INGEZONDEN. Sanatoria voor Borstlijden. PLAATSELIJK NIEUWS. GEMENGD NIEUWS. Sint Maarten. Do voorz. deelde mede, dat door het rondzenden van circnlaires nog 49 nieuwe leden waren toegetreden, zoodat het aan tal nn 215 bedraagt. Op het concert, dat op Zondag 20 Novembsr 1898, 's avonds 8 ubt, in de zaal van den heer B. e»n Jumiver zal worden gegeven door de heeren: Kor Kuiler, Pianist-componist, Jeh. H. Qrolle, Violist, Jos. MessiasVioloncel list en Thomas Denijs, Bariton,Elève de Con- servatoire, zal het volgende programma worden afgewerkt Een stem van het Duivelseiland. Verslag der Algem eene Vergadering der Vereeniging Vrije Lief dadigheid", te Wieringerwaard. Evenals het vorige jaar kenmerkte zich deze vergadering door slechte opkomst. Het bestuur gaf den penningmeester een wenk, weder een klein verslag op te maken en ter pabliciteit te brengen. De vraag werd ter tafel gebracht, oi hier niet een afdeeling van „Het Witte Kruis" kon worden opgericht, maar na verkregen in lichtingen kon, volgens Br. Base„Vrije Liefdadigheid" zeer goed de werking van het W. K. vervangen. Immers bij ziekte en ongeval wordt vanwege V. L. hnlp verschaft. Niet altyd is de kas echter toe reikend, om, behalve melk en andsre versterkende middelen, ook de benoodigd- heden te verstrekken, welke het W. K. verschaft. Het bestuur geeft daarom in overweging, de contributie wat te verhoo- gen en meerdere leden aan te winnen. Over het loopende jaar waren de ont vangsten f 405.5I5, de uitgaven f 291.70, alzoo een batig saldo van f 113.89', tegen een saldo van f 100.34' in 1897. Aan melk werd uitgegeven f 99.42, aan meel en gist f 115.07 en verder werden aan zieken en behoeftigen vleesch »n kle dingstukken verschaft. Hiermede hoopt het bestuur de werking der vereeniging opnieuw onder da aandacht te hebben gebracht en verder roept zij steun es medewerking in van alle inge zetenen uit Wieringerwaard. Uit HAARLEM wordt g e - meld, dat de Rechtbank aldaar de stoom tram HaarlemAlkmaar in staat van faillissement heeft verklaard. (Niet geplaatste ingezonden stuiken werden nimmer teruggegeven,) Van verschillende zijden is de opmerking gemaakt, dat thans verdere giften van parti culieren voor de oprichting der Sanatoria voor borstlijders overbodig zoaden zijn. Het Hoofdbestuur van de Vereeniging tot oprichting en exploitatie van Volks sanatoria voor borstlijders in Nederland moet deze opvatting ernstig bestrijden. Immers, de oprichting van één Sanatorium ia verzekerd, terwijl, met het oog op het groot aantal behoeftige borstlijders, voor het tot stand komen van meerdere Sanato ria in verschillende deelen van ons land een dringende behoefte bestaat, en dus ons heerlijk doel nog in lang niet bereikt is. Het Hoofdbestuur is overtuigd, dat het schoone voorbeeld van H.M. de Koningin- Moeder aller wege tot hst geven van ruime bijdragen zal opwekkenhet acht daarom, dat het thans de juiste tijd is voor de verschillende sub-commissies om met den meeston ijver werkzaam te zijn tot het bijeenbrengen der benoodigde gelden. Namens het Hoofdbestuur voornoemd, Dr. J. J. Homoet, Voorzitter. Dr, B. Josselin db Jong, en Dr, J. Herman de Jong, Secretarissen. P. F, VAN WiERINGHBN ÜORSKI, Penningmeester. Sohagen, 16 November 1898. Sint Maarten neemt bij ons in kerk en gemeente eene welbekende plaats in. Het gemeentewapen van Sint Maarten en van Sint Maartensdijk geven de zelfverloochenen de weldadigheid van Sint Maxticus weer. Onder de kerken zijn er verscheideue aan dezen Heilige