Ze hebben 'em.
BEGRAFENIS VAN
FELIX FAÜRE.
WORDT VERYOLGD.
De ontrouwe kantoorbediende Jaargeld,
die er met een f 24000.— van de Asso-
ciatie-cassa te Amsterdam vandoor w.s ge-
gaan,is,nadat bij de politie eenige dagen han
denvol werks had gegeven en er een premie
van f 1000.op zijn opsporing was gesteld,
al heel spoedig aangehouden in de 1ste
Jan Steen-straat te Amsterdam, bij een
juffrouw, bij wie hij zijn iutrek had geno
men.
Maar ze hadden 'em nu wel,maar de duiten
waren gevlogen en uit de zeer uitvoerige
verhalen van het heer was niet veel wijs
te worden. Ten laatste viel hij door
de ben.
In den loop van het verhoor bekende
hij, den eersten nacht na den diefstal te
hebben doorgebracht Warmoesstraat 43,
een bierhnis met kellneriunen.Onmiddellijk
toog men naar het aangewezen adres, en ging
aan het snuffelen in de kamer, waar Van
Jaarsveld dien nacht had geslapen. Iu den
hollen voet van een beeldje, dat op den
schoorsteenmantel stond, werden twee bank
biljetten vaD f 1000 ontdekt; meer was
er niet te vinden.
Overtuigd dat de rest van het geld er
ook moest wezen, liet de commissaris den
arrestant per rijtuig van de St. Pieteraha!
halen, en deze wees de plek boven achter
het behaugsel aan, waar hij de andere
biljetten had gestopt. Het geld w&b daar
zoo goed geborgen, dat een stuk van deo
wand moest weggeoroken worden om er bij te
komen.
Daar vond men nog veertien biljetten
van f 1000, met de andere dus samen
f 16.000 daarbij geteld de f 5500, wel
ke Van Jaarsveld bij zijn arrestatie bij zich
bad, en de f 800, die hij in een bierhuis
had afgegeven om aan ziju vrouw (die het
geld echter weigerde) te bezorgen, maakt ta
zamen f 22.300. Hetgeen er nog aan de
f 24.000 ontbreekt, f 1700, kan bij wel
veiteerd hebben.
De waardin van het logement was hoogst
verbaasd, dat er zooveel geld in dis kamer
gevonden werd.
Uit YLI3SINGEN wordt
gemeld
Het 15-jarig dienstmeisje, in dienst bij
de familie K., waar de heer B. inwoont,
bracht bij hel afhalen van het bed van
B. een doos te voorschijn. Nieuwsgierig
deed zij de doos open en vond daa'iu
een geladen revolver. Door aan den
trekker te trekken, gisg het schot af en
kreeg zij den kogel in de borst. De
kogel is niet gevonden. In hoogst ern-
stigeD toestand werd het meisje naar het
gasthuis gebracht.
L a n d b o u w.
Door het bestuur van de afdeeling Rot
terdam, Schiedam en omstreken der Hol-
landsche Maatschappij van Landbouw is
het volgende request gericht aan H. M. de
Koningin
#Dat thans wederom een nieuw gevaar
den Hollandschen veehandel van de zijde
van België bedreigt
jDat dit gevaar verband houdt met den
invoer van het vet- of slachtvee en r< qnes-
trant voor het oogenblik tei zijde stelt de
vraag, of de tegenwoordige voorwaardelijke
openstelling der Belgische grenzen voldoen
de strookt met de belangen van den han
del in mager (fok- en melk-) vee
,,Dat het voor België bestemde vet- of slacht
vee thans na keuring hier te lande in gesloten
spoorwegW8ggons naar de abattoirs van de
groote Belgische steden wordt vervoerd,nadat
het op de grenzen door een Belgischen veearts
gekeurd is en de waggons geplombeerd zijn
#Dat het ingevoerde vee bij dien vervoer
met geen ander vee in aanraking koiat en
korten tijd na aankomst op het abattoir
wordt afgemaakt
Zij verroerde z ch niet Zij haalde
nauwelijks adem.
