Zondag 30 October 1898,
42ste Jaargang Ho. 3358.
Aar en Halm.
OM
TWEEDE BLAD.
Binnenlandse!) Nieuws.
FEUILLETON.
ONTVANGSTEN.
UITGAYEN.
SCHAGER
COURANT.
Vergadering van den
raad der gemeente Nieuwe Niedorp,
op Woensdag 26 October j.1., 's voormid
dags ten 11 ure.
Bij de opeaing door den voorzitter, den
hr. Jb. van der StoiBurgm., zijn alle le
den tegenwoordig, uitgezonderd de heer De
Moor, die na een wijle binnenkomt.
De notulen der vorige vergadering
worden geleien en met een kleine recti
ficatie naar aanleiding van een opmerking
des heeren Koopman goedgekeurd.
Ingekomen ia een uituoodiging van het
Hoofdbestuur van de groentenvereeniging
fNiedorper Kogg»", op aandrang van de
afdeelingen Moerbeek en Letjewinkel,
aan den raad, om zich te doen vertegen
woordigen ia een vergadering op 31 Oct.
a. ten huize van den hr. F. Haring-
huizen te N, Niedorp, ten einde aldaar te
bespreken „het daarstellen van een weg
tusschen de brug aan den Wateringakant
en Lutjewinkel". Tot bijwoning dier ver
gadering zijn tevans nitgenoodigd het ge
meentebestuur van Winkel en onderschei
dene Banne- en Polderbesturen.
Voorz. varwacht weinig of geen heil
van die vergadering, aangezien men
niets met zekerheid kan bespreken.
De heer Kuilman geeft toe, dat geen
besluit, het gem.-bestuur regardeerende,
kan worden genomen, maar men kan toch
de middelen bespreken, die tot een doel
kunnen leidenb. v. b. of men den weg
als intercommunaal zal aanmerken en
adressen om ateun zenden aan Provinciale
Stiten en andere besturen enz.
Met den Voorz. ia men het eens, dat
het wensckelijk is, dat de ge meent» op
genoemde vergadering vertegenwoordigd
wordt. Voorz. meent echter, dat de afge
vaardigde geen andere bevoegdheid «al heb
ben, dan die van rapporteur in een vol-
25.
En aoo zat de majoor daar met sidderende
lippen en met gevouwen handen en luisterde
naar het geruiaoh van Margaretha's kleed bui
ten op den oorridor. Zg sou nu wel haar atelier
binnengaan, aan welks inrichting zij de
laatste hand legde.
Mnar de sohreden eindigden voor zgn deur.
Als aarzelend tastte een hand naar den
knop. Zi) kwam naar hem toe? Margaretha
kwam naar hem
Haastig zette hij aich voor zijn sohrijf-
tatei alsof hg schreef. Zg mooht niet den
ken, dat hg haar beluisterde. Hij wist, hoe
lastig baar zijne opmerkzaamheden waren.
Nauwelijks antwoordde hg op haar klop-
pen.
Hg zag ook niet eerder op, dan toen ze
naast hem stond. Maar dan, zonder dat hg
het vermocht te keeren, vloog zijn blik ver
langend langs de slanke gestalte naar het
■ohoone gelaat. Met moeite bleef hg zioh ln
zooverre meester, dat hg niet opsprong en
haar omarmde.
In de twee dagen sedert haar laatste sa
menkomst met Arno had Margaretha veel
nagedaoht. Waarom was Arno haar zoo
vreemd en koel voorgekomen, zoo geheel
anders dan gewoonlgk? Waarom had zg in
dat oogenblik, toen zg losbarstte in luide
klachten over haar mislukt leven, niet gedaoht
aan een leven vol liefde aan zgne tgde?
Waarom was juist in dat oogenblik het grg-
ae hoofd van haat man met de treurige
oogen voor haar ziel opgestegen, als wilde
hg haar vermanen, dat sjj de achting voor
ziohzelve niet mocht verliezen in den roes
van eenen verboden hartstocht? Waarom
was haar beur gedrag soo dwaas, zoo
aoader waarde en aoo vernederend
gende raadszitting, wat de heer Kuilman
niet direct beaamt. Laatstgenoemde wenseht
aan den afgevaardigde de getuigenis mede
ie geven van des raads sjapathie of an
tipathie, wat in hel eerste geval volgens
spr. z«l leidea tot steun.
