Brieven ait de Maasstad. een fliie Dienstbode, ialbrslwliig, ÜH1LIESEI r mi Ontvangen, #i ij w i e l e Zondag 16 APRIL 1899. 43ste Jaargang ïfo. 3407. eieren te zoeken. bij G. HAKKI.R, tweede blad. BEHANGSELPAPIER ADVEKTENTIEN. Wordt gevraagd, GEVRAAGD, bij II. Jonker, JOfyGE KALVEREN gedurende de eerste zes maanden, C. Zwaag Klz., De Ondergeteekeiiden maken bekend, dat het ten strengste verboden is op hunne landerijen, ot op die, welke onder hun beheer staan, en RANDEN. Si STALEN op zicht. hij E. D. CRUM, TE KOOP: SCHAGEB RANT. Rotterdam, 11 April 1899. No. 180. Lieve vrienden, laat ik u een droeve heriuneriug uit tniju jeugd vertellen. Ik had ter jeugd zoo rustig als een jeugd, verzorgd door ouder» aan wie 't maatschap pelijk goed gast, maar wezen kan. Met het leeren ging 't niet al Ie onvoorspoedig, met het toezicht niet al te vaderlijk-draconisch, met 't kiezen der vermaken niet al te moederlijk-ssnlireieuteel neen, werkelijk, 't was een jeugdje zoodrr zorgen. Ia mijn ouden dag bij vergelijking gesproken bso ik er mijn ouders nog daokbaar voor. Alleen zon ik een voorbehoud willen ma ken o, ik vergeef de oorsprongen mijas levens alles ik z&u van mijn dankbaar heid wdleii uitzonderen de doorgevoerde meening vaa't voortreffelijk tweetal dat ik hijzonder of althans ongewoon muzikaal wae! Alle oulers geloove» dat van huone kindereu, als ik mij eist vergie. Ik zelf, die toch geen aangename ervariognn hs.d, zooals blijken zal, ik zelf vond ia mijn oudste en in alle mijne vele volgenden reeds in den zuigeliugentijd een gevoslig muzikaal oor en veel belangstelling voor al wat nasr melodie geleek. Mjn oudste kon in een schreeuwbui zijn zóó krijschend en hardnekkig als er ooit é-n eeu liefdevol vaderoor gemarteld heeft; soodra de baker het liedje begon van ^Siasp kindje slaap" of „Mtrrelbrcek die gaat ten strijde', zweeg bij eu staarde met groote oogen naar bakers rrsommeleuden mond. Ik geloof nu dat he'. schrik en verbazing was,toen hield ik het voor ontluikend muzikaal taiei t, en ik voo spridr mijn lieveling een groote muzikale toekomst. Ot 't eeu Fischer of een Padrr wski zou wor den, daarover alleen was ik het neg niet eens met mezeiven, al deed zijn bijzondei sterke seel mij nu eens aan Fischer hopen en zijn druk-bewegende vingertjes eu vroeg ontluikend haar dan weer aan Paderewski. Msar éét) van beidn werd de jongen zeker En ik dacht zóó, ik, die z-If uit mijn jeugd zulke onaangename ervaringen mee hat leven iu genomen had Mijn ouders hidd-n groote verwachtin gen van me. Ik luisterde op moeders arm aandachtig naar het orgel, dat vader dts Zondags immer stichtelijk placht te bespelen, ik liep straten ver mannen met orgels na, zoo gauw ik msar even loopen koa en eeu wijsje, dat men me e n maal voorge zongen had, kon ik niet al te valsch na zingen. Er zat beslist een musicus in me. En al was dat nitt zoo, muziek behoort tot de opvoeding, ik had er mij dus in te bekwamen. Rotterdam heeft tegenwoor dig een muziekschool en honderden cou- ziekleeraars van vijf gulden tot een kwar tje per uur-met—een—viool-in—bruikleen toe. 't G«at tegenwoordig heel gemakke lijk muzikale ontwikkeling te verkrijgen, maar toen leefden de musici in den gouden tijd, zonder cor currei tiezij waren wei nigen in aantal eu hun tarief was vijftien FEUILLETON. 