Zondag 26 Februari 1899.
43ste Jaargang Ho. 3392.
Harde lessen.
TWEEDE BLAD.
Arbeidscontract.
Binnenlandscli Nieuws.
Alkmaar, 22 Februari. Bij
den gemeenteraad is heden het voorstel in
gekomen vin het dagelijksch bestuur op
het adres dd. 8 October 1896 van het be
stuur der Noordetstoomtramvereenigiog,
waarbij wordt in overweging gegeven, aan
gemeld bestanr concessie te verleenen voor
den lijd van 30 jaren tot den aanleg en
de exploitatie van een stoomtram van Scha-
geD over Zijpe en Koedijk Daar Alkmaar,
volgende in deze gemeente ds weelzijde
van het Groot NoordhollandschKanaal tot de
botsrfabriek Kinheim, wsar voorloopig het
eindpunt der baan moet wordeD gevestigd.
SCHA&ER
COURANT.
Het program van urgentie der Libe
rale Unie wordt ten rechte of ten on
rechte door den heer Yan Houten c.s.
gehouden voor den leiddraad van het
huidige ministerie bij het doorvoeren der
sociale hervormingen welke op zijn
program geacht worden te staan. Die
meening wordt ook vaak door de oppo
sitie verdedigd en het is der regeering
dan ook reeds tot een verwijt gemaakt,
dat zij niet voor alles haar aandacht
heeft geschonken aan het eerste punt
van het program van urgentie der Li
berale Uniede „regeling van het
arbeidscontract tot betere verzekering
van de wederzijdsche rechten en ver
plichtingen". Ook de aDti-revolutionnai-
ren vroegen in hun program van actie
sub B 2„regeling van het arbeids
contract", terwijl de radicalen evenzeer
aandrongen op „wettelijke regeling van
het arbeidscontract".
Dat het ministerie zelf tot nu toe aan
de regeling van het arbeidscontract zijn
krachten niet waagde, vindt zeer zeker
zijn grond in het feit, dat weinige maan
den na zijn optreden als Minister van
Justitie, de heer Mr. H. J. Smidt Prof.
H. L. Drucker uitnoodigde een ontwerp
tot regeling der arbeidsovereenkomst
voor te bereiden. Deze nam die op
dracht aan, maar de bewerking vorder
de meer tijd, dan b?j aanvankelijk ver
wachtte. Eerst in het begin van 1894
kon hij den minister het ontwerp aan
bieden. Kort daarna trad Mr. Smidt af,
en de tijdsomstandigheden voerden Mr.
Drucker er toe het ontwerp in de por
tefeuille te houden.
De tegenwoordige minister, Mr. P. W.
A. Cort van der Linden heeft echter in
het vorige jaar die., opdracht herhaald en
den 17den Oct. j.1. bood prof. Drucker
dan ook een ontwerp van wet tot rege
ling van de arbeidsovereenkomst met een
memorie van toelichting den minister
aan, dat later door het Departement van
Justitie is uitgegeven.
Wij zijn voornemens dit ontwerp van
wet, waaraan actualiteit zeker niet kan
worden ontzegd, eenigszins uitvoerig te
behandelen. Wij hebben daarmee nog
een ander doel en wel om belangstel
ling te wekken voor een onderwerp, dat
niet alleen het eerste als een urgente
hervorming op het program der Liberale
Unie voorkomt, maar ook, hoewel het
contract van den arbeid alle dagen, ja bijna
elk uur van den dag tusschen arbeider
en werkgever gesloten wordt, toch het
slechtst van alle overeenkomsten is ge
regeld.
Laten wij echter dadelijk op den
voorgrond stellen, dat wij het niet uit
een juridisch oogpunt zullen beschouwen.
Indien wij daartoe al in staat waren
wat wij niet zijn zou ons toch de
ruimte in dit blad ontbreken. Wanneer
wij er 't onze van zullen, zeggen, dan
zal dit zijn van het standpunt van hen,
die tot nu toe om een wetboek op den
arbeid vroegen en in dit wetsontwerp]
kunnen zien een deel van dien grooten
arbeid, die nog altijd op de schouders
van de wetgevers van het heden
of van de toekomst rust.
Om tot een goed geheel te komen,
zullen we eerst het wetsontwerp in zijn
hoofdbepalingen volgen.
Wat is nu Arbeidsovereenkomst?
