Dood vau President Paure.
Binnenlandsch Nieuws.
Waarschuwing voor de Markt-
bezoekers.
terwijl in Amerika de Astois en Vander-
bilts zich beroemen op verzamelingen die
beide op een millioen galden geschat zijn.
De Boedhatand.
De kostbare kast, welke den beroem
den Boedhatand bevat, is uit den tempel
te Colombo na»r Kaudy op het eiland
Ceylon overgebracht. Dagen lang waren
reeds oneindige scharen peigrims naar deze
plaats aangevoerd, daaronder in de eerste
plaats 1400 Birmanen, maar ook vele
duizenden en duizenden Singslezen en In
diërs, die van alle kanten waren opgetrok
ken om het geloofsfeest mee te vieren.
Rond den tempel van het heerlijk ge
legen Kandj kampeerden de vreemdelin
gen. Met Veel moeite gelakte het der
plaatselijke politie de tempeldeuren tegeu de
fanatieke scharen te beschermen. Toen men
de bezoekers in rijen wilde rangschikken,
om ze groepsgewijze toe te laten, meende
men, dat het een bevel gold, het Boedha-
reliquie niet te vertoouen. Een woedende
storm stak toen onder hen op. De man
nen trokken messen en krissen en de
Trouwen gildeD, dat zij zich eerder in
stukken zouden lateo snijden, dan te
vertrekken zonder den heiligen tand te
hebben gezien.
Eindelijk sloeg het nur, dat de tem-
peldeureo geopend werden, en door een
sterk cordon soldaten werden de geloovi-
gen bi) groepen van tien toegelaten tot
den Dalada Maligawa. Eerst mochten de
vrouwen binnentreden. Onder de voorsten
bevond zich de stokoude prinses Mah
Schvreh Buin, welke een vermogen ge
schonken had voor de nieuwe kast en
met de pelgrims de verre reis naar hier
gewaakt had. De 360 priesters traden na
de vrouwen binnen met den grijzen op
perpriester Sadawijdschih aau het hoofd.
Gedurende de drie dagen, dat de
80.000 Boedhisten langs het stuk ivoor
defileerden de ^Boedhatand" is te
groot, om een menschelijken tand met
eenig socces te kunnen voorstellen
werd voor een waarde van 100.000 gul
den aan kostbaarheden achtergelaten.
Z ij den Stoffen.
De gewoonte van vele Hollandsche fa-
miüën om bij het huwelijk eener dochter
of bij andere gelegenheden de stalen der
benoodigde zijde nit Parijs of Zürich te
ontbieden, is steeds afnemende en zal
weldra tot het verleden behooren' De oor
zaak is, dat de groote Amsterdamsche fir
ma's zich er meer en meer op hebbeu toege
legd een grooten voorraad van zijden stof
fen te betrekken. Amsterdam belooft een
centrum te worden van den handel in dit
artikel. Dit blijkt ook uit de tabel van in
voer der zijden artikelen, die een voortdu
rende stijging aanwijst. De plaatsen van
herkomst zijn meestal Lyon, Zürich en
Como, de eerstgenoemde plaats spant nog
steeds de kroon. Dezer dagen zijn de zen-
digen aangekondigd, die, wat hoeveelheid
en waarde aangaat, alles overtroffen wat
tot nog toe in Holland ingevoerd is.
Van menschenoogen ge-
maaktMevrouw William Curtis, de vrouw
van een journalist te Chicago, heeft zeker
wel den vreemdsten halsketting, die ooit
in een beschaafde stad gedragen is. Hij be
staat uit drie rijen menschenoogen, die uit
stekend bewaard, gepolijst en daarna in
goud gevat zijn. De oogen waren afkom
stig nit Peru, waar de dooden in eeue zit
tende houding begraven worden, en de
heete, droge lucht behoedt ze evengoed
voor bederf als balseming doen zou. Men kan
daar voor 12 gulden een geraamte koopen
de oogen alléén zijn natuurlijk veel goed-
kooper. Gepolijst en opgemaakt, zoials zij
in dezen ketting tij, vormen zij werkelijk
een mooi sieraad. Mevrouw Curtis kon den
ketting evenwel slechts éénmaal dragen.
gelegd konden worden.
D« keizerlijke raadsheer Kandertnann had
eindelijk het tijdelijke met het eeuwige
verwisseld.
