AllStöllll Mtiji
Zondag 6 Augustus 1399.
43ste Jaargang No. 3439.
De Ongevallenwet.
PelM mn\É\ te
aureau: SdMAOlil, Laan, I) 4.
UitgeverP. TRAPMAN.
MedewerkerJ. WIKKE L.
Dit nummer beslaat uit
twee bladen.
EERSTE BLAD.
GemeenteSchagen,
Beken dmakinge».
11.
Buitenlandsch Nieuws. üi
Binnenlandse!» Nieuws.
en
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag-
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
A.DVERTENTIKN in het eerstuitkomend nummer geplaatst
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 8.6Ö,
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 6 ct_
Groot,e letters worden naar plaatsruimte berekend.
TomTTE?
Bij den Burgemeester dezer gemeente
zijn inlichtingen te bekomen omtrent een
in het badhuisje aan de Schagerwiel
gevonden JN iUlcelen lior-loge
met ketting.
Vastbonden van Eenden.
Burgemeester en Wethouders van
Schagen
Gezien art. 45 van de Politieverordening
dier gemeente
Brengen bij deze ter algemeene ken
nis, dat vanat heden tot en met één
October a.s. de eenden binnen die ge
meente opgesloten of gehokt moeten
worden.
Nalatigheid is bij de politieverordening
strafbaar gesteld met eeno bot te van ten
hoogste f 25.of hechtenis van ten
hoogste zes dagen.
Schagen, 1 Aug. 1899.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
S. BERMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
Openbare Vergadering van den
RAAD der gemeente Schagen, op
Dinsdag 8 Augustus '99, des avonds
ten 5Vj ure-
Punten van behandeling
1. Onderzoek geloofsbrieven.
2. Ingekomen stukken.
8. Adressen Hoogland.
4. Adres Kanaalvereeniging.
5. Aanschaffing sproeimachine.
6. Aanbieding gemeenterekening.
7. Benoeming commissie van onderzoek
der rekening.
8. Benoeming lid Schoolcommissie,
9. Gratificatiën Rijksveldwachters
10. Af- en overschrijving dienst 1898.
Wijziging politieverordening.
Schagen, 4 Augustus 1898.
De Burgemeester,
S. BERMAN.
II.
HET „GROOTE AMENDEMENT".
Door tal van Kamerleden, onder wie de heeren
Drucker, Pijnappel, Pyttersen, Heldt, Van Kol en
anderen, zijn, óf met anderen, of afzonderlijk, amende
menten op het wetsvoorstel ingediend. Deze hebben
echter alle tot strekking om verbeteringen in de
verschillende artikelen aan te brengen, maar laten
het stelsel van de regeering, de Rijke verzekerings
bank, onaangetast. Men meende dan ook Vrjjdag 16
Juni j.1. tot de behandeling van de wet te kunnen
overgaan, toen de profetie van dr. Kuyper, dat men
zoover niet zou komen, werd bewaarheid, daar hij den
vorigen dag zijn .groot" amendement had ingediend,
dat tot het voorstel aanleidiög gaf om al de amen
dementen nog eens naar de aldeelingep te verzenden.
De heer Veegens meende, dat deze handelwijze met
het reglement in strijd was, maar de meerderheid
van de Kamer was niet van dat oordeel en bovendien,
waarvoor dienen reglementen, als men ze zoo nu
en dan niet op spitsvondige wijze kan in den
wind slaan
Van verscheidene, ook van kerkelijke zjjde, wordt.o
er op gewezen dat het dr. Kuyper meeloopt. Eerst bedrijfsverenigingen kleiner
de onhandigheden van onzen gezant te St. Peters- - J
burg, daarna de onhandigheden der Haags'che politie
met de Armeniërs, alles diende om zijn naam meer
en meer bekend te makenzelfs werd hij in een
buitenlandse!» blad ,de Gladstone van Nederland"
genoemd
In ons artikel .Harer Majesteit meest loyale
Oppositie" wezen wij er op, dat het dr. Kuyper
zoozeer niet meeliep, dan wel dat hij, bovendien niet
wars van de meest mogelijke reclame, op een behen
dige manier gebruik wist te maken van de omstan
digheden.
