Soirée Declamatoire,
aangeboden aan fle lezers der
Schager Courant
en taaie bnisgenooten,
löïïoaw Koeisclieiflt-filsDn van Amsterdam,
en de Heeren Job. eaJac. f ilson van Hoorn.
Zondag! Januari 1899.
43sts Jaargang Ho. 3376.
in het Hoord-Holhndsch, Koffiehuis,
op Zondag 22 Januari 1899,
Harde lessen.
DIT OUD IN NIEUW.
'J
te geven door
De heer JOH. WILSON' behaalde
de volgende bekroningen:
De heer JAC. WILSON behaalde
de volgende bekroningen:
Nadere bijzonderheden in volgende nummers.
P. van de Velde Mi.
Bintienlandsch Nieuws.
SCHAGER
GOURAATT.
TWEEDE BLAD.
Medaille geschonken door H. M. de Koningin-
Regentes 1897.
Medaille geschonken door den Bnrgemeester yan
Schiedam 1897.
Eereprijs Vlaardingen 1893.
H. M. Koningin Wil
den Commissaris der
H
2e
prijs
's- Gravenhage
1890.
2e
V
Steenwijk
1891.
S
2e
H
Groningen
1892.
H
2o
H
Meppel
1-893.
ft
le
tf
Vlaardingen
1893.
tl
2e
ff
Breda
1893
M
le
y
Utrecht
1895.
le
n
Leeuwarden
1896.
le
y
Schiedam
1897.
ft
le
y
Eindhoven
1897.
n
2e
ft
Vlaardingen
1898.
jt
le
V
Breda
1898,
le
y
Edam
1898.
le
Haarlem
1898.
Medaille geschonken door
helmina 1898.
Medaille geschonken door
Koningin in Z.- Holland lJ-96.
Medaillo geschonken door
1895
de gemeente Utrecht
Medaille geschonken door de gemeente Vlaardingen
1898.
Medaille Internationaal Maastricht 1895.
2e prijs Den Haag
1890.
le
y
Steenwijk
1891.
le
V
Vlaardingen
1893.
le
0
Meppel
1893,
le
n
Breda
1893
2e
Tl
Leeuwarden
1896.
le
n
Eindhoven
1897.
2e
n
Breda
1898.
le
y
Edam
1898.
de
toegangsprijs
tot
deze
zal de
Voor de te boek staande abonné's z
soirée zijn f 0.25 per persoon.
Voor medelezers en huisgenooten van lezers en medelezers
toegangsprijs t 0.50 zijn per persoon.
Voor niet-geabonneerden op de Schager Courant is de toegangsprijs
t 1.25 per persoon.
Plaatsen te bespreken a 10 cent alleen aan het Bureau Schager Courant.
Om aan te toonen, dat genoemde heereu op verschillende plaatsen op
uitnoodiging met groot succes optraden, laten wij hieronder uit vele een paar
recensies van verschillende bladen volgen
N. Haar 1. Courant„Niemand heeft zich in het minst te beklagen gehad te zijn heengegaan
naar de voordrechten, welke door de heeren Joh. en Jac. Wilson, uit Hoorn, werden gehouden. Beide
heeren, door het bestuur der Vereeniging van Industriëelen en Kooplieden uitgenoodigd, wisten in hooge
mate de aanwezigen te doen lachen, zóó, dat de lever schudde."
Bredasche CourantDe Schipbreukeling, van Coppée" werd uitstekend voorgedragen door
den heer Jac. Wilson uit Hoorn. Er zat zooveel gevoel in die voordracht en zoo'n uitstekende accentuatie
van de Hollandsche taal, dat de geheele zaal als het ware aan zijue lippen hing
UitJoure.... „We hadden het genoegen in ons midden te zien optreden de gebroeders Wilson
van Hoorn, die het buitengewoon talrijk nutspubliek vergastten op een aantal ernstige en luimige voordrachten,
die zoo keurig waren, dat alle aanwezigen btslist konden verklaren, het zelden of nooit zoo gehoord te hebben."
Opr. Haarl. Courant „In langen tijd is in Haarlem op dit gebied niet zoo iets goeds ten
gehoore gebracht als gisteravond in een der zalen van de SociëteitVereeniging. In een oogwenk hadden
de heeren Wilson aller harten veroverd."
