Brieven ait de Maasstad.
een fliie Dienstbode,
ialbrslwliig,
ÜH1LIESEI
r mi
Ontvangen,
#i ij w i e l e
Zondag 16 APRIL 1899.
43ste Jaargang ïfo. 3407.
eieren te zoeken.
bij G. HAKKI.R,
tweede blad.
BEHANGSELPAPIER
ADVEKTENTIEN.
Wordt gevraagd,
GEVRAAGD, bij
II. Jonker,
JOfyGE KALVEREN
gedurende de eerste zes maanden,
C. Zwaag Klz.,
De Ondergeteekeiiden
maken bekend, dat het ten
strengste verboden is op
hunne landerijen, ot op die,
welke onder hun beheer
staan,
en RANDEN.
Si STALEN op zicht.
hij E. D. CRUM,
TE KOOP:
SCHAGEB
RANT.
Rotterdam, 11 April 1899.
No. 180.
Lieve vrienden, laat ik u een droeve
heriuneriug uit tniju jeugd vertellen. Ik
had ter jeugd zoo rustig als een jeugd,
verzorgd door ouder» aan wie 't maatschap
pelijk goed gast, maar wezen kan. Met het
leeren ging 't niet al Ie onvoorspoedig, met
het toezicht niet al te vaderlijk-draconisch,
met 't kiezen der vermaken niet al te
moederlijk-ssnlireieuteel neen, werkelijk,
't was een jeugdje zoodrr zorgen. Ia mijn
ouden dag bij vergelijking gesproken
bso ik er mijn ouders nog daokbaar voor.
Alleen zon ik een voorbehoud willen ma
ken o, ik vergeef de oorsprongen mijas
levens alles ik z&u van mijn dankbaar
heid wdleii uitzonderen de doorgevoerde
meening vaa't voortreffelijk tweetal dat ik
hijzonder of althans ongewoon muzikaal wae!
Alle oulers geloove» dat van huone
kindereu, als ik mij eist vergie. Ik zelf,
die toch geen aangename ervariognn hs.d,
zooals blijken zal, ik zelf vond ia mijn
oudste en in alle mijne vele volgenden
reeds in den zuigeliugentijd een gevoslig
muzikaal oor en veel belangstelling voor
al wat nasr melodie geleek. Mjn oudste
kon in een schreeuwbui zijn zóó krijschend
en hardnekkig als er ooit é-n eeu liefdevol
vaderoor gemarteld heeft; soodra de baker
het liedje begon van ^Siasp kindje slaap"
of „Mtrrelbrcek die gaat ten strijde', zweeg
bij eu staarde met groote oogen naar bakers
rrsommeleuden mond. Ik geloof nu dat he'.
schrik en verbazing was,toen hield ik het voor
ontluikend muzikaal taiei t, en ik voo spridr
mijn lieveling een groote muzikale toekomst.
Ot 't eeu Fischer of een Padrr wski zou wor
den, daarover alleen was ik het neg niet eens
met mezeiven, al deed zijn bijzondei sterke
seel mij nu eens aan Fischer hopen en
zijn druk-bewegende vingertjes eu vroeg
ontluikend haar dan weer aan Paderewski.
Msar éét) van beidn werd de jongen
zeker
En ik dacht zóó, ik, die z-If uit mijn
jeugd zulke onaangename ervaringen mee
hat leven iu genomen had
Mijn ouders hidd-n groote verwachtin
gen van me. Ik luisterde op moeders arm
aandachtig naar het orgel, dat vader dts
Zondags immer stichtelijk placht te bespelen,
ik liep straten ver mannen met orgels na,
zoo gauw ik msar even loopen koa en
eeu wijsje, dat men me e n maal voorge
zongen had, kon ik niet al te valsch na
zingen. Er zat beslist een musicus in me.
En al was dat nitt zoo, muziek behoort
tot de opvoeding, ik had er mij dus in
te bekwamen. Rotterdam heeft tegenwoor
dig een muziekschool en honderden cou-
ziekleeraars van vijf gulden tot een kwar
tje per uur-met—een—viool-in—bruikleen
toe. 't G«at tegenwoordig heel gemakke
lijk muzikale ontwikkeling te verkrijgen,
maar toen leefden de musici in den gouden
tijd, zonder cor currei tiezij waren wei
nigen in aantal eu hun tarief was vijftien
FEUILLETON.
