Donderdag 25 MEI 1899.
43ste Jaargang No. 3418.
Gemeente Sc hagen.
Bekendmakingen.
Ontmoet ra verloijaip te tante.
FEUILLETON.
Verlossing.
KENÏÏISGEVING.
iïinaeniandsch Nieuws.
Bureau: SCHAGKI, Laan, f> 4.
UitgeverP. TRAPMAN.
Medewerker.1. W1 !VT k E L.
NATIONALE MILITIE.
Castricum Jaeobus Johannes,
behoorende bij het 4e reg. Vesting Art.
(Garnizoen Den Helder) tegen 20 Juni
a. s.
Anna Paulowna, 22 Mei 1899
WORDT VERVOLGD.
ilieieei Bitrn-,
MUNT.
MurieiilE- Lil
en
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag-
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
A.DVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 8.60,
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADYERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Burgemeester en Wethouders van SCHAGEN,
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat bet
onderzoek van de in die gemeente verblijfboudende
verlofgangers der Militie te land, voor zooverre zij
vóór den Eersten April j.1 in het genot van
onbepaald verlof waren gesteld, zal plaats hebben te
Behagen, op V r ij d a g den 9 Juni, en dat
mitsdien op evengenoemd tijdstip zich voor dat om
derzoek aan het Raadhuis aldaar moeten bevinden de
onderstaande personen
Lich- Namen en
TIJiQ. VOOKNAMEN. KORPS.
1898. Baars Johan korps pantserfort art.
Kruit Arend 4e Reg. Vest. art.
1894. Molenaar Jacob id.
Graaf de Arie le Reg. Infanterie.
1895. Spaans Willem korps pantserfort art.
Jongh de Anthonie 4e Reg. Vest. art.
Visser Hark 2e Reg. Veld. art.
Dekker Pieter 4e Reg. Vest. art.
Kassen Hendrik id.
Wit de Gerrit Reg. Gren. en Jagers.
1895. Ossen Cornelis Reg. Gren. en Jagers.
Graaf de Cornelis korps pantserfort art.
1896. Weeland Maarten le Reg. Infanterie.
Ploor Reijer 4e Reg. Vest. art.
Melker Cornelis Jaoobus id.
Bakker Pieter le Reg. Infanterie.
Delver Arnoldus 4e Reg, Vest. art.
1897. Smit Cornelis id.
Keet Theodorus Andreas Joseph id.
Houtkooper Martinus korps torpedisten.
Broekhuizen Pieter 4e lieg. Vest art.
Vries de Abram id,
Graaf de Pieter id.
3 898. Dekker Jaeobus id.
Zoomede de verlofgangers in de termen voor het
onderzoek vallende, welke zich vóór den datum der
inspectie alsnog van elders in de gemeente komen
vestigen.
Belanghebbenden worden verder herinnerd, dat zij
moeten verschijnen iu uniform gekleed en voorzien
van de kleedingen uitrusting stukken hun bij hun
vertrek met verlof medegegeven, alsmede van hunne
zakboekjes; dat zij, in uniform zijnde, onderworpen
zijn aan het reglement van krijgstucht, en zich bij
verzuim, nalatigheid of wangedrag blootstellen aan
arreststraffen van twee tot zes dagen, alsmede aan
oproeping tot werkclijken dienst voor den tijd van
drie tot zes maanden.
Schagen, den 19den Mei 1899.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
S. BERMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
5.
Zonder iels le «eggen volgdo mevrouw Garnier
baar man naar bat eabinet, waaruit hen een
gloed van liobt tegenstraalde. In de zilveren
onderwetsebe eandelabers brandden da kaar
sen en de uurwerken lieten bun veelstemmig
getik booren.
Met het voorkomen als van een over
winnaar zag de geheimraad vrouw en kin
deren aan.
„Hoort gehoort ge F* vroeg
bjj op pleehtigen toon.
En toen mevrouw Garnier in een opko
mende gedaebte angstig en ontzet tot hem
opzag, beantwoordde hij kalm haar blik, en
zich op zgn teenen opheffend riep hij„Uit
alle uurwerken hoor ik luide en zachte
stemmen, die roepen; treed nader, treed
nader
Na deze woorden ontstond er een ontzet-
tende pauze, die moeder en kinderen als
een eeuwigheid voorkwam.