De heer Viseer ziet lisvet meer dan ién
afgevaardigde benoemd, aaagezisn tijdens
de vergadering diens oordeel zich kan wij
zigen (hij heeft geen imperatief maadaat)
en dan is het, aangenamer, dat men daar
over met zijn mede-afgevaardigde van ge
dachten kan wisselen.
De heer Kuilman geeft als zijn persoon
lijke meening te kennen, dat hij in den
genoemden verbindingsweg geen voordeel
ziet voor de burgtrij Tan N. Niedorp, met
name de neringdoenden, wijl nit den aard
der zaak de Moerbeskers zich meer zul
len gaan verstaan met kruideniers, smeden,
timmerlieden enz. van Lutjewizkel. Uit
dat oogpust is er dus geen gemeentelijk
voordeel. Waar d# raad echter aanstonds
staat voor eene verbetering van de dorps
straat naar het tramstation, daar zou het
onbillijk zijn, bet eerste te weigeren en
het laatste toe te staan.
De heer De Moor antwoordt hierop, dat
de nering zich niet zal verplaatsau van
hst dorp (N. Niedorp) naar Lutjawiakel,
omdat men in de Motrhe.k voldoende
Van alles heeft of het kan verwachten.
De voorz. meent,dat het hier niet de kwes
tie geldt, of er voor het dorp resultaten
kunnen zijn, maar of er voor de Mosrbeek
voordeel is of niet, waarmede de heer
Visser volkomen instemt. „Het is hier
ds vraag,* zegt laatstgenoemde, „of men
ia deze de Moerbeek, als onderdeel van de
gemeente, voor welker belangen men im
mers vergadert, zal steunen, j», dan neen 1"
Ten laatste wordt besloteD, aangezien
sommige leden in andere kwaliteit de ge
combineerde vergadering bijwonen, dat
twee leden van het Dag. Best de gemeen
te zullen vertegenwoordigen.
Voorts is ingekomen een schrijven van
den dijkgraaf van de Schager en Niedor-
voorgekomen
Zg wist het niet. Zg kende irlchvolve niet
meer. Iets vreemds, onbegrgpelijks, onver
klaarbaars woelde er in haar binnenste en
riep om lacht en licht, om vrgheid.
Ei in den kitsten nacht, dien «g slapeloos
had doorgebraoht, luisterend naar het woeste
loeien van den wind, was zg tot een besluit ge
komen. Eóa mensch was er, die haar zonder
aarzelen de waarheid zou zeggen, zoodra zij
haar binnenste voor hem openlegde, ééa
menscb, die haar geluk hooger stelde dan
zijn eigen haar echtgenoot.
Zg verwonderde er zichzelf over, welk
een rots-vast vertrouwen zg in bem had.
Dat gevoel roerde haar. Zij was zoo rein
van inborst, zoo geheel sonder nevenge
dachten en bedoelingen
Meerdere malen bad zg reeds op dien
morgen met hem willen spreken, maar al
toos was zg daarin verhinderd gaworden.
Nu echter, du hg alleen was en niemand
hen zou storen, wilde zg de gelegenheid te
baat nemen. De aankomst van de middag
post gebruikte ze als voorwendsel, door de
gebraehte brieven bg hem te brangen. Een
aanknooping vaa het gesprek zou zioh ge-
makkelgk laten vinden.
Maar op bet oogenblik, dat ze bg zgn
sehrgftafel stond, was sg zoo schuchter, dat
zg alleen een warmen blos Daar haar wan
gen voelde stygeo; zij wilde sprekan, maar
zg was niet in staat, een eukel woord uit
Ie brengen.
Mgnheer tod Randen verbleekte van
opgewondenheid en zag met moailyk te ver
bergen verwondering tot haar op.
„Margaretha I Gg
Zgn niet-voltooide vraag, op zulk een
teederen toon geuit, braobt haar nog meer
in de war. Het was haar te moede, alsol
ze bet volgende oogenblik in tranen moest
uitbreken- Stom overhandigde zg hem den
zsk met brieven.
Terwgl da majoor den zak opende, keerde
langzaam bet rood weder naar zgne wan
gen terug. Iets als bitterheid en spot te
gen zichzelf steeg in zgn ziel op. Hoe had
hg bg het binnenkomen van Margaretha
ook op iets wonderbaarlijks en verbljjdends
per Kogge, waarin dezs mededeelt, dat de
gemeente vergunning heeft bekomes om
een brandspuithaisje te plaatsen aan den
Langereisdijr, mits twee meter bnitsn den
rijweg. Wijl deze bepaling de zaak voor
de gemeente onmogelijk maakt en boven
dien voor kei verkeer geheel nutteloos is,
aangezien voldoende rnimte werd gelateD
voor het passaat van breede wagenvrach
ten en meerdete rnimte toch het verkeer
niet baat,omd.t men niet langs den schuinea
berm van den dijk kan rijden, neemt
Yoorz. zich voor, dit pnnt nader met den
dijkgraaf van Sch. ee Nied. Kogge te be
spreken en zoo noodig een andere plaats
voor het spuithuUje te zoeken.
