INGEZONDEN. R. K. ZANGKOOR. PLAATSELIJK NIEUWS. GEMENGD NIEUWS. Dirkshorn. Wieringen. J. 1. Zondag is alhier in de haven bin nengekomen het versierde vaartuig van den heer Mettelaar, dat bij gelegenheid der kroningsfeesten te Amsterdam vertegen woordigd was. Velen bekeken het prachtig versierde vaartuig, dat thans niet voor festiviteiten, maar voor de vis- seherij weer dienst doen zal. Naar men zegt, heeft de heer Metselaar ook de fees ten te Edam en te Medemblik met zijn versierd vaartuig opgeluisterd. Een Schager raadsel. WORDT VERVOLGD. Dat het publiek nu oordeele na lezing van het bovenstaande, of ik directeur en lid van het R. K. Zangkoor ben geweest. Indien dit ZOO is, dan geef ik ge noemden heer, in gemoede, den raad, het notulenboek eens op te vragen en zich een weinig op de hoogte te stellen van het verhandelde in de vergaderingen. D r e y f u s. F. H. van BEIJNEN. F. H. van Beijnen. Keizerin Elisabetk's uitvaart. Da zware wisselstukken zijn versplinterd, de rails in allerlei bochten gewrongen of af geknapt als glas en groote stukken liggen hier en daar verspreid, omgebogen als hor- logeveeren. De vier wagens leen 2e kl. ston den aan de binnenzijde van het dubbelspoor tot aan de plankieu in het zandvan de eerste waren de buffers afgebroken. De schade aan het materieel zal niet bijzonder groot zijn, wel aan den weg, die totaal vernield is. Ouiniddelljjk is men mot veel volk aan het werk getogen, om de schade weer te herstellen eu den weg voor het verkeer open te stellen. Op initiatief van den heer P. van Zoonen, gesteund door mil de bijdragen, is tijdens de feesten te Wle- ringerwaard aan 86 gezinnen twee of meer pond schapenvleesch uitgereikt, in het geheel 240 pond. Alle kinderen, die verleden week aan het schoolfeest te Wieringer- waard deelnameD, hebben van den heer Notaris Back» een kroningsbeker ten ge schenke gekregen. Op de lijst der geslaagden voor de eerste klas der R. H. B. S. ts Helder komt voor de jongeheer 0. A. E. J. B. Baikt te Wieringerwaard. Te Nieuwe Niedorp zij» wederom gevallen van vlekziekte onder varkens voorgekomen. Ook is onder een koppel schapen door den plaatsvervangend-dictiictsveearti, des heer Muijt, rotkreupel geconstateerd. Door het hoofdbestuur van de groentenvereeniging „DeNiedor per Kogge' is gestaakt met het hou den van een markt bg het station Noord- Scharwonde totdat weer een voldoende aanvoer van producten is ts verwachten. De Kiesvereeniging Haringkarspel'', die in den loop van dit jaar bij de H. IJ. S. wezen. M. een verzoekschrift indiende ter verkrij ging van een beteren treinenloop op het baanvak Alkmaar-Helder, vooral met het oog op hen, die scholen bezoeken^ ontving van den Raad van Toezicht op de spoor wagen een schrijven, bevattende de mede- deeling, dat bij de vaststelling van de wmterdienstregeling op de lijn Alkmaar- Helder zooveel mogelijk rekening is ge houden met de door de Kiesvereeniging gewenschte wijzigingen. „Zooveel mogelijk." Een oproeping in de Schager Courant zon oss doen veronder stellen, dat dit hier beteekent: heel weinig. Laat ons afwachten en berusten in de ge ringe toeschietelijkheid der H. IJ. S. M. Vergadering van den Raad der gemeente Wierillgeil, gehou den op Maandag 19 Sept. 1898, des na middags ten 2 unr. Aanwezig alle leden. Voorz. de EdelAchtb. heer L. C. Kolf. Na opening door den voorz. worden door den secretaris, den heer P. Boel de notulen der vorige bijeenkomst gelezen en onveranderd goedgekeutd. Ie Wordt gelezen een dankbetuiging van H. M. de Koningin, voor de bewezen hulde op 81 Aug. j.1. 2e Een missive van den heer Com missaris der Koningin, vermeldende, dat aan den heer Burgemeester 14 dagen verlof is toegestaan. 