En plo seling maakte de geheimraad een
diepe buiging en fluisterde op sidderenden
toon
„Staat uwe majesteit mij toe, dat ia uwe
keiierlijke hoogheid mjjne vtonw en mijne
kinderen voorstel?*
En dicht op «fin vrouw toetredende, fluis
terde hg haar toe: „Het is keizer Napoleon,
zet Je oogen goed open, zoo wi;d als ga
kunt, er komen nog anderen, sij komen in
een lange rjj achter elkaar aaD, uit dien
hoek F*
En telken» dieper en dieper boog hg zich,
terwijl hij grinnikte van pleizier.
„De iilosoof mijnheer Platomijn vrouw,
idaar professor Soerates, die mij voor een
uur meegedeeld heeft* hij knikte de ver
meende versohijning vruindeljjk toe „dat hij
ter wille van het algemeen nogmaals den gift
beker zal ledigdrioken-*
Mevronw Garniers oogen weiden zoo groot
mogelijk en zg brak in een hartverscheu
rend snikken nlt; de kinderen naderden en
drongen zich diebt tegen hunna moeder
aan.
,0 jij walt ze zoo verschrikken,*
zeide hij, terwijl zgn gelaat er vrooiyk uit
zag en hg zijn vrouw teeder de wangen
streelde- Z{j wilde hem uit het eabiuet
dringen, hg echter geraakte in een nieuwe
«XtM9.
De Burgemeester van Schagen, daar
toe de noodige aanschrijving ontvangen
hebbende, brengt ter algemeene kennis,
dat tot den werkelijken dienst wordt
opgeroepen onderstaande verlofganger
der lichting 1897, te weten
Welke verlofganger op genoemden
datum bij zijn korps present zal moeten
zijn voor des namiddags 4 ure.
Schagen, 19 Mei 1899.
De Burgemeester voornoemd,
S. BERMAN.
De Burgemeester van Schagen brengt
ter kennis van de ingezetenen, dat de
Heer Landmeter van het Kadaster zich
tot hot opnemen van kadastrale veran
deringen in deze gemeente zal vervoe
gen, op Maandag 29 Mei a s.
Schagen 23 Mei 1899.
De Burgemeester voornoemd,
S. BERMAN.
Overeenkomstig het besluit, genomen
op de jongste vergadering der vereeniging
nHelpt Elkai»*, om werkgevers uii te
noodigen tot een bijeenkomst op 20 Mei
in het lokaal vso den heer G. Volder, wa
ren aan 64 personen uitnoodigingen gezon
den.
5 (zegge v ij f) hadden a-n de oproe
ping gevolg gegeven en io het geheel
waren, met inbegrip van het bestuur, 14
personen op de vergadering aanwezig.
Ondanks dit kleine aantal werd beslo
ten, de zaak, waarvoor men te zanoen w.is,
te behandelen, en de voorzitter, de heer
Visser, gaf daartoe het woord aan den heer
Oostra, srts alhier, die het punt van be
spreking inleidde.
Terecht, merkt de heer O. op, kunnen
kleine oorzaken groote gevolgen hebben,
en zoo kan ook een goede zaak, door wei
nigen begonnen, velen tot zegen zijn.
„Ah ah Stepban, mijn jongen,
wat zegt gij erven; hier s'aat in levenden
lijve voor je Aristophanez, de vervaardiger
van het blijspel „De kikvorsehen*, een hoogst
sarcastische kop mijnheer Arisfophaues,
het is mij een onnoemelijke eer, eon eer
voor mijn buis, mijne kinderen en kindskin
deren en ah, daar hebt ge Cicero ook;
dat is er een, zooals er geen tweede be
staat.*
Hij brak midden in zgn rede roering af—
de uurwerken sloegen plotselingen de ge
heimraad laisterde angstig.
„Ziet ge, nu zijn zij allea wegweg
weg, kom gauw mee naar beneden.*
Zij volgden hem barend; hnnue gezichten
waren wit als linnen. Ooderweg vertelde
bij hen op een zalvenden toon, dat in den
afgeloopen nacht nog andere hooge gasten
bij hem waren geweest.
„Zij verdrongen elkaar om bg mij te zijn.