Eenige Staats- en Provinciale bladen,
voor dt gemeente van minder belang, wor
den voor kennisgeving (er zijde gelegd.
Naar aanleiding van de notnlea, deelt
de voorz. mede, dat geïnformeerd is naar
den prijs van de door den heer Kuilman
bedoelde urinoirs. Door de „Hilversutnsche
IJzer- en Metaalgieterij' was teekening en
prijsopgave toegezonden. De kosten van
een urinoir met ijzeren scherm en rooster zijn
per 3 exemplaren f 75.per stuk. Zon
der scherm kost een urinoir f 10.— j
kleinere f 7.en f 6.
Bij den desbetreiïenden begrootingspost
kan hieromtrent worden beslist.
Nog verkrijgt de Yoorz. op zjjne vraag
dienaangaande machtiging tot betaling van
te zamen f 159,86 wegens kosten van het
schoolfeest op 4 September j. 1., en
f 32.301 voor versiering en illuminatie
van het Raadhuis tijdens de Kronings
feesten.
In verband met de straks ta behande
len begrooting voor 1399 doet de Voorz,
mededeeling van de goedkeuring door Ga-
deputeerde Staten van het beslnit tot ver-
kooping van f 2400.— Grootboekkapi
taal om daarmede te bestrijden de buiten
gewone subsidie van gelijk bedrag aan
het Algemeen Armbestuuralsmede van
de terugzending der goedgekeurde gemeen-
te-rekeniDg over 1897 en snppletoire be-
voor de toekomst durven hopen?
Tussoheo ben belden werd de toestand
toch nooit meer veranderd.
Met bevende banden nam hg de brieven er
uit en begon se te openen. Hg deed, alsof hg
geen acht op Margaretha aloag. Hg vreesde de
heerschappij over ziehtelt te zullen verliezen
en bg haar eerste woorden in eea luid klagen
te moeten uitbreken en hg wist, dat haar
dat zoo lastig was.
De eerste brief, dien hg las, was de ver
wachte van Jordan. De agent sohreef, dat
het zeer moeiigk, bgna onmogeigk was, de
gewensohte som te verkrggen. De geld
mannen verlangden meer zekerheid, dan de
majoor hun wol vermocht te geven. De
som zou alleen dan te krygen agu, wan
neer majoor von Randen er toe son kunnen
besluiten, zgn boscb te verkoopen, of het te
verpanden. Maar daar hg eerst kort te
voren dan heer Hammer geweigerd had, het
woud te varkoopen, zoo
Hat rood vloog den majoor naar da wan
gen. Het bosob verkoopen/ Nooit 1 Een
barbaarsohheid zoo het zgn, die jonge, teore
stammen vóór den tijd eau de bouthakkers
over te leveren. Maar wie was de geld
schieter die deze voorwaarde durfde stel
len 8>ak die speculant, die Hammer daar
weer achter Zoa hg, de majoor, zich toeh
deemoedig moetan buigen voor de maoht
van het geld van dien man
Met een onderdrukten kreet van woede
krenkte hg den brief tot een bal ineen.
„Hebt ge onaangename beriohten gekre
gen F" vroeg Margaretha, naderby tredend
en de gelegenheid om een gesprek aan te
knoopen waarnemend.
De majoor was sichzelf al weer meester.
„Kleine zakelgke plagerijen, die u moeiigk
znllen interesseeren.
„Wellicht toch. Ik kan mg vergissen,
maar bet komt mij voor, alsof ga sedert ee-
nigen tijd meer nu ja, laat ik het maar
zeggen, meer nit uw humeur igt, en
Hg laohte onwillekeurig bitter. „Uit mijn
humeur F Waarom zou ik dat zgn Het
gaat mg immers nitstekend. Of hebt gg
over iets te klagen
Zgn toon deed Margaretha diep leed. Zg
grootiDg voor den dienst van 1898.
Hierna wordt de begrooting van het
Algemten Arm bestaar voor het j&ar 1899
in behandeling genomen.