Gravin Melanie vergat niet, in de doods
brieven te laten drukken „na lang, zwaar
lijden*, en het was haar een genot iu haar
smart, daarbij te kannen zetten: drager van
vele ordeteekenen, ens.
Hjj was dood. De laatste dagen vol afmat
tende opgewondenheid voor de zijnen, die
hem niet helpen konden, hadden de krachten
der eobtgenoote en dochters geheel uitgeput.
Zij waren nauwelijks nog in staat, de smart
over haar verlieB te gevoelen.
Gisela lag dood-af op da canapé uitgestrekt
in hetzelfde kamertje dat ze als meisje had
gebruikt en dat men na haar vlucht en
Melanie's huwelijk tot een mooie logeerkamer
voor de gravin had omgetooverd. Deze had
haar liefdevol het vertrek afgestaan en sioh
op de kamer harer moeder teruggetrokken.
Hoe mooi en sierlijk zag alles er hier
uit, dacht Gisela.en zij zag voor de eerste maal
met groote opmerkzaamheid het vertrek rond.
Geheel eene gravin waardig. Alles was
voor Melauie gekocht en vervaardigd en nu
lag «y hier en droeg een kleed van Melanie
eo alles wat zy gebruikte was vau hure
voorname, rijke ZDgter en zy kou het niet
veranderen, dat een gevoel van rost en
aangenaam behagen haar hart binnentrok en
dat de beide laatste jaren baar een donkere
droom toeschenen.
Acb, wanneer ook Richard maar weer
terug kon naar het hnis van zyn vader,
zooals »y nn naar dal van de haren: baar
arme, lieve Riehard.
„De oude Trananitz P Een dwaze gek, die
er duizenden en duizenden heeft doorgebracht.
Hij zal nu en dan weer verrijzen en gaat
het een poosje goed, dan verkoopt hij de
aandeelen en het zaakje gaat te gronde."
Zoo had Melanie een paar dagen geleden
tegen Gisela gezegd, toen deze den wecsob
en de hoop nitte, dat Richard zich met zijn
vader zou vereoenen.
„Om Clara Thillenbarger heeft uw min
gesmeekt ea gebeden en toen hij die niet
Hare vriendinnen namelijk bewonderden
hem zeer, tot zij varranen dat het geen
steenea, ma&r echte meDschenoogan waren
toen gmg da bewondering in grooten af
keer over, en sinds dien tijd heeft mevrouw
Cnrlis dea ketting niet meer nit haar
juweelkistje genomen.
Fél i Fsure, president der Fransche re
publiek, ia Donderdagavond om 10 uor
overleden, in den ouderdom van 58 jaar.
Reeds langen tijd was de president lij
dende aan een hartkwaal. Om half zeven
gevoelde hij zich zeer onwelmen liet
onverwijld de ministers waarschuwen, die
zich Daar het Elyséi begaven. Ondanks de
zorgen der geueesheereu stierf de presi
dent om tien nur aan een aanval van
beroerte.
De dood van den president werd om
half twaalf in Parijs bekend en veroorzaak
te groote ontroering. Er is geen enkel in
cident voorgevallen; alles is kalna.
Goedkoope matrassen.
Ia de Zuidamerikaansche republiek
Ecuador groeien de matrassen aan de hoo
rnen, natuurlijk geen matrassen zooals de
Europeanen ze gebruiken, want anders zou
de invoer ervan in Europa een iiiet on
belangrijk voordeel opbrengen Neen, de
matrassen welke bedoeld worden en die
door de IudiaDen worden gebruikt, hebben
meer overeenkomst met dikke dekens. Zij
zijn niets anders dan de bast van eea. boom,
welken de Indianen „demajagua" nosmen.
Door een speciale bewerking maakt men
dezen bast zoo racht en buigzaam, dat men
hem op kan rollen en kan vouwen zonder
hem ze ts breken. Om hem van den boom
af ts haleD, makea de Indianen op een
onderlingeD afstand van twee meter insnij
dingen in den stam, maken den bast met
eenige werktuigen los en leggen hem daarna
eenige uren in het water te weeken.
Nadut het harde bovenste gedeelte is ver
wijderd, wordt bij zoolang met groote ha
mers geslagen tot hij zacht en buigzaam
is geworden.
Moord te Rijssel.