Wie was die andere 1
Het kon slechts Richard's vader zij» Zij
bad hf*m niet aangezien; de beleefde heer
was haar geheel onverschillig geweesl; iu
haar grooie vermoeidheid had ze bem
naoweljjks bedankt.
Eu nu stond die scène baar voor den
geest, die leelijke ontmoeting in Riohard's
kamer; en ze <ag den toorn en de minach
ting van diens vader, hoorde de ontzettende,
beleedigende woorden weder.
Groote bemel! waarbeen zoa ze kruipen,
soodat die twee haar niet souden herken
nen t
Het bleef een lange poos stil, i indut de
ocde Trausnitz Redowitz veibodon had, over
Riebard te praten.
Eindelijk begon bij self weder, terwijl hij
den ecnigen vriend van tijn zoon een sigaar
aanbood.
Radowitz bedankte; bij gaf in overweging
ten gelieve der medereDende dame bel roo-
ken te laten. De oude Trausnits antwoord
de eenigitins verdrietig.Met uw per
missie 1 Dit is een rooksoupé."
Daarna velgde wederom een lange pau e.
Gisela begon zich juisl weer een weinig
garnster te gevoelen, maar zij was
ook weer zoo vermoeid.
Maar daar hoorde tij blijkbaar had ?e
andermaal een oogenblik geslapen de bei
de onderen samen praten en zij waren lai' j.
den in een reer levendig gesprek. Da ?a_
der van Richard zeide Iets over eoerg'',e en
den moed niet laten zakken en gir g dan
voort
„Dat alles sou zco niet zijn gekomen,
wanneer het ougeluksmensch Clatva bad ge
nomen. Gij bebt toenmaals 'iilerj mee door
leefd, Radowilzenik heb u ejj Wc.rmede dui
zendmaal in mijn hart dar^vc/or dank ge
zegd, dat ge gotrsoht hebt al uw invloed
op Richard aan te wondsD. .Alles stoid zoo
mooi mogelijk, zoo best sis 'f, maar kon
Janko Tdilleuberger met zijn geld en ik met
mijn naam en kennis, wjj huilden millioenen
koenen winnen en de jongen si ra zich in weeldo
Jut de' en nuf Nu heelL Jjmko hemzelf
deze wijze van invoer van vet vee
derhalve «och den sanitairen toestand van
den Belgischen veestapel, noch den alge-
meenen gezondheidstoestand in België ook
maar eenigszins kan bedreigen
rDat echter ds Belgische regeering voor
nemens schijnt om iu deze wijze van invoer
verandering te brengen
,Dit immers in de zi'ting der Kamer
van Afgevaardigden van 31 Januari jougst-
leden de ininistst van landbouw, de heer
Da Brnijn, zich heeft uitgelaten in dezen
zin, dat wel de invoer van slachtvee bgua
ten allen tijde kan worden toegelaten, maar
op voorwaarde, dat de dieren op de grens
zullen wordeo geslacht op het oogenblik
van hun invoer, met de msdedeeling, dat
de hoogere Lurdbouwraad in gelijken zin ge
adviseerd had, dat Z. Exc. reeds pogin
gen heeft aangewend om dit stelsul ten
uitvoer ta brengen en dat wellicht binnen
korten tijd san de Kamers voorstellen tot
verwezenlijking der ontworpen maatregelen
gedaan zullen worden
„Dat de verwezenlijking van zoodani-
gen maatregel slschting van het vee
op de greuzen aan deu handel in vet
vee een onberekenbaar nadeel zoude be
rokkenen
#Dvt de Belgische handelaren geen vet
vee in Holland meer zullen aankoopen,
wanneer het vee niet in de slachthuizen
der groote steden, doch reeds aan de gren
zen wordt geslacht, vermits het geen be
toog behoeft, dat het vleesch onder die
omstandigheden vooral bij zomerdag
niet van de haDd gezet zal kunnen worden;
„Dat de Belgische vleesch houwers dan
ook reeds tegen Dinsdag 28 Februari
1899, 3 uur nam., iu het Vlaimache
theater, Laakenstraat te Brussel, eene
groote nationale meeting hebben uitge
schreven, wtatvan de dagorder luidt
„Protesutie Lgeii het ontwerp vau M.
