Dood vau President Paure. Binnenlandsch Nieuws. Waarschuwing voor de Markt- bezoekers. terwijl in Amerika de Astois en Vander- bilts zich beroemen op verzamelingen die beide op een millioen galden geschat zijn. De Boedhatand. De kostbare kast, welke den beroem den Boedhatand bevat, is uit den tempel te Colombo na»r Kaudy op het eiland Ceylon overgebracht. Dagen lang waren reeds oneindige scharen peigrims naar deze plaats aangevoerd, daaronder in de eerste plaats 1400 Birmanen, maar ook vele duizenden en duizenden Singslezen en In diërs, die van alle kanten waren opgetrok ken om het geloofsfeest mee te vieren. Rond den tempel van het heerlijk ge legen Kandj kampeerden de vreemdelin gen. Met Veel moeite gelakte het der plaatselijke politie de tempeldeuren tegeu de fanatieke scharen te beschermen. Toen men de bezoekers in rijen wilde rangschikken, om ze groepsgewijze toe te laten, meende men, dat het een bevel gold, het Boedha- reliquie niet te vertoouen. Een woedende storm stak toen onder hen op. De man nen trokken messen en krissen en de Trouwen gildeD, dat zij zich eerder in stukken zouden lateo snijden, dan te vertrekken zonder den heiligen tand te hebben gezien. Eindelijk sloeg het nur, dat de tem- peldeureo geopend werden, en door een sterk cordon soldaten werden de geloovi- gen bi) groepen van tien toegelaten tot den Dalada Maligawa. Eerst mochten de vrouwen binnentreden. Onder de voorsten bevond zich de stokoude prinses Mah Schvreh Buin, welke een vermogen ge schonken had voor de nieuwe kast en met de pelgrims de verre reis naar hier gewaakt had. De 360 priesters traden na de vrouwen binnen met den grijzen op perpriester Sadawijdschih aau het hoofd. Gedurende de drie dagen, dat de 80.000 Boedhisten langs het stuk ivoor defileerden de ^Boedhatand" is te groot, om een menschelijken tand met eenig socces te kunnen voorstellen werd voor een waarde van 100.000 gul den aan kostbaarheden achtergelaten. Z ij den Stoffen. De gewoonte van vele Hollandsche fa- miüën om bij het huwelijk eener dochter of bij andere gelegenheden de stalen der benoodigde zijde nit Parijs of Zürich te ontbieden, is steeds afnemende en zal weldra tot het verleden behooren' De oor zaak is, dat de groote Amsterdamsche fir ma's zich er meer en meer op hebbeu toege legd een grooten voorraad van zijden stof fen te betrekken. Amsterdam belooft een centrum te worden van den handel in dit artikel. Dit blijkt ook uit de tabel van in voer der zijden artikelen, die een voortdu rende stijging aanwijst. De plaatsen van herkomst zijn meestal Lyon, Zürich en Como, de eerstgenoemde plaats spant nog steeds de kroon. Dezer dagen zijn de zen- digen aangekondigd, die, wat hoeveelheid en waarde aangaat, alles overtroffen wat tot nog toe in Holland ingevoerd is. Van menschenoogen ge- maaktMevrouw William Curtis, de vrouw van een journalist te Chicago, heeft zeker wel den vreemdsten halsketting, die ooit in een beschaafde stad gedragen is. Hij be staat uit drie rijen menschenoogen, die uit stekend bewaard, gepolijst en daarna in goud gevat zijn. De oogen waren afkom stig nit Peru, waar de dooden in eeue zit tende houding begraven worden, en de heete, droge lucht behoedt ze evengoed voor bederf als balseming doen zou. Men kan daar voor 12 gulden een geraamte koopen de oogen alléén zijn natuurlijk veel goed- kooper. Gepolijst en opgemaakt, zoials zij in dezen ketting tij, vormen zij werkelijk een mooi sieraad. Mevrouw Curtis kon den ketting evenwel slechts éénmaal dragen. gelegd konden worden. D« keizerlijke raadsheer Kandertnann had eindelijk het tijdelijke met het