Ze hebben 'em. BEGRAFENIS VAN FELIX FAÜRE. WORDT VERYOLGD. De ontrouwe kantoorbediende Jaargeld, die er met een f 24000.— van de Asso- ciatie-cassa te Amsterdam vandoor w.s ge- gaan,is,nadat bij de politie eenige dagen han denvol werks had gegeven en er een premie van f 1000.op zijn opsporing was gesteld, al heel spoedig aangehouden in de 1ste Jan Steen-straat te Amsterdam, bij een juffrouw, bij wie hij zijn iutrek had geno men. Maar ze hadden 'em nu wel,maar de duiten waren gevlogen en uit de zeer uitvoerige verhalen van het heer was niet veel wijs te worden. Ten laatste viel hij door de ben. In den loop van het verhoor bekende hij, den eersten nacht na den diefstal te hebben doorgebracht Warmoesstraat 43, een bierhnis met kellneriunen.Onmiddellijk toog men naar het aangewezen adres, en ging aan het snuffelen in de kamer, waar Van Jaarsveld dien nacht had geslapen. Iu den hollen voet van een beeldje, dat op den schoorsteenmantel stond, werden twee bank biljetten vaD f 1000 ontdekt; meer was er niet te vinden. Overtuigd dat de rest van het geld er ook moest wezen, liet de commissaris den arrestant per rijtuig van de St. Pieteraha! halen, en deze wees de plek boven achter het behaugsel aan, waar hij de andere biljetten had gestopt. Het geld w&b daar zoo goed geborgen, dat een stuk van deo wand moest weggeoroken worden om er bij te komen. Daar vond men nog veertien biljetten van f 1000, met de andere dus samen f 16.000 daarbij geteld de f 5500, wel ke Van Jaarsveld bij zijn arrestatie bij zich bad, en de f 800, die hij in een bierhuis had afgegeven om aan ziju vrouw (die het geld echter weigerde) te bezorgen, maakt ta zamen f 22.300. Hetgeen er nog aan de f 24.000 ontbreekt, f 1700, kan bij wel veiteerd hebben. De waardin van het logement was hoogst verbaasd, dat er zooveel geld in dis kamer gevonden werd. Uit YLI3SINGEN wordt gemeld Het 15-jarig dienstmeisje, in dienst bij de familie K., waar de heer B. inwoont, bracht bij hel afhalen van het bed van B. een doos te voorschijn. Nieuwsgierig deed zij de doos open en vond daa'iu een geladen revolver. Door aan den trekker te trekken, gisg het schot af en kreeg zij den kogel in de borst. De kogel is niet gevonden. In hoogst ern- stigeD toestand werd het meisje naar het gasthuis gebracht. L a n d b o u w. Door het bestuur van de afdeeling Rot terdam, Schiedam en omstreken der Hol- landsche Maatschappij van Landbouw is het volgende request gericht aan H. M. de Koningin #Dat thans wederom een nieuw gevaar den Hollandschen veehandel van de zijde van België bedreigt jDat dit gevaar verband houdt met den invoer van het vet- of slachtvee en r< qnes- trant voor het oogenblik tei zijde stelt de vraag, of de tegenwoordige voorwaardelijke openstelling der Belgische grenzen voldoen de strookt met de belangen van den han del in mager (fok- en melk-) vee ,,Dat het voor België bestemde vet- of slacht vee thans na keuring hier te lande in gesloten spoorwegW8ggons naar de abattoirs van de groote Belgische steden wordt vervoerd,nadat het op de grenzen door een Belgischen veearts gekeurd is en de waggons geplombeerd zijn #Dat het ingevoerde vee bij dien vervoer met geen ander vee in aanraking koiat en korten tijd na aankomst op het abattoir wordt afgemaakt Zij verroerde z ch niet Zij haalde nauwelijks adem. Wie was die andere 1 Het kon slechts Richard's vader zij» Zij bad hf*m niet aangezien; de beleefde heer was haar geheel onverschillig geweesl; iu haar grooie vermoeidheid had ze bem naoweljjks bedankt. Eu nu stond die scène baar voor den geest, die leelijke ontmoeting in Riohard's kamer; en ze <ag den toorn en de minach ting van diens vader, hoorde de ontzettende, beleedigende woorden weder. Groote