FEUILLETON.
3.
„Bekentenissen eener dichterlijk gestem
de raanneoziel I" hoe hoonend klonk
dat.
En in deze luim zon Richard den boozen on-
dea heer zijn liefdesgeheim toevertrou
wen
Alle lust daartoe was glad voorbjj.
Terwijl Richard knorrig zijn middagmaal
verorberde, was de vader van gedachten ver
anderd, want hij sloeg een vriendelijker
toon aan.
„Ge hebt ook eigenlijk gelijk. Wij blijven
een paar nur gemoedelijk bij elkaar, in plaats
van die onsterfelijke Traviata nogmaals te
sien sterven. Waarom zal men elkaar ook
juist iets in den weg leggen P Ik had on
gelijk, mijn jongen, ik stem dat toe. Ge
bebt natuurlijk Da maandenlange verban
ning met gulzige tengen nit den beker van
het genot gedronken. Ge hebt, van uw
standpunt geredeneerd, volkomen gelijk. Kom
bier I Geef je vader de hand en afgeioopen
is de zaak. Ik zal ten pleiziere van jon
nog wat mee-eten."
«Dat is misschien een offer voor uw maag P"
laehte dadelijk Riehard, opgevroolgkt door de
warme woorden van zijn vader.
«Maak je geen zorgen. Ik heb zooeven
naowsljjks gegeten. Na voel ik eerst, dat ik
nog honger heb.»
«Ik zal u niet meer alleen laten eten,
vader.*
«Mooi, mooi, dat vind ik goed. De dai-
1 k°e.veel zorgen dan naast me aaa
al rara*18??10'*®11 a'8 'fc «Heen ben. Ik heb
hniahnnrt ïe,f overlegd, of ik mijn
in !«n W ?let "1 opbreken en als logó
ee 1 b 0 intrek zal nemen. Ik heb
aP n°odig, Riok, mentcheit, lieve
„Een lieve vrouw? Wat ge zegsl Trou
wen, vader P Uw leven is zoo eenzaam, soo
leeg aan liefde, werkelijk hard te dragen,
zoodat hei denkbeeld van trouwen door o
mij niet vreemd voorkomt; ge kant nog een
lange reeks van jaren gelnkkig zijn.*
De zoon had den vader zoo ijverig in de
rede gevallen en scheen zoo begeesterd voor
het voordeeen zelf blijkbaar nieuwe idéa, dat
de onde er geen woord kon tussohen bren
gen.
Met de hand had hij evenwei een be
slist afwerende beweging gemaakt.
Nochtans deden de woorden van zijnen
zoon hem goed. Het streelde ham, dat zijn
zoon hem met vroolijken blik aanzag, als
was zoo'n voorslag de natuurlijkste azk van
de wereld.
„Trouwen P Ik kon de oude hem nu
eerst zeggen. Hjj zuchtte melancholiek.
„Neen, neen, mijn jongen, dat is niets
meer voor mjj. Ik ben le oud en te mat
om nog aan de noodige aanspraken van
een vronw te kannen voldoen. Neen, neen,
dat zon mijn laa s e toevlucht zijn. Zeker,
wanneer men mij voor tien jaar op een
dergelijke wijze had toegesproken als
nu; mij *00 had overtuigd, dat het ontbre
kende geluk voor mij nog te vinden was,—
dan, Maar na, nn is het te
laat voor mij, maar niet voor joo. Wie
trouwen moet, dat zijt gij. Gij hebt de
jaren, de warmte van hart, het verlaDgen
naar geluk, bebt alle molievon daarvoor.*
„Vader I Goede vader I* jubelde Riehard
„Trouw dan 1 Ik zal je niets in den weg
leggen. Een man zooals gij, kan hon
derd goede partijen doen. Ik wed b. v.,
dat ge bij Janko Thülenbergar gerust kunt
aankloppen. Gij krijgt mot zijn Clsra drie
millioen mee, dat is een waarheid, mijn
jongen. En dat Clara sedert drie jaar
naar je smacht
„Maar ik bid n, moet ik dan een huwe
lijk om 't geld aangaan P 't Komt me niet
iD de hersens op 1*
„Nitanrlijk moet ge dat f Hoe ton het
anders mogelijk zijn? Want daarover hebt
ge zeker al lang klaarheid gekregen, dat
ik n niets meegeven kan. Kijk me nn niet
rot est mort!* ^Da koning is
dood I' zeggen wij in onze taal, en ieder
ander volk zegt het op zijn manier, maar
de zin is dezelfde, 't Is de avond van
den 31en December. Hoe hnilt de wind
in en door de toppen der hoornen Toch
verneemt miju luisterend oor nit gindschen
ouden toren een twaalftal slagen 1 Wat
klinken ze statig, d;e langzaam voortge
brachte tonen. 't Is alsof ze met opzet
zoo plechtig, zoo langzaam, tot me komeD.
