Opgaven van CamËaten, Donderdag 8 Juni 1899. 43ste Jaargang Ho. 3422. (Mank van ralolpprs te laaie. Verlossing. ïrt NATIONALE MILITIE. Bureau: SCHAOKN, liaan, f> 4. UitgeverP. TRAPMAN. MedewerkerJ. WINKEL. GemeenteSc hagen. Bekendmakingen. FEUILLETON. KENNISGEVING. VERKIEZING Binnenlaiidsdi Nieuws. Uit de Streek. WORDT VERVOLGD. SCHAGEft AIesicco liins-, COURANT. Mmttitie- k Laiiliifllii en Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- on fnvDunWm™x°T n- d', Bi^ iüzending tot '8 morgens 9 ure, worden J, ln eerstuitkomend nummer geplaatst INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 8.60, Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. POLITIE. Ter Secretarie dezer gemeente kunnen inlichtingen worden verkregen omtrent een opgevangen hokkeling. -OOO——O - Burgemeester en Wethouders van SCHAGEN, brengen ter kennis van belanghebbenden, dat bet onderzoek van de in die gemeente verblijfhoudende verlofgangers der Militie te land, voor zooverre zij vóór den Eersten April j.1. in bet genot van onbepaald verlof waren gesteld, zal plaats hebben te Schagen, op V r ij d a g den 9 Juni, en dat mitsdien op evengenoemd tijdstip zich voor dat on derzoek aan bet Raadhuis aldaar moeten bevinden de onderstaande personen Lich- Namen en tino. Voornamen. Korps. 1893. Kruit Arend 4e Reg, Vest. art. 1894. Molenaar Jacob id. n Graaf de Arie le Reg. Infanterie. 1895. Spaans Willem korps pantserfort art. Jongh de Antbouie 4e Reg. Vest. art. t, Visser Hark 2e Reg. Veld. art. r Dekker Pieter 4e lieg Vest. art. 0 Kosseu Hendrik id. t, Wit de Gerrit Reg. Gren. en Jagers. 1895. Ossen Cornelis Reg Gren en Jagers. v Graaf de Cornelis korps pantserfort art. 1896. Weeland Maarten le Reg. Infanterie. u Floor Reijer 4e Reg. Vest. art. y Melker Cornelis Jacobus id. Bakker Pieter le Reg. Infanterie. 1897. Smit Cornelis id. Keet Theodorus Andreas Josepb id. M Houtkooper Martinus korps torpedisten. y Broekbuizen Pieter 4e lieg. Vest art. y Vries de Abram id. Graaf de Pieter id. 1898. Dekker Jacobus id. Zoomede de verlofgangers iu de termen voor het onderzoek vallende, welke zich vóór den datum der inspectie alsnog van elders in de gemeente komen vestigen. Belanghebbenden worden verder herinnerd, dat zij moeten verschijnen in uniform gekleed en voorzien van de kleeding— en uitrusting stukken hun bij hun vertrek met verlof medegegeven, alsmede Yan hunne zakboekjes; dat zij, in uniform zijnde, onderworpen zijn aan bet reglement van krijgstucht, en zich bij verzuim, nalatigheid of wangedrag blootstellen aan arreststraffen van twee tot zes dagen, alsmede aan oproeping tot werkelijken dienst voor den tijd van drie tot zes maanden. Schagen, den 19den Mei 1899. Burgemeester en Wethouders voornoemd, S. BERMAN. De Secretaris, DENIJS. Dit waren op dezen avond de eerste woorden die mevroowGarnier lot Vera sprak. Het jonge meisje schrikte daarom op bjj de vraag harer moeder, want zij en Uirich hadden geduren de bet gesprek zaehl met elkaar gefluisterd. Vera wilde niet,dat Stephan den indruk zijner moedor op haar gelaat zon lezen en ook aan de vorsehende blikken barer moeder wenschte 2ij zich te onttrekken. Ka zag Vera tot haar broeder op en met haar zwak geluid, dat Ulrioh als mnsiek in de ooren klonk, zeide zij eenvoudig: .Ste phan weet het.