de Bruijnde inrichting op de grenzen
van bestendige slachthuizen oin daar de
slachtbeesten bij hunnen invoer af te
m ken"
„Dat wanneer de vraag van België
(waarheen jaarlijks zoovele duizenden
slachtbeesten worden vervoerd) afneemt of
ophoudt, de waarde vau den Hollandschen
veestapl bedenkelijk zal verminderen;
„Dat bovendien vnocht het voorne
men der Belgische regeering werkelijkheid
worden het uit Amerika iugevoerde
vee ia Antwerpen (en das ni t op de ee
ne of andere grensplaats) geslacht zoude
worden, tengevolge waarvan de invoer uit
Amerika in gunstiger conditie zoude ziju
dan die uit Holland.
^Redenen, waarom requestrant eerbiedig
verzoek', dat het aan Uwe Majesteit moge
behagen om aan Ur. Ms. regeeriug het
doen van zoodanige stippen op te dragen,
dat de in België voorgenomen maatregel
niet tot uitvoering worde gebracht."
GEMENGD MËl'WS.
H-()+-
Te tien uur precies dreuude Donderdag-
mo'gen j.1. het eersta van de 101 scho
ten over Parijs, dat den President begra
ven ging. Onder het dof gedreun der
schoten werd het stoffelijk overschot het
Elyeée uitgedragen.
Het gebeeli presideuts-paleis was io
rouw gestoken, alles was met grocte, zware
ciêpe-sluiers behangen, Io de voorgang
was een enorme cartouche aangebracht, ge
heel in zwart gehuld, met de verschillende
wapenen der R-publiek daarop. Vaandels
en etandaards waren daar omheen gegroe
peerd. Do ruimte was met palmen ver
sierd en het geheel maakte een zeer dïoe-
geuitn als «en groote God, bet is om
zich da haren uit hot hoofd te rukken.
En aan de beurs heeft hij het mij luid
gezegd, dat Richard in Lemberg va een
eirous rijdtJa, je, Radowitz, ou dat is er
nu van mijn eenige geworden en dat
terwille van een vrouw
„Schonk ze vergiffenis," zeidv Du de
langiame, slepende stem van den ritmeester,
„vergeef hnn, mijnheer von Transnit», wan
neer ik mij eenige inmenging mag veroor
loven. Hsdi ge niet verstandiger en beter
gedsen, uw zoon te onderhouden en hem
in zijn betrekking van officier te Juten, toeD
hg verplicht was etn huwelijk aan te gaan,
dat bij, wilde hg een taan van eer bljjver, niet
ontgaan kon f*
De oude beer stiet een wilden vloek uit.
„Verstandig ware 't geweest, wanneer
d*ze blaam, die mg die Janko heeft be
reid in zjjn wraskr,noht tegen Riebatd, mij
brpaard waa geblevenmaar men is niet
altoos in staat ona verstandig te ziju. De jon
gen goo de ai wgrie plannen in> het honderd,
mijn heele t'oekomst waagde bij aan een
gril. En np moest ik verstandig zijn, zeker
om hem en ong heiden P Na ben ik klaar
mot hem.. Mj
•ou hongerend' aa n deu weg
knnnaTj liggen, daa zou ik bem voorbijgaan.
ik er mij weer bovenop- gewerkt heb,
k»' ik ham niet meer. Welk een paar jaren
*.eb ik rrosten doorworstelen. Dag en
nsebt beb ik gewerkt, gespeouleerd, en nu
gaat hot eindelijk weerik heb oen idéé
>.eg ik u, een idéa I En het geld ervoor
hob ik ook; ik heb dien Janko Töillenber-
ger niet meer Doodjg."