bemel! waarbeen zoa ze kruipen, soodat die twee haar niet souden herken nen t Het bleef een lange poos stil, i indut de ocde Trausnitz Redowitz veibodon had, over Riebard te praten. Eindelijk begon bij self weder, terwijl hij den ecnigen vriend van tijn zoon een sigaar aanbood. Radowitz bedankte; bij gaf in overweging ten gelieve der medereDende dame bel roo- ken te laten. De oude Trausnits antwoord de eenigitins verdrietig.Met uw per missie 1 Dit is een rooksoupé." Daarna velgde wederom een lange pau e. Gisela begon zich juisl weer een weinig garnster te gevoelen, maar zij was ook weer zoo vermoeid. Maar daar hoorde tij blijkbaar had ?e andermaal een oogenblik geslapen de bei de onderen samen praten en zij waren lai' j. den in een reer levendig gesprek. Da ?a_ der van Richard zeide Iets over eoerg'',e en den moed niet laten zakken en gir g dan voort „Dat alles sou zco niet zijn gekomen, wanneer het ougeluksmensch Clatva bad ge nomen. Gij bebt toenmaals 'iilerj mee door leefd, Radowilzenik heb u ejj Wc.rmede dui zendmaal in mijn hart dar^vc/or dank ge zegd, dat ge gotrsoht hebt al uw invloed op Richard aan te wondsD. .Alles stoid zoo mooi mogelijk, zoo best sis 'f, maar kon Janko Tdilleuberger met zijn geld en ik met mijn naam en kennis, wjj huilden millioenen koenen winnen en de jongen si ra zich in weeldo Jut de' en nuf Nu heelL Jjmko hemzelf deze wijze van invoer van vet vee derhalve «och den sanitairen toestand van den Belgischen veestapel, noch den alge- meenen gezondheidstoestand in België ook maar eenigszins kan bedreigen rDat echter ds Belgische regeering voor nemens schijnt om iu deze wijze van invoer verandering te brengen ,Dit immers in de zi'ting der Kamer van Afgevaardigden van 31 Januari jougst- leden de ininistst van landbouw, de heer Da Brnijn, zich heeft uitgelaten in dezen zin, dat wel de invoer van slachtvee bgua ten allen tijde kan worden toegelaten, maar op voorwaarde, dat de dieren op de grens zullen wordeo geslacht op het oogenblik van hun invoer, met de msdedeeling, dat de hoogere Lurdbouwraad in gelijken zin ge adviseerd had, dat Z. Exc. reeds pogin gen heeft aangewend om dit stelsul ten uitvoer ta brengen en dat wellicht binnen korten tijd san de Kamers voorstellen tot verwezenlijking der ontworpen maatregelen gedaan zullen worden „Dat de verwezenlijking van zoodani- gen maatregel slschting van het vee op de greuzen aan deu handel in vet vee een onberekenbaar nadeel zoude be rokkenen #Dvt de Belgische handelaren geen vet vee in Holland meer zullen aankoopen, wanneer het vee niet in de slachthuizen der groote steden, doch reeds aan de gren zen wordt geslacht, vermits het geen be toog behoeft, dat het vleesch onder die omstandigheden vooral bij zomerdag niet van de haDd gezet zal kunnen worden; „Dat de Belgische vleesch houwers dan ook reeds tegen Dinsdag 28 Februari 1899, 3 uur nam., iu het Vlaimache theater, Laakenstraat te Brussel, eene groote nationale meeting hebben uitge schreven, wtatvan de dagorder luidt „Protesutie Lgeii het ontwerp vau M. de Bruijnde inrichting op de grenzen van bestendige slachthuizen oin daar de slachtbeesten bij hunnen invoer af te m ken" „Dat wanneer de vraag van België (waarheen jaarlijks zoovele duizenden slachtbeesten worden vervoerd) afneemt of ophoudt, de waarde vau den Hollandschen veestapl bedenkelijk zal verminderen; „Dat bovendien vnocht het voorne men der Belgische regeering werkelijkheid worden het uit Amerika iugevoerde vee ia Antwerpen (en das ni t op de ee ne of andere grensplaats) geslacht zoude worden, tengevolge waarvan de invoer uit Amerika in gunstiger conditie zoude ziju dan die uit Holland. ^Redenen, waarom requestrant eerbiedig verzoek', dat het aan Uwe