De verklaringen, waarmee de upeiieur
van de kloosterschool te Rijssel den ver
dichten broeder Flamidien van den moord
op den jongen Foveau heelt trachten vrij
te pleiteD, werden spoedig tegengesproken.
Naar da Rijsselsche correspondent van de
Temps beweerd, heeft de geheele broeder
schap van het eerste oogenblik der ont
dekking samengespannen om alle verden
king van den beschuldigde af te leiden.
De broeders zeiden een dergelijke kist
als waarin het lijk gevonden werd, nooit
gezien te hebben en kort daarna werd
een er volkomen gelijk uitziende kist in een
der bergplaatsen van de kloosterschool
gevonden.
Zij vestigden de aandacht op een gear
resteerden schrijnwerker in de buurt,
maar deze was den dag van de ver
dwijning van den knaap door de politie
om andere redenen gesurveilleerd en kan
het lijk niet in het klooster gebracht heb-
beD, omdat hij al gevangen genomen was
op den dag waarop dat zon geschied zijn.
Da conciërge heeft verklaard, dat Maandag
na den moord, toen iedereen nog geloofde
dat het kind eenvoudig weggeloopen was,
een der broeders tot hem gezegd had
Wij weten dat men het lijk van den klei
nen Foveau ia het klooster zal trachten te
brengen, om zich op de gemeenschap te
wreken. Let dos goed op, wie in- en uit
gaat. Dit daed de conciërge, maar was
geer verbaasd, toen hij zag, dat 's avonds
de hoofdpoort pas twee uur later gesloten
werd dan gewoonlijk. Dit herhaalde zich
den volgenden dag.
De congierge verklaart stellig, dat nie
mand van buiten het lijk binnengebracht kan
kon krijgen, beeft bij, om sich te troosten,
u in het verderf gestort,* teide zij een an
der maal-
Gisela wist wel beter. Maar haaropvlam-
menden toorn, baar verdediging van Richard
verstikten moeder en zuster in tranen en
kussen en oom pastoor,die nn mat Melanie het
gehe-de huis regeerde, zeide trouwhartig:
„Goed zoo,breng haar met liefde terug van den
slechten weg; hoe meer liefde ge de ver
dwaalde schenkt, des te welgevalliger zyt
gy den Heiligen.'
Zij waren het met hun drieën geheel
eens Gisela mocht tot geen enkelen prijs
terug naar hnar man, en om dat te verhin
deren, was ieder middel goed eu gewensoht.
Melanie was trotsoh en gelukkig, dat de
Heiligen baar tot werktnig gebruikten om
haar zuster te redden.
Met liefde eu goedheid eu teederheid o-
verstelpte zij het voorwerp van haar innig
medelyden en zoo leefde Gisela de lange,1
zware dagen door, totdat het graf zich bo
ven haer vader sloot. Dat hy in vrede van
baar was geseheiden, deed haar zeer goed,
hij was ook de eenige geweest, die haar
rustig had aangeboord toen ze had gespro
ken over het karakter van haar echtgenoot.
Dat hy nit sleur knikte en zweeg, daaraan
had Gisela niet gedaeht. Zy was hem dank
baar dat hy haar niet tegensprak.
En Riobard had nog altcos niet geschre
ven. Zy bestreed baar angst en smart met
groote moeite terwille van haar vader, maar
toen Melanie na haar eersten gang naar het
kerkhof direet aaar het postkantoor ging,
en tich seer teleurgesteld toonde dat er
van Riobard nog in het gebeel geen ant
woord kwam, toeu verloor Gisela haar laat-
sten moed.
Groote God, zou hij boos op haar syn P
Aoh, hy was zoo verbitterd door al dat on
geluk. Zou hg haar nu aanklagen hem
moedwillig te hebben verlaten P
Nog geen woord van hom. En zy nad in
die zeven dagen dat ze hem had verlaten,
drie brieven naar hem verzonden.
De steeds met moeite onderdrukte angsl
liet zich nu niet meer bedwingen.
„Ik moet weg! Ik moet aaar hem (oef*
hebben. Men den bovengenoemden broe
der g confronteerd, heeft hij zijn bewerin
gen staande gehouden en deze hsefteinre-
lijk moeten toegeven en het proces-verbau
geteekend. De rechter van instructie is
ten volle overtuigd, dat de heele broeder
schap de misdaad van broeder Flamidien
keut en de justitie op een dwaalspoor
tracht te brengeu.
