illtlfll fiiEUS-
Donderdag 28 Juli 1898.
42ste Jaargang Uo, 3331.
Een Offer.
Bureau: SCHAGiH» taan, I) 4.
UitgeverP. TRAPMAN.
MedewerkerJ. W1XKËL.
Bekendmakingen.
GemeenteSchagen.
NATIONALE MILITIE.
Binnenlandsch Nieuws.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 8.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 6 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
ROMAN
van
H. Schübert.
Wieringen.
Wieringen.
Dirkshorn.
5
Almlenlie- Laiibinilai.
Burgemeester en Wethouders der Ge
meente Behagen
Gezien art. 219 2de alinea der Wet
tot regeling van de samenstelling, in
richting en bevoegdheid der Gemeente
besturen, brengen ter kennisse van de
ingezetenen, dat de rekening dezer Ge
meente over het afgeloopen dienstjaar
1897 ter Secretarie voor een ieder ter
lezing is nedergelegd vanaf heden tot
en met den 3den Augustus e.k., van
des voormiddags tien tot des namiddags
twee ure, en hetzij in druk, hetzij in
afschrift, tegen betaling der kosten al
gemeen verkrijgbaar wordt gesteld.
Behagen, den 19 Juli 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
P. BUIS.
De Secretaris,
DENIJS.
De Burgemeester van Schagen, daartoe
de noodige aanschrijving ontvangen heb
bende, brengt ter algemeene kennis, dat
tot den werkelijken dienst wordt opge
roepen onderstaande verlofganger der
lichting 1895, Starke, MensoPieter,
behoorende bij het Regiment Grenadiers
en Jagers, (Garnizoen te 's-Gravenhage,)
tegen 2 September a. s.
Welke verlofganger op genoemden
datum bij zijn korps present zal moeten
zijn voor des namiddags vier ure.
Schagen, 26 Juli 1898.
De Burgemeester a. i. voornoemd,
P. BUIS Jz.
Vergadering van den
RAAD der gemeente Wieringen, ge
houden op Maandag 25 Juli 1898, des
namiddags 2 ure.
Voorzitter de EdelAchtb. heer L.C. Kolf.
Afwezig de heer P. 8. Kuwt.
26.
„Maar ik mocht Berger", zoo ging Sche-
rer voort, „van o geen onwaarheid zeggen,
Ednard, hem niet spreken over verhoudingen
en gevoelens, die tnsschen n en Era niet
bestonden. Ik geloof, dat de se omstandigheid
en het feit dat ik maar Iaat ik de
dingen niet voornit loopen. Berger staarde on
afgebroken nit het venster, zoodat ik hem
eindelijk wakker sehndden moest.
„Mijnbeer Berger,* begon ik, „mag ik n
nog eenmaal een paar woorden zeggen ten
gnnite van nw kleinkind f*
„Ik wil niets meer hooren,* riep hij heftig,
„nooit zal ik iemand, die dien verfoeilijken
naam Eerbach draagt, een eent geven. Zij
mag van mijn part hongerlijden, werken of
bedelen, dat is mg allemaal gelijk, al
stierf de overste met zijn kind ook in het
armenhuis. Tot op mijn jongsten dag solt
ge geen ander antwoord hooren en gij te
vergeefs hopen, wanneer ge meent, dat de
toekomst mijne zinnen buigen of veranderen
zou.
„Dan," antwoordde ik melig, „zal ik mg
de vrijheid veroorloven, tegen nw wil toch te
hopen, dat ge tot inkeer zult komen en nu
heb ik de eer n te groeten.
„Met een afgemeten buiging, die bjj even
koel beantwoordde, wilde ik m(j ver
wijderen, toen hij plotseling mjjn hand greep
en warm drukte, een handeling, die mg tot
de volgende woorden aanmoedigde:
„Mijnheer Berger, trots hetgeen er tnsschen
ons is voorgevallen, hoop ik toob, dat gij hart
en gevoelen voor nw kleinkind eolt hebben.
Uw troosteloos thnis, nw eenzaam huis, nw
droefgeestige pracht, alles eischt, dat ge Eva
hierheen «nlt brengen. Vergeet het ver
leden denk er aan, dat ge het hart van
hot eenig kind uwer dochter winnen bant.
