illtlfll fiiEUS- Donderdag 28 Juli 1898. 42ste Jaargang Uo, 3331. Een Offer. Bureau: SCHAGiH» taan, I) 4. UitgeverP. TRAPMAN. MedewerkerJ. W1XKËL. Bekendmakingen. GemeenteSchagen. NATIONALE MILITIE. Binnenlandsch Nieuws. FEUILLETON. Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 8.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 6 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. ROMAN van H. Schübert. Wieringen. Wieringen. Dirkshorn. 5 Almlenlie- Laiibinilai. Burgemeester en Wethouders der Ge meente Behagen Gezien art. 219 2de alinea der Wet tot regeling van de samenstelling, in richting en bevoegdheid der Gemeente besturen, brengen ter kennisse van de ingezetenen, dat de rekening dezer Ge meente over het afgeloopen dienstjaar 1897 ter Secretarie voor een ieder ter lezing is nedergelegd vanaf heden tot en met den 3den Augustus e.k., van des voormiddags tien tot des namiddags twee ure, en hetzij in druk, hetzij in afschrift, tegen betaling der kosten al gemeen verkrijgbaar wordt gesteld. Behagen, den 19 Juli 1898. Burgemeester en Wethouders voornoemd, P. BUIS. De Secretaris, DENIJS. De Burgemeester van Schagen, daartoe de noodige aanschrijving ontvangen heb bende, brengt ter algemeene kennis, dat tot den werkelijken dienst wordt opge roepen onderstaande verlofganger der lichting 1895, Starke, MensoPieter, behoorende bij het Regiment Grenadiers en Jagers, (Garnizoen te 's-Gravenhage,) tegen 2 September a. s. Welke verlofganger op genoemden datum bij zijn korps present zal moeten zijn voor des namiddags vier ure. Schagen, 26 Juli 1898. De Burgemeester a. i. voornoemd, P. BUIS Jz. Vergadering van den RAAD der gemeente Wieringen, ge houden op Maandag 25 Juli 1898, des namiddags 2 ure. Voorzitter de EdelAchtb. heer L.C. Kolf. Afwezig de heer P. 8. Kuwt. 26. „Maar ik mocht Berger", zoo ging Sche- rer voort, „van o geen onwaarheid zeggen, Ednard, hem niet spreken over verhoudingen en gevoelens, die tnsschen n en Era niet bestonden. Ik geloof, dat de se omstandigheid en het feit dat ik maar Iaat ik de dingen niet voornit loopen. Berger staarde on afgebroken nit het venster, zoodat ik hem eindelijk wakker sehndden moest. „Mijnbeer Berger,* begon ik, „mag ik n nog eenmaal een paar woorden zeggen ten gnnite van nw kleinkind f* „Ik wil niets meer hooren,* riep hij heftig, „nooit zal ik iemand, die dien verfoeilijken naam Eerbach draagt, een eent geven. Zij mag van mijn part hongerlijden, werken of bedelen, dat is mg allemaal gelijk, al stierf de overste met zijn kind ook in het armenhuis. Tot op mijn jongsten dag solt ge geen ander antwoord hooren en gij te vergeefs hopen, wanneer ge meent, dat de toekomst mijne zinnen buigen of veranderen zou. „Dan," antwoordde ik melig, „zal ik mg de vrijheid veroorloven, tegen nw wil toch te hopen, dat ge tot inkeer zult komen en nu heb ik de eer n te groeten. „Met een afgemeten buiging, die bjj even koel beantwoordde, wilde ik m(j ver wijderen, toen hij plotseling mjjn hand greep en warm drukte, een handeling, die mg tot de volgende woorden aanmoedigde: „Mijnheer Berger, trots hetgeen er tnsschen ons is voorgevallen, hoop ik toob, dat gij hart en gevoelen voor nw kleinkind eolt hebben. Uw troosteloos thnis, nw eenzaam huis, nw droefgeestige pracht, alles eischt, dat ge Eva hierheen «nlt brengen. Vergeet het ver leden denk er aan, dat ge het hart van hot eenig kind uwer dochter winnen bant. Wat beeft Eva nit te staan met de daden haars vaders/* „Hjj had mgn hand gedurende die woor den losgelaten en zag mij zoo wild bbd, dat het mij leed deed, niet reeds vroeger heen gegaan te zijn en daarom was ik heel blij, toen ik eindelijk buiten was. Ik hield hem niet voor waanzinnig, maar ik geloofde.dat hij jarenlaDg znlk een haat tegen overste i ilerbaoh gekoesterd had, dat hg op dat punt Ni opening door den voorzitter worden door den Secretaris, den heer Poel, de no tulen der vorige vergadering gelezen en vervolgens onveranderd door den raad goegekeurd. 