Vóór 1 April 11. waren er 37 verzoekschriften
betreffende de Ongevallenwet ingekomen. De regeeriug
diende daaromtrent haar nota van inlichtingen in,
waarin zij haar stelsel bleef handhaven de commissie
van rapporteurs, waarvan dr. Kuyper voorzitter is,
bracht daarover den 8steu Juui wederom haar verslag
uit j daarna dienden nog een vijftiental industriëlen
een adres in, waarin werd aangedrongen op het
geven van bevoegheid tot eigen-verzekering onder
het stellen van de noodige waarborgen en bet
bijdragen in de algemeene kosteu van beheer der
Rijksverzekeringsbank en daar komt de proleet,
die, zooals Het Vaderland terecht opmerkte, geen
proleet was die brood at, maar die amendementen
maakte geknipt voor afdeeiingsonderzoek, waarvoor
by volgens den heer Lieftinck gemakkelijk profeteeren
had, op het laatste oogeublik volkomen in zijn eentje
met het „groote amendement" voor den dag.
Die grootheid voert er vanzelf toe, dat wij het
beslaat, behalve de toelichting, twaalf kolommen der
Bijlagen ons in de ruededeeling van den inhoud
jicer moeten bepeikeu
Dr. Kuyper stelt dan voor, achter art. 1 in te voegen
een nieuw artikel '2 van deu volgenden inhoud:
„In hetgeen vereischt wordt ter uitvoering van bet
bepaalde in art. 1 wordt voorzien door een
Ryk-ïiüsteiling. Zij draagt deu naam vau Rnksver-
zekeriugsbauk.
„Het recht om, onder verband met deze Ryksin-
stelling, hierin ten deele zelve te voorzien, kan door
ons worden toegekend aan workgevers, die uitsluitend
voor dit doel eene vereeniging oprichten. Deze
vereenigingen dragen den naam van Bedrijfs
verenigingen."
Verder wordt voorgesteld deze Rijksverzekerings
bank te 's-Graveubage te vestigen en achter aitikel
65 een nieuw Hoofdstuk X, bestaande uit 35 artikelen,
te voegeu.dat zal bandelen over „Bedrijfsverenigingen."
Wie kunnen nu bedrijfsverenigingen oprichten?
Dit kunnen doen werkgevers, die een bedrijf, in de
wet genoemd, uiloelenen, maar alleen zij die zich bij
groepen van ten minste vijf in aantal daartoe ver—
eenigen en gemiddeld in het kalenderjaar elk ten
minste vijftig en samen tenminste vijfduizend vaste
werklieden in hun verzekeriugsplichtige bedrijven
in dienst hebben. Dit leert ons artikel 66 van bet
nieuwe hoofdstuk X.
De volgende artikelen geven aan, op welk eene
wyze een bedt ïjfsvereeniging moet optreden om door
de Regeering erkend te worden, wat haar statuten
moeten inbonden, hoe haar bestuur wordt gévormd,
welke verplichtingen dit heeft, boe baar verhouding
is tegenover de Rijksverzekeringsbank, alle voor
schriften bevattende, uit den aard der zaak gevorderd
door het oprichten der Bedrijfsvereenigingen met
behoud van die Rijksverzekeringsbank. Het e'én
vloeit voort uit bet ander.
Dr. Kuyper heeft echter meer pezen op zijn boog,
dan alleen het in 't gevlei komen van de groot
industrie. Hij tracht ook de werklieden voor zijn
zaak te winnen, lo. door het instellen van een
vertegenwoordiging uit de werklieden, die len naam
zal dragen van Commissie uit de werklieden, met
werklieden-correspondenten in elk der aangesloten
ondernemingen, 2o door den werklieden proportio
neel zitting te geven in een Commissie van arbitrage,
waaraan geschillen tussehen bet bestuur der
Bedrijfsvereenigiug en de bij de Vereeniging verze
kerde werklieden ten aanzien van de uilvoering,
toepassing en uitlegging van deze wet en van dé
statuten, voor zoover deze bepalingen de werklieden
betreffen en de beslissing niet krachtens deze wet
is voorbehouden, onderworpen zullen zijn, 3o. door
de werklieden mede te doen oordeelen over de te
nemen veiligheidsmaatregelen.