Eerst na heel wat discussie beslnit men,
wanneer het Armbestuur aan eenige wen
ken gevolg geeft, gezegde begrooting goed
te keuren op een bedrag van f 8960 in ont
vangst en uilgaaf.
Alzoo is men gekomen tot het hoofd
werk dezer vergadering, de gemeentebe*
grooting voor den dienst van 1899, die
door Burg. en Weth. wordt aangeboden.
Post voor post wordtn de ramingen van
Burg. en Weth. gelezen en besproken
eerst dis der uitgaven, daarna ds posten
van ontvang.
Bij volgn. 71 „Onderhoud der lantaarns
ea verdere kosten vaD (straat)verlichting'
spreekt voorz. de weasohelijkheid nit van
het plaatseD van een lantaarn bij de halte
der tram, hetgeen men algemeen beaamt.
Nu men toch lantaarns moet koopen, vraagt
de heer Kuilmanof niet hier en daar,
met name in het westeinde, de lantaarnpa
len dichter in elkaar geplaatst kannen
worden. Dat zou op enkele ponten een zeer
gewenschte verbetering scheppen.
Yoorz. zegt. de uitgave voor lantaarnpa
len waarschijnlijk te kunnen besparen,
door san sommige huizen, o. a. het arm-
hnis en de naai- en breischool, met een
ijzeren arm een lantaarn te bevestigen.
Dit zon volgens spreker beter verlichting
geven en ééa of meer palen ter dispositie
stellen, die elders geplaatst konden worden.
De raad vereeaigt zioh hiermede.
De heer De Moor bepleit nog de wen-
echelijkheid van 3 of meer lantaarns in
de Moerbeek.
Omtrent het beginsel van straatver
lichting in de bnitenwijken met de kost
bare consequentie daarvan, wenscht de
Raad zich eehter op het oogenblik niet nit
te spreken.
Yoor „de nitkeering aan dtn postrijdtr
op het station Noordscharwonde" h (75,
die vervalt, hebben B. en W, promemorie
gevoelde, hoeveel schuld z$ aan zijoe ver
bittering had. „Teklagen? Neen, Randen!'
zaide eg ernstig. „Tenminste niet over nl
Maar mag ik eens openigk met
u spreken
Hg zag haar donker aan. Elan leelgke
argwaan sloop zgn hart binnen. Zoa dat,
wat hij altoos heimelijk gevreesd had, nu ge
beuren zou Margaretha zioh van hem
schelden en was ze reeds tot een besluit
gekomen, bem dit met koude, kalme woor
den te zeggen
„Ik heb u nooit iets geweigerd," antwoord
de hg.
Margaretha haalde diep adem-
Een wouderlgke moed, een bgna koortsach
tige yver alles goed te maken, vervulden
haar gemoed. Zg zou hem alles zeggen, er
vast van overtuigd, dat alleen dan verbete
ring kon intreden. Zg en hg, ze moesten
elkander volkomen Garen keanon, geen en
kel schuilhoekje in beider hart moest voor
den ander verborgen big ven. Slechts zoo
zoodon ze eikander eindelyk vinden.
„Zie, Randen,* zeide ze zaoht, maar vast,
„tusschen ons is niet alles zoo, als het zgn
moet. Onze gemeenschap is niet zoo, wat
goede mensoben een gelukkige echtvereeni-
ging zouden noemen. Wg hebben te wei
nig met elkander gemeen, en dat weinige
is slechts uiterlgk. Wg leven niet met el
kander, maar sleohts naast elkander
Zg maakte een kleine panse en sag hem
aan. Zgn gedrag was zeer zonderling. Hg
deed, als sloeg bg geen acht op haar, als
luisterde hg in 't geheel niet naar hare
woorden. Hall van haar afgewend zat bg
in zijn stoel en draaide met een nog ongeo-
penden brief in syne handen. Zg kon hem niet
in 't gelaat zien, maar hst scheen haar, als
zou hij in het volgende oogenblik opsprin
gen en haar woorden met een toornigen uit
roep terugwyzen. Vroeger reeds was zg door
hem op een dergeigke manier behandeld,
nu eehter was ze vast besloten, al zgn ver-
wgten met een zachte kalmte weerstand
te bieden.
„Slechts naast elkaar I" herhaalde zg. „Ik
klaag u d iarvan niet aan, Randen, waarach
tig niet. Ik weet te goed, hoeveel schuld ik
f 1 uitgetrokken.