1. Is ingekomen een schrijven van den heer O. Kuutwaarin de heer Kuwt verzoekt om, wegens zijn vertrek uit de) gemeente, een half jaar ontheffing van zijn Hoofd. Omslag te mogeu ontvangen. Al gemeene stemmen toegestaan. 2. Een schrijven van dan heer P. Mottert, vermeldende, dat door hem de hond was opgeruimd, en verzoekende, voor de helft van zijn aanslag ontheffing te mogen ontvangen. Da raad besluit, 1j2 jaar ontheffing te veriaenen. 3. Wordt ter tafel gebracht het pro ces-verbaal van de op den 21 Juli j. 1. gehouden kasverifioatie bij den Gemeente- Ontvanger waaruit blijkt, dat de ont vangsten bedragen f51114.62, de uitga ven f 50383.11, zoodat in ka3 moest zijn en is bevonden t 731.51. 4. Wordt gelezen een missive van Heeren Gedeputeerde Staten; behelzende de goedkeuring van het besluit, om aan de openbare lagere school te Oosterland een onderwijzeres te benoemen, op een jaarwedde van f 600. Tevens zal na een 3-jarig verblijf de jaarwedde verhoogd worden met f 50. 5. Is aan de ordeeen schrijven van den heer dr. P. Maats, waarin de hear Maats wijst op de daden der oude vroedvrouw, Mej. iCeffer. Gaarne zag de heer Maats, dat de Raad een beslait nam, om aan de nieuwe vroedvrouw, Mej. T. W. Blok—Dietz, een gratificatie te verleenen, daar deze anders niet in de gemeente kan blijven en weder om vertrekt, hetgeen later moeilijkheden zou veroorzaken. De voorzitter zegt, dat het wel bezwaar lijk is voor de gemeente, om een subsi die te verleenen, doch is van oordeel, dat het wel noodig is. Voorzitter zegt, dat door de rechtbank een onderzoek zal wor den ingesteld tot 13 September omtient den toestand der vroedvrouw Ttfïer, en dat er dan wel eeo beslissing zal worden genomen, hoe of wat. De heer lijeen zegt, in den laatsten tijd omtrent de oude vroedvrouw van verschil lende zijdeD nog al iets gehoord te hebben. De ééae zegt, dat men haar 't brood had ontnomen, de andere beweert het te genovergestelde en een derde van beiden. De voorzitter antwoordt, dat zij nog wel brood heeft en dat zulks allemaal maar kwaadstokerij iswant laatst op eeo avond toen wederom dezelfde karen plaats hal den, liep zij als een wilde naar de politie en zeide, dat men haar geld had gestolen met twee gouden horloges. De politie ont ving allerlei verwjjtiagen van haar en de buren ook omtrent het ge9tolene, doch na gedaan onderzoek vond men bij haar in de kamer een zak, waarin 50 gulden en 2 gouden horloges. Indien er eene ver lossing door haar werd verricht, wilde zij geen geld hebben en zeide, dat het latrr wel kon hieruit blijkt toch, dat zij geen armoede heeft; doch aan al dien laster, kan men zich niet storen. Na eenige discussie wordt besloten, een gratifioatie te verleenen van f 75. 6. Wordt gelezen een circulaire, be vattende de bepalingen, welke iD acht moeten worden genomen bij het berijden der wegen door motorrijtuigen. Voor ken nisgeving aangenomen. 7. Wordt overgegaan tot benoeming van een onderwijzeres aan de opanbare la gere school te Oostrrland. Ingekomen waren 6 sollicitaties. Op de ^voordracht was geplaatst 't volgende drietal1. Mej. P, E. Dondorf. 