Art. 1 leert ons, dat arbeidsovereen
komst is do overeenkomst tusschen een
arbeider en een werkgever, waarbij de
arbeider tegen loon zijne arbeidskracht,
geheel of voor een gedeelte, voor zeke
ren tijd ter beschikking stelt van den
werkgever.
Het gewone begrip van arbeider, welk
woord in de dagelijksche beteekenis
iets lager staat dan werkman, omvat
in den regel die personen, die met han
denarbeid hun brood verdienen, als daar
zijn de timmerman, de metselaar, de
veenwerker, de opperman, enz., maar
uit de toelichting blijkt, dat het ont
werp veel verder gaat en dat onder
arbeider wordt verstaan ieder vrouwelijk
of mannelijk individu, die tegen loon
voor zekeren tijd, hetzij geestelijken,
hetzij lichamelijken arbeid ter beschik
king van een ander stelt.Zoowel de gewone
arbeider als de dienstbode, zoowel de
koetsier als de juffrouw met de schrijf
machine, zoowel de boekhouder als de
directeur eener naamlooze vennootschap,
vallen in de omschrijving welke het
ontwerp van de arbeidsovereenkomst
geeft. Het is dus toepasselijk overal
waar eene arbeidsovereenkomst tegen
loon aanwezig is, onverschillig welke
namen of titels in het verkeer aan de
partijen of aan de dienstbetrekking mo
gen gegeven worden.
Behoudens een paar uitzonderingen
ten behoeve van minderjarigen, kan
de overeenkomst, die tusschen partijen
wordt aangegaan, zoowel mondeling als
schriftelijk worden gesloten. Een minder
jarige echter, die den leeftijd van acht
tien jaren heeft bereikt, is bevoegd tot
het sluiten van eene overeenkomst.
Ten aanzien van minderjarigen bene
den den leeftijd van achttien jaren komt
de overeenkomst tot stand, wanneer
door of namens den wettelijken vertegen
woordiger der minderjarigen aan den
wetgever een arbeidsboekje, door het
gemeentebestuur uitgereikt, wordt over
gegeven en dit door dezen wordt aange
nomen.
Yan veel beteekenis zijn de bepalingen
omtrent de geldigheid van reglementen
en het opleggen van boeten.
Bedingen, vervat in een door den
werkgever vastgesteld algemeen regle
ment, worden alleen dan geacht bestand
deel der overeenkomst uit te maken,
wanneer is voldaan aan de volgende
vereischten
lo. een exemplaar van het reglement
moet op eene voor den arbeider gemak
kelijk toegankelijke plaats, zoo mogelijk
FEUILLETON.
19.
De onde domheer had het zich op de so
fa zoo gemakkelijk mogelijk gemaakt:
de reeds naderende dag scheen zijn
onrast een weinig te hebben doen be
daren. Hij bad tenminste zijn sleutels,
het onde, dikke horloge, zijn portemon-
naie en zijn tabaksdoos uit zijn sak
genomen en dat alles lag op tafel voor
hem.
Gisela's opgewondenheid was zoo groot,
dat zy, ondanks het laide kloppen van haar
hart, luidkeels had kannen lachen.
Daar lag haar bewaker en zijn geldbeurs
voor beml Met fonkelende oogen eig-mde
Gisela sich deze toe. Na was ze plotseling
nit den nood.
Hij snorkte rustig en eentonig door.
„God is met mij riep Ghela zeer be
moedigend, ja met een heimeljjken jubel in
haar ziel.
Zij deed de huisdeur open, trad zacht-
kens naar buiten; geen ziel verroerde zich
in huis.
Daarna trok se hare schoenen aan en
liep den steilen bergweg al, neen rij
vloog, zjj gevoelde zio'a zoo licht als oen
vogel.
Toen tij na verloop van een half uur in
het dal aankwam, wist zij niet verder waar
heen te gaan. Zy had aleoh'8 gehoord, dat men
in Senbsch een station had en om daar te ko
men moest m:n deneenigen straatweg die er
was volgen, dus kon se niet missen.
Zooder zich lsDg te bezinnen, ging «ij de
zen dan ook op. Hier in het dal zag
men eerst goed, dat de morgen naakte.
Juist voor haar, aan den wonder blau
wen hemel, stond flonkerend de morgen
ster. Nog nooit hsd ze die in baar volle
schoonheid gezien- Een kleine, eerbiedige
siddering ging baar door bet harte, het was
haar als voelde zij Gods beschermendo na
bijheid-
„Ik doe goed P" zeide zij dikwijls half on
bewust lot zichzelf, wanneer zij aan da ver
twijfeling harer moeder en aan den toorn van
oom en Melanie dacht.
