Zijn er 200
GEMENGD NIEUWS.
dane eerste keuring (afkeuring) van kracht
bleef en de jongen das niet behoefde te
dienen.
De Commissaris der Koningin is van die
beslissing in hooger beroep gekomen.
In ons vorig nummer heb-
ben we reeds over 't besmettelijke van
miltvuur een geval meegedeeld, nu lezen
we in het Hbld. het volgende
„Voor esuigen tijd had ik gel g^nheid
in de Neumark een grondbezitter te lee-
ren kennen, die 64 stuks koeien bezat.
Ia den zomer nu werd dezen koeien lucer-
ne gevoederd.
„Toen 's avond» een dezer dieren dood
bleef, werd eerst het ongeval aan het ge
bruik van broeierige lucerne geweten nadat
echter in den loop van eenige oren meer
slachtoffers vielen, werd de hulp van een
veearts iDgeroepeD,die miltvuur constateerde.
„Na verloop van nog geen 24 uur was
er van de 64 stuks vee geen enkel meer
in leven.
„Het geval was eenvoudig dit voor
eenige jaren was op genoemd landgoed
miltvuur uitgebroken en waren de cadavers
nabij den koeBtal begraven, na behooilijk
ontsmet te zijn.
„Vele jaren lang was dit plekje gronde
ongebruikt blijven liggen, totdat de tegen
woordige bezitter er lucerne op zaaide, met
den gemelden treurigen afloop.
„Dit vooibeeld is zeker een reden om
verbranden in inrichtingen, zooals die in
Duitschland hier en daar verrijzen, als het
eenige afdoend middel te beschouwen.''
Spoken brrr 1
Onder BERGEN (Limburg) woont een
behoeftig arbeidersgezin, waarvan het 10-
■jaiig zoontje aan een ongeneeslijke hersen
ziekte lijdende is.
Voor eenige weken verbreidde zich het
gerucht, dat in de bedstede, waar het
ventje ziek lag, telkena muziek en het
slaan van dorschvlegels gehoord werd Het
spookte er, zeiden de eenvoudige dorps
bewoner, de duivel huisde er, zeiden rog
eenvoudiger schepsels, en eindelijk vond
het gerucht, dat het kind behekst was,
algemeen ingang.
Bij honderden trok men naar het hutje,
niet alleen de ontwikkelde boeren, neen,
zelfs de onderwijzers, hoofden van scho-
leD, j», van ui» Nijmegen kwam men naar
het „behekste" wezentje zien!
Wat is nu later gebleken?
Dat de vader vau het „behekste* ventje
de spookhistorie zelf in omloop had gebracht,
om mededingers bij den verkoop van zijn
woning te weren eu af te schrikken en
het paüd dan voor een appel en een ei
zelf te kunnen terugkoopen
Dierenbescherming.
De Duitsche Veretniging tot bescherming
van dieren, welke de keizerin-weduwe
Victoria tot beschermvrouw hbeft, telt thans
5820 leden, lu de laatste vergadering is
medegedeeld,d&t een stuk land is aangekocht,
waarop een geheel modern dierenasyl zal
worden gevestigd,De Vereen, bezit 140.000
mark en heeft 103.000 mark inkomsten. Iu
het vorig jaar zijn 17.157 dieren verpleegd
en 7000 geneeskundig behandeld. Voor het
opbrengen van houden in Berlijn en om
geving betaalde de Vereeniging 10.000
mark, waarvan zij 3000 van de 3tad te
rugkrijgt. Er werden 9000 opgebracht en
daarvan 7300 weder afgehaald. Veel moei
te geven da katten, waarvan te Berlijn een
groot deel onbeheerd en verwilderd rond
dwaalt. Er werden 1251 klachten wegens
mishandeling van dieren behandeld,
en daarvan 644 vervolgd. Het be
stuur doet thans moeite de honden als
trekdieren door ezels te doen vervangen,
smeekte de directeur opgewonden en ang
stig zrjn „secretaris*, die hem donker en at-
wyzend ontving, want reeds had bj) van
een der clowns den inhoud vernomen van
hergeen de directeur binnen tot het publiek
had gezegd.
„Het spijt mij zeer, maar ik heb me daar
toe niet verplichtik treed niet voor het
publiek op.*
„Dojk/ Om Godswil! Doyk' Ge moet de
voorstelling redden I Mijn hemel, ik ben
tooh steeds eeH vriend voor je geweest
riep de directeur. „Clarens en Muryner.de
beide andere eerste ruiters, zijn reeds opge
treden en doodmoe!' De verlegenheid van
den directeur was onbeschrijflijk.
