Zondag 24 Juli 1898.
42ste Jaargang No. 3330.
Dit nummer bestaat uil
twee bladen.
EERSTE KLAD.
GemeenteSchage n.
Recht en Plicht.
Binnenlandsch Nieuws.
Alititti Nieiws-
Itiensiiic- k Liiilmi
Dit blad verschijnt tweemaal por weekWoensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVLnTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Bureau: ëCMAGKK, Laan, I) 4.
UitgeverP. TRAPMAN.
Medewerker J. W1 X K E L.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 8.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 6 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Bekend m akinjren.
Burgemeester en Wethouders der Ge
meente Schagen
Gezien art. 219 2de alinea der Wet
tot regeling van de samenstelling, in
richting en bevoegdheid der Gemeente
besturen, brengen ter kennisse van de
ingezetenen, dat de rekening dezer Ge
meente over het afgeloopen dienstjaar
1897 ter Secretarie voor een ieder ter
lezing is nedergelegd vanaf heden tot
en met den 3den Augustus e.k., van
des voormiddags tien tot des namiddags
twee ure, en hetzij in druk, hetzij in
afschrift, tegen betaling der kosten al
gemeen verkrijgbaar wordt gesteld.
Schagen, den 19 Juli 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
P. BUIS.
De Secretaris,
DENIJS.
II.
In niet één politiek program, dat in
het vorige jaar bij de stembus gold,
miste men een paragraaf betreffende de
verzekering tegen de gevolgen van on
gevallen in fabrieken en werkplaatsen.
Het is waar, het program van actie der
anti-revolutionnairen noemde de verzeke
ring wel niet bij name, maar sprak toch
van een regeling van het arbeidscontract,
waarin de verzekering tegen ongevallen
kon worden opgenomen de christelijk-
historischen verlangden, dat de Staat zou
waken voor de veiligheid van het leven
der werklieden in fabrieken enz.; de katho
lieke staatspartij verlangde „verzeke
ring tegen ziekte, ongevallen, invaliditeit
en ouderdom" de Liberale Unie vroeg
in haar program van urgentie invoering
van een stelsel van verplichte verzeke
ring tegen de nadeelen, waaraan de ar
beid blootstaat ten gevolge van ongeval
len, ziekte, invaliditeit en ouderdom,
terwijl zij en terecht daaraan liet
voorafgaan de regeling van het arbeids
contract tot beter verzekering van de
wederzijdsche rechten en verplichtingen
bestond toch deze regeling, de ongeval
lenwet zou dan slechts een logisch ge
volg, een aanvulling zijn van de bepalin
gen van dit ingevoerde arbeidscontract.
De Radicale Bond acht in haar pro
gram dan ook het waken voor de veilig
heid in fabrieken en werkplaatsen en
het voorkomen dat arbeiders door onge
vallen afhankelijk worden van openbare,
kerkelijke of particuliere liefdadigheid,
een gevolg van de regeling van het ar
beidscontract.
De sociaal-democratische arbeiderspartij
spreekt in haar program wel niet direct
van een verzekering tegen ongevallen,
maar waar zij invalide werklieden wil
pensionneeren en verbetering en uitbrei
ding der bestaande arbeidswetgeving
verlangt, zal de ongevallenwet van haar
zijde geen stelselmatige of beginsel-oppo
sitie uitlokken.
Deze wet kan dus niet hebben eenige
politieke beteekenis, tenzij de rechterzijde
elk wetsontwerp, dat van dit ministerie
uitgaat, zal aangrijpen, om het 't leven
zoo zuur mogelijk te maken.
In de memorie van toelichting grondt
de minister het recht van den werkman
op schadeloosstelling, wanneer hom een
ongeval overkomt, op het bepaalde in
de artikelen 1401 en volgende van het
Burgerlijk Wetboek.
Art. 1401 wil, dat elke onrechtmatige
daad, waardoor een ander schade wordt
toegebracht, dengene, door wiens Bchuld
de schade veroorzaakt is, de verplichting
oplegt om deze te vergoeden, terwijl
art. 1402 een ieder verantwoordelijk
stelt, niet alleen voor de schade, welke
hij door zijn daad, maar ook voor die,
welke hij door zijn nalatigheid of onvoor
zichtigheid veroorzaakt.