Nu eerst begreep ze, dat men haar met
al die bewijzen van liefde duizenderlei wen
ken gegeven bad, die zij niet had begrepen,
of te trotseh was geweest op zichzelf toe te
passen.
O zeker, de haren zagen haar liever dood
dan in de positie van de vronw van eenen
kunstrijder. Een ondersoheid was het hun
onmogelijk te maken.
„Ik echter, ik wil liever al uw goeder
tierenheid missen, dan de liefde van mijn'
man! Ik blijf je trouw, mijn arme Rick!"
zeide zij dikwijls luid voor zich heen. Hoe
bad rij zoo zwak kannen zijn, om zich te laten
paaien door zoste woordjes en het gemak
kelijke leventje thuis
Ach, zy wist het wolzij hsd er zoo
sterk naar verlangdbet leven daar zoo
gemist.
„Maar na 1 En al bezat ik^na allen rijk
dom en alles wat voor geld whs te koop
ronder u, men geliefde, is mij d<t
alles waardeloos. Liever bedelen met jon,
dan tonder je te genietcD. O ja, ja liever
bedelen
lntusschen liep ze verder en verder. Zij
voelde geen vrees, geen zenuwen, slechts
grooie vreugde en verlangen.
De geboete omgeving lag nog in de
morgenschemering, een koude wind woei
van uit de bergen
Maar immer roodor werd de hemal. Nu
fonkelde er een heldere, scherp? zonnestraal!
Daar was de zon I
Hoe schitterde en glansde het meer! Hoe
wonderbaar, hoe onuitsprekelijk schoon lag
deze tooverworeld daar in den danw van
den vroegen morgeo. Plotseling weer
klonk een mager signaal door de s ilte, ver
weg, van het meer af, een oogenblik later
dichterbij, links van bel dorpje, ru zwaarder
eo voller, dan weer veider weg. De trein
was in aantocht.
in het arbeidslocaal, zoodanig opgehangen
zijn en blijven, dat het duidelijk leesbaar
is
2°. een exemplaar van het reglement
moet aan den arbeider of, zoo deze den
leeftijd van achttien jaren nog niet
bereikt had, aan zijn wettelijken verte
genwoordiger, bij het sluiten der over
eenkomst zijn overhandigd
3°. de arbeider of zijn wettelijke
vertegenwoordiger moet, door ondertee-
kening van een ontvangbewijs, hebben
verklaard, dat hij mef de in het regle
ment voorkomende bepalingen bekend is.
Weigort hij de onderteekeniDg, zoo
wordt de overeenkomst geacht niet te
zijn tot stand gekomen. Kan de arbei
der of zijn wettelijke vertegenwoordiger
niet schrijven, dan treedt voor zijne
ouderteekening in de plaats een kruis of
handmerk, bevestigd door de ondertee-
keuing van twee getuigen. Alle bedin
gen, in strijd met die bepalingen, zijn
nietig.
Nieuwe reglementen of wijzigingen
van bestaande reglementen, door den
werkgever na het sluiten der overeen
komst vastgesteld, verbinden partijen
alleen, indien een exemplaar daarvan
aan den arbeider of aan zijn wettelijken
vertegenwoordiger is overhandigd, en
niet eerder dan den negen-en-twintig
sten dag na dien, waarop een exemplaar
op de boven omschreven wijze is opge
hangen. Alle bedingen, in strijd met
deze bepalingen, zijn nietig.
En bet volgende is van bet grootste
belangbepalingen in een reglement,
waarbij eene óf door óf namens den
werkgever op te leggen boete wordt
bedongen voor het geval dat de arbeider
een in dat reglement voorkomend voor
schrift overtreedt, zijn alleen geldig, in
dien het reglement, voor zoover deze
voorschriften en bepalingen betreft, door
Gedeputeerde Staten is goedgekeurd. Die
goedkeuring wordt niet verleend, wan
neer niet blijkt, dat, en met welken uit
slag de meerderjarige arbeiders, werkzaam
in de onderneming of bet gedeelte der
onderneming, waarvoor bet reglement
bestemd is, over die voorschriften en
bepalingen vóór de vaststelling zijn ge
raadpleegd, en wel ieder afzonderlijk, of
gezamenlijk, of bij monde van hunne
door vrije kéuze uit hun midden aange
wezen vertegenwoordigers. Overigens
wordt de goedkeuring alleen geweigerd
op grond van strijd tegen wettelijke
voorschriften of tegen de goede zeden.
