INGEZONDEN.
Politiek overzien ier week.
Verdediging Noordzeekust.
Vee-invoer in België.
Droogmaking der Zuiderzee.
Buitenlaadsch Nieuws.
PLAATSELIJK NIEUWS.
ZOMER.
GEMENGD NIEUWS.
In de j.1. gehouden vergadering der
Eerete Kamer is volgens verslag Hdbld.
het volgende gezegd over de voorziening in
de verdediging van de Noordzeekust in
Noord-Holland tusschen de Heldersche en
Hondsbossche zeeweringen.
De heer Röell licht nider in den
breede toe de in zijn nota ontwikkelde
stelling omtrent de onjuistheid van het
beginsel, waarvan de Regeering is uitge
gaan in betrekking tot hare verplichtingen
tegenover Noord-Holland. Het geldt zoo
wel het antecedent als de financieele gevol
gen. Ten aanzien van dit laatsie punt be
toogt hij, dat de ingelanden niet evenredig
zullen bijdragen tot herstel van dit ge
deelte van de knst, dat niet aan den Staat
behoort. Daarna betoogt spr., dat omtrent
het kuatvak van 9800 meter het onder
hond uitslnitvnd komt ten laste van den
Staat, zonder dat de financieele gevolgen
daarvan zijn te berekenen.
Uitvoerig betoogt spr. opnieuw, dat uit
het feit, dat de Koegras-Zanddijk voor
rekening van den laude indertijd is aan
gelegd, geenszins volgt, dat die dijk thans
voor rekening van den Staat uitsluitend
moet worden onderhouden. Het is geen
voorwerp van gemeene landadijkage. Men
kan niet zeggen, dat de Staat verplicht
zon zijn, den dijk nog wel als zeewering
te onderhonden, ook niet op grond van
eigendom. Dat ware in strijd met ons
dijkbestnnrrecht. En z«lfs indien de on
derhondsplicht wel bestond, dan nog zon
niet vast staan, dat bij de nieuwe regeling
de Staat met het onderhoud moest blij
ven belast. Spr. beroept zich op een ar
tikel van een deskundige in het Handels-
blad van 6 October 1896 betreffende de
kosten van eene kunstmatige verdediging
der Noordhollandsche kust. En du zal
in deze kosten worden bijgedragen niet Ys
door deD Staat en 2/3 door de Provincie,
gelijk regel is, maar Ys door het Rijk en
Ys door de Provincie. Immers de Slaat
zal betalen voor 9800 meter en 2700
meter, maakt samen 12.500, zijnde 2/s
te zamen.
Spr. betoogt verder het nut van decen
tralisatie in waterataatsaangelegenheden,
dat steeds bij ons heelt gegolden en dat
daarom vee) heter is, omdat plsatselijke
besturen veel mesr doen voor minder geld
dan het centraal gezag, Spr. had ge-
wenscht, dat de minister met handhaving
van het standpunt van al zijne voorgan
gets, eene algemeene waterschapsregeling
had voorgedragen en daarbij had de
Staat kannen subsidiëerea wat deze
verkoos.
De heer Rutgers van Rozen
burg zegt, dat, zoo ooit, deze zaak van
Callantsoog is opgeblazen tot eene caute
ce'/ibre, tot een halszaak. De vraag van
een onderhondsplicht is eigenlijk voor de
meeste duinstrookan in Noord—Holland van
zuiver theoretischen aard,omdat de natuur
hare geregelde werking zal doen gevoelen.
Van het einde der Peltener zeewering tot
aan het einde der zeewering te Callants
oog, is ook nog een duinstrook, die geen
gevaar oplevert. Het eenige wat overblijft
is een uitgestrektheid van 1200 M. van
Callantsoog tot paal 10.
Millioenen zou het onderhoud dus ze
ker niet kosten, misschien slechts 7 ton
voor onderhoud, 17 landhoofden h f 40,000,
De financiëele quaestie is dus niet over
wegend.