In zijn toelichting zegt dr. Kuyper, dat het doel
van zijn voorstel is, eenerzyds tegemoet te komen
aan de bedenkingen, in de afdeelingen tegen het
„bureaucratisch en centralistisch karakter" van het
Regeeringsontwerp geopperd, en „anderzijds voor een
deel de bezwaren te ondervangen, die uit den boezem
der Nijverheid tegen het ontwerp zijn ingebracht."
Dit laatste schijnt hem dan ook bij sommige
nijveren gelukt te zijn, want verschalende groot-
induslriëelen hebben hem reeds bun bewondering,
dank en hulde betuigd, voor de wyze waarop hij
alleen in het belang der groot-industriéelen is
opgetreden.
Ware dr. Kuyper niet reeds een groot man, bij
zou het nu tenminste geworden zijn.
Natuurlijk heeft het „groote amendement", toen het
in de afdeelingen werd behandeld, aanleiding gegeven
tot uitvoerige beschouwingen, waaruit bleek dat het
aldaar niet die onverdeelde instemming kon genieten,
welke het bij de groot—industrie had ondervonden.
In het bijzonder werd er op gewezen en dat wel
door „vele leden" dat de voorgestelde regeling
„indien bruikbaar," alleen ten goede zou komen aan
de groote industriëelen. De van de zijde der industrie
ingekomen adressen gaven toch den indruk, alsof de
wetgever alleen zou hebben te zorgen voor de be
langen der groot—industrie, het amendement gaf den
zelfden indruk. Juist van dezen voorsteller hadden
sommigen een voorstel vaD deze strekking verwacht.
Zoo zou van vormingen van bedrijfsvereenigingen
geen sprake kunnen zijn voor het bouwbedrijf, de
drukkerijen, de kleedingsnijverheid en de chemische
industrieëu.
Hierbij kwam en op deze opmerking wijzen
wij in het bijzonder dat de vorming van bedrijfs
vereenigingen door de groote ondernemers voor de
overige werkgevers n a d e e 1 i g zou zijn.
Va* het amendement zouden gebruik kunnen ma
ken groole ondernemingen, die in een bepaalde streek
geconcentreerd waren, ot waarop gemakkelijk toezicht
was te houden. Bij de Rijksverzekeringsbank zouden
daarentegen verzekerd zijn alle kleinere over het
land verspreide ondernemingenen ten aanzien van velen
daarvan zou het toezicht op de naleving der wet
moeilijk en daarom kostbaar wezen. Vorming van
bedrijfsvereenigingen door groote ondernemingen zou
dus den druk der administratiekosten van de Rijks
bank, die ook op die vereenigingen toezicht zou
hebben te houden, belangrijk doen stijgen.
Bovendien zou verzekering bij de Rijksbank voor de
kleinere werkgevers nog om een andere reden n a-
deeliger worden, namelijk, omdat de omvaüg der
verzekeringen bij die bank door vorming van
n kleiner zou worden. Ook werd
er op gewezen, dat van de zijde der werklieden
geen adressen betreffende de vorming van bedrijfs
vereenigingen waren ingekomen.
WJoensdag 26 Juli jl. verscheen van de zijde der
Regeering, naar aanleiding van de amendementen en
het verslag der afdeelingen, een nota, waarin deze,
na eerst enkele opmerkingen over het karakter dei»
Oosten rij ksche Versicherungsaustalten, welke in 1
der Toelichting van het amendement ter sprake werden
gebracht, te hebben gemaakt, omtrent het beginsel
in het amendement van Dr. Knyper neergelegd, liet
volgende ze^t:
„In de nota van Inlichtingen is uitvoerig gehaudeld
over de voor- en nadoelen, verbonden aan een stelsel,
waarbij den werkgevers onder zekere voorwaarden zou
worden toegestaan zelf het risico der verzekering te
dragen, en uiteengezet waarom de Regeeriug meende
zooodauig stelsel niet te moefen voordragen Op een
groot bezwaar, aan liet stelsel vau zelfverzekering
verbonden, werd gewezen, op dit namelijk, dat voor
den individuëelen werkgever na ieder ongev.il een
sterk belang ontstaat, stiijdtg met dat van den
getro'iëne Maar ook aan het stelsel van den voorsteller
van het amendement, beschouwd in het licht der
door hem daarvan gegeven toelichting, kleeft dit
bezwaar, daar dit stelsel geene onderlinge verzekering
behelst, maar eiken werkgever individueel het risico
laat dragen.