In de memorie van toelichting komt
nu een uitvoerige beschouwing voor over
de mogelijkheid voor deu werkman, om
krachtens deze artikelen en volgende
schadeloosstelling te erlangen en daaruit
blijkt
lo. dat er een groote onzekerheid
bestaat, in welke gevallen de wet voor
ziet
2o. dat een werkman in een ongun-
stigen toestand verkeert bij het voeren
van een proces met betrekking tot den
bewijslast
8o. dat het proces in den regel lang
duurt, terwijl de werkman intusscben
volkomen onverzorgd is en na het win
nen van het proces blootstaat aan de
onmogelijkheid om het vonnis ten uit
voer te leggen, tengevolge van de insol
ventie der tegenpartij.
Het recht van den werkman op scha
deloosstelling dus eenmaal wettig erkend
zijnde, lag het op den weg van den
huidigen wetgever, om diens rechtstoe
stand zoodanig te maken, dat hij dat
recht kon doen gelden, zoolang niet
van opzet zijnerzijds is gebleken.
De ongevallenwet gaat echter iets
verder. Art. 1401 spreekt van de on
rechtmatige daad", maar ongevallen kun
nen plaats hebben door onbekende oor
zaken of ook door overmacht of samen
loop van verschillende omstandigheden,
die men gewoonlijk toeval noemt. Vaak
is daarbij van opzet of schuld van den
werkgever of zijn ondergeschikten (art.
1403) geen sprake, en toch kan levens
lang de werkman de gevolgen moeten
dragen van het ongeval.
Indien dus het wetsontwerp ook bij
deze ongevallen dus zonder de onrecht
matige daad den werkman schade
loosstelling toekent, dan wordt door den
wetgever voor hem een nieuw recht ge
schapen, dat betwist kan worden, maar
waartoe voor de voorstellers van het
wetsontwerp weinig kans bestaat, omdat
de samenstellers der programma's van
de verschillende partijen bij de ongeval
len-paragraat toch wel iets verder zullen
gedacht hebben, dan aan een bevestiging
van het recht, den werkman bij het B.
W. geschonken.
De regeering zelf gaat dan ook van
het beginsel uit, dat gemeeno
gevaren zooveel mogelijk gemeen
schappelijk moeten worden gekeerd en
gemeene lasten gemeenschappelijk moe
ten worden gedragen.
Het arbeidsvermogen van den werk
man is in den regol de eenige bron van
zijn inkomenverliest hij dat, dan
heeft hij ook niet één middel
meer van bestaan en daarvan onder
vindt de gemeenschap dadelijk de schade
lijke gevolgen. Ongelukken zijn, vooral
bij de vlucht die de industrie heeft ge
nomen, bij het ingewikkeld samenstel
der machinerieën, waarvan de werkman
vaak niet meer is dan het verlengstuk,
niet meer te voorkomen; hij is daaraan
even goed blootgesteld als de soldaat
aan den kogel op het slagveld, en zooals
het vaderland voor zijn verminkte oud
krijgers of voor hun nagelaten betrek
kingen zorgt, is ook de wetgever gehou
den, de gemeenschap te vrijwaren van
de voor de maatschappij gevaarlijke ge
volgen, als de arbeider door een onge
val niet meer kan werken of na zijn
dood zijn vrouw en kinderen aan den
honger worden overgeleverd.
Hieruit vloeit van zelf voort, dat de
te betalen premies behooren tot de kos
ten der productie of van de uitvoering,
en dat zij derhalve op stuk van zaken
zouden moeten worden gedragen door
hen, voor wie wordt geproduceerd of
uitgevoerd, d.i. door de gemeenschap.
Een verhoogd rechtsbewustzijn, het
begrip van sociale rechtvaardigheid, heeft
dus aanleiding gegeven tot het indienen
van dit wetsontwerp. Waar vroeger de
werkgever civiel rechterljjk aansprakelijk
kon worden gesteld voor een gepleegde
daad, waarvan de onrechtmatigheid
moest bewezen worden, houdt die aan
sprakelijkheid op en treedt het civiel
rechterlijk beginsel op den voorgrond.
Door don werkgever den plicht op te
leggen, zijn werklieden tegen ongevallen
te verzekeren, wordt voorkomen, dat de
werkman zijn civiel recht, dat voor hem
vrij onzeker was, zal doen gelden, ter
wijl hij thans door het hooger rechtsbe
wustzijn der gemeenschap een publiek
recht zal erlangen, wanneer hij hulpe
loos zal zijn geworden, door een onge
luk in het bedrijf verkregen.
li-
Volgens de memorie van toelichting
moet een regeling, als hier bedoeld, zoo
werken, dat zij zoowel voor de werkge
vers als voor de werklieden een prikkel
is om te trachten, het maximum voorzor
gen te nemen ter voorkoming van onge
lukken.