En de theoretische quaestie behoefde ook
niet tot conflict aanleiding te geven. Mea
wilde een waterschap stichten. Dit is op
zichzelf een zeer goed middel, maar dan
moeten de belanghebbenden zelf er bij
betrokken zijn. Hier had men die echter
niet en allerminst solvabele, noch benoor
den, noch bezuiden den Westfriesehen
dijk. De eenige wezenlijke belanghebben
de was de Staat en deze is zeer solvabel.
De staat kan dus met de provincie de
zaak regelen, wat der provincie slechts
eenige opcenten meer behoeft ta kostrm.
De provincie heeft zich reaal betoond door
3/i te willen bijdragen in de kosten over
een grootere uitgestrektheid der kust pins
f 2500 per jaar. Met een talent, een bete
re zaak waardig, heeft de heer Röall dit
voorstel bestreden. Want die zaak is van
weinig belang en zooveel studie niet waard.
Hij bestrijdt in bij zou derheden het betoog
van den heer Röell, vooral wat het finan
ciëele punt betreft. Steeds heeft spr. in
deze een objectief en volkomen onpartijdig
standpunt ingenomen.
De heer Breebaart acht het betoog
van den heer Röell voldoende beantwoord
door den heer Rutgers. Hij dankt de.
Regeering, dat zij heeft willen meewerken
om den onhondbaren toestand der zee
weringen te verandereo.
Hij brengt hulde aan de Provinciale
Staten van Noord-Hollsnd, dat zij niet
voor financiëele offers zijn teruggedeinsd
en wijst er op, dat men ten aanzien der
financiëele gevolgen gerust kan zijn ge
steld.
De minister van waterstaat
betreurt, dat de rede des heeren Rösll
geen instemming bij hem kan vinden.
Deze meende, dat de Regeering had moe
ten wachten op de oplossing van het ge
schil.
Maar al was er geen oogenblikkelijk
gevaarer is genoeg gewacht en de zee
wacbt niet met haar verwoesting. Het was
plicht der regeering, om tot oplossing te
komen en wel door wettelijke regeling.
De meest wenschelijke regeling ware da
oprichting van een waterschap, maar zelfs
indien dat door de wet kon geschieden,
dan nog zouden de Staten-Generaal derge
lijke waterschapsregeling bezwaarlijk tot
een einde hebben kunnen brongen. Hoofd-
zisk was dus een behoorlijke repartitie
der kosten.
Nu verheugt het den Minister, dit z«lfi
de heer Röill ten aanzien van het gedeel
te Callantsoog geen bezwaar had. Hel
bezwaar betrof het gedeelte van het Koe-
graszand.
De minister van waterstaat
bestrijdt het historisch betoog van den
heer Röell, en betoogt dat het Koegras
steeds is geweest gemeene landszaak en
na de indijking de Staat er eigenaar en
onderhoudsplichtige van geworden is, ter
wijl door den verkoop de onderhoudsplicht
op den Staat is gebleven.
Na repliek van den heer R o 11 is
het ontwerp aangenomen met 32 tegen 3
stemmen. Tegen de heeren Van Nispen
Van Pannerden, Merkelbsch en Van den
Bieaen.
Da heer Bergs na interpelleert den
minister van buitenlsndsche zaken in hoe
ver het bericht in de Ned. St.-Cl. van
16 Jnui 1898 aanleiding zou kunnen ge
ven om aan de Belgische regeering te
verzoeken de Belgische grenzen voor in
voer van vcc uit Nederland open te stel
len.
De minister van buiten!, za
ken herinnert, dat België opheffing van
het verbod afhankelijk heeft gesteld van
ophouden der ziekte De smokkelhandel
heeft op het verbod geen invloed geoefend,
en de heer Bergsma zou zeker moeilijk
kannen bewijzen, dat de Belgische regee
ring oogluikend de smokkelarij toeliet Die
gesmokkelde dieren komen trouwens niet
in de officiëele statistieken voor. De Mi
nister heeft in het voorjaar de Belgische
regeering herinnerd aan hare toezegging
tot opheffing van het verbod als de gezond
heidstoestand was verbeterd.
