INGEZONDEN.
R. K. ZANGKOOR.
PLAATSELIJK NIEUWS.
GEMENGD NIEUWS.
Dirkshorn.
Wieringen.
J. 1. Zondag is alhier in de haven bin
nengekomen het versierde vaartuig van den
heer Mettelaar, dat bij gelegenheid der
kroningsfeesten te Amsterdam vertegen
woordigd was. Velen bekeken het
prachtig versierde vaartuig, dat thans
niet voor festiviteiten, maar voor de vis-
seherij weer dienst doen zal. Naar men
zegt, heeft de heer Metselaar ook de fees
ten te Edam en te Medemblik met zijn
versierd vaartuig opgeluisterd.
Een Schager raadsel.
WORDT VERVOLGD.
Dat het publiek nu oordeele
na lezing van het bovenstaande,
of ik directeur en lid van het R.
K. Zangkoor ben geweest.
Indien dit ZOO is, dan geef ik ge
noemden heer, in gemoede, den raad, het
notulenboek eens op te vragen en zich een
weinig op de hoogte te stellen van het
verhandelde in de vergaderingen.
D r e y f u s.
F. H. van BEIJNEN.
F. H. van Beijnen.
Keizerin Elisabetk's uitvaart.
Da zware wisselstukken zijn versplinterd, de
rails in allerlei bochten gewrongen of af
geknapt als glas en groote stukken liggen
hier en daar verspreid, omgebogen als hor-
logeveeren. De vier wagens leen 2e kl. ston
den aan de binnenzijde van het dubbelspoor
tot aan de plankieu in het zandvan de
eerste waren de buffers afgebroken.
De schade aan het materieel zal niet
bijzonder groot zijn, wel aan den weg, die
totaal vernield is.
Ouiniddelljjk is men mot veel volk aan
het werk getogen, om de schade weer te
herstellen eu den weg voor het verkeer
open te stellen.
Op initiatief van den
heer P. van Zoonen, gesteund door mil
de bijdragen, is tijdens de feesten te Wle-
ringerwaard aan 86 gezinnen twee of
meer pond schapenvleesch uitgereikt, in
het geheel 240 pond.
Alle kinderen, die verleden
week aan het schoolfeest te Wieringer-
waard deelnameD, hebben van den heer
Notaris Back» een kroningsbeker ten ge
schenke gekregen.
Op de lijst der geslaagden
voor de eerste klas der R. H. B. S. ts
Helder komt voor de jongeheer 0. A. E. J.
B. Baikt te Wieringerwaard.
Te Nieuwe Niedorp zij»
wederom gevallen van vlekziekte onder
varkens voorgekomen.
Ook is onder een koppel schapen door
den plaatsvervangend-dictiictsveearti, des
heer Muijt, rotkreupel geconstateerd.
Door het hoofdbestuur
van de groentenvereeniging „DeNiedor
per Kogge' is gestaakt met het hou
den van een markt bg het station Noord-
Scharwonde totdat weer een voldoende
aanvoer van producten is ts verwachten.
De Kiesvereeniging Haringkarspel'', die
in den loop van dit jaar bij de H. IJ. S. wezen.
M. een verzoekschrift indiende ter verkrij
ging van een beteren treinenloop op het
baanvak Alkmaar-Helder, vooral met het
oog op hen, die scholen bezoeken^ ontving
van den Raad van Toezicht op de spoor
wagen een schrijven, bevattende de mede-
deeling, dat bij de vaststelling van de
wmterdienstregeling op de lijn Alkmaar-
Helder zooveel mogelijk rekening is ge
houden met de door de Kiesvereeniging
gewenschte wijzigingen.
„Zooveel mogelijk." Een oproeping in
de Schager Courant zon oss doen veronder
stellen, dat dit hier beteekent: heel weinig.
Laat ons afwachten en berusten in de ge
ringe toeschietelijkheid der H. IJ. S. M.
