Zondag 25 December 1898.
42ste Jaargang No. 3374.
franco en gratis.
ZATERDAG 31 DECEMBER a.
kennisgeving.
Nieuwe Abonnés
Wöt op arbeids-
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag-
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
EERSTE BLAD.
ontvangen de tot 1 Jan.
a.s. verschijnende nummers
In het nummer van den
zal weder gelegenheid bestaan tot
het plaatsen van
van 1 tot 5 regels.
GemeenteSchagen.
POLITIE.
en rusttijden.
Wij cursiveeren.
Binnenlandse!) Nieuws.
HAGER
AUiiini Nieuws-
COURANT.
Murisilit- k Lantiiuwtlad.
en
n.^' inzending tot 's morgens 9 ure, worden
AI) VERTEN ILEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Bureau: 6€HAGK)N« Laan, B 4.
UitgeverP. TRAPMAN.
MedewerkerJ. WI K L.
Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 8.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 6 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct.
Groote letter» worden naar plaatsruimte berekend.
Oudejaarsavond,
a 25 ets. a contant,
DE UITGEVER.
Bekendmakingen.
Ter secretarie dezsr gemeente worden
inlichtingen verzocht omtrent twee
vermiste schapen en een ver
loren bril met zilveren doos
en kannen inlichtingen worden verkregen
omtrent twee achtergebleven
schapen.
Burgemeester en Wethouders van Scha
gen
Gezien art. 97 der Algemeene Politie
verordening vooi die gemeente
Bevelen den eigenairs, vruchtgebruikers
of beheerders van biimen of aan de grens
van de kom der gemeente gelegen slooten
of wateten, die te doen uitbaggeren ot te
doen slooten op eene diepte van 0.80 M.
en bodembreedte van 0.90 M. en zulks
yoor den laten Ma*rt 1899.
Belanghebbenden worden herinnerd, dat
nalatigheid ten deze strafbaar is met eene
geldboete vau ten hoogste t 25.of
hechtenis van ten hoogste zes dagen,
onverminderd de bevoegdheid van Burge
meester en Wethouders tot het doen
uitbaggeren of slooten ten koste vau ei
genaar, vruchtgebruiker of beheerder.
Schagen, 13 December 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
S. BEKMAN.
Da Secretaris,
DENIJS.
De Burgemeester van SchageD brengt
ter kennis van de ingezetenen, dat het
aanbieden van en het rondgaan met zoo
genaamde nieuwjatrswenschen, hetzij ge
drukt, hetzij geschreven, langs de huizen
niet zal worden toegelateD, alsmede dat
de verschillende armbesturen eene inzame
ling van vrijwillige giften langs de hui
zen zullen houden, ten einde uit ds op
brengst bij het einde dezes jaarsi eene
buitengewone bedefling van levensmiddelen
aan de minvermogenden te kunnen hou
den,
Schagen, 23 December 1898.
De Burgemeester voornoemd,
S. BERMAN.
Burgemeester en Wethouders van Scha
gen nocdigen bij deze belanghebbenden, die
over het jaar 1898 van de gemeente
iets te vorderen hebben, uit, hunne reke
ningen vóór of op den len P'Gbruari
a. s. ter plaatselijke secretarie in te
leveren.
Schagen, 23 December 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
S. BERMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
ii.
Yan de arbeidstijden.
Uit de omschrijving van hetgeen het
wetsontwerp op arbeids- en rusttijden
wil, zullen onze lezers zeer goed heb
ben kunnen opmaken, dat de minister
niet in zijn geheel voldoet aan den eisch,
neergelegd in het tweed» deel der eer
ste paragraaf van het urgentie-program
der Liberale Unie. Waar dit toch be
perking van overmatigen arbeidsduur
ook voor volwassen arbeiders vroeg,
daar was kennelijk de bedoeling om
alle volwassen arbeiders te beschermen
tegen exploitatie van hun arbeidskrach
ten op een voor hun gezondheid nadee-
ligs wijze. Dat die arbeidsduur in het
eene bedrijf korter moest gesteld wor
den dan in het andere, sprak van zelf;
die duur hangt van den aard van het
bedrijf af, maar bescherming van allen
was de leuze.