Wat beeft Eva nit te staan met de daden
haars vaders/*
„Hjj had mgn hand gedurende die woor
den losgelaten en zag mij zoo wild bbd, dat
het mij leed deed, niet reeds vroeger heen
gegaan te zijn en daarom was ik heel blij,
toen ik eindelijk buiten was. Ik hield hem
niet voor waanzinnig, maar ik geloofde.dat
hij jarenlaDg znlk een haat tegen overste i
ilerbaoh gekoesterd had, dat hg op dat punt
Ni opening door den voorzitter worden
door den Secretaris, den heer Poel, de no
tulen der vorige vergadering gelezen en
vervolgens onveranderd door den raad
goegekeurd.
1. Is ingekomen een schrijven van
den heer O. Kuutwaarin de heer Kuwt
verzoekt om, wegens zijn vertrek uit de)
gemeente, een half jaar ontheffing van zijn
Hoofd. Omslag te mogeu ontvangen. Al
gemeene stemmen toegestaan.
2. Een schrijven van dan heer
P. Mottert, vermeldende, dat door hem de
hond was opgeruimd, en verzoekende,
voor de helft van zijn aanslag ontheffing
te mogen ontvangen.
Da raad besluit, 1j2 jaar ontheffing te
veriaenen.
3. Wordt ter tafel gebracht het pro
ces-verbaal van de op den 21 Juli j. 1.
gehouden kasverifioatie bij den Gemeente-
Ontvanger waaruit blijkt, dat de ont
vangsten bedragen f51114.62, de uitga
ven f 50383.11, zoodat in ka3 moest zijn
en is bevonden t 731.51.
4. Wordt gelezen een missive van
Heeren Gedeputeerde Staten; behelzende
de goedkeuring van het besluit, om aan
de openbare lagere school te Oosterland
een onderwijzeres te benoemen, op een
jaarwedde van f 600. Tevens zal na een
3-jarig verblijf de jaarwedde verhoogd
worden met f 50.
5. Is aan de ordeeen schrijven van den heer
dr. P. Maats, waarin de hear Maats wijst op
de daden der oude vroedvrouw, Mej. iCeffer.
Gaarne zag de heer Maats, dat de Raad
een beslait nam, om aan de nieuwe
vroedvrouw, Mej. T. W. Blok—Dietz, een
gratificatie te verleenen, daar deze anders
niet in de gemeente kan blijven en weder
om vertrekt, hetgeen later moeilijkheden
zou veroorzaken.
De voorzitter zegt, dat het wel bezwaar
lijk is voor de gemeente, om een subsi
die te verleenen, doch is van oordeel, dat
het wel noodig is. Voorzitter zegt, dat
door de rechtbank een onderzoek zal wor
den ingesteld tot 13 September omtient
den toestand der vroedvrouw Ttfïer, en
dat er dan wel eeo beslissing zal worden
genomen, hoe of wat.
De heer lijeen zegt, in den laatsten tijd
omtrent de oude vroedvrouw van verschil
lende zijdeD nog al iets gehoord te hebben.
De ééae zegt, dat men haar 't brood
had ontnomen, de andere beweert het te
genovergestelde en een derde van beiden.
De voorzitter antwoordt, dat zij nog wel
brood heeft en dat zulks allemaal maar
kwaadstokerij iswant laatst op eeo avond
toen wederom dezelfde karen plaats hal
den, liep zij als een wilde naar de politie
en zeide, dat men haar geld had gestolen
met twee gouden horloges. De politie ont
ving allerlei verwjjtiagen van haar en de
buren ook omtrent het ge9tolene, doch
na gedaan onderzoek vond men bij haar
in de kamer een zak, waarin 50 gulden
en 2 gouden horloges. Indien er eene ver
lossing door haar werd verricht, wilde zij
geen geld hebben en zeide, dat het latrr
wel kon hieruit blijkt toch, dat zij geen
armoede heeft; doch aan al dien laster,
kan men zich niet storen. Na eenige
discussie wordt besloten, een gratifioatie
te verleenen van f 75.
6. Wordt gelezen een circulaire, be
vattende de bepalingen, welke iD acht
moeten worden genomen bij het berijden
der wegen door motorrijtuigen. Voor ken
nisgeving aangenomen.
7. Wordt overgegaan tot benoeming
van een onderwijzeres aan de opanbare la
gere school te Oostrrland. Ingekomen
waren 6 sollicitaties.