Vergadering van den
Raad der gemeente Wierillgeil, gehou
den op Maandag 19 Sept. 1898, des na
middags ten 2 unr.
Aanwezig alle leden.
Voorz. de EdelAchtb. heer L. C. Kolf.
Na opening door den voorz. worden
door den secretaris, den heer P. Boel de
notulen der vorige bijeenkomst gelezen en
onveranderd goedgekeutd.
Ie Wordt gelezen een dankbetuiging
van H. M. de Koningin, voor de bewezen
hulde op 81 Aug. j.1.
2e Een missive van den heer Com
missaris der Koningin, vermeldende, dat aan
den heer Burgemeester 14 dagen verlof
is toegestaan.
80 Een missive van de dongelieden-
vereeniging bij gelegenheid der kronings
feesten, verzoekende, dat de door hen
gekochte bnste der Koningin, gebruikt voor
den gecostumeerden historischen optocht,
thans een plaatsje mocht vinden op de ee-
cretarie.De Raad neemt gaarne dit cadeautje
iD ontvangst en besluit, de vereeniging
hartelijk hiervoor te bedanken.
4» Wordt in behandeling genomen de
rekening der gemeente over het dienst
jaar 1897, sluitende in ontvangst op
f 42S86.656, in uitgaaf f 43666.85®, dus
met een nadeelig saldo van f 1280.20. Met
algemeene stemmen wordt de rekening op ad
vies van de commisaie goedgekeurd.
Niets meer te behandelen zijnde, wordt
de vergadering gesloten.
Schagon, 21 September 1898.
Maandag viel het 4-ja r i g e
dochtertje van Gielens op de Laan alhier
te water. Op haar luid geschrei iwim
C. W. toeschieten en sprong het kind ach
terna en had het geluk, met behulp van
mej. M. Keet do klein', te redden.
Het eind van onze Laansloot bij 'l hotel
„de Roos' verdient wel de opmerkzame
aandacht van alle Schager ouders; bijna
geen week gaat er voorbij, of er gebeurt
een ongeluk.
o dm plaatsgenoot de heer
J. C. Filter staat No. 1 op de voordracht
als hoofd der school te Krabbendijke, pro
vincie Zeeland.
Wij deelden in ons vorig
No. mede, dat op de scholen alhier aan
enkele leerlingen esn herilinerlngS-
penning is uitgereikt. De waarde van de
zen penning is echter reeds vervallen, daar de
handel zich van het artikel heeft meeatsr
gemaakt. Wij zagen er, die in de Kalver-
straat te Amsterdam voor 20 eest waren
gekocht, en die in alle opzichten met den
officieelen penning overeenkwamen. De on
derscheiding bestaat derhalve niet meer in
het bezit van den penning, doch wel in het
diploma, dat op de O. L. S. alhier nevens
den officieelen penning werd gegeven. Wij
maken gemeentebesturen en hoeren onder
wijzers op een en ander attent, en geven
hun in overweging, alsnog naast den pen
ning een diploma toe te kennen, daar dit
laatst* natuurlijk niet kan worden gekocht,
Door het afbreken van
den raadhuisgevel helde de muur van
waag en waagkamer zoover voorover, dat
men verplicht ia geworden, achter- en voor
muur door middel van een ijzeren stang te
verbindeD, aan welker einden sterke an
kers zijn bevestigd. De houten stut, dien
men eerst geplaatst had, bleek voor het
behoud van den muur niet voldoende te
Zaterdagavond j. 1. verga-
derde in haar eigen locaal de vereeniging
der Landbouwsociëteit Cërès.
Hare rekening sloot met een batig saldo
van f 734.65, welk saldo tot schuldaf
lossing gebruikt zal worden.
Aftreden moesten als directeur de
heer Groot (herkiesbaar), als commis
sarissen de heeren v. d. Maaten en
Joh. Govers(niet herkiesbaar.) De heer
J. Groot werd herkozen en gekozen werden
als comm. de hoeren W. Fadtr en P. Buit.