Hij liep bijna weenend heen en weer,
kwam nog eenmaal bij Richard en smeekte
hem op zyn knieën voor ditmaal toch te
rijden.
En daartoe besloot deze dan ook. Het
woord van Roland„neem bet leven van
den goeden kant op gij krijgt hstgeen gij
verloreo hebt toch nooit meer terug I'
klonk hem nog in de ooren.
„Daar is hjj 1 Daar is hij I* hoorde men
rechts en links, foen Richard op den schim
mel „Martines* verscheeu. Hij werd bleek
en rood sn zeida tot sichzalf, dat dit niet
de kalmte was die hjj noodig had.
Terwijl hij het paard verschillende passen
deed maken, werd hy kalmer.
Wie iou hem bier iu Lamberg ook ken
nen Hy züg de vriendelyke blikken rond
om zicb. Op eenmaal geraakte bij onder den
indruk van ds eergierigheid van den kun
stenaar en was bij ook meeBter van het
vurige disr.
Onder doodsohe stilte reed hy de ver
schillende figuren. De Muriinez was zyn
lievelingspaard. Dikwijls had bij 's morgens
op haar in de masdge gereden en honderd
maal had de directeur hem toegeroepen
„gij doet het beslist beter dan ik iu mijn
jongen tjjd.*
Nu was hg klaar
Esn ware jubel brak los. De prins, de
geheimzinnige vreemdeling had zich ver
waardigd te toonen dat bij zijn vak var-
itond 1
E eng eraffiueerdeoplichter.
In den zomer van het vorige jsar wer
den te Münchem achtereenvolgens 5 tele-
grfLcbe postwissels nitbe'aald, elk van
2000 Mark, dis volgens telegrafisch be
richt te Geisenleld gestort waren. Daar
all s in orde scheen en de ontvanger zich
voldoende legitimeerde, had de ui betalen
de beambte niet de minste achterdocht.
Het bleek echter weldrs, dat de postwis
sels valsch waren. Alle navorscbicgt-n wa
ren tevergeefs. Men begreep, dat de da
der onder het telegrifie-personeel moest
schuilenverschillende personen werden
iu hechttnis genomen, doch moesten weer
losgelaten worden. De dader, een postbe
ambte, werd eindelijk aangewezen door een
door hem bedrogen vrouw.
Lang duurde het voor hij bekende,
doch toen Schunucker zoo heetts hij
eindelijk ronduit verklaarde, dat hij de
oplichter was, en hoe hij het aangelegd
bal om post- en telegrsfirpersoneel zoo
handig te misleiden, stond men werkelijk
verstomd over zooveel genialiteit; men
had hier met een oplichter te doen, zoo
als men ze zelfs in de meest romantische
detective verhalen niet vindt. Schmucker
beklom ul. 's avonds in een afgelegen woud
ren telegraafpaal, sneed den draad af eu
verbond zich door middel van een draag
baar zak-telegr» fis-toestel met het hoofd
bureau, gaf hit telegram tot uitbetaling
af en ontving telegrafisch bericht dat
alles in orde was daarop verbond hij den
doorgesneden draad weer om ieder spoor
te verwijderen.
De persoon, die te Müuchen telkeus de
2000 Mark inde, bleek de broeder van
den hoogbegaafden oplichter te zijn, die
zich legitimeerde door middel vau een
nagemaakten militairen pis.
Het bestuur der Beieische posterijen
heeft maatregelen geLomen, dat dergelijke
oplichterijen Diet meer kunnen voorkomen.
Een huis ingestort. Dezer
dagen is in het volkrijke dorp Assenede bij
Geut een in aanbouw zijnd pand van twee
verdiepingen, waarvan de buitenmuren reeds
waren opgetrokken en dat reeds onder
den kap stond, onverwachts ingestort, waar
bij verscheidene werklieden zijn gedood eu
meerderen verwond. Een erostig onder
zoek wordt ingesteld naar ds ooiziak van
de ramp, die aan zoovele werklieden het
leven heeft gekost. Waarschijnlijk zijn de
buitenmuren ontzet en is het dak daar
door naar beneden gekomen.