De Belgische regeering heeft die ver
betering erkend, maar de Belgische auto
riteiten beroepen zich op de wenschelijk-
heid tot wering van vee met het oog op
de parelziekte. De Ned. regeering heett
erkend, dat maatregelen tegen die ziekte
moesten worden genomen, waarom ook
eene commissie was benoemd, doch dat
verbetering in den gezondheidstoestand van
ons vee wel reden opleverde tot opheffing
van het verbod van invoer. Hierop heeft
de Minister 8 Juli ten antwoord gekre
gen, dat de Belgische regeering voorstelde
deskundigen door Nederland en België te
doen benoemen om van gedachten te wisselen
over de voorwaarden waarop de vee-invoer
kan worden toegelaten. De Minister is
in beginsel op dit voorstel ingegaan en
heeft onzen gerant te Brussel be
richt, dat hij aan de Belgische regeeiing
de bereidverklaring meedeelt om Neder-
landsche deskundigen te zenden naar
België, ten einde in overleg met de Bel
gische voorwaaiden over den invoer vast
te stellen.
De heer Bergsma dankt den Mi
nister. De interpellatie is atgeloopen.
In de Dinsdag 1.1. gehouden vergade
ring der Provinciale Staten van Noord-
Holland werd bij de behandeling van het
voorstel van Gedeputeerde Staten om, ten
behoeve van de verbetering van de aan
legplaats aan den Oever op het eiland
Wieringen, die de minister van water
staat, handel en nijverheid van Rijks
wege wenscht te bevorderen, overeen
komstig het verlangen van den Minister
eene bijdrage uit de provinciale fondsen
te verleenen van f 3000, door den heer
mr. F. S. van N i e r o p de vraag
gedaan, of deze aanlegplaats niet was
ontworpen op hetzelfde punt, waar vol
gens het plan der Zuiderzee-commissie
de afsluitdam zou worden gelegd, en of
Gedeputeerde Staten zich dus vergewist
hadden, dat niet eerlang tot de droog
making der Zuiderzee zou worden over
gegaan
Het lid van Gedeputeerde Staten, de
heer Westerwoud t, gaf hierop ten
antwoord, dat zij omtrent den stand
van het Zuider-zeevraagstuk geen inlich
tingen konden geven, doch dat, naar de
hem door den ingenieur van den pro
vincialen waterstaat verstrekte mede-
deelingen, inderdaad bedoeld werd de
aanlegplaats te maken, waar volgens
het Zuiderzeeplan de afsluitdam zou
worden gelegd.
De voordracht werd hierna aange
nomen.
Mag men uit de aanvraag van den
Minister afleiden, dat, in 't eerst althans,
van de uitvoering der plannen over de
droogmaking der Zuiderzee niets komt,
zou men allicht geneigd zijn te vragen
Fin-de-siècle.
In de oude Amersfoorttche Crt. van 5
Juli leest men de volgende advertentie
Een tienjarige, vroolijke knaap uit een
provinciestad, die twee maanden vacan-
tie heeft, zou zoo gaarne in een andere
plaats gaan logeeren in een gezin waar
jongens zijn, liefst in het bezit van fietsen.
Zij, die hem inviteeren willen, worden
vriendelijk verzocht brieven te zenden enz.
Politiek leven!
Te CADZAND (Zeeland) moet een
lid van den gemeenteraad gekozen wor
den. Dit zou j.1. Vrijdag plaats hebben,
doch wijl niemand candidaat was gesteld,
werd er natuurlijk ook niemand geko
zen. Er is hu opnieuw een verkiezing
uitgeschreven.
Een brutale inbraak is
gepleegd bij den landbouwer Jonker in
den Grooten IJpolder, waar wegens
het verven der woning de sluiting te
wenschen liet. De dieven hebben niet
alleen een f 200 in specie, maar zelfs
een veêrenbed en eenige voorwerpen van
waarde meegenomen. Een dochter des
huizes ontwaakte door het gedruis en
wekte haar vader. Toen deze, met een
knuppel gewapend, naar buiten ging om
eon onderzoek to doon, waren do on
welkome bezoekers reeds weder verdwe
nen. Vermoedelijk waren zij met paard
en wagen gekomen, en konden zich dus
gemakkelijk uit de voeten maken. Nog
geen spoor is van ben ontdekt.