Heden morgen geraakte
onze plaatsgenoot, de heer C. N. Vlaming
bij het begin van het Noord, door een
ongelukkig toeval onder het vrachtkarre
tje van den heer Broerma beladen met
zware koffers. De heer Vlaming kreeg
een der zware koffers op de borst en het
wagentje waarop nog de andere koffer
reed hem over de beenen. Na even bij
den heer J. H. de Wit zich wat hersteld
te hebbeD, is de heer V. naar ziin eigen
woning gegaan. Bij onderzoek bleek, dat
hij slechts enkele schrammen aan been en
arm had bekomen, zoodat het ongeval
nogal gelukkig is afgeloopen.
't Staat midden in de plaats,
Dus ieder kan het weten
't Wordt iu geen dag, geen maand,
Geen jaren ooit vergeten.
Men vindt het in de Straat
En wie zou dat verwachten
't Hoort in de raadzaal thnis,
Moer nog dan in de Grachten.
't Past nimmer in de kerk,
Noeh in de schoolgebouwen
Men ziet het in den man
En in de Schager vrouwen.
In markt- en straatgewoel
Zal men het altijd vinden
Onmisbaar is het ook
In echte Schager vrinden.
Ja, zelfs in Amsterdam
Zag men het nimmer schaden.
Komt, lezers van ons blad,
Wie kan dit nu eens raden P
Op 10 Januari d. a. v. ontving ik het
volgende schrijven
WclEd. Heer.
Op de algemeene vergadering der St. Gre-
gorins-vereeniging, gehouden 9 dezer, heb ik
de eer U namens bet bestuur dier vereeniging
Uwe henoemiag mede te deelen als direc-
teur der bovengenoemde vereeniging met
de volle meerderheid van stemmen.
Ou* vleiendo U die benoeming hoogst
aangenaam zij en steunende op Uwo krach
tige medewerking in deze,
met de meeste hoogachting,
namens het bestuur,
(wasget.) J. Baart
Secretaris.
Schagen, 10 Januari 1891.
In April 1895 verzocht ik mijn ontslag
als directeur en bestuurslid ten gevolge
van eene handeling v»n den ZeerEerw.
heer President, die mij niet beviel.
Daarop werd door rny onderstaand schrij
ven ontvangen
SchageD, 27 April 1895.
Den WelEd. heer F. H. van Beijnen.
Op uw verzoek wordt U eervol ont
slag verleend ais directeur en be
stuurslid van het Zangkoor, met dank
betuiging voor de vele bewezen diensten,
en znlt U overeenkomstig nw verlangen
als gewoon lid van het koor worden be
schouwd.
Hoogachtend,
UEd. dw. dienaar,
(was get.) W. van Stee,
President.
In Mei van hetselfde jaar ontving ik
onderstaande kaart
R. C. Zangkoor
van den
H. Chriatophorus te Schagen.
Bewijs van lidmaatschap voor het wer
kend lid F. II. van Beijnen.
Namens het bestuur,
(was get.) W. van Stee
President.
Schagen, den Mei 1895.
la September 1895, toen de repetitiën
weder moesten aanvangen, werd ik door de
meeste leden van hel Zangkoor aange
zocht om mijn ontslag als directeur en
bestuurslid in te trekken, hetgeen ik wei
gerde. N» «enige aarzeling liet ik mij
overhalen de repetitiën en uitvoeringen te
blijven leiden als waarnemend directeur,
hetgeen toen zonder eeaig protest van
wieu dan ook heeft plaats gehad tot Au-
gnstus 1898, toen ik eerst mondeling, la-
t»r schriftelijk mijn ontslag nam.
Mijnheer de Redacteur
Iu uw blad van gepasseerden Donder
dag komt een ingezondvn stukje voor,
door P. K. onderteekend.