Het was een ware caUstrophp, toen met
een verschrikkelijk leven het gebouw ineen-
viel. Een aantal burgers snelden terstond
toe om de werklieden ven onder het puin te
voorschijn te halen. Doch dit werkje was
verre van gemakkelijk en niet zonder gc-
va- r, daar de nog overeind staande stukken
muur nog voortdurend afbrokkelden en
telkens dreigdeD de moedige redders te zul
len verpis ttereD. Eerst na een paar uur
mocht hst gelukken de meeste der twintig
werklieden te bevrijden. Drie hunner wa
ren door de neervallende balken en stuk
ken steen gedood, terwijl de anderen min
of meer ernstige verwondingen hadden ep-
geloopen, Esn der lijken wes in letterlij
ken zin verpletterd; geheelen lappen vleesch
waren door de »ch-rpe kanten der balken af
gerukt, zoodat man het ten spoedigste
naar het kerkhof moest overbrengen.
Een treurig incident h d er bij het weg
ruimen der puinhoopen nog plaats, doordat
men eenige weiklieden onder hit puin hoor
de kermen. Langzamerhand kwijnde dit
weg eu toen men ten laatste op de plaats
gekomen was, waar de werklieden lagen,
waren ze reeds gestorven.
Verscheidene onder de gewonden zijn
z<5ó ernstig verlet, dat men vooi hun be
houd vreest. Het huis werd voor rekening
van den heer Van Hoorei)? ke, brouwer te
Men wr.6 den h ld van den avond daar
hartelijk dankbaar voor. Slechts iu een der
veorsio loges was er op opgewonden mauiar
gefluisterd. De bankier Walderaana had een
gast meegebracht, een voornaam zaak-vriend,
die door den zoon en doohter des huizes
evenwel een lompe kinkel wrd geroemd.
Mijnheer Toilivnberger rukte op zijn
stoei been en wesr en veide daarna luid
.Dit eoueen prins zijn? Ha, ha, bal DieD
keu ik, neen maar al te goed 1 Dus dat
is er van dien preutschen jonker gewordeu?
Ja, ja, zijn voorvader is aartshertog geweest,
zeker,maar een .prins*, dat is een speculatie
op de domheid v»n het publiek!*
En mijnheer Janko Thillenberger lacht*
zeer boosaardig, went hij dsoht aan de ge
schiedenis met zijne CUra, die door dezen
Richard Trausnitz was versmaad geworden.
Op dit oogeoblik kwam Richard, om den
uitgang van dj manége te bereiken, onmid
dellijk de loge voorbij. In Janko
Thillenberger weid de wraakzucht wakker.
Hij stond op eu ri»p Richard toe Gegroot,
Trausniw Dat is een zeer aardig weeriieu!*
Riehard draaide met een ruk het hoofd
om, staarde den man aan, zag zyn hoonend
lachen en herkende hem. Op dat oo
geoblik maakte zijn paard een onverwaohtun
aijsprong. Een luid getchreeuw van angst
doorklonk bet gebouw, maar de ruiter bleef
in den zadel en verdween in de stallen.
Weinigen hadden begrepen wat was voor
gevallen, slechts enkelen hadden de woorden
gehoord.
Maar nu boorden velen, die in de nabij
heid van den dikkeu Thillenberger zaten,
hem roepen: .Dat een prins Een graafP
Ha, ba, ha! Niets meer dan een verloopen
sujst. Wie lust beeft de waarheid te ver
nemen, vervoege zioh maar bij mij.*
In dood3lijke verlegenheid zat de goheele
familie van den bankier in hare loge. Thil-
lenberger's iunerlyke ruwheid kwam bij
deze gelegenheid in al haar grofheid a»n
den dag- De zoon van dien plannenmaker
Trausnitz is hij er van doorgegaan mat
een lichtzinnige meid, die haar ouders ont-
loopeu is 1* riep bij luid en in groots woede.
„Mijnbeer Toi.leubtrger, ik bid u, mijne
Ledeberg, gebouwd door een aannemer uit
Eecloo.
Een vorstel ij k vermaak.
Van prinses Hendrik van Battenberg, di
jongste docbtjr van koniugiu Victoria van
Eigeland, wordt de volgende anecdote ver
haald:
Prinses Beatrice mocht als klein meisje,
evensls alle kinderen en klrinkindeien der
Engelsche koningin, met haar gouvernante
de pacht rs en botren in den omtrek vaD
bet koninklijk kasteel bezoeken en ook
hiar en daar een enkele maal op de thee
blijven. Zeer gestreeld voelde zich een oude
boeiin, die bijzonder veel tan prinses
Beatrice hield, toen deze, die anders
slechts een oogenblik als een vluchtige
zonn straal binnenkwam, op zekeren d*g
een uilnoodiging om op de thee te blij
ven, aannam.