gewijd. Zoo vindt men in Groningen, Dokkum, Doesburg en Utrecht Sint Martinikerken. Wanneer wij het leven van Sint Maarten nagaan, dan is het geen wonder, dat zijn naam aan vele stichtin gen is verbonden en dat nog heden ten dage zijn naam en daden in herinnering worden gehouden. „Na kan hij binnenkomen 1" riep hij boo nend ait. „Schurken zijn het, allen I* Ea nauwelijks was de boer binnengekomen, of hjj overlaadde den man met een vloed van scheldwoorden. Zijne handen sloegen daar bij wild door de lucht en sjjne oogen rol- dsn door hunne kassen. „Dieven ben jelui i Gemeene dieven i De een steelt mij het water, de tweede het geld, de derde het hart. In de kast bren gen moest men jelui, als misdadigers en bedriegers] Want dat zp geHij hijgde naar adem. Zijn woede maakte hem niet in ataat te denken, hij wist niet meer wat hij deed. In zpn geest zag hjj nog altoos Lucy's spottend gelaat en sijne vnisten balden zloh om haar te verpletteren. De onde boer had sich opgericht. Hjj sidderde over het gansehe lichaam. „H&bner een diefj een bedrieger i riep hij dof en dreigend nit- „Dat beeft nog niemand ge legd 1 En ook gjj solt het niet zeggen, of Hammer ging voor bem staan. „Óf f Wat dan f Ik zeg je nog eenmaalbedrie ger, dief/* De boer hief de gebalde vnist op. „Mijn heer, neem dat woord terug, of „ÓfP Sla toch toe, jij vnil canaille." Hübner's hand viel krachtig neer, naar het gelaat van Hammer. Maar hij raakto het niet. Eer hjj zoover kwam, had Hammer plotseling de armen wild door do Ineht ge zwaaid en was in zjjn volle lengto, zonder golnid te geven, op den grond neer- gesmakt. Verschrikt boog de boer zich neer- „Mjjn- heer Hammer 1 Mijnheer HammerI" Toen hjj geen antwoord kreeg, snelde hjj de kamer uit om hnlp Ie halen. Toen de beambten en bedienden naderbij kwamen, was Ferdinand Hammer reeds dood. Sint Maartsn was volgens de verhalen een krijger nit ItaliS. Toen bet christen-' dom daar werd ingevoerd, spande bij al zijne krachten in, om den invloed en de uitbreiding daarvan tegen te gaan. Eens reed hij met zijn paard langs een weg, waaraan bibberend van konde, van ver moeienis en ellende een persoon zat. Zoodra Sint Maarten den trenrigen toe stand van dien psrsoon ziet, neemt hij zijn zwaard en snijdt daarmede zijn soldaten- mantel in twee stukken, w«arvsn hij er één gesft aan den ongelukkige. Dit voor val had op den kampvechter zulk eeD in druk gemaakt, dat hij tot het christendom overging en in een klooster trad. Het is zeer verklaarbaar, dat de krijgsman-bis schop de schntspatroon werd van do bis schoppen van Utrecht, die maar al t» vaak het geestelijke kleed en den bisschopsstsf tegen het harnas en het zwaard verwis selden. De 11 Nov. is van oudsher de feestdag van St. Maarten en werd iu het katholieke tijdperk met vsel vertoon gevierd, In een beschrijving van een feestmaal uit vroegeren tijd lezen we o. na. „Ooder eiken Bisschop aan de schoor- stesnen «n aan elke zijde van St. Maartsn brandde een waskaars op armblakers, maar op de armblakers, die in den wand waren vastgemaakt, op de hoogte van de lijst,brand- dea gewone kaarsen van smeer." Uit den tijd, toen men ter eere van St. Maarten lichten ontstak, is het te verklaren, dat nu nog de jeugd op 11 Nov. met lichtjes gaat loopen. Het feest werd verder met groote pracht en keur van spijzen en dranken gevierd. De hoofdschotels bestonden uit vleeschge- rechten en natuurlijk werd voor de talrij ke partijen, die op de burchten van gra ven en ridders, in de woningen der