Naar aanleiding van het
ingezonden request aan den Raad der ge
meente St. Maarten, omde kermis dit
jaar met het oog op do Kroningsfeesten
vroeger te doen plaats hebben, is van Ged.
St. aanzegging ontvangen, dat de kermis
dit jaar zal plaats hebben op: 7, 8 en 9
Augustus.
Het Bestuur der Afdee-
ling NOORD-IIOLLAND van de Ver-
eeniging „het Nederlandsch Paarden
stamboek" verzoekt ons mede te deelen,
dat voor de keuringen, alhier den 28
Juni j. 1. gehouden, beschikbaar waren:
voor merriën, geb. in 1892 en 1893,
5 premiën ad f 100.—; voor merriën,
geb in 1894 en 1895, 4 premiën ad f75.—;
voor merriën, geb. in 1896, 4 premiën
ad f 50.en 2 dito adf 25.voor
hengsten, geb. in 1897, 2 premiën ad
f 100.—.
(Niet geplaatste ingezonden stukken
worden nimmer teruggegeven
O, Heer! O, Heer! Wil mij verlossen
Van zulke domme ossen,
En breng mij naar mijn wenschen,
In een land bij menschen.
Bovenstaand spotrijmpje ontviel het
geachte hoofd der sohool in de Moer
beek, gem. N. Niedorp, en wel doordat
een zijner domste leerlingen een zeer
gemakkelijk vraagstuk niet kon oplossen.
Naar aanleiding van die wanhopige
verzuchting, wenschen wij door dezen aan
het geachte hoofd van de Moerbeek toe te
roepenSpan al uwe krachten in voor
het onderwijs (uw werkkring) en ge
bruik uw kennis en vlug begrip uit
sluitend ten bate der jeugd (de toekomst);
misschien gelukt het u dan nog wel
om van ossen menschen te maken.
Tijdens de kermisdagen in genoemde
Moerbeek toch werd de school vóór
drie uur reeds gesloten en zag men
spoedig daarna den geachten hoofdon
derwijzer in vliegende vaart per fiets
wegsnellen, wegens zaken die hem boo-
ger gaan dan het lager onderwijs.
Opmerkelijk is het, dat alle leerlingen
vooraf uit de beurs van hunnen mees
ter 5 snoepcenten ontvingen. Lijkt dat
op een stroopje? Of was het uit pure
kinderliefde In het laatste geval
wenschen we den geachten hoofdonder
wijzer nogmaals toe te roepenUit
uwe liefde voor de jeugd dan op andere
wijze en geef hun in de allereerste plaats
degelijk en voldoend onderwijs.
M. de Red., ten zeerste zoudt u de
ouders uit de Moerbeek en Omstreken
verplichten met de opname van deze
regelen, waarvoor bij voorbaat onze
beleefde dank.
Namens vele ouders,
J. KRUIT.
Telkens weer komen berichten over
den vrede tot ons over. De lusse ge
ruchten van voor eenige dagen hebben
reeds een vasten vorm aangenomen. De
Spaansche militaire bladen, de Correspon-
dencia Militar en de Correo Militar we
ten reeds de voorwaarden mede te dee
len, waarop Amerika den vrede wil slui
ten. De Yereenigde Staten eisohen
den afstand van Cuba en Portorico,
twaalfhonderd millioen pesetas oorlogs
schatting en tot waarborg voor de be
taling de tijdelijke bezetting van de
Philippijnen. De laatste overblijfselen
van het eenmaal zoo uitgebreide ko
loniaal gebied in Midden- en Zuid-Ame
rika zullen dus tot brug moeten dienen,
waarover Amerika tot Spanje wil ko
men om de vriendschappelijke betrek
kingen te Madrid weder aan te knoopen.