Ze werkea sterk op mijn verbeelding en
terwijl de nagalm nog in mijn ooren
klinkt, zie ik een visioen, een beeld, dat
mijn medelijden opwekt, en mij tevens in
de hoogste mate boeit
Ik zie een grijsaard met lange, sneeuw
witte, fladderende haren, voortstrompelen
de, door den last der jaren gebogen, leu
nende op een stok. De wolken, die door
den storm worden voortgestuwd, schijnen
dien afgzleefden man voort te drijven.
Neen! 't schijnt niet zoo; 't is in wer
kelijkheid zoo! Hij wil een oogenblik rus
ten. Voort 1 klinkt het gebiedend. Hij
ke«rt zich met moeite om, als wilde hij
Dog een laatsten blik werpen op het land,
waaruit hij verdreven wordt. Andermaal
klinkt het: Voort 1 Zonder gemde drijven
ze hein voort, lotdat ze aan een breeden
stroom komen, waarin ze hem werpen.
Hoog golft die stroom, en na weinige oo-
genblikken zsl niemand meer da plak kun
nen aanwijzen, waar hij door den bruisen
den vloed werd verzwolgen.
Nog altijd woedt de storm. Te mid-
dsn van 't loeien vormen zich akkoorden
en tonen. Hoor't is een iijkzang, die
daar aangeheven wordt. En mijn ver
baasd oor vangi op de woorden Uit was
uw rijk Van uwen troo gestooten zijt
gij 1 Wij hebben u begraven in t zelfde
graf, waarin al uwe broeders rustenio
den stroom der eeuwen. Rust daar, door
velen, door de meesten vergeten, door en
kelen betreurd, die den klaagtoon deden
hooren de koning is dood Vaarwel
koning '98 Rust in vrede
ifVive le roi *Live de kotsicg 1" Esn
geheel ander tooneel, niet ontleend aan de
verbeelding, maar aan de werkelijkheid.
't Is de avond van den 81en December
en nog maar weinige minuten vóór 12
uur, vóór middernacht. In de gang van
een hais staan een paar kinderen, welke
dien avond mochten op-blijven. Ze staan
dicht bij de voordeur, die niet open mag
om den storm.
In angstige spanning luisteren zij, en
als er een wil sprekeD, legt de ander
dadelijk een gebiedend zwijgen op. Woei'l
maar niet zoo hard! Wat huilt die wind
Dat donderend geluid in de toppen der
hooge boomen Andermaal 't oor gespitst
als esn speurhond
Op eens vliegt de een den ander voor
bij, vliegt de gang dour, en stormt de
achterkamer binnen onder den uitro p
Heil en zegen in 't nieaws jaar I Allen
worden omhelsd en omhelzen elkander.
Een traan ia de oogen der ouders, dis de
zoo verbluft eau Alles wat ik in den
laatsten tjjd b-jin, mislukt me, dat heb ik
je reeds geschreven. Eenmaal moet das
onaangename pnnt tooh ter sprake komen
tussohen ons. Laat het je dan gezegd zijn,
mijn arme jongen, dat uw beklagenswaardi
ge onde heer doodarm is. Neen, kijk
me nu niet zoo ongeloovig aan. Het is
jammer genoeg mijn waaraohtige erns'.*
„Och, papa! Bang-maken gaat niet op.
Spaar u moeite. Clara is een lief, braaf
meisje, maar weet ge, uw tragisch gelaat
is doorziohtig on ik bemerk, dat ge inwen
dig glimlacht; ik begrijp, dat go nw jongen
beel gaarne den geldzak van Toillenberger
zoudt verzekeren. Maar neen, oadja, ik
deuk er niet aan- Ik breng n het liefste
sohoondochtertje van geheel Oostenrijk
maar geld heelt ze niet!