8.
De president Koliberg was in een zeer
geërgerde stemming. Niet zoozeer tegen zijn
zoon want zoo hoogeischend was hij niet,
om den jongen man niet zoo iets te gun
nen Clara was bepaald mooi, en van
mooie vrouwen had hij geen afkeer.
Hg was uit zijn humeur, omdat men de
zaak aan de groote klok had gehangen en deze
zoodoende voor hem en zjjn toon onaange
naam zon kunnen zjjn. En zonderling ge
noeg riehtte zijn toorn zioh niet tegen den
schrijver van bet pamflet, maar alleen tegen
haar, die er het meest onder te lijden zou
hebben.
In zijn smbt s'eeds eerlijk en naawgezet,
verloor bij geheel zijn helderen blik wan
neer zijn persoon of zijn familie er bij te
paz kwamen. Zoodoende was het dan ook
alleen mogelijk dal bij Clara de schuld van
alles gaf. Hij zou, zoo het in zijn macht
waz geweest, baar beslist voor da recht
bank hebben gedaagd. Maar nu moest bij
sijn toom inslikken en er over nadenken
boe bij sieh fatsoenlijk uit dezen neteligen
toestand redde.
Daar viel hem juist in de gedachte, dat
dit schepsel de dochter van een zijner ba-
ambten moest zijnen bijna verheugd,
iemand gevonden te hebben op wien hg zijn
boos humenr zou kunnen loslaten, besloot
hg dezen Wiese dadelijk ter verantwoording
te roepen. Pe man waz in zekeren zin voor
d« wandaad zijner doohter verantwoordelijk,
evenals hij voor do kleine overtreding van
zjjn toon i en wie weet of do ouders
de verhouding, in de hoop op een huweljjk
ven hunne dochter rret zijn roon, niet in
de hand hadden gewerkt of geduld.
Nauwelgks was bij dan ook in zjjn bu
reau aangekomen, ol hjj liet den raadsheer
stuivers per uar, twee kinderen uit één
gezin vijf en twintig stuivers
De »pianomeheer*, zooals de meid 'ex
noemde, werd gehuurd voor „voorloopig
drie maandm om ta zien wat er in 'ein
„zat*, er werd op een auctie een stadie-
piano gekocht o, studiepiano's -en
pr#ci«s op mijn zevenden verjaardag be
gon mijn muzikale onlwikKeliog.
De pianomeheer deed zijn best, inder
daad. Als de man niet lar.g dood was, zon
ik hem nu nog recommandeeren om zijn
geduld en zachtmoedigheid, meer nog dan
om zijn muzikaal talent. Hij boog zonder
mij pijn te dom mijn vingers, leerde me
dat 'k in elk oogenbbk dat geen be
slag 1'gde op mijn ving rs, te trommelen
zit om ze slap en lanig te maken.
Hij zat geduldig mijn gauiines aat te
hoortn. En toen hij na drie maanden, nog
bleekar dan hij alree,ds was en nog iets
magerder e:i met r.bg doffer oogen dan
bij zijn komst, voor p»'s verlangenden
blik stond, zuchtte hij diep ea zei de
eerlijke k rel-'t spijt me voor de
les meneer, masr als u 't me eerlijk en
op den min sf vraagt, laat uw zoontje
liever een nuttig lid in de maatschappij
buiten de muziek worden, want hij heett
evenveel muzikaal gehoor en evenveel
plezier iu de muzikale studiën als de kat
daar
Voor mija vader was dit bso geduchte tegen
valleren msma heeft er één middag hoofdpij o
vau gehad. Ze zonden 'l nog eens pro-
beerea met de viool, want, nietwaar, 't
kon wel eens aan het instrument liggen
Nu, inel de viool ging het heelecaasl niet.
Ik kon zelfs niet snappen hoe ik den
strijkstok vast moest houden. Totdat op
een middag de viooloieheer den strijkstok
op m'n kop kapot sloeg en ik thuis kwam
met de boodschap, dat er ia mij ook geen
siolistenaanleg troonde.