* Een poos zwegen allen, ieder met eigen gedachten bezig. Het gele iiobt van de lamp viel op bun gelaatstrekken, die een eigenaardig contrast met elkander vorm den. .Vera moet wat ziDgen,* verbrak Stepban bet zwegen. Hij sat reeds weder voor zijn vleugel en fantaseerde. Het jonge meisje stond dicht naast hem. Toen bjj een bekend lied van Sohumann begon te spelen, viel haar leere stem in. Het weg een zwaar moedig lied, van die klagende, Irenrige lee- derheid sooals deze musious alleen gecompo neerd beeft. Vera zong met halve kracht, de tonen schenen te beren en te snikken* Stephan had de oogen gesloten, hom was het alsof tijne ziel met die van Vera sa mensmolt. Zy hadden zich een tnanier van voordracht eigen gemaakt, die niels concert- matigs had; men moet bij de voerdraebt dal gevoel eereo, had Stepban eenmaal gezegd, dat den componist vervulde toen hij het lied schiep; het is kunst vorknoeic-D, als men mu ziek mankt zonder ernstig en rein gestemd te zijn. Toen hot lied uitwas, nam bij Vera's kopje tusseben zijne handen. „Je bent een kunstenares," zoide hg, „er letft mudtk in je binnenste." Mevroaw Gander stond op, zij was moe de ge «orden, de oogen vielen haar bijna toe. Goeden nacht, kinderen, iaat jo niet door mg* «toren,* en zich tot ü'rieh wendend, zeide ta «enigszins nederbaigend vriendelijk; Burgemeester en Wethouders van Schagen Gezien artt. 94 en 95 der Algemeene Politieverordening voor die gemeente Brengen ter algemeene kennis, dat, in liet belang der openbare gezondheid, alle verzamelingen van afval, vuilnis, mest of dergelijke stoffen, zich op de erven of andere plaatsen in de kom der gemeente bevindende, moeten zijn opge ruimd v 6 r 1 Juli e. k. Op behoorlijk afgedekte mestvaalten, zich bevindende op erven bij boerderijen, is deze bepaling niet van toepassing. Nalatigheid met betrekking tot het bovenstaande is strafbaar met eene geld boete van ten hoogste f 25.of hech tenis van ten hoogste 6 dagen. Schagen, den 26 Mei 1899. Burgemeester Wethouders van Schagen, S. BERMAN. De Secretaris, DENIJS. VOOR DEN GEMEENTERAAD, De BURGEMEESTER der Gemeente SOIIAGEN brengt hiermede ter openbare kennis, dat op Dinsdag, den 27en Juni aanstaande zal plaats hebben de verkiezing van 4 leden van den Ge meenteraad van Schagen; dat op dien dag, van des voormiddags negen tot des namiddags vier uren, bij hem kun nen worden ingeleverd als bedoeld in artikel 51 der Kieswet en artikel 10 der Gemeentewet. Deze opgaven moeten inhouden den naam, de voorletters en de woonplaats van den candidaat en onderteekend zijn door ten minste negen kiezers, bevoegd tot deelneming aan deze ver kiezing. De inlevering dezer opgaven moet ge schieden persoonlijk door één of meer der personen, die de opgave hebben on derteekend. De candidaat kan daarbij „Ik dank je wel voor je vriendelyk bedoek en verzoek je, weer eens heel gauw te ko men. Hjj dankte zwygend met bet hoofd. Wei nige oagenblikken nadat mevroaw Gemier de kamer vartatan had, ging ook Stepban heen. „Ik kom over een kwartiertje terug," hij, sonder een antwoord af te wach- zeide ten. Nu piano waren ze alleen. Vera stond bij de den rug naar Uirich gekeerd, die on- fgebroken naar haar keek. Hij waagde bet niet zich te verrosren. Maar op eenmaal draaide zij zich om en toonde hem baar mat tranen bevochtigd geiaat. Oogenblikkeiijk was hij aan baar zijde* „Veraatje, Yera wat is er, zeg me wat je scheelt!" vroeg hij zenuwachtig. Zij zag hem ernstig in de oogen. Hare oogen schenen hem ondoorgrondelijk. „Ach," zeide ze en haar gezicht vertrek van smart, „ik weet het na heel goed." Zy ver borg baar gelaat in de handen en stennde Hij trok haar de handen behoedzaam van het gelaat. Hij wist plotseling haar leed en geen vraag deed hij meerhy liet het hoofd hangen, ook op zijn gelaat was de smart leesbaar. .Ge gelooft het," klaagde ze angstig, „ook gy gelooft het dus f Gy hebt bet evengoed als ik gevoeld I* Hij zeg haar getroffen aan. „Ik voelde bet uit zijn muziek," ging zg voort, „toen hy speelde toen hoorde ik den doodden dood hoorde ik uit zgn spel,* zeide zij bevend. „O, God, mijn God I* „Vera, wat beeldt je je nu in P Jij waart opgewonden omdat by er over gesproken had.' Zij boog zwaarmoedig het hoofd.