eeuwige verwisseld. Gravin Melanie vergat niet, in de doods brieven te laten drukken „na lang, zwaar lijden*, en het was haar een genot iu haar smart, daarbij te kannen zetten: drager van vele ordeteekenen, ens. Hjj was dood. De laatste dagen vol afmat tende opgewondenheid voor de zijnen, die hem niet helpen konden, hadden de krachten der eobtgenoote en dochters geheel uitgeput. Zij waren nauwelijks nog in staat, de smart over haar verlieB te gevoelen. Gisela lag dood-af op da canapé uitgestrekt in hetzelfde kamertje dat ze als meisje had gebruikt en dat men na haar vlucht en Melanie's huwelijk tot een mooie logeerkamer voor de gravin had omgetooverd. Deze had haar liefdevol het vertrek afgestaan en sioh op de kamer harer moeder teruggetrokken. Hoe mooi en sierlijk zag alles er hier uit, dacht Gisela.en zij zag voor de eerste maal met groote opmerkzaamheid het vertrek rond. Geheel eene gravin waardig. Alles was voor Melauie gekocht en vervaardigd en nu lag «y hier en droeg een kleed van Melanie eo alles wat zy gebruikte was vau hure voorname, rijke ZDgter en zy kou het niet veranderen, dat een gevoel van rost en aangenaam behagen haar hart binnentrok en dat de beide laatste jaren baar een donkere droom toeschenen. Acb, wanneer ook Richard maar weer terug kon naar het hnis van zyn vader, zooals »y nn naar dal van de haren: baar arme, lieve Riehard. „De oude Trananitz P Een dwaze gek, die er duizenden en duizenden heeft doorgebracht. Hij zal nu en dan weer verrijzen en gaat het een poosje goed, dan verkoopt hij de aandeelen en het zaakje gaat te gronde." Zoo had Melanie een paar dagen geleden tegen Gisela gezegd, toen deze den wecsob en de hoop nitte, dat Richard zich met zijn vader zou vereoenen. „Om Clara Thillenbarger heeft uw min gesmeekt ea gebeden en toen hij die niet Hare vriendinnen namelijk bewonderden hem zeer, tot zij varranen dat het geen steenea, ma&r echte meDschenoogan waren toen gmg da bewondering in grooten af keer over, en sinds dien tijd heeft mevrouw Cnrlis dea ketting niet meer nit haar juweelkistje genomen. Fél i Fsure, president der Fransche re publiek, ia Donderdagavond om 10 uor overleden, in den ouderdom van 58 jaar. Reeds langen tijd was de president lij dende aan een hartkwaal. Om half zeven gevoelde hij zich zeer onwelmen liet onverwijld de ministers waarschuwen, die zich Daar het Elyséi begaven. Ondanks de zorgen der geueesheereu stierf de presi dent om tien nur aan een aanval van beroerte. De dood van den president werd om half twaalf in Parijs bekend en veroorzaak te groote ontroering. Er is geen enkel in cident voorgevallen; alles is kalna. Goedkoope matrassen. Ia de Zuidamerikaansche republiek Ecuador groeien de matrassen aan de hoo rnen, natuurlijk geen matrassen zooals de Europeanen ze gebruiken, want anders zou de invoer ervan in Europa een iiiet on belangrijk voordeel opbrengen Neen, de matrassen welke bedoeld worden en die door de IudiaDen worden gebruikt, hebben meer overeenkomst met dikke dekens. Zij zijn niets anders dan de bast van eea. boom, welken de Indianen „demajagua" nosmen. Door een speciale bewerking maakt men dezen bast zoo racht en buigzaam, dat men hem op kan rollen en kan vouwen zonder hem ze ts breken. Om hem van den boom af ts haleD, makea de Indianen op een onderlingeD afstand van twee meter insnij dingen in den stam, maken den bast met eenige werktuigen los en leggen hem daarna eenige uren in het water te weeken. Nadut het harde bovenste gedeelte is ver wijderd, wordt bij zoolang met groote ha mers geslagen tot hij zacht en buigzaam is geworden. Moord te Rijssel. De