Hoewel ook de troonrede sprak van
een ontwerp „tot het tegeDgaan van
overmatigen arbeid van volwassen man
nen in fabrieken en werkplaatsen" en
dus volgens onze meening generaliseer
de, heett de minister gemeend zóóver
niet te moeten gaan.
„Moet", zegt hij in zijn toelichting,
„naar het oordeel van den onderge-
teekende een vaststelling van den ar
beidsduur op 11 uur per etmaal als
maximum in den regel voor wensche
lijk en ook voor mogelijk worden ge-
honden, zoo komt het toch niet gera
den voor, reeds dadelijk overschrij
ding van den arbeidsduur voor allen*)
arbeid in fabrieken en werkplaatsen
bij de wet te verbieden, maar schijnt
het wenschelijk daarmede te beginnen*)
voor die bedrijven, waarvoor zulks
het meest noodig is, dat is voor de
meer schadelijke bedrijven. Hierbjj
is hij vooral geleid door de overwe
ging, dat het zeer bezwaarlijk zoude
zijn bet personeel der arbeidsinspectie
zoodauig uit te breiden, dat eenigo
zekerheid zoude bestaan voor een be
hoorlijk toezicht op de naleving der
bepalingen omtrent den arbeidsduur in
een grooter aantal inrichtingen dan
th^ns wordt voorgesteld aan de wer
king der wet te onderwerpen."
Het schijnen dus overwegingen van
administratieven en vermoedelijk ook
van flnanciëelen aard geweest te zijn,
die den minister hebben teruggehouden
om reeds dadelijk het tweede punt der
eerste paragraaf van het urgentie-pro
gram der Liberale Unie werkelijkheid te
doen worden. Het komt ons echter voor,
en de ondervinding heeft dit geleerd ia
gemeenten waar in de bestekken, die
van het gemeentebestuur uitgaan, arbeids
duur is voorgeschreven, dat de taak van
het personeel der arbeidsinspectie in
deze zooveel moeilijker niet zou worden,
omdat de vakvereenigingen in den regel
wel zorg dragen, dat, zoodra de arbeids
duur wordt overtreden, dit ter kennis
wordt gebraoht van de personen, die met
de controle zijn belast.
Hoe dit zij, de minister heeft geoor
deeld anders te moeten handelen en eerst
af te wachten wat de resultaten van
deze wet zullen zijnwij dienen het
wetsvoorstel dus te nemen, zooals het
daar voor ons ligt.
De minister verdeelt dan de arbeiders
der categorie A iu twee soortende
arbeiders in brood-, koek-, beschuit- of
banketbakkerijen en de arbeiders in bij al-
gemeenen maatregel van bestuur aan te
wijzen fabrieken en werkplaatsen.
Voor allen mig het aantal werkuren
niet meer bedragen dan elf per etmaal,
of niet meer dan tien per etmaal wan
neer meer dan vier van die werkuren
in den nacht vallen. Yoor de broodbak
kerijen alleen is een uitzondering ge
maakt. Daarin mag zeventien uren per
etmaal gewerkt worden, mits het volgend
etmaal maar een rustdag is.
Het is ons een raadsel, waarom die
laatste bepaling ook niet van toepassing
wordt gemaakt op banket- of koek
bak kerij en, waarin het toch ook vaak,
vooral in den Zaterdagavond, noodzake-
liik is om overwerk te doen. Het is
waar, de minister kan volgens art 6
Red.
voor de eerste vijf jaren vergunning tot
overwerk verleenen voor ten hoogste drie
uren per etmaal en vervolgens voor ten
hoogste twee uren, maar daarmee zal
de koek- en banketbakker, vooral in
drukke tijden b. v. tegen de St. Ni-
colaas al zeer weinig gebaat zijn.
En boe moet 't gaan, waar brood- en
koekbakkerijen gecombineerd zijn P
Deze opmerking ter loops, maar de
hoofdzaak is een arbeidsduur van elf
uren per etmaal voor de arbeiders der
categorie A.
De minister zegt in zijn toelichting:
„In meer dan 33 pCt. toch van
het aantal fabrieken en werkplaatsen
waar onbeschermde personen werk
zaam waren en die door de ambtena
ren der arbeidsinspectie werden be
zocht, bestonden voor die personen
werktijden van meer dan 11 uur per
etmaal in den zomer. Een arbeidsduur
van 11 uur per etmaal geeft, naar de
overtuiging van den ondergeteekende,
voor de arbeiders, werkzaam in som
mige bedrijven, reeds het maximum
aan van een tijd gedurende welken
die arbeiders in bedoelde bedrijven
werkzaam behooren te worden gesteld.