Majesteit moge behagen om aan Ur. Ms. regeeriug het doen van zoodanige stippen op te dragen, dat de in België voorgenomen maatregel niet tot uitvoering worde gebracht." GEMENGD MËl'WS. H-()+- Te tien uur precies dreuude Donderdag- mo'gen j.1. het eersta van de 101 scho ten over Parijs, dat den President begra ven ging. Onder het dof gedreun der schoten werd het stoffelijk overschot het Elyeée uitgedragen. Het gebeeli presideuts-paleis was io rouw gestoken, alles was met grocte, zware ciêpe-sluiers behangen, Io de voorgang was een enorme cartouche aangebracht, ge heel in zwart gehuld, met de verschillende wapenen der R-publiek daarop. Vaandels en etandaards waren daar omheen gegroe peerd. Do ruimte was met palmen ver sierd en het geheel maakte een zeer dïoe- geuitn als «en groote God, bet is om zich da haren uit hot hoofd te rukken. En aan de beurs heeft hij het mij luid gezegd, dat Richard in Lemberg va een eirous rijdtJa, je, Radowitz, ou dat is er nu van mijn eenige geworden en dat terwille van een vrouw „Schonk ze vergiffenis," zeidv Du de langiame, slepende stem van den ritmeester, „vergeef hnn, mijnheer von Transnit», wan neer ik mij eenige inmenging mag veroor loven. Hsdi ge niet verstandiger en beter gedsen, uw zoon te onderhouden en hem in zijn betrekking van officier te Juten, toeD hg verplicht was etn huwelijk aan te gaan, dat bij, wilde hg een taan van eer bljjver, niet ontgaan kon f* De oude beer stiet een wilden vloek uit. „Verstandig ware 't geweest, wanneer d*ze blaam, die mg die Janko heeft be reid in zjjn wraskr,noht tegen Riebatd, mij brpaard waa geblevenmaar men is niet altoos in staat ona verstandig te ziju. De jon gen goo de ai wgrie plannen in> het honderd, mijn heele t'oekomst waagde bij aan een gril. En np moest ik verstandig zijn, zeker om hem en ong heiden P Na ben ik klaar mot hem.. Mj •ou hongerend' aa n deu weg knnnaTj liggen, daa zou ik bem voorbijgaan. ik er mij weer bovenop- gewerkt heb, k»' ik ham niet meer. Welk een paar jaren *.eb ik rrosten doorworstelen. Dag en nsebt beb ik gewerkt, gespeouleerd, en nu gaat hot eindelijk weerik heb oen idéé >.eg ik u, een idéa I En het geld ervoor hob ik ook; ik heb dien Janko Töillenber- ger niet meer Doodjg." „Mijnheer von Transni'z, gij helpt zoo menigen armen duivel aan werkroep uw •ooa wa*r tot o, gent hem een plaats waar hij zijn levensonderhoud zal kennen verdienen." .Ik t Dan kent gij rag al heel sleoht, mjjuheer Radowits! De eene dienst is den an deren waard 1" luidde het grimmige antwoord. „Bij was een kranig officier, een goed meeseb, mijnheer von Traasnitzl Ik heb zjjiae vrouw als meisje dikwijls gesien. Zij v/»s een beerJij k schepseltje. Zeker, zijn joliiide hartstocht maar wie kan de lie.'de ven, maar grootschen indruk. Nadat het lijk wss uitgedragen begon de stoet zich te formeeren. Van den vroegen morgen af reeds ver dringt zich een groote menigte langs deu weg, walken de stoet zal volgeD. Het is ovetal kalm. De dag belooft rustig te zullen zijn. Tegen neg n uur stellen de troepen zich langs deu weg in dubbele laag en de menigte neemt daarachter plaats. De stoet was als volgt stamgesteld Achter den lijkwagen gingen een kapi tein die het grootkruis van het Legioen vau E^r, en twee kapiteins die de vreem de ordeteekeneu droegen. Daarichter kwam He familie, door het personeel vsn het Elyséj, in zwaren rouw, omringd. President Loubet, vergezeld van den chrf v»u zij" militair huis en den chef van het protocol, gaat achter de familie, door vier deurwachters van het paleis, met getrokken sabel, omringd. Vervolgens kwamen de voorzitters ven Senaat en Kamer van tfgevaardigden, de gezant van den Paus en de ambassadeurs, en de buitengewone gezantschappen, io