Uit ijdslh-id en terwille eener kalver
liefde heb ik later nog eens ge
probeerd, of er uit mijn orgaan
wellicht niet een goeden bariton te
hslen w^8, maar na enkele proeven dieig-
de de hospita van mijn leermeester hem
zijn kamers op te zegg-n, als hij doorging
dien nieuwen jongeling, dat was ik, zoo
erbarmelijk te laten io°ien. En ik heb
mijn muzikaal ondernemen daarmede voor
go d gestisk).
Ik ben nu wel geen groot, man gewor
den, maar ik heb wel eenige aanleiding
tevreden te wezen over mijn levensloop.
Ze zeggen ik lub dit van vertrouwde
vrinden dat ik mijn gezelschap waard
ben en nog al prettig vertellen kan, al
leen ik ben zoo weinig muzikaal 1
Zeker, dat ben ik ook. Ik antwoord
ui t, sis men mij vraagt met vriendelijken
glimlach: »U speelt zrkor piano?" met
nog vriendelijker glimlach„Eau beetje
mevrouw, maar ik ruim aIijd graag het
veld voor hooger beschaafde muzikale ta
leuien als U*. Als men meent, d t ik
zeker wel eeu instrument bespeel, huichel
ik niet dat ik er vroeger veel san ge-
dsan heb en niet gansch en al zonder
succes. En als men mij inlichtingen vraagt
over mijn stensontwikkeiine, heb ik met
snders to antwoorden dan ik zing niet,
Wiese ombieden.
Ook Wiese bad een „Kleine Man" op sijn
lessenaar gevonden en was daardoor, zeer be
grijpelijk, erg opga wonden. Den ganschan
dag was bij reeds van plan geweest, naar
het gerecht te gaan om de zaak aan tegc-
ven.
Want evenzeer als hij er van doordron
gen was dat hij onsobu'dig aan 't geval
was, zoo gevoelde hij ook dat zijne Clara
rein was. Bet heele artikel was in zijn oog
niets dan een onwaardig pamflet. Slechts
de angst om te zeer op den voorgrond te
treden, hield hem van sijn plan terug
Toen de president hem roepen lier, meende
hg zeker dat deze hem verlof soa geven
e»n aankleoht in te dienen. Hjj zou bitter
teleurgesteld worden.
De president sloeg ai reeds dadelijk een
strengen toon aan.
„Mijnheer 1* zeide hij tot den eerbiedig
beigende, „gij hebt bet artikel gelezen F*
„Jawel, mijnheer de president, en ik ben
er ontsteld van
„Gij moest dat ontsteld-zijn maar aan
diegenen overia en, die er reden voor heb
ben," viel de president scherp uit.
Wiese schrikte verbazend.
„Ik wist niet,, stotterde bij. „Mijnbeer de
preBid>nt gelooft toch niat - F*
„Ge wilt tcch zeker niet beweren dat de
zaak uit de locht is gegrepen en dat ge
geen erg in den omgang van uw doohter en
mijn zoon hebt gehad f*
„Mijnheer de president Ik Mijne
dochter?» H.j verloor bjjna de bezinning
van ontzetting.
„Pappsrlepap Foei, mijnbeer Wiese, zoo
iets bid ik van ga.-.n enkelen mijner beamb
ten verwacht en moet n mijn groot mig-
no gen en ontevredenheid uisprek u. Uwe
dochter staat onder uwe bescherming en
leiding. Op o rest das da plicht om
over hear te waken. Gij moogt niet dulden,
dat zj) onder uwe oogen een verhouding
heeft, die tot dat ongehooidn sch ndsal
heeft geleid, en waarbij mijn persoon zoo
direof is betrokken.*
Moed en tegenwoordigheid van geest
waren nu jaisi niet eigenschappen, dia
ik ben beelcmaai ui t muzikaal.
O, dat wrkt zooveel verwondering Hé,
een man els D niet muzikaal, j« zou ztg-
geu Doet u werkelijk beelcmaai niet aau
muziek P
Zoo'n opv;tting toch. Waarom, vraag
ik u in gemoede, waarom is het zoo be
slist noodig, dit een beschaafd menscb
muzikaal is? Dat hij minstens één icst u-
mevt bespeelt en dat hij althans zingt
Welke boosdoener toch heeft de muzi
kale kunst tot de rieée gemaakt van onze
uiterlijke beschaving
Men vraagt het niet aan den eersten den
beste: U schildert zeker U heett toch wel
schi'.dersontwikkeliiig F OfU schrijft zeker
hetl mooi, of voor 't allerreinst dicht U
sonnetten P Men kan een besch afd menscb
wezen eu Diet schrijven tn nitt schildt-
ren, maar muzikaal moet men wezen en een
instrument moet men bespelen of zingen
moet men wi! men niet gerekend worden
tot de hülf-opgevoeöen.