Wanneer nu de bestaande vrijheid voor
volwassen mannelijke personen, om
overeenkomsten te sluiten met be
trekking tot hun arbeidsduur, niet
bij machte is gebleken om den ar
beidsduur zoodanig in te krimpen, als
met het oog op de belangen van den
arbeider noodzakelijk is, dan bestaat
er, naar de meening van den onder
geteekende, alleszins aanleiding om
door dwang tot inkorting van den
arbeidsduur althans in sommige be
drijven te geraken. De ondergetee
kende zal niet ontkennen, dat in
sommige gevaarlijke inrichtingen korte
re werktijden bestaan dan die van 11
uur per etmaal, maar het is evenmin
te ontkennen, dat lang niet alle patroons
te bewegen zijn om een korteren
werktijd voor hun bedrijf in te voereu,
niettegenstaande dit dikwijls noodza
kelijk moet worden geacht voor het
daar werkzame personeel."
Wjj onderscheiden dus hier twee
zakenten eerste erkent de minister,
dat elf uur het maximum moet zijn;
ten tweede «ijst hij er op, dat in som
mige inrichtingen, die hij „gevaarlijk"
nosmt, kortere werktijden bestaan.
Bestaat nu niet de vrees, dat, wanneer
de wetgever een maximum van elf uren
vaststelt, de patroons der schadelijke
inrichtingen ook een elfurigen werkdag
zullen invoeren Is het wel goed om
in fabrieken, waar giftige stoffen worden
bereid of verwerkt, denzelfden arbeids
duur vast te stellen als in fabrieken
waar alleen een hooge temperatuur wordt
vereischt Staat bijv. een loodwitfabriek
gelijk aan een suikerraffinaderij, of, wat
nog meer spreekt, aan een beschuitbak
kerij P
In de bestekken van de gemeente
Amsterdam tot het uitvoeren van bouw
werken, enz., dus in een bedrijf, niet
vallende ouder de categorie A, is voor
geschreven een arbeidsduur van sturen
in den zomer, en van tien uren in den
winter en zulk een arbeidsduur is dan
ook het desideratum van alle vakver
eenigingen. Indien we ons niet ver
gissen, wordt ook die arbeidsduur voor
geschreven in vele bestekken die van
het Departement van Waterstaat uitgaan
ten minste dit was het geval bij het
bestek omtrent het bouwen van het
nieuwe postkantoor te Amsterdam en
nu vragen wjj, hoe de minister een
arbeidsduur van elf uren kan voorschrij
ven bij een bedrijf, dat door zijn eigen
classificatie blijkt zooveel schadelijker
voor den arbeider te zijn dan dat der
bouwbedrijven
Behalve dat het naar onze bescheiden
meening niet goed is, om, met uitzon
dering der broodbakkerijen, alle inrich
tingen der categorie A over één kam te
scheren, achten wij ook het maximum
vau elf uren over het algemeen in deze
te hoog. Waar de arbeiders der categorie
B, met het oog op hun gezondheid en
sociale belangen, den tienurigen arbeids
dag als hun hartgrondigen wenseh op
den voorgrond stellen, er zelfs zijn, die
acht uren arbeid, acht uren slaap en
acht uren genot als een ideaal prediken,
daar is het toch een groote tegenstrij
digheid om de arbeiders sub A, d. i.
in de «schadelijke inrichtingen", eli
uren te laten werkeD. Dat er nog een
aantal fabrieken in Nederland zijn
drie en dertig percent waar langer
dan elf uren gewerkt wordt, wijst op
een zeer vicieusen toestand.
Wanneer nu de elfuriga arbeids
dag voor de „schadelijke inrichtin
gen" bij de wet wordt vastge
steld, dan is het te verwachten,
dat de patroons, wier inrich
tingen onder de categorie B vallen,
al zeer spoedig er toe zullen
komen om den arbeidsdag op langer dan
elf uren vast te stellen, waardoor voor
de werklieden de voordeelen zouden ver
loren gaan, die zij nu, hetzij door eigen
initiatief, hetzij door het optreden der
gemeentebesturen, hebben verkregen.