Spanje was eenmaal de middellijke
schepper van de Monroe-leer, aan wel
ker pulitieke geloofsbegrippen het thans
zijn laatste kleinood ten offer moet brengen.
Het was in 1822. Venszuela, Nieuw-
Granada, Ecuador, Peru, Chili, de
vereenigde gewesten aan de Rio delaPlata
en Paraguay hadden zich na een jaren-
langen strijd met het Moederland, vrij
gevochten. Spanje poogde bij de Euro-
peesche regeeringen hulp te verkrijgen,
om zijne afgevallen koloniën opnieuw
onder zijne heerschappij te krijgen.
De hoven van Parijs en Petersbrug
schenen ten slotte genegen, Spanje in
zijne plannen behulpzaam te zijn. De
Vereenigde Staten hadden zich tot dien
tijd buiten de Zuid-Amerikaansche aan
gelegenheden gehouden. Toen evenwel
eeneEuropeesche inmenging in de Ameri-
kaansche zaken als een dreigend spook
door de lucht begon te zweven, kwam
de Unie tot de erkenning der republie-
ken.De passieve houdiDg werd te Washing
ton door de verklaring van president
Monroe, dat de Vereenigde Staten gee
nerlei bemoeiing der Enropeesche mo
gendheden in de zaken van het vaste
land van Amerika zouden dulden, door
eene actieve politiok vervangen.
Thans bepaalt het beschermend optre
den van de Unie zich niet alleen meer
tot het vasteland, doch hare moederlij
ke teederheid strekt zich ook al tot de
oilandon uit. AfgeBchoidon van do vraag,
of do Amcrikaansche liefde uit een zui
ver philanthropisch hart opwelt, meenen
wij toch, dat een regeeringsstelsel in o-
vereenstemraing mot onze hedendaagsche
begrippen ook voor Cuba en Portorico
hoogst noodzakelijk zijn. Het Spaansch
systeem, voor eeuwen door de eerste ver
overaars onder Cortiz, Pizarro, d' Al-
magro ingevoerd, heeft in den loop der
eeuwen nooit eenige wijzigingen onder
gaan. De burgerlijke en militaire waar
digheden werden en bleven alleen bezet
door Spanjaarden.
Rechters, veil voor geld, trokken ge
regeld partij voor hunne landslieden. Een
landvoogd,met koninklijke macht bekleed,
kon noch wilde van zijn verheven stand
punt zelfs de grofste misbruiken waar
nemen. Van betrekkingen tot vreemde
natiën was in de Spaansche koloniën
nimmer sprake. Tot voor weinige jaren
mochten in hare havens niet anders dan
Spaansche schepen komen. Zij handel
den uitsluitend met het moederland en
dit alleen voorzag hen van producten,
die zij zeiven niet opleverden. De ver
schillende gewasten mochten geene pro
ducten telen, dan die hun door het
moederland waren voorgeschreven. Een
geestelijkheid, met onbeperkte maoht be
kleed, zorgde er ten Blotte voor, dat in-
tellectuëele ontwikkeling niet tot onaf-
hankolijksheidsbegrippen kon leiden.
Dat tenslotte de domme, bijgeloovige
plantage-bevolking, de halfwilde herders,
de zwervende Indianen de wapens legen
het Spaansche bestuur opnamen, bewijst
wel, dat de kruik zoolang te water was
gegaan, dat zij moest bersten. Welke
de regeeringsvorm na den oorlog op de
eilanden zal zijn, is nog onzeker.
Trouwens, dat kan ook een zorg van
later tijd zijn. Hoofdzaak is thans, om
in den kortst mogelijken tijd een einde
aan het bloedvergieten te maken. De
Spaansche regeering schijnt den strijd om
Santiago te willen afwachten, vóórdat zij
openlijk erkent, dat vrede-sluiten nood
zakelijk is. Voor het kabinet Sagasta
blijven de vooruitzichten evenwel hoogst
moeilijk. Een deel der openbare mee
ning met het leger aan het hoofd verzet
zich tegen eene oplossing, die te zware
offers eischen zou. Gelijk reeds bij zoo
menige gelegenheid, wanneer een volk
door de rampen des oorlogs wordt ge
troffen, zoekt men een zondebok, die in
de woestijn kan worden gejaagd. De
ministers beschuldigen elkaar en worden
voortdurend vervangen. Reactionnairen
en revolutionnairen zijn druk in de weer
om de regeering en de dynastie in de
oogen van het volk verdacht te maken.