Zij wilden mg mijn geheim ontlokken, de
bandieten* hij lachte „maar dtar
komt nia's van in. Haha haha, dat
hebban ze niet klaar gespeeld.*
Eu na een kleine pauze: „Weet ge, wie
zich nog bg mij heeft laten aanmelden
Christus soo waar als er eau God leeft,
't was Christus—en weet ge door wien
Door zjjn apostel Paulas. Paulus heeft
mg gevraagd, of ik arme aardworm onsen
Heer ontvangen wilde. Dat mij zolk een eer
ten deel zou vallen wie had dat ooit
gedacht wie had dat ooit gedaoh',*
herhaalde hij nog esns-
Hij lachte golukkig en liefkoosde de hand
zijner vrouw.
„Ik ben niet trotsoh,* vosgde hij er aan
toe, „dat weet God; ik buig mg, hoort ge.
ik buig mij, ik bljjf nederig, ik weet wat
ik Hem daarboven seholdig ben.*
Eu de geheimraad zoek op zijn knieëa en
bad met verheffing van stem hel Oase
Vader. Aan het slot mompelde hij maar
steeds „ik buig mij en wie zioh
niet buigt, die wordt gebogen.*
Toeo mevrouw Gemier uit hare verdoo-
ving ontwaakte en in staat was weder bare
gedaohten te regelen, trok zij aan het sohel-
lekoord in den boek.
„Breng dsdelijk de kinderen weg,* fluis
terde ze Christine in het oor, ,en blijf bij
hen; Marie moet dadelijk naar dokter Hin-
riohsea, hij moet oogenblikkoljjk roet haar
meekomen, mijnheer is swaar ziek. Maar
maak om Godswil voort, hoort gel*
De oude dienstbode an'woordde niets,
zg nam de kinderen aan de hand en ging
met aware schreden de kamer uit.
Mevrouw Garnier bracht een kwartier door
Spreker herinnert aan het verslag der
vorige vergadering, waar vermeld was, dat
slechts een gering aantal van de eerst
aangemelden werkelijk als leden der ver-
eeuiging toetraden. Hij gaal de oorzaken
na waaraan dit is toe te schrijven en wijt
dit ten eerste aan de onbekendheid met
het groot» belang der zaak, ten tweede
aan zekere schroomvalligheid voor de keu
ring en ook aan den afstand waarop velen
van de Kleine Sluis woneD. Wat dit laitste
betreft, wil spreker dit Kzwaar gaarne
ondervangen en desnoods belangheb
benden aan hun eigen huis keuren.
Daarna herhaalt de heer O. nogmaals
het in de vorige verg. gezegde, n.1. de
zedelijke plicht, die op den werkgever rust,
om den werkman in geval van ziekte
zooveel mogelijk financieel te steunen, aan
den anderen kant de nood, die in het gezin
van den atbeider heerscht, wanneer de
broodwinner onmachtig is iets te verdienen
en hrt minder aangename, om liefdegilten
aan te nemen, waartoe hij toch wel
genoodzaakt is. Aan beide bezwaren kan
nu worden tegemoet gakomen, wanoeer
patroon en arbeider goedwillend en eens-
willend zijn. Overtuigd als vele werkgevers
zijn, dat het den werklieden zwaar valt, ook
wedar voor een vereenigirg tot ondersteuning
brj ziekte hon penniüg te offeren, zijn zij
bereid, het hunne ook daanoe bij te dragen.
Vele vaste werklieden zijn er in deze
gemeeeta en zeer weiaigen zijn leden der
vereeniging, en wasr nn onderscheiden
boeren den heer O. hun sjenpathie hebben
betuigd rntt het doel der vereeaiging,
achtte hij het van groot belang, dat de
werkgevers eens te zanaen kwamen, om te
beraadslagen over de wijze, waarop zij dat
goede doel zouden helpen verwezenlijken.
Hij vindt het heel jammer, dat de opkomst
zoo gering is, ma>r toch verneemt bij
gaarne het g;voelen der aanwezigen omtrent
het gezegde.
De heer G. H. Ge-rligs zegt, dat hij
reeds toezegging geda&n had van bijdragen
voor 2 raste werklieden, maar eer hij zich
tot meerderen verbond, wenschte hij het
resultaat der onderlinge bespreking af te
wachten.
De heer Jb. Waiboer wenscht met zijn
dat zij haar groscho leven nie' verga'. Haar
man werd, toen hij zijn kalmte her
kreeg, plotseling teeder.
