Sim Yiucentsnaclit
te Schagen in 1108.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Over Egmond aan den Hoef ging het
nu naar Egmond aan Zee, waar de paar
den werden afgespannen en de kinderen
weldra op het strand op verschillende
wijze zich amuseerden.
In het hotel „Zcerust" werd voor de
dorstige kelen en de hongerige magen
der kleinen gezorgd. Met een tombola
of met het zoeken in het duin won iedpr
nog een aardigprijsje, zoodatr de leer
lingen hoogst voldaan naar huis terug
keerden. Tegen 9 uur waren allen weer
thuis.
Benoemd teHaarlemmer-
meer tot onderwijzer aan school III, de
heer J. O v e r te Oude Niedorp.
Texelse he schapen.
De uitvoer van oude schapen van TEXEL
naar den vasten wal begint weder be
langrijk te worden. In deze week alleen
waren aangevoerd 543 exemplaren, die
voor f 13.a f 19.werden verkocht.
Vanwege het ministerie
van waterstaat, handel en nijverheid is
aan het gebouw van het provinciaal
bestuur te HAARLEM aanbesteed
1. De verzwaring van den buiten-
duinregel benoorden de Groote Keeten
onder de gemeente Callantsoog, behoo-
rende tot de Rijkszee werken in de pro
vincie Noord-Holland. Raming f 20.000.
Van de 21 hiervoor ingekomen inschrij-
vingsbiljetten was dat van den heer
J. Oldenburg te Bergen het laagst, voor
f 12.880.
Een ernstig ongeluk.
Vrijdagochtend had op de Noorder-
markt te AMSTERDAM een ernstig on
geluk plaats. Twee schilders, bezig werk
zaamheden te verrichten aan de Noor-
derkerk, vielen, vermoedelijk door het
breken van het touw, waaraan de bak
hing, waaria zij waren opgeheschen, met
den bak van eene aanzienlijke hoogte op
straat en werden beiden ernstig verwond
naar het Binnen-Gasthuis gebracht. Daar
aangekomen bleken beiden echter reeds
overleden.
De vlashandel is tegen-
woordig in GRONINGEN van groote
beteekenis. Groote hoeveelheden zijn door
Belgische handelaren opgekocht tegen
hooge prijzen, die in langen tijd niet
bedongen konden worden. Het beste vlas
werd zelfs met 11 ets. per kilo betaald.
Zoowel wat den oogst als wat den
verkoop betreft, maken de vlasbouwers
goede zaken.
De moderne industriëele
wetenschap en de os.
In vroegeren tijd, als men een os
slachtte, ging 40 pet. van het dier ver
loren tegenwoordig gaat niets verloren
dan zijn laatste ademtocht. Daar men
maar 73 van het gewi°ht kan bezigen
voor voedsel, komt het er nogal op aan,
te letten op de rest. Men gebruikt het
bloed om suiker te raffineeren, of men
maakt er deurknoppen en knoopen, ja
zelfs portret- en spiegellijstjes van.
De huid gaat naar den leerlooier,
horens en hoeven worden verwerkt tot
kammen en knoopen, dijbeenderen ter
waarde van 80 doll. per ton, gebruikt
men voor handvatsels voor kleerborstels,
de beenderen van de voorpooten, a 30
doll. per ton, worden omgezet in boord
en hemdsknoopen, stokken voor parasols
en om er juweelen in te zetten het
water waarin de beenderen gekookt wor
den, is geschikt om er lijm van te ma
ken het stof, verkregen door het zagen
der beenderen is nuttig als voedsel voor
het vee en den hoenderhofde kleinste
beenderen dienen voor beenzwart. Elke
poot geeft y4 pint ossepootenolie, de
staart gaat in de soep, terwijl het bosje
haar aan het eind naar den matrasma
ker verhuist. Het beste gedeelte van het
vet dient voor botterine, de ingewanden
worden gebruikt voor worsten of ver
kocht aan gouddelvers.
Het onverteerde eten in de maag, dat
vroeger den handelaren in Chicago 30.000
dollars per jaar kostte om het te ver
wijderen en te vernietigen, wordt nu
gebruikt om er papier van te maken.