verklaringen, waarmee de upeiieur van de kloosterschool te Rijssel den ver dichten broeder Flamidien van den moord op den jongen Foveau heelt trachten vrij te pleiteD, werden spoedig tegengesproken. Naar da Rijsselsche correspondent van de Temps beweerd, heeft de geheele broeder schap van het eerste oogenblik der ont dekking samengespannen om alle verden king van den beschuldigde af te leiden. De broeders zeiden een dergelijke kist als waarin het lijk gevonden werd, nooit gezien te hebben en kort daarna werd een er volkomen gelijk uitziende kist in een der bergplaatsen van de kloosterschool gevonden. Zij vestigden de aandacht op een gear resteerden schrijnwerker in de buurt, maar deze was den dag van de ver dwijning van den knaap door de politie om andere redenen gesurveilleerd en kan het lijk niet in het klooster gebracht heb- beD, omdat hij al gevangen genomen was op den dag waarop dat zon geschied zijn. Da conciërge heeft verklaard, dat Maandag na den moord, toen iedereen nog geloofde dat het kind eenvoudig weggeloopen was, een der broeders tot hem gezegd had Wij weten dat men het lijk van den klei nen Foveau ia het klooster zal trachten te brengen, om zich op de gemeenschap te wreken. Let dos goed op, wie in- en uit gaat. Dit daed de conciërge, maar was geer verbaasd, toen hij zag, dat 's avonds de hoofdpoort pas twee uur later gesloten werd dan gewoonlijk. Dit herhaalde zich den volgenden dag. De congierge verklaart stellig, dat nie mand van buiten het lijk binnengebracht kan kon krijgen, beeft bij, om sich te troosten, u in het verderf gestort,* teide zij een an der maal- Gisela wist wel beter. Maar haaropvlam- menden toorn, baar verdediging van Richard verstikten moeder en zuster in tranen en kussen en oom pastoor,die nn mat Melanie het gehe-de huis regeerde, zeide trouwhartig: „Goed zoo,breng haar met liefde terug van den slechten weg; hoe meer liefde ge de ver dwaalde schenkt, des te welgevalliger zyt gy den Heiligen.' Zij waren het met hun drieën geheel eens Gisela mocht tot geen enkelen prijs terug naar hnar man, en om dat te verhin deren, was ieder middel goed eu gewensoht. Melanie was trotsoh en gelukkig, dat de Heiligen baar tot werktnig gebruikten om haar zuster te redden. Met liefde eu goedheid eu teederheid o- verstelpte zij het voorwerp van haar innig medelyden en zoo leefde Gisela de lange,1 zware dagen door, totdat het graf zich bo ven haer vader sloot. Dat hy in vrede van baar was geseheiden, deed haar zeer goed, hij was ook de eenige geweest, die haar rustig had aangeboord toen ze had gespro ken over het karakter van haar echtgenoot. Dat hy nit sleur knikte en zweeg, daaraan had Gisela niet gedaeht. Zy was hem dank baar dat hy haar niet tegensprak. En Riobard had nog altcos niet geschre ven. Zy bestreed baar angst en smart met groote moeite terwille van haar vader, maar toen Melanie na haar eersten gang naar het kerkhof direet aaar het postkantoor ging, en tich seer teleurgesteld toonde dat er van Riobard nog in het gebeel geen ant woord kwam, toeu verloor Gisela haar laat- sten moed. Groote God, zou hij boos op haar syn P Aoh, hy was zoo verbitterd door al dat on geluk. Zou hg haar nu aanklagen hem moedwillig te hebben verlaten P Nog geen woord van hom. En zy nad in die zeven dagen dat ze hem had verlaten, drie brieven naar hem verzonden. De steeds met moeite onderdrukte angsl liet zich nu niet meer bedwingen. „Ik moet weg! Ik moet aaar hem (oef* hebben. Men den bovengenoemden broe der g confronteerd, heeft hij zijn bewerin gen staande gehouden en deze hsefteinre- lijk moeten toegeven en