om
Aar en Halm.
Donderda? 13 Octokr 1393.
42st9 Jaargang No. 3353.
JBwreau: SCJHAOKIM» JLaasa, 4.
UitgeverP. TRAPMAN,
MedewerkerJ. W1M ÏA li L.
Bekendatfiklnsren.
Gemeente Schagen.
Tweede Kennisgeving.
LOTING
NATIONALE MILITIE.
FEUILLETON.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van I tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct,
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
politie.
Maant bij deze belanghebben
den aan:
a. S., geen sterkan drank te scheuken
tot des namiddags 2 uur, en zulk»
SCHAGER
Alieieei iiuis-
5
COURANT
LilisiifHai.
Ter secretarie dezer gemeente zijn in
lichtingen ts betomen omtrent een gevon
den bos sleutels.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
der gemeente 8 c h a g e n;
Brengen, ter voldoening aar, het tweede
gedeelte van Art. 28 der wet op de Nati
onale Militie van den löden Augustus
1861 (Staatsblad No. 72), voor de twee
de maal ter kennisie van de belangheb
benden, dat de loting van de in 1898
voor de Nationale Militie ingeschrevenen,
overeenkomstig de ontvangen aanschrijving
van Zijne Excellentie den heer Commis
saris dezer Provincie, dato 2 September
1898 No. 8/2301 M/5, zal plaats hebben
op den 19 OctobOf a. S., des na
middags ten D/j ure, ten Raadhuize dezer
gemeente, en worden zij, welke daaraan
moeten deelnemen, gelast, om op den be
paalden tijd aldaar, tot dat einde aanwe
zig ts zijn, of, bij verhindering, zich al
daar door hun vader, moeder of voogd
te doen vertegenwoordigen.
Alsmede dat, overeenkomstig Art. 84
van gemelde Wet, dadelijk na de trekking
van het Nummer, de redenen van vrij
stelling, welke de Ingeschrevene mocht
hebben, moeten worden opgegeven.
Indien hij vermeent vrijstelling te kun
nen erlangen wegens broederdienst of op
grond van te zijn eenige wettige zoon, zal
hij op Vrijdag den 21 October, des voor
middags ten 10 ore, in het Gemeentehuis
moeten verschijnen, vergezeld van twee bij
den Burgemeester bekende en ter goeder
naam en faam staande meerderjarige inge
zetenen, die de vereischte getuigenis kunnen
afleggen en het aldaar op te maken ge-
tuigseürift onderteekenen. Wanneer hij aan
spraak maakt op vrijstelling wegens broe
derdienst, zal hij mede voorzien moeten
20.
Lncy zag Arno met groote oogen aan.
„Ja, Arno, het geluk,antwoordde «e
warm. „En ditmaal ik zie het ïd, dat
ik niet goed gehandeld heb en dat ik nog niet
voldoende vertrouwen in uw kracht heb ge
steld. Mijn hemel, ik was toen ook nog zoo
onervaren, soo angstig en schuchter. Na
echter ge hebt toch getoond, wie ge zijt
en
Zij verstomde voor de afwerende bewe
ging zijner hand. Verwonderd zag zij op,
toen hij plotseling een brief van de tafel
nam en baar dien overhandigde.
„Dien brief kreeg ik zooavon. Interessant
is die."
Terwijl Lncy las, voelde ze, hoe soherp ze
werd gadegeslagen. Haar eerste blik was
op de onderteekening „Hans Rönneber-
ger* gevallen en met moeite bad ze een
onwillekeurige beweging van schrik verbor
gen. Maar nadat zij gelezen had, haalde
ze verlicht adem. Zij was voor een indis
cretie van den Bchilder zeer bang geweest,
een kleinzielige wraak. Maar zij vond
niets, wat haar zou kunnen verontrus
ten.
„Interessant meende *e, schouderop
halend, terwijl ze Arno den brief ternggaf.
„Ik kan dat niet vinden. Een eenvoudig
verzoek van Rönneberger om geld. En dat
is men wel van hem gewoon.*
Hij zag haar zeer verwonderd aan.