Iedere boete, onverschillig of zij in
een reglement of in een bijzondere over
eenkomst voorkomt, moet op een bepaald
bedrag gesteld worden.De bestemming der
op te leggen boeten moet nauwkeurig zijn
aangegeven. Zij mogen nimmer strekken
tot persoonlijk voordeel van den werk
gever zelf of van degenen, die door
hem met het opleggen der boeten be
last zijn. Alles op straffe van nietigheid
der boetebepaling.
Hoogere boete dan het loon des ar
beiders van één dag mag niet bij regle
ment worden bedongen. Bij bijzondere
overeenkomst kan een hoogere boete
Gisela had'gaarne dankbaar willen neer
knielen, maar rij moest zich nn haas en.
Nu ging het steiler bergafde straatweg
boog rechts van hei meer af, de lucht
werd minder scherp.
Gisela kwam nog juist byljjds op het
kleine station aan. Zij wilde nog haas'ig
lelegrafeeren. Wat zon Richard zeggen
Em schrik deed plotseling haar hart stil
staan. Hoe P Wanneer hij nn eens boos
op haar was, ïoo erg, dal hij niets meer van
baar wilde weteD P Wanneer het telegram,
dat zij nn afzond, hem er eens toe dreef
om voor haar op de vlucht te gaan P
„O nean, neen riep een andere stem in haar
hart. „Hg heeft je lief 1 Gij rijt zijn eenige
geluk
„Maar wanneer zjjn liefde eens in haat
ware omgeslagen
„Dan smalt het ijs, soodra gij hem weder
in nw armen slaitl'
Door dezen twijfel evenwel telegrafeerde
zij niet. De troin werd reeds gemeld. Zjj
nam haas'ig een kaartje naar Weenen. Eerst
nu zag se, wat de portemonnaie van haar
oom inhield; 't was lang niet zooveel ais
Gisela zich wel had voorgesteld.
Zg vroeg daarom een biljet derde klasse
en zette zioh schuw en angsdg in een hoek
van ern dusdanige coupé. Zij kon het niet
helpen, maar zij gevoelde zieh Ie voornaam
en te deftig voor zoo'n ordinair plaatsje.
D i omgang met Melanie en haar moeder
had al hare verstandige levensopvattingen,
die haar in den omgang met bescheidener
mensohnn eigen waren geworden,weggevaagd,
als met krijt geschreven letters.
Rondom haar zaten boeren, die de Zon
dag reislustig bad gemaakt zij stapten in
en spraken op hun platte, gemoedelijke ma
nier.
Zij spraken Gisela ook toe en zjj antwoord
de zonder aarzelen- Maar zij bemerkte toch
boel spoedig, dat baar reisgezellen haar
wantrouwden zjj hielden haar te
voornaam voor zulk een eenvoudig reisge
zelschap.
Hoe langer rij reisde, hoe onbehaaglijker
werd bet baar te moede, want de wisseieDde
reizigers aerden tan uur tot uur levendiger
worden bedongen, doch alleen ten aan
zien van arbeiders, wier in geld vastge
steld loon meer bedraagt dan drie gul
den per dag, of uitsluitend bestaat in
een bedrag, afhankelijk van den omzet,
de opbrengst of de winst van des werk
gevers onderneming.
Ongeoorloofd en nietig is ook elke
overeenkomst tusschen den werkgever
of diens beambten of zetbazen en eenen
aan een hunner ondergeschikten arbei
der, waarbij de laatste zich verbindt,
het loon of zijn overige inkomsten of
een gedeelte daarvan op een bepaalde
wijze te besteden, of zijn benoodigdhe-
den op een bepaalde plaats bij een be
paalden persoon aan te schaffen. Een
uitzondering wordt echter toegelaten
voor het bedrag, waarbij de arbeider
zich jegens den werkgever verbindt, de
voor zijn arbeid in diens dienst ver-
eischte grondstoffen, werktuigen of
bijzondere kleeding op een bepaalde
plaats of bij een bepaalden persoon aan
te schaffen, en dan verder, wanneer de
arbeider deelneemt in eenig aan des
werkgevers onderneming verbonden
fonds, mits het reglement bepalingen
bevat die de bestemming van bet fonds,
de wijze van beheer enz. aanwijzen.
Men ziet het, de Eerste Afdeeling
van het ontwerp, die deze algemeene
bepalingen bevat, is nagenoeg geheel
gewijd aan voorschriften, die tegemoet
willen komen aan de klachten die nu
reeds zooveel jaren uit het leger van
den arbeid zijn gehoord.
