INGEZONDEN. Waar blijft het vee dat aan de Belgische grenzen wordt teruggezonden? Binnenlandscli Nieuws. WORDT VERVOLGD. tikelen er, door doeltreffende reclame is 't langzamerhand wel zoo gewordeD, dat voer heeren Dobbelmann's tabak ea sigaren v»n dezelfde beteekenis zijn als voo^j de dames Van Honteo's cacao en chocola,' ie. ^oqtr onze stad van scheepvaart is het ®e?>&£ eener zoodanige energieke industrie r,an beteekenis. D. (Niet geplaatste ingezonden stukken tsorden nimmer teruggegeven^) Mijnheer de Redacteur I In het Weekblad voor Zuivelbereiding en Veeteelt leest men het volgende Sinds eenige weken wordeD, zooals onze lezers weteD, de in België uit Nederland komende koeien aan de tubtrculine-proef ordoiworpen en de dieren, welke op tu- bercnline-inspuiting reageeren, teruggezon den en van een bepaald merk voorzien. Deze teruggezonden koeien, welke veel kans hebben dat zij lijdende zijn aan tu berculose, worden weer in Nederland op de markten verhandeld. Dat het koopen van zulk vee zeer gevaarlijk is, en dat men daardoor v«el kans loopt een bron van be smetting op zijn stal to halen, behoeft voor onze lezers geen nader betoog. Toch wor den voor deze koeien op de markten ge makkelijk koopers gevonden, natuurlijk voor wat lagsien prijs. Enkele gemeenteD, O. a. Schagen, zijn zoo verstandig het aanvoeren op de veemarkt van zulk vee te verbieden. Het is te hopen, dat meerde re gemeenten dit voorbeeld navolgen. De veehouder kan zich voor zulk een gevaar lijken koop wachten, door op het in Bel gië aangebrachte afkeuringsmerk te letten. Het Ned. Landbonw-comitó publiceert daartoe het volgende De runderen, die bij invoer in België afgekeurd zijn wegens tuberculose en weder naar Nederland worden teruggevoerd, zijü gemerkt met twee gastjes in het linkeroor. Veehouders en veehandelaren worden hierop in hun eigen belang attent gemaakt, om zich voor schade te hoeden. Het Dagelijksch Bestuur van het Nederl. Landbonw-Comité, H. E. BULTMAN, Voorzitter. Mr, A. EERT, Secretaris. Als de Regeering, voorgelicht door de Oommissie die zich bezighoudt met het Waar was zijn lieveling en Kmdermann's dochter beter geborgen dan juist hier Bij een blik naar de vensters der villa schrikte bij bevig. Alles was donker, met uitzondering van twee vensters op de bovenste verdieping van hst gebouw. Hij wikkelde Gisela uit de shawl, streek beur haar glad en gaf haar hoedje een klei nen duw naar links. Daarna belde hij aan. Het duurde zeer lang eer de dear geo pend werd. In het souterrain praatten en lachten eenige stemmen dooreen, die bij het geleid van de beisbel plotseling verstom den. Wanneer Ciara eens niet thuis wss? Richard's hart kromp van schrik ineen. Zijne vrees werd bevestigd. Manheer was plotseling op reis gegsan, voor twee weken naar Venetië. Zij stonden weer op straat, radeloozer dan zooeven. Het sloeg tien nar. „Ricbard! Richard I Wat moeten wjj be ginnen O God, wss ik maar bij mjjne grootouders in Doyk!" weende zij. „Wees stil, lieveling 1* verzoeht hij. „Et zal mij wel iets in da gedachten vallen." Maar hoe hg zijn geest ook pijnigde, er viel hem niets in. Mear God rij dank! Het was loch de rechte w«g geweest, die hij gekozen had. „Naar oom pestoor 1* Zi] jubelde, zij was buiten zichzelf. Ja, ja, naar hem 1 Dat was een zeer verstandi ge inval. Boe lang zij loopen moesten eer zc een rijtuig