2. Mej. A. E. Oudt. 3. Mej. N. C. Schoonbroodt. Tot stemming overgaande worden op mej. P. E. Dondorf 5 stemmen en op mej. A. E. Oodt 1 stem uitgebracht. Aizou benoemd, met ingang van 15 Augustus a. 8., mej. P. E. Dondorf, 8. Wordt opgemaakt de voordracht, welke voor 1 Sept. a. s. aan H. H. Ged. Staten zd worden opgezonden, ter benoe ming van 2 zetters voor 's Rijks belas tingen 1. de heer J. Stadig, aftr. 2. de heer N. Hellingman, aftr. 3. de heer J, Bais. 4. de heer A. Minnes. Niets meer te behandelen zijnde, sluit de Voorzitter de openbare vergadering en gaat de raad over in geheime zitting. toch niet ver van waanzin verwijderd was Hij was een zieke, wraaklusligo menschtn- hater, ofschoon ik hem niot te bard wil be- oordeelun. Ik heb u het verleden zoo pre cies geteekend, Eickhoff, opdat ge eerder hetgeen nu kort geleden gebeurd is, zult be grijpen en snappen.* De bankier zweeg, als wenrohte bij, dat zijn toehoorder hem eens iets sou vragen. Eduard wendde zijn hoofd van het venster af en zeide „Ga toch voort, ik luister.* Er lag iets op Eduards gelaat, dat den bankior in 't geheel niet beviel en hem leerde, dat hij geen gemakkeljjke taak zou hebben. Bovendien was de direoteur geen diplomaal, daartoe was hij te eerlijk en op recht; bjj voelde zich tegen «sjjn taak niet opgewassen, maar was overlnigd, dat bet nu beter was, hals over kop de zaak maar af te handelen dan nog langer te draaien en te aarzelen. Bet moest gebeu ren en zoodoende begon hij maar weer „Ik keerde zeer outmoedigd naar Orpon terug en alles wat ik later van den eige naar van Bothenbnrg hoorde, was er niet toe geschikt, mij meer hoop te doen krijgen. Ik zag in, dat het tevergeefs zou zijn, nog meer pogingen te wagen om zijn gunst voor Eva te verwerven. Jaren verlie pen, zonder dat er iets noemenswaard voor viel, totdat gij mg de mededoeling deedt van de dubbele zending van 5000 thaler. Ik wist nu dadelijk, wie de eerste maal het geld gezonden had en geef mij slechts al- leeo moeite om uit te vinden, wie dat zaak je voor mijnheor Berger heeft opgeknapt. Tenslotte kwam ik alles, wat ik wensohte, te weten. Ik kreeg het van u gedaan, Eva bier in Berlijn te zoeken, een zeker iets in uw boudiog en optreden deed mij de hoop koesteren, dat ge nu een anderen weg zondt inslaan en nog den avond van dienselfden dag sprak ik met mgnheer Schott, Bergsr's ad vocaat, reisde den volgenden dag naarRothcn- burg eu wist den ouden heer daar te bewegen zijne zaken te ordenen eer hij voor goed de ze wereld verliet. Mijn optreden bad dit maal een zeer gunstig gevolg, maar ik kon niet bereiken, dat Eva bet vermogen zon der eenig voorbehoud kreeg. Hij heeft haar allts achtergelaten, maar sleohts on der do voorwaarde, dat gjj haar echtgenoot wordt, Eduard." Eickhoff sprong van zijn stool op, de ban kior drukte hBm daarop wedor met kracht te rog. „Weigert zij, dan krijgt ze maar een paar ellendige duizend guldenwilt gij niet, dan krijgt zij alles, maar moet binnen een jaar na den dood van John Berger haar naam door een huwelijk veranderd hebben." Ednard stond nogmaals op, zijne wangen waren hoog rood gokleurd en hij begon haastig de kamer op en neer te gaan; hij had zijne tanden iu de onderlip gedrukt en zijn voorhoofd was gerimpeld, „Ik wilde liever, dat ge mij gedood hadt, dan me dit alles te vertellen, Soherer," zei de hij met heesche stem.