Wanneer straks een man van eenige
beteekenis zich aan het hoofd der be
weging plaatst zal het hem gemakke-
kelijk zijn om de ontevreden bevolking
tot daden van geweld op te zweepen.
Nog is er kans op redding; want de
rechte man ontbreekt om de vijanden
der bestaande dynastie onder één vaan
del te vereenigen. Evenwel, wanneer
generaal W eyler zich aan het hoofd der
ontevredenen mocht stellen, is een re
volutie niet alleen mogelijk, maar biedt
zij zelfs alle kansen van slagen. Er is
misschien slechts ééne kans, om eene
omwenteling te voorkomen en die is
door den „Alva van Cuba" aan het
hoofd van een militair kabinet te plaat
sen. Dit weten èn de koningin-regentes
èn Sagasta. Vandaar bij de regeering
een slappe, wankelmoedige houding, eene
vervreemding tusschen regeering en dy
nastie, omdat de krachten ontbreken,
die beiden tot wederkeerigen steun kon
den strekken. Zoowel de koningin-re
gentes als 't hoofd van 't kabinet wach
ten slechts op het geschiktste oogenblik,
om hunne plaatsen door meer gewilde
personen te laten bezetten.
Terwijl wij deze regelen neerschre
ven, komt het bericht tot ons, dat San
tiago zich heeft overgegeven. Wij had
den niet verwacht, dat de oude hoofd
stad van Cuba zoo spoedig tot de capi
tulatie overgegaan zou zijn. De bezetting
toch bestond uit 12 h 15 duizend geoe
fende soldaten, terwijl het Amerikaansche
leger slechts over 20 duizend manschap
pen kon beschikken. Was deze verhou
ding voor de belegeraars reeds ongunstig,
nog ernstiger werd zjj door de
slag- en plasregens der laatste dagen.
De ontzettende regens maakten de troe
penverplaatsingen bijna onmogelijk, ter
wijl zij de legerplaats zelve in een mod
derpoel herschiepen. Het zware bele
geringsgeschut bleef op verscheidene
plaatsen in po^en en plassen steken
de loopgraven waren onbruikbare sloo-
ten geworden. Erger nog dan al deze
ongemakken en belemmeringen was het
optreden van de gele koorts in de A-
merikaansche gelederen. Ernstig greep
de gevreesde ziekte reeds om zich heen
en deze bondgenoot van Spanje zou
zeker de Amerikanen weldra genood
zaakt hebben, om het beleg op te
breken.
Deze toestand kon den Spaanschen gene
raal Toral niet onbekend zijn vandaar dat
wij de overgave der stad niet kunnen ver-
klarenjntusschen zijn de voorwaarden zeer
eervol. Onder de capitulatie zijn de plaat
sen ten oosten van Santiago begrepen.
De bezetting dar verschillende plaatsen
krijgt vrijen aftocht naar Spanje, waar
heen ze op kosten van de Amerikaansche
regeering zal worden getransporteerd. In
dien de overgave van Santiago het keer
punt in den oorlog zal zijn, dan bestaat
er kans, dat de vredesonderhandelingen
weldra officiëel geopend zullen worden.
Het zij zoo.
Schagen, 16 Juli 1898.
Bij het toelatings-exa-
men voor do Rijks Hoogere Burgerschool
te Alkmaar, zijn geslaagd voor de le
klasse Joh. Meurs Pzalhier en Jb.
Westenberg te Haringhuizen, beiden leer
lingen aan de O. L. S. alhier.