vonden, daarop slovgen zij geen zehteindelijk ontmoetten zij er een. Gisela noemde den koetsier het adres. Binnen een kwartier waren zjj er. In de sebaduw van een boog, donker godshuis, dat slechts één verlicht venster had, waar de eeuwige lamp brandde, ston den een aantal huizen. Bier woonde hg, in een van die huizen, numero 7. Zjj zagen mot schrik, dat ook hier alle huizen donker waren, en dat het doen van voorstellen inzake de bestrijding der tuberculose, met maatregelen voor den dag komt, tal aan dezen dwazen handel wel een einde komen. Het gezonde vee wegzenden en het zieke honden, leidt natuurlijk tot het steeds meer voorkomen van de gevreesde en schadelijke tuberculose, die den vee stapel en den mensch bedreigt. Kr. Vergadering van den Risd der gemeente Nieuwe Niedorp, op Woensdag 18 Januari 1899, 's avonds 8 uur. Tegenwoordig allen. Voorz. de Burge meester, de heer J. v. d. Stok. De Voorz. opent de vergadering met een welkom a-.n de aanwezigen.Het jaarl898, zegt spr., is heengegaan en een nieuw jaar in de plaats getreden. Ik behoef zeker niet ODze geschiedenis van 1898 ts verhalen die is U allen bekend. Ik wensch alleen in herinnering te brengen de samenwerking, die bij de raadsleden steeds heeft geheerscht en de medewerking, die ik altijd heb mogen ondervinden. Ik wansch mij daarvoor op nieuw te recommstndeeren ea ook de ge meente beveel ik opnieuw in Uwe belang stelling aan. Dat ook in 1899 onze werk zaamheden tot haar heil mogen strekkeu. De notulen der vorige vergadering wor den gelezen en onder dank goedgekeurd. Naar aanleiding dier notulen deelt de Voorzitter mededat in de vergadering van 4 Januari te Winkel eea commissie is benoemd, uit de corporaties, die fioan- ciëel of zedelijk belang hebben bij den aanleg van den weg tusschen Latjewinkel en Wsteriugskant, welse commissie den aanleg van dien weg ten doel heeft en bestaat uit de beeren Ih. v. d. Stok Voorz., P. Koopman, K. de Moor, J. Tim merman en J. Buiter dat voorts door htt Bannebestnur is vergaderd met het bestuur van den Nie- dorper polder en in beginsel besloten is tot het maken van een vaart vanaf het perceel van P. Kooiman naar de Molansloot en verder tot den molen bewoond door K. Mul. De Banne zou daartoe sabsidiëe- ren. Donderdag 19 dezer wordt met in gelanden van den Nied. Polder vergaderd in de herberg van den heer P. Wognuin te Terdiek en ook de gemeente is als aangrenzende landeigenaresse uitgenoodigd. De heer D, Kuilman wordt als vertegen woordiger van de gemeente aangewezen. Verder verzoekt Voorz. ontheffing van des Raads opdracht om met den heer J, op de straten reeds «eer stil was gewor den. Hel rjjiuig staarden zij wegzij stonden al zeer spoedig voor nummer 7. Ftik donker was het ganscbe huis. Andermaal duurde het zeer lang, eer op ban herhaald bellen eonig geluid in hel huis hoorbaar werd. „Ik moet den hoogeerwaarden heer van Lanion spreken," zeide Gisela opgewonden, bijna nog vóór de oudsebtige vroaw, die nu met een licht en in een snol aangetrokken regenmantel verscheen, de dear geopend had. Zij herhaalde hare woorden, loen de onde vrouw haar verwonderd bleef sansien en baar vragend van het hoo'td tot de voeten opn3m. „Het is hoog noodig, mevrouw, ik moet mijnheer de pastoor dadelijk spreken." „Pastoor, hier woont geen pastoor, juf fertje,* luidde het langzame antwoord. „Hij ia mijn oom, lieve