En met stralende oogen sprong Riehard
op, blij, da» het lastige woord er uit was.
Hij omhelsde zijn vader in stormachtige
opgewondenheid.
„Richard f* schreeuwde de onde Trausaitz
en stiet zijn aeon van zich af, terwijl hij
zelf eveneens opsprong.
Beide mannen zagen elkaar ontsteld aan
in beide hoofden werd nn begrepen, dat het
ernstige oogenblik gekomen was.
„Riehard, dat was n geen ernst!* zeide,
met hefiig ademhalende borst, de oude hoer.
„Zeker welEu gij P Niet waar, vader,
wat gij hebt gezegd was immers niet
waar
,'t Was bittere ernst I Ik sta voor mijn
ondergang.*
„Vader 1 Om Godswil Dat is immers
niet mogelijk I Gij, de rpke, machtige man.*
„Een bedelaar, ja! Het ongeluk baett
me vervolgd met een vrreseljjke halsstarrig
heid. Ga weet, dal ik gewerkt, geploeterd
heb, als niet ééa andere.*
Aeh ja, dat wist Riehard hael goed. De
rnstelooze natuur van z{jn vader had hel
levon zijner moider eensaam en vreugdeloos
gemaakt, zij leed folterptjneu bij fijn waag
halzerijen. En bij triomfeerde en bespotte
haar bekrompenheid, wanneer bet éét na
het ander hein gelakte en hem nieuwe winst
bracht. Eu nochtans bad de vrouw niet
hunnen rondom zich zien. Weuschen en
begroetingen 1 De glazen worden gevuld,
de feestgroet wordt herhaald en alle vreug
debetoon wordt sameuge vat in den juich
kreet
Leve '99, de nieuwe koning I
Hoe sterk zijn deze kontrasten Dezelf
de slagen uit den toren, die ons de uit
vaart van den vorst verkondigen, Verkon
digen tevens, dat zijn opvolger reeds be
zit van zijn troon heelt g nomen niet
alleen reeds is ingehuldigd, maar zelfs
met blij gejuich is begroet; dat men
allerwege die troonsbestijging als een
heerlijke gebeurtenis tegemoet ziet, en die
nieuwe vorst weer zoo spoedig mogelijk
moet aftreden, en vervangen worden door
een anderen
Verdreven is 't oude jaar, geworpen en
verzonken in den stroom der eeuwen I
Moet dat tevens de stroom der vergetel
heid zijn P
Neen en nogmaals neenHet af
geioopen jaar gaf ook ditmaal eene men
geling van vreugde eu leedvoor me
nigeen baarde het dagen van voorspoed,
maar ook voor anderen dagen van grie
vende scnart. 't Is eene ongelukkige ge
woonte,dat men de goede dagen eerder ver
geet dan de kwade, en men juist daardoor
zooveel te eerder geneigd is, om te lagen.
Voor ons vaderland was 't in vele
opzichten een hoogsl-belangrijk jaar. Hoe
is dat jaar '98 met toenemende belang
stelling verbeid 1 Hoe telde men d«
maanden en de dagen, die ons nog
scheidden van den dag, waarop de hoop
van Nederland, onze jeugdige vorstin, de
teugels van het bewind zou in de hand
nemen. En die dig is gekomen, en de
lucht heeft weergalmd van de juichkreten
van 't verheugde volk, niet uit eene
voorbijgaande opwinding, maar als de
niting van eene diepgevoelde aandoening
bij eene gebeurtenis, waarvan 't gewicht
voir vorstin en volk andermaal duidelijk
uitkwam in de verklaring„Oranje en
Nederland zijn één
En wat aniiga.it ieder onzer in 't bij
zosder, is het toch niet aan ta nemen,
dit mm hoegenaamd geen blik zal terug
werpen in dien afgeloopsn jaarkring. Het
tegendeel rnsg men hopen. Dat moet ieder
in zijn eigen binnenkamer, in die geheime
binnenkamer van zijn hart doen. We
mogen daarin niet doordringen, maar
konden we dit doen, dan zouden we bij
sommigen stille tranen van weemoed, van
innige droefheid ontwaren, trsurende over
h n, die eene ledige plaats in den huis9-
lijken kring achterlieten, toen ze toger.