Ik vraag u, waarom Is het niet bar-
baatsch,. zoo'n nobele kunst te maken tot
een speelgoedje van onze jongens en meis
jes wa&rmês zij later zich en andere be
schaafde meuschen zoet ta houden hebben
iu een pijulijke, met beleefde gezichten
aangehoorde executie F
Waarom is muzikale ontwikkeling een
deel onzer opvoeding en beeldhouwers- ol
scteursontwikkelirg niet?
Wij hebben ia R/tterdam een muziek
school met bijzonder knappe Leraren.
Rotterdam is een muzikale stad, o de meu
schen dwepen er met de Bohemers. Ea
een mskiLer die „etn beetje' is, speelt
piano, en er zijn ook vele makelaars die
zingen
In onze Roltt-rdamsche opvoedingsme
thode éók past een inschrijving aau de
muziekschool of het engagement van een
muziekuiehecr op precies zooveel-jarigen
leeftijd »an het pas der wereld ingetreden
slschtoffir. Jantje is nu zeven jaar en
de volgende maand gaat ie naar da mu
ziekschool.
Zeker, Jantje zal een beschaafd man
worden, die zjo taler kent, viool speelt,
de l.tt-rMuur bijhoudt, wellicht ook zingt
en verstand heelt van schilderijen. Het
dilettiiitisme is in onze deftige, kringen
't zij met oorlof eu zonder boos bedoelen
gcseid diep doorgedrongen, maar vast
gegrepen vooral heeft zich het muzikaal
dilettrntis me da£r.
Ea ik wilde bescheidenlijk opmerken dat
ik behoor tot de velen die dat ocpleizierig
vinden. Zou er niet eecs een beweging
op het touw te zetten zijn tegen de nooit-
verdedigde en toch fier-hestaaride noodza
kelijkheid, dat men muzikaal ontwikkeld
behoort te wezi-n
O izü jongens en meisjes komen schul
deloos ter wes t ld. Waarom hen tot boos
doeners gemaakt die mooie muziek be
derven en gevoelige ooren afmartelen AL
eens iemand in onxe toonaangevende
kringen den moed had een avondje te
ondernemen met de bapdinzvEr mag
geen muziek gemaakt worden", we waren
al ren heel eind op weg. Wte bindt de
ij-clijk-viilsch miauwende kat de bel eer.s
aan Als hij geen bespotte en krankzin
Wiesa Ce zijne bon noemen.
Het ontbrak hem ook nu aan de kracht,
om tieh tegen de beschuldigingen te verde
digen. Ds schrikkelijke toestand waerin bij
sieh bevond, wss hem zoo ongewoon en had
hem zoo verrast, dat bem ook sijn laatste
greintja zelfbaheersching verliet. Hot angst
zweet stond hem op hel voorhoofd, hg sid
derde als etn betrapte misdadiger en niat in
s'-eat die opgewondenheid te verborgen,
stamelde hij
„Mijnheer de president 1 Ik verseker u
zoo waar mijne dochter heeft
geen schuld, is onschnldig
„Ik heb da bewijzen voor het tegendeel,
mijnheer Wiese!" riep de president, terwijl
hjj den brief van zijn soon van de tatel
nam en daarmede in de luebt zwaaide. „Het
zou toch al heel wonderlijk zijn, als juist
gij daarvan geen kennis dro>gt. Poch ik
wil niet met u in het gericht tredenG()
hebt de verantwoording ervoor te dragen,
en ik ver<oek u ervoor te zorgen, dat in
da toekomst dergelijke ding n niet meer
voorvallen. Ik moet u ook verzoeken, bet
aan mij over te Jateo, op welke wijze
tegen dia courant zal worden opgetreden."
Een handbeweging en de raadsheer was ver
dwenen. Als een veroordeelde ging hij heen.Het
was hem te mojde als moest hg sterven.