de volgorde, door het protocol geregeld. Delegaties waren gezonden door Enge land, Duitschland, Rusland, Oustenrijk— Hongarije, Italië, België, Nederland, Por tugal, Spsnje, Bulgarije, Rumenië, Servië, Lnximhurg, Deuemarken, Zwitserland, Bra zilië, Monaco, enz. enz. De nieuwe president trekt zeer de aandacht. Hij loopt blootshoofd» io den stoet en is door een paar ministers en den voorzitter der Kamer vergezeld. Na een langen weg wordt de Nötre-Dame eindelijk bereikt, die evenwel te klein is orn den gehe.elen stoet te bevatteD. In den stoet gaan niet minder dan tweehonderd vereenigingen; men oordeelt de lengte groo- ter dan bij het begraven van wijlen pre sident C&rnot. Aan den ingang der kerk werd de kist in ontvangst genomen door den aartsbis schop van de Nótre-Dame. Het prachtige gebouw was inwendig geheel in rouw. Alles was gedrapeerd met groote zwarte kleeden met hermelijnen omslagen. De katafalk, waaronder de baar ge- pLatst werd, storrd onder een baldakijn, vanwaar in breede plooien rouwaoek omlaag gleed om zich aan te sluiten aan de draperieën van de pijlers. Het voetstuk dat den sarcophaag droeg, was 11 meter hoog. Het geheel werd stemmig overgoten door een schemerlicht uit 20 lantaarns, 24 ronwlampen en 100 kaarsen. Vlaggentrofeeën en cartouches met het naamcijfer der republiek en de initialen van den doode versierden de pijlers van het koor en het ruim. De president vaD de republiek nam in da kerk plaats op een zetel, slaande rechts van de katafalk. Zijn gevolg had hem hier alleen gelaten. De dienst duurde slechts kort, doch was zeer plechtig. Mgr. Richard, omgeven door- de bisschoppen en de voornaamste geestelijken, leidde, na den president het wij-water aangeboden te hebben, de mis. Nadat de dienst in de kerk was afge- loopen, begonnen opnieuw de schoten te dreunen. Men begaf zich naar bet kerk hof, Aan weerszijden van den ingang daar van stonden zuilen met zwarte behangsels, verder vlaggentrofeeën en hier en daar wierookvaten. Ook was een katafalk op geslagen voor de kist en eenige meters daaraf een tribune voor de redenaars. Ne gen sprekers hebben het woord gevoerd, waaronder de vice-voorzitter van den Se naat, de voorzitter der Kamer, minister Dupsj, de minister van Marine enz. enz. ifftda-t de redevoeringen waren gehouden trok de gebeele lange stoet met ontbloot hoofd langs de katafalk, waarop het lijk van den president rustte. van anderen begrijpen f Dasrovor oordeelt men ge woonlijk te oppervlakkig. Hij had haar na eenmaal zoo hartstochtelijk lief en daarbij moest al het andere ten achter staan. „Ik zal hem verder niet in den weg ko men. Ik heb geen zoon meer 1 Ean kerel, die in een circus rijdt, met zijn boenen in een gekleurd tricot voor het publiek zijn sprongen maakt, d*t is mijn zoon niet meer. En laat ons er verder niet meer over spre ken, waarde Radowitz. Ge zijt een brave kerel en houdt bet voor uw plicht mijn ver loren zoon op het pad terug te voeren, maar in uw hart zegt ge 't evenals ikzeoals hg, nooit I dan liever een kogel door den kop. Dat was eervoller geweest En nu genoeg. Ik wil trachten een weinig te slepen." Het weed stil in de coupé. Gisela bewoog zich niet. Haar bart was loodzwaar. „Om mijnentwille heeft hg dos alles opgegevm Nog nooit was haar dat feit zoo duidelijk geworden. En daarbij zeida zij voor de cerate maal tot zichzelf„En dat had hij wellicht toch niet gedaan, als ik hem niet op rijn kamer had opgezocht. Dat meende Radowitz toen bij zeide' Hij kon als man van eer met anders dan haar trouwen." M'jn bemel, die beide mannen duchten natuerlijk Ach, zij was toen nog <oo jone, zoo arge loos en onervaren geweest. Nn, nu wis' ze heel goed, wat zij door dien wanhopigen stap de menschen had