het proces-verbau geteekend. De rechter van instructie is ten volle overtuigd, dat de heele broeder schap de misdaad van broeder Flamidien keut en de justitie op een dwaalspoor tracht te brengeu. Het kind is het laatst genen Zoudag om kwait voor zessen het ging toen een donkere trap op,die naar den zolder voert. Naar het getuigenis van al de kinderen, is broeder Flamidien van zes uur tot half ze ven onzichtbaar geweest en hij weet niet te zeggen wat hij in dat half uur gedaan beeft. Een redsctenr van de Matin heeft^ den procureur der republiek, Taiuturier te Rijssel, bezocht en deze zegt vast overtuigd te zijn van de schuld van den broeder, al «al hij het nooit bekennen. Het lijk is met geweld in de kist geduwd, zeide de ambtenaar, in strijd met de verklaringen van den superieur; de beenen waren zoo gebogen, dat de knieën aan de kin raakteD; het lijk kon zeer gned in de kist, de proef is er mee genomen eu men heett slechts een voet er niet in kunnen krijgen. Maar bloedsporen in de kist tooneu dui delijk, dat het lijk er eenigeQ tijd in ge weest is (toen het gevonden werd, lag het ernaast). Wat den weerzin van broeder Flami dien betreft, toen de rechter hem vroeg de in het gevonden briefje voorkomende zinsneden op te schrijven, de verklaring daarvan door den superieur is volgens den ambtenaar niet juist. Vooreerst was het briefje aan de negentien aanwezige broeders voorgelezenFlamidien kon dus niet denken dat men hem een bekanteuis wilde laten schrijven. Dan, was het zeer duide lijk merkbaar, dat de broeder, toen hij eindelijk schreef, zij 9 haüd trachtte te verdraaien en eindeljjk vertoont zijn schrift met dat van het briefje leu volle ken merkende overeenstem mirig. Eindelijk had de procureur nog zeer bezwa rende aanwijzingen ontleend aan een licha melijk onderzoek, waaraan zoowel het lijk sis de broeder waren onderworpen. N. B. Crt. Een middel tegen mond- en klauwzeer. Dr. Luigi Morendi te Mi laan heett een nieuw geneesmiddel voor mond-en klauwzeer gevonden. Het bestaat uit eene eenvoudige afwassching vut de zieke deelsu met een aftreksel van tymoen, eene plant, welke in geheel Italië in 't wild groeit. Men vnlt een emmer met deze plant, giet er zooveel water op, dat de tymoen geheel onder staat en dekt daarna den emmer zorgvuldig toe.Na «es uren is het af treksel gereed. Eerst wascht men neus, muil en pooten der zieke dieren met zuiver water af, be strijkt ze daarna overvloedig met het af treksel van den wilden tymoen en alles is gebeurd. Esn enkele afwassching moet zelfs voldoende zijn. Indien de dieten nog niet aangetast zijn, maar gevaar loopen besmet te worden, doordat zij bijvoorbeeld met een besmet dier in aanraking zijn geweest of de ziek te iD een nabarigen stal heerscht, dan ge- va men ze 's morgena op bun nuchtere maag een liter aftreksel tymoen te drinken en zij zijn, volgens den uitvinder, tegen alle besmetting gevrijwaard. Uit middel van dr. Morendi moet in Italië, Zwitserland en Baden veel toegepast worden en wonderbare resultaten opleve ren. De proef is gemakkelijk te nemen .Dr.Mo rendi, Corso V E 21, te Milaan zendt op aanvrage kosteloos zooveel tymoen, als men verkiest. riep ze ia den grootsten angst en brak ia tranen uit by de ontzettende gedachte, weder naar bet armoedige, kale kamertje,en haar een zaamheid te moeten 'erngkeereo. „Arm, arm kind Bezin je eerst I Ga nu nog niet, nu moeder nog zoo troosteloos is 1 Zal ze n dan voor de tweede maal moeien verliezen smeekte Melanie. „Laat in het geheel gean dwang door schemeren Steeds maar geheel uit liefde 1" had de domheer gezegd, toen Melanie mat