Om alle misverstand te voorkomen, aebt
ik het noodig, langs dezen weg er op te
wijzei», dat ik daarin de hand niet heb
gehad. Ik ben geen dienstvaardige die
naar geweest van P. K. Het bericht-
je in uo. 3345 uwer Courant kooit echter
van mij eu dal berichtje is waar.
De heer F. E. van Beijnen is immers
wel lid van het Zangkoor; of heeft hij
zijn diploma niet meer P
Do heer F. 11. van Beijnen was we)
Directeur; dit althans vertelde eeu der
bestuursleden van genoemde vereeniging
en dan daarenboven, lees maar het pro
gramma van de feestelijkheden te Scha
geD, ter gelegenheid van de inhuldiging
onzer Koninginop bladzijde 18 komt
zijn naam als zoodanig voor.
Nog iets, mijn waarde P. K. Ik heli
niet geschreven De Weleerw.Zeergel.
heer Van der Voorden is gekozen
(wat eeu stemming veronderstelt), maar,
is m«t algemeen goedvinden benoemd.
Eeue onjuistheid schuilt er in mgn be
richtje, n.1. deze; „In het laatst der vorige
week (Zaterdag)8, moet zyn„In het
laatst der vorige week (Vrijdag).*
Begrepen P
U, mijnheer de Redacteur, dankend
voor de verleende plaatsrni nte, verblijf ik,
Uw dienaar,
Van der Meulen.
feitelijk goed genoeg voor haar. Deeenige,
wien .bg haar gegnnd sou hebben, was Arno
von Erdmann. Ëa voor Arno had Luoy, dat
liehtiinnige schepsel, den weg versperd.
Wat een beroerde wereld was het hier
toch beneden.
Luey kwam terog, gevolgd door den
huiskDeoht, die op een blad een fiesoh wijn
met een paar glasen droeg en een heel wat
beleefder gezicht zette dan straks. Lucy
had hem mei groote haast nit elkander ge
zet, dat bet besoek van oom een omkeering
in de financiën zon tengevolge hebben en
dat ijjn achterstallig loon zeer zeker ook
betaald zon worden. Zij bad het zoover
gekregen, dat de a»me drommel voor eigen
geld een paar fiesscben wijn had gekocht.
Toen ajj in de kamer kwam, gloeide haar
gelaat van opgewondenheid, haar arbeid
had moeite genoeg gekost- Hare oogen
schitterden en tassohen de roode lippen
schemerden de witte en spitse tanden.
Mr. de Redacteur I
Tot veler verbazing en ook Tan mij
kon men in Uw geëerd blad no. 8846
van Zondag 1. 1. als ingezonden het vol
gende lezen
Mijnheer de Redacteur
Naar aanleiding van het berichtje over
het Roomsch-K&lholieke Zangkoor, voor
komende in het no. 8345 uwer courant,
verzoek ik U beleefd het volgende als
verbetering op te nemen. De heer F, H.
van Beijnen was geen Directeur van
genoemd Koor, zelfs geen lid
bij gebrek aan een geschikt Directeur
nam hij gedurende eenigen tijd de leiding
op zich, enz.
P. K.
Als antwoord hierop verzoek ik U
beleefd, de volgende offlciëele beschei
den te willen plaatsen
Uittreksel nit het notnlenhoek van het
R. K. Zangkoor
Vijftiende algemeene jaarvergadering
op 9 Januari 1891.
Tot directeur werd gekozen de heer
F. E. van Beijnen alhier.
(was get.) Van Stee
president,
Baart
secretaris.
„Uittreksel nit het notulenboek van
het R. K. Zangkoor:8
Negentiende algemeene jaarvergadering
op 20 Januari 1896.
„De ZeerEerw. heer President vraagt
aan den waarnemenden directeur, of hij
genegen is, het directeurschap we
der op zich te nemen*.
Dsze wenschte echter, om redenen, hier
niet verder te specifiëercn, de zaak te la
ten, zooals die na is en gaf de verzeke
ring als tot nu tos zijne beste krachten
te zullen inspannen voor den bloei van
het Zangkoor en den goeden gang van
zaken.