„Mijnheer von Transni'z, gij helpt zoo
menigen armen duivel aan werkroep uw
•ooa wa*r tot o, gent hem een plaats
waar hij zijn levensonderhoud zal kennen
verdienen."
.Ik t Dan kent gij rag al heel sleoht,
mjjuheer Radowits! De eene dienst is den an
deren waard 1" luidde het grimmige antwoord.
„Bij was een kranig officier, een goed
meeseb, mijnheer von Traasnitzl Ik heb
zjjiae vrouw als meisje dikwijls gesien. Zij
v/»s een beerJij k schepseltje. Zeker, zijn
joliiide hartstocht maar wie kan de lie.'de
ven, maar grootschen indruk.
Nadat het lijk wss uitgedragen begon
de stoet zich te formeeren.
Van den vroegen morgen af reeds ver
dringt zich een groote menigte langs deu
weg, walken de stoet zal volgeD. Het
is ovetal kalm. De dag belooft rustig
te zullen zijn. Tegen neg n uur stellen de
troepen zich langs deu weg in dubbele
laag en de menigte neemt daarachter
plaats.
De stoet was als volgt stamgesteld
Achter den lijkwagen gingen een kapi
tein die het grootkruis van het Legioen
vau E^r, en twee kapiteins die de vreem
de ordeteekeneu droegen. Daarichter kwam
He familie, door het personeel vsn het
Elyséj, in zwaren rouw, omringd. President
Loubet, vergezeld van den chrf v»u zij"
militair huis en den chef van het protocol,
gaat achter de familie, door vier deurwachters
van het paleis, met getrokken sabel, omringd.
Vervolgens kwamen de voorzitters ven
Senaat en Kamer van tfgevaardigden, de
gezant van den Paus en de ambassadeurs,
en de buitengewone gezantschappen, io de
volgorde, door het protocol geregeld.
Delegaties waren gezonden door Enge
land, Duitschland, Rusland, Oustenrijk—
Hongarije, Italië, België, Nederland, Por
tugal, Spsnje, Bulgarije, Rumenië, Servië,
Lnximhurg, Deuemarken, Zwitserland, Bra
zilië, Monaco, enz. enz.
De nieuwe president trekt zeer de
aandacht. Hij loopt blootshoofd» io den
stoet en is door een paar ministers en den
voorzitter der Kamer vergezeld.
Na een langen weg wordt de Nötre-Dame
eindelijk bereikt, die evenwel te klein is
orn den gehe.elen stoet te bevatteD. In den
stoet gaan niet minder dan tweehonderd
vereenigingen; men oordeelt de lengte groo-
ter dan bij het begraven van wijlen pre
sident C&rnot.
Aan den ingang der kerk werd de kist
in ontvangst genomen door den aartsbis
schop van de Nótre-Dame. Het prachtige
gebouw was inwendig geheel in rouw.
Alles was gedrapeerd met groote zwarte
kleeden met hermelijnen omslagen.
De katafalk, waaronder de baar ge-
pLatst werd, storrd onder een baldakijn,
vanwaar in breede plooien rouwaoek
omlaag gleed om zich aan te sluiten aan
de draperieën van de pijlers. Het voetstuk
dat den sarcophaag droeg, was 11 meter
hoog. Het geheel werd stemmig overgoten
door een schemerlicht uit 20 lantaarns,
24 ronwlampen en 100 kaarsen.
Vlaggentrofeeën en cartouches met het
naamcijfer der republiek en de initialen
van den doode versierden de pijlers van
het koor en het ruim.
De president vaD de republiek nam in
da kerk plaats op een zetel, slaande rechts
van de katafalk. Zijn gevolg had hem
hier alleen gelaten.
De dienst duurde slechts kort, doch was
zeer plechtig. Mgr. Richard, omgeven
door- de bisschoppen en de voornaamste
geestelijken, leidde, na den president het
wij-water aangeboden te hebben, de mis.