Al deze zaken zijn nog maar een gedeelte
van de opbrengst van abattoirs. Zeer
veel afval vindt nog een plaatsje in den
lijmpot of doet dienst als bemestings
middel bij den boer. lel.
A la Münchhausen!
Een jager in het Limburgsche was
reeds van den vroegen morgen op jacht
en had zijn geheelen voorraad hagel
verbruikt. Vele schoten waren mis
geweest, doch ook menig haasje was
verhuisd naar de weitasch van onzen
jager. Daar bemerkte hij nog een res
pectabelen langoor, die, dicht bij een
boom gezeten, in philosofische bespiege
lingen verdiept, de nadering van den
jager niet scheen te bemerken.
Hoe dien nog te bemachtigen
Goede raad was duur
Hij grijpt in een zijner zakken en
vindt een grooten nagel, zooals de hoef
smid ze gebruikt.
Fluks dien op 't geweer geladen,
en.... juist toen langoor zijn biezen
pakte pat
Het schot was raak. De nagel waB
door het oor van den haas in den boom
gedreven, en langoor stond „vastge
nageld"
Onze jager gaf hem nu op zijn gemak
den genadeslag en palmde triomfantelijk
den vetten jachtbuit in.
Groentenmarkt te Noord-Schar-
woudo (station.)
Donderdag 3 Aug. Aaugev. 903 zakken
aardappelen.
Muizen f 0.75 a f 1.05 per zak.
Blauwe 0.80 a 1.
Graafjes 1.— a ,1.15
Vlugge handel.
Hoode kooien 1 6.per 100 st.
(zonder tootallen.)
Peulen f 0.10.
Bieten f 0.45 per 25 st.
Groeatenraarkt
te Broek op Langeodijk.
Dinsdag 1 Aug.
1Ö600 bos wortelen f 1.a f 1.50 p.lOOb.
51200 bloemkoolen f 4.a f 9.25 p. 100.
2e soort f 2.50 a f 3 75 p. 100.
102 m aardappelen f 0.50 a f 0.90 pVr^-
5900 roode kooien f 4.75 a f 6.p. 100.
Woensdag 2 Aug.
28000 bos wortelen f 1.a f 1.50p.l00b.
60500 bloemkoolen f 3.75 a f 7.75 p. 100.
2e soort f 2,a f 3 50 p. 100.
107 m. aardappelen f 0.55 a f 1.05 p. '/i,H.
3965 roode kooien f 4.25 a f 5 50 p. 100.
Donderdag 3 Aug.
Wortelen f 1.— a f 1.30p. 100 b.
Bloemkoolf3.75 af 6.75 p 100.
2e soort t 2.25 a f 3.50 p. 100.
Roode kool f 4.75 a f 6 25 p 100.
Gele kool f 7.— per 100.
Groenteamarkt te St. Pancras.
Dinsdag 1 Aug.
176 in. aardapp -len f 0.60 a f 0.80 p.
Klein partijtje Bloemkool f 3 25 p. 100.
143000 slaboonen f 0.25 a f 0 325 p. 1000.
Woensdag 2 Aug.
129 m. aardappelen f 0.65 a f 0.80 p. l/k H.
Partijtje Bloemkool f 2.20 a f 5.25 p. 100.
155200 slaboonen f 0.275 af 0.325 p. 1000.
2000 Snijboonen f' 0.40 per 1000.
675 boswortelen f 1 20 per 100 bos
Donderdag 3 Aug.
57 m. aardappelen f 0.65 a f 0.75 p.
56000 Slaboonen f 0.325 af 0 35 p. 1000,
Partijtje Bloemkool f2.80 per 100.
Groenten- en Aardappelenmarkt
te BOVENKARSPEL.
Woensdag 2 Aug. Ochtendmark t.
Bloemkool grove f 7.75 af 9.75 p. lOOst.
Sluitkool witte f 4.af 5.50 p. lOOst.
roode f 3.75 af5.p. lOOst.
Savoije f 6.50 ap. lOOst.
Aanvoer 40000 st.
Middagmark t.
Aardappelen.
Muizen groote f 0.95 h f 1.10 p. ^H.L.
kleine f 0.30 a f 0.40
Ronde groote f 1.a fl.10,,
Blauwe groote f 0.75 a f0.90
Aanvoer 34641/2 i/2H.\j.