mevrouw; zeker, hij woont hier, het nummer komt over een „Ge moei in de war zijn," hield de oude d»me vol, „hier woont de hoogeerwaarde bisschop Antonins van Gleof." Zij wees op een naamplaatje op de deur. Daar stond de naam. „Weet ge dan ook niet, waar mijn oom woont, lieve mevrouw Acb, ik smeek u, help ons toch. Ik moet naar hem tos." „Neen, lieve juffrouw, ik heb den naam nooit gehoord en ben toch al reeds vijf jaar bij den hoogeerwaarden bisschop." „Ge hebt a bepaald in het nummer ver gist, Gisela," fluisterde Richard. .Wellicht is het 17 of 27," meende de onde, die blijkbaar heel weinig lnst had langer op de stoep te staan.— Andermaal stonden ze op straat, nu in werkelijk grooten engst. „Wees toeh kalm, lieveling I Wanneer het in 't geheel niet wil gelukken, breng ik je naar een voornaam btal en beveel je speciaal aan in de hoede van de kamer vrouw," troostte hij. Wijnen te onderhandelen over de huur van de vroegere brievengaardersToning. De heer Wijnen toch had een weerzin wekkende houding aangenomen, toen de zaken hem niet ving genoeg gingen en per slot van rekening had hij niet het huurcontract willen onderteek-,nen zooals dit door de „Nederlandsche Maatschappij in het belang van huizenverhuurders" was opgemaakt, en waatiu èi volgens het algemeen gebruik bij de Maatschappij en volgens gemeentelijk gebruik de buurtijd (iu opdracht van spreker) was gesteld tot Mei aanstaande. De Raad vindt in het minst geen aan leiding om van deze gewoonte in dit ge val af te wijken en daar de heer Wij nen de voorwaarden niet accepteert, wordt de Voorz. gemachtigd met anderen over deze wonioghuar te onderhandelen. Ingekomen is een adres van den heer W. Keetman, postrijder te Winkel, te kennen gevende, dat door adressint en zijn voorgangers sinds meer dan 25 jaren een postwagendienet op het station Noord Scharwouds is in ataud gehouden; dat ech ter na de opening van den Stoomtramdiensf het hrieven-vervoer bij die maatschappij is overgebracht en adressant dieutenge- volge de Rijkssubsidie moet missen j dat de tram echter niet voorziet in de be hoefte van het vervoer naar Alkmaar enz., waarom adressant zal doorgaan, twee maal per dag naar het station N. S. te rijden en 's Vrijdags en's Zaterdags boven dien een txtra maal, waarvoor hij beleefd verzoekt de subsidie, die hij tot dusver genoot, ook in het vervolg te mogen ont vangen. De heer Visser wil gaarne, als er half mogelijk termen voor gevonden kunnen worden, aan hst verzoek voldoen. Spreker vindt dien wagen „verdraaid aardig" (dat is zoo de term van den heer Visservoor hen, die, vooral met donker, slecht weer enz., vau N. 8. naar N. Niedorp moeten, of omgekeerd, en wil zoo mogelijk voor komen, dat die dienst wordt opgeheven. De Voorz. meent te weten, dat de ge meente Winkel geen subsidie meer zal geven en acht het nn niet weoschelijk, dat N. Niedorp alleen staat voor de instand houding van dfin wagendienst, waarbij Win kel minstens evenveel belang heeft. Boven dien mag nist nit het oog verloren worden,dat de dienst werkelijk ingekrompen is en door opheffing van het brievenvervoer veel van zijn belang voor N. Niedorp heeft verlo ren, waarom spreker het bedrag der sub sidie dan ook wil stellen b. v. van f75 op f 40. De heer Visser stelt het geven van sub sidie liever niet afhankelijk van wat Win kel doet, maar weuscht zoo mogelijk den wagendienst