Nadat de dienst in de kerk was afge-
loopen, begonnen opnieuw de schoten te
dreunen. Men begaf zich naar bet kerk
hof, Aan weerszijden van den ingang daar
van stonden zuilen met zwarte behangsels,
verder vlaggentrofeeën en hier en daar
wierookvaten. Ook was een katafalk op
geslagen voor de kist en eenige meters
daaraf een tribune voor de redenaars. Ne
gen sprekers hebben het woord gevoerd,
waaronder de vice-voorzitter van den Se
naat, de voorzitter der Kamer, minister
Dupsj, de minister van Marine enz. enz.
ifftda-t de redevoeringen waren gehouden
trok de gebeele lange stoet met ontbloot
hoofd langs de katafalk, waarop het lijk
van den president rustte.
van anderen begrijpen f Dasrovor oordeelt
men ge woonlijk te oppervlakkig. Hij had haar
na eenmaal zoo hartstochtelijk lief en daarbij
moest al het andere ten achter staan.
„Ik zal hem verder niet in den weg ko
men. Ik heb geen zoon meer 1 Ean kerel,
die in een circus rijdt, met zijn boenen in
een gekleurd tricot voor het publiek zijn
sprongen maakt, d*t is mijn zoon niet meer.
En laat ons er verder niet meer over spre
ken, waarde Radowitz. Ge zijt een brave
kerel en houdt bet voor uw plicht mijn ver
loren zoon op het pad terug te voeren, maar
in uw hart zegt ge 't evenals ikzeoals
hg, nooit I dan liever een kogel door den
kop. Dat was eervoller geweest En nu
genoeg. Ik wil trachten een weinig te slepen."
Het weed stil in de coupé. Gisela bewoog
zich niet. Haar bart was loodzwaar. „Om
mijnentwille heeft hg dos alles opgegevm
Nog nooit was haar dat feit zoo duidelijk
geworden.
En daarbij zeida zij voor de cerate maal
tot zichzelf„En dat had hij wellicht toch
niet gedaan, als ik hem niet op rijn kamer
had opgezocht. Dat meende Radowitz toen
bij zeide' Hij kon als man van eer met
anders dan haar trouwen."
M'jn bemel, die beide mannen duchten
natuerlijk
Ach, zij was toen nog <oo jone, zoo arge
loos en onervaren geweest. Nn, nu wis' ze
heel goed, wat zij door dien wanhopigen
stap de menschen had doen gelooven Richard's
groote schrik stond haar nog duidelijk voor
den geeBt.
Dos uit pliahtgevoel had hij baar getrouwd,
hij had alles achter tich geworpen om haar
eer te redden i Zij wist dat reeds lanz, maar
wat in deze woorden, in die daad lag, dat
had ze aooit recht beider ingarien. Op dat
oogenblik werd het haar duidelijk.
„Eu ik, ik heb hem verlaten en heb hem
weken alleen gelaten, aan niets anderB
denkende dan aan mjjn genot!'
„Lsmberg 1 Uitstappen
Het klonk Gisela als eene verlossing toe.
Midden in den naobt kon gij onbekend de
eoupé verlaten.
Elf wagens droegen de tallooze kransen.
Zes groote kransen werden aan den arm
gedragen voor den lijkwagen, die door zes
paarden getrokken werd.
Frankrijk heelt getoond zich bij een
begrafenis* tenminste fatsoenlijk te kunnen
gedragen. De gebeele plechtigheid is zon
der eenig opstootje afgeloopen, alles is
hoogst plechtig gegaan.
Zaterdag heelt mevrouw Faure haar
paleis oDtiuiuid en de nieuwe president
zal 'n de volgende week het Elyeéa be
trekken.
Mevrouw Fiure is als verpletterd onder
den slag.