vrijen, ja zelfs in de hutten der hofhoorigen wer den gevierd, menige koe aan Sf. Maarten geofferd. Vandaar ook nog dat het liede ken zegt: „Sinte Maarten had een koe, die komt allen Heiligen toe.' Uit een en ander valt licht te begrijpen, dat met St- Nicolaas ook Sint Maarten een gewild plaatsje bij de Protestanten heeft weten te behouden en dat in bijna geheel Noord-Holland de dag van St. Maarten nog wordt herdacht. Onze gymnastiek- en schernaveree- niging „LycurgllS" hield Zaterdag eene algemeene vergadering om te bespreken, of zij de beleefde invitatie zou aanne men en op 27 Nov. eene uitvoering zou geven te Schagerbrug. Daar deze datum volgens de meening der vergadering wel wat te Dabij was, besloot men, over dit pnnt nader van gedachten te wisselen.Van Delft was eene nitnoodiging ingekomen om aan een wedstrijd deel te nemen. Deze nitnoodiging werd voor kennisgeving aan- genomen.Tot 3den voorwerker werd benoemd de heer J. Overtoomwaarin wij meenen dat de vereeniging eene uitstekende keuze heeft gedaan. Ter vergadering gingen stemmen op om, in navolging van een reeds vroeger ge daan voorstel van den heer Roep, het twintigjarig bestaan der vereeniging offici eel te herdenken. Dit onderwerp zal in een volgende ver gadering opnieuw aan de orde komen. Dinsdag 15 November j. 1. vergaderde de afdeeling Schsgen van „Het Witte Kruis" in het locaal van den heer W. Roggeveen Cz. Na opening der vergadering door den waarneroertden voorzitter, den heer v.Kluijvet werden de notulen door den secr., den heer Ressinggelezen en door de vergadering goedgekeurd. In de eerste plaats was aan de orde de behandeling van den beschrijvingsbrief voer de algemeene vergadering der Vereeu. Het voorstel v. h. bestuur der afd., om den post subsidie van de algem. begrooting met f2400 te verhoogen en den post onvoorziene uit gaven met datzelfde bedrag te verminde ren, werd algemeen goedgevonden, daar men vermeende, dat de post onvoorziene uitgaven, die 't vorig jaar groot f 400. Een beroerte had een einde aan zijn leven gemaakt. Zee jaar later. Arno was indertijd met een gnnstig antwoord gekomen betreffende den verkoop van Borna. Een groot deel had de baron onder zijn beheer gebonden en verder was hem opgedrageD, zooveel mo gelijk de positie van den kleinen boerenstand te verbeteren. Met genoegen en ijver bad hij zich daarop toegelegd en door menigen nut tigen wenk vele verkeerde instellingen ver beterd. Margaretha is gelukkig en staat haar man trouw ter zijde. Ook op Tannwald, waar Arno en Lotte na hnn huwelijk bun intrek hebben genomen, is het zonneschijn. Het erfdeel van Lotte wordt door haar man flink bestaard en zal zeer zeker hnn nakomelingschap ten goede komen. Lnoy beeft na lang aarzelen Hans ge huwd en leidt, daartoe door het erfdeel van hsar oom in staat gesteld, een lnohtig le ventje. Zjj is kinderloos, soodat bij haar sterven haar leven geen Bpoor zal achter laten. Met haar zoeter heeft zjj geheel ge broken. Wanneer Lotte aan de ongelukkige denkt, vollen bare oogen zich met tranen van medelijden. Dobbel weet so dan haar eigen geluk te schatten. Gelukkig werpt ze zich dan in Arno's armen en trotseh ziet ze naar de paarien zweet op zijn voorhoofd, de getuigen van zijnes arbeid. Want ook hij voert een itrjjd, evenals Ferdinand Hammer het eens deed, maar een strjjd met edele middelen en met reine handen, een strijd om bet brood zijns volks om aar en halm. EINDE. was en nu f 4434, dan evengoed nog ruim voldoende zou zijn. Veidet gaf de beschrijvingsbrief geen aanleiding tot bespreking. Tot afgevaardigde n.