Zijn ambtelijk en burgerlijk leven was ver
stoord. Hij zag zi)n ondergang voor oogen
En zin arme vrouw, »4n kinderen Wat
hadden sjj misdaan? Waarom moestee «jj
meê'ijdcn Clara wrs onschuldig f Hij
was bereid er met fijn leven voor in te
giaan dat zij onsobuldig was Hij, de va
der, kenda baar beter dan iemand anders
ter wereld) hg wist ds< zij 6?ne te trotsobe
en voorname natuur h'rd ca ook maar in
't minst san sommige :_voor8teI en het oor
te loenen, D»t dus ssaan iets te doen wat
mat de goede zeden in strijd is.
Maar de brief, waarop ds president had
'gerinspeetd ^Wieso begreep nie>,«a( daarmede
bedoeld werd. Was bij door Clara geschre
ven P Of aan haar gericht Welke ecban-
delokbeden zouden daarachter s eken
't Mocht wezon wat het wilde zij was
onschuldig evenals zjju vrouw het was en aoo-
nig verklaarde maitsLar wordt, brengt
hij het tot weldoener der meoscbheid.
Maar er is iets nog ergers. Hje langer
hoe meer wordt bel gewoouts dat dilet-
trnten in het openbiar optreden. Enk.-L
vereeaigiogen die niet sl te best bij kis
zijo, zoeken bij voo keur programma»ulliog
van düettauten. En noodlijdende fondsen
of w duwen zijn voor dilettanten nog al
eens vaak aanleiding een betalend pbuliek
te laten blijken hoe mnsicaal zij zijn. En
bleef het nog „onder ons', stilletjes en
bescheiden. Mrar nesn, de couranten moe
ten er bij en de heeren critici moeten
oord elen. De kritiek, dia dm htf minst
afkeurend ooideelt, is de viitfe, masr de
kritiek zwijgt veehl en de kritiek weet
het niet. Er out staat een schare van ver
ongelijkten die alle vrindjes zeggtn
het zoo razend veel tdent hebben en
die door de kunstrrchtera doodgezwegen ot
onverdiend mishandeld worden!
De vronwententojnstelling heeft als
ik me wel herinner géén conference
over muziek in de opvoeding gehouden.
Vond zij de alles omvattende dit
te gering Dan schatte zij waarachtig ver
keerd.
Muziek in de opvoeding is één der felste
plagen van ods modern Egypte.
J».
bij G. DE BEURS Gz.,
Spekslager, HELDER.
GEVHAAOO,
een gevorderd
tegen 1 Mei a.s.
Adres Fr. Br. aan C. GOVERS,
Mr. Broodbakker te Kleinesluis, Anna
Paulowna.
Anna Paulowna.
Bij Y. KUIPERS firma H. Bran-
denburgh Zoon te Workum, is ver
schenen
ÖE IfiKZOlttiliVe
van
door
W. J. A. S Mi A,
Veearts te Workum.
Prijs 30 cent, franco p. p. 32 cent.
a's ook hij rioh «te geen schuld bewust
wat. En 200 sterk was dit bewustzijn en
dets overtuiging in bem, dat ze bijna op
wogen tegen de vernedering, die hem zoosven
was toegevoegd. Ma tr zijn gelaat was, toen
hij van het bureau terugkeerde, zoo ver
stoord, zijn hoodiDg zoo gebroken, dat de
collega's en bodes, die bum ontmoetten,
verwonderd g'aau bleven en hem hoofd
schuddend nazagen-
Wat is er toob met Wiesi vroeg de
een aan den and r- Hij is zeker ziek! Hg
msg sicb wel in aeht nemen I Hg is da
jongs'e ook al niet meer I
III
Bij de Wieses zat de zorg mede aan ta
fel. Toen de raadsheer 's middags thoig
kwam, vond hij droeve gesiohten- Clara was
er niet, zij had een briefje gizoodan en
zich veron'schnidigdmevronw Delabonr
was tiek gewordeo en te had «ooveel te
doen dat zij niet uit de zaak wegkon. Me
vronw Wiese en Geertrui hadden haar weg
blijven mat h«t artikel nit de conrant in
verbind gebracht. Hier was de courant
ook gezonden en ze badden hat bericht met
atsohuw g Ieren. Met roodgeweende oogen
lit pen ze rond en waagden hit van schaamte
en aDgst zelfs niet een woord te zeggen over
de naak. Zij vreesden ervoor sis voor d?
aanraking van een melaa'iche.
