Aar en Halm. Donderdag 6 Octoler 1893. 42ste Jaargang No. 3351. om Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Pureau: liaaa, D 4. UitgeverP. TRAPMAN. Medewerker: J. WIKKEL. Prijs per jaar f 8.Franco per post f 8.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. BekendmakiugTen. AG E R NllllS-, COURANT. Alnrteitig- Laolboiwi Bij dit nummer behoort een bijvoegsel. Gemeen. teSchagen. POLITIE. Ter Secretarie dezer gemeente worden in lichtingen verzocht omtrent een verloren armband en kunnen inlichtingen worden verkregen omtrent een gevonden paar- dedeken. Binnenlandsch Nieuws. Vergadering van den Raad der gemeente Zijpe, gehouden op Dinsdag 4 October 1898,f des voormid dag» 10 ure. Afwezig 3 vacatures. Voorzitter de heer O. C. Hukt, burge- meeitsr. N» opening der vergadering lezing en goedkeuring der notulen. Wordt voorlezing gedaan van een over lijdensbericht van den heer 8. de Witin leven wethouder der gemeente. Op voor stel des voorzitters wordt besloteD, een adres van rouwbeklag namens den raad aan da weduwe te zenden en daariu het leed wezen mst dit verlies te betuigen, en hul de te brengen aan de vele dieneten, door den heer Wit in de lange jaren van zijn Wethouderschap bewezen. Volgen da jaarlijks terugkeerende begroe tingen, waarover een commissie, bestaande uit de heeren IraneisNieuwland en Vrijburg, rapport zal uitbrengen, hetgeen bij monde van den heer Vrijburg geschiedt De commissie, benoemd in de vergade ring van 5 Sept., tot onderzoek der fae- grootingen over het jaar 1899, heeft op den 24sten September j.ï. voor dat doel in het raadhuis vergaderd en brengt hierover bij deze uit het volgende rapport. I. Algemeen Armbestuur. Deze begrooting ie ingediend in ont- vanget en uitgaaf tot een bedrag van f 10694.80Yd waaronder aan onvoorziene uitgaven f 119.80 Yi- Art. 1 van de ontvangsten toont aan, dat de huren der onroerende goederen f 100 minder zijn geraamd en hoewel hierover in de memorie van toelichting FEUILLETON. 18. Arno antwoordde daarom lachend op de vraag van den majoor: „Wellicht. Ik ver telde uwe vrouw eenige moeilijkheden uit mijn beroep en zij was zoo goed, daar eoni- ge belangstelling voor aan den dag te leggen." Mijnheer von Banden knikte langzaam voor zich heen, terwijl zijn groote oogen geen moment van het gelaat van Margaretha af weken. „Dat verhoogt mg oprecht," antwoordde hg, met opzet zijn toon tot kalmte dwin gend, terwjjl evenwel de zenuwachtige be wegingen zijner handen zijn innerlijke opge wondenheid verrieden. „En ik hoop, dat gij haar aanraadt, in die riohting voort te gaan. Wellicht hebt gij betere capaoileiten tot leermeester dan ik. Ik word gauw drif tig en wek daardoor tegenspraak op. Bij voorbeeld wanneer mijn vronw te kennen geeft, dat zij geen talent voor het een of ander heeft. Zij zon bijvoorbeeld een flinke sohilderes geworden zijn, wan neer zij haar aanleg een opvoeding had gegeven. Zij heeft ais meisje beel lieve schetsen gemaakt. Ik heb ze in Berlijn aan een schilder laten zien, die mijne goede meeniog heeft bevestigd." „Maar," riep Margaretha uit, „wat nnt heeft dat alles I Zondor eon leermeester breng ik het toeh tot niets. En vanwaar er hier een te krjjgen P Ge wilt immers niet, dat we dezen winter naar Berlijn gaan Hij knikte. «Het gaat jammer genoeg niet, ik kan Borna niet verlaten. Maar als we een leeraar engageerden P* Zij lachte spottend. „Er zullen er ook velen gevonden worden, die zich hier in die eenzaamheid willen begraven Majoor van Banden