Donderdag 3 Aug. Ochtendmark t.
Bloemkool grove f 4.50 h f8.p. lOOst.
Aanvoer 15000 stuks.
Middag markt.
Aardappelen.
Muizen groote f 0.85 a f 0.95 p. 1/2 II.L.
kleine f 0.25 a f0.40
Roude groote f 1.05 a fl.10,
Blauwe groote f 0.70 a f0 85
Peren f 2.95 per 1/2H.L.
Aanvoer 347372 YïEhL.
Vrijdag 4 Aug. Ochtendmark t.
Bloemkool grove f 4.50 a f 9 25 p. 100 st.
Sluitkool Roode f 4 75 af 6.p. 100 st.
Witte f 4.a p. 100 st.
Aanvoer 4000 stuks bloemkool.
1700 stuks sluitkool.
Middagmark t.
Aardappelen.
Muizen groote f 0.90 a f 0.95 p. 1/2 H.L.
kleine f 0.20 a f 0.35 p.
Ronde groote f 0.95 h f 1.10 p.
Blauwe groote f 0,70 a f 0.80 p.
Peren f 2 65 per 72 H.L.
Aanvoer 330472 1/2H L.
Was de handel in aardappelen reeds
in de vorige week zeer levendig, ook
thans worden, vooral de muizen, nog
graag gekocht. Toch worden de prijzen
daardoor niet hooger. Togen f 0.90 en
h f0.95 zijn er zeer vele koopers, doch
meer schijnt niet te kunnen worden
besteed.
Waarschijnlijk kan dit worden toe
geschreven aan het feit, dat uit Maag
denburg de muizen worden aangeboden
tegen 1 50 mark per baal van 50 kilo.
Ook de bloemkool wordt gretig ge
kocht, waarbij tevens de prijs belangrijk
is gestegen. De oogst van dit product
is echter bijna afgeloopen, zoodat de
bouwers er slechts weinig van profitee-
ren.
Naar uit GRAVE wordt g e-
meld, zullen weldra een zeker getal
rustige patiënten uit het Rijkskrankzin
nigengesticht te Medemblik en te Grave
worden geplaatst bij ingezetenen, ten
einde een proeve te nemen met de ver
pleging van rustige krankzinnigen in het
gezin.
II e t N. v. N. d e e 11 het v o 1-
gende staaltje mee van ambtenaars
krenterigheid
Men mag op de adreszijde van brief
kaarten laten drukken zijn naam, beroep
in één enkel woord, en adres.
Dezer dagen kreeg iemand al zijne
briefkaarten onbesteld terug, omdat aan
de adreszijde gedrukt stond de naam en
daaronder „Manufacturen".
De afzender begreep er niets van en
vroeg om inlichtingenhij kreeg ten
antwoord, dat zijn beroep immers geen
„Manufactur e n",maar „Manufactur i e r"
was. ils hij met de pen dat „Manu
factur e n" veranderde in „Manufac
tur ie r", dan zouden zijn briefkaarten
weer ter verzending worden aangenomen.
Aan den oever van een liefelijk meertje,
welks watervlak is omzoomd door breed-
gebladert en hoog opgaand riet, en over
schaduwd door do wijduitges'.rekte takken
en twijgeu van het omringend geboomte,
rijzen op hooge en aaneengeschakelde
terpen de daken van het aloude Sea-
gente midden dier rijen eenvoudige
woningen rijzen met stillen luister de
kerk en de gevels der meer weelderigo
geestelijke gestichten, en spiegelen zich
af in den helderen waterplas, waardoor
zij worden bespoeld.
Aan de Oostzijde strekt zich eene
lange, door geboomte overschaduwde
laan uit tot op bijna een halfuur af
stand langs de Oude Kaag. Trotsch
prijken daar aan het einde van die laan
op een verheven gedeelte der kaag de
torentinnen en zware muurwerken van
den ouden Burgt der edele en dappere
Heeren van Scagen, die volgens de over
leveringen om hunnen verheven moed
in hun geslacht den naam van de groote*
voerden en te dien tijde tot de machtigste
der Friesche poedestaten behoorden.