80 Een missive van de dongelieden- vereeniging bij gelegenheid der kronings feesten, verzoekende, dat de door hen gekochte bnste der Koningin, gebruikt voor den gecostumeerden historischen optocht, thans een plaatsje mocht vinden op de ee- cretarie.De Raad neemt gaarne dit cadeautje iD ontvangst en besluit, de vereeniging hartelijk hiervoor te bedanken. 4» Wordt in behandeling genomen de rekening der gemeente over het dienst jaar 1897, sluitende in ontvangst op f 42S86.656, in uitgaaf f 43666.85®, dus met een nadeelig saldo van f 1280.20. Met algemeene stemmen wordt de rekening op ad vies van de commisaie goedgekeurd. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergadering gesloten. Schagon, 21 September 1898. Maandag viel het 4-ja r i g e dochtertje van Gielens op de Laan alhier te water. Op haar luid geschrei iwim C. W. toeschieten en sprong het kind ach terna en had het geluk, met behulp van mej. M. Keet do klein', te redden. Het eind van onze Laansloot bij 'l hotel „de Roos' verdient wel de opmerkzame aandacht van alle Schager ouders; bijna geen week gaat er voorbij, of er gebeurt een ongeluk. o dm plaatsgenoot de heer J. C. Filter staat No. 1 op de voordracht als hoofd der school te Krabbendijke, pro vincie Zeeland. Wij deelden in ons vorig No. mede, dat op de scholen alhier aan enkele leerlingen esn herilinerlngS- penning is uitgereikt. De waarde van de zen penning is echter reeds vervallen, daar de handel zich van het artikel heeft meeatsr gemaakt. Wij zagen er, die in de Kalver- straat te Amsterdam voor 20 eest waren gekocht, en die in alle opzichten met den officieelen penning overeenkwamen. De on derscheiding bestaat derhalve niet meer in het bezit van den penning, doch wel in het diploma, dat op de O. L. S. alhier nevens den officieelen penning werd gegeven. Wij maken gemeentebesturen en hoeren onder wijzers op een en ander attent, en geven hun in overweging, alsnog naast den pen ning een diploma toe te kennen, daar dit laatst* natuurlijk niet kan worden gekocht, Door het afbreken van den raadhuisgevel helde de muur van waag en waagkamer zoover voorover, dat men verplicht ia geworden, achter- en voor muur door middel van een ijzeren stang te verbindeD, aan welker einden sterke an kers zijn bevestigd. De houten stut, dien men eerst geplaatst had, bleek voor het behoud van den muur niet voldoende te Zaterdagavond j. 1. verga- derde in haar eigen locaal de vereeniging der Landbouwsociëteit Cërès. Hare rekening sloot met een batig saldo van f 734.65, welk saldo tot schuldaf lossing gebruikt zal worden. Aftreden moesten als directeur de heer Groot (herkiesbaar), als commis sarissen de heeren v. d. Maaten en Joh. Govers(niet herkiesbaar.) De heer J. Groot werd herkozen en gekozen werden als comm. de hoeren W. Fadtr en P. Buit. Heden morgen geraakte onze plaatsgenoot, de heer C. N. Vlaming bij het begin van het Noord, door een ongelukkig toeval onder het vrachtkarre tje van den heer Broerma beladen met zware koffers. De heer Vlaming kreeg een der zware koffers op de borst en het wagentje waarop nog de andere koffer reed hem over de beenen. Na even bij den heer J. H. de Wit zich wat hersteld te hebbeD, is de heer V. naar ziin eigen woning gegaan. Bij onderzoek bleek, dat hij slechts enkele schrammen aan been en arm had bekomen, zoodat het ongeval nogal gelukkig is afgeloopen. 't Staat midden in de plaats, Dus ieder kan het weten 't Wordt iu geen dag, geen maand, Geen jaren ooit vergeten. Men vindt het in de Straat En wie zou dat verwachten 't Hoort in de raadzaal thnis, Moer nog dan in de Grachten. 