To3n mevrouw Wiese baar man zag,
schrikte zij hevig. Hy zag er nit alsof hjj
in één dag een grijs, ond man was geworden;
zijn flinke houding w*s verdwenen, sohuw
en b-drnki staarde hij voor zich tuen.
„Om Godswil, lieve man, wat tie je et
uit F* riep lij, terwijl zij te-der haar arm
om h-m heens'oeg eu hem bezorgd in hst
galaat zag.
„Ja mij is het al beel slecbt gegaan,
Emiliel" was zijn antwoord.
„Go weet het das f"
„Ja I"
Mevronw Wiese hield haar schort voorde
oogen en daarna werd er g en woord meer
over gewisseld.
Het was een trenrig maal. Geen enkele
at vaD ba'eekeni's. Zwaar drukte do kommsr
Ondergeteekeade maakt b ij deze aan
zijn geachte begunstigers,en ook aan die
van wijlen zijn oom, in WIERINGER-
WAARD en Omstreken bekend, dat
bij van de Alieiiweglllig naar
de Urooteblllirt is verhuisd,
en beveelt zich bij vernieuwing in
ieders gunst en recommandatie aan,
belovende een nette en soliede be
handeling.
Hoogachtend,
Uw Dw. Dn.
Schilder te Wierïngerwaard,
W. v. GIJTENBEEK.
G. R. WAIBOER.
L. METZELAAR.
C. D. WAIBOER.
A. D. WAIBOER.
P. D. KAAN.
G. H. GEERLIGS.
Anna Paulowna.
een groote partij
Zoomede KASTPAPIER, KAST
RANDEN, SPONZEN, BOENDERS,
ZEEMLEERENLAPPEN, enz. enz.
ANNA PAULOWNA.
II
in goeden staat zijnde gebruikte
met Lucht- en Cnshionbanden,
Bondsrijwielhersteller,
Marktplaats, Schagen.
op hunne z elen.
Toen echter het et»n opgeruimd was, zei-
de msvrouw Wie»»
„Ge moogt vandaag niet naar kaaloor
gaan, anders fjjt ge morgen sitk. Ik tal
August zenden en laten zeggen dat ge
tiek wijt.*
„Neen, neen, Emilie, dat gaat niet,' ant
woordde hg haastig. „Ik zal een beetje gaan
liggen, dan sal het wel waer beter worden.*
Hg s'ond op om naar de andere kamer
te gaan, toen Geertroi op bem toesnelde,
baar armen om sgn hals sloeg en hem met
tranen in de oogen kuiie.
„Papa," smeekte se, „laten we er toch
eeni over praten. Dat zwijgen maakt me
het harte nog angstiger.*
M'svrouw Wisse zeide:
„Trni heeft gelijk, lieve man Wat helpt
ons al dat zwggan, wanneer wg er (och
steeds aan moeten deoken F Het wroet aog
maar zooveel te dieper in onse zielen!*
De raadsheer zuchtte-
„Ja," antwoordde bij. „Dat peinzen en
denken maakt de zaak nog erger, ik merk
dat heel goed-*
Na gingen z? weder zitten en spraken
onomwonden, en hoi scherper se de dingen
onder het oog sagen, des te lich er werd
he hen om het hart. Alles zon zioh ophalderen,
daaimae troostten rjj elkaar; 'l was immera
reeds voorgekomen, dat de achtbaars'e en
aanzieDlgkste (amiliën belasterd wareo
geworden zonder dat bonnaam er ook maar
eenigszins onder bad geleden? En hier lag
zalk een lage leugen voor het grgpeo, dat
een verstandig m nsoh aich met alsohnw
er van m^est afwenden.
To'n de heir Wiese, aarzelend en half bang
dst hg daarmee een dieDstgeneim verklapte,
zijn onderbond met dan president schilder
de, werden ze aiien waer beel kleinmoedig.
Geertrui was ds eerste, die weer zioh zelf
was. Zg gaf bare verontwaardiging in salke
hoage woord:n laoht, dat bet don raadsheer
toch wat al Ie s-erk werd, maar zijn dochter
kreeg den hee'en bijval van zgn anders zoo
sach moedige vronw.
„Ja, het is ongehoord!* riep gg. ,En gg
badtjezgne verwijten soo maar niet moeten