Ter zijde van dien Burgt is het dorpje
Harinxhuizen, en daar achter, bijna aan
den zoom der Zuiderzee, de Burgt des
Heeren van Harinxhuizen. Iets meer
noordwaarts liggen de verspreide wonin
gen van htt later meer uitgebreide dorp
Barsingerhorn, en in het verschiet ver-
toonen zich de mede zeer oude dorpen
Winkel en Nijdorp.
Ginds in het zuiden, aan de overzijde
van de zachtjes golvende en uitgestrekte
Scager waard of Witsmeer, Woud- en
Bleekmeren, bemerkt men tusschen op
gaand geboomte de torentransen van
Oudcarspel, St. Jans- en St. Piefers-
carspel, het tegenwoordige Noord- en
Zuid-Schar woude.
In het noorden en westen valt het oog
op de wijd uitgestrekte waterplassen van
de Zjpo en Burghorn. Aan de eene zijde
in verband met de Noordzee en aan ds
andere zijde geheel open aan de Zuider
zee, is dat water bijna altijd in beweging,
en soms zelfs als een onstuimige zee
aan de overzijde wordt het begrensd
door de rijen der blinkende ketelduinen,
terwijl eindelijk in het Zuidwesten de
dorpen Valkoog, Ilaringcarspel en Wav-
menhuizen zich vertoonen, en daarachter
als een zilverstreep het Reekerwad zich
door het land kronkelt, alles aan die
zijden begrensd door kreupelbosschen en
de hooge Schoorler duinen.
Waar het oog zich ook wendde, overal
sterk bebouwde terpen, bespoeld door de
menigte, toen allen nog onbedijkte, meren
en waterstroomen, omzoomd met riet en
kreupelboscbjes, die in het geheel eene
aangename afwisseling teweegbrachten.
Het was vooral in bet liefelijke zomer
seizoen een der schoonste en schilder
achtigste landschappen van Westfriesland,
hetwelk men thans, na ruim 7 eeuwen,
tevergeefs in het tegenwoordige Schagen
en deszelfs omstreken zal trachten te
herkennen en terug te vinden.
Op den 21 sten Januari van het jaar
1168 was echter het geheele landschap
getooid in winterkleedofschoon de
winter open was geweest, was
nu sinds weinige dagen de vorst met
zulke gestrengheid ingevallen, dat de
meren en stroomen allen reeds met eene
ijskorst van eenige dikte waren over
dekt daarenboven was er tevens vrij
wat sneeuw gevallen, zoodat in eens
alles eene zilvergrijze wintertint had
verkregen.
Niettegenstaande den winter heerschte
overal in het landschap eene buitenge
wone drukte en bedrijvigheid.
Graaf Floris III van Holland, aan het
hoofd van een machtig leger, nog gesterkt
door alle Kennemer, Rijnlandsche en
vele andere, ja zelfs Geldersche en
Vlaamsche Edelen en Ridders met hun
ne gewapende dorpers en vazallen, had
zijn leger opgeslagen in de vlakte van
Schoorl onder de luwte der hooge dui
nen, als het geschiktste punt vanwaar
hij eenen inval in Westfriesland wilde
ondernemen, ten einde zich op dat dap
pere volk voor de vele geleden verliezen
te wreken en het aan zijnen scep
ter te onderwerpen. Slechts wachtte hij
op het doorzetten van de vorst, om met
zijn leger de meren en moerassen over
te trekken.
Geen wonder dus, dat, het geheele
landschap door, een leven en beweging
werd opgemerkt, zooals zelden plaats
had. In allerijl waren de Westfriesche
Edelen en Ridders met hunne slechts
weinige krijgsmacht naar deze zijde
ontboden, om bij den te verwachten
inval tot verdediging des lands gereed te
zijn. Geene moeite werd gespaard om
alles in staat van tegenweer te stellen
het ontzaglijke leger, dat Graaf Floris
had bijeen getrokken, dreigde Westfries
land, meer dan ooit, met eenen gewissen
ondergang. Wat toch zou de geringe
Westfriesche krijgsmacht kunnen onder
nemen tegen dat machtige leger, waarvan
het getal Edelen en Ridders alléén reeds
zoo groot was als de helft hunner ge
heele krijgsmacht En wee dan Scagen
ongetwijfeld zou het den eersten schok
moeten doorstaan. Nauwelijks drie
vierdejaars geleden hadden de Scagers
in vereeniging met andere Westfriezen,
onder aanvoering van hunnen dapperen
Poedestaat eenen krijgstocht gemaakt in
Kenuemerland en hadden tot zelf3 bin
nen do muren vnn Haarlem hunne
brandschattingen en losprijzen geëischt.