Op de ^voordracht was geplaatst 't
volgende drietal1. Mej. P, E. Dondorf.
2. Mej. A. E. Oudt. 3. Mej. N. C.
Schoonbroodt. Tot stemming overgaande
worden op mej. P. E. Dondorf 5 stemmen
en op mej. A. E. Oodt 1 stem uitgebracht.
Aizou benoemd, met ingang van 15
Augustus a. 8., mej. P. E. Dondorf,
8. Wordt opgemaakt de voordracht,
welke voor 1 Sept. a. s. aan H. H. Ged.
Staten zd worden opgezonden, ter benoe
ming van 2 zetters voor 's Rijks belas
tingen 1. de heer J. Stadig, aftr. 2.
de heer N. Hellingman, aftr. 3. de
heer J, Bais. 4. de heer A. Minnes.
Niets meer te behandelen zijnde, sluit
de Voorzitter de openbare vergadering en
gaat de raad over in geheime zitting.
toch niet ver van waanzin verwijderd was
Hij was een zieke, wraaklusligo menschtn-
hater, ofschoon ik hem niot te bard wil be-
oordeelun. Ik heb u het verleden zoo pre
cies geteekend, Eickhoff, opdat ge eerder
hetgeen nu kort geleden gebeurd is, zult be
grijpen en snappen.*
De bankier zweeg, als wenrohte bij, dat
zijn toehoorder hem eens iets sou vragen.
Eduard wendde zijn hoofd van het venster
af en zeide
„Ga toch voort, ik luister.*
Er lag iets op Eduards gelaat, dat den
bankior in 't geheel niet beviel en hem
leerde, dat hij geen gemakkeljjke taak zou
hebben. Bovendien was de direoteur geen
diplomaal, daartoe was hij te eerlijk en op
recht; bjj voelde zich tegen «sjjn taak
niet opgewassen, maar was overlnigd, dat
bet nu beter was, hals over kop de zaak
maar af te handelen dan nog langer te
draaien en te aarzelen. Bet moest gebeu
ren en zoodoende begon hij maar weer
„Ik keerde zeer outmoedigd naar Orpon
terug en alles wat ik later van den eige
naar van Bothenbnrg hoorde, was er niet toe
geschikt, mij meer hoop te doen krijgen. Ik
zag in, dat het tevergeefs zou zijn, nog
meer pogingen te wagen om zijn gunst
voor Eva te verwerven. Jaren verlie
pen, zonder dat er iets noemenswaard voor
viel, totdat gij mg de mededoeling deedt van
de dubbele zending van 5000 thaler. Ik
wist nu dadelijk, wie de eerste maal het
geld gezonden had en geef mij slechts al-
leeo moeite om uit te vinden, wie dat zaak
je voor mijnheor Berger heeft opgeknapt.
Tenslotte kwam ik alles, wat ik wensohte,
te weten. Ik kreeg het van u gedaan, Eva
bier in Berlijn te zoeken, een zeker iets in
uw boudiog en optreden deed mij de hoop
koesteren, dat ge nu een anderen weg zondt
inslaan en nog den avond van dienselfden
dag sprak ik met mgnheer Schott, Bergsr's ad
vocaat, reisde den volgenden dag naarRothcn-
burg eu wist den ouden heer daar te bewegen
zijne zaken te ordenen eer hij voor goed de
ze wereld verliet. Mijn optreden bad dit
maal een zeer gunstig gevolg, maar ik kon
niet bereiken, dat Eva bet vermogen zon
der eenig voorbehoud kreeg. Hij heeft
haar allts achtergelaten, maar sleohts on
der do voorwaarde, dat gjj haar echtgenoot
wordt, Eduard."
Eickhoff sprong van zijn stool op, de ban
kior drukte hBm daarop wedor met kracht
te rog.
„Weigert zij, dan krijgt ze maar een paar
ellendige duizend guldenwilt gij niet, dan
krijgt zij alles, maar moet binnen een jaar
na den dood van John Berger haar naam
door een huwelijk veranderd hebben."
Ednard stond nogmaals op, zijne wangen
waren hoog rood gokleurd en hij begon
haastig de kamer op en neer te gaan; hij
had zijne tanden iu de onderlip gedrukt en
zijn voorhoofd was gerimpeld,
„Ik wilde liever, dat ge mij gedood hadt,
dan me dit alles te vertellen, Soherer," zei
de hij met heesche stem.-— „Mij tot het
voorwerp van zulk oen smaad en bandol te
maken, is verschrikkelijk."