-.ar de algemeene veigzdering werd benoemd de heer 8. Bermandie zich deze benoeming liet wel gevallen. Verder werd besloten op een 10-tal plaatsen in en bniten de kom dreggen te hangen. De personen, bij wie deze dreg gen zullen worden afgegeven, zullen nader per advertcutie worden bekend gemaakt. Dun heer S. Berman werd ópgedragen een drietal kleinere dreggen te koopen voor onze beide politie-agenten en den nachtwacht, die deze dan voortdurend bij zich zullen dragen. Daarna sluiting. A ls voorzitter van de afd. „Schsgen en Omstr." der Holl. Maatschap pij v,Landbouw treedt voor 1899 op de br. C. Nobel. Den post van ondervoorzitter heelt de heer C. Bijpest op zich genomen. D oor den h r. C. N. Vlaming i 0 ter gelegenheid van zijn 26-jarig lidmaatschap als Vincentiaan aan de R. K. kerk alhier een prachtig St. Antoniusaltaar ge schonken. Men is reeds bezig het te plaatsen. 1. Sonate, Piano-Viool, in 4 deelen, Kuiler2. a. Das Wirtshaus, b. Trock- ne Blnmen, beide van Schubertc. Terug komst, Joh. Verhulst j d. De Liereman, Kuiler3. Kol Nidrei, (Violoncel} Max Brnch 4. Trio No. 4, L. v. Beethoven 5. a. Wat zou dat zijn, b. Baurmans Truuke, c. Vergeet mij nietjes, d. 't Scbip- perinneke, alle van B. Zweers6. Vi ool-solo. In navolging van den hersteller van het polderhuis-raadhuis in 1792, heeft ook de aannemer van den thabs voltooiden gevel eenige bijzonderhe den voor het nageslacht bewaard. In het metselwerk van de stoep is binnenwerks een manuscript neergelegd, dat de werklie den, den aannemer, den opzichter en den architect van het werk vermeldt, benevens den burgemeester, onder wiens bestuur tot de restanratie werd overgegaan. Wanneer ever honderd en meer jaren genoemd gesohrilt wordt gevonden, zal men zeker gaarne getuigen, dat in het laatst der negentiende eenw Schagen nog werklieden had, die hnn vak verstonden. Waarlijk, èn architect èn aannemer kannen trotseh zijn op hetgeen zij hebben gewrocht. De nieuwe gevel is een sieraad van Hollands Noorden. Het inwendige van de R. K. kerk alhier zal belangrijk gerestaureerd worden. Onder meer komt er een parketvloer in te liggen, terwijl ook de wanden worden bijgewerkt. Een en ander wordt uitgevoerd door den heer S. Overtoom alhier. Naast het blok huizen aan den Stationsweg, aangenomen door den heer Kramer, komt een tweede blok van vier huizen te staan. Het timmerwerk hiervan is gegund aan den heer P, Voormanhet metselwerk aan den heer 8. Overtoom en het schilderwerk aan den heer J. Baars. Ook dit werk moet voor 1 Mei gereed zijn. Met de W e s t - F r i e s c h e stoomtram werden bij gelegenheid van de Hoornsche Koemarkt Zondag 766 en Maandag 418 personen naar en van Hoorn vervoerd. Met ingang van heden is het veevervoer op de lijn in looalen dienst opengesteld. Schager Raadsel. 'k Kan lezen niet en schrijven niet; Toch, zonder enkle fout, Breng ik ter juister plaatse heen De brieven, mij vertrouwd. Ik babbel nooit en zeg geen woord, En zwijg op elke vraag Toch mint men mijn gezelschap zeer, En heeft men mij maar graag. Geheel-onthouder ben ik ook 'k Laat aoderen wijn en bier, 'k Lust brandewijn noch malvezij, Maar water met pleizier. Ik dien mijn baas met heel mijn ziel, 'k Yraag enkel onderhond. Mijn meesters gnn ik elke winst, Of 't zilver zij of goud. Ik ga, wanneer en hoe men wil, 't Zij dag of middernacht. Ik weet mijn weg en draag met lnst, De allergrootste vracht. Ik doe geen enkel wezen leed, Mits men mij