„Toch is mij daarin iets opgevallen.
Dat mensch, dat ik nooit in najjn vertrou
wen heb genomen, kent bet het verle
den. Ik behoef mij wel niet duidelijker uit
te drukken. Van wie heeft hij daarvan
gehoord P Wie heeft hem daarover mededee-
lingen gedaan P*
Lncy werd plotseling bleek. Arno's scher-
P®, snjjdende toon had haar zijn argwaan
I®epenbaard. En in het bewustzijn harer
schuld dacht sij, dat aijn vraag nog verdere
strekking dan ze in waarheid Let at.
Vermoedde hij wellicht, dat «ij zelve den
80hilder mcdedeelingen gedaan had En w»n-
neer zjj gedaan had, in welke verbonding
®oest se dan tot hem staan
„Arno 1' riep ze ontzet uit, hare verle-
zijn van zijne geboorte-acte en van de ge-
boorte-zeten van al zijne nog in leven zijn
de broeders, alsmede van de zakboekjes of
paspoorten van gediend hebbende broeders.
Bij overlegging van laatstgenoemde stok
ken zullen door don Burgemeester bij den
Kommandant van het korps, waarbij zijn
brosdeis dienen of gediend hebben, wor
den aangevraagd de bewijzen van den wer-
kelijken dienst of een uittreksel uit bet
Stamboek.
Schagen, den 11 October 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
S. BERMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
De Burgemeester dar gemeente Schagen;
Overwegende, dat bij gelegenheid der
loting voor de Nationale Militie in den
regel vele lotelingen zich schuldig «na
ken aan het misbruik van sterken
drank
dat dientengevolge twistpartijen ont
staan, die de orde verstoren en harts
tochten worden gevoed, die slechts schade
doen aan lichaam en geest
om op den dag der loting voor de Nationale
Militie, zijnde Woensdag 19 Ootober
ter voorkoming van de noodzakelijkheid, dat
door hem, Burgemeester, krachtens art. 11
dsr algemeene Politieverordening, de tijde
lijke sluiting van Koffiehuizen en Tappe
rijen zou moeten werden gelast.
Schagen, 11 October 1898.
De Burgemeester voornoemd,
8. BERMAN.
Burgemeester en Wethouders van Scha
gen brengen ter kennis van belangheb
benden, dat de gewone groote Najaars-
Veemarlst aldaar zil gebonden worden
genheid achter een kunstmatig opwellen
van haar toorn verbergend. „Ge geiooit
toch niet, dat ik ik zelve f»
„Wie anders, wie wist er anders een
woord vaaa?" Zij haichelde een steeds aan
groeiende opgewondenheid.
„Na alles, wat ik n te voren geiegd heb,
kunt. ge nog golooveD, dat ikMaar,
wanneer ik het gezegd had, d.tn openen
eerlijk gezegd, het zon trouweloos en laag
zijn geweest, ja trouweloos en laag, ik geef
dat toe en gelooft ge, dat ik zoo ijdel
en lichtzinnig bon, dat ik me tegenover een
ander op mijne zwakheden nog sou be
roemen
Hij ging ook nu nog niet op baar po
gingen in, om hem tot 't besef to brengen,
dat zijns oude Heide voor baar nog niet
geheel verdwenen was. Met zijn strenge,
duistere oogen haar gelaat doorborend, her
haalde hij weder de scherpe vraag:
„Wie kan bet hem anders gezegd heb
ben, als gij het niet hebt gedaan P Wie
wist er anders een woord over
Vol verwarring zweeg ze een oogenblik.
Zij bad geheel en al de heerschappjj over
zichzelf verloren. Zij was niet meer
zeker van de overwinning 1 De ge
weldige verandering, die in den tijd der
seheiding in Arno's natuur had plaats ge
vonden, had ai haar berekeningen te schan
de gemaakt. Vroeger had zij zich, trots haar
jeugd, de meerdere van dezen idealist ge
voeld, zijne geslotenheid en ontoegankelijk
heid imponeerden haar nu. En bij bet
eerste wederzien was weer iels van de
vroegere genegenheid in haar hart ont
waakt.