Uit het overzicht, dat de minister om
trent de wetgeving op den arbeidsduur in
andere landen beeft gegeven, blijkt dat
deze nogal uiteenloopt. In Zwitserland,
dat op het gebied der arbeidswetgeving
ons vaak tot voorbeeld wordt gesteld,
bestaat sinds 1877 een regeling van den
arbeidsduur. Deze mag per etmaal niet
meer bedragen dan elf uren, maar aan
den Bondsraad is de bevoegdheid toege
kend om dat aantal terug te brengen tot
tien uren voor bedrijven, die geacht
moeten worden voor de gezondheid der
arbeiders schadelijk te zijn. Deze wet is
echter alleen op fabrieken van toepas
sing, maar uit de toelichting blijkt, dat
de Bondsraad nog al breed in zijn op
vatting is ea zelfs open ruimten als fa
brieken heeft aangemerkt, wanneer het
daar uitgeoefende bedrijf gevaren veroor
zaakte voor gezondheid of leven der ar
beiders.
Zou het nu zulke groote hinderpalen
opleveren, wanneer de wetgever voor
de bij algemeenen maatregel van bestuur
aan te wijzen fabrieken en werkplaat
sen der categorie 4 een werkdag van
tien uren vaststelde
Wij achten dit te meer wenschelijk,
omdat, wanneer later de regeering zou
besluiten om het tweede punt van de
eerste paragraaf van het urgentie-pro
gram in zijn qeheel uit te voeren, d. w.
z. ook een arbeidsduur vast te stellen
voor de arbeiders der categorie B, zij
uit den aard der zaak gedwongen zou
zijn om dezen langer te maken dan die
voor de arbeiders van categorie A. Daar
door zou zij niet alleen ingrijpen in
reeds bestaande toestanden, die gewor
den zijn door de samenwerking van ge
meentebesturen, patroons en werklieden,
zooa's in de Hoofdstad, maar zij zou te
vens gereede aanleiding geven, dat de
patroons van de gelegenheid gebruik
maakten om, steunende op de wet, den
arbeidsduur vau huu werklieden tot het
maximum te verlengen.
De vraag zou dan bovendien kunnen
ontstaan, of een gemeentebestuur in zijn
bestekken zoa kannen voorschrijven een
tienurigen arbeidsdag, waar de Rijkswet
den aannemer een arbeidsdag van twaalf
of dertien uren toestond.
Naar het ons voorkomt zijn dit punten,
wel der overweging waardig.
In ons volgend artikel zullen wij de
rusttijden behandelen.
Zondag den 18 Dec. 1898
hield de G. O. vereeniging N. Niedorp
en Omatreken eene propaganda-verga-
dering te Spanbroek, in het lo
kaal van den heer Koelemeij. Voor het
talrijk opgekomen publiek spraken Ds.
Kapte ju van Oterleek en Ds. Schermer-
hom van Nieuwe Niedorp.
Ds. Kapteijn wees op het verdetf dat
de drinkgewoonten in onze maatschappij
brengen en waartegen ernstig diende
te worden gestreden. Deze strijd kon
alleen goed worden gevoerd door het
wapen g. onthouding.
Matigheid kan geen redding brengen,
want het is nu al na eene ondervinding
van eeuwen gebleken,dat matigheid in'tgo-
bruik van alcoholische dranken een utopie
is; daarbij is bet moeilijk uit te maken,
wat we onder matigheid hebben te
verstaan en als men zich dan neerlegt
bij de uitspraak »an prof. Stokvis, kan
men veilig zeggen, dat de grens der
matigheid, door eiken drinker wordt
overschreden.
Wil men 't drankkwaad afdoende be
strijden, men breke geheel en al met
iedor alcoholgebruik 1
Na Ds. Kapteijn werd het woord ge
voerd door Ds. Schermerhorn.
Hij onderscheidde in hoofdzaak drieër
lei drankkwaad.
De verderflijke gevolgen der drink
gewoonten zijn naar zijne meening
maatschappelijk, lichamelijk (verwoesting
der gezondheid) en zedelijke ontaarding.