Het kind is het laatst genen Zoudag
om kwait voor zessen het ging toen een
donkere trap op,die naar den zolder voert.
Naar het getuigenis van al de kinderen,
is broeder Flamidien van zes uur tot half ze
ven onzichtbaar geweest en hij weet niet
te zeggen wat hij in dat half uur gedaan
beeft.
Een redsctenr van de Matin heeft^ den
procureur der republiek, Taiuturier te Rijssel,
bezocht en deze zegt vast overtuigd te
zijn van de schuld van den broeder, al «al
hij het nooit bekennen. Het lijk is met
geweld in de kist geduwd, zeide
de ambtenaar, in strijd met de verklaringen
van den superieur; de beenen waren zoo
gebogen, dat de knieën aan de kin raakteD;
het lijk kon zeer gned in de kist,
de proef is er mee genomen eu men heett
slechts een voet er niet in kunnen krijgen.
Maar bloedsporen in de kist tooneu dui
delijk, dat het lijk er eenigeQ tijd in ge
weest is (toen het gevonden werd, lag het
ernaast).
Wat den weerzin van broeder Flami
dien betreft, toen de rechter hem vroeg
de in het gevonden briefje voorkomende
zinsneden op te schrijven, de verklaring
daarvan door den superieur is volgens
den ambtenaar niet juist. Vooreerst was
het briefje aan de negentien aanwezige
broeders voorgelezenFlamidien kon dus
niet denken dat men hem een bekanteuis wilde
laten schrijven. Dan, was het zeer duide
lijk merkbaar, dat de broeder, toen hij
eindelijk schreef, zij 9 haüd trachtte te
verdraaien en eindeljjk vertoont zijn schrift
met dat van het briefje leu volle ken
merkende overeenstem mirig.
Eindelijk had de procureur nog zeer bezwa
rende aanwijzingen ontleend aan een licha
melijk onderzoek, waaraan zoowel het lijk
sis de broeder waren onderworpen.
N. B. Crt.
Een middel tegen mond-
en klauwzeer. Dr. Luigi Morendi te Mi
laan heett een nieuw geneesmiddel voor
mond-en klauwzeer gevonden. Het bestaat
uit eene eenvoudige afwassching vut de
zieke deelsu met een aftreksel van tymoen,
eene plant, welke in geheel Italië in 't
wild groeit.
Men vnlt een emmer met deze plant,
giet er zooveel water op, dat de tymoen
geheel onder staat en dekt daarna den
emmer zorgvuldig toe.Na «es uren is het af
treksel gereed.
Eerst wascht men neus, muil en pooten
der zieke dieren met zuiver water af, be
strijkt ze daarna overvloedig met het af
treksel van den wilden tymoen en alles is
gebeurd. Esn enkele afwassching moet
zelfs voldoende zijn.
Indien de dieten nog niet aangetast zijn,
maar gevaar loopen besmet te worden,
doordat zij bijvoorbeeld met een besmet
dier in aanraking zijn geweest of de ziek
te iD een nabarigen stal heerscht, dan ge-
va men ze 's morgena op bun nuchtere
maag een liter aftreksel tymoen te drinken
en zij zijn, volgens den uitvinder, tegen
alle besmetting gevrijwaard.
Uit middel van dr. Morendi moet in
Italië, Zwitserland en Baden veel toegepast
worden en wonderbare resultaten opleve
ren.
De proef is gemakkelijk te nemen .Dr.Mo
rendi, Corso V E 21, te Milaan zendt op
aanvrage kosteloos zooveel tymoen, als men
verkiest.
riep ze ia den grootsten angst en brak ia
tranen uit by de ontzettende gedachte, weder
naar bet armoedige, kale kamertje,en haar een
zaamheid te moeten 'erngkeereo.
„Arm, arm kind Bezin je eerst I Ga nu
nog niet, nu moeder nog zoo troosteloos is 1
Zal ze n dan voor de tweede maal moeien
verliezen smeekte Melanie.
„Laat in het geheel gean dwang door
schemeren Steeds maar geheel uit liefde 1"
had de domheer gezegd, toen Melanie mat
hem naar huis reed, terwyl Gisela ea haar
moeder in het eerste rijtuig zaten.
„Arme mater. Hecht nw hart niet al te
zeer aan dezen man. Hy is hard, hy is
gruwelijk wreed, dat hy geen woord van
troost voor a heeft", ging zy voort.