De heer Kuilman heeft een ande* denk
beeld. Aan spreker is medegedeeld, dat de
heer Jb. de Vries, op voorwaard», dat aan
hem de f75 van den vroegersn postrijder
wordt toegekend, bereid is, passagiers te
rijden vanaf het westeiude van het dorp
naar elke tram k f 0.10 per persoon en
bovendien op alle markttreinen der Qoll.
Spoor naar Noordscharwoude h f 0.20 per
persoon.
Spreker ziet nu gsarne de f 75 gehand
haafd, om deze uit te keeren voor dezen
omnibusdienst, wanneer tenminste geduren
de de maanden November ea December
(voor 1898 is natuurlijk niets uitgetrok
ken) blijkt, dat deze recht ven bestaan
heeft.
Uit overweging, dat ramen nog geen
uitgeven is, wordt besloten, den post aldus
te handhaven. Alleen de voort, ziet het
nnt van deze raming niet in en stemt
tegen.
Nadat ook de bronnen van inkomstsn
zijn bepaald, wordt eindelijk metalgsmee-
ne stemmen d» begrooting vastgesteld als
volgt
Hoofituk 1. OnW.ngiten wegen»
rroegert diensten f 3400.—
Hoofdituk II. Inkomsten van gemeente-
eigendommen en bezittingen 1428.2e
Hoofdstuk III. afd. 1, 2 en 3. Opbrengst
ren belastingen en beffingen
1. Opcenten op 's Kijks directe belastin
gen f 1963.28'/2.
2. Eigen plaatselijke belasting f 1880,
3. Heffingen roor bet gebruik
van openbare werken, enz. f 175.
4518.28»/.
Hoofdstuk IV. Ontvangsten van ver
schillenden aard en toevallige baten 6498.55'/,
Hoofdstuk V. Buitengewone ontvangsten 2401.
Totaal der ontvangsten f 20219.01
Hoofdstuk I. Koateu van Huishoudelijk
Bestuur f 2148.50
Hoofdstuk II. Kestsn van invordsring
der Plaatselijke Belastingen su teruggave
deswege 117.50
daaraan zelf heb. Wellicht meer dan gy.
Maar ik weet ook, dat het zoe niet verder
mag gaan. Dit leven heeft een sleohten in
vloed op u en mg, mg kan hetgeen ge
noegen meer brengen. Beiden gaan we ge
heel te gronde; daarom
Zjj zweeg eensklaps. Hg was plotseling
uit zijn stoel opgesprong#* en hief als door
oen slag getroffen beide haadea naar het
hoofd op. In de rechterhand hield hg den
brief, dien hg onderwgi geopend en gelezen
had. Zgn gelaat was vreeselgk bleek ea
door de diepste smart verteerd. Hg zocht
naar woorden, maar sprak er geen enkole.
En dan als om bater te kaonea zien,
als om zioh te overtuig«n, dat hg aiot het
offer eenar dwaling geworden waa, stormde
hg plotseling naar het veastar. Sn terwgl
hg den brief daar nogmaals las, kromp hjf
ineen.
„Hooggeëerde heer majoor.
„Hat viel me zwaar, nar swaar, deze re
gelen tot b te riohteo, maar mjja g#w«tea
gebiedt het mij, mg door mgn stiliwggsn
niet te maken tot den medeplichtig# in een
wandaad, die tegen u begaan wordt. Uwe
vrouw gaat op eea sohanaelgke manier ach
ter uw rug met baron von Erdmann
om, den directeur van mgnheer Hammer. Nog
gisteravond hebben se elkander ontmoet in
Grftuhagan en Erdmann heeft bgna een uur
in geielsohap van uw vrouw doorgebracht.
Het toeval wilde, dat ik bat gesprek mede
moest aanhooren. Yoor heden sleoh's zoo
veel, dat uw vronw mgnheer Erdmann den
raad vroeg, hoe zg zioh van u zou kunnen
scheideo. De eenige verontschuldiging voor
haar is daarin gelegen, dat hare verhouding
tot mgoheet von Erdmann nog dateert van baar
meisjesjaren, toen ie feiteigk heimelijk met
elkander verloofd waren, ik weet niet, of
ge daarover naawkeurig zijt ingelieht.
Wensoht ge daarover iets meer te vernemen,
vraag dan om antwoord aan W. G., poaie
reafante, Grttnbagen. Neem mijne verzekering
aan, dat ik a hartelijk beklaag en dat ik
tot desen stap slechts door myne hoogschat
ting voor nw persoon gedwongen geworden
ben.
Een vriend der waarheid,"