Na de btgrafeni8 hebben nog eenige
manilestaUes plaats gehad; hier en dsar
is gevochten. De afgevaardigden Déromède,
Habert en Millevoye zijn gevangen geno
men omdat ze tot volkversaoceü' gen »an-
z tten en met de troepen een kazerne bin
nen drongen, die ze op bevel van de
officieren weigerden te verlaten. Op initia
tief van minister Dupuy zijn deze arresta
ties geschied. In het gedrang ziju ve
len gewond. Bij z(jn terugkomst van het
kerkhof werd de nieuwe president bijna
oyeral geestdriftig toegejuicht; slechts ei n
paar maal werd gefloten.
Een oud „jong p aart j e."
Er wordt uit L indeo in vollen ernst ge
meld, dat te F.anklio in Pennsylvan
dezer dagen de 102-jarige petrolenmbron-
bezitter John Clews de 100-jarige Sirah
Jennings naar het altaar heeft geleid
en zij daar nog in den echt vereenigd zijn
geworden. Sedert 1824 wasSarah Jennings
weduwe.
Een nieuwe ontploffing s-
s t o f.
Uit Syduey komt het bericht, dat in
het begin van Januari proeTen genomen
rijn door twee ehemisten, de beertn C'l-
laghan en Fraser, met een nieuwe ontplof
bare stof, welke zij kalleniet noemen. Daar
bij bleek, dat de stof vijf- of zesmaal dy
namiet in kracht overtreft, hetgeen de uit
vinders hieruit verklaren, dat in de beste
dynamiet 25 percent voorkomt aan niet
ontspriugbare, terwijl kalleniet geheel is
samengesteld uit ontspringbare producten.
De prijs is 60 percent geringer dau die van
dynamiet, daar het kalleniet hoofdzakelijk
bestaat uit bladen van den eucalyptus,
welke worden blootgesteld aan de inwer
king vsn geconcentreerd salpeterzuur en
een mengsel van nitro-glycerine en salpe-
tetzure putisch.
Bloemengeur.
Het is voor dichters een wreede ont
nuchtering, door een Oostenrijksch geleer
de te hooren verklarrn, dat het, grootste
deel der bloemen volstrekt geen geur ver
spreidt. Van de 4110 in Europa bekende,
gekweekte soorten, rieken er nauwelijks
400 en van deze 400 ziju er nog 50,
die de reukorganen op onaangename wijze
prikkelen. De meeste geurende bloemen
zijn wit. Tan de 1194 witte soorten heb
ben er 199 een aanger.amen geur, van de
951 gele soorten 77, van de 823 roode
soorten 84, van de 594 blauwe soorten
31, van de 308 violette soorten 13 en
van de 240 bonte soorten 28.
Eigenaardige toestanden
heeft men in het half in Saksen-Weimar
en halt iü Siksen-MeiniDgen liggende
stadje Kranichfeld. In Kranichfeld slaat
een huis, dat voor 6/s op htt gebied Mei-
ningen en voor op het gebied Weimsr
staat. Een vroegere bezitter was onderdaan
van Saksen-Meiningen maar had zijn slaap
stee op het gebied Weimsr. Toen hij zijn
einde voelde naderen, liet hij deu notaris
komen, die het testament klaar maakte.
Dit werd echter na den dood van den man
voor ongeldig verklaard, omdat het uitkwam,
Aan de woning van haar man gekomen
was natuurlijk alles in rust. Na haar klop
pen werd haar na veel gepruttel opengedaan
door de hospita, die van verbazing achteruit
deinsde en iu het eerste moment geen voor
den vinden kon.
GiBela snelde naar boven. Door het ge
stommel beneden was Richard reeds opge
staan en stond midden in de kamer, van
plan, nadat bij het lieht had opgestoken,
naar de deur te gaan om te zien wat ge
beurde, toen Gisela de deur openwierp.
Ean gelijktijdige uitroep„Richard I"
„Gisela weerklonk en in eene omarming
vergaten beiden het leed, dat de laatste da
gen ban hadden gebracht.
v
Andermaal waren drie jaren v^rloopen.