En dat vond Gisela heimelijk ook, maar
zij sou het nooit hebben toegestemd. Zij liet
sich door Melanie gewillig leiden en vertroe
telen. En desie had haar op de soia gelegd
en haar geraden zoo mogelijk aau niets te
denken-
Daarna ging Melanie naar hare moeder,
by wie de domheer zat om haar te troosten
Hem vertelde de jonge vrouw opgewonden,
dat Gisela weg wilde.
Moeder en oom stemden met Melanie in,
toen deze riep: „Die man komt vandaag of
morgen hier en haalt haar, daarom schrijft
hy geen regel. Hy zal wel op de erfenis
azen."
Daarna hielden ze raad wat men zou
knunon doen, om Gisela onbereikbaar voor
hem te doeD zjjn.
„Hij mag haar hier niet vindon I" seide
de domheer, „breng baar van hier."
Dat vonden de dames uitstekend. A-
vonds werd de dokter bij de moeder gehaald.
De gravin was zelve naar hom heengereden en
de oude heer vond het idéé der schoone, voor
name vronw dan ook heel goed: „Zoodra
mogelyk op reis, naar 't gebergte; mirere
Alpenlucht is bet eenige wat mevrouw
uwe mo der redden kan.*
Zoo was bet das ras een besloten taak.
De beide dochters zouden de moeder ver
gezellen.
Op den morgen van het vertrek kwam er
en telegram voo: de gravin, dat haar kleine
_A. Dat is een aardige var-
zameliug opgezette vogels, die je daar
B.J»> ze hebben me heel wat geld
gekost.
A.: Waar heb je «e dan vandaan T
B.Van de afgedankte hoeden mijner
vrouw
Tegemoetkomend.
Zij en hii vijr. per tindem het bosclt
ing. reden. Zy houden op een vtij eenzame
plaats stil.
Hij. Als ik zeker wist d*t niemand
ons zag, zou ik je een kus geven.*
Zij. „Zal ik even m'n oogen toedoen r'
Ook een record.
Het Handelsblad vau Antwerpen meldt
letterlijk
Dezen namiddag (Zaterdag l.'.J'en 3 ure,
was schepeneVan Kuyck nog altijd bezig mtt
trouwen, 86 huwelijken op 5 uren, maakt
circa 18 per uur. M. Van Kuyck heeft
al de vroegere records* geil-gen."
Bij een boekhandelaar.
Kooper. Hebt n ook het boek De
kortste weg tot rijkdom P
Boekhandela&r. Zdktr, mijnheer hier
jg bet wcuscht u misschien ook dit
Uittreksel uit het Wetboek voor Strafrecht?
Lastige woorden.
De geestige Amerikaan Mark Twain
heeft eerst op later leeftijd Duitsch geleerd.
Tij de'Z «ijii jongste verblijf te Weenen
heett hij zich terdege geoefend in da taal
waarin men „longen van staal" noodig
heeft. Mark Twain babbelt in een van zijn
correspondenties over de moeilijkheden, die
het Duitrch leeren voor hem gehad heeft
en geeft de volgende woorden als een
staaltje ervan
Reichstagsabgeordnetendiaetengisetzes-
vorschlagsberathuugen
Landesschuldentilgungskou.missiou8vor-
sitzendenwahl.
En vooral
PersonleinkommensLuerschaetzusgskommi»-
sionsmitgliedsreisekoztenrechnungsergaen-
zungsrevisionsbefund.
Benoemd tot directeur
der kaas- en roomboterfabriek te BOLS-
WARD A. Kaan te Oosterlittens.
Callantsoog.
Een ieder, die thans een bezoek komt
brengen aan ons dorpje, zal er een groote
verandering bespeuren en tevergeefs
naar menigen hem bekenden duintop zoe
ken, die voor de overmacht heeft moe
ten bukken.Onder deze behoort in de eer
ste plaats onze welbekende Seinpost,een
duintop, die zich ver boven de andere
duintoppen verhief en daarom bekend
stond als een punt vanwaar men een
schoon vergezicht had.Ook deze door zoo
velen geliefde Seinpost is wel is waar
niet geheel geslecht maar heeft ter da
ge geleden onder de werktuigen der
arbeiders, waarom van uit die plaats voort
durend een droeve smartkreet wordt ver
nomen. Een aandachtig toehoorder zal
min of meer de volgende alleenspraak
vernemen.