De goede vrouw had alle lekkere beet
jes, die een kinderhart kunneu verheugen,
eigenhandig gereed gemaakt en zonder zich
lang te laten bidden, tastte de kleine met
graagti toe. Nadat alli-s w..s opgegeten,
dacht de boeriu er over na, wat zij nu wel
zou kunnen doen, om het prinsesje ge
noegen te doen, dat, naar haar meening,
thois met allerlei speelgoed zich kon bezig
houden. Hoe groot was echter haar verbazing
toen zij op haar vraag, waarmede zij haar
kleine gast genoegen kon doen, t> n ant
woord kreeg
Ocb, go«de, lieve vrouw D., laat mij,
als 't u belieft, op uw bed dansen. Ik doe
dat zoo graag eu thuis msg ik het nooit
doen.
De vergunning tot dit eigemardige tijd
verdrijf werd gaarne gegeveu eu „little
Baatiice" sprong kort daarna naar harte
lust op het sneeuwwitte bed iu het rond.
Esterhazy.
De Strafkamer moet in
het beeit zijn gekomen van een nl uw
bewijs van de schuld van Esterhazy,
bestaande in eeu briefje, met den naam
van den majoor geteekend, meldende dit
hij zoo juist van de manoeuvres in het
kamp van CMlons is teruggekeerd. Het
briefje is gedagteekend vaa 1894, ver
toont dezelfde hand rIs het borderel en
is geschreven op papier pelure, dat volgens
deskundigen afkomstig is van dezelfde pap
als dat van het bordeiel.
Bij groote vereenigingen
in Zwitserland begint hoe langer hoe meer
een gebruik in trek te komen, waarvan
duizenden menschen prefiteeren. Telkens
melden de bladen, dat corporatiesvan
onderwijzers, van kantoorbedienden, van
winkeliers, en ook sommige vakverenigin
gen, op een mooi punt van het land, ge
woonlijk in de bergen, een huis hebben
gekocht of gehuurd, waar de leden, meest
al met hun gezin, in den zomer om beur
ten hun vacantie-dsgen kunnen doorbren
gen, tegen vergceding van wat zij aan
voedsel gebruiken.De bouw- of huur-en in
richtingskosten worden bestreden uit een
verhooging der contributie gedurende eenige
jaren, of door leeningeu in heel kleine
aandeelen.
Esn navolgenswaardig voorbeeld.
Vrouwelijke soldaten. De
vrouwen der Filipiaos, die gezworen hadden
de Amerikanen te zullen bestrijden in de
geledereü, waarin haar echtgenoot en broe-
d«rs zouden staan, hebben woord gehouden.
Onder de lijken, welke op het slcgveld
van Manilla zijn gevonden, ontdekte men
talrijke vrouweD, die de soldatenuniform
aangetrokken en het haar hadden afgesne
den.
En waarom zou de slang
Eva het eerst verzocht hebben, Ferdinand?
Maar tante Dames moet men immers
slujd laten voorgaan
dochier ie zeer «enuwachtig 1* flaisterde
mevrouw Waldemann.
.Pardon, mevrouw 1 Zaker, zeker, maar ik
heb mij zoo geërgerd over dien kerel, dien
avonturier
De anderen zagen elkander radeloos aan,
zy waren 't liefst dadelijk heengegaan, maar
de rijke gast was noodig voor een leening
die de bankier morst sluiten.
Zoodoende lachten zij zuinig, trokken
Thillenberger op zyn stoel en lieten hem de
gehsele geschiedenis vertellen. Dat deed hij
dan ook op zijn gewone luidruchtigs manier
en de staljongens, die het zaagsel aanhark
ten, hoorden leder woord.
In de garderobe zat Richard op een kist
builen zichzelf van opgewondenheid, met de
handen voor het gelaa'.
Toen bij na eeu poos opstond en zijn
kleading wat iu orde gebracht had, ging hij
naar den stal en zag daar oreral groepjes
arlisten staan, dia bet zeer druk met elkan
der hadden en bij zijn komst hem verschrikt
aans'aarden eu zwegen.