doen gelooven Richard's groote schrik stond haar nog duidelijk voor den geeBt. Dos uit pliahtgevoel had hij baar getrouwd, hij had alles achter tich geworpen om haar eer te redden i Zij wist dat reeds lanz, maar wat in deze woorden, in die daad lag, dat had ze aooit recht beider ingarien. Op dat oogenblik werd het haar duidelijk. „Eu ik, ik heb hem verlaten en heb hem weken alleen gelaten, aan niets anderB denkende dan aan mjjn genot!' „Lsmberg 1 Uitstappen Het klonk Gisela als eene verlossing toe. Midden in den naobt kon gij onbekend de eoupé verlaten. Elf wagens droegen de tallooze kransen. Zes groote kransen werden aan den arm gedragen voor den lijkwagen, die door zes paarden getrokken werd. Frankrijk heelt getoond zich bij een begrafenis* tenminste fatsoenlijk te kunnen gedragen. De gebeele plechtigheid is zon der eenig opstootje afgeloopen, alles is hoogst plechtig gegaan. Zaterdag heelt mevrouw Faure haar paleis oDtiuiuid en de nieuwe president zal 'n de volgende week het Elyeéa be trekken. Mevrouw Fiure is als verpletterd onder den slag. Na de btgrafeni8 hebben nog eenige manilestaUes plaats gehad; hier en dsar is gevochten. De afgevaardigden Déromède, Habert en Millevoye zijn gevangen geno men omdat ze tot volkversaoceü' gen »an- z tten en met de troepen een kazerne bin nen drongen, die ze op bevel van de officieren weigerden te verlaten. Op initia tief van minister Dupuy zijn deze arresta ties geschied. In het gedrang ziju ve len gewond. Bij z(jn terugkomst van het kerkhof werd de nieuwe president bijna oyeral geestdriftig toegejuicht; slechts ei n paar maal werd gefloten. Een oud „jong p aart j e." Er wordt uit L indeo in vollen ernst ge meld, dat te F.anklio in Pennsylvan dezer dagen de 102-jarige petrolenmbron- bezitter John Clews de 100-jarige Sirah Jennings naar het altaar heeft geleid en zij daar nog in den echt vereenigd zijn geworden. Sedert 1824 wasSarah Jennings weduwe. Een nieuwe ontploffing s- s t o f. Uit Syduey komt het bericht, dat in het begin van Januari proeTen genomen rijn door twee ehemisten, de beertn C'l- laghan en Fraser, met een nieuwe ontplof bare stof, welke zij kalleniet noemen. Daar bij bleek, dat de stof vijf- of zesmaal dy namiet in kracht overtreft, hetgeen de uit vinders hieruit verklaren, dat in de beste dynamiet 25 percent voorkomt aan niet ontspriugbare, terwijl kalleniet geheel is samengesteld uit ontspringbare producten. De prijs is 60 percent geringer dau die van dynamiet, daar het kalleniet hoofdzakelijk bestaat uit bladen van den eucalyptus, welke worden blootgesteld aan de inwer king vsn geconcentreerd salpeterzuur en een mengsel van nitro-glycerine en salpe- tetzure putisch. Bloemengeur. Het is voor dichters een wreede ont nuchtering, door een Oostenrijksch geleer de te hooren verklarrn, dat het, grootste deel der bloemen volstrekt geen geur ver spreidt. Van de 4110 in Europa bekende, gekweekte soorten, rieken er nauwelijks 400 en van deze 400 ziju er nog 50, die de reukorganen op onaangename wijze prikkelen. De meeste geurende bloemen zijn wit. Tan de 1194 witte soorten heb ben er 199 een aanger.amen geur, van de 951 gele soorten 77, van de 823 roode soorten 84, van de 594 blauwe soorten 31, van de 308 violette soorten 13 en van de 240 bonte soorten 28. Eigenaardige toestanden heeft men in het half in Saksen-Weimar en halt iü Siksen-MeiniDgen liggende stadje Kranichfeld. In Kranichfeld slaat een huis, dat voor 6/s op htt gebied Mei- ningen en voor op het gebied Weimsr staat. Een vroegere bezitter was onderdaan van Saksen-Meiningen maar had zijn slaap stee op het gebied Weimsr. Toen hij zijn einde voelde naderen, liet hij deu notaris komen, die het testament klaar maakte. Dit