„Waarde vriend, wees verstandig,* zeide
de bankier.
„Gij hebt mijn geluk voor eeuwig vernie
tigd,* antwoordde Eduard, „een vlok op
mijn eer geworpen moet zij niet gelooven,
dat
„Ik wenschte, dat ge eerst kalmer werdt,
zoo ernstig is de zaak waarachtig toch niet,*
antwoordde de directenr.
Maar nu hield Eduard zioh niet langer in,
eeo storm brak er over den trouwen vriend
los; zijne teleurstellingen, zijn deemoediging,
zijn gewonde trots, alles loste zioh in een
verwarden stroom van woorden op, waarvan
het slot evenwel duidelijk genoeg was.
„Zeg haar,* riep bij mat fonkelende oo-
gen, „dat Edoard von Eickhoff vrij wil zijn
als de wind des hemels, dat bij zich geen
grooteren rijkdom wenscht, dan hij bezit, dat
bij nu hare grootmoedigheid begrijpt, maar
later eerst van de zaken onderricht heeft
gekregen. Ik zal aan de beilniten van dat
testament geen aitvoering geven en wil geen
deel hebben aan die gruweljjko wilsbeschik
king. Zorg ervoor, Scherer, dat mijn eer in
baar oogen weder zonder smet wordt, voor
haar in hoofdzaak, maar ook voor de wereld.
Ik twijfel niet, dat ik met ter tijd weder
kalm tal kunnen worden, maar nu moet ik
a zrggeD, dat het mij zeer zwaar valt, u
vergiffunis te schenken. O, dat ellendige,
ongelukkige testament 1"
Hij wilde de deur nit, maar de directenr
hield hem tegen.
„Yan alle onverstandige mensohen, die ik
ooit ontmoet heb,Ednard, zijt gij de onverstan
digste. Gij behoeft mij geen vergiffenis te
schenken, omdat ik tot nw geluk heb bijge
dragen en u goedheid heb bewezen even
zoomin behoef ik nw boodschap ten oitvoer
te brengenik verlang »ao u, dat ge mon
deling het arme kind uit de pijnlijke positie
bevrjjdt, waarin zij zich na kennisneming
van het testament zal bevinden.*
„Era west daar dan nog niets van?'
„Neen, en ik wilde haar do geheele zaak
gemakkelijker maken, door eerst a te over
reden, baar te vragen."
Eduard laebte luid, hg wierp zich in eon
Bloei eu steende tijn hoofd met de hand;
Door dtn kerkeraad der Herv. Gemeen
te te Oasterlaod is Zondag 24 Juli met
algemeene stemmen beroepen de heer Pt.
W. E. Roobol, predikant te Ooit-Voorne.
J. 1. Vr ij dagavond omstreeks
10 uur loste zich boven ons eilmd een
hevig onweder, gevolgd door zware re
genbuien, Hoe de bliksem op sommige
tijden huis kan houden ia wederom geble
ken bij don arbeider O. S. alhier. Op eens
blikkerde een fel licht, waarop de slag onmid
dellijk volgde, terwijl den bliksem den schoor
steen der woning in ging, verdei naar beneden
in de woonkamer, waar vader en moeder en
de vier kinderen zich reeds te bed hadden
begeveD, de kalk van de muren rukte en
het kozijn dar bedstede, waar de kin
deren sliepen, door midden brak, in de vaart
de bedsteêdeur meenemende. Verschillen
de koppen en schotels waren gebroken,
de spiegel aan den wand geheel stuk ge
slagen tevens werd de lamp geheel ver
brijzeld en ging de bliksem het raam uit,
waarin de glazen stuk werdea geslagen. Ge
lukkig kwamen allen met den schrik vrij, en
btand is niet ontstaan. Yele nieuwsgieri
gen trokken naar het bewuste perceel en
aar.schonwden het zoo wonderlijk bezochte
pand.
Toen het zoontje van den
heer S. G. te Wieringerwaard dez-r
dagen zijn bok uit het land haalde en
daarmede nog al vlug door deu dam liep,
was het dier het ventje wel wat te sterk,
zoodat de knaap door den bok te water
werd geduwd, 't Duurde eenige oogenblik-
ken, eer de knaap door buurman uit bet
water werd gehaald. Ernstige gevolgen
heeft het ongeluk gelukkig niet gehad.