naar verre streken, tot verbetering van
maatschappelijke toestanden, of van hen,
die voor altijd deze aarde verlieten. We
zouden er zeker wel aantreffen, die in den
loop des jaars, door voorspoed verblind,
te hoog vlogeu, duizelig werden, van die
hoogte werden neergeworpen, en nu hun
nen val betreuren. We zouden er aan
treffen, die met een innig gevoel van
dankbaarheid am hunnen grooten Wel
doener blijde herdenken, hoe goed dit
jair is geweest, hoe zij en de hnnnen
voor elkander bleven gespaard, en hoe hun
opgehouden zich angs'ig te maken. Den
zevenjarigen zoon vertrouwde zij stervend de
reden harer zorgen toe „kunt gij het, Richard,
bouw dan alleen op je eigen kraohten; je
"ader is een rusteloos man, wien het ean
groote intelligentie en standvastigheid oui-
breekf.*
Heden, op dit aar, hamerden die woorden
in zijn ooren, nadat hij za jaren achtereen
vergeten was. En nn plotseling wist hij
ook, dat de arme moeder, wier schuwe na-
tnnr hij nooit begrepen had, volkomen ge
lijk had gehad Hg, als vrooljjke jongeling,
bad baar sorgen overdreven en ziekelijk ge
noemd.
Een plannenmaker was zjjn vader Tel
kens iets nienws bcdaaht, met ijver de zaak
opvattend en haar even spoedig latende
varen, om in plaats daarvan weer andere
nieuwigheden rusteloos na te jagen I
Ja, zoo was het. Bliksemsnel trok
het verleden Riehard door de gedaohten.
Telkens iets anders; eerst liet bij boringen
doen Daar zont, dan weer naar warme bron
nen. Eens meende hij een nieuwe lichtstof
te hebben ontdekt, hg bonwde een fabriek,
om ze daar ie doen vervaardigen en toen
de fabriek in orde was kwam bet nit,
dat de lichtstof praotisch geen waarde bezat
en de fabriek word voor een bagatel van de
hand gedaan, Electrisohe machines, kalk-
groeven, men wist bijna niet, wat de onde
beer al niet btj de hand had gehad. En alles
op groo'en voet ook het geld stroomde hem
jarenlang toe. Men verronwde zijn geluk;
bij werd een grootheid, met wien men reke
ning hield. Ot hjj er zelf pleizier van hadP
Riehard twgfelde er zeer dikwijls aam zijn
leven was steeds vol onrast geweest. Maar
de sorg, dat het eenmaal slecht zon kan
nen eindigen, was rooit in het brein van
den zoon opgekomen ze leefden immers
beiden altoos op groo'.en voet P
„Ik moest het je in deze dagen aankon
digen, dat ik je nauwelijks meer je toelage
»ou kunnen geven,' zeide de vader op be-
dmkten toon.
„De toelage, vader? Dus dat wil zeggen,
dat ik don diens: moet verlaten P" fluisterde
Richard heescb-
kring, hun huiselijke kring, zegen ge
root door den liefdeband, die de doornen
van het leed wegnam, en aan de bloemen
op hun psd frischheid eu kleur gaf. We
zouden masr waartoe voort te
gaan P Ieder, wiens hirt in den loop van
dit jaar nog op de rechte plaats is ge
bleven, zal dit zelf aanvallen Niet alleen
ds koopman behoort de balans op te ma
ken, Dat most ieder onzer doen Wilt
ge vergelen, vergeet dan krenkingen en
beleedigingen, u aangedaan; stoelt de
verzoenende broederhand uit. Zorg, dat het
eerste blad van een nienw jasr leven»
zonder eenige vlek zij, maar nogmaals
worde mat den meesten ernst en nadruk
herhaald„vergeet toch het goede uit
'98 niet
Vaaiwel dan, oude jaar zoo menigeen ten
[zegen,
Msar ook voor menigeen een bron van
[bittre smart 1
Wij gaan vol goeden moed de onzichtbre
[toekomst tegen,
Da wereld ia het oog, 't vertronweu in
[het h a r 11
o
Vol vertrouwen in de regeering van den
nieuwen vorst, zetten we onzen tocht voort
Ia dat woord nienw ligt een tooverklank,
eeee hoop, eene vsrwachtiug I Nieuw jaar,
nieuw leven, nieuwe plannen en voorne
mens 1 Een kind is gelukkig mst al wat
uieuw is. En wij, groote kinderen, zijn 't
ook I Droomen van nieuwe ondernemingen,
lnchtkasteelen fcoowen Heerlijk, niet waar P
Daarom roep ik dat nieuwe jaar welge
meend eeu hartelijk welkom toe Voorspel
len, verzekeren kan ik niet. Ik kan niet
meer doen dan wenschsn.