laohte beieekenisvol. „Wie weet/ Wanneer men hem een ®ooi atelier geeit P Plaats daarvoor hebben *6 meer dati voldoende 1 bij sou dan naar eigen vrjjen wil voor zichzelf kunnen *erken en u moteen les kunnen geven. Hoe ig het, zal ik eens naar zoo iemand omiien P* «Go doet waarlgk, als hadt ge rceda al- weinig of niet wordt gesproken, werd toch de ervaring opgedaan, dat, met mach tiging der Staten, de phats aan de Pet- tenerkluft voor f 100 minder en dus voor f 1480 per jaar weder is gegund aan den tegenwoordigen pachter Rampen, dat de huur, met het oog op den jaarlijkscten mestaankoop van f 400 door den huur der, wal wat hoog was, en dat die bezit ting evengoed nog een flink rentrgevend pand is. In art. 2 der uitgaven wordt f 100 ge vraagd voor eventuëele breukbanden en audere verbandmiddelen boven de gewone som vsd f 1600 voor de geneeskundige behandeling en de geneesmiddelen. De behoefte aan verbandmiddelen heeft zish in den laatsten tijd nogal eens doen gevoelenzij zijn noodig, doch in den regel niet goedkoop, waarom de post vun f 100 als niet overdreven mag worden beschouwd. Art. 7 der uitgaven heeft tot eindcij fer f 250 of ook f 100 meer dan voor heen, welk bedrag (de f 100 nl.) niet als in art. 2 uitwendig zal worden verant woord, doch voorloopig voor meer inwenai- gen dienst bestemd is en terecht komt in de respectieve zikken van heeren Regenten, die er dan ook den titel van presentiegeld aan hebben gegeven. Tot boden zijn er nooit presentiegelden betaald of liever gevraagd en is de post van armvoogd steeds beschouwd óf als een eerebaantje, öf als eane betrekking, welke gratis moest worden vervuld of waargeno men. De boekhouder alléóa kreeg een sahris van f 55 per jaar. Als men nu nagaat, dat de tijden in zooverre ziju verandsrd, dat iets voor nie mendal doen zoo gosd als tot het verlede ns behoort, dat door de mindere bedee ling dar diakonia (ondanks haar) de arna- voogdij al zwaaider wordt gedrukt, waar door het soms moeilijk wordt in eone va- cuture te kunnen voorzien en dat op dep armvoogd-boakhouder eene geldelijke ver antwoordelijkheid rust gelijk staande met die van Y2 der geheele gemeente, kan eene belooniug van f 100 voor tijdverzuim en schadeloosstslling, gerekend over 12 las voor elkander I* „Weilicht doet ge 't P" Zij overlegde oon oogenblik, Eu plotseling schoot er eene .herinnering in haar op. In den voormiddag had ze op de schrijftafel van dan majoor een leeg ooavort zion liggen «et het poststempel „Berlgo" en aan de achterzijde van dat couvert stond vermeld, dat Hans Rönneberger de afzender was. Zonder twijfel stond doze brief met het voorstel v^n den majoor in batrekking. Rönnsbarger was de schilder, die voor haar man vroeger eonig werk had verricht. En bij de bespreking daarover te Berlijn nu herinnerde zij het zich hael nauwkeurig had zij onder zijn» schetsen bot portret van Arno gevonden. Zjj wist na ook weer, dat Hans Rönneberger Arno zijn vriend had genoemd. Wanneer de schilder dus kwam zou er als vanzelf een warmer ver keer ontstaan met Erdmann en zij waagde het niet vorder !e denken. Zij maakte het zich ook niet geheel duidelijk, wat zij van dit alles ver wachtte. Wanneer daardoor maar eenige verandering gebracht werd in haar ellendig leven. „Doet ge 't P" herbaalde haar man zijn vraag. Zij haalde blijkbaar onverschillig de schouders op. „Och, wanneer ge 't absoluut wilt en wanneer ik n daar een pleizier mee kan doen ga dan nw gang. Maar ik vrees, dat bet alles tevergeefs zal