„Neen, neen, dat was het niet. Toen hy mij begeleidde, kwam de zekerheid over mij; ik zeide a immers reeds, dat ik bet duidelyk boordezoo duidelyk hoorde ik den dood; en ook Stepban zelf,ik merkte het heel goed,— heelt den dood berkend; hy sloot de oogen en sidderde over het gansobe lichaam; ik zag het, ofschoon hy bet voor mij trachtte te vet beogen. Gelooft ge niet aan aolke teelte nen vroeg zy socow, „houdt ge /.ooiets soms ook voor hersensschimmun ol iels der- galyks „Ach, Yera, «eg maar niets meer; het is te vreeselyk." Zij leunde dicht ttgen hem aan. „Moeder heelt er geen denkbeeld vat),' fluis terde zij. „O, wanneer hg weg moet," antwoordde tegenwoordig zijn. Yan de inlevering wordt een bewijs van ontvangst afgege ven. Formulieren voor de opgaven boven vermeld zijn ter Secretarie dezer Ge meente kosteloos verkrijgbaar van af heden tot en met den dag der verkiezing. De Burgemeester brengt hierbij in herinnering artikel 151 der Kieswet, luidende als volgt Hij, die eene opgave als bedoeld in artikel 51 inlevert, wetende dat zij is voorzien van handteekeningen van per sonen, die niet bevoegd zijn tot deel neming aan de verkiezing, waarvoor de inlevering geschiedt, terwijl zonder die handteekeningen geen voldoend aantal voor eene wettige opgave zou overblij ven, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of eene geldboete van ten hoogste honderd twintig gulden. Met gelijke straf wordt gestraft hij, die wetende dat bij niet bevoegd is tot deelneming aan de verkiezing, eene voor die verkiezing ter inlevering bestemde opgave, bedoeld bij artikel 51, heeft onderteekend. Schagen, den 2 Juni 1899. De Burgemeester voornoemd, S. BERMAN. Ter voorkoming van teleurstelling wordt het navolgende onder de aandacht van belanghebbenden gebracht in elke gemeente, waar infanterie of vesting-artil lerie garnizoen houdt, wordt gelegenheid gegeven tot kosteloos ontvangen van voorbereidend militair onderricht, indien daar tenminste 10 jongelieden tusseben den leeftijd van 16 eü 24 jaren de lessen wenschen te volgen in elke andere gemeente wordt die gelegenheid insgelijks opengesteld, wanneer daar tenminste 20 jongelieden van den vermelden leeftijd aan de oefeningen wenschen deel te nemen; het onderricht beoogt in het algemeen versterking der volksweerbaarheid en wordt gegeven van ongeveer half October tot 1 Maart, wekelijks gedurende ten minste 3 uren allen, zoowel adspiranten voor het reservekader als andere jongelieden, die in den aanstaanden winter aan dit onderricht wenschen deel te nemen moeten zich vóór 1 Juli hebben aangemeld, en wel in de bovenbedoelde garnizoensplaatsen ten bureele van den commandeerenden officier der infanterie of der vesting-artillerie, in de andere gemeenten bij den burgemeester; zij, die gedurende twee achtereenvolgende winters met goeden uitslag aan het onderricht deel genomen en voor de militie geloot hebben, ontvangen een getuigschrift model W, dat uitzicht geeft o.a. om als milieien te worden ingelijfd bij het korps en in Uirich Bmanol^k, *<oo jong, zoo rijkba- gi»afd, het zou "da keel werd