Ds baste weuschen spreek ik uit voor
ons vaderland en niet minder voor Haar,
die het eerste jiar van hare gewichtige taak
is ingetreden. Moge hare regeering in dit
ideuwe jaar voorspoedig en gelukkig zijn,
tot zege.i en bloei van ons dierbaar vader
land
Moge de geest van vooruitgang, zoo dui
delijk in Schagen zichtbaar, meer en meer
worden aangewakkerd eu ondersteund, en
onderlinge samenwerking het Noorderkwar
tier doen bloeien. Is er in 't afgeioopen
jaar veel nieuws tot stand gekomen, dau
voorzeker is het te weuschen, dit het aan
de verwachting beantwoorde, en blijke,
nieuwe bronnen van welvaart te hebben
geopend.
Als we dan andermaal SI December be
leven, zullen we kunnen zeggen: '99 is
een gezegend jaar gewaestl
Doelinchem, Oudejaarsdag '98.
Vergadering van den Raad
der gemeente
Wieringen,
gehouden op Dinsdag 27 December 1898, des
namiddags 2 uur.
Aanwezig alle leden.
Voorzitter de EdelAchtb. heer L. C. Kolf f,
Burgem.
Na opening door den voorzitter worden
door den secretaris, den heer Poel, de notu
len der vorige vergadering gelezen en ver-
„Nog niet. Trouwen, dat is eenvondiger.
Gij bebopft sleohts de band van Clara Thil-
lenberger te vragen-*
„Hebt ge dan niet gehoofd, wat ik a ge
zegd bebIk ben verloofd, ik heb een
meisje gevonden, dat ik liefheb, 8n van wis
me nie s kan scheiden dan de dood."
„Hooft ze geld? Nsen. Hoe denkt ge
nw toekomst dan te verzekeren vroeg de
vader met spottende kalmte. Riehard was
het, als staarde hg in een diepen afgrond.
Een ontzettend gevoel sloop zijn hart bin
nen, een lichameljjk ellendig-?,ijn naast
een versiikkendea zieleangst. Wat moest h§
beginnen P
Hij zonk vernietigd op zijn stoel neder
met het idéa, als brak plotseling alles rond
om hem van elkander; als zonk hij in een
bod-mlooie diepte.
Zijn vader hield hum een glas wijn aan
de lippen. „Drinkt Drink vlug 1* riep hjj
onrustig, wsnt hst lgkklearige gelaat vao
zijn zoon deed bem ontstellen.
„Arme jongen) Hij trekt het zieh bepaald
sterk aan," geide hij met eerlijke ge
moedelijkheid.
Daarna trok hjj zgn stoel diohi naast dien
van zija «oon en legde hem de hand ge
ruststellend op den sohoader „Wees ver
standig, Riek i de zaak is niet balf zoo erg,
wanneer men haar rustig en zonder buiten
gewone gevoeligheid onder de oogen ziet.
Dat ge dat meisje oader gsen enkel beding
tronwen kont, aalt ge wol inzien en zooal* ik
de vrouwen ken, zal stj het zieh niet al te
zesr aantrekken ook en zal ze er geen zin
in hebben, een „habeoiehtg" te trouwen. Zij
hie'd n voor rijk. Gij waart van dazelfda
meening. Een dwaasheid was het zeker,
maar God zij dank eens die nog te verhol
pen is. Go moot haar klaren wijn schenken.
Gij solt van elkaar moeten sohaiden
en wnet ge, Riek, op dat punt kant ge u
op mijne ervaring verlaten men komt beel
spoedig over zoo'n zaakje heen en m n ver
breekt znlk een band even spoedig als
man bem sluit- Men gelooft eau poosje, van
verdriet te zullen sterven, masr dan is het
toppunt van de pje ook reeds bereikt
en met erostiga wilskracht is men eea