Het spreekt van zelf, dat het in het
belang van den werkgever zal zijn, dat
de premie, door het nemen van de noo-
dige voorzorgen, zoo laag mogelijk zal
worden gesteld. Ten einde ook bij de
werklieden die prikkel te doen gevoelen,
is vaak voorgesteld om ze een deel der
premie te laten betalen.
Het komt ons voor, dat dit niet noo-
dig is, want hoewel de premiën eigenlijk be
schouwd moeten worden als noodzakelijke
koiten der productie of van uitvoering, en
hoewel zij in tal van bedrijven daarop
dan ook gemakkelijk kan gebracht wor
den wij wijzen o a. op de bouwvak
ken, waar nu reeds de verzekering te
gen invaliditeit en ongelukken een post
uitmaakt op de raming voor het een of
ander werk in een massa andere be
drijven zullen de werklieden het zijn,
die ten minste voor de helft hun eigen
verzekering moeten betalen.
Dit is nu wel onbillijk, want de ver
hoogde kosten van den werkgever sprui
ten alleen daaruit voort, dat hij zich
vroeger onttrok aan een verplichting,
die hem thans door de wet wordt opge
legd, welke weer het gevolg is van een
meer en meer ontwakend rechtsbewust
zijn maar spoedig zullen de werklieden
wel leeren inzien, hetzij in den vorm
van miuder loon, hetzij door bet inhou-
don van een gedeelte der premie, indi
vidueel voor hen te betalen, dat zij
meê moeten betalen en dat het dus op
hun weg ligt, om door het nemen van
voorzorgen en maatregelen de gevaren-
klasse te verminderen en de percenten
aanslag lager te doen zijn. Hij zrl zelfs
controle houden op zijn patroon, opdat
deze niet nalatig zij in het nakomen van
zijn plichten.
Waar het dus niet te loochenen valt,
dat de werkman ten minste een deel
der verzekeringspremie zal betalen en
men van hem kau verwachten, dat hij
er voorzal waken dat het percentage der
gevarenklasse van het bedrijf minder
groot wordt, als zijnde in zijn voordeel,
is het noodig, dat de bepaling, dat de
werkman geen recht op schadeloosstel
ling heeft, noch behoort te hebben, wan
neer hij met opzet of door eigen schuld
een hem overkomend ongeluk veroor
zaakt, niet te gestreng worde toegepast.
Opzet zal wel zeer zelden voorkomen en
is bijna niet denkbaar.
Eigen schuld is zeer rekbaar; een werk
man, die dagelijks tusschen tal van ma
chinerieën en raderen zich beweegt, ge
raakt daaraan gewend en voor den leek
zal vaak op roekeloosheid gelijken, wat
in de industrie tot de dagelijks weder-
keerende gebruiken behoort.
Vaak is echter de werkgever ook
van die onverschilligheid voor het ge
vaar de oorzaak. De arbeidsduur kan te
lang zijn, waarvan vermoeidheid en uit
putting het gevolg zijn, en vaak kan de
haast, waarmeê in sommige gevallen ge
arbeid moet worden, aanleiding geven tot
het veronachtzamen van de regelen der
voorzichtigheid.
Een groot bewijs van het recht van
den werkman op verzekering tegen on
gelukken en van den plicht van den
werkgever, om daarin te voorzien, wordt
echter in do memorie van toelichting niet
aangevoerd.
Het rechtsbewustzijn in deze is reeds
zoodanig, vooral door het hameren der
vakvereenigingen op dit punt, onder de
werkgevers doorgedrongen, dat zeer ve
len hun werklieden tegen ongelukken
verzekerd hebben, hetzij in groote fabrie
ken en werkplaatsen in eigen fondsen,
hetzij bij verzekerings-maatschappijen,
waarbij in den regel de werkman een
gedeelte der premie betaalt. Van de 72
ongevallen, die in Amsterdam in de
maand Maart plaats vonden, waarbij 64
personen tijdelijk invalide, 6 personen
geheel invalide, 1 gedood en 1 voor
gemakkelijker werk werd aangewezen,
waren er slechts 5, die niet de een of
andere schadevergoeding, hetzij van de
zijde der patroons, hetzij door verzeke
ring, verkregen. Dat de laatste echter nog
lang niet algemeen is, blijkt uit het feit,
dat een der eischen van de stakende
timmerlieden in Amsterdam verzekering
tegen ongelukkan is.