Deze stille, eenvoudige man, dia gedurende
rijn geheele leven een bjjut schuwe terug
houdendheid in echt had genomen, begon
haar riu van zijn hartstocht en liefde te
spreken. Zij drukte de lippen op elkander
en hoorde hem zwijgend aan, en toen hij
haar op den volgenden Zondag een feest
voorsloeg, waarop de groote dooden, die
tol een nieuw leven ontwaakt waren, ook
genoodigd zouden worden, toen knikte zo
hem beteekenisvol toe, terwijl ze angstig
laisterde of de dokter ook kwam, om baar
uit haar benarden toestand te verlossen Na
een poos die baar een eeuwigheid scheen,
klonk de baisschel en dokter Hinriehsen
verscheen.
Yoor hij nog een vraag had kunuen doen,
sneed ze hem het woord af.
Terwijl zij hare ontroering met alle ge
weld bedwong, ging zg op hem toe. Zij zag
hem beteekenisvol aan en zeide
„Dat is lief van u, dat ge u hier weer
eens zien laat. Waart ge een half aartje
vroeger gekomen, dan zoudt ge boog» gasten
bij ons hebben aangetroffen. Nam Ijjk iu da
uurwerkkamer van miju m-n is bet levend
geworden, de groote dooden uit alle
tjjdea zijn opgestaan en hebben mjjn man een
betoek gebracht, hst was
„Stil 1* deed de geheimraad zioh booran, „je
moet daarover niet zoo pralen." Maar on
middellijk daarop vertelde hij den dokter
met gewichtig gelaat zijne ontmoetingen
De dokter hoorde hem opmerkzaam aan,
daarna wendde hij zioh tot mevrouw Gar
nier.
„Ciristine zeide me, dat Vera niet erg
wel was. Zoudt ge me nu eorsi even bij de
kleine willen brengen en gij, waard» ga
lt simraad, waebt tekar nog wel even op
me, daar ik u gaarne nog eens zou spreken
over uwe geheimzinnige ontmoitingen; zoo
ziet men maar, dat er tooh nog wonderen
gebearen."
Toea hij echter met mevrouw Garnier in
den gang stond, zag hij haar met diep ms-
deltiden aan.
„Waas moedig, mijne lieve on geëerde
mevroaw, ow m»n moet dadelijk wegge-
brsehï worden, wanneer we eon groot on
gein* willen verengden hg is Maar
waarom zal ik u het harte nog vwaarder
maken, dan hef al re;ds is? p>k de noodige
kloedingstukken enz. bi) elkaar ik zal
hem zelf wegbrengen.*
Ze zag hem ameekend aan.
„Om Godswil, doktor, aeg me de volla
eigeu werklieden de zaak te overleggen.
Ook de heeren J. ter Burg en T. Schui
temaker geven hunne gedachten over een
en ander te kennen 't is echter bezwaar
lijk, thans reeds afdoende maatregelen te
treffen. De heer Van den Berg acht het
dan ook al een bevredigend resultaat,
wanneer de hier aanwezige werkgevers zich
in beginsel voor de zaak verklarendit
goed voorbeeld zal zeker navolging vinden
en later kan dan een dtfiiitieve legeling
plaats vinden.
Het blijkt, dat allen hiertoe gezind zijn;
de heer Geerligs wil voor 5 vaste werk
lieden de halve contributie betalen, ook
de heeren S. Raven, Jb. Waiboer, T. Schui
temaker en C. Smit (boomkweeker) beloven
hnnnen steun.
De heer Oostra dankt de hseren voor
hun medewerking en noemt ook nog
anderen die hun werklieden aldus willen
helpen. De heer Smit geeft nog eenige
goede wenken voor de latere uitvoering.
De heer Van Wijk springt op de bres voor
ziekelijke personen, die geen lid der ver
eeniging kunnen worden; hij wenschte
we], dat er tevens een reserve-kas voor
dergelijken gevormd werd, om ze in geval
van nood te steunen. Over dit denkbeeld
wordt nog eeDigen tijd van gedachten
gewisseld, en het bestuur zal gsarne in
overweging Demen, in hoeverrr zulks in
den eersten tijd voor verwezenlijking vat
baar is.
Niemand meer het woord verlangende,
dankt de heer Visser de aanwezigen voor
hunne belangstelliug en sluit de verga
dering.