hem sis dichtgesnosrd. „Nem, neen," vermande hy zicb, „dat wil God niet, God kun het niet willen/ wellicht is hij Bleehts ziek, heel zwaar ziek, maar gij zaft zien, eijae natuur en de sterks wil die in hem leeft om iels te schappen, helpen hsm eroverheen." Een sohemer van hoop kwam weer in haar hart. Op dit oogeoblik kwam Stephan weder binnen. Met den argwaan, die zieken menschen eigen is, zag hy beidon wantrou wend aan, en zeide spottend „Natuurlijk heb! ge 't weder over my gehadspreek het niet tegen," riep hij daarop lachend, ,je monden wilien liegen, maar je oogen kunnen het niet, ja oogen zflu rein en kannen niet liegen, O, neen, ik wil niet ia jelui geheimen dringen, maar zooala ik je beiden doorzag, ging er een ganeche wereld voor mijn oog op ik keek in de eerste tijden, toen de menschen nog zonder be geerten Daast elkander leefden, niet in staat hunne demonen te kannen, tot op eenmaal wensohen en verborgen hartstochten in hen opstegen en deze do nianschen in den afgrond wierpen. Dat is een der grootste idé6§a van bybolsche dichting, een eeuwigheidsge- dacbte, omdat zy in de jeogd van ieder mensch wordt ui'gesprokeu, Eo gg, gij staat ook op die bardo grens/ de teedersle jeugd en onschuld, die slecbls met smeltelooze sneeuw te vergelyken is, wil op de teenen zach kens wegsluipen en niemand zie. het dan ik, niemand." Hy streek zich door zyD glan zende haren en zag bsideo met eau onuit sprekelijke goedheid asn. Hun was het ia het stilte, late avonduur, alsof Jezus van Ntzareth voor hen verschenen was en tot hen de woorden richtte: „mijn rijk is niet van deze wereld.* llunne harten Blogen hoogar, zij kwamen alkaar als uitverkorenen voor, en da kamer scheen plotseling in een heerlyk liobt gehuld te zijn en nederig bog-:n rij het hoold Toen ze weder opkeken, had Stephan de kamer verlaten. Zy zzgsn elkaar doordrin gend aan en namen swygecd afscheid. Vele, vele jaren later herinnerden zy zich nog iedere seconde van dat aar, dat hen niet meer uit de gedachten ging. X Drie maanden later moest Uirich Horst examen doen. Hij droeg het hcold hoog en zich van de tege bewast, keek hij de toekomst in. En terwijl de anderen zicb bet garnizoen hunner keuze. Uit dit laatste volgt dat lotelingen der lichtiog 1900 het bedoelde getuigschrift kunuen verwerven indien zij in Februari jl. bet bewijs van toelating tot de lessen van bet tweede oefeningsjaar ontvingen, en dat lotelingen van de lichting 1901 daartoe met goeden uitslag moeten hebben deelgenomen aan het onderricht èu in den aanstaanden winter èn in dea winter van 1900 op 1901. Het bezit van het bewijs van toelating tot de lessen van het tweede oefeningsjaar ontheft niet van de verplichting om zich, als hierbovenbedoeld, aan te melden vóór 1 Juli a.s. De Burgemeester vau Schagen, S. BBRMAN. De adspiranten voor het reservekader om het getuigschrift model F te verwerven, dat gevorderd wordt om tot een verbintenis voor het kader te kunnen worden toegelaten. Vergadering van denRaad dei gemeente Z ij p e, gehouden op Dinsdag 6 Juni 1899, des morgens ten 10 ure. Aanwezig alle leden. Voorzitter de heer G. C. Rulst. Na opening der vergadering volgt lezing en goedkeuring der notulen, waarna wordt overgegaan tot de benoeming van de stem- bnreaui. Voor Schagerbrag worden aan gewezen de heeren BuistVrijburgBe Wit en Zeemanvoor Bnrgerbrug de boe ren SchuijtFrancisNobel en Otto. Aan de beurt van aftteiea zijn de raadsleden v.Beusekom, BakkerBe Moor en N'ieuwland. Den lOden Juli zal, zoo noodig, de stem ming worden