In een Bmal steegje van hel volkrijkste deel
van Weenen stond een teer slanke, jonge
vioqw in een armoedig kamertje en s'reek
heeren-overhi meen, terwijl een sterke lacht
V; n kokende kool zich door den frissehen
gi ar vi n de heldere wssch mengde. Op hat
bed in den hoek der kamer lagen reeds vijf 2i
zes hemden die klaar waren een heele hoop
gevocht wasobgoed in een mand op den grond
wachtte nog op zijn beort. Maar het
kleine kind in den kapotten kinderwagen
sehiemwde en een ander tweejarig kereltje
ging op zijn teentjes staan en trachtte iD
het wagentje te kijken en het broertje toe
te knikken.
Een trek vau diep lijden lag er op het
altoos nog mooie, maar verouderde gelaat
der jonge vrouw. Zij droeg een reeds dik
wijls gewa8&chen katoenen kleedje van zeer
goadkoope kwaliteit en ook da kinderen
haddan alleen het boognoodiga aan.
Hempjes en rokj is, het was alles even ar-
moed g en versloten als de gebeele inrichting
van het vertrek. Maar bet was or zindelijk
en de kamer was niet rommelig. Hoe sohrik-
kelijk de nood ook g stegen was, het was
toch nooit soo gewo'den, dat er uit Gisela
Trausnitz een onzindelijke huisvrouw was
gegroeid. Zjj was, ondanks alle armoede, in
elk harer bewegingen nog lieflijk en aan
trekkelijk en op het magere gelaat lag een
dat het op het gebied Meiningen geschre-
ven testament door den ertlster geteckend
was van uit zijn bed dat iu Weimarstond.
Bij een lateren bezitter van hetzelfde huis
woonde een jonge man eu wel iu een ka
mer,die inWeimar thuis behoorde,maar waar
van evenwel de eenige ingang zich op het
gebied Meiningen bevond. Toen de jon
ge man stieif, stuurde de burgemeester van
htt Weimarsche gedeelte van Krai iehteld
eeu beambte om de nalatenschap van den
jongen man te lati n verzegelen.
Den beambte werd door den huiseige
naar de toegang geweigtrd met de redeD,
d»t de belasting-beambte van Weimar
r.iet het recht had de Weimarsche Kamer
door de Meiningsche deur biuuen te gaan.
Daar de beambte niet door het Weitmr-
sche venster wilde binnengaan, moest hij
onverrichter zaken terugkeeren. Gelijk zoo
ging het denMeiningschen beambte,wien aan
het^ verstand werd gebracht, dat hij op
het Weimarsche grondgebied niets had te
maken. Het eind vau het lied w s, dat
noch de Weimarsche, noch de Mainiugsche
autorit iten den doode in hi t register wilden
opnemen. De huizen van Kranichfeld lig
ger', naar gelang zij bij dezen of bij dieu staat
behooren, bont door elkander. Zoo komt het
voor, dat de afwatering van een Weimarsch
huis over een Meiningsch erf loopt en ook
omgekeerd. Daaruit vloeien natuurlijk
telkens twisten voort. De bewoners wen
den zich dan geregeld tot de hoofden van
beide deeleu der gemeenten om hun tus-
schenkomst en steeds vergeefs.
Een Chiueezendooder.
Een kostschoolhoader vertelde laatst de
volgende goede geschiedenis uit zijnschool-
ervsringc-n.
jylk gaf eene geographische les over
ObiDa en sprak daarbij over de uitgestrek
te bevolking van dat land ruim 400
millioft». Om eenig denkbeeld van
zulk een ontzaglijk aantal te geven, legde
ik uit, dat als «ij berekenden hoeveel de
daaraan geëvenredigde sterfgevallen onder
de Chineezen bedroegen, er tenminste
telkens als wij ademhalen twee personen
moesten sterven.
„Die verklaring verbaasde de jongens,
zooftls uit een onwillekeurig »1 bleek.