-— „Mij tot het voorwerp van zulk oen smaad en bandol te maken, is verschrikkelijk." „Waarde vriend, wees verstandig,* zeide de bankier. „Gij hebt mijn geluk voor eeuwig vernie tigd,* antwoordde Eduard, „een vlok op mijn eer geworpen moet zij niet gelooven, dat „Ik wenschte, dat ge eerst kalmer werdt, zoo ernstig is de zaak waarachtig toch niet,* antwoordde de directenr. Maar nu hield Eduard zioh niet langer in, eeo storm brak er over den trouwen vriend los; zijne teleurstellingen, zijn deemoediging, zijn gewonde trots, alles loste zioh in een verwarden stroom van woorden op, waarvan het slot evenwel duidelijk genoeg was. „Zeg haar,* riep bij mat fonkelende oo- gen, „dat Edoard von Eickhoff vrij wil zijn als de wind des hemels, dat bij zich geen grooteren rijkdom wenscht, dan hij bezit, dat bij nu hare grootmoedigheid begrijpt, maar later eerst van de zaken onderricht heeft gekregen. Ik zal aan de beilniten van dat testament geen aitvoering geven en wil geen deel hebben aan die gruweljjko wilsbeschik king. Zorg ervoor, Scherer, dat mijn eer in baar oogen weder zonder smet wordt, voor haar in hoofdzaak, maar ook voor de wereld. Ik twijfel niet, dat ik met ter tijd weder kalm tal kunnen worden, maar nu moet ik a zrggeD, dat het mij zeer zwaar valt, u vergiffunis te schenken. O, dat ellendige, ongelukkige testament 1" Hij wilde de deur nit, maar de directenr hield hem tegen. „Yan alle onverstandige mensohen, die ik ooit ontmoet heb,Ednard, zijt gij de onverstan digste. Gij behoeft mij geen vergiffenis te schenken, omdat ik tot nw geluk heb bijge dragen en u goedheid heb bewezen even zoomin behoef ik nw boodschap ten oitvoer te brengenik verlang »ao u, dat ge mon deling het arme kind uit de pijnlijke positie bevrjjdt, waarin zij zich na kennisneming van het testament zal bevinden.* „Era west daar dan nog niets van?' „Neen, en ik wilde haar do geheele zaak gemakkelijker maken, door eerst a te over reden, baar te vragen." Eduard laebte luid, hg wierp zich in eon Bloei eu steende tijn hoofd met de hand; Door dtn kerkeraad der Herv. Gemeen te te Oasterlaod is Zondag 24 Juli met algemeene stemmen beroepen de heer Pt. W. E. Roobol, predikant te Ooit-Voorne. J. 1. Vr ij dagavond omstreeks 10 uur loste zich boven ons eilmd een hevig onweder, gevolgd door zware re genbuien, Hoe de bliksem op sommige tijden huis kan houden ia wederom geble ken bij don arbeider O. S. alhier. Op eens blikkerde een fel licht, waarop de slag onmid dellijk volgde, terwijl den bliksem den schoor steen der woning in ging, verdei naar beneden in de woonkamer, waar vader en moeder en de vier kinderen zich reeds te bed hadden begeveD, de kalk van de muren rukte en het kozijn dar bedstede, waar de kin deren sliepen, door midden brak, in de vaart de bedsteêdeur meenemende. Verschillen de koppen en schotels waren gebroken, de spiegel aan den wand geheel stuk ge slagen tevens werd de lamp geheel ver brijzeld en ging de bliksem het raam uit, waarin de glazen stuk werdea geslagen. Ge lukkig kwamen allen met den schrik vrij, en btand is niet ontstaan. Yele nieuwsgieri gen trokken naar het bewuste perceel en aar.schonwden het zoo wonderlijk bezochte pand. Toen het zoontje van den heer S. G. te Wieringerwaard dez-r dagen zijn bok uit het land haalde en daarmede nog al vlug door deu dam liep, was het dier het ventje wel wat te sterk, zoodat de knaap door den bok te water werd geduwd, 't Duurde eenige oogenblik- ken, eer de knaap door buurman uit bet water werd gehaald. Ernstige gevolgen heeft het ongeluk gelukkig niet gehad. Bij de j.1, gehouden stem ming van hoofdingeland voor den polder Wieringerwaard, noodig door een vacature, ontstaan door het overlijden van den heer A. Kz. Kaan, is gekozen de heer K. Kotter Hz. met 34 stemmen de heer C. A. Waiboer verkreeg 11 stemmen. toen echter de bankier zich als een schild wacht voor hera plaat at.