in stand te houden, ook als Maar dat behaagde Gisela in het geheel nietzij werd nog zenuwachtiger, aileeo de gedachte, zoo alleen in een vreemd ho tel te moeten doorbrengen. Het eenvoudigste zou aijn, hel onderlijk huis weer op te zoeken, maar daaraan d»chten beiden geen oogenbiik- Intussohmn hadden sjj nummer 17 gevon- dsn. Voor dit huis stond een groole straat lantaarn en haar licht viel vol op den naam, die op een klein bordje prijkte. „Mankiwitz," lazen zij golijktgdig. Zij zocbteD nummer 27, 37, maar vonden echter beide nummers niet. Nu hadden ze de fceele straat afgezocht. Daar sloeg het elf uur. Door Richard's bart trokken allerlei on matige gedaebten, die hij met volle wils kracht afweerde. Zijn verlegenheid wies van minuut tot minuut en nog veel meer zijn pijn, wanneer bij bij zichzelf daeht, dat zijn reine, onschuldige Gisela na reeds onher stelbaar geschandvlekt sijn zou. Gelukkigerwijze bad zij daarvan geen begrip* Haar kwam wel eea paar maal de ge dachte in het hoofd, dat dit rondloopon met Ricbard niet pissend was, maar daar toe hadden hun beider vaders hen immers gedwongen In zijn onrustige zorgen schreed hij zwijgend naast baar door de s'.ille straten* Zij waren in een deel van de stad ge raakt, dat zij in bet geh iel niet kenden. Plotseling zag hij in hot licht eener lan- iaorn een groote, zwarte hand op een geel rensachtig plakkaat. Daaronder stond „Naar het circns Ranz 1" Ziezoo, nn zou hij den weg wel weer vin den. Een hotel bleef het eenige redmid del. Zij sloegen den hoek van een straat om. Dicht voor hen op het trottoir stond een nog helder verliobt, klein fcótel, waarin bet eiet levendig scheen toe te gaan. Stilstaande, vagen ze naar binnen- Alles zag er even helder en net nitover eoo Winkel daartoe niet medewerkt. De heer Kuilman wil hij het geven van subsidie den eisch gesteld zien, dat voor goede rijtuigen wordt zorg gedragen, want dit laat thans veel te wenschen over. Dit zijn allen mei hem eens. Eindelijk wordt besloten, aan den adres sant te berichten, dat betere rijtuigen een eerste eisch is voor de toekenning vau subsidie, en op voorstri van den oorz. zal tevens worden bericht, dat de subsidie aanvrage opnieuw in overweging zal wor den genomen wanneer ook de gemeente Winkel tot instandhouding van den dienst bijdraagt. Hierna wordt een a Ires ter tafel ge bracht van den heer P. Maats, arts, hou dende verzoek om eeu paar tuindeuren te willen maken in dm muur aan het pad, waardoor da kamer san dien kant kaa worden ingericht tot gezellige woonkamer in plaats van zooals heden tot slaapkamer, waarvoor ze te vochtig is. De heer Maats is b reid, als de gemeente daartoe geen grond vind», zelf dt kosten te voldoen. Do Voorz. licht de vermoedelijke oorza ken der vochtigheid toe. De heer Halff meent, wanneer de heer Maats zelf de kosten betaalt, dat adressant een en ander kan uitvoeren zoo mooi en zoo goed als hij wil. De heer D. Kuilman heeft niets tegen het maken van tuindeuren in dat huis maar als de vochtigheid verholpen kan worden door rioleering zooals de Voorz. dat toelichtte, dan wsnscht spraker de tuindeuren, die in dst geval slechts weelde zijn, door den heer Maats te laten betalen. Uit overweging, dut het van belang is, dat de geioeentewouingen niet vochtig zijn, besluit men, voorloopig alleen de rioleering naast die kamer daar te stellen, en is dit