zijn." De bediende kwam binnen en zeide, dat de tafel gereed was. Arno wilde zioh ver wijderen. Maar mijnheer von Randen liet hem niet gaan. Met de eigenaardige plaagzucht van jaloerscbe menschen hield hij het voorwerp zijner jaloezie in zijne na bijheid. En nit alles, zelfs nit de meest onschuldige beweringen, meende bij iets verdachts te hooren. Onophoudelijk stond hem hei beeld voor deu geest, dat bij aanschouwd had bij hot binnentreden van de kamerzij achterover geleund in don schommelstoel met de oogen gesloten, hg zich half over haar heen bui gend en baar naam met sidderende stem uitroepend. Wanneer hij maar wist, wat er gebeurd was Maar eens zon bij de waarheid wel te weten komen, en dan En zoo zat hjj tussehen hen beiden in en sprak mot hen en lachte hen toe en toch flikkerde de pijnlijke vlam der jaloezie in zjjn hart. HOOFDSTUK XV. Toon Arno in den avond van denzelf- vergaderingen per jaar en te verdoelen tnsschen vijf regeuteD, niemand een doorn in het oog zijn. De commissie adviseert om, onder dank zegging aan heeren Armvoogden, deze begrooting goed te keuren. Met algemsene stemmen worden de con- clnsiëu van de commissie adrem gevonden; de subsidie van f 8400 toegestaan en de begrooting vervolgens goedgekeurd. De heer Vrijburg gaat verder met de opmerkingen over de begrooting van het Weeshuis De begrooting van het Algemeen Wees huis sluit in ontvangst en uitgsaf met een cijfer van f 2889.74Yj, waaronder aan onvoorziene uitgaven c. a. 89.74Yj. De commissie herienerde zich zeer goed, hoe in het vorige jaar de aandacht werd gevestigd op de volgende posten Ontvang Subsidie van de gemeente f 400. Uitgaaf Proviand f 900. en de hoop werd uitgesproken, zoo moge lijk den eersten post te doen verdwijnen en den tweeden te verminderen. Wat is bu het geval; de f 400 wordt wederom aangevraagd eu de f 900 is slechts met f 50 verminderd, terwijl het getal inwonende weezen is gedaald van 7 op 4. Een commissielid vergeleek het Wees huis bij een gewone burgerhnishouding en dat die niet kan bestaan van de in komsten der bezittingen, na aftrek der lasten, is hem een raadsel. De commissie beaamt de moeilijkheid eens anders huishouding te taxeeren en dat de beste stuurlui vaak aan wal staan is eene waarheid, doch zij vermeent in deze Dist verantwoord te zijn als deze posten 166 worden aangenomen, en stelt daarom voor, ze ieder met f 200 te ver minderen, alzoo te brengen op f 200 en f 650 en dan de begrooting goed te keuren. Nog werd gewezen op het verschil in onderhoudskosten v>or verpleegden in het Algemeen Armhuis en in het Weeshuis eu op den bij laatstgenoemde stichting behoorenden groeten tuin, welke in eigen behoefte van aardappolen ec groenten kan voorzien. den dag, van Borna thuiskomende, bet park van het landgoed Tannwald opreed, zag hij verscheidene vensters meer dan gowoon helder verlicht. Yoor den stal siondhet hólelrjjtuig nit d« Btsd. „Waarschijnlijk bezoek voor mevrouw Kleefeld," daoht Arno, terwijl hij zijn paard aan een knecht overgaf en lang zaam, in gedachten verzonken, op het slot toestapte. Margaretha hield zijne gedach te besigii maar bij was er niet beel zeker meer van, of zijn oordeel over majoor von Randen wel zuiver was geweest. In den loop van den middag had de majoor hem zijn boerderij rondgeleid en was daarbij openharti ger geweest dan ooit te voren, Hij had Arno zijn hachelijke positie volstrekt niet verborgen gehouden en toen deze hem open en streng als hij was de grootste zuinig heid