Het wetsontwerp moge nu wel een
algemeene strekking hebben en ook om
vatten hen, die wij in den regel niet
onder de arbeiders rangschikken, het
hoofddoel is kennelijk om te waken te
gen misbruiken, die reeds lang met den
vinger waren aangewezen, maar waarte
gen men niets kon doen. Zoo kan voor
taan de werkgever zich niet op zijn re
glement beroepen, wanneer de arbeider
het ontvangbewijs niet onderteekend
heeft. Komt in dit reglement boete voor,
Gedeputeerde Staten moeten het goed
keuren en zij doen het niet, indien de
arbeiders niet zijn gehoord, en niets
verhindert dezen, om bij Ged. St. tegen
zulk een reglement, indien dit noodig is,
op te komen.
Zoo ook wordt er gewaakt tegen het
willekeurig opleggen van boeten om daar
uit winst te behalen, terwijl evenzeer,
wordt dit ontwerp eenmaal wet, wat wij
vurig hopen, de zoo afschuwelijke, aan
woeker gelijke, gedwongen winkelnering
tot de geschiedenis zal behooren.
Reeds deze eerste afdeeling wijst er naar
heen, dat wij hier niet alleen te doen
hebben met den arbeid van den rechts
geleerde, maar ook en bovenal met het
werk van een man, tot wien de luide
kreet der sociale nooden is doorgedron
gen, de klacht over willekeur en onrecht,
door de economisch-zwakkeren geuit.
In een volgend artikel zullen wij de
bepalingen omtrent de verplichting tot
voldoening van bet loon nader mededee-
len.
Bedronken zich, boden ook haar de
flssch aan en uitten allerlei spotternijen
over het stadsjufUrtje
Maar de wonderscboone streek oefende tooh
ook indruk op Gisela uit sij vergat
bij bet vele indrukwekkende dat ze aan
schouwde da onaangename woorden, haar
toegevoegd.
Eindelijk, eindelijk Weenen
Gisela was halfdood van vermoeienis. Zij
nam nu. na gotd den inbond der benrg
te hebben nagezien een kaartje earate
klasse. Want op een Zondagavond kon se
onmogelijk met dat opgewonden volkje in
één coupé gaan zitten.
De trein was overvol, zoodat mea van
alle kanten gemopper en gevloek hoorde.
Gisela was in een coupé geschoven, waarin
reeds drie k'eine kinderen en het vol getal
aan volwassenen aanwe'ig waren. Mon pro
testeerde tegen baar binnenkomen en een
onde heer, die zag boe verlegen Gisela
daaronder werd, zeide, dat in de derde conpé
nog plaats was en braoht Gisela daarheen.
Zij vond na een plaats bij vijf andere
dames en heeren- Ook de oude heer was
bier ingestapt, zonder verder notitie van
haar te nemen.
De trein ging af. Gisela drakte zioh met
behagen in de zaeh'e kussenszij baalde
verlicht adem, nu weder bij baars gelijken
te zitten.
Ja, ja, zij kon bet niet helpen, sij bad
geled 'D; bet deed baar pijn els zij zich
gedwongen gevoelde met al die onopgevoede
menschen te moaten omgaan.
Eigenlijk was zij toch een dwaas, over
legde «ij verder; het wss dom en niets dan
hoogmoed geweest. Wat hadden die mensohnn
haar eigenlijk voor kwaad gedaan? Men bad
haar aangesproken, men had baar trouwhar
tig een versterking aangeboden, waarvan
zij zelf zeer veel bielden, en zij, had zij
zich niet zeer belachelijk gedragen
Ach, Melanie, MelanieZeker, gravin
Kopp cks bie'd een dergnliiken hoogmoed voor
een treken harer waardigheid, msar sij P
„Bij een circus!" Op welk een toon had
den de haren dat niet gezegd „Kunstryder 1*
O, die verachting en vernedering 1
Veiling, gehouden op 22
Februari 1899, ten overslaan van Notaris
G. van Os te Zijpe, ten huize v»n
den heer A. Wit te Winkel.
1. Eau huis, tnin en serre te Wi< kei,
kadaster sectie B. Nes. 437 en 438, ter
grootte van 29 aren 10 centiaren; kooper
de heer K. Zeilemaker te Winkel voor
f 2160.