loopen laat. "Wie echter in den weg mij treedt, Voorzeker krijgt het kwaad. Ik ben slechts enkle dagen oud, Eb toch geheel bekwaam. Ik werkt' in Schagens voordeel reeds, Wie, lezers, kent mijn naam f Omtrent bet verzoek aan den minister president Dupay om aan den banneling van het Duivelseiland mededeejlug te mogen doen van do beslissing vau het Hol van Cassatie ooi hem in zijn moede loosheid op te beuren, gerit Joseph Reiuach in deb Siècle het volgende „eenvou dig haal," roerend in den eenvoud der feiten. „24 September beeft kapitein Dreytus aan den goururneur van Guyana een hait- verscheurenden brief geschreven. Hij brengt in herinnering, dat hij maanden achtereen aan den President der Republiek en aan generaal Do Boisdtffre achrijlt om hun te smeeken de herziening van zijn proces aanhangig te maken. Hij blijfi zonder antwoord, zonder eenig bericht. Pv iets, niets. Hij is, levend, afgesneden van de levende woreld. Deze man, wiens onge looflijk weerstandsvermogen d< algemeene bewondering opwekt, kan niot meer. „Hij zal, eon Ratste maal, schrijven san den President, aan den generaal, om hun de wraak zijner gedachtenis, dar eer v*n zijn naam, der eer van zijn vrouw en kinderen na te laten. De ongelukkige, alsof hij reads gestorven warespreekt niet ineer van zichzelf. Hij zal zelfs niet meer schrijven aan zijn familie. Het is het eiude. „En dat op het uur, waarop de onschuld van den martelaar van hst Duivelseiland geen twijfel meer laat voor ieder, die is begaafd met een greintje critischen zio, waarop het hooggerechtshof plechtiglijk de procedure der revisie heelt bagonnen. „Deze brief, die steenen zou weenen doen, is door een ambtenaar van het mi nisterie van koloniën Donderdag aan me vrouw Dreyfus overhandigd. Deze man veegde een traan af, toen hij het las. „De heer Brisson, die humaan is, die weet te deelen in het lijden van ellendi- geu, had beloofd kapitein Dreylns mede- deeling te doen zoodra het Hot van Cai- sstie een beslissing genomen bad. „Mevrouw Dreyfus vraagt, of deza be lofte gehouden is door het tegenwoordige ministerie. Haar is geantwoord van niet, dat haar echtgenoöte nog niets weet. „Zij vraagt machtiging zelf aan haar man te ielegrapheeren. Wanneer deze mach tiging haar wordt geweigerd, smeekt zij, dat de regeering zeil Dreyfus msdedeeling doet, dat zij de belofte van Brisson na komt. De ambtenaar kan natonrijk niets op zich nemenhij zal zjjn chefs op de hoogte stellen. „Gistermorgen heb ik mij op verzoek vau mevrouw Dreyfus n.vor den heer Dupay begeven om hem te vragen wel te willen last geveD, dat ds gevangene van het Duivelseiland zou warden op de hoogt* gesteld van de beslissing van het Hof van Cassatie. Hij alleen kent die niet. Ik twij felde niet of aan dit verzoek zon worden voldaan. „De eerste-minister was naar het Elysée ik werd ontvangen door den diisctenr van zijn kabinet, zijn broeder, den heer Adrien Dupay. Ik heb hem verteld, wat ik hier boven mededeelde. De heer A. Dnpuy heeft mij beloofd, zijn broeder op de hoog te te stellen eu hij verzocht om vijf uur antwoord te komen halen. „Ik ben teruggekeerd op het aangege ven uur. De heer Adrien Dnpuy heeft mij onmiddellijk het antwoord van den eerste-Minister medegedeeldhet was een weigering. „Htt Hof van Cassatie heelt goen be slissing gegeven ter ia-vrijheid-stelling van Dreyfus die was niet gevraagd door den advocaat zijner vrouw, en dientengevolge meent den minister-president, dat hij niet het recht heeft, hoe dan ook den toestand van