(was gat.) W. v. Steepresident.
J. Baar», secretaris.
Bovenstaande brieven en kaart zijn hij
mij voor een ieder ter inzage, terwijl de
secretaris vermoedelijk wel inzage zal wil
len geven van het notulenboek.
Uit achting voor het zangkoor wil ik
betreffende de onnoozela bewering van
P.K. hier niets meer bijvoegen, tenzij
men mi], zooals nu, tot schrijven dwingt.
Ik vermoed,dat P. K. is;
De heer P. Koemeestermr. brood
bakker, Loet, alhier, sedert jaren lid, en
sedert 1891, met uitzondering vaa een en
kel jaar, bestuurslid (penningmeester) van
het Zangkoor, die tevens alle jaar
vergaderingen sedert dien bij
woonde.
Een bestuurslid, dat in een geval, zoo
als het onderhavige, den bal zoover mis
slaat, daaraan heeft een vereeniging toch
werkelijk niets.
Zooals al reeds in korte bewoordingen
in ons vorig nummer stond meegedeeld,
heeft het ministerie in gnustigen zin een
besluit geoomeu ten opzichte van de re
visie van het proces Dreyfas. Die beslis
sing heeft te Parijs een enormen indruk
gemaakt. Tot middernacht toe was het
zeer levendig op de boulevards.
Eëo moment was men bang voor be
toogingen. De noodige voorzorgsmaatre
gelen waren genomen. Het is evenwel
alles kalm afgeloopen.
Generaal Zurlinden is als minister van
ootlog afgetreden, eveneens de minister
van openbare werken. Benoemd is tot
minister van oorlog generaal Ckanoine,
in militaire kringen een hoog geëerd
persoon.
De weifelende houding vaD generaal
Zurlinden wordt sterk veroordeeld. Eerst
heeft hij zich, volgens het beweren zij
ner mede-ministers, sterk i66t de revisie
uitgelaten en sprak er reeds over, Dreyfas
te doen terugkeeren, een volgendsn dag
«venwel verklaarde hij zich er beslist tegen.
De minister van jnstitie draalt niet met
het uitvoeren van het genomen besluit. Hij
heeft het veizoek tot herziening reeds
ingezonden aan de commissie, die voor
deze zaken bestaat.
De president der republiek heeft zieh in den
ministerraad tegen de rivisie verzet, maar
werd door den minister-president Brisson
op zijn plaats gezet.De houding van president
Faure wordt veroordeeld.George Clémencean
doet in het blad 1'Aurore een heftigen
aanval op hem. Hij doet uitkomen, dat ds
president ïau alles op de hoogte was, al
les wist; wist, dat Dreyfas onschuldig is
veroordeeld en geen beteren plicht gekend
heeft, dan het recht te smoren, dan ver-
valschers en verdraaiers te beschermen.
Hij wenscht den president een tot weer
ziens voor den rechter van instructie, daar
Fanre, naar zijn gedachte, weldra reken
schap van zijn daden zal moeten afleggen.
De aanwezigheid van Dreyfus in Frank-
rijk wordt niet vereischt voordat het proces
voor den nieuwen krijgsraad begiet,d. w. z.
voordat het Hof van cassatie na volledige
instructie de revisie gelast, het tegen hem
gewezen vonnis vernietigd en zijn zaak
naar den nieuwen krijgsraad verwezen heeft.
Niettemin k£n de minister van jnstitie
of het Hof, nog voor de uitspraak tot
revisie, schorsing van de uitvoering der straf
gelasten. Waarschijnlijk lijkt dit echter niet.