2. E n koetshuis te Winkel, kadaster
Sectie C, No. 530, groot 3 aren, 95 cen
tiaren; kooper de heer A. C. Muller te
Winkel voor f 1450.
De eierenhandelop Texel
breidt zich van jaar tot jaar nit. Het
aantal kipeieren da», vooral naar de beide
Hollanden, verzonden wordt, bedraagt reeds
ongeveer 600.000 stnks, terwijl' goede prij
zen bedongen wordaD.
Prov. Bond van Veefokkers.
Een bijeenkomst van verschil! -nde vee
houders en veefokkers te PURMEREND
heeft ten gevolge gehad, dat er een Pro
vinciale Bond van veefokkers ia opgericht,
die zich verbindeD, e.1 hun fokvee met
tubeiculine te l»ten inspuiten en zich van
dit vee te ontdoen, wanneer er tuberculose
wordt geconstateerd. Dc Rijksveearta, de
heer J. W. H. Geerlings, zal met de in
spuitingen aanvangen bij verschillende
veehouders. Om meerderen te doen aan
sluiten, zal men den 28 opnieuw in „de
Doele" vergaderen.
Het bestuur bestaat uit de heeren H.
de G<>ede Az., voorzitter, P. Zeeman, se
cretaris en W. Bakker, penningmeester,
allen te Beemster.
Uit ROTTERDAM werd vroe
ger melding gemaakt van een huwelijks-
pbchtigheid per fiets, dezer dsgen heeft meB
hier weer wat anders kunnen genieten.
Het psar, dat voortaan lief en leed met el
kaar zal deeien, bega! zich thans met de
getuigen in versierde roeibooten naar den
ambtenaar vsd den burgerlijken stand. Na-
tuurlijk w s de aandrang van nieuwsgieri
gen weer zoo groot, dat eeD talrijke poli
tiewacht noodig was om den toegang tot
hit raadhuis at te zetten. Toen mee daar
in i iet slasgde, liet men de van den ernst
der plechtigheid zoo overtuigde feestgmoo-
ten door een achterdeur ontsnappen Doch
het volk ontdekte dit spoedig, zoodat het
j>nge paar een gevolg kreeg, waarop het in
gewone omstandigheden niet zou hibbea kun
nen rekenen. De man is 39, de vrouw 50 j«ar.
Met deze en dergelijke gedachten, som
wijlen insluimerend en dan weder zich op
richtend, verliep er een geruime tijd.
Plotseling bemerkte ze, dat er nog maar
twea heeren in de ooupé zaten, die oude
en eeu officier, en beiden spraken halfluid
met elkaar.
Zij had dus zoo vast geslapen, dat ze
het uita'appen der andere reisgezellen niet
eens had bemerkt.
„En waar zjjt ge nu, heer ritmeester
vroeg de oudere heer aan den tffioier.
„Ik beo tot mijne grooie vreugde naar
Graz verplaatst; men wordt het leven in
eene kleine glad spoedig moe, vooral sedert
Riohsrdniet meer bij ons is Het was wonderlijk,
maar we konden onmogóijjk buiten elkaar,
ik weet eigenlijk zelf nies waarom. Hij
was de ziel van ons kringetje."
Gisela luisterde scherper toe. Die s'em
kwam haar zoo bekend voor, die «enigszins
slepende manier van spreken. En nu den
naam Rchard.
„Ik verzoek je vriendelijk, Ridowitz, neem
dien naam niet cseerl" had de andere heer
driftig geroepen.
Haar hart klopte vlugger,
„Rzdowitz I* Ze had een haastige bewe
ging gemaakt, zich opgericht en de oogen ont
steld geopend. In bet volgende oogenblik
had ze zichzelve reeds gezegd: „Hij mag
mij niet herkennenZij wendde du«
haas ig het gezicht Daar de andere zijde
en drukte zich geheel in baar hoekje.
En daarbij hamerde baar hart tot berstens
toe. zoodat ze meende dat de beide mannen
die nu zwegen en nasr haar gekeken had
den, hnt hadden moeten hooren.
Radowils Richard's ritmeesterZjjn
liefst» vriend I En boe goed kende zij
zelve hens- Zij hadden bij haar grootou
ders zoo menig aardig uurtje doorgebracht,
hadden met elkaar gedanst, met elkacr
schaatsen ger> den
Groo e God, wanneer Radowiti haar nu
eens herkende/
Eea ontzettende angst greep haar aan;
hij zou dan bepaald naar Richard vragen,
en zij zou mosten antwoorden „bijeen
circus!"