Dreyfus te wijzigen. „Ik antwoordde den heer Adrien Dupny, dat ik uit naam van mevrouw Dttyfns niets dergelijks had gevraagd. De minis ter van justitie had, krachtens art. 445 van het wetboek van strafrechterlijke in structie de straf kunnen schorsen sedert 26 September, den dag waarop hij de zaak bij hei Hof van Cassatie aanhangig maak te. Dat heeft hij niet gedaan. En ik weet wel dat, nu dit niet is geschied, kapitein Dreyfus zija straf moet ondergaan zoolang het Hof van Cassatie niet anders heeft beschikt. Eigenlijk is de straf, die men dezen ongelukkige laat ondergaan, onwettig hij is veroordeeld tot deportatie. Met ver krachting van den tekst der verklaring van de Rechten van den Mensch, met ver krachting van het strafwetboek, is de straf van deportatie verzwaard voor Dreyfus nret de straf van eenzame opsluiting. Hij is op willekeurig bevel in boeien gesloten gedurende twee maanden, zonder dat hij het minste vergrijp had begaan, trots het advies der geneesheeren, omdat de Libre Parole ten beweerde poging tot bevrijding had aangekondigd. Het feit is bevestigd door den heer Jean Hess. Het is bekend in Guyana. Het is mij verteld in al zijn verschrikkelijkheid den löden September 1897 door den minister, die den last gege- ven had, den heer André Lebon. Maar dat alles is voorbij. De straf zal voortdu ren zoolang het Hof van Cassatie haar niet zal hebben geschorst. Dat weten wij. Maar als de straf niet onwettig ware vet- zw.vard, zou Dreyfns reeda hebben kennis gekregen van de beslissing van het Hof vau Cassatie. Is het werkelijk een gunst die ik vraag P Het is eenvoudig een daad' van menschelijkheid. Er sterft een man van dorstof hij onschuldig ia of schnl- ^'8» 89 h0ul een glas water niet wei geren. Deze man, die onschuldig is, die oen der meest heldhaftige martelaara is van alle tydcri, by ook sterft van dorst. Ik vraag voor hem het glas waterdat hij enkel wete het arrest van het Hof van Cassatie. Hij zal opleven tot hoop, tot le ven. Frankrijk zal vast de vreugd» hebben geheel en al de dwaling van ééu dag te kunnen herstellen; het zal niet de pijnlijke smart beleven van slechts een lyk in eere to herstellen. „De heer Adrien Dapay heeft mij ge antwoord, dst hij niet anders kon doen, dan mij de weigering van den ecrste-minialer over te brengen. „Ik kon niet meer doen dan vertrekken. „Ik heb mij ontlast van mijn deel der verantwoordelijkheid. De eerste-minister heeft de zijne op zich genomen. Men moet haar kernen. Zij is zwaar. Ik hoop voor hem, dat zij niet gruwelijk wordt; dat, als Dreyfus morgen komt te sterren, wanhopig, onwetend van het arrest, waarvan de weten schap hem zcu hebben gered, niet de geheelo menschheid aan den hoer Charles Dupuy esn vroeselijke rekenschap heeft te vragen." Ebld. Blijkbaar het ft bovenstaand schrijven in de geweiiichto kringen den noodigeu in druk gemaakt. Het Hof van Cassatie, dat besloten had, tot nog toe gecD verandering te doen brengen in de straf, door Dreyfzs onder gaan, hestt ter keDnis van hel ministerie van koloniën gebraeht, dat het een bevel heeft gegeven, waarin het besluit, dat Drey fus langs den snelsten weg zal worden in kennis gesteld van de ontvankelijkheid van den eisch tot revisie van zijn proces, en dat bij zal worden nitgenoodigd de gron den zijner verdediging aan te geven. De minister van koloniën heeft een te legram ontvangeu, meldende dat Dreyfns in goedeu welstand vsrksert. Naar alle waarschijnlijkheid zal Dreyfns nn spoedig naar Emropa worden gevoerd om hem in