gehouden. Tot onderwijzer wordt door den Raad benoemd de heer D. WeeshofF, die reeds in functie was. De af- en overschrijvingen tot eea be drag van f 469.36® en de betaling uit den post onvoorziene uitgaven tot een bedrag van f 154.785,worden met algemeene stem men goedgekeurd. Van den heer P. Bakker is een schrij ven ontvangen, waarin dank voor de blij ken vau belangstelling, bij zijn 25-jarig jubileum van het gemeentebestuur ondervon den. Voorzitter doet mondelingen dank van den heer Malchior van Oudesluis, voor het blijk van wasrdeering van het ge meentebestuur ontvangen bij zijn jubilé. De beëediging vau den nieuw-benoemden gemeente-ontvanger,den beer E. Sleijnvolgt nu. Da heer S t e ij u binnengeleid, legt in handen van den voorzitter de ge- vermoeiden en kwelden,en met angsi en vreeze den grooten dag tegemoet zagen, bieid hg zich met werk bezig dat bniten bet school plan lag en dat zijn gantche belangstelling in beslag nam. De leeraren hadden veel plei- zier in hem, hij scheen nit ander kont ge sneden dan zijn medescholieren, wien hg ver vooruit was. Hy zelf ondervond dat met een «ekeren trots en in groote dankbaarheid schreef hy zyn snellere ontwikkeling toe aan den omgang met do familie Garnier. Hy wilde dokter worden; zoo gauw als 't maar eenigszins mogelijk was sjn s udie voleindigen, en dun een plaats gezoobt en Vera en zjjne moeder tot zich geroepen. Zeker, hij zou profijt van zyn kennis kunnen trekken, maar naar roem daar haakte hy niet naar. Het golnk, dat voor hem geen droom meer was, wilde bij vasthouden en met yzeren banden aan zioh keienen. Op een mooien, helderen Aprildag, die zon- Dt'g een elk toelachte, deed vrouw Horst haar jongen de witte das om,en daarna moest by by bet venster gaan staan, torwgl zij een paar passen achteruit ging om hsm eens goed te bekyken. De zwarte jas zat als om zyn leden gegoten, en het witte overhemd, dat ze met kloppeod hart had gestreken, was ronder een enkel smetje. Telken keer als ze met het ijzer daarover gestreken had, bad ze aan a'n geluk gedacht, dat ook op baai ouden dag een vriendelijk schijnsel zou werpen. Haar jongen aag er zoo knap uit, dat ze met gevouwen handen betn stond te bewon deren en sich zeer trotseh gevoelde.„JoDgon, jongen,* zeide zij, „ik kan je niet genoeg aankijken, zoo deftig zie ja eruit. Steeds moet ge zoo met heldere oogen de wereld in zien en mat zulk een onbewolkt voorhootd, dan zult ge een vreugde vour velen zyn. Dat go t hoold steeds hoog mag dragen, geen leed je mag treffan, geen kommer je deel mag zyn, dat is 'l, wat ik je op ja levensweg wenscb." „Moeder,* antwoordde hg, „iedere dag en ieder uur vau uw leven heelt my toebe hoort; arbeid en pltchtsver.uiting heett geen mensch van zyn vroegste jeugd al zoo goed lesten kennen ais ik,maar niemaDd heeft ook meer lie'de en goedheid ondervonden. Wan neer ik vandaag, iuplaats van het leven in te gaan, naar bet kerkhof werd gedragen, gy zoudt lot a teil mogen zeggen, dat o mij in myn jeugd alles gegeven hebt wat er moois en goeds bestond. Zet geen ernstig brnikelijke eeden af, waarua voorz. hein feli citeert met zijn benoeming, mecnende dat het gemeentebestuur niet zal worden te leurgesteld in de verwachtingen, die het van een man als hij mag kossteren. Voorz. gelooft den nieuw-beuoemde eenigs zins op de baogte van gemeente-admini stratie en spoedig zult ge u, zoo zegt voorz., daarvan geheel op de hoogte hebben gebracht. Ik heb n steeds gekend als een ijverig, braaf, eerlijk mau en ge loof dtarom, dat ook de financiëele belan gen