Weg is mijn natuurschoon, die mij ja
ren lang heeft gekenmerkt en ik daar
om steeds een aantrekkingspunt was van
jong en oud. Honderden jaren zijn voor
bij gegaan eer ik mij van uit de laagte
tot zulk een hoogte heb weten te verheffen,
een hoogte, waar ik met recht trotseh op
was. Yeel heb ik gezien en beleefd.
Oneindig veel schoons heb ik in al die
tijden aanschouwd, waaraan ik nog vaak
met genoegen zal terugdenken, maar ook
vele treurige tooneelen zijn voor mijn
oogen afgespeeld.
zoo» ziek was-
Wat was nataurlyker dan dot de ontstelde
vronw dadelyk met dun eersten trein na*r
hnis ging F Gisela was dus wel verplicht by
bare moeder te big ven en dtze beloofde Mela
nie plechtig, eiken brief, aan Gisela gericht, te
zullen opvangen en eveneens te handalen
mei dia brieven dia Gisela afzond.
Da geestelybe had nog eenige zaken ai
te handelen en zou dan volgen. Alles was
er nu op aangelegd, Gisela eisdelyk los te
rnkk«a vau die «mandvolle verbintenis.
Hoog boven op een heuvel stond een
hooge olm en daaronder een seer een
voudig boerenhuisje.
Daarin wonen de weduwe Kandertnann
met haar broeder en Gisela, de eenige gas
ten die zoo vroeg in den zomer hier hun
inirek hebben genomen
Nio's was hier den een heerljjk gezicht
over die wonderbare bergwereld met haar tal-
looze loppm en spitsen, deels met sneeuw en
ijs, deels met bosschen bedekt- Maar ook
bloemen waren er, bloeiende alpenrozen, die
elk plekje om te groeien te baat nemen en
hier en daar edelweiss op bdna ontoegan
kelijke klippen.
Verder zweefde bet oog naar den blauwen he
mel, van do groene boomen naar de gletscbers,
over bet da! en het meer, dat nauwelijks
grooter Lek dsn een sloot. Aan haar oever
lag een school, zoo klein lykend als uiteen
spreldoos. Daarachter was bei weer niets
dan bergen en nog eens bergen.
Nog nooit had Gisela zooveel natuurschoon
gezien zy kon het niet moede worden er
naar te zien en niet genoeg alpenrozen en,
zoo zij te eenigvzins machtig kon worden,
edelweiss te plukken, om haar eenvoudig
kamer'je daarmede te versieren, Aoh, wat
was de wereld toeh schoon, en hoe schrik
kelijk had het leven haar tooh teleurgesteld.
Zy begreep nu eerst recht hoezeer.
Dat Riehard ook nu niet sohreef, nn ze
hem zoo'n langen brief had gestuurd, dat
verbitterd» haar tooh wel.
Zy zeide het geen menech, maar het
kwam haar tooh voor, dat hij hard en ego
ïstisch was, zooals haar moeder en zuster
"Wat mij echter liet meest bekoorde,
waren de pogingen,die ik vaak in het werk
zag stellen, om mijn hoogsten top te be
reiken, waarbij men een waren wedstrijd
hield, om, op mijn schouders gezeten,
onder blazen en hijgen een poosje uit te
rusten, en daarna onder luid hoera sprin
gende en rollende weder naar omlaag
te hollen.
Hoe menig minnend paartje kwam mij,
kwansuis om een heerlijk schoon gezicht to
genieten, een bezoek brengen, maar die,
bovengekomen, meer oog en oor hadden
voor elkanders liefkozingen en zich
overgaven aan de lieflijke droomen van
hun toekomstig geluk. Dat alles iB voor
bij en sta ik daar, gewond en voor een
groot deel van mijn vroeger natuur
schoon beroofd. Tot zoover deze alleen
spraak.
't Is wéar, vóór het dorp heeft de
Natuur plaats gemaakt voor Kunst, maar
waarbij de zwakke punten aanmerkelijk
zijn versterkt, en de zee, dien alles ver
woestenden vijand, een krachtige weer
stand is geboden. Een flinke breede zand
dijk strekt zich thans op die punten
langs de zee uit, waarvoor het zand is
genomen van de daarbij liggende duin
toppen en niet minder van den Seinpost,
die daartoe een ruimen voorraad aan
bood.