't Past nimmer in de kerk, Noeh in de schoolgebouwen Men ziet het in den man En in de Schager vrouwen. In markt- en straatgewoel Zal men het altijd vinden Onmisbaar is het ook In echte Schager vrinden. Ja, zelfs in Amsterdam Zag men het nimmer schaden. Komt, lezers van ons blad, Wie kan dit nu eens raden P Op 10 Januari d. a. v. ontving ik het volgende schrijven WclEd. Heer. Op de algemeene vergadering der St. Gre- gorins-vereeniging, gehouden 9 dezer, heb ik de eer U namens bet bestuur dier vereeniging Uwe henoemiag mede te deelen als direc- teur der bovengenoemde vereeniging met de volle meerderheid van stemmen. Ou* vleiendo U die benoeming hoogst aangenaam zij en steunende op Uwo krach tige medewerking in deze, met de meeste hoogachting, namens het bestuur, (wasget.) J. Baart Secretaris. Schagen, 10 Januari 1891. In April 1895 verzocht ik mijn ontslag als directeur en bestuurslid ten gevolge van eene handeling v»n den ZeerEerw. heer President, die mij niet beviel. Daarop werd door rny onderstaand schrij ven ontvangen SchageD, 27 April 1895. Den WelEd. heer F. H. van Beijnen. Op uw verzoek wordt U eervol ont slag verleend ais directeur en be stuurslid van het Zangkoor, met dank betuiging voor de vele bewezen diensten, en znlt U overeenkomstig nw verlangen als gewoon lid van het koor worden be schouwd. Hoogachtend, UEd. dw. dienaar, (was get.) W. van Stee, President. In Mei van hetselfde jaar ontving ik onderstaande kaart R. C. Zangkoor van den H. Chriatophorus te Schagen. Bewijs van lidmaatschap voor het wer kend lid F. II. van Beijnen. Namens het bestuur, (was get.) W. van Stee President. Schagen, den Mei 1895. la September 1895, toen de repetitiën weder moesten aanvangen, werd ik door de meeste leden van hel Zangkoor aange zocht om mijn ontslag als directeur en bestuurslid in te trekken, hetgeen ik wei gerde. N» «enige aarzeling liet ik mij overhalen de repetitiën en uitvoeringen te blijven leiden als waarnemend directeur, hetgeen toen zonder eeaig protest van wieu dan ook heeft plaats gehad tot Au- gnstus 1898, toen ik eerst mondeling, la- t»r schriftelijk mijn ontslag nam. Mijnheer de Redacteur Iu uw blad van gepasseerden Donder dag komt een ingezondvn stukje voor, door P. K. onderteekend. Om alle misverstand te voorkomen, aebt ik het noodig, langs dezen weg er op te wijzei», dat ik daarin de hand niet heb gehad. Ik ben geen dienstvaardige die naar geweest van P. K. Het bericht- je in uo. 3345 uwer Courant kooit echter van mij eu dal berichtje is waar. De heer F. E. van Beijnen is immers wel lid van het Zangkoor; of heeft hij zijn diploma niet meer P Do heer F. 11. van Beijnen was we) Directeur; dit althans vertelde eeu der bestuursleden van genoemde vereeniging en dan daarenboven, lees maar het pro gramma van de feestelijkheden te Scha geD, ter gelegenheid van de inhuldiging onzer Koninginop bladzijde 18 komt zijn naam als zoodanig voor. Nog iets, mijn waarde P. K. Ik heli niet geschreven De Weleerw.Zeergel. heer Van der Voorden is gekozen (wat eeu stemming veronderstelt), maar, is m«t algemeen goedvinden benoemd. Eeue onjuistheid schuilt er in mgn be richtje, n.1. deze; „In het laatst der vorige week (Zaterdag)8, moet zyn„In het laatst der vorige week (Vrijdag).* Begrepen P U, mijnheer de Redacteur, dankend voor de verleende plaatsrni nte, verblijf ik, Uw dienaar, Van der Meulen. feitelijk goed genoeg voor haar. Deeenige, wien .bg haar gegnnd sou hebben, was Arno von Erdmann. Ëa voor Arno had Luoy, dat liehtiinnige schepsel, den weg versperd. Wat een beroerde wereld was het hier toch beneden. Luey kwam terog, gevolgd door den huiskDeoht, die op een blad een fiesoh wijn met een paar glasen droeg en een heel wat beleefder gezicht zette dan straks. Lucy had hem mei groote haast nit elkander ge zet, dat bet besoek van oom een omkeering in de financiën zon tengevolge hebben en dat ijjn achterstallig loon zeer zeker ook betaald zon worden. Zij bad het zoover gekregen, dat de a»me drommel voor eigen geld een paar fiesscben wijn had gekocht. Toen ajj in de kamer kwam, gloeide haar gelaat van opgewondenheid, haar arbeid had moeite genoeg gekost- Hare oogen schitterden en tassohen de roode lippen schemerden de witte en spitse tanden. Mr. de Redacteur I Tot veler verbazing en ook Tan mij kon men in Uw geëerd blad no. 8846 van Zondag 1. 