Wel hangen geruchten in de lnoht, dat
men Dreyfus, zoodra het Hof tot revisie
besloten heeft, zal laten terugkomen, ge
lijk blijkt uit deze drie vragen, in de In-
transigeant tot den minister Brisson
gericht
„Is het waar, dat de stoomboot Cëcile
reeds naar het Duivelseiland vertrokken is
„Is het waar, dat de heer Brisson die
boot heeft laten vertrekken om, zoodra de
revisie bevolen is, Dreyfus dadelijk in te
schepen en naar Frankrijk over te bren
gen P
„Is het waar, dat er bevelen gegeven
zijn, om Dreyfus met de grootste voorzor
gen te behandelen f*
U, Mijnheer de Redacteur, zeer beleefd
dankende voor de verleende plaatsruimte
heb ik de eer te zijn,
UEd. dw. dien.
Iu verband daarmede, dat mijn naam ook
voorkwam in het programma van de feestelijk
heden, hier gehouden ter gelegenheid van de
inhuldiging van H. M. de Koningin, ver
zoek ik zeer beleefd den redactiën van de
bladen der omliggende gemeenten, boven
staande ook te willen opnemen, waarvoor
bij voorbaat mijn dank.
Schagen, 20 Septu. 1898.
De os date boom van Bel-
gië. Volgens Belgische vakbladen be
vindt zich achter de kleine kerk van
Liernu, een klein dorp niet ver van
d'Eghszës, in de provincie Namen, de
oudste eik. Men schrijft hem een leef
tijd toe van duizend jaren.
Bij den voet heeft de stam, die menig
maal door den bliksem getroffen werd,
12.40 M. omtrek. Op 8 M. boven den
grond bij de eerste takken, meet de om
vang nog 9 M. Ten einde den ouden
boom te behouden, heeft men hem tot
een kapel ingericht met eeu beeld van
den Heiligen Antonins. Vroeger bergden
de werklieden er hun gereedschap, en de
zwervende koperslagers vereerden en eer-
tij da hunne goden in.
Bij de aankomst van het lijk te Wee-
ueu werd hit door de geestelijkheid van
het paleis ontvangen.
De kist werd geplaatst in een prach-
tigen lijkwagen, gedekt door een keizer
lijke kroon en omgeven door een galerij
van arenden die in hun snavel een rijke
draperie vasthouden. Twoe pikeurs in
diepen rouw, dragende brandende lantaarns,
openen den «toet. Een cscadron huzaren
gaat den rouwrijtuigen vooraf, waarin het
Huis der Keizerin heeft plaats genomen
en onmiddellijk daarop volgt ds lijkkoets,
getrokken door zes zwarte paarden, met
groote kleeden omhangen en zwarte vee-
ren op het hoofdstel. De paarden wor
den aan den toom geleid. De koets is
omiiugd door de paleiswacht in groot u-
niform en wordt gevolgd door era piket
van Oosteurijkaohe en Hongaarsche keur
troepen, waarna eeu escorte hnzaren den
stoet sluit. De weg, dien d« stoet ging,
was afgezet deor militaiien, daarachter
staan mau aan man de burgers van Wee-
nen geschaard, phantastisch verlicht door
de toortsen, die op de straatlantaarns zijn
geplaatst.
In ademlooze stilte trekt de stoet voort.
Men hoort niets, zelfs niet het getrappel
der paarden, wier hoeven met vilt zijn om
woeld. De menigte houdt eerbiedig het
kootd ontbloot, de soldaten staan als pila
ren met gepresenteerd geweer en in de
stilte des dood doet Elisabeth, Keizerin
van Oostenrijk, Koningin van Hongarije,
haar laatsten plechtigen intocht in de
hoofdstad van haar rijk, waar haar zwaar
beproefde keizer haar wacht.
In de vestibule van zijn paleis wachtte
de diepgebogen man, omringd door zijn
kindereu. Langzaam schoven acht lakeien
voort, torscheBde op hun schouders het
lijk van zijn vrouw.
Een snik deed hea opzien en overwel
digd stonden zij stil. Zy hebben hun Kei
zer gezien, bleek als de doodo, die zij droe-
gen, een beeld van borenmenschelijk lijden.