De zucht tot wraak der Kennemer Ede
len, die zich in hot Grafelijke leger be
vonden, vas nauwelijks te bedwingen,
en met vreugdegejuich werd door hen
de vorst begroet, nadat zij gedurende
verscheidene weken iu het legerkamp
tevergeefs daarop hadden gewacht.
Toch durfden zich de Westfriezen niet
alleen in den omtrek van Scagon of op
de beide Burgten te legeren, want de graaf
kon het bij het doorzetten van de vorst wel
eens in de gedachte krijgen om langs
Oudcarspel op Nijdorp en Winkel aan
te vallendaarom verdeelden zij zich,
en een gedeelte legerde zich diar, om
zich dan op het eerste sein te kunnen
vcreenigen daar waar de aanval plaats had.
Op de beide Burgten van Scagen en
Harinxhuizen was op dit oogenblik, be
halve de gewone drukte, die ontstond,
om alles in staat van verdediging en
tegenweer te stellen, nog eene andere
oorzaak waardoor alles in rep en roer
verkeerde.
Heden was op de beide Burgten de
tijding ontvangen, dat vóór eenige dagen
de grijze Burgtheer van Harinxhuizen
met zijne kleindochter Anna, die de
verloofde was van den Poedestaat van
Scagen, op hunnen terugtogt van eene
reis, waarvan zij reeds sedert eenige dagen
verwacht werden, door Egmonds gewa
pende mannen bij het Ouddorperveer
onverwachts waren overvallen en in
gevangenschap naar het kasteel van Eg
mond gevoerd.
Hoe dringend in deze dagen, nu elk
oogenblik de Graaf den inval kon onder
nemen, de tegenwoordigheid van den
Poedestaat Sicco van Scagen op zijnen
Burgt en bij het Westfr. krijgsvolk,
waarvan hij algemeen aanvoerder was,
werd vereischt, toch kon hij zijne geliefde
en haren grijzen grootvader Bokko van
Harinxhuizen niet in de macht zijns
enoodsteu vijands laten, en het is nu
juist het oogenblik, dat hij, vergezeld
van zijne vrienden,de Edelen Wibe van
Hoogwoude en Roelof van Wijdenesse,
benevens zes goed gewapende en van
strikken en bindtouwen goed voorziene
vazallen, zich langs omwegen naar het
kasteel van Egmond heeft begeven,om, ón
der begunstiging van den avond, bij
verrassing in den Burgt te dringen en
de gevangenen te verlossen. Er op steu
nende, dat Egmond het grootste deel
zijner vazallen wel met zich naar het
grafelijke leger zal gevoerd hebben, ge-
looven zij wel te zullen slagen en de
voorzichtigheid vanGraalFloris kennende,
twijfelen zij er niet aan, om nog vóór
den inval terug te kunnen zijn, daar
deze zich zeer zeker eerst van de deugd
zaamheid en kracht van het ijs zal ver
gewissen.