aanraadde, had do majoor een paar maal diep geznoht en gezegd, dat hij Ma- garetha niet onder den drnk der omstandig heden mocht laten Ijjden. Deze bemerking verklaarde Arno veelhij geloofde nu de oorzaak van de tweedracht te kennen, die tnssehen de beide echige- cooten beersohte. Aan de eene zijde een verwene vrouwdie niet heel gauw tevreden was, en al haar genot in bet leven ver wachtte van een schitterend leven; aan de andere zijde een man, die hard voor zijn bestaan moest werken en die zwaar leed on der den drnk der tijden. En vooral dat gewerk en geploeter vond de man bij zijn vrouw geen oogenblik steun en troost. Zonder eenigen twijfel lag hier de schuld bij Margaretha. Maarzij was niet veeleisohend, niet eigen zinnig 1 Integendeel, zij bezat een waarlijk deelnemend gemoed, dat slechts bohoefde te worden wakker gemaakt,om rijkol jjk ajjn goeden invloed te doen gevoelen. Dat zulks hier niet geschiedde, dat Margaretha niet zag, wat er om haar voorviel, lag zonder twijfel aan de afgodische, angstige liefde van haar oude ren man voor haar. Deze beefde er voor te rug, haar schoon en jong hoofd met zorgen te bezwaren bij wilde haar leven, zoolang hem dat maar eenigszins mogelijk was, met allerlei dingen vervrooljjken- Daarom omgaf hg haar mat weelde en luxe, die zijn middelen hem eigenlijk niet veroorloofden, daarom verborg hij voor haar de waarheid. Omdat aan hon echt de hoogste wjjding ontbrak,de oprechtheid, daarom waren zij bei den op den weg der lengsn verzeild ge raakt. Of bier te helpen was Of bij, Arno, ben kon helpen f Die oprechte wensch vervulde hem, Mar garetha gelukkig te zien o, dat ware bom alles waard geweestook haar echtgenoot Voorzitter zegt, dat de commissie dus wil, dat de post subsidie f 400 wordt te ruggebracht op f 200, en dat de post vertering f 850, wordt teruggebracht op 1 650. De heer flobel maant dat de raad wel gerechtigd is, zijn bemerkingen op de be grooting te kennen te geren, maar niet, om daarin veranderingen te brengen. Wel zal men aan het Weeshuis de bemerkingen kunnen opgeven, waarom de begrooting niet is goedgekeurd. Na eenige discussie over dit punt, wijst de heer Bossen er op, dat de Raad de bevoegdheid bezit, aan eiken post zijn goedkeuring te geven of te onthouden. Na deze toelichting wordt Tolgens hot voor stel der commissie de begrooling van het Weeshuis met de bemerkingen goedgekeurd. Daarna leest de heer Vrijburg het ver dere van het verslag, over de begrooting der Gemeente De gemeentebegroting wijst in ontvang en uitgaaf een cijfer aan van f 88988.49, waaronder aan onvoorziene uitgaven f 894.67, en is, daar ieder in het bezit van eon gedrukt exemplaar was, door elk der leden op zichzelf reeds nagegaan. Het algemeen gevoelen was, dat deze weinig verschilt met die van het vorige jaar en met zorg, soms niet te ruim, ia opge maakt en in elkaar gezet. De verhooging der opcenten in art. 6 van 20 op 35, noodig geworden om het zelfde bedrag aan opcenten te kunnen be houden, daar de hoofdsom, tengevolge der nieuwe wet op de personeele belasting veel minder is, gaf aanleiding tot eenig verschil van gevoelen. De meerderheid vond eene hoogera per centage beter en voerda aan, dat de perso neele belasting meer dea uiterlijken staat treft, met minder pruttelen wordt betaald en minder onaangenaamheden en klachten veroorzaakt, terwijl éêa lid van de com missie een verhooging van den hoofdelij- ken omsfag wcnschelijker achtte, omdat die juist betaald wordt door gegoeden, daarvoor