-i, andermaal met een kanonnade begon, zeide hij ernstig: „Luister, Scherer, mijo geluk is voor eeuwig verwoestEra Herbach heeft mij heden middag afgewezen. Tot voor korten tijd hoopte ik haar zin nog lo kannen verande ren, nu heeft het testament mij do handen gebonden. Gjj moogt zeggen wat ge wilt, ik kan, als fatsoenlgk man, nooit weer om haar band vragen. „Maar dat is nog niet alles, de eenige dame, die wellicht invloed op Eva heeft, is baar zoogenaamde tante, juffrouw Reinwald, maar hoe die over mij denkt, weet ik niet, daar ik mijne verloving met haar nicht, Milly, heb verbrokenik zal door haar wel niet met veel verzebooning worden behan deld. want zij is een energieke dame.* „Om Godswil,* stotterde de bankier, .wat zijn dat na allemaal voor zaken, Ednard, daarvan weet ik immers geen woord.* „Ja, ja,* meende de ander hoonend lachend, „bet toeval ia dikwijls werkza mer, dan men wel denkto, Soherer, dat gjj mg dat alles hebt moeten aandoen.* Hjj stennde andermaal het hoofd met de hand en verzouk in smarteljjk nadenken; de directenr echter zwoer in stilte, zich nooit weder met de zaken van een ander te be moeien, ook al nam deze zaak een gunstige wending. HOOFDSTUK XXII, In tante Frans' behaagljjke kamer zaten slechts twee personen aan de theeta fel, zij zelve en Era. Da groote kring van den winter was ingekrompen. Gerhrrd Uil- rich maakte een studiereis, Milly wsg voor eenige weken naar haar moeder gjgasn, om, zoaals zij zeide, haar boleeligi hart rost te geven. Maar niemand d.r achtergeble venen ondervond de groote stilteen een- raamheid integendeel, Francitka gevoeldi bet genot van het stteen zijn met haar lieveling. Zij kon na zoo echt bahaaglgk nadenken over haar lievelingsplan: Eva moest tronwen. Haar plan met Ullrieh had zij zuchtend latan vallen, zg had daarmede geen gelak gehad. In den laatsten tijd was Era zoo vroolijk geweest, alsof zij van een swaron last bavrijd was zij had gelachen en was daarna begin- non te zingeD, zoodat Franciska daar ten boogs'e verwonderd over was geweest; maar nu zij haar heden aanzag, zoo bleek en moede, met znlke diepe randen onder de oogen en een scherpen trek om dan ges oien mond, toen het lamp ioht baar later de roodgeweende oogen en de bevende handeu harer lieveling toonde, toen was hei de oude-jougejuffrouw onmogelijk, zioh langer in te houden. J.I. Zondag werd te Wie ringerwaard het goed recht der Ver zekering tegen Ongelukken en Invaliditeit bepleit door deu heer Vernée van Haarlem. Met enkels voorbeelden nit het dagelijksch leven toonde spreker aan, hoe ieder voor zich elk oogenblik bloot staat aan gevaar en hoe elk beroep zijn eigenaardige geva ren met zich brengt, welke gevolgen dit voor den betrokken persoon, maar ook voor zijne omgeving in den regel hseft en hoe in dergelijke gevallen de snenschlievend- heid door plicht en eigenbelang op de vlucht wordt gedreven. Wie zich zeiven of zijn ondergeschikten voor den nasleep van een ongeluk wil bewaren, wende zich tot eene Yerzekering-Maatschappij. De „Eerste Rattordamsche", welke spreker ver tegenwoordigt, slait posten tegen zeer bil lijke tarievendaarom