De Vereeniging „Het Ne-
derlandsohe Rundvee-Stamboek"
zal hare Algemeene Vergadering hou
den op Woensdag 7 Juni 1899, des voor
middags ten 10 ure, iu het „Zuid-Hol-
landsch Koffiehuis" te BREDA.
Punten tsr behandtliog zijn o. m.
Rekening en verantwoording over 1898,
sluitend in ontvangst op f 7311.98, in uit
gaaf op f 5462.665, das met een bvtig
saldo van 1849.31*.
Bespreking van het phn eeuer inzen
ding rundvee naar de Tentoonstelling te
Parijs in 1900.
waarhaid, giet mij bet leed niet druppels
gewijze in bet hart."
Hg baalds de sebouders ep en rag haar
ernstig in het gel sa'.
„Ik self ben gean zielkundige, mijn waar
de mevroaw, en daarom ook niet in staat,
et n afsluitend en beslissend oordeel te vel
len; daarbij komt, dat ik nw man Dog niet
heb ondarsoebt, maar wannaer ik op-
reehi zijn moet, schijnt mij het gt-
vai verbazend ernstig te zijn. Maar
zooals gezegd, mijn meening rast op geen
zekerheid en ik weosoh niets levendiger,
dan dat mijn vrees als niet gegrond zal uit
komen iu ieder geval moet uw man naar
een krankzinnigengesticht gebracht worden."
„Naar een krankrinnigenges'.iebt P* vroeg
ze ontzet.
Hg knikte.
„Overigens," voegde bij et troostend aan
toe, „is het niet ui'gesloten, dat de toestand
zeer spoedig verandert eu dat wjj het sleohts
al* een hoogeu graad van overspanuing
hebben te beschouwen weet ge
ook te zrggen, of er in de familie van
uw man krankzinnigen rijn geweest F"
Zg zag hem een oogenblik vol ontsetting
aan, terwijl zij, sis dreigde haar hoofd te
bersten, de handen omhoog bracht.
„Wanneer ik mij niet vergis," antwoordde
zg langzaam, „is zijne moeder en een oom
van mo.sde.-s zijd»
Midden in den zin hield zg op, en door
een krampachtig snikken aangegrepen, viel
ze machteloos in een stoel.
De arts trad dicht ep haar toe.
„Dank aan uw kinderen," zeid» hij isoht.
„En kom nu mede, wij hebben den ongeluk
kige reeds te lang alleen gelaten."
Zg steunde zwaar op hem. Haar ge
laat wis soo verwrongen, dat de arts diep
medelgdeu met haar had.
Een half aar later reed hg in een geslo
ten rgtuig met dan geheimraad wsg. Onder
het voorwendsel van eea rijtoer was het hem
galak', den ongelukkige het huis uit ie
krggen.
VI
In dien tijd van lgden en tegenspoed
kreeg mevrouw Garnier een hulp, waarop
gy in 't geheel niet bad gerak.'nd. Nadat
haar min «Is ongeneeslijk was verklaard en
hair inkomsten zich tol een klein pensioen
hadden ingekrompen, bad de zwaarbeproefde
vrouw zich naar het kantoor van de firma
Alt en Co. begeven, om met d-sn chef van bet
huis de ssken eens te bespreken en ham de
terugbetaling vin bet vermogen te vrag u.
De consul had haar zwijgend aangehoord.
Het plan is als volgt
De inzending staat voor ieder open,
mits de in te zenden dieren vanwege de
Commissie worden goedgekeurd ter inzen
ding en behooren tot een der vier veesla
gen van Nedeiland Hollandsch, Qro-
ningsch, Friesch of IJssel-veeslag.
Aangifte geschiedt bij de bijzondere
Commissie of bij den door deze aan t»
wijzen persoon of corporatie.
Het aantal der in te zee den dieren wordt
op 36 of 48 gesteld.
Gaan de aanbiedingen het gevraagd aan
tal te boven, dan hebben de best gekenr-
den den voorrang.
Aan de boven aangegeven inzending zal,
voor zoover de middelen toereikend zijn,
vrije overtocht heen en weer worden gege
ven. Bovendien zal vanwege de Commissie
worden zorg gedragen voor de vertegen
woordiging van de inzenders, voor oppas
sing en voeding van het vee, voor deco
ratie van de stallen, assurantie tegen
brandgevaar en totaal verlies. De prijzen
door da in te zenden dieren behaald, blij
ven aan de eigenareu-inzendefs.