„In den loop van den ochtend merkte
ib een kleinen jougan op, die het be
nauwd scheen te hebben. Zijn gezicht
was rood van inspanning en bij blies en
snoof als een locomotief.
„Wat scheelt er aan, Tom F" vroeg ik
ongerust, „Wat doe je toch F"
„Ik haal dubbel adem en maak Chinee
zen dood", antwoordde hij lenk. „Ik houd
niet van dat volk en ik ruim er zooveel
op als ik kao."
Een nieuw soort kamer-
katje. De herbergier F. wonende aan de
Doit8trasza in Lichtenberg, had voor drie
jaren vaD zijn overleden zwager, kapitein
op een koopvaarder, een levenden kaaiman
geërfd. Door bijzondere verpleging is het
hem gelukt, het dier te temmen en aan
het zien van meDschen te gewennen. Ge
durende den wintertijd kruipt de alligator,
die ondanks zijn 24 jaten eerst 85 cM.
lang is, des daags in de herberg rond, des
nachts houdt hij verblijf iu een mot
warm water gevulde, naast den oven ge-
plabtste groote badkuip. Mei den huishond,
een grooteD Duitscheu dog, staat bij op
den besten voet. Op zonnige, warme dageo,
wanneer de dog zich in den tuin voor de
herberg heeft neergevlijd, tot het houden
zijner siësta, klautert de alligator uit het
lokaal over een klein trapje in den tuin
en legt zich naast den hond. De beste
vriendin van den alligator,een huiskat, is
onlangs gestorven. Het dier kent zijn heer
goed en weet hem zijn weuschen door li
chaamsbewegingen of geluiden kenbaar te
maken.
kommervolle waardigheid, die bij een drie-
en-twintig-jarige vrouw het harte roerde.
De met arbeid overstelpte strijkster, die
in hetzelfde huis woonde, had haar nit me
delijden het strgken geleerd en liet Gisela
nu voor eigen rekening werken, opdat ze
zoodoende met baar kinderen niet van hon
ger zon s'erven. Hare groote vaardigheid in
bet herstellen van kostbare kanten braoht ook
somwgleD nog een doitje op. 't Wes jam
mer genoeg, dat ze in voorname kringen
te weinig relaties had.
Dat de jonge vrouw eenmaal betere dagen
bad gekend,meenden de medebewoners beslist
te weten; zij zelve liet zich daar echter nooit
een woord over ontvallen. Zij zat nu met
den kleine op schoot en zag met een lief
derijken blik naar het kleine, zaohte we
zentje, dat met zijn kleine dikke hand ia
onbewnste teederheid bare wangen streelde.
Hoe bet kind groeide I Gode «ij dank 1
Dorstig greep de jonge moeder naar een
groot bierglas, waarin koude koffie met melk
stood, en terwjjl zij dronk klauterde het
oudste ventje bij baar op en riep drirtgend:
„Niki ook 1 Niki ook drinken 1*
Zij gaf hem te drinken, den kleinen
rwart-oogigen sokelm en hg lachte haar
dankbaar en gelukkig toe.
Zij hadden dezen oudste naar Gisela's
grootvader, die gestorven was in dien tns-
sohentijd, Nieolaas gedoopt; de kleinste
heette, evenals Riohard's vader, Otto. Maar
■ooh den eerste, noch den tweedo haddea ze
berioht van dit peetschap gezonden.
„Het zon zoo iets van bedelarij hebbenl
De kunstrijder heeft steeds nog te veel
trots, zoodat hij liever sterft, dan dat hij
vraagt," had Riohard gezegd.
Ja, hij was werkelijk kunstrijder gewor
den, zooals men hem reeds lang gesaholden
had voordat bij het werkelijk was geweest.
Lieve hemel, een mensoh moet toch brood
hebbenHij w»s kunstrjjder gewerden,
maar nn bij eenmaal tot het vak behoor
de, vond men zjjn kunsten matig en oriti-
seerde ze sonder meededoogen. Hij was
niet meer de prins, die zich kon laten be
wonderen.