nitt voldoende, dan ook de tuin deuren ts laten maken. Weuscht de heer Maats al dadelijk tuindeuren, dan kan hij die voor eigen rekening hten zetten en evenzoo ais blijk', dat de rioleering de droogte van die kamer geuoegziam ver zekert. Op verzoek van een paar ingezetenen, wonende aan de voetstraat naar de tram, vindt de Raad goed voor steenen an zand te zorgen, bIs zij dan zorgen, dat daarmede de smalle strook tusschen die huizen en de voetstraat wordt bestraat. Op verzoek van den lantaarnopsteker wordt diens jaarwedde mot f 10 vermeer derd en dus gebracht op f 135.wegens meerdere werkzaamheden door de plaatsing van meer lantaarns en da lampen voor den landbouwcureus. Hem zal echter ts ken nen worden gegeven, dat ds Raad dit werk nu flink betaald acht en vooreerst geen verheogiug van sahris zul toestaan, ook al komt er nog eenig werk meer. helder-wit geverfde trap lag eon roode looper, die naar de bovenverdieping voerde. „Wat denkt gij er van, lieveling: hier, waar geen sterveling ons kent, bier zou ik a wei kunnsn lalen; het ziet er daar bin nen zoo vertrouwelijk, zoo hniselyk uit." Zij knikte, Ern doodelijke vermoeienis deed haar bijna bezwijken. Op dit oogeoblik ging een flinke vrouw de gang door en sprak met ean bediende alsof ze er de meesteres was. Zonder zich lang te bedsnken, trad Richard, Gisela met zich trekkend, de gang in en begroette da vrouw, die hem vriendelijk naar zijn begeerte vroeg. „Ik zou u voor dezs jonge dame wel be scherming en onderdak willen vragen, ma- vrouw. Zij is met het spoor gekomen, daeht dat ze werd afgehaald en is nn radeloos, daar baar vrienden naar een bal zijn ge- ga sn, zooals ze van dan portier hoorde; morgen vroeg zal het misverstand wel spoe dig zijn opgehelderd-'' Hij had inderhaast dit noodleugentje be decht en de waardin geloofde ham ook op het eers'e oogenbiikhij zag er zoo voor naam en net ui', en de jonge dame had een zoo lief, aardig gesichtja en sulke on schuldige kinderoogeu. Natuurlijk was ze angstig, dat begreep de vrouw heel goad. „Zeker, mijnheer, en ze zal slapen alsot er 14 engelen om haar bed stonden. Mgn Gouden L m is een goed en eerbaar huis, mijnheer kan onbezorgd ego." „Dau zal ik mij nu verwijderen, waarde juffrouw, en wensch u een goeden nacht. Hot is mij eea groot genoegen goweest, dat ouze toevallige kennismaking op de reis mij in staat stelde n deren kleicen dienst te be wijzen." Met deze woordan, die Gisela dadelijk duidelijk maakten, wat zij ds waardin moest doen gelooven, kuste hij haar do hand en verwijderde zich als een vreemde. Zij was hem 't liefst nagesneld; zij wil de niet alleen blijven in dit huis; maar De heer Kuilman acht het gawenscht, dat enkele lantaarns, b.v. die bij den dokter, de kaasfabriekeu en de tram, tot den volgenden morgen blijven branden, ten minste als het 'e morgeus 6 uur nog donker is. Dit zal bezwaarlijk gaan, of men moet grouter oliehoudeis aanschaften. Voor dezen winter zal het worden gedian alleen nevens den dokter. Aan de orde is nu de bencming van iwee armvoogden in de plaats van de hee ren E. Brouwer en J. B. Wilken, beiden h»rkiesba»r. De heer Brouwer wordt herkozen met algemeene, de heer Wilken met 6 stem men, terwijl éét stem op den heer G.Smit wordt uitgebracht. De heer J. G. van Eden, aftredend weesmeester, wordt met 6 stemmen her kozen, tarwijl dn zevende sloin voor den