hem naar huis reed, terwyl Gisela ea haar moeder in het eerste rijtuig zaten. „Arme mater. Hecht nw hart niet al te zeer aan dezen man. Hy is hard, hy is gruwelijk wreed, dat hy geen woord van troost voor a heeft", ging zy voort. En dat vond Gisela heimelijk ook, maar zij sou het nooit hebben toegestemd. Zij liet sich door Melanie gewillig leiden en vertroe telen. En desie had haar op de soia gelegd en haar geraden zoo mogelijk aau niets te denken- Daarna ging Melanie naar hare moeder, by wie de domheer zat om haar te troosten Hem vertelde de jonge vrouw opgewonden, dat Gisela weg wilde. Moeder en oom stemden met Melanie in, toen deze riep: „Die man komt vandaag of morgen hier en haalt haar, daarom schrijft hy geen regel. Hy zal wel op de erfenis azen." Daarna hielden ze raad wat men zou knunon doen, om Gisela onbereikbaar voor hem te doeD zjjn. „Hij mag haar hier niet vindon I" seide de domheer, „breng baar van hier." Dat vonden de dames uitstekend. A- vonds werd de dokter bij de moeder gehaald. De gravin was zelve naar hom heengereden en de oude heer vond het idéé der schoone, voor name vronw dan ook heel goed: „Zoodra mogelyk op reis, naar 't gebergte; mirere Alpenlucht is bet eenige wat mevrouw uwe mo der redden kan.* Zoo was bet das ras een besloten taak. De beide dochters zouden de moeder ver gezellen. Op den morgen van het vertrek kwam er en telegram voo: de gravin, dat haar kleine _A. Dat is een aardige var- zameliug opgezette vogels, die je daar B.J»> ze hebben me heel wat geld gekost. A.: Waar heb je «e dan vandaan T B.Van de afgedankte hoeden mijner vrouw Tegemoetkomend. Zij en hii vijr. per tindem het bosclt ing. reden. Zy houden op een vtij eenzame plaats stil. Hij. Als ik zeker wist d*t niemand ons zag, zou ik je een kus geven.* Zij. „Zal ik even m'n oogen toedoen r' Ook een record. Het Handelsblad vau Antwerpen meldt letterlijk Dezen namiddag (Zaterdag l.'.J'en 3 ure, was schepeneVan Kuyck nog altijd bezig mtt trouwen, 86 huwelijken op 5 uren, maakt circa 18 per uur. M. Van Kuyck heeft al de vroegere records* geil-gen." Bij een boekhandelaar. Kooper. Hebt n ook het boek De kortste weg tot rijkdom P Boekhandela&r. Zdktr, mijnheer hier jg bet wcuscht u misschien ook dit Uittreksel uit het Wetboek voor Strafrecht? Lastige woorden. De geestige Amerikaan Mark Twain heeft eerst op later leeftijd Duitsch geleerd. Tij de'Z «ijii jongste verblijf te Weenen heett hij zich terdege geoefend in da taal waarin men „longen van staal" noodig heeft. Mark Twain babbelt in een van zijn correspondenties over de moeilijkheden, die het Duitrch leeren voor hem gehad heeft en geeft de volgende woorden als een staaltje ervan Reichstagsabgeordnetendiaetengisetzes- vorschlagsberathuugen Landesschuldentilgungskou.missiou8vor- sitzendenwahl. En vooral PersonleinkommensLuerschaetzusgskommi»- sionsmitgliedsreisekoztenrechnungsergaen- zungsrevisionsbefund. Benoemd tot directeur der kaas- en roomboterfabriek te BOLS- WARD A. Kaan te Oosterlittens. Callantsoog. Een ieder, die thans een bezoek komt brengen aan ons dorpje, zal er een groote verandering bespeuren en tevergeefs naar menigen hem bekenden duintop zoe ken, die voor de overmacht heeft moe ten bukken.Onder deze behoort in de eer ste plaats onze welbekende Seinpost,een duintop, die zich ver boven de andere duintoppen verhief en daarom bekend stond als een punt vanwaar men een schoon vergezicht had.Ook deze door zoo velen geliefde Seinpost is wel is waar niet geheel geslecht maar heeft ter da ge geleden onder de werktuigen der arbeiders, waarom van uit die plaats voort durend een