8. De president Koliberg was in een zeer geërgerde stemming. Niet zoozeer tegen zijn zoon want zoo hoogeischend was hij niet, om den jongen man niet zoo iets te gun nen Clara was bepaald mooi, en van mooie vrouwen had hij geen afkeer. Hg was uit zijn humeur, omdat men de zaak aan de groote klok had gehangen en deze zoodoende voor hem en zjjn toon onaange naam zon kunnen zjjn. En zonderling ge noeg riehtte zijn toorn zioh niet tegen den schrijver van bet pamflet, maar alleen tegen haar, die er het meest onder te lijden zou hebben. In zijn smbt s'eeds eerlijk en naawgezet, verloor bij geheel zijn helderen blik wan neer zijn persoon of zijn familie er bij te paz kwamen. Zoodoende was het dan ook alleen mogelijk dal bij Clara de schuld van alles gaf. Hij zou, zoo het in zijn macht waz geweest, baar beslist voor da recht bank hebben gedaagd. Maar nu moest bij sijn toom inslikken en er over nadenken boe bij sieh fatsoenlijk uit dezen neteligen toestand redde. Daar viel hem juist in de gedachte, dat dit schepsel de dochter van een zijner ba- ambten moest zijnen bijna verheugd, iemand gevonden te hebben op wien hg zijn boos humenr zou kunnen loslaten, besloot hg dezen Wiese dadelijk ter verantwoording te roepen. Pe man waz in zekeren zin voor d« wandaad zijner doohter verantwoordelijk, evenals hij voor do kleine overtreding van zjjn toon i en wie weet of do ouders de verhouding, in de hoop op een huweljjk ven hunne dochter rret zijn roon, niet in de hand hadden gewerkt of geduld. Nauwelgks was bij dan ook in zjjn bu reau aangekomen, ol hjj liet den raadsheer stuivers per uar, twee kinderen uit één gezin vijf en twintig stuivers De »pianomeheer*, zooals de meid 'ex noemde, werd gehuurd voor „voorloopig drie maandm om ta zien wat er in 'ein „zat*, er werd op een auctie een stadie- piano gekocht o, studiepiano's -en pr#ci«s op mijn zevenden verjaardag be gon mijn muzikale onlwikKeliog. De pianomeheer deed zijn best, inder daad. Als de man niet lar.g dood was, zon ik hem nu nog recommandeeren om zijn geduld en zachtmoedigheid, meer nog dan om zijn muzikaal talent. Hij boog zonder mij pijn te dom mijn vingers, leerde me dat 'k in elk oogenbbk dat geen be slag 1'gde op mijn ving rs, te trommelen zit om ze slap en lanig te maken. Hij zat geduldig mijn gauiines aat te hoortn. En toen hij na drie maanden, nog bleekar dan hij alree,ds was en nog iets magerder e:i met r.bg doffer oogen dan bij zijn komst, voor p»'s verlangenden blik stond, zuchtte hij diep ea zei de eerlijke k rel-'t spijt me voor de les meneer, masr als u 't me eerlijk en op den min sf vraagt, laat uw zoontje liever een nuttig lid in de maatschappij buiten de muziek worden, want hij heett evenveel muzikaal gehoor en evenveel plezier iu de muzikale studiën als de kat daar Voor mija vader was dit bso geduchte tegen valleren msma heeft er één middag hoofdpij o vau gehad. Ze zonden 'l nog eens pro- beerea met de viool, want, nietwaar, 't kon wel eens aan het instrument liggen Nu, inel de viool ging het heelecaasl niet. Ik kon zelfs niet snappen hoe ik den strijkstok vast moest houden. Totdat op een middag de viooloieheer den strijkstok op m'n kop kapot sloeg en ik thuis kwam met de boodschap, dat er ia mij ook geen siolistenaanleg troonde. Uit ijdslh-id en terwille eener kalver liefde heb ik later nog eens ge probeerd, of er uit mijn orgaan wellicht niet een goeden bariton te hslen w^8, maar na enkele proeven