Zijn wantroawen werd met de minnnt
grooter. Zon zij in dezen strijd het onder
spit moeten delven, nn, na haar de prijs
zooveel te begeerenswaardiger scheen P
Maar wat hem te zeggen Niet eerder zou
hij milder en vortronwender worden, dan
wanneer het haar gelukte, zijn argwaan weg
te nemen.
Een gedachte schoot haar door het hoofd.
Iu bet eerste oogenblik deinsde ze er voor
terug.
Leelijk en liefdeloos zon het van haar
zijn, als ze de*e daad volbracht. M.>ar
daarvan was alleen hulp te verwachten. En
voor de gevolgen behoefde zij geen vrees
te hebben. Nooit *Ou haar leugen openbaar
worden Zij konde Arno's karakter meer
dan voldoende, nooit zou hij Charlotte naar
de waarheid vragen, warneer bij wist, dat
zij door een bekentenis xiehzelve zou ver
nederen._Ook lag bei in Laey's macht, ieder
intiem verkeer tusschen Arno en Char-
op Donderdag 27 October a.s.
Schagen, 11 October 1898.
Bargemeesfer en Wethouders vanScbageD,
8. BERMAN.
De Secretaris,
DENIJS,
Burgemeester en Wethouders van
Schagen
Brengen, naar aanleiding van art. 2t)8
alinea 8 der Wet van 29 Ju'ji 1851,
(Staatsblad no. 85) ter openbare tennis,
dat de begrooting der plastselijke inkom
sten en uitgaven voor 1899 zooalts zij aan
dsn raad der gemeente is aangeboden, op
de secretarie der gemeente voor <wen ieder
ter lezing is nedergelegd tot en met den
25 October a. S. en dat een ieder
daarvan, tegen betaling der kosten, een
afschrift zal kunnen bekomen.
Schagen, 11 October 1898-
Burgemecster en Wethouders voornoemd,
8. BERMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
Schagen, 12 October 1898.
Rnim honderd dames en
heerea onderwijzeressen en onderwijzers
in hot arrondissement Den Helder woon
den de vergadering bij, die Maandag
j.1. in het Noord-Hollandsch Koffiehuis
nader leiding van den heer Mr, J. A. Schaaf
gehouden werd.
Het was de eerste maal, dat de heer
Schaaf, als opvolger van den heer
Buchner de arrondissements vergadering
presideerde. In zijne openingsrede deelde de
Voorzitter mede, dat hij, tot zijn genoegen,
met de meeste dames en heciren in het
district reeds kennis had gemaakt. Ook
de overigen hoopte hij spoedig een bezoek
te brengen. Voorzirter hoopte, dat ook
deze vergadering den band futschen
allan nauwer mocht toehalen, dat zij het
gemeenschapsgevoel in het belang "van het
onderwijs en de onderwijzers mocht ver
sterken. Het deed Voorzitter eeD bijzon
der genoegen, dat de heeren Burgemees
ters van Schagen en Petten deze Ibijeen-
lotte te verhinderen. En dat Rönneberger
niet uit de school klapte, daarvoor zou ze
wel zorgen.
En zoodoende wierp ze na een oogonblik
nadenkens het hoofd in den nek en zocht
Arno's oogen met een vasten blik te om
es oefen.
„Wie daarvan wist P" herhaalde zij zijn
vraag. „Wie bet Rönnebergor k»n gezegd
hebben Gezegd beeft Ik weet dat.