Bij de j.1, gehouden stem
ming van hoofdingeland voor den polder
Wieringerwaard, noodig door
een vacature, ontstaan door het overlijden
van den heer A. Kz. Kaan, is gekozen
de heer K. Kotter Hz. met 34 stemmen
de heer C. A. Waiboer verkreeg 11
stemmen.
toen echter de bankier zich als een schild
wacht voor hera plaat at.-i, andermaal met
een kanonnade begon, zeide hij ernstig:
„Luister, Scherer, mijo geluk is voor eeuwig
verwoestEra Herbach heeft mij heden
middag afgewezen. Tot voor korten tijd
hoopte ik haar zin nog lo kannen verande
ren, nu heeft het testament mij do handen
gebonden. Gjj moogt zeggen wat ge wilt,
ik kan, als fatsoenlgk man, nooit weer om
haar band vragen.
„Maar dat is nog niet alles, de eenige
dame, die wellicht invloed op Eva heeft, is
baar zoogenaamde tante, juffrouw Reinwald,
maar hoe die over mij denkt, weet ik niet,
daar ik mijne verloving met haar nicht,
Milly, heb verbrokenik zal door haar wel
niet met veel verzebooning worden behan
deld. want zij is een energieke dame.*
„Om Godswil,* stotterde de bankier,
.wat zijn dat na allemaal voor zaken,
Ednard, daarvan weet ik immers geen woord.*
„Ja, ja,* meende de ander hoonend
lachend, „bet toeval ia dikwijls werkza
mer, dan men wel denkto, Soherer, dat
gjj mg dat alles hebt moeten aandoen.*
Hjj stennde andermaal het hoofd met de
hand en verzouk in smarteljjk nadenken; de
directenr echter zwoer in stilte, zich nooit
weder met de zaken van een ander te be
moeien, ook al nam deze zaak een gunstige
wending.
HOOFDSTUK XXII,
In tante Frans' behaagljjke kamer
zaten slechts twee personen aan de theeta
fel, zij zelve en Era. Da groote kring van
den winter was ingekrompen. Gerhrrd Uil-
rich maakte een studiereis, Milly wsg voor
eenige weken naar haar moeder gjgasn,
om, zoaals zij zeide, haar boleeligi hart rost
te geven. Maar niemand d.r achtergeble
venen ondervond de groote stilteen een-
raamheid integendeel, Francitka gevoeldi
bet genot van het stteen zijn met haar lieveling.
Zij kon na zoo echt bahaaglgk nadenken
over haar lievelingsplan: Eva moest tronwen.
Haar plan met Ullrieh had zij zuchtend
latan vallen, zg had daarmede geen gelak
gehad.
In den laatsten tijd was Era zoo vroolijk
geweest, alsof zij van een swaron last bavrijd
was zij had gelachen en was daarna begin-
non te zingeD, zoodat Franciska daar ten
boogs'e verwonderd over was geweest; maar
nu zij haar heden aanzag, zoo bleek en moede,
met znlke diepe randen onder de oogen en een
scherpen trek om dan ges oien mond, toen
het lamp ioht baar later de roodgeweende
oogen en de bevende handeu harer lieveling
toonde, toen was hei de oude-jougejuffrouw
onmogelijk, zioh langer in te houden.
J.I. Zondag werd te Wie
ringerwaard het goed recht der Ver
zekering tegen Ongelukken en Invaliditeit
bepleit door deu heer Vernée van Haarlem.
Met enkels voorbeelden nit het dagelijksch
leven toonde spreker aan, hoe ieder voor
zich elk oogenblik bloot staat aan gevaar
en hoe elk beroep zijn eigenaardige geva
ren met zich brengt, welke gevolgen dit
voor den betrokken persoon, maar ook
voor zijne omgeving in den regel hseft en
hoe in dergelijke gevallen de snenschlievend-
heid door plicht en eigenbelang op de
vlucht wordt gedreven. Wie zich zeiven
of zijn ondergeschikten voor den nasleep
van een ongeluk wil bewaren, wende zich
tot eene Yerzekering-Maatschappij. De
„Eerste Rattordamsche", welke spreker ver
tegenwoordigt, slait posten tegen zeer bil
lijke tarievendaarom beveelt de heet
Vernée èn de goede zvak èn de Maat
schappij ten zeerste aan en hoopt, dat de
zaadjes, door hem uitgestrooid, hier spoe
dig mogen ontkiemen. Ook werden da
verzekering op het leven en de Voorschot
bank ter loops besproken. Yan de gele
heid tot het verkrijgen van nadere inlich
tingen werd door enkelen gebroik ge
maakt,
De stuurmansleerling R.