1. als ingezonden het vol gende lezen Mijnheer de Redacteur Naar aanleiding van het berichtje over het Roomsch-K&lholieke Zangkoor, voor komende in het no. 8345 uwer courant, verzoek ik U beleefd het volgende als verbetering op te nemen. De heer F, H. van Beijnen was geen Directeur van genoemd Koor, zelfs geen lid bij gebrek aan een geschikt Directeur nam hij gedurende eenigen tijd de leiding op zich, enz. P. K. Als antwoord hierop verzoek ik U beleefd, de volgende offlciëele beschei den te willen plaatsen Uittreksel nit het notnlenhoek van het R. K. Zangkoor Vijftiende algemeene jaarvergadering op 9 Januari 1891. Tot directeur werd gekozen de heer F. E. van Beijnen alhier. (was get.) Van Stee president, Baart secretaris. „Uittreksel nit het notulenboek van het R. K. Zangkoor:8 Negentiende algemeene jaarvergadering op 20 Januari 1896. „De ZeerEerw. heer President vraagt aan den waarnemenden directeur, of hij genegen is, het directeurschap we der op zich te nemen*. Dsze wenschte echter, om redenen, hier niet verder te specifiëercn, de zaak te la ten, zooals die na is en gaf de verzeke ring als tot nu tos zijne beste krachten te zullen inspannen voor den bloei van het Zangkoor en den goeden gang van zaken. (was gat.) W. v. Steepresident. J. Baar», secretaris. Bovenstaande brieven en kaart zijn hij mij voor een ieder ter inzage, terwijl de secretaris vermoedelijk wel inzage zal wil len geven van het notulenboek. Uit achting voor het zangkoor wil ik betreffende de onnoozela bewering van P.K. hier niets meer bijvoegen, tenzij men mi], zooals nu, tot schrijven dwingt. Ik vermoed,dat P. K. is; De heer P. Koemeestermr. brood bakker, Loet, alhier, sedert jaren lid, en sedert 1891, met uitzondering vaa een en kel jaar, bestuurslid (penningmeester) van het Zangkoor, die tevens alle jaar vergaderingen sedert dien bij woonde. Een bestuurslid, dat in een geval, zoo als het onderhavige, den bal zoover mis slaat, daaraan heeft een vereeniging toch werkelijk niets. Zooals al reeds in korte bewoordingen in ons vorig nummer stond meegedeeld, heeft het ministerie in gnustigen zin een besluit geoomeu ten opzichte van de re visie van het proces Dreyfas. Die beslis sing heeft te Parijs een enormen indruk gemaakt. Tot middernacht toe was het zeer levendig op de boulevards. Eëo moment was men bang voor be toogingen. De noodige voorzorgsmaatre gelen waren genomen. Het is evenwel alles kalm afgeloopen. Generaal Zurlinden is als minister van ootlog afgetreden, eveneens de minister van openbare werken. Benoemd is tot minister van oorlog generaal Ckanoine, in militaire kringen een hoog geëerd persoon. De weifelende houding vaD generaal Zurlinden wordt sterk veroordeeld. Eerst heeft hij zich, volgens het beweren zij ner mede-ministers, sterk i66t de revisie uitgelaten en sprak er reeds over, Dreyfas te doen terugkeeren, een volgendsn dag «venwel verklaarde hij zich er beslist tegen. De minister van jnstitie draalt niet met het uitvoeren van het genomen besluit. Hij heeft het veizoek tot herziening reeds ingezonden aan de commissie, die voor deze zaken bestaat. De president der republiek heeft zieh in den ministerraad tegen de rivisie verzet, maar werd door den minister-president Brisson op zijn plaats gezet.De houding van president Faure wordt veroordeeld.George Clémencean doet in het blad 1'Aurore een heftigen aanval op hem. Hij doet uitkomen, dat ds president ïau alles op de hoogte was, al les wist; wist, dat Dreyfas onschuldig is veroordeeld en geen beteren