Voorst achten de ondergete». kenden een niet gering
bezwaar van het stelsel van het amendement, dat dc
toegang tot de Bedrijfsvereeniging uitsluitend voor
de groote industriëelen openstaat Acht men in strijd
met de mtening der oudergeteekeoden in de eigen-
verzekering een vooidcel gelegen voor de werkgevers,
dan schijnt het horgst onbillijk dat voordeel aan de
kleinere werkgevers te onthouden. Zoodoende toch
wordt een privilege in het leven geroepen voor hen,
die toch reeds in meer gunstige omstandigheden
verkeeren. Ofschoon de ondergeteekonden niet in
staat zijn nauwkeurig op te geven, hoevele werkgevers
ten minste 50 vaste werklieden in dienst hebben, bij
benadering kunnen zij hun aantal wel bepalen.
Volgens de opgaven van de Inspecteurs van den
arbeid rallen 25.478 inrichtingen onder de Veilig
heidswet, en verblijven in 787 van die inrichtingen,
d. i. in ongeveer 3 pCt., meer dan 50 personen.
Van de ondernemers, die onder de Ongevallenwet
zullen vallen, zullen niet veel meer dan ongeveer
800 gemiddeld meer dan 50 vaste werklieden in
dienst hebben. Hoe groot het aantal ondernemingen
is, welke verzekeringsplichtig zullen zijn, is, zooals
op bladz. 12 van de Memorie van Antwoord i3
opgemerkt, moeilijk te schatten allicht is het op
70.000 a 80 000 te stellen. Misdien zal ruim één
percent van de ondernemers gemiddeld 50 of meer
vaste werklieden in dienst hebben en dus tot eene
Bedrijfsvereeniging kunnen behooren.
Mocht» intusschen eene regeling in den geest van
die, in het amendement vervat, in het ontwerp worden
opgenomen, dan zal zij naar de overtuiging der
Regeering bij de werkgevers op den duur weinig
bijval vinden en zal van de bevoegdheid om zich
aan de centrale verzekeringsinstelling te onttrekken
zoo goed als geen gebruik worden gemaakt.
Dat het zich aansluiten bij eene Bedrijfsvereeniging
voor den werkgever in het algemeen de verplichte
verzekering zijner werklieden niet goedkooper, maar
juist kostbaarder zou maken, komt den oodergetee-
kend«n voor, ontwijfelbaar te zijn. Ook de voorsteller
van het amendement schijut zich hieromtreut niet
vele illusies te maken, /.ijne opmerking in de
Toelichting, dat den werkgever zeiven ter beoordeeling
moet worden overgelaten, of gebruikmaking van de hem
verleende bevoegdheid al of niet voordeelig voor
hem zal zijn, kan intusschen gereedelijk worden
toegegeven.
Bestaan er blijkens deze beoordeeling van het
hoofdbeginsel der voorgestelde regeling daartegen bij
de Regeering bedenkingen, zij meent toch deu voor
steller een woord van hulde te moeten brengen voor
de vele moeite, welke hij zich gegeven heeft, om
door eene zoo uitgewerkte regeling te trachten de
bij sommige werkgevers tegen de Regeeringsvoordracht
gerezen bezwaren weg te nemen."
Dat het aansluiten bij een bedrijfsvereeniging
trouwens niet goedkooper zou uitkomen, werd ook in
het verslag van het behandelde omtrent de amende
menten in de afdeelingen meer uitvoerig uiteengezet.