Maar wanneer ge verlangt, dat ik bet n zal
zeggen, dat ik u den naam noem Het is
zoo pijnlijk voor mij. Ik het is
zij beeft daarbij zeker niet nagedacht. Eu daar
zij met Röaneberger op een zeer verteonwe-
Sijkon voet stond nu wel niet meer,
ik kan dat ook zoo zeker niet zeggen
maar toen was het xoo zij en hg
Zij aarzelde, als kostte het haar een smarte
lijke overwinning, den neem te noemen, en
om den indruk nog te verhoogen voegde zij
er met sidderonde stem bij: „Ik kan het
u werkelijk niet zeggen, Arno! En wanneer
ga mijja, en wanneer ge mij een
klein weinig litfhebt, dan verlangt gij het
ook niet van mij
Zij was zeer diobt op hem toegetreden
en had smeekecd de handen tot hem op
geheven. Hare groote, Bchoone oogen zagen
hem vleiend aan, en haar gelaat straalde in
een roerende uitdrukking van warme harte
lijkheid.
Hij maakte zijn hand, die zi) intusschen
gegrepen had, zacht nit de bare los. Uit
sjjna trekken was de vroegere harde stug
heid geweken en maakte voor een smarte
lijke bitterheid plaats.
„De andere was het dus toch?* zuide hij
tconloos. „Charlotte je zuster P* verbeter
de hij snel, als getroffen er over, dat hem
zoo vertrouwelijk de voornaam ontsnapt
was. Hij merkte in 'i geheel niet, dat hij
Luoy mot „je* had aangesproken evenals
voorbeen.
Luey echter bemerkte het maar al ie
goed. De grootste hindernis was das o-
verwonnen. Maar zij was te verstandig,
over bare overwinning vrengde te laten
bemerken.
„Ja 1* reide zo zaeht. „Maar, niet waar,
ge neemt bet haar niet te kwalijk? Zij
heeft niet gedaobt, daarmede iets kwaads te
doen. Zij heeft het Rönneberger maar zoo
terloops gezegd
„En met dien ellendeling beeft zij
stoof Arno op. Hij eindigde deD zin even
wel niet. Hy verwonderde zichzelf erover,
dat dit nieuws hom zoo ter harte ging, dat
dit leeljjke, bittere gevoelens in hom wak
ker riep. „Maar genoeg daarvan 1* voegde
komst met hunne tegenwoordigheid ver
eerden. Mede was het hem hoogst aan
genaam geweest, dst een paar onderwij
zers zich bereid hadden verklaard, een
punt op deze vergadering in te leiden.
Hiermede verklaarde Voorzitter de ver
gadering geopend.
Nadat de heer Van Yank de notulen
der vorige vergadering had gelezen, werd
als plaats voor de volgende vergadering
Schagen vastgesteld.
Hierna werd het woord gegeven aan den
heer W. Wijher te Wicringerwaard, om
als vraagpunt in te leiden »De strijd
tegen de hoofden". Spreker schetste eerst
iö algemeene trekken, hoe uit een echool
met een bovenmeester, bijgestaan door een
kwe vkeling, langzamerhand de onderwijs
krachten zijn ontstaan, die zich aan het
onder wijs wgden. De groote vermeerde
ring onderwijzers schiep een nieuwen
stand, die echter, wat positie en salaris
betreft, nog vrijwel onmondig is. De on
tevreden beid hierover riep den Bond, de
Bode en de Volksonderwijzer in 't leven.
In veleopzichten betreurde spieker bet,
dat de st rijd, die tegen stelsels gevoerd
behoorde te' worden, ontaard was in een
strijd tegei* personen. Spreker wil er-
kennen, dat ho/^en re(*enen
tot ontevredenheid ,®Ten> maaI vaü 0
onderwijzers kan zulks o g«zsSd worden'
Hij hoopt, dat het slilzwffi ^fld wantrouwen,
dat zoo menige schooldeur binn
plaats moge maken voor ondt
monie en waardeering. Gezamenlijk ^ensc.^
hij den strijd aan te binden teL .8
misstanden in het onderwijs en de p. 16
der onderwijzers.
Wanneer allen krachtig tot een zelfc
doel samenwerken, Aan kunnen wij vol
verwachting de toekomst legemoelgjan.