plicht gekend heeft, dan het recht te smoren, dan ver- valschers en verdraaiers te beschermen. Hij wenscht den president een tot weer ziens voor den rechter van instructie, daar Fanre, naar zijn gedachte, weldra reken schap van zijn daden zal moeten afleggen. De aanwezigheid van Dreyfus in Frank- rijk wordt niet vereischt voordat het proces voor den nieuwen krijgsraad begiet,d. w. z. voordat het Hof van cassatie na volledige instructie de revisie gelast, het tegen hem gewezen vonnis vernietigd en zijn zaak naar den nieuwen krijgsraad verwezen heeft. Niettemin k£n de minister van jnstitie of het Hof, nog voor de uitspraak tot revisie, schorsing van de uitvoering der straf gelasten. Waarschijnlijk lijkt dit echter niet. Wel hangen geruchten in de lnoht, dat men Dreyfus, zoodra het Hof tot revisie besloten heeft, zal laten terugkomen, ge lijk blijkt uit deze drie vragen, in de In- transigeant tot den minister Brisson gericht „Is het waar, dat de stoomboot Cëcile reeds naar het Duivelseiland vertrokken is „Is het waar, dat de heer Brisson die boot heeft laten vertrekken om, zoodra de revisie bevolen is, Dreyfus dadelijk in te schepen en naar Frankrijk over te bren gen P „Is het waar, dat er bevelen gegeven zijn, om Dreyfus met de grootste voorzor gen te behandelen f* U, Mijnheer de Redacteur, zeer beleefd dankende voor de verleende plaatsruimte heb ik de eer te zijn, UEd. dw. dien. Iu verband daarmede, dat mijn naam ook voorkwam in het programma van de feestelijk heden, hier gehouden ter gelegenheid van de inhuldiging van H. M. de Koningin, ver zoek ik zeer beleefd den redactiën van de bladen der omliggende gemeenten, boven staande ook te willen opnemen, waarvoor bij voorbaat mijn dank. Schagen, 20 Septu. 1898. De os date boom van Bel- gië. Volgens Belgische vakbladen be vindt zich achter de kleine kerk van Liernu, een klein dorp niet ver van d'Eghszës, in de provincie Namen, de oudste eik. Men schrijft hem een leef tijd toe van duizend jaren. Bij den voet heeft de stam, die menig maal door den bliksem getroffen werd, 12.40 M. omtrek. Op 8 M. boven den grond bij de eerste takken, meet de om vang nog 9 M. Ten einde den ouden boom te behouden, heeft men hem tot een kapel ingericht met eeu beeld van den Heiligen Antonins. Vroeger bergden de werklieden er hun gereedschap, en de zwervende koperslagers vereerden en eer- tij da hunne goden in. Bij de aankomst van het lijk te Wee- ueu werd hit door de geestelijkheid van het paleis ontvangen. De kist werd geplaatst in een prach- tigen lijkwagen, gedekt door een keizer lijke kroon en omgeven door een galerij van arenden die in hun snavel een rijke draperie vasthouden. Twoe pikeurs in diepen rouw, dragende brandende lantaarns, openen den «toet. Een cscadron huzaren gaat den rouwrijtuigen vooraf, waarin het Huis der Keizerin heeft plaats genomen en onmiddellijk daarop volgt ds lijkkoets, getrokken door zes zwarte paarden, met groote kleeden omhangen en zwarte vee- ren op het hoofdstel. De paarden wor den aan den toom geleid. De koets is omiiugd door de paleiswacht in groot u- niform en wordt gevolgd door era piket van Oosteurijkaohe en Hongaarsche keur troepen, waarna eeu escorte hnzaren den stoet sluit. De weg, dien d« stoet ging, was afgezet deor militaiien, daarachter staan mau aan man de burgers van Wee- nen geschaard, phantastisch verlicht door de toortsen, die op de straatlantaarns zijn geplaatst. In ademlooze stilte trekt de stoet voort. Men hoort niets, zelfs niet het getrappel der paarden, wier hoeven met vilt zijn om woeld. De menigte houdt eerbiedig het kootd ontbloot, de soldaten staan als pila ren met gepresenteerd geweer en in de stilte des dood doet Elisabeth, Keizerin van Oostenrijk, Koningin van Hongarije, haar laatsten plechtigen intocht in de