staat te stellen mst een ver dediger in overleg te treden en van de noodige stukken kennis te nemen. De directeur der gevan- genia te Genève heeft Luccheni, den moor denaar van keizerin E>izsbeth vai.Ooatenrijk, medegedeeld, dat hij Zondag Daar het tucht huis zou worden overgebracht. De anarchist antwoordde, dat dit hem onverschillig was. Hij is zeer rustig en slaapt 's nacht» rast. Da cel, waarin hij de eerste zes maan den van zijn straf moet doorbrengen, is werkelijk een griezelig verblijf. Esn cor respondent van de N. Züricher Zeitung is er geweest. De gevangenis is een oud klooster; er is op 't oogen blik slechts ééa misdadiger opgesloter», iemand die zyn moeder heeft vermoord. Hij bewoont een licht kamertje, vrij gezellig ingericht, met prenten en photo's aan de wanden. M«ar de cel voor Luccheni ligt in den kelder. Men moet twintig treden af, dan is links een corridor met vijf cellen; 't is et overal stikdonkerachter een zware deur ligt dan weer een gang, en aan het einde daarvan is de cel, waar de Italiaan komt er is geen enkel vsnBterbij 't licht van een kaars ontdekte de journalist er niets dan een hoopje opgerolde matten, daar moet Luceheni daags op zitten en 's nachts op slapen en eens in de veertien dagen mag hij nit dit duffe zwarte hol één nar be weging hebben in de buitenlucht. De phy- siek sterkste menschen moeten op deze wijs getemd worden, een soort moderne gruwelkamer dus. - De baard als hulpmiddel in het ontdekken van wjjnvervalschiagen. Esn wijnhandelaar had zich voor de recht bank te Altona te verantwoorden wegens een tegen hem ingebrachte klicht, op kunstmatige wijze Portwijn vervaardigd te hebben. Aanleiding tot deze aaaklacht had het volgende grappige voorval gege ven. Een restaurateur te Heide (in Dith- marschen) had vs*n den handelaar „echtei Portwyn* gekocht voor mark t 1.50 per flesch. Toen na een bejaarde klant, wiens haar en baard sneeuwwit waren, eenige teugen van den wijn gedronken bad, ging er plotseling onder de aanwezige bezoekers een luid gelach op, want de witte baatd van den gast was duidelijk rood gekleurd; afwissohen met een doek hielp nietde roode, iets naar het groen trekkende kleur was niet weg te krijgen. De leverancier van den wijn werd daar op beschuldigd van een vergrijp tegen de wet op de voedingsmiddelen. Het bleek, dat de wijn afkomstig was van een kuip, waarin men op rozijnen heet water bad gegoten met een geringe hoeveelheid «fh- ten Portwijn, welk mengsel met anal»110 gekleurd wss geworden. De rechtbank veroordeelde den knoeier tot een boete van 100 mark. (Mbl. t. d. Tm.) Een r e n z e n n u r yt e r k i® aan het station der Liverpoolstreet, *an het eindpunt van den grooten Oosterspoof- weg te Londen, opgericht geworden. HetW door den electro-techniker Stockall set- vaardigd en zal vermoedelijk zoowel door zijn grootte als om ziju inrichting nergens op de wereld zijns gelijke winden. Alle overige uurwerken van de 624 stations van het uitgebreide net van den grooten Ooatetspoorweg zijn met dit reuzenwerk verbonden en worden door haar in den goeden loop gehoudenzij worden door denzelfden electrischen stroom gereguleerd en en veikrijgen hunne beweging van het zelfde appavaat, zoodat hun gang een vol ledig gelijkmatige is. Aan het reuzenwerk is een groote cijferplaat aangebracht, die de geringste storingen in den loop^ van het nnrwerk en de kleinste afwijkingen van den jnisten tijd, tot de brenkdeelen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1898 | | pagina 2