geklassificeerd door eigen gemeen tenaren, die met ieders omstandigheden bekend zijn. Algemeen is men het er over eens, dat had bij nadere kennismaking eon warmer ge voel in zijn hart doen ontstaan- Hij besloot, alhoewel hem de rol van derde in den echt niet zeer aanlokkelijk voorkwam, en hij ze ker wist, dat hem daarvoor geen dank zon worden geweten, de eerste de beste gelegen heid ie baat fa nemen, om Margaretha de oogen te openen. Daaroii mocht ontstaan wat wilde, wanneer hij haar maar nit die onzalige twaedrschl redde. Ea die gelegen heid nou hum spoedig genoeg aange boden worden, want de majoor had hem dringend veriocht, 100 spoedig mogelijk weer eens ierog te komen. Die man scheen al de wonschen zijner vrouw in vervulling te willen brengen, vooraleer zij er nog een woord van gezegd had. Eu dat zij met de nitnoodiging van haar man instemde, had haar hartelijkheid tegenover Arno voldoende bewezen. Met zoete gedachten bezig, sieag hij, zon der op de stemmen té letten, die van nit de woonkamer van het slot tot den corri dor doordrongen, de trap naar zijn kamer op. Daar aangekomen, trok hg zijn huisjas aan es wilde vervolgens aan zijn sohrjjf- tafel nog een paar unr aan 't werk gaan, toen hij op die schrijftafel een brief nit Ber lijn vond liggen. Ds gedachte aan Lucy steeg bij hsru op. maar hij verwierp die dadelgk weder. Het meisje was te wuft, om, nadat sj) zioh van hem had losgemaakt, nu berouw te willen tooaen en den band weder aan te knoopen. Tooh beefde zijn band, toen hij het couvert losscheurde, maar hjj werd kalmer, toeu hij een blik op de onderteekeniog had gewor pen. Hans Rönneberger, stond daar in vreemd gedraaide en onduidelijke letters. Het kostte hem eenige moeite,om den brief te ontcijferen „Dierbare baron en toekomstige millionnair 1 Heb ik het aan n verdiend, dat gij mij zoo ge heel en al vergeet en niets van n laat hooren t Maar natuurlijk, soo zjjn de heeren der schepping I (een miserabele eohepping). Of) zijt iu bet laad, waar de melk en beoing vloeit, terwijl wij, arme stedelingen, eek en andere spiritualiën moeten gebruiken lot op wekking van ons bestaan. Onder ons ge zegd, sok en andere dranken zijn niet zeer gesohikt, om een men ach gevonder te ma ken. Zolfs mijn waardigheid als compagnon van den beer Bcrnhard Ham mor (dien ge aalt kennen) en als speelpop van sijn dochter (die ge wellicht nog beier znlt kennen) is niet in staat geweest, mijn geldbuidel te vullen. Ik heb daarom het heldhaftig besluit genomen, uitlandig te gaat), dat wil in mijn plaatB zeggen, dat ik eens sal probeeren, boe hot leven smaakt als msa werkt, en dal sal iemand, die geen hoofdelijken omslag betaalt, ook heel weinig of niet zal bijdiagen ia de personeele belasting en omgekeerd, tenmin ste in deze gemeente; dat bij slot van re kening het verschil niet groot zal zijn en dat belasting betalen veelal niet tot de ge noegens van het menschdom behoort, doch dat het vrijwel op hetzelfde neerkomt of men van de kat wordt gebeten oftewel van den kater; het doet beiden aeer. De kwestie is meer ter tafel gebracht. De Raad oordeele zelve. Art. 21, geldleening f 1000, is een oude bekende en overgeschreven van het dienst jaar 1898 op 1899 en noodig voor den torenbouw, waarmede, met het oog op de vele werkzaamheden tengevolge van den brand aan de Schagerbrug, is gawacht, denkende door uitstel van betere conditie te worden. De commissie is eenparig van oordeel, dat artikel 80 der uitgaven, kosten van het onderhoud (f 300) en