hoofdstad van haar rijk, waar haar zwaar beproefde keizer haar wacht. In de vestibule van zijn paleis wachtte de diepgebogen man, omringd door zijn kindereu. Langzaam schoven acht lakeien voort, torscheBde op hun schouders het lijk van zijn vrouw. Een snik deed hea opzien en overwel digd stonden zij stil. Zy hebben hun Kei zer gezien, bleek als de doodo, die zij droe- gen, een beeld van borenmenschelijk lijden. Zijn smartelijke blik verlamde henhij breidde de armen uit en zyn hoofd zonk op de kist. Hij snikte om de vrouw, dia hij zoo lief had, die hem steunde in kom mer en droefenis. Zijn beide dochters, zijn schoonzoons snikten ook en de priesters en de geheele hofstoet weendeD. Maar de Keizer vermande zich. „Gat voortgebood hij den laktien en met vasten stap volgde hij. In de kapsl werd de kist nedergezet. De aartshertoginnen knielden, de Keizer bleef staan. Plech tig klonk de priesterlijke zegen. En voor het oog van den veder verreis een beeld uit het verleden. Zijn ooren hoorden wiér de woorden, die ook waren gebeden voor de zielernst van zijn eenigen zoon. Hij boog het hoofd, het bleek gelaat werd met rood overtogen door de diepe ontroe ring en met beide handen voor de oogen snikte de Keizer zijn droefheid nit. i Maar teD tweeden male hernam hij de macht over zich zelf. En grooter nog in zijn «tillen rouw, woonde hij standvastig de plechtigheid tot het einde toe hij. En den volgenden dag ging het volk op om zijn Keizerin den laalsten groet te brengen. In de zwart behangen kapel rustte op een kleed van goudlaken de eenvoudig ge beeldhouwde eiken kist, slechte door een zwart kruis gedekt. Den ganschen dag trok hier langs een eindelooze menigte. Eerst de dienaren van het Keizeilijk Huis, toen de deputaties met kransen, de usiniitsri van beide landen, de vertegenwoordigers der twee volken, de gouverneurs van de provinciën, de burgemeesters der steden, de buitengewone afgezanten van de bni- tenlandsche vorsten en daarop het volk, mannen en vrouwen, grijsaards en kinde ren, van alle rangen en standen. Altijd maar voort schoof da stroom langs de kist en altijd maar voort drong de menigte de kapel binnen, totdat in den avond de den- ren werden gesloten. En toen stonden nog duizenden op hun beurt te wachten. Maar verre werd dit rouwbetoon over troffen door den indruk bij de begrafenii. Met uitzondering van den omtrek der straten, waar de stoet zou voorbijtrekkea was de geheele stad als uitgestorven. M«n zag er bijkans geen mentch, het was, alsof de geheele bevolking zich had geschaard lang den weg, dien de Keizerin voor het laatst zou gaan. Alle winkels, kantoren, werkplaatsen gesloten, vale particuliere w°* ningin evenzoo en huis aaD huis rouvde- coraties om rameu, langs balkons of in ■talkasten. De Keizer, de aartshertogen en de bui' tenlandsche vorsten of hnn vertegenwoof' digers begaven zich van te voren neer de kerk, waar zij hun zetels innamen. Kej' zer Franz Joseph reed met keizer helm van on naar het palei». Om viei uur kondigde het brom®6® der klokken hot vertrek vaa den lijkstoe aan. Onder het roffelen der trommen *er de Keizrrin uitgeleid. Omringd door groolen hofstoet werd het lijk door «e® zwarte paarden naar de kerk gereden. 0>e' lijkkleed en geen krans dekten de Bij de nadering ontblootte men het ho° 1 velen snikten toen da lijkwagen voor 'J reed. j Toen de stoet de kerk «derde, de deuren geopend. Midden in de 6 stond voor zija zetel keizer PVanz «eph, met den blik onafgewend op de gericht. De geestelijkheid oetving lijk en leidde het de kerk binnen het geween der vrouven. De k'1' op de baar gezet voor den tetel van Keizer, die zijn blik geen oogenb wendde. Na het zingen van b®£ schaarden zich Kapucijner-monnike*

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1898 | | pagina 2