Hoe lang bij in de garderobe bad geze
ten, hij wist bat nieb Het ?wr-efde hem voor
den geest, dat de elown Miller, een solied,
lioawher.ig menscb, hem goedi? toegespro
ken had, maar wat hij getegd hed.hij had het
bepaald niet gehoord ot was hel «ogenblik
kelijk vergeten. De anderen waren daarop
hoofdschuddend heengegaan.
Na was het Richard, ais las hij op elk
gelaat.Geen prins, een avonturier en zyn
vreuw
Hij vloBkts grimmig iu zichzelf.
Een van de staljongens trad op ham toe
„Da directeur vraagt naar u.*
Er lag iets in den toon en den blik van den
jongen, wat aan Richard'g woede een rich
ting gaf.
Esn gedachte oorveeg slingerde den bra-
tulen bengel eenige meters verder tegen den
grond.
Zyn geschreeuw we rklonk door den ge-
heMen stal.
Verbzasd en verbluft zagen de anderen
tos; zy zeiden evenwel geen woord en lie
ten hum gaan.
De voorstelling was reeds lang ten einde.
Oolangs hield, zoonls in een onzjr vroe-
gere nammers is meegedeeld, een bekend
prediker in ien Fraueche stad eene rede
voering, waarin hij wees op de werkdadige
naastenliefde, als een onzer groote plich
ten.
Onder zijn gehoor bevond zich een uit
gelezen g-zelschjp van dames eu henen,
allen even voortuam in houding en voor
komen, als onberispelijk net en smaakvol
in kleediug.
Aan het einde zijner ude wendde de
spreker zich in het bijzuider t>t dez
toehoorders met de woorden „wellicht
verwacht gij nn van mij eene bede om
enne geldelijke bijdrage voor eene nuttige
iustslliug, voor eeu liefdadig doel, voor
een werk van barmhartigheid aan uwe
«rme uituurgenoolen, die iu dit jaargetijde
zooveel behoeften hebben, en zoo velerlei
nooden
„Niets van dit alles Slechts eene en
kels bede richt ik tot u, en we! deze
bftaal prompt op tijd de nota's van
schoenmaker, kleermaker en modiste 1
Zijne rekeningen niet op tijd betalen, mijne
heeren en dames is een diefstal begaan,
niets minder
Bij deze woorden werden veler blikken
onwillekeurig gericht op elkanders costuuoi
en tevens voor een uogenllik op elkanders
gelaatwaarom en met welk gevolg
werd niet gemeld.
De opmerking van den Fransehen pre
diker getuigt wel van zijn practischcn blik
in het leven.
Men is niet gewoon, om de gequiteerde
nota's aan overjas, mantel, hoed of schoe-
ne.n te dragen als een etiquet aan een
medicijr fisschje, cn ongequiti-erde nota's
evenmin. De naam van een magazijn of
firma aan den binnenkant, als reclame
middel, dat kan er door; maar anders
't Zou immers niet „gekleed" staan
En „gekleed* moet men zijn, dat eischt
de wereld tegenwoordig.
„Hoor eens, jongen Je doet, wat je
doet, maar je zorgt, dat je meneer blijft,
hoor zei iemand tot een jongmensch. De
man, dia dien raad gaf, was kleermaker
van beroep.
Tien tegen éiD, dat die kleermaker niet
veel kwsde po9ten in zijn boek heeft ge
had anders zou hij wellicht zulk een
gevaarlijken raad niet hebben gegeven aan
het persoontje, dat zoo piek—piek—fijn on
der zijne handen vandaan kwam.
De wereld moge eischen dat men „ge
kleed* zij, zij eischt ook, en met
meer recht dat men „bescheiden* zij
bescheiden ia dien zin, dat men ieder
geeft wat hem toekomt en tevens, dat
men ni t neemt, wat ons niet toekom'.
Da kleeren maken den man, zegt het
aloude spreekwoord. Indien men de waar
heid daarvan zou willen onderzoeken,
zou men niet allesn den man moeten
learen kennen, maar ook inlichtingen gaan
inwinnen bij den manufscturier en den
kleermaker van dien man.
En dan zou men stellig bier en daar
verrassende tegenstrijdigheden ontdekken
en tot de slotsom komen, dat eer. spreek
woord niet altijd als een „waar woord"
dienst kan doen.
De Fransche prediker drong aan op het
prompt op tijd betalen der rekeningen aan
kooplieden eu handwerkslieden in verband
met den plicht, die de werkdadige naasten
liefde ons voorschrijft.