schoonhouden (f 100) van het Raadhuis te hoog is. Wanneer men dit vergelijkt met art. 55, Kosten van onderhond van 5 scholen en 5 onderwijzers woningen, waarvoor te zamen t 900 is uitgetrokken, springt het groote verschil dadelijk in het oog. Daarom wordt voorgesteld art. 80 met f 100 te verminderen en art. 55 daarme de te verhoogen of weer te brengen op f 1000 zooals voorheen. Artikel 82, kosten van hel aanleggen en bijhouden van da registers van den Burgerlijken Stand, is op voorstel van den secretaris zelf met f 100 verminderd. Over art. 67: de subsidie Weeshuis f 400, heeft de commissie haar oordeel bij da behandeling der begrooting dier stichting reeds kenbaar gemaakt, nl. om eene ver mindering van f200 voor te stellen. De overige artikelen gaven geene aanleiding tot verdere besprekingen en de commissie stelt voor, dez» begrooting met dank zegging en met inachtneming van het vorenstaande, ook gord te keuren. Opgemaakt te ZIJPE, 30 Sept. 1898. De Commissie: K. FRANCI8. G. NIEUWLAND. G. VRIJBURG ssssm vooe de eerste mnal zijn. Dat is evenwel voor een schilder gemakkelijker gezegd dan gedaan. Mocht ge daarom eens hooren, dat iemand bij n zijn paarden, honden, koeien, zwijnen, zichtelf ot zijn vrouw en kind wil laten uitschilderen, denk er dan aan, raija waarde, dat er in Berlijn een mennek is, die n nog 72 mark 25 schuldig is en noch tans blijf» uw oprechte Vriend Hans Röune- berger. P. s. Die 72 mark 25 d rakken me zwaar, 't Is een zeer onaangename som) Zonden we daar niet iets welluidende» van kannen ma ken Wellicht zouden we het op 150 Mark kunnen afronden. (De menseh moet naar het hoogere streven en slechts ezels heb ben kleine scholden). Tot overzending der 77 mark 75 beveel ik n de keiierljjke post aan. Talegraphisch bericht der afzeuding zou zeer indrukwekkend zijn. Egoïstisch als altoos, uw H. R*. Arno wierp dsn brief boos terzjjde. Niet het verzoek om geld maakte hem boos, maar wel de schijnbaar vroolijke eu tooh zoo licht zinnige toon, waarop d« brief geiehraven was. Slechts een menseh zonder grondstel lingen, zonder moraal kon dergelijke brie ven schrijven. Ea Arno's natuur was veel te gezond ea te standvastig, dzn dat hij die bespotting van da edelste gevoelens soa kannen verdragen. Maar da directe, bijna lompe verwijzing naar Lcuy, de dochter vaa Hammer, „die hg wellicht nog beter kende,* gaf hem te denken. Dat zag er bijna ala eena bedreiging nil. Het was, ais wilde de schilder daarmede op iets wijten, wat Arno voor de wereld verborgen wilde houden, wat hem schade zou kannen doeD, wanneer Hans Rönneberger het bekend maakte. Vanwaar wist dit menseh zijn vroegere ver houding tot LocyP Hij, Arno zelf, had hem daarvan nooit iets meegedeeld. En buiten hem wisten slechts Locj en Chnrlotte het. Had Charlotte er somwijlenf Arno verwierp die gedachte dadelijk weer. Het verwonderde hem, hoe onaasgenaam h»m dat ook was, dat hij haar niets leelijks en onedels had kannen toekennen. Zeker, ze mocht oppervlakkig, wuft, op baar manier berekenend zjjn voor sleeht hield hij haar niet, want daarvoor was ze te goedmoedig en modelijdend. Hoe vol medeljjden waren hare vragen aan hem gericht geweest op het oogenblik, dat zij hem Lney'z afscheid kwam brengen 1 Die oogon somwijlen, ia nren van berinneringen, doken se nit de menigte gastalten op, die aan zijn geestesoog voorbij gingen en in de groote kjjkers las hg haar treurigheid en medelijden met hem WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1898 | | pagina 1