werd echter na den dood van den man voor ongeldig verklaard, omdat het uitkwam, Aan de woning van haar man gekomen was natuurlijk alles in rust. Na haar klop pen werd haar na veel gepruttel opengedaan door de hospita, die van verbazing achteruit deinsde en iu het eerste moment geen voor den vinden kon. GiBela snelde naar boven. Door het ge stommel beneden was Richard reeds opge staan en stond midden in de kamer, van plan, nadat bij het lieht had opgestoken, naar de deur te gaan om te zien wat ge beurde, toen Gisela de deur openwierp. Ean gelijktijdige uitroep„Richard I" „Gisela weerklonk en in eene omarming vergaten beiden het leed, dat de laatste da gen ban hadden gebracht. v Andermaal waren drie jaren v^rloopen. In een Bmal steegje van hel volkrijkste deel van Weenen stond een teer slanke, jonge vioqw in een armoedig kamertje en s'reek heeren-overhi meen, terwijl een sterke lacht V; n kokende kool zich door den frissehen gi ar vi n de heldere wssch mengde. Op hat bed in den hoek der kamer lagen reeds vijf 2i zes hemden die klaar waren een heele hoop gevocht wasobgoed in een mand op den grond wachtte nog op zijn beort. Maar het kleine kind in den kapotten kinderwagen sehiemwde en een ander tweejarig kereltje ging op zijn teentjes staan en trachtte iD het wagentje te kijken en het broertje toe te knikken. Een trek vau diep lijden lag er op het altoos nog mooie, maar verouderde gelaat der jonge vrouw. Zij droeg een reeds dik wijls gewa8&chen katoenen kleedje van zeer goadkoope kwaliteit en ook da kinderen haddan alleen het boognoodiga aan. Hempjes en rokj is, het was alles even ar- moed g en versloten als de gebeele inrichting van het vertrek. Maar bet was or zindelijk en de kamer was niet rommelig. Hoe sohrik- kelijk de nood ook g stegen was, het was toch nooit soo gewo'den, dat er uit Gisela Trausnitz een onzindelijke huisvrouw was gegroeid. Zjj was, ondanks alle armoede, in elk harer bewegingen nog lieflijk en aan trekkelijk en op het magere gelaat lag een dat het op het gebied Meiningen geschre- ven testament door den ertlster geteckend was van uit zijn bed dat iu Weimarstond. Bij een lateren bezitter van hetzelfde huis woonde een jonge man eu wel iu een ka mer,die inWeimar thuis behoorde,maar waar van evenwel de eenige ingang zich op het gebied Meiningen bevond. Toen de jon ge man stieif, stuurde de burgemeester van htt Weimarsche gedeelte van Krai iehteld eeu beambte om de nalatenschap van den jongen man te lati n verzegelen. Den beambte werd door den huiseige naar de toegang geweigtrd met de redeD, d»t de belasting-beambte van Weimar r.iet het recht had de Weimarsche Kamer door de Meiningsche deur biuuen te gaan. Daar de beambte niet door het Weitmr- sche venster wilde binnengaan, moest hij onverrichter zaken terugkeeren. Gelijk zoo ging het denMeiningschen beambte,wien aan het^ verstand werd gebracht, dat hij op het Weimarsche grondgebied niets had te maken. Het eind vau het lied w s, dat noch de Weimarsche, noch de Mainiugsche autorit iten den doode in hi t register wilden opnemen. De huizen van Kranichfeld lig ger', naar gelang zij bij dezen of bij dieu staat behooren, bont door elkander. Zoo komt het voor, dat de afwatering van een Weimarsch huis over een Meiningsch erf loopt en ook omgekeerd. Daaruit vloeien natuurlijk telkens twisten voort. De bewoners wen den zich dan geregeld tot de hoofden van beide deeleu der gemeenten om hun tus- schenkomst en steeds vergeefs. Een Chiueezendooder. Een kostschoolhoader vertelde laatst de volgende goede geschiedenis uit zijnschool- ervsringc-n. jylk gaf eene geographische les over ObiDa en sprak daarbij over de uitgestrek te bevolking van dat land ruim 400 millioft». Om eenig denkbeeld