Achtereenvolgens wijst hij deze gevol
gen aan, door het bespreken van de
schatten, die voor waardelooze alcoholi
sche dranken worden uitgegeven, door
het mededeelen van de uitkomsten
der wetenschap, betreffende de werking
van den alcohol op het menschelijk li
chaam en vooral door aan te toonen,
dat het alcoholgebruik het zedelijk peil
moet doen dalen, omdat het in de eer
ste plaats bij don mensch de zelfbeheer-
sching vernietigt. Met verschillende
voorbeelden wordt dit gestaafd. Hierna
vraagt spreker: hoe moet nu de mensch
van het heden zich gedragen tegenover
het groote drankkwaad Zal hij wezen
als de priester en de Leviet Zal bij
onbekommerd voortgaan, zonder zich neer
te buigen over die velen, die lijden
zonder te redden Spreker is er van
overtuigd, dat, als men eenmaal weet, hoe
groot de drankellende is, als men daarbij
begrijpt, hoe die drankellende van de
drinkgewoonten een noodzakelijk gevolg
is, men niet langer kan voortgaan met
drinken, d. i. met instandhouden der
drinkgewoonten. Hij gelooft in de over
winning der G. O., omdat hij gelooft in
den mensch. Als Ds. Schermerhorn daar
na nog eenige bezwaren, gewoonlijk te
gen G. O. ingebracht, weerlegd heeft,
eindigt hij met eene opwekking om mede
te strijden
Yoor het debat gaf zich op de heer
fan Balen Blankenarts te Spanbroek.
Deze zeide, dat hij niet anders kon doen
dan het optreden der G. O. toejuichen
en hij sprak er zijne verwondering over
uit, dat er plaatsen waren, waar men
vijandig stond tegenover da G.-O.-bewe-
ging. Zeer krachtig beval hij de G. O.
aan, vooral ook van zijn standpunt als
geneesheer.
Ds. Schermerhorn beantwoordde den
heer Van Balen Blankenhem dankzeg
gend voor zijne woorden van sympathie.
Maar nu hoopte hij ook, dat dokt6r Van
B. B. de laatste belemmering zou over
winnen en zich beslist zou scharen aan
de zijde de r G. O.dit zou het grootste
succes zijn, door deze vergadering te be
halen
Even werd hierna nog het woord ge
voerd door den heer De Vriesdie enkele
stukken voorlas uit een tijdschrift-artikel,
betreffende den levensduur van drinkers,
waaruit zou moeten blijken, dat alcohol
gebruik den levensduur zou verboogen.
Hiertegen kwam Ds. Schermerhorn op
aan de hand der levensverzekering-sta
tistieken. Ook de heer Van Balen Blan
ken koos in deze zaak de zijde der G.O.
Hierna werd de goedgeslaagde ver
gadering, waarvan eenigen zich als ledeu
der vereeniging aanmeldden, door den
heer Verweij te Aartswoud gesloten.
Vergadering van D. D.
te Kolhorn, op Diüsd. 20 December,
in het locaal van den heer D. Kist.
Daar in eene vorige vergadering de
mogelijkheid besproken was tot oprich
ting van een fanfarecorps, en eene com
missie benoemd was, om de voorberoi-
j dende maatregelen te leiden, was deze
vergadering belegd om de zaak verder
haar beslag te doen krijgen en de toe
komstige werkende leden waren uitge-
noodigd, de vergadering bij te wonen.
(Ook de heer Egmond van Winkel,
die niet ongeneigd was, als Directeur op
te treden, was aanwezig. Een 30-tal lief
hebbers waren als gasten aanwezig, die
zich voorloopig als lid lieten inschrijven.
Het financieel gedeelte der zaak gaf
natuurlijk tot velerlei discussie aanlei
ding. Toen het benoodigde cijfer bekend
was, alsmede het bedrag der wekelijk-
sche contributie, traden 5 leden terug.
Een deel van de gelden werd tijdens de
vergadering toegezegd door de leden on
derling. D. en D. verklaarde daarop, de
verdere constitueeriDg aan de leden zelf
over te laten.
De financiëele bijdragen van de plaats-
genooten zouden natuurlijk afhangen van
de te nemen besluiten enz. - Hierna ver
wijderden zich de leden van D. en Dter
wijl de toekomstige artisten verder be
raadslaagden. „De Eendracht" werd als