droeve smartkreet wordt ver nomen. Een aandachtig toehoorder zal min of meer de volgende alleenspraak vernemen. Weg is mijn natuurschoon, die mij ja ren lang heeft gekenmerkt en ik daar om steeds een aantrekkingspunt was van jong en oud. Honderden jaren zijn voor bij gegaan eer ik mij van uit de laagte tot zulk een hoogte heb weten te verheffen, een hoogte, waar ik met recht trotseh op was. Yeel heb ik gezien en beleefd. Oneindig veel schoons heb ik in al die tijden aanschouwd, waaraan ik nog vaak met genoegen zal terugdenken, maar ook vele treurige tooneelen zijn voor mijn oogen afgespeeld. zoo» ziek was- Wat was nataurlyker dan dot de ontstelde vronw dadelyk met dun eersten trein na*r hnis ging F Gisela was dus wel verplicht by bare moeder te big ven en dtze beloofde Mela nie plechtig, eiken brief, aan Gisela gericht, te zullen opvangen en eveneens te handalen mei dia brieven dia Gisela afzond. Da geestelybe had nog eenige zaken ai te handelen en zou dan volgen. Alles was er nu op aangelegd, Gisela eisdelyk los te rnkk«a vau die «mandvolle verbintenis. Hoog boven op een heuvel stond een hooge olm en daaronder een seer een voudig boerenhuisje. Daarin wonen de weduwe Kandertnann met haar broeder en Gisela, de eenige gas ten die zoo vroeg in den zomer hier hun inirek hebben genomen Nio's was hier den een heerljjk gezicht over die wonderbare bergwereld met haar tal- looze loppm en spitsen, deels met sneeuw en ijs, deels met bosschen bedekt- Maar ook bloemen waren er, bloeiende alpenrozen, die elk plekje om te groeien te baat nemen en hier en daar edelweiss op bdna ontoegan kelijke klippen. Verder zweefde bet oog naar den blauwen he mel, van do groene boomen naar de gletscbers, over bet da! en het meer, dat nauwelijks grooter Lek dsn een sloot. Aan haar oever lag een school, zoo klein lykend als uiteen spreldoos. Daarachter was bei weer niets dan bergen en nog eens bergen. Nog nooit had Gisela zooveel natuurschoon gezien zy kon het niet moede worden er naar te zien en niet genoeg alpenrozen en, zoo zij te eenigvzins machtig kon worden, edelweiss te plukken, om haar eenvoudig kamer'je daarmede te versieren, Aoh, wat was de wereld toeh schoon, en hoe schrik kelijk had het leven haar tooh teleurgesteld. Zy begreep nu eerst recht hoezeer. Dat Riehard ook nu niet sohreef, nn ze hem zoo'n langen brief had gestuurd, dat verbitterd» haar tooh wel. Zy zeide het geen menech, maar het kwam haar tooh voor, dat hij hard en ego ïstisch was, zooals haar moeder en zuster "Wat mij echter liet meest bekoorde, waren de pogingen,die ik vaak in het werk zag stellen, om mijn hoogsten top te be reiken, waarbij men een waren wedstrijd hield, om, op mijn schouders gezeten, onder blazen en hijgen een poosje uit te rusten, en daarna onder luid hoera sprin gende en rollende weder naar omlaag te hollen. Hoe menig minnend paartje kwam mij, kwansuis om een heerlijk schoon gezicht to genieten, een bezoek brengen, maar die, bovengekomen, meer oog en oor hadden voor elkanders liefkozingen en zich overgaven aan de lieflijke droomen van hun toekomstig geluk. Dat alles iB voor bij en sta ik daar, gewond en voor een groot deel van mijn vroeger natuur schoon beroofd. Tot zoover deze alleen spraak. 