Al ware 't dan ook, dat argumenten
van civiel recht in deze niet konden
gelden, de meer en meer doordringende
humanere begrippon omtrent de verhou
ding tusschen werkgever eu werknemer,
die ook uit de sociale paragraaf der
programma's van de Liberale Unie zoo
luide tot ons spreken, heeft de wetge
ver terecht geprikkeld, om door een wet
betreffende de verzekering der werklie
den tegen ongelukken uiting te geven
aan het verhoogde rechtsbewustzijn. Of
dit wetsontwerp en zijn technische sa
menstelling geheel aan het doel zal be
antwoorden, weten wij niet. Daar niet
alle bedrijven er in zijn opgenomen, be
schouwd de wetgever de wet kennelijk
nog als een proef, die echter met succes
kan worden toegepast, omdat men zich
heeft kunnen spiegelen aan het voorbeeld
van andere landen, die ons op dat punt
reeds vóór zijn geweest.
Ook met de indiening van dit wets
ontwerp heeft dit ministerie getoond, dat
het getrouw en zeker de beloften wil
nakomen, in de troonrede neergelegd.
Vergadering van den
Raad der gemeente Nieuwe Niedorp,
op Woensdag 20 Juli 1898, 's avonds
half acht ure.
Aanwezig alle leden. Voorz. de heer
J. v. d. SlokBurgemeester.
Na de gewone opening en verwelko
ming worden de notulen der laatste
vergadering gelezen en ouder dankzeg
ging goedgekeurd.
Naar aanleiding van de notulen deelt
de Voorz. mede:
1. dat na gehouden onderzoek is
besloten tot herstelling van de Veriater
sluisaanbesteding zal plaats hebben
a. s. Zaterdagavond, terwijl het bestek
tot dien datum ter inzage zal liggen
echter kunnen alleen ingezetenen van
O. en N. Niedorp naar het werk
inschrijven.
2. dat de vragenlijsten van de com-
missiën voor de Wereldtentoonstelling
in 1900 te Parijs voor zoover deze ge
meente betreft zijn ingevuld en ver
zonden.
3. dat geen lossing van bouwma
teriaal aan den Leijerdijk meer plaats
heeft en de heer Burgemeester van O.
Niedorp zooveel mogelijk voor herhaling
zal waken, terwijl in overweging zal
worden genomen, in hoeverre ter plaatse
een oplos-gelegenheid gemaakt kan
worden.
4. dat het kohier van den Hoofde-
1 ijken Omslag goedgekeurd van H. H.
Gedeputeerde Staten teruggekomen is.
Vervolgens wordt door stemming de
voordracht samengesteld ter benoeming
van 2 leden voor het college van zet
ters. Ten eerste zijn daarop geplaatst
de heeren P. Haringbuizen en K. de
Moor en als tweede dubbeltal de hee
ren J. Wijn en P. Koopman.
Hierop leest de Voorz. een missive
van H. H. Gedeputeerde Staten van 13
Juli j. 1., waarbij wordt te kennen ge
geven, dat bij circulaire van 25 Juni
1898 (Prov. Blad No. 59) mededeeling
werd gedaan van de voorwaarden, waar
op door den Minister van W. H. N.
vergunning werd verleend tot het berij
den van de wegen, onder beheer van het
Rijk, met een motorrijtuig, en dat door
Ged. St. wordt overwogen, in hoeverre
dit onderwerp ook bij Provinciale Ver
ordening zou behooren te worden gere
geld voor de wegen, niet onder beheer
van het Rijk. Dat Ged. St., hoezeer
het wenschelijk achtende, dat voor die
wegen dezelfde voorwaarden zullen gel
den, als die door den Minister vastge
steld, alvorens hieromtrent een bepaal
de meening uit te spreken, gaarne het
oordeel van de verschillende gemeente
besturen te dien opzichte vernemen.
Na lezing der voorwaarden voor Rijks
wegen vraagt de Voorz., of men de be
handeling dezer kwestie nog wil uitstel
len of dadelijk aanvangen.
De heer Visser, die liefst nu dit punt
wil bespreken, meent, dat de Rijksbepa
lingen scherp genoeg zijn, en dat de ge
meente daaraan niets behoeft toe te voe
gen.