Door een ongelukkig toe
val kreeg de knecht van slager K. al
hier Donderdag oen zeer diepe snede
over de hand. Dr. Melchior moest de
wond naaien en verbinden. Het zal et
telijke dagen duren, eer de jongeling
zijn werk weer kan verrichten.
Aan het bij gelegenheid
der kroningsfeesten te Amsterdam
te geven gymnastiekfeest zal door onze
Gymnastiek- en Schermvereeniging
„Lycurgus" met een 20-tal leden wor
den deelgenomen.
Toch eindlijk schijnt de zonne weer
En straalt langs veld en wegen
Weg is de koude, natte wind,
Weg is de kille regen.
Nu is het Zomer, Zomer nu,
De zon lacht van den hemel
De muggen dansen in de lucht
Met dartelend gewemel.
De dieren in de vette wei
Nu ruimer ademhalen.
Het geurig, pas gemaaide gras
Geelt in de zonnestralen.
De oppers rijzen op het land,
Het koren rijpt in d'aien
En golft op 't veld bij zachten wind
Als licht bewogen baren.
De landman jubelt in zijn hart
En groet het zonlicht blijde.
Zijn oog verheldert als het gaat
Langs akkers, veld en weide.
't Is Zomer nu en alles juicht,
Vergeet zijn leed en smarte.
't Is Zomer buiten op het veld
En Zomer in het harte.
O, Zomertijd, zoo lang verbeid
Toev' lang in Hollands dreven
Is Winter slaap en Lente jeugd,
Gij, Zomer 1 zijt het leven
Een amazone.
In Berlijn heeft een toer, welke een
jonge vrouw Fedora Vona, eiken avond
in het Hippodrome verricht, veel bijval.
Deze jonge dame springt te paard over
een landauer heen, waarin zich vier per
sonen bevinden. De landauer is 2.50 M.
hoog en 8 M. breed. Dit is wel het
record van hoogspringen.
Hoe oud zijn karpers.
Om den ouderdom van karpers te kun
nen bepalen, neme men een schub, make
ze zorgvuldig in alcohol Bchoon en houde
ze tegen het daglicht. Een heldere plek
in het midden der schub toont aan, dat
de karper pas een jaar oud is. Is dat
heldere punt door een ring omgeven,
dan heeft men mot een karper van twee
zomers te doen, toont de schub evenwel
twee ringen, dan is de visch, waaraan
zij ontnomen is, driejarig. Elke ring om
het heldere punt in het midden van de
schub toont, dat de karper een jaar ou
der is.
Het verslikken door kin-
deren. Hoe vaak gebeurt het niet,
dat kinderen zich verslikken, of dat hun
iets in het „verkeerde keelgat* terecht
komt. Gewoonlijk klopt men dan het
kind op den rug, zonder dat het middel
evenwel bijzondere uitwerking toont.
Hoe gemakkelijk het kwaad is te ver
helpen, daarvan kan zich elke moeder
oogenblikkelijk overtuigen, als zij het
volgende eenvoudige middel aanwendt.
Grijp beide handen van het kind ter
stond vast en trek de armen recht langs
het hoofd naar boven. De daardoor ont
stane verruiming van de borst doet ter
stond het hoesten ophouden.
Het arbeid s-scheidsge-
recht, dat onlangs te Kopenhagen is inge
steld, is dezer dagen voor het eerst en met
succes opgetreden.De patroons en de werk
lieden van het ijzervak waren reeds zes
maanden aan het onderhandelen over
een loongeschil en men kon het maar
niet eens worden. Beide partijen beslo
ten daarop, zich tot het scheidsgereeht
te wenden. Dit heeft nu den strijd bij*
gelegd en bepaald, dat de nieuwe rege
ling ten minste een jaar zal gelden en
onmiddellijk in werking zal treden. Dit
besluit werd met algemeene stemmen
genomen. Na de uitspraak overhandigde
elk van beide partijen den voorzitter
van het scheidsgerecht een som van 100
kronen voor liefdadige doeleinden, om
dat de beslissing den strijdenden
niet op kosten had gejaagd.