van zulk een ontzaglijk aantal te geven, legde ik uit, dat als «ij berekenden hoeveel de daaraan geëvenredigde sterfgevallen onder de Chineezen bedroegen, er tenminste telkens als wij ademhalen twee personen moesten sterven. „Die verklaring verbaasde de jongens, zooftls uit een onwillekeurig »1 bleek. „In den loop van den ochtend merkte ib een kleinen jougan op, die het be nauwd scheen te hebben. Zijn gezicht was rood van inspanning en bij blies en snoof als een locomotief. „Wat scheelt er aan, Tom F" vroeg ik ongerust, „Wat doe je toch F" „Ik haal dubbel adem en maak Chinee zen dood", antwoordde hij lenk. „Ik houd niet van dat volk en ik ruim er zooveel op als ik kao." Een nieuw soort kamer- katje. De herbergier F. wonende aan de Doit8trasza in Lichtenberg, had voor drie jaren vaD zijn overleden zwager, kapitein op een koopvaarder, een levenden kaaiman geërfd. Door bijzondere verpleging is het hem gelukt, het dier te temmen en aan het zien van meDschen te gewennen. Ge durende den wintertijd kruipt de alligator, die ondanks zijn 24 jaten eerst 85 cM. lang is, des daags in de herberg rond, des nachts houdt hij verblijf iu een mot warm water gevulde, naast den oven ge- plabtste groote badkuip. Mei den huishond, een grooteD Duitscheu dog, staat bij op den besten voet. Op zonnige, warme dageo, wanneer de dog zich in den tuin voor de herberg heeft neergevlijd, tot het houden zijner siësta, klautert de alligator uit het lokaal over een klein trapje in den tuin en legt zich naast den hond. De beste vriendin van den alligator,een huiskat, is onlangs gestorven. Het dier kent zijn heer goed en weet hem zijn weuschen door li chaamsbewegingen of geluiden kenbaar te maken. kommervolle waardigheid, die bij een drie- en-twintig-jarige vrouw het harte roerde. De met arbeid overstelpte strijkster, die in hetzelfde huis woonde, had haar nit me delijden het strgken geleerd en liet Gisela nu voor eigen rekening werken, opdat ze zoodoende met baar kinderen niet van hon ger zon s'erven. Hare groote vaardigheid in bet herstellen van kostbare kanten braoht ook somwgleD nog een doitje op. 't Wes jam mer genoeg, dat ze in voorname kringen te weinig relaties had. Dat de jonge vrouw eenmaal betere dagen bad gekend,meenden de medebewoners beslist te weten; zij zelve liet zich daar echter nooit een woord over ontvallen. Zij zat nu met den kleine op schoot en zag met een lief derijken blik naar het kleine, zaohte we zentje, dat met zijn kleine dikke hand ia onbewnste teederheid bare wangen streelde. Hoe bet kind groeide I Gode «ij dank 1 Dorstig greep de jonge moeder naar een groot bierglas, waarin koude koffie met melk stood, en terwjjl zij dronk klauterde het oudste ventje bij baar op en riep drirtgend: „Niki ook 1 Niki ook drinken 1* Zij gaf hem te drinken, den kleinen rwart-oogigen sokelm en hg lachte haar dankbaar en gelukkig toe. Zij hadden dezen oudste naar Gisela's grootvader, die gestorven was in dien tns- sohentijd, Nieolaas gedoopt; de kleinste heette, evenals Riohard's vader, Otto. Maar ■ooh den eerste, noch den tweedo haddea ze berioht van dit peetschap gezonden. „Het zon zoo iets van bedelarij hebbenl De kunstrijder heeft steeds nog te veel trots, zoodat hij liever sterft, dan dat hij vraagt," had Riohard gezegd. Ja, hij was werkelijk kunstrijder gewor den, zooals men hem reeds lang gesaholden had voordat bij het werkelijk was geweest. Lieve hemel, een mensoh moet toch brood hebbenHij w»s kunstrjjder gewerden, maar nn bij eenmaal tot het vak behoor de, vond men zjjn kunsten matig en oriti- seerde ze sonder meededoogen. Hij was niet meer de prins, die zich kon laten be wonderen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1899 | | pagina 2