dieig- de de hospita van mijn leermeester hem zijn kamers op te zegg-n, als hij doorging dien nieuwen jongeling, dat was ik, zoo erbarmelijk te laten io°ien. En ik heb mijn muzikaal ondernemen daarmede voor go d gestisk). Ik ben nu wel geen groot, man gewor den, maar ik heb wel eenige aanleiding tevreden te wezen over mijn levensloop. Ze zeggen ik lub dit van vertrouwde vrinden dat ik mijn gezelschap waard ben en nog al prettig vertellen kan, al leen ik ben zoo weinig muzikaal 1 Zeker, dat ben ik ook. Ik antwoord ui t, sis men mij vraagt met vriendelijken glimlach: »U speelt zrkor piano?" met nog vriendelijker glimlach„Eau beetje mevrouw, maar ik ruim aIijd graag het veld voor hooger beschaafde muzikale ta leuien als U*. Als men meent, d t ik zeker wel eeu instrument bespeel, huichel ik niet dat ik er vroeger veel san ge- dsan heb en niet gansch en al zonder succes. En als men mij inlichtingen vraagt over mijn stensontwikkeiine, heb ik met snders to antwoorden dan ik zing niet, Wiese ombieden. Ook Wiese bad een „Kleine Man" op sijn lessenaar gevonden en was daardoor, zeer be grijpelijk, erg opga wonden. Den ganschan dag was bij reeds van plan geweest, naar het gerecht te gaan om de zaak aan tegc- ven. Want evenzeer als hij er van doordron gen was dat hij onsobu'dig aan 't geval was, zoo gevoelde hij ook dat zijne Clara rein was. Bet heele artikel was in zijn oog niets dan een onwaardig pamflet. Slechts de angst om te zeer op den voorgrond te treden, hield hem van sijn plan terug Toen de president hem roepen lier, meende hg zeker dat deze hem verlof soa geven e»n aankleoht in te dienen. Hjj zou bitter teleurgesteld worden. De president sloeg ai reeds dadelijk een strengen toon aan. „Mijnheer 1* zeide hij tot den eerbiedig beigende, „gij hebt bet artikel gelezen F* „Jawel, mijnheer de president, en ik ben er ontsteld van „Gij moest dat ontsteld-zijn maar aan diegenen overia en, die er reden voor heb ben," viel de president scherp uit. Wiese schrikte verbazend. „Ik wist niet,, stotterde bij. „Mijnbeer de preBid>nt gelooft toch niat - F* „Ge wilt tcch zeker niet beweren dat de zaak uit de locht is gegrepen en dat ge geen erg in den omgang van uw doohter en mijn zoon hebt gehad f* „Mijnheer de president Ik Mijne dochter?» H.j verloor bjjna de bezinning van ontzetting. „Pappsrlepap Foei, mijnbeer Wiese, zoo iets bid ik van ga.-.n enkelen mijner beamb ten verwacht en moet n mijn groot mig- no gen en ontevredenheid uisprek u. Uwe dochter staat onder uwe bescherming en leiding. Op o rest das da plicht om over hear te waken. Gij moogt niet dulden, dat zj) onder uwe oogen een verhouding heeft, die tot dat ongehooidn sch ndsal heeft geleid, en waarbij mijn persoon zoo direof is betrokken.* Moed en tegenwoordigheid van geest waren nu jaisi niet eigenschappen, dia ik ben beelcmaai ui t muzikaal. O, dat wrkt zooveel verwondering Hé, een man els D niet muzikaal, j« zou ztg- geu Doet u werkelijk beelcmaai niet aau muziek P Zoo'n opv;tting toch. Waarom, vraag ik u in gemoede, waarom is het zoo be slist noodig, dit een beschaafd menscb muzikaal is? Dat hij minstens één icst u- mevt bespeelt en dat hij althans zingt Welke boosdoener toch heeft de muzi kale kunst tot de rieée gemaakt van onze uiterlijke beschaving Men vraagt het niet aan den eersten den beste: U schildert zeker U heett toch wel schi'.dersontwikkeliiig