Het scheen in den beginne, dat de
idééën van den heer Wijher tot geen de
bat aanleiding zouden geven, doch toen
de heer Buchner, die met den heer Blum,
schoolopziener in het arrondissement Alk
maar, ns de opening ter vergadering was
gekomen, uit het stilzwijgen constateerde,
dat #de onderwijzers in het arrondisse
ment Den Helder dan strijd tegen de
hoofden verfoeien", was dit voor den heer
Janzen uit Den Helder ta veel.
hy er grof aaa toe- „Wat gaai hat mij
aan, aan wien zij zioh heeft weggeworpen."
Hij wilde sioh afwenden, maar Lncy ver
hinderde hem daarin.
„En Arno, laat mij u nu «moeken
ziet ge, ik ben even indiscreet gewenst ais
Charlotte, gij dwougt mij daartoe
verraad het nu nies tegenover haar, dat ge
iets van haar verhouding tot Hans wset. Zij
beeft daar altoos zooveel verdriet ovt r, zij
heeft zooveel leod van Hans gehad, maar
«rots zijn lichtzinnigheid houdt zij, vrees
ik, altoos nog vee! van hem, ofschoon ze
zich van bem heeft losgemaakt, toen hij zijn
leven niet wilde beteren. Wanneer zij nu
meikt, dat ik u daarvan onderricht heb, -
het zou haar leed doen, zij zou haar on
bevangenheid en vrijmoedigheid verliezen
Arno sneed haar het verdere door een
korte handbeweging af.
„Ik zal niets zeggen gij is mij glad
weg onverschillig."
E en nerveus ongeduld had zich van hem
meester gemaakt. Hjj geveelde, dat hij
geen maoht meer had over zijne gedach
ten. Bitter was hij gestemd over de ge
hoorde onthullingen. En daarbjj verlangde
zjjn hart naar goluk, naar rust, naar vortroa-
wen. Was,hij dan er toe veroordeeld.om overal
waar zijn hart sprak, bedrogen te worden f
Waren zijne oogen er dan toe gedoemd om aan
alles, wat hem bljjtbaar rein en lieftallig
tegemoet kwam, leelijke vlekken en ontec-
rendo karaktertrekkeu te zien P
Er heersehte gedurende eenigo oogen blik
ken doodsebe stilte in de kamer. Net als
een oogenblik io voren lag het borioge op
de schrijftafel. En nu hoorde ook Arno zijn
regelmatig, haastig tik-tak.
„Voorwaarts! Voorwaarts I Voorwaarts 1*
zeida het. Rusteloos was het leven. De
eene dag volgde don anderen, de eene Dacht
den volgenden. Naast en voorbij elkander joeg
de men&chbeid voort, vreemd, onverschillig,
zonder met elkander rekening te houden, eeu
daister, onbekend doel te gomoet, d&t bij
iedere scbrede nader, meer en meer inde
duisternis schijnt weg te zinken.
Was hjj niet een dwaas, dat hij niet nam,
wat sich aan hem aanbood, dat
hg iets bijzonders, hoogs, wonder
baarlijks verlangde P Was het niet
beter loven en menschheid te nemen zoo.il»
ze waren, de vruchten van deu dag te pluk
ken en te g nieten en voor de toekomst
andere dwaaen te laten sorgon P
Een zachte, smeekende stem fluisterde naast
hem, het was Lncy's stem.
„En Arno kunt ge mij werkeljjk
niet vergeven Moet ik soo van u
De lezing bad volgsns hem geeH stof
voor debat geleverd, doch de conclusie
van den gewezen heer schoolopziener mocht
hij niet stilzwijgend accepteeten.
De heer Janzen meende, dat de hoofden
de vertegenwoordigers van het huidige stel
sel zijn, en wie tracht, het bestaande stel
sel te verbeteren, zal strijd moeten voeren
legen hen, die er belaDg bij hebben, den
tegen woordigen toestand te handhaven.
Dooi voorbeelden stelde de heer J. in het
licht, dat hoofden en onderwijzers dra
gers van tegenstrijdige belasgen zijn,
Wie de macht bezit, zal steeds kampen
om die te behouden. De strijd om finan
cieel?, maatschappelijke en wettelijke ge
lijkheid is door de dragers der stel
sel een strijd tegen de hoofden.
