed en smarte. 't Is Zomer buiten op het veld En Zomer in het harte. O, Zomertijd, zoo lang verbeid Toev' lang in Hollands dreven Is Winter slaap en Lente jeugd, Gij, Zomer 1 zijt het leven Een amazone. In Berlijn heeft een toer, welke een jonge vrouw Fedora Vona, eiken avond in het Hippodrome verricht, veel bijval. Deze jonge dame springt te paard over een landauer heen, waarin zich vier per sonen bevinden. De landauer is 2.50 M. hoog en 8 M. breed. Dit is wel het record van hoogspringen. Hoe oud zijn karpers. Om den ouderdom van karpers te kun nen bepalen, neme men een schub, make ze zorgvuldig in alcohol Bchoon en houde ze tegen het daglicht. Een heldere plek in het midden der schub toont aan, dat de karper pas een jaar oud is. Is dat heldere punt door een ring omgeven, dan heeft men mot een karper van twee zomers te doen, toont de schub evenwel twee ringen, dan is de visch, waaraan zij ontnomen is, driejarig. Elke ring om het heldere punt in het midden van de schub toont, dat de karper een jaar ou der is. Het verslikken door kin- deren. Hoe vaak gebeurt het niet, dat kinderen zich verslikken, of dat hun iets in het „verkeerde keelgat* terecht komt. Gewoonlijk klopt men dan het kind op den rug, zonder dat het middel evenwel bijzondere uitwerking toont. Hoe gemakkelijk het kwaad is te ver helpen, daarvan kan zich elke moeder oogenblikkelijk overtuigen, als zij het volgende eenvoudige middel aanwendt. Grijp beide handen van het kind ter stond vast en trek de armen recht langs het hoofd naar boven. De daardoor ont stane verruiming van de borst doet ter stond het hoesten ophouden. Het arbeid s-scheidsge- recht, dat onlangs te Kopenhagen is inge steld, is dezer dagen voor het eerst en met succes opgetreden.De patroons en de werk lieden van het ijzervak waren reeds zes maanden aan het onderhandelen over een loongeschil en men kon het maar niet eens worden. Beide partijen beslo ten daarop, zich tot het scheidsgereeht te wenden. Dit heeft nu den strijd bij* gelegd en bepaald, dat de nieuwe rege ling ten minste een jaar zal gelden en onmiddellijk in werking zal treden. Dit besluit werd met algemeene stemmen genomen. Na de uitspraak overhandigde elk van beide partijen den voorzitter van het scheidsgerecht een som van 100 kronen voor liefdadige doeleinden, om dat de beslissing den strijdenden niet op kosten had gejaagd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1898 | | pagina 2