F OfU schrijft zeker hetl mooi, of voor 't allerreinst dicht U sonnetten P Men kan een besch afd menscb wezen eu Diet schrijven tn nitt schildt- ren, maar muzikaal moet men wezen en een instrument moet men bespelen of zingen moet men wi! men niet gerekend worden tot de hülf-opgevoeöen. Ik vraag u, waarom Is het niet bar- baatsch,. zoo'n nobele kunst te maken tot een speelgoedje van onze jongens en meis jes wa&rmês zij later zich en andere be schaafde meuschen zoet ta houden hebben iu een pijulijke, met beleefde gezichten aangehoorde executie F Waarom is muzikale ontwikkeling een deel onzer opvoeding en beeldhouwers- ol scteursontwikkelirg niet? Wij hebben ia R/tterdam een muziek school met bijzonder knappe Leraren. Rotterdam is een muzikale stad, o de meu schen dwepen er met de Bohemers. Ea een mskiLer die „etn beetje' is, speelt piano, en er zijn ook vele makelaars die zingen In onze Roltt-rdamsche opvoedingsme thode éók past een inschrijving aau de muziekschool of het engagement van een muziekuiehecr op precies zooveel-jarigen leeftijd »an het pas der wereld ingetreden slschtoffir. Jantje is nu zeven jaar en de volgende maand gaat ie naar da mu ziekschool. Zeker, Jantje zal een beschaafd man worden, die zjo taler kent, viool speelt, de l.tt-rMuur bijhoudt, wellicht ook zingt en verstand heelt van schilderijen. Het dilettiiitisme is in onze deftige, kringen 't zij met oorlof eu zonder boos bedoelen gcseid diep doorgedrongen, maar vast gegrepen vooral heeft zich het muzikaal dilettrntis me da£r. Ea ik wilde bescheidenlijk opmerken dat ik behoor tot de velen die dat ocpleizierig vinden. Zou er niet eecs een beweging op het touw te zetten zijn tegen de nooit- verdedigde en toch fier-hestaaride noodza kelijkheid, dat men muzikaal ontwikkeld behoort te wezi-n O izü jongens en meisjes komen schul deloos ter wes t ld. Waarom hen tot boos doeners gemaakt die mooie muziek be derven en gevoelige ooren afmartelen AL eens iemand in onxe toonaangevende kringen den moed had een avondje te ondernemen met de bapdinzvEr mag geen muziek gemaakt worden", we waren al ren heel eind op weg. Wte bindt de ij-clijk-viilsch miauwende kat de bel eer.s aan Als hij geen bespotte en krankzin Wiesa Ce zijne bon noemen. Het ontbrak hem ook nu aan de kracht, om tieh tegen de beschuldigingen te verde digen. Ds schrikkelijke toestand waerin bij sieh bevond, wss hem zoo ongewoon en had hem zoo verrast, dat bem ook sijn laatste greintja zelfbaheersching verliet. Hot angst zweet stond hem op hel voorhoofd, hg sid derde als etn betrapte misdadiger en niat in s'-eat die opgewondenheid te verborgen, stamelde hij „Mijnheer de president 1 Ik verseker u zoo waar mijne dochter heeft geen schuld, is onschnldig „Ik heb da bewijzen voor het tegendeel, mijnheer Wiese!" riep de president, terwijl hjj den brief van zijn soon van de tatel nam en daarmede in de luebt zwaaide. „Het zou toch al heel wonderlijk zijn, als juist gij daarvan geen kennis dro>gt. Poch ik wil niet met u in het gericht tredenG() hebt de verantwoording ervoor te dragen, en ik ver<oek u ervoor te zorgen, dat in da toekomst dergelijke ding n niet meer voorvallen. Ik moet u ook verzoeken, bet aan mij over te Jateo, op welke wijze tegen dia courant zal worden opgetreden." Een handbeweging en de raadsheer was ver dwenen. Als een veroordeelde ging hij heen.Het was hem te mojde