heer B. Sieswerda is, De heer Kuilman spreekt er zijn af keuring over uit, dat de gedelegeerde van den Raad bij de Armvoogdij lang niet altijd door Armvoogden ter vergade ring wordt uitgeuoodigddat die gedele geerde (de heer J. Wijn) daardoor meer malen op belangrijke vergaderingen niet tegenwoordig is. Men bespreekt nu eenigeu tijd de taak van den gedelegeerde eu is van oor deel, dat deze een hoogst nuttige band kan zijn tusschen Raad eu Armvoogdij, waarom Armvoogden op hunns nalatigheid zal worden gewezen- Bij de rondvraag brengt de heer De Moor nogmaals de straatverlichting in de buitenwijken ter sprake. Spreker meent, dat ook de buitenwijken recht hebben op verlichting, zooals trouwens in verschei dene gemeenten, ook buiten de kom, lantaarns zijn geplaatst. Spreker erkent met de anderen, dat daar»»n moeilijkheden eu groote kosten verbonden zijn. De heer Kuilman herhaalt nog eens, wat hij iu een vorige vergadering daar omtrent zeide en waardoor hij oordeelt, dat de kwestie betrekkelijk gemakkelijk is op te lossen Spreker wenscht name lijk in een buitenwijk, waar men verlich ting wil, een commissie of vereeniging die de verlichting uitvoert en daarvoor subsidia vraagt aan het gemeentebestuur. De Raad staat dan zniver tegenover elke aanvrage (en is natuurlijk altijd souverein) en men behoeft niet direct bevreesd te zijn voor te veel of onnoodige aanvragen. Men acht algemeen dat idéa overwe- gingswaard en neemt zich voor tot den aan staanden herfst zich daarop te beslapen. Nadat nog een menigte Staats- en Provinciale bladen voor Kennisgeving aan genomen is, sluit ds Voorzitter de verga dering met esn woord vau dank voor de opkomst ea ijverige medewerking van alles. een dnideljjke, ernstige blik waarschuwde haar voor zulk *en onbezonnenheid. Daar ging bij heen. Zij had het wel kannen uitschreeuwen. Maar de vrouw hsd haar reeds onder moederlijke en beleefde woorden een aardig kamertje binnscgelaid haar eigen woonkamertje zooals do vrouw verklaarde. Eu dear, waar een vertrouwelijk vaar in den ovjn de aangenaamste warmte ver spreidde, noodigde -tij Gisela nit, op een sofa plaats te nemen. Daarna balde zij, bestelde tkea en kond vlteseh en bsgon baar jeugdige logée bet zoo gemakkelijk en aangenaam te maken, als een mosder het niet bater zoude hsbbun kunnen doen. Gisela, die moeito had hsar tranen terug te houdert, werd het weidra zeur wel te moede daarbij. „U is juist mgn grootmoeder," zeide zij dankbaar en de eigenares van „het Gou den Lam" was daarmede zoer ingenomen. De thee deed het arme kind oneindig goed en ze viel ah eea uitgehongerds op het brood mat vlcench aan. Een half uurtje later lag zo in een zacht, zindelijk bed en had held»r, friaoh naobtgoed aan, soosls een hotel soo rr)k in voorraad heett. De goede mevrouw vroeg niets en bespaar de hare beschermelinge daardoor iaderen leugen zoo geheel iu den baak kwam baar het voorgevallene toch niet voor,daarvoor had ze nn wel wal ie veel mauschankennis. Ds jonge, netie raijnheor, die er zoo ver trouwenwekkend uitzag, eu bel lieve, jonge kind, konden echter gaeu slechte dingen op hun geweten bobben, dat bemerkte ze heel goad. Die beiden, die elkaar bepaald liefhadden, hadden verdriet, maar braaf en eerlijk wa ren ze, dat gevoelde bet ervaren mensoh tnoar al te goad.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1899 | | pagina 6