Moge het schoone er een wenig min
der op geworden zijn,de zoo zeer gewensch-
te verbetering is er door tot stand ge
komen eu dat is toch de hoofdzaak.
Maandag j.1. is de laatste hand aan
het werk gelegd, waaraan 5 weken lang
ruim 200 man hebben gewerkt.
Door het Bestuur der Af-
deeling rHoorn" van don Noderl. Brood-,
Koek- en B&nketbakkersbond is tegen Zon
dag 19 Februari a.s., 'e middags 12 uur, ten
lokale van den heer h. Nieuwland al
daar eeue buitengewone vergadering uitge
schreven, tot bijwoning waarvan alle in
Noord-Holland wonende bakkeis iu
hun eigen belang dringend worden uitge-
noodigd.
In die vergadering zullen speciaal bespro
ken worden de voor alle bakkers zeer na-
deelige en hun bestaan bedreigende bepa
lingen, voorkomende iu het door Z.Ex.
den Minister vau Binnen!. Zaken ingedien
de wetsontwerp tot beperking van den ar
beidsduur.
22 F e b r. a. s. zal het D e p a r-
temerit Heer Hugowaard der Maat
schappij tot Nut van 't Algemeen eene
openbare vergadering houden met vrijeu
toegang, in een der lokalen van den heer
Pijper. Het programma voor dien avond
bevat wel IS nos., waaronder 5 voordrach
ten door verschillende heeren, 5 nos. zang
en bo tendien een stukje door de Rederij
kerskamer ffHsrmonie" ffGameubileerde
kamers te huur", blijspel in 2 bedrijven
door J, Nuijen,
Ontwapening s-conferentie.
Nu de door dtn Czaar voorgeslagen
vredesconferentie naar alle waarschijnlijk
heid te 's-GRAVENHAGE zal bijeenko
men, wordt reeds htt een en ander be
sproken omtrent de leiding van dezs ge
wichtige vergadering.
Naar diplomatiek gebruik, zon deze
toekomen aan den minister van buiten-
landsehe zaken van het Rijk dat de afge
vaardigden ontvangt.
Men verzeker! echter, dat de heer Da
Beaufort bij voorbaat voor de hem toege
dachte hooge eer zal bedanken.
Komt het vredescongres in Den Haag
bijeen, dan zullen groote hoffeesten en
partijen ter eere van de gedelegeerden
niet uitblijven.
Zekere welbekende J. P. V. kocht
1.1. Maandag op de markt te Alkmaar
van een boer uit Uitgeest een kalf voor
en zelfs haar oom meermalen hadden be
weerd.
„Wees niet boos op my 1 Gan mg nog
een korte rust, slechts drie weken, totdat
ik myno mosder verlaten kan. Ook my
doet dat uitrusten zoo goed ea het leven
hier in de Alpen is zoo heerlyk. Ik zal
verfrisoht en met de oude irouwe liefde weer
tot a Urugkeeren, myn Richard Zoo
had te hem vandaag weer geschreven.
Richard Dcyk had het ergste doorgewor
steld syn krachtige natuur had hem over
de ziekte heengeholpsn eD toon hy in een
doffen slaap was geraakt, bad de dok'er tot
itynt hospita, zyne eenige verpleegster, ge
zegd „Hjj zal nu met een haldar hoofd
ontwaken, en gij zult zien, in drie, vier
dagen is hg op da been."
„Ja, dat kan syn, maar dan komt da
vertwgfeling weer over hem dat zyne lieve
vrouw hem verlaten heeft,* meende de
oude vrouw bezorgd.
Da dokter haalde de sohouders op.
„Voor dergelijke geschiedenissen hebben
wy geen geneesmiddelen, hy moet dat dra
gen zoo goed en kwaad als hy kan."
Zoo hadden ook de cireuslui geoordeeld.
Wie kon dat help9n F
Men haalde de schouders op. Sedert hg
een van huns gelijken was geworden, aohtten
zy het niet noodig bijzonder veel medelyden
met bem te hebben.
Hg was eert goeie kerel, maar hij had
sich tooh laten respoeteereu op een wyzo
die niet te pas kwam.
Nu wreekte men sich daarover, door hen*
op een geheel andere, precies tegenover
gestelde wyzo te behandelen.
En syn eenige werkelyke vriend Roland
lag nog altoos te bed.—
WORDT VERVOLGD.