De toespraak was wel eigenaardig geko
zen juist om den tijd van Nieuwjear,
wanneer men gewoon is zijne rekeningen
te gaan invorderen, om op zijne beurt te
Als lood zoo swaar waren Richard's leden.
Hij lachte, terwijl bij haastig Daar huis ging,
boonend voor «ich heen.Het kwam hem plotse
ling voor, alsof de gedaebte van allen dat
by een priDs was, hem gestreeld
had. Ja, ja, het had ham goed gedaan,
wanneer men hem zeide, dat men hem zijn
hooge afkomst kon aanzienhij bad zieb
sieads met de uiisrgte zorg g-.kleed om »icb
zoodoende maar het aanzien van een hoog
heer te blijven geven.
En nu wisten allen, dat hjj uiefs ardors
was geweest dan een gewone luitenant, die
met esn mooi meisje ervandoor was ge
gaan.
In den grond van de zaak had Thillen
berger gelijk gehad: het publiek grondt alleen
zijn oordeel op datgene, wat bet niet begrijpt;
de geheime drangredenen maar drommels,
wat had daar JaDko Thillenberger mee noodig?
Wat ging dat ook eigenlijk het publiek aanl
Eo zijn vroaw, zijne fee, dat model van
reinheid en zielenadel, had die sohurk open
lijk beschimpt I Richard had er geen woord
van gehoord, maar men behoefde dien Thil-
leDb rger sleohts aan te sien om t* weten
wat hij had geregd.
Met die gedachten kwam hij thuis.
Giseln was er niet. Dat kwam zelden
voor. Vandaag deed het hem goed haar
niet dadelijk te moeten ontmoeten. Hij
vroeg ook de hospita niet waar zij was.
OnrnsMg li.»p hij het mooie kamertje, dat
Gisela op alle mogelijke manieren bad op
gepronkt, op en neder.
Wat duivel, wat ging het den menschen
aan wat bij geweest wasP En toch was
die dichte sluiur, waarmede men hem bad
omgeven, hem eeo weldaad geweest.
Maar na zon Thillenberger san iedereen zijn
mam en dien van Gisela noemen.
Zy kwam altoos rog masr niet. Waar
zou ze toch aijn heengegaan? Haar kleine
boodschappen duurden nooit zoo lang en op
dit late oor ging so anders nooit uit.
Daarna verviel hy weer iu diep nadenken.
Hij wierp zich op de barde sofa. Hy ge
voeld» zich zoo moe en afgemat.
Ach, hoe goed deed hem dat rus'en. Gi
sela zon zeker dadelijk komen. Hy zou
kunnen voldoen aan zijne verplichtingen
jegens leveranciers en om zoo eerlijk man
te blijven. En sla men dan moet wachten
en teeugkome'ii en aanmerkingen ontvangen,
pnz. enz terwijl men toch „te goed*
heeft voor geleverd eu arbeidsloon 1
Die zich aan een ander spiegelt, spiegelt
zich zichtwai een redenaar ergens in
Frankrijk zijnen toehoorders op het hart
moest drukke', is voor ons misschien eene
wcarschuwiiig, zender meer.