als moest hg sterven. Zijn ambtelijk en burgerlijk leven was ver stoord. Hij zag zi)n ondergang voor oogen En zin arme vrouw, »4n kinderen Wat hadden sjj misdaan? Waarom moestee «jj meê'ijdcn Clara wrs onschuldig f Hij was bereid er met fijn leven voor in te giaan dat zij onsobuldig was Hij, de va der, kenda baar beter dan iemand anders ter wereld) hg wist ds< zij 6?ne te trotsobe en voorname natuur h'rd ca ook maar in 't minst san sommige :_voor8teI en het oor te loenen, D»t dus ssaan iets te doen wat mat de goede zeden in strijd is. Maar de brief, waarop ds president had 'gerinspeetd ^Wieso begreep nie>,«a( daarmede bedoeld werd. Was bij door Clara geschre ven P Of aan haar gericht Welke ecban- delokbeden zouden daarachter s eken 't Mocht wezon wat het wilde zij was onschuldig evenals zjju vrouw het was en aoo- nig verklaarde maitsLar wordt, brengt hij het tot weldoener der meoscbheid. Maar er is iets nog ergers. Hje langer hoe meer wordt bel gewoouts dat dilet- trnten in het openbiar optreden. Enk.-L vereeaigiogen die niet sl te best bij kis zijo, zoeken bij voo keur programma»ulliog van düettauten. En noodlijdende fondsen of w duwen zijn voor dilettanten nog al eens vaak aanleiding een betalend pbuliek te laten blijken hoe mnsicaal zij zijn. En bleef het nog „onder ons', stilletjes en bescheiden. Mrar nesn, de couranten moe ten er bij en de heeren critici moeten oord elen. De kritiek, dia dm htf minst afkeurend ooideelt, is de viitfe, masr de kritiek zwijgt veehl en de kritiek weet het niet. Er out staat een schare van ver ongelijkten die alle vrindjes zeggtn het zoo razend veel tdent hebben en die door de kunstrrchtera doodgezwegen ot onverdiend mishandeld worden! De vronwententojnstelling heeft als ik me wel herinner géén conference over muziek in de opvoeding gehouden. Vond zij de alles omvattende dit te gering Dan schatte zij waarachtig ver keerd. Muziek in de opvoeding is één der felste plagen van ods modern Egypte. J». bij G. DE BEURS Gz., Spekslager, HELDER. GEVHAAOO, een gevorderd tegen 1 Mei a.s. Adres Fr. Br. aan C. GOVERS, Mr. Broodbakker te Kleinesluis, Anna Paulowna. Anna Paulowna. Bij Y. KUIPERS firma H. Bran- denburgh Zoon te Workum, is ver schenen ÖE IfiKZOlttiliVe van door W. J. A. S Mi A, Veearts te Workum. Prijs 30 cent, franco p. p. 32 cent. a's ook hij rioh «te geen schuld bewust wat. En 200 sterk was dit bewustzijn en dets overtuiging in bem, dat ze bijna op wogen tegen de vernedering, die hem zoosven was toegevoegd. Ma tr zijn gelaat was, toen hij van het bureau terugkeerde, zoo ver stoord, zijn hoodiDg zoo gebroken, dat de collega's en bodes, die bum ontmoetten, verwonderd g'aau bleven en hem hoofd schuddend nazagen- Wat is er toob met Wiesi vroeg de een aan den and r- Hij is zeker ziek! Hg msg sicb wel in aeht nemen I Hg is da jongs'e ook al niet meer I III Bij de Wieses zat de zorg mede aan ta fel. Toen de raadsheer 's middags thoig kwam, vond hij droeve gesiohten- Clara was er niet, zij had een briefje gizoodan en zich veron'schnidigdmevronw Delabonr was tiek gewordeo en te had «ooveel te doen dat zij niet uit de zaak wegkon. Me vronw Wiese en Geertrui hadden haar weg blijven mat h«t artikel nit de conrant in verbind gebracht. Hier was de courant ook gezonden en ze badden hat bericht met atsohuw g Ieren. Met roodgeweende oogen lit pen ze rond en waagden hit van