Na de pauze sprak de heet A. B.
Kroes te Helder over ^School en Alco
holisme'
z/Het zal de meesten uwer niet verwon
deren, zegt spreker, dat als mijn eerste
nitspraak deze wordt genoemd, dat de
school onder het alcoholisme op velerlei
wijze Ijjdt. Wij onderwijzers hebben zoo
vaak de gelegenheid, te constateeren, hoe
kinderen van drinkers en dronkaards zwak
van geestvermogens zijn. Niet weinig houdt
dit den geregelden gang van het onderwijs
tegen. Hun verstand is meermalen abnor
maal, terwijl tevens velen zedelijke afwij
kingen vertoonen. Doch het is niet alleen
dit wat belemmerend werkt op 't onderwijl.
Lange reeksen cijfers in de absentielijst
hebben haar ontslaan te danken aan den
alkohol, nu eens door voortdurende siekte
of zwakte van sommige leerlingeo, dan
weer, doordat kleeding of schoeisel onvol
doende waren en soms zelfs, doordat het
kind moest worden geëxploiteerd om jene-
n-renten thuis te brengen. Aan die
»h "eeu'"ï®nd6 toestanden moet een einde
8 w-orden, en hei is volgens spreker
ge ma.aKI r
de pticht van'te" onderwijzer, om mede op
te t rekken tegen dien vijand van volksge
zond heid, zedelijkheid en welvaart. Als
een c'er krachtigste strij^'ddelen noemt
•n«V.v hat vn. irbeeld van den onderwijzer.
spreke. hat vo."
Zijn da sd is de beste bevestiging van zijn
woord. iMaar men 8een ,kra,cht ln
halfheid .if matigheid. Men rerkoudige in
woord en daad in de sCll, en
dan nooit
ais
a».
*n
gain, windt? hoop? Kan bet
meer soo tusschen ons worden
was P»
Hij verroerde zich nief. Hg stond a.
het venster en staarde naar buiten.
De Biem verstomde. Maar twee warme
handen vatten de »ijne en een zacht
lichaampje vleide zich tegen hem aan.
„Arno 1"
Onzacht rnkie bij zich los.
„Weg Ga weg
Weder die pijnigende stem. Dan lieten
°o handen loslangzame, moade
schreden gffigen van bem weg naar de
deur
Toen het slot klikte, draaide hij zich om.
Zijn verwards blik zag haar heerlijke ge-
Bt<Ci
Plotseling was hy bij haar, rukte ha*r in
zijne armen. Zgne banden bogen haar
hoofd achterover.
En Bij mat g*s!oten oogen bood zij
hem lachend haar lippen.
Maar door deze roode, verlangende
lippen steeg het beeld van dien avond voor
bem op, toen hij haar de laatste maal had
gekast. Ook toenmaals had zij zoo ge
lachen, zoo 6
En den volgenden dag was het verraad
gekomen 1
Hjj kuste haar niet. Met een smartelijk
gesteuu stiet hij Lncy nit zjjne armen.
„Arno!" vleide zij.
„Laat dat! Laat datl Nog niet 1 Nog
niet I Ik moet het eerst vergeten J Ja ver
geten Later later misschien l'Mis-
sohian 1 Als ik n kan vertrouwen 1"
Zy knikte ernstig. Nog eenmaal streken
haarfijne vingers over zijn brandend voor-
hoorn; dan giog sij heen.
Bijna als een dronken man ging hg Daar
zijn schrijftafel terug on liet sich in een
stoel vallen.
In zijn binnenste woelde en kampta alias
wild dooroen. Had hij haar moeten ver-
tronweD of niotP Hg wist het niet 1
Builen op den corridor bleef Lncy oen
oogenblik staan. Zij lachte. Maar haar
laoh was niet vol hoop op de toekomst. Hjj
was hoouecd en wreedaardig.
Ahl Hg wilde dos niet meorl Nu, dan
WORDT VERVOLGD.