Zijn smartelijke blik verlamde henhij
breidde de armen uit en zyn hoofd zonk
op de kist. Hij snikte om de vrouw, dia
hij zoo lief had, die hem steunde in kom
mer en droefenis. Zijn beide dochters, zijn
schoonzoons snikten ook en de priesters
en de geheele hofstoet weendeD.
Maar de Keizer vermande zich. „Gat
voortgebood hij den laktien en met
vasten stap volgde hij. In de kapsl werd
de kist nedergezet. De aartshertoginnen
knielden, de Keizer bleef staan. Plech
tig klonk de priesterlijke zegen. En voor
het oog van den veder verreis een beeld
uit het verleden. Zijn ooren hoorden wiér
de woorden, die ook waren gebeden voor
de zielernst van zijn eenigen zoon. Hij
boog het hoofd, het bleek gelaat werd
met rood overtogen door de diepe ontroe
ring en met beide handen voor de oogen
snikte de Keizer zijn droefheid nit. i
Maar teD tweeden male hernam hij de
macht over zich zelf. En grooter nog in
zijn «tillen rouw, woonde hij standvastig
de plechtigheid tot het einde toe hij.
En den volgenden dag ging het volk
op om zijn Keizerin den laalsten groet te
brengen.
In de zwart behangen kapel rustte op
een kleed van goudlaken de eenvoudig ge
beeldhouwde eiken kist, slechte door een
zwart kruis gedekt. Den ganschen dag trok
hier langs een eindelooze menigte. Eerst
de dienaren van het Keizeilijk Huis, toen
de deputaties met kransen, de usiniitsri
van beide landen, de vertegenwoordigers
der twee volken, de gouverneurs van de
provinciën, de burgemeesters der steden,
de buitengewone afgezanten van de bni-
tenlandsche vorsten en daarop het volk,
mannen en vrouwen, grijsaards en kinde
ren, van alle rangen en standen. Altijd maar
voort schoof da stroom langs de kist en
altijd maar voort drong de menigte de
kapel binnen, totdat in den avond de den-
ren werden gesloten. En toen stonden nog
duizenden op hun beurt te wachten.
Maar verre werd dit rouwbetoon over
troffen door den indruk bij de begrafenii.
Met uitzondering van den omtrek der
straten, waar de stoet zou voorbijtrekkea
was de geheele stad als uitgestorven. M«n
zag er bijkans geen mentch, het was, alsof
de geheele bevolking zich had geschaard
lang den weg, dien de Keizerin voor het
laatst zou gaan. Alle winkels, kantoren,
werkplaatsen gesloten, vale particuliere w°*
ningin evenzoo en huis aaD huis rouvde-
coraties om rameu, langs balkons of in
■talkasten.
De Keizer, de aartshertogen en de bui'
tenlandsche vorsten of hnn vertegenwoof'
digers begaven zich van te voren neer de
kerk, waar zij hun zetels innamen. Kej'
zer Franz Joseph reed met keizer
helm van on naar het palei».
Om viei uur kondigde het brom®6®
der klokken hot vertrek vaa den lijkstoe
aan. Onder het roffelen der trommen *er
de Keizrrin uitgeleid. Omringd door
groolen hofstoet werd het lijk door «e®
zwarte paarden naar de kerk gereden. 0>e'
lijkkleed en geen krans dekten de
Bij de nadering ontblootte men het ho° 1
velen snikten toen da lijkwagen voor 'J
reed. j
Toen de stoet de kerk «derde,
de deuren geopend. Midden in de 6
stond voor zija zetel keizer PVanz
«eph, met den blik onafgewend op de
gericht. De geestelijkheid oetving
lijk en leidde het de kerk binnen
het geween der vrouven. De k'1'
op de baar gezet voor den tetel van
Keizer, die zijn blik geen oogenb
wendde. Na het zingen van b®£
schaarden zich Kapucijner-monnike*