der gem. in uwe handen goed ver trouwd zullen zijn en dat ge als steeds ook deze betrekking met lust zult waarnt- men. Da heer 8 te ij n wordt daarna hartelijk gelnkgewenscht. De heer 8 t e ij n brengt dauk aan B. en W. en aan de leden v.n den raad voor het vertrouwen in hem gestald. Spr. noemt dit oogenblik voor hem een plechtig oo gen blik, Hy belooft, al is zijn positie in de gemeente veranderd, de belangen der gemeente te zullen blijven behartigen. Hij roept de medewerking zijner mede-ambtenaren in, beveelt zicb aan voor de raadgevingen en beschikkingen vau B. en W. en den ge meenteraad en biedt iu zijn vrijen tijd zijn krachten ar.n ten dienste der gemeente. Niets meer te behandelen zijnde, volgt sluiting. Het prachtige zomerweer van de laatste dagen heelt opnieuw aan de mopperaars getoond, d*t de tooverkracht, welke van den zomer uitgnat, niet geheel is geweken. Nog voor korten tijd scheen het, of alle hoop op goeden en vroegen oogst der voorjaars-groenten vtrvlogen was, en thans is mtt de gunstige weersverandering zooveel hersteld. Da eerste Meirapen, welke iu het Ratst van Mai, hoewel klein van stuk, toch reeds gretige koopers vonden, zijn deze week zoo goed als geheel vau het veld verdwenen en hebben plaats gemaakt voor de tweede vrucht. Met dezen eersten oogst, alhoewel niet op groote schaal uitge voerd, hebben de verbouwers goede zaken gemaakt en is deze als een goed begin te oeschouwen. Nog enkele dagsn en het aardappelen-rooien vangt aan en de bedrij vigheid op alle gebiedt dazrdoer ontstaan, geelt leven en beweging iu de zakeü. Mochten enkele vootloopers vcor kleine gericht moeder, Itohon zult ge van geluk, ik gevoel mij toch zoo opgewekt en vroolykl Ga hebt me vroeger voel goede lessen ge geven en ik heb naar dat alles maar niet zoo gedachtenloos geluisterd, myn besie, liefste,* Nu lachte de strijkster met tranen in de oogen. „Myn eenige, goede jongen! En toch ge loot ik je laatste woorden niet,* riep ze schalkse», terwijl ze hare ontroering tracht te lo bedwingen, „en Vera zou groote oogen opzetten, wanneer ik het haar vertelde, wat een liefdesverklaring ge my hebt ge daan. En ge weel, ik ben een babbelaar ster en kan mtjn mond niet op elkaar bon den.* „Maar moeder, er is, God z(j dank, tweeërlei liefde/ de eene behoeft met de andere niet in botsing te komen/ en beiden zijn even sterk. En wanneer ge my verraadt,* meende by, nu ook spottend, „dan hondt Ve ra nog meer van me; zy hangt aan u evenals ikgy en zij on zij en gij, voor my zyt ge éëo; dat weet ik niet te sebeideD.* Zy werd ernstig. „De dood scheidt onverbiddelijk,* ant woordde zij, „en ook daarop moet men rekenen.* „N^en, daarover moogt go niet pralen,* viel hg haar in de rede. „Jong en zterk *ijt ge nog, en lang,zeer lang zult ge nog by ous blijven." „Met wat voor oogen ziel ga my aan, D jongen jongen I" „My sebynt hel toch zoo toe, en daarop komt bet alleen maar aam en wanneer gy arm in arm met my gaat, dan zal niemand bet gelooven, dat ik, lange zluogel, uw zoon ben. En het is tooh werketyk en waarachtig waar gij «y' myn lief. Irouw moedertje, aan wie ik alles beb te danken." En met dj kracht zyner jonge jaren hief bg haar op, drnkte haar tegen zicb aan en kuste haar. „Ziezoo, en nu vaarwel, ik m03t weg, want over een halt nar begint het examen Toen hy zyn mantel nad omgeworpen en haar de hand reikte, zeide zij „Adieu, myn joDgen Ir behoet je wel geen moed in te spreken, want je kent je zaak jes wol."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1899 | | pagina 1