WagemaJcer van Uarsingerhorn,
die den löden dezer de Kweekschool voor
de Zeevaart te Amsterdam heeft verlaten,
is reeds sedert eeu paar dagen vertrokken
met het stoomschip tfTelamon« van de
Engelsche Maatschappij f Oaean', naar
Livtrpool, om van daaruit zijne eerste reis
naar Oo3t-Indië te maken.
Wie de vorige week als vreemdeling
ons dorp bezocht en hier en daar een wo
ning binnentrad, kon al spoedig bemer
ken, dat er iets bijzonders moest gaande
zijn Oreral was 't even druk met
schaken, gelijk de Noord-Hollandsche uit
drukking luidt voor een schoonmaak, die
volgens de meuschen zelf geen schoon
maak is. Ook de jeugd verkeerde in een
buitengewoon opgewekte stemming, die
volgens ingewijden slechts noode bij de
„Eva,* zeide zij treurig, „nietwaar, ik ben
een raar mensoh, in 't geheel niet gcscbikt
iemand het hart en den mond te openen."
Eva zag er een weinig verschrikt nit,
toen zij de sprekende aanzag.
„Gij behoeft mij in 't geheel geen ant
woord te geven, daar zal ik telve wel voor
zorgen,* ging Frans boos voort. „Of zoudt ge
mij willen wijsmukeD, dat het niet waar is f
Het helpt n niet, het te looohenen, daadza
ken bewijzen meer dan woorden- Ik heb daar
mjjn oud, verdroogd, maar mijn altoos nog
liefhebbend hart aan iemand geschonken,die
niets van mij weten wil, die mijne liefde
voor haar nauwelijks dnldt, die geen
vertrouwen in mij heeft, die elk
leed telfzuchtig voor zich houdt, mij aan
niets laat deelnemen, die veel te trotsch is
om van een eenzame, oude dame hulp aan
te nemen en zich liever dood werkt, dan dia
zoogenaamde vriendin een plezier te doen,
om baar zeker maar te laten gevoelon, dat
geld, dat je niet aan je vrienden zondt mogen
weg schonken, zoo'n heerlijk genot is. Aoh,
men most op aarde van niets gaan honden;
dat hart daarbinnen vertelt ons niets dan
dwaasheid.*
„Tante," riep Eva sidderond, „misken mij
niet, ik smeek n daarom; wat mij drnkt moet
ik zwijgend dragen, want het is niet mijn
geheim, en nu
Een felle gloed steeg Eva naar 't gelaat
kon zij na aan tante Frans zeggen, dat
Eduard aanzoek bad gedaan om haar hand
en dat ze hem had afgewezen
„Loop naar den drommel met al die fijn
gevoeligheid, wanneer men weet, dat men
niet verkeerd begrepen zal worden,* riep de
onde-jongojuffronw opgewonden. „Eva, kind,
gij lijdtbeb ik het dan werkelijk verdiend,
dat ge zoo onoprecht tegenover me zjjt
Spreek toeh, spreek eens reehtuit, zonder
eenig beletsel, bet deugt nergens voor, wan-
neor men alles zoo verbergt. Ge zult zien,
wat een verliehtiog het u bezorgt eu ten
Blotte zal nog alles goed worden, want vier
oogen zien meer dan twee en -- kind, ik
heb je lief.'
Het jonge meiaje vouwde de banden en
strikte ze smeekond naar tante Frans toe,
tranen welden in haar oogen op en een
snikken ontwrong tich aan haar borst en
doed haar gestalte schokken,
Tante Frans s'ond op, nam Eva in hare
armen en legde haar boo'd aan baar
borstzooveel liefde sprak er uit deze be
weging, dat Eva, half door tranen verstikt,
flaisterde
„Het tij zoo, tante, gij zult alles, allts
weten.*
SLOT VOLGT.