Of zouden er hier nog handwerks
lieden zijn, di' moMen wachten op een
zuui verdiend lcou van een gulden of wat,
die zs b oo'ioodig hebben en waarom ze
niet meer durven vragen, terwijl de werk
gever 0! -geefster al lang „mooi gaat" van
hnn arbeid
Zouden er hier nog klein-handtlaren
en winkeliers zijn, bij wie wanbrtalers gaan
borgen, telkeus weer, omdat zij niet meer
terecht kunnen in de groote winkels, waar
van de eigenaars eene vervolging zouden
instellen, hetgeen zij van den kleinhande
laar niet hebben te dochten, omdat die
man gaarne verkoopen wil, totdat hij op
een gegeven oogenblik zijn klant, gelufc-
kig weg zist blijven, met een schidepostjj,
maar toch te groot voor zijn gering bedrijf-
kapitaal
Zouden er hier nog minvermogenden
gevonden worden, die voor hun zaakje
noch bij den een, noch bij den ander een
klein en billijk crediet zouden kunneu
krijgen, en van wie toch maar voortdurend
crediet verlangd wordt, tot zoolang, dat zij,
trots eerlijkheid, goeden wil en betoonden
ijver, zonder dat de buren het merkten,
langzaam maar zeker afdalen tot de klasse
van minvermogenden
Zouden er onder ons nog rondloopen
iu een pak, heel fijn, maar dat bijna ver
sleten is, eer het betaald is
Neen, hè
Dwergen. De Engelse he
reiziger Lloyd is dezer dagen teruggeko
men van zijn reis d<>or Midden-Afrika,
welken tocht hij gemaakt heeft in gezel
schap van 2 kleurlingen als bedienden en
eenige dragers. Het merkwaardigst is zijn
tocht door het groote orrwond, dut vlakon-
der den Aequatur ligt en waar hij een dwerg-
stam heeft bezocht. Op den len October
1898 had hij den post Btni in dm Kongo-
staat aan de Semiikirivier bereikt en kwam
toen in het oerwoud, waar hij 20 dagen
verbleef. De wilde dwergen, die hij daar
zag, hielden zich eerst op grooten afstand
van da karavaan. Slechts eens, in het
midden van het woud, bij hit dorp Ho-
lei ga, zeg Lloyd zich door een aantal
dwergen omringd, die hem een bezoek
kwamen brengen. Zevertelden, dat ze reeds
vijf dugen in de verte de karavaan ge-
volgel waren. Ze schenen zeer vreesachtig
van aard en verborgen bij het spreken hun
gelaat.
Lloyd bracht een nacht in hun dorp
door. Den volgenden dvg gaf hun opper»
hoofd hem verlof een groep vau 15 dwer
gen te fotografeereD. Daar ze echter niet
onbewegelijk wilden blijven, was het on
mogelijk een bruikbare afbeelding van
hen te maken. Wel wilden ze toestaan*
dat Ze gemeten werden. Geen enkele was
oneer dan 1.2 M. lang. Allen waren zeer
goed ontwikkeld, de vrouwen waren zwak
ker dan de mannen. Hun kracht is bui
tengewoon grootarmen en bor»t ziju
flink ontwikkeld.
Mannen en vrouwen zijn bijua geheel
naakt, ze dragen slechts een dunne schort
van boombast. Als wa.pens dragen ze lan
sen, bogen en vergiftige pijlen. Ze zijn
echter vreedzsam van aard, ze leiden een
zwervend leven en brengen de nachten
door in 60 tot 90 cM. hooge huiles.
trachten even te slepen.
En hy sliep reeds dadelijk In. Hy sliep
een paar uur.
Toen hij ontwaakte, was het geheel don
ker in da kamer.
„Gisela 1" riep hy.
Geen antwoord.
Plotseling sprong hy met een kreet van
schrik op.
Zy was nog uiet thuisgekomen Waar
was zjj
Daarna verweet hij ziehzslf dat hg niet kal
mer kon blyven, ma-r zyn bloed begon
opnieuw koortsachtig door zyn aderen te
vloeien ru naar zyn kloppend boofd te sty-
gen.
„Mevrouw Neumann, weet gy ook waar
myn vrouw is heengegaan vroeg hij, de
kleine keuken binnentredend waar de oude
▼rouw juist alles voor den naeht in orde
bracht.
Groote God, was het dan reads zoo laatf
Hy rukte zyn horloge uit den zak. Zoo tien
uur. Iutussohen riep de oude mevrouw ver
wonderd „Mevrouw Doya Is die dan
niet thuis
Nu vo'gde er een verschrikt heen- en
weervragen. De hospita had Gisela kort
voor den middag voor 't laatat gesien; toen
wfts ze heengegaan om eenige boodschappen
te doen. Was ze dan niet in den circus ge
weest
In den oircus P NeeD. Hoe rou ze
daar'oe gekomen zyn
Dit had hij haar nog nooit toegestaan.
Hem viel het nu in, dat ze hem gezegd
had, too'n behoefte aan wat afwisseling en
genoegen te hebben.
Hij had dat tot op dit uur geheel ver
geten.
Nu schoot hem dat feit in eens door
het biein.„W'elk een ellendige egoïst ben ik,
dat ik haar steeds gevangen heb gehouden!"
Zells niet eenmaal bad hy daaraan ge-
daeh'.
De hospita zeeg zyn sohrik;
„Zoo sal het wel eyn. Ze zal een kennis
hebben ontmoet. Ze zal wel spoedig
hier zyn. Het is tyd om naar bied te gaan."
Itichaed dwong cieh tot kalmis. Da