beveelt de heet Vernée èn de goede zvak èn de Maat schappij ten zeerste aan en hoopt, dat de zaadjes, door hem uitgestrooid, hier spoe dig mogen ontkiemen. Ook werden da verzekering op het leven en de Voorschot bank ter loops besproken. Yan de gele heid tot het verkrijgen van nadere inlich tingen werd door enkelen gebroik ge maakt, De stuurmansleerling R. WagemaJcer van Uarsingerhorn, die den löden dezer de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam heeft verlaten, is reeds sedert eeu paar dagen vertrokken met het stoomschip tfTelamon« van de Engelsche Maatschappij f Oaean', naar Livtrpool, om van daaruit zijne eerste reis naar Oo3t-Indië te maken. Wie de vorige week als vreemdeling ons dorp bezocht en hier en daar een wo ning binnentrad, kon al spoedig bemer ken, dat er iets bijzonders moest gaande zijn Oreral was 't even druk met schaken, gelijk de Noord-Hollandsche uit drukking luidt voor een schoonmaak, die volgens de meuschen zelf geen schoon maak is. Ook de jeugd verkeerde in een buitengewoon opgewekte stemming, die volgens ingewijden slechts noode bij de „Eva,* zeide zij treurig, „nietwaar, ik ben een raar mensoh, in 't geheel niet gcscbikt iemand het hart en den mond te openen." Eva zag er een weinig verschrikt nit, toen zij de sprekende aanzag. „Gij behoeft mij in 't geheel geen ant woord te geven, daar zal ik telve wel voor zorgen,* ging Frans boos voort. „Of zoudt ge mij willen wijsmukeD, dat het niet waar is f Het helpt n niet, het te looohenen, daadza ken bewijzen meer dan woorden- Ik heb daar mjjn oud, verdroogd, maar mijn altoos nog liefhebbend hart aan iemand geschonken,die niets van mij weten wil, die mijne liefde voor haar nauwelijks dnldt, die geen vertrouwen in mij heeft, die elk leed telfzuchtig voor zich houdt, mij aan niets laat deelnemen, die veel te trotsch is om van een eenzame, oude dame hulp aan te nemen en zich liever dood werkt, dan dia zoogenaamde vriendin een plezier te doen, om baar zeker maar te laten gevoelon, dat geld, dat je niet aan je vrienden zondt mogen weg schonken, zoo'n heerlijk genot is. Aoh, men most op aarde van niets gaan honden; dat hart daarbinnen vertelt ons niets dan dwaasheid.* „Tante," riep Eva sidderond, „misken mij niet, ik smeek n daarom; wat mij drnkt moet ik zwijgend dragen, want het is niet mijn geheim, en nu Een felle gloed steeg Eva naar 't gelaat kon zij na aan tante Frans zeggen, dat Eduard aanzoek bad gedaan om haar hand en dat ze hem had afgewezen „Loop naar den drommel met al die fijn gevoeligheid, wanneer men weet, dat men niet verkeerd begrepen zal worden,* riep de onde-jongojuffronw opgewonden. „Eva, kind, gij lijdtbeb ik het dan werkelijk verdiend, dat ge zoo onoprecht tegenover me zjjt Spreek toeh, spreek eens reehtuit, zonder eenig beletsel, bet deugt nergens voor, wan- neor men alles zoo verbergt. Ge zult zien, wat een verliehtiog het u bezorgt eu ten Blotte zal nog alles goed worden, want vier oogen zien meer dan twee en -- kind, ik heb je lief.' Het jonge meiaje vouwde de banden en strikte ze smeekond naar tante Frans toe, tranen welden in haar oogen op en een snikken ontwrong tich aan haar borst en doed haar gestalte schokken, Tante Frans s'ond op, nam Eva in hare armen en legde haar boo'd aan baar borstzooveel liefde sprak er uit deze be weging, dat Eva, half door tranen verstikt, flaisterde „Het tij zoo, tante, gij zult alles, allts weten.* SLOT VOLGT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1898 | | pagina 1