't Is wéar, vóór het dorp heeft de Natuur plaats gemaakt voor Kunst, maar waarbij de zwakke punten aanmerkelijk zijn versterkt, en de zee, dien alles ver woestenden vijand, een krachtige weer stand is geboden. Een flinke breede zand dijk strekt zich thans op die punten langs de zee uit, waarvoor het zand is genomen van de daarbij liggende duin toppen en niet minder van den Seinpost, die daartoe een ruimen voorraad aan bood. Moge het schoone er een wenig min der op geworden zijn,de zoo zeer gewensch- te verbetering is er door tot stand ge komen eu dat is toch de hoofdzaak. Maandag j.1. is de laatste hand aan het werk gelegd, waaraan 5 weken lang ruim 200 man hebben gewerkt. Door het Bestuur der Af- deeling rHoorn" van don Noderl. Brood-, Koek- en B&nketbakkersbond is tegen Zon dag 19 Februari a.s., 'e middags 12 uur, ten lokale van den heer h. Nieuwland al daar eeue buitengewone vergadering uitge schreven, tot bijwoning waarvan alle in Noord-Holland wonende bakkeis iu hun eigen belang dringend worden uitge- noodigd. In die vergadering zullen speciaal bespro ken worden de voor alle bakkers zeer na- deelige en hun bestaan bedreigende bepa lingen, voorkomende iu het door Z.Ex. den Minister vau Binnen!. Zaken ingedien de wetsontwerp tot beperking van den ar beidsduur. 22 F e b r. a. s. zal het D e p a r- temerit Heer Hugowaard der Maat schappij tot Nut van 't Algemeen eene openbare vergadering houden met vrijeu toegang, in een der lokalen van den heer Pijper. Het programma voor dien avond bevat wel IS nos., waaronder 5 voordrach ten door verschillende heeren, 5 nos. zang en bo tendien een stukje door de Rederij kerskamer ffHsrmonie" ffGameubileerde kamers te huur", blijspel in 2 bedrijven door J, Nuijen, Ontwapening s-conferentie. Nu de door dtn Czaar voorgeslagen vredesconferentie naar alle waarschijnlijk heid te 's-GRAVENHAGE zal bijeenko men, wordt reeds htt een en ander be sproken omtrent de leiding van dezs ge wichtige vergadering. Naar diplomatiek gebruik, zon deze toekomen aan den minister van buiten- landsehe zaken van het Rijk dat de afge vaardigden ontvangt. Men verzeker! echter, dat de heer Da Beaufort bij voorbaat voor de hem toege dachte hooge eer zal bedanken. Komt het vredescongres in Den Haag bijeen, dan zullen groote hoffeesten en partijen ter eere van de gedelegeerden niet uitblijven. Zekere welbekende J. P. V. kocht 1.1. Maandag op de markt te Alkmaar van een boer uit Uitgeest een kalf voor en zelfs haar oom meermalen hadden be weerd. „Wees niet boos op my 1 Gan mg nog een korte rust, slechts drie weken, totdat ik myno mosder verlaten kan. Ook my doet dat uitrusten zoo goed ea het leven hier in de Alpen is zoo heerlyk. Ik zal verfrisoht en met de oude irouwe liefde weer tot a Urugkeeren, myn Richard Zoo had te hem vandaag weer geschreven. Richard Dcyk had het ergste doorgewor steld syn krachtige natuur had hem over de ziekte heengeholpsn eD toon hy in een doffen slaap was geraakt, bad de dok'er tot itynt hospita, zyne eenige verpleegster, ge zegd „Hjj zal nu met een haldar hoofd ontwaken, en gij zult zien, in drie, vier dagen is hg op da been." „Ja, dat kan syn, maar dan komt da vertwgfeling weer over hem dat zyne lieve vrouw hem verlaten heeft,* meende de oude vrouw bezorgd. Da dokter haalde de sohouders op. „Voor dergelijke geschiedenissen hebben wy geen geneesmiddelen, hy moet dat dra gen zoo goed en kwaad als hy kan." Zoo hadden ook de cireuslui geoordeeld. Wie kon dat help9n F Men haalde de schouders op. Sedert hg een van huns gelijken was geworden, aohtten zy het niet noodig bijzonder veel medelyden met bem te hebben. Hg was eert goeie kerel, maar hij had sich tooh laten respoeteereu op een wyzo die niet te pas kwam. Nu wreekte men sich daarover, door hen* op een geheel andere, precies tegenover gestelde wyzo te behandelen. En syn eenige werkelyke vriend Roland lag nog altoos te bed.— WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1899 | | pagina 8