Die vereenigingen zoudeu hebben te betalen
1. de kosten van het beheer der vereeniging;
2. de reis- en verblijfkosten en vergoedingeu voor gemis
aan dagloon, verschuldigd aan de leden der com
missie uit de werklieden en der commissie van
arbitrage; 3. de uitkeeringen, bedoeld in de artikelen
76 en 82, nieirw; 4' de dekkingssommen, bedoeld in
art 83; 5. de waarborgsom, bedoeld in art. 86;
6. 3/g van de administratiekosten, welke de Rijksbank
gemiddeld voor eiken verzekerde uitgeeft, voor eiken
verzekerden werkman7. de
zijn paleis van Laeken naar dat van
Brussel te rijden, hij een bijzonderen trein
bestelde, die hem aan 't Koninklijk
paleis te Laeken wachtte en naar de statie
der Leopoldswjk bracht, vanwaar Sire
in een rijtuig naar 't paleis werd gevoerd.
De terugkeer gebeurde in dezeltde
voorwaarden."
Onder deze omstandigheden is de
keuze van een kabinet, dat een kieswet-
ontwerp, waarin het beginsel der even
redige vertegenwoordiging is opgenomen,
zal voorstellen, zeker het meest te ver
dedigen. De vorst meent den man daar
voor gevonden te hebben in den gema
tigden clericaal, den heer De Smet de
Naeyer.
De heer De Smet de Naeyer had tot
Januari j 1. zitting in het thans afgetre
den kabinet en verliet dit wegens ver
schil met de andere ministers over deze
vertegenwoordiging Een belangrijk deel
des volks, dat gisteren met de zuivere
vertegenwoordiging tevreden zou zijn
geweest, stelt heden hooger eischen. De
socialisten dringen aan op eene kamer
ontbinding, dewijl zij denken, dat de be
weging in den lande hun aantal Kamer
zetels belangrijk zal vermeerderen. Het
is niet denkbaar, dat de clericale meer
derheid daarvoor te vinden zal zijn,
zoodat de strijd onder eene nieuwe leus
kans loopt opnieuw te ontbranden.
Tot zoover is de kwestie geheel van
lokalen aard, doch indien het koning
schap tussehen de strijdende partijen
vqrnietigd inocht worden, zullen hoogst
gevoelige plaatsen der Europeesche staat
kunde worden aangetast. Een Belgische
republiek sluit eene nauwe toenadering
tot Frankrijk in zich, maar daarmede
komon natuurlijk Duitsehe belangen in
botsing.
Duitscbland kan uit een militair oog
punt niet toestaan, dat de Maaslinie door
Frankrijk bezet zou kuunen worden.
Nog een 'ander gevaar zien de Euro
peesche regeeringen in een Belgische
republiek. De nieuwe republiek zou uit
den aard der zaak zeer socialistisch ge
bedenkelijke manifestaties aanleiding had
gegeven, naar een gemengde parlemen
taire commissie tot nader onderzoek werd
verwezen. Dier heeft het ontwerp het
lot getroffen, dat reeds in den beginne
algemeen werd vooi^peld het heeft er
eene graciëuse begrafenis gevonden.Doch
ook andere stelsels konden geene meer
derheid vinden en zoo is de commissie
uiteengegaan zonder iets ten nutte van
deu lande uitgevoerd te hebben.
De heer Van den Peereboom en zijne
collega's van achter de groene tafel heb
ben hierin aanleiding gevonden, om hunne
portefeuilles ter beschikking van den
koning te stellen.
Het is voor den koning, die eigenlijk
op geen der partijen kan rekenen, een
lastig geval. De luttele hoeveelheid popu
lariteit, welke de vorst nog bezit, kan
in deze kwestie zeer gemakkelijk ver
speeld worden.
Is hij de clericalen ter wille, dan
verzet de coalitie vau de vooruitstreven-
den zich door straatbetoogiugen tegen
zijne besluiten en zal een duizendstemmig
„koning van bordpapier" zich weer voor
j het paleis te Brussel verheften; helt hjj
naar de liberalen over, dan zullen de
clericalen den „afvalligen zoon van de
kerk,dien de straf van alle apostelen zal
treffen", het leven op alle manieren lastig
maken.