Tegen den avond van den dag zijn zij
langs omwegen veilig in de nabjjbeidgeko
men van den grooten en trotschen Burgt
der Heereu van Egmond. Onder eenig
voorwendsel verschaft de Hr. van Scagen
zich den toegang en door den zwaren mist
en duisternis van den winteravond be
gunstigd, dringen allen op hetzelfde
oogenblik het winket binnen. Lang en
moeilijk was de strijd met Egmonds
vazallen. Ofschoon ook Egmond met het
grootste deel der zijnen zich in het grafelij
ke leger bevonden, toch was de Burgt zeer
goed bewaakt, ea eenen bangen en wan-
bopigen strijd moesten zij strijden, om
hun doel te bereiken. Meer dan eens
verkeerden de Hr. van Scagen en de
zijnen in 't gevaar van voor de overmacht
te moeten wijken, of van hunne ge
waagde en roekelooze onderneming het
slachtoffer te wordente meer nog,
omdat hot grootste getal dienstmannen
van Egmond, hoe ook verbaasd en ver
bluft door de overrompeling, zoodra zij
bemerkten dat geen leger van "West
friezen, maar slechts een klein getal
koene waaghalzen hen bestookten, die
roekeloozen steeds met hunne zwaarden
doodelijk trachtten te treffen. Gedurig ont
ving dan ook nu de een, dan de ander eene
wonde. Toch wilde de Hr. van Scagen,
niet dan in den uitersten nood iemand
doodeu. Geen roof of moord was zijn
doelslechts de gevangenen te verlossen
en zoo spoedig mogelijk de dierbaren
in vrijheid terug te voeren, was heden
zijn voornemen.
De door zijne vazallen meegebrachte
strikken en bindtouwen dienden uitmun
tend, om ze Egmonds dienstmannen om
te werpen, en zóó voor het gevecht on
schadelijk te maken. Achtereenvolgens
mocht het hun dan ook gelukken, om
door onbezweken moed en behendige
wendingen allen te binden en in de
wachtkamer te bewaken, en zoo hadden
zij dan eindelijk de handen ruim, om
vrij en onbelet de gevangenen in vrij
heid te stellen.
De vlakte voor het oude dorp Schoorl
aan den voet der hooge duinen, van het
Berger bosch af tot aan Groet, levert een
schouwspel op zoo bont, maar zoo prach
tig tevens, als men zich kan voorstellen.
Moeilijk is een legerkamp van dien
tijd, maar vooral zóo als dat was, met
een tegenwoordig kamp te vergelijken.
De positie was zoo gunstig als ooit een
veldheer voor zijn leger kon uitkiezen
tegen de ruwe winden beschut door de
hooge duinen, was het van het vij
andelijke Westfriesland gescheiden door
eenen breeden doch ondiepen en moe-
rassigen waterstroom, het Reekor wad,
dat zich uitstrekto van Petten af tot
verre achter Koedijk, thans nog duide
lijk op te merken in de daar gelegen
lage landen, de Reekerlandeu genaamd.
Op dat terrein waren in lange rijen
de tenten opgeslagen van do Edelen en
Ridders. Al naarmate de tijdelijke be
woners over middelen konden beschik
ken, of gewoon waren in gemak en
weelde te leven, waren vele dier tenten
vanbinnen zelfs behangen met draperieën
van zijde en fluweel, en voorzien van
alle die voorwerpen, die tot gemak en
veraangenaming van het kampleven
konden strekken.
Yóór elke riddertent was de banier
geplant, waarop in schitterend gekleurde
borduursels, of in goud en zilver ge
stikte figuren de wapenschilden en bla
zoenen des Ridders prijkten. Hoog
boven allen uit wapperden de banieren
ea baanderollen van Holland en van
Graaf Floris. Achter en rondom do
riddertenten waren de eenvoudige lin
nententen der vazallen gegroepeerd,
die, veel meer in getal, door hunne
eenvoudigheid meewerkten om de pracht
van die hunner heeren te meer te doen
uitkomen. Niet minder bout en prachtig
was de kleeding van de onophoudelijk
door elkander krioelende sterke bevol
king vau dat kamp. De in hunne een
voudige wambuizen g'ekleede, gewapende
dorpers en de beter ten strijde uitgeruste
vazallen begaven zich telkens eerbiedig
terzijde, wanneer een of meer der groote
Heeren hen ontmoetten. De blinkende,
fijn gepolijste, rijk met goud en zilver
geëmailleerde harnassen dier Ridders
kaatsten eiken lichtstraal, dien zij op
vingen, tienvoudig terug en hunne rijk
met borduursels en galon bezette zijden
en fluweolen mantels waren prachtiger
en kostbaarder dan van menig vorst, te
meer nog rijk aan afwisseling, daar niet
alléén Kennemer of Hollandsche Edelen,
maar uit alle oorden Ridders en Edelen
daar waren vereenigd, en overmoedig
wegens de groote macht