schaamte en aDgst zelfs niet een woord te zeggen over de naak. Zij vreesden ervoor sis voor d? aanraking van een melaa'iche. To3n mevrouw Wiese baar man zag, schrikte zij hevig. Hy zag er nit alsof hjj in één dag een grijs, ond man was geworden; zijn flinke houding w*s verdwenen, sohuw en b-drnki staarde hij voor zich tuen. „Om Godswil, lieve man, wat tie je et uit F* riep lij, terwijl zij te-der haar arm om h-m heens'oeg eu hem bezorgd in hst galaat zag. „Ja mij is het al beel slecbt gegaan, Emiliel" was zijn antwoord. „Go weet het das f" „Ja I" Mevronw Wiese hield haar schort voorde oogen en daarna werd er g en woord meer over gewisseld. Het was een trenrig maal. Geen enkele at vaD ba'eekeni's. Zwaar drukte do kommsr Ondergeteekeade maakt b ij deze aan zijn geachte begunstigers,en ook aan die van wijlen zijn oom, in WIERINGER- WAARD en Omstreken bekend, dat bij van de Alieiiweglllig naar de Urooteblllirt is verhuisd, en beveelt zich bij vernieuwing in ieders gunst en recommandatie aan, belovende een nette en soliede be handeling. Hoogachtend, Uw Dw. Dn. Schilder te Wierïngerwaard, W. v. GIJTENBEEK. G. R. WAIBOER. L. METZELAAR. C. D. WAIBOER. A. D. WAIBOER. P. D. KAAN. G. H. GEERLIGS. Anna Paulowna. een groote partij Zoomede KASTPAPIER, KAST RANDEN, SPONZEN, BOENDERS, ZEEMLEERENLAPPEN, enz. enz. ANNA PAULOWNA. II in goeden staat zijnde gebruikte met Lucht- en Cnshionbanden, Bondsrijwielhersteller, Marktplaats, Schagen. op hunne z elen. Toen echter het et»n opgeruimd was, zei- de msvrouw Wie»» „Ge moogt vandaag niet naar kaaloor gaan, anders fjjt ge morgen sitk. Ik tal August zenden en laten zeggen dat ge tiek wijt.* „Neen, neen, Emilie, dat gaat niet,' ant woordde hg haastig. „Ik zal een beetje gaan liggen, dan sal het wel waer beter worden.* Hg s'ond op om naar de andere kamer te gaan, toen Geertroi op bem toesnelde, baar armen om sgn hals sloeg en hem met tranen in de oogen kuiie. „Papa," smeekte se, „laten we er toch eeni over praten. Dat zwijgen maakt me het harte nog angstiger.* M'svrouw Wisse zeide: „Trni heeft gelijk, lieve man Wat helpt ons al dat zwggan, wanneer wg er (och steeds aan moeten deoken F Het wroet aog maar zooveel te dieper in onse zielen!* De raadsheer zuchtte- „Ja," antwoordde bij. „Dat peinzen en denken maakt de zaak nog erger, ik merk dat heel goed-* Na gingen z? weder zitten en spraken onomwonden, en hoi scherper se de dingen onder het oog sagen, des te lich er werd he hen om het hart. Alles zon zioh ophalderen, daaimae troostten rjj elkaar; 'l was immera reeds voorgekomen, dat de achtbaars'e en aanzieDlgkste (amiliën belasterd wareo geworden zonder dat bonnaam er ook maar eenigszins onder bad geleden? En hier lag zalk een lage leugen voor het grgpeo, dat een verstandig m nsoh aich met alsohnw er van m^est afwenden. To'n de heir Wiese, aarzelend en half bang dst hg daarmee een dieDstgeneim verklapte, zijn onderbond met dan president schilder de, werden ze aiien waer beel kleinmoedig. Geertrui was ds eerste, die weer zioh zelf was. Zg gaf bare verontwaardiging in salke hoage woord:n laoht, dat bet don raadsheer toch wat al Ie s-erk werd, maar zijn dochter kreeg den hee'en bijval van zgn anders zoo sach moedige vronw. „Ja, het is ongehoord!* riep gg. ,En gg badtjezgne verwijten soo maar niet moeten

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1899 | | pagina 9