Hoe de koning zich gevoelt, blijkt uit opnemen,dan geelt die al evenveel redenen
een Brusselsch blad, dat letterlijk schrijft: tot groote ongerustheid.
„Do koning tracht zich zoo weinig Want het moet een feit zijn, dat in
mogelijk op straat te laten zien om aan Servië onder den invloed van den gewe-
alle betoogingen te ontsnappen. En die zon koning Milan, een waar schrikbe-
bczorgdheid gaat zooverre, dat, om van 1 wind heerscht. De pers is aan banden
bij de vereeniging
schadeloosstellingen voor begrafeniskosten.
Het zou dus nog wel eens kunnen blijken, dat de tint ZÏjttj W&t op do binnenlaodsche toe-
groot-industriëelen, die zoo luide hun instemming met gtauden in andere landen van grOOten
het amendement hebben byfcuigd, eigenlijk bang waren j v i
het paard van Troje binnen te halen. mv!oed Z0U kmumn worden.
(Slot volgtGe samenwerking tussehen de socia-
listiscbe arbeiders en de liberale burge
die in België het ministerie Van den
Peereboom ten val bracht, wordt onder
vrijwel gelijke omstandigheden ook te
Weeneu waargenomen. De strijd om het
Er zijn op dit oogenblik in en buiten I gemeente-kiesrecht in Oostenrijks hoofd-
Europa van die hangende en sleepende stad is evenwel op dit oogenblik van
kwesties, die, hoewel van lokalen aard, minder beteekenis, dan de beweging, die
niet alleen de bijzondere aandacht trek- zich tegen den onwettigen toestand ia
ken, doch die ook bij meerdere verwik- Oostenrijk openbaart. Wegens het ver-
kelingen een gevaar voor Europa kunnen zet van de Duitsehe part jen tegen de
worden. In de eerste plaats noemen wij taalverordeningen in Bohemen en Hora
den kieswetstrjd, die opnieuw in België vië, weid de Rijksdag met onbepaald ver
wordt gevoerd. Men zal zieh herinneren, lof naar huis gezonden,
dat het regeeringsontwerp, dat tot zeer Nu regeert de keizerljke regeerirg,
alsof er volksvertegenwoordiging noch
grondwet bestonden, en voert zj nieuwe
belastingen eenvoudig bij keizerljk be
sluit in. Deze willekeur begint allerwe-
ge verzet uit te lokken.
De Duitsehe gemeenteraad van Griz
is in deze voorgegaan. Een protest-mo
tie tegen de afkondiging van wetten bj
keizerljk besluit werd eenstemmig aan
genomen. In bjna alle Duitsehe pro
vinciale hoofdsteden en in de meeste
Duitsehe gemeenten heeft dit voorbeeld
navolging gevonden. Zelfs het gemeen
te-bestuur van Weenen, hoe regeerings-
gezind ook, is tegen dit absolutisme in
verzet gekomen. De magistraat heeft
besloten, den gemeenteraad een motie
voor te stellen, waarin de verkooging der
belastingen op bier, petroleum en suiker
wordt afgekeurd.
En de gespannen verhouding tussehen
Oostenrijk en Hongarije en de nationa-
liteitenstrjd tussehen Slaven en Duit-
Bchers en het wctfen-verkrachtigende ab
solutisme van de keizerlijke regeering en
nog zoovele andere punten van minder
beteekenis, die echter vereenigd een
machtig geheel maken. wjzen zo niet
op een binneulandschen toestaud, die elk
oogenblik gevaarlijk voor do rust van
Europa kan worden
Wanneer wj van gene zjde van
Save en Donau den stand van zaken
gelegd, de hoofden der politieke tegen
standers zijn gekerkerd, de grondwettelij-
ke rechten in Belgrado en elders voor
onbepaalden tijd ingetrokken, vreemde-
e.a landgenoot verlaten gedwongen
ofvrij willig het laLd, waar eigendom en
vrijheid slechts ijdele begrippen zijn.