Ook de Voorz. acht de bepalingen vrjj
volledigalleen omtrent het gewicht der
motorrijtuigen zou misschien iets kunnen
worden voorgeschreven. De bruggen toch
worden aangelegd en berekend naar ge
woon verkeer. Overigens zou Voorz.
geen bezwaar hebben tegen het bezigen
van een motorrijtuig als trekkracht, ter
wijl hem de snelheidsbepalingen nog al
scherp voorkomen.
Na eenige overweging wordt besloten,
Ged. St. te antwoorden, dat geen noe
menswaardige bezwaren bestaan tegen
invoering van de Rijksvoorwaarden ook
op andere wegen, doch dat overwoging
verdient het rijden te beperken met bui
tengewoon zwaro voertuigen als locomo
biels, petroleum- en meelwagens enz.
Enkele Staats- en Prov. Bladen voor
de gemeente N. Niedorp van minder be
lang worden nog voor kennisgeving aan
genomen.
Eenige, vanwege een naamlooze
commissie toegezonden circulaires, waar
bij den landbouwers bescherming van
nuttige vogels met name kieviten wordt
aanbevolen, zijn door den Burgemeester
nog niet verspreid: le. omdat ze van
onbekenden afkomstig zijn, en ten 2de
wijl bescherming weinig meer zou zijn,
dan kweeken voor jagers uit andere
plaatsen.
De missive, waarbij wordt bericht,
dat de tramlijn SchagenWognum ui
terlijk 1 November a. s. in plaats van
1 Augustus in exploitatie moet zijn
genomen, wordt voor kennisgeving ter
zijde gelegd.
Hierna brengt de Yoorz. het opge
maakt kohier van de hondenbelasting
ter tafel, waarbij wordt medegedeeld,
dat daarop zijn gebracht 171 honden
(„gevaren", „wilde beesten" hoort de
verslaggever uit sommige hoeken inter-
rumpeeren), allen vermoedelijk vallende
in de termen van trek- of waakhon
den, zoodat geen luxe honden op het
kohier voorkomen.
De heer Kuilman meent, dat het wel
gemakkelijk, maar minder juist is, alle
honden als zoodanig te kwalificeeren
en noemt een paar voorbeelden op,
waarbij toch naar sprekers oordeel
moeilijk aan iets anders dan een luxen
hond kan worden gedacht.
De Yoorz. zegt, een solide brandkast
te hebben en toch daaromheen nog een
brandkast te hebben laten maken en de
legende van de ganzen van het Kapitool
aanhalende, oordeelt spreker, dat men
den eenen hond kan hebben om den
ander wakker te maken, of althans dit
kan opgeven en dan zal het gemeente
bestuur dergelijke verklaring voor waar
moeten aannemen.
De heer Visser brengt in het midden,
dat de vermoedelijk door den heer Kuil
man bedoelde „buurman" niet heeft 3
honden, maar slechts 1 hond, terwijl
diens zoon en dochter elk een hond be
zitten, welke beiden ter bewaking van
kantoor of huis dienen.
Nadat de beer Koopman nog verklaart,
dat bij zoodanige regeling de verorde
ning geheel anders werkt, dan de Raad
oorspronkelijk bedoolde, wordt eindelijk
besloten het aldus opgemaakte kohier
vast te stellen op f171.
Do heer Kuilman hoopt het volgend
jaar verhooging van hel bedrag per hond
voor te stellen.
Hiermede is de agenda afgehandeld
en doet Voorz. de rondvraag.
De heer Kuilman zegt daarop, dat in den
laatsten tijd bij herhaling in de Schager
Courant ingezonden stukken voorkomen,
die zeer beleedigend zijn voor het hoofl
der school in de Moerbeek en niet al
leen voor dezen, maar ook voor de com
missie van het schooltoezicht (hier B. en
W.,) die hare taak niet naar behooren
schijnt te vervullen, en voor den Raad,
die geen voldoend toezicht zou houden.
Spr. vraagt de schoolcommissie, wat er
van die stukken waar isin het laatste,
onderteekend door J. Kruit, wordt be
weerd, dat de school in de Moer
beek te vroeg uitgaat en onlangs, dat
in de Pinksterweek geon school gehou
den is. „Wat is," zegt spr, „daar van
waar
De voorz. antwoordt het genoegen te
hebben, alle gevraagde inlichtingen te
kunnen geven Het is, zegt spr., sedert
geruimen tijd het gebruik aan de sc hooi
in de Moerbeek, om in de Pinksterweek
wel des Zaterdags te voren, maar niet
op Dinsdag school tc houden. Nu was
dit jaar dc heer Yan Eden benoemd tot