Als bijdraga in de kosten voor het
boven ontwikkelde, stelt het Hoofdbestuur
der Vereeniging „Het Nederlandsch Ruud-
vee-Siamboek" f 2000.beschikbaar, te
vinden uit de subsidie» over 1899 en
1900 voor deu post bekendmaking van het
Nedeilandsche Rundree en de Vereen.
Het Hoofdbestuur stelt voor een cre-
diet van ten hoogste f 1000.—- te verlee-
nen, voor eene inzending vee naar do
Tentoonstelling te Riga.
B-grooting voor 1899, sluitende in ont
vang en uitgaaf op f 7551.81*.
Na i-floop der Vergadering wordt den
leden door do Afdecling Noord—Brabant
een dejeuner aangeboden, gevolgd door
een rijtoer over Prinseahaga naar het
Liesbosch en terug door het Mastbosch
over Ginneken.
De Afdeeling „Noord—Holland* van
het Stambozk zal hare Zes—en-twiotigste
Algemeene Vergadering houden op Maan
dag, den 29 Mei 1899, 's namiddags half
één uur (Amst. tijd), in een der lokalen
van het Hotel „Kr^sn&polsky", te AM-
Toea echter sga bezoekster hem vroeg,
of bij he* niet voor bet best hield, bsron
Bittinghoff te schrijven en hem om zijn hnlp
te verzoeken, toen vertelde hg baar hot
heele ongeluk en wist zg oog?nblikkelijk
een verklaring voor de verandering die er
in de nainur van haar man had plaats
gegrepen. Een bi'ter gsvoel steeg in haar
binnenste op en dat bet eersebte haar geheel.
Mat een uitdrukking van grooten toorn op
haar gelaat zocht ze lang naar woorden.
„U dus," zeide zg eindelijk, „danken wij
ons geheele ongeluk ja u alleen*, giog zjj
voort, „die lichtvaardig een gznscbe familie
in nw val hebt meegesleurd.*
Hij werd bleek bg deze aanklacht, en,
ofschoon mevroaw Garnier in baar hart ge
voelde, dat zij hartstoehtelyker geworden
was dan haar plan was, wat tegen haar
gewone manier van doen indruizchte, tooh
vermocht zij hoer opztggende gevoelens niet
te onderdrukken.
Met van haat gloeiende oogen zag ztj
den koopman aan. Een ellendige toekomst
steeg voor haar geestesoog op Zij zag zich
en hare kinderen in leed en zorgsn, zjj zag
hoe haar geliefde jong-n zijn roeping niet
kon volgsa en een ander vak motst lecren,
waartos de nood ham had gedwongen. En
zg zag reedt, boe Yera van wiokel tot win
kel giog om haar sehildergtjss en porselein
te koop aan te bisden, en hoe da kinderen
'a avonds moe en afgamat thuis kwamen en
hun jeugd vreugdeloos doorworstelden. Dst
hetgeen rij rag als het kwam, nog eenige
jaren op zioh zou laten waebien, oierwnog
zij iu dit oogenblik Diet. Haar en harer
kinderan gansohe ieven scheen haar door
de sohuld van dezen man vernietigd.
„Mgn vader is er ook aan ten gronde
gegaan,* antwoordde de consul zacht. „Gg
dwaalt, raarroaw, waaneer ge dackt, dat
oneerlykbeid of lichtzinnigheid my eu den
doode ïoa b bben doen hzndeies. Ik ben mg
van mijn zware verantwoording naar al te
goed bawast. Ik zelt ben eon schipbreuk
nabg en kamp met des moad der vertwij
feling tegen mgn noodlot. Wendt alles zich
ten goede, nooit zal ik dan verge en, wien ik
dat in de eerste plaats verschuldigd bon .Ik
weet dat u mot dergelijke toikomstmutiek
weinig gediend is, maar wst mag ik n
heden anders zeggen, zonder mg aan een
onwaarheid schuldig le atkeu F*
Nog dieper gebogen dan als zij gekomen
was, verliet mevrouw Girnier het kantoor
en in eeo toestand van volslagen trooste
loosheid bereikte zg haar huia.