Mi.an en zijn zwakke zoon, koning
A.exander spelen met vuur, waaraan zij
zich gemakkelijk kunnen branden.
el en in Servië hopen en verwachten
hulp van den vorst van Montenegro,
die door banden des bloeds en door
afkomst nauw aan Servië verbonden is.
t Is eigenaardig, dat, naarmate de
populariteit van den koning der Serviërs
op het Balkan-schiereiland afneemt die
van den vorst der Montenegnjnen stijgt.
De huweljken, waardoor het vorstenhuis
van Montenegro, sedert een paar jaar
met de voornaamste vorsten van Europa
is vermaagschapt geworden, hebben in
dit aanzien het hunne bjgedragen.
Len zijner dochters huwde met een
grootvorst van Rusland, de tweede met
den kroonprins van Italië en nu is dezer
dagen kroonprins Mirko te Cettinje in
den echt verbonden met prinses Jutta van
Mecklenburg-Strelitz. Met Rusland, Italië
on 1'uitsehland als beschermers, zjn de
vooruitzichten van den vorst van het land
der Zwarte Bergen nog zoo kwaad niet.
Len klein, kloek en krachtig volk als
ile Montenegnjnen bezit veler sym
pathie en daarom hopen wij, dat eene
machtige sympathetisehe beweging een
ander volk met gelijke eigenschappen
hee spoedig ten goede zal komen,
teekenen van instemming met de Trans
vaal beginnen zich bier en daar te
vertoonen. Te Brussel werd een ver-
gadenng belegd, waarop eenstemmig de
vo.gende motie werd aangenomen
De vergadering spreekt haar warme
genegenheid uit voor het Transvaalsche
volk en hoopt, dat de aanslag op het
bestaan dor Zuid-Afrikaansehe Republiek
zal worden venjdeld. Zj heeft boven
dien de overtuiging, dat de dappere Boe
ren desnoods nog hunne onafhankelijkheid
heldhaftig zouden weten te verdedigen
en don zegepraal van hun onbetwistbaar
recht over geweld en list zouden weten
^ekereri. - Van de zijde der loren
wordt mede voor het goed recht der
Boeren gepleit.
In een duidelijk geschreven artikel
zet het blad New Ireland voor zijne
Engelsche lezers de Transvaalsche
crisis uiteen. Ons bestek laat niet toe
het in zijn geheel over te nemen. Zie
hier eene aanhaling uit het slot: „Als
John Buil een schot lost in Transvaal,
zal hg met pak en zak uit Afrika
moeten trekken, even zeker als hij voor
altijd uit de Vereenigde Staten is gedre
ven. De Boeren zullen vechten tot den
laatsten droppel bloed. Zij hebben zich
jarenlang daarop voorbereid zij hebben
een tlinken voorraad wapens en munitie
in het land zij hebben, wat hun ont
brak in de dagen van Majubaheuvet,
overvloed van artillerie en Duitsehe
kanonniers om haar te bedienen; zij
hebben geld en voorraden en hun leger
kent het land en gaat snel als een vogel
voort, terwjl de roodbaadjes kruipen als
een worm.
„De Boeren kunnen schieten, raak
schieten en snel schieten en de Engelsche
soldaat kan geen man raken op honderd
meter afstand, of hj moest in den laat
sten tijd zeer hebben aangeleerd.
„Als Engeland het vuurtje ia Zuid-
Afiika ontsteekt, zal het door den rook
worden verdreven en de vlag van de
Vereenigde Staton van Zuid-Afrika zal
de Britsche banier vervangen."
Na een aansporing tot zijne landge-
nooton, om voor de Transvaal een ge
weer op te nemen, zegt de schrijver
„en laat ons bidden, dat de Vereeuio'de
Staten van Zuid-Afrika weldra tot stand
zullen komen."
D onder dag maakten de kin-
deren der 4 laagste klassen van de Open
bare school te S$int Fancras (een
80-tal) een rijtoer over Bergen naar
Egmond aan Zee. In 15 rjtuigen werd
om 12 uur de tocht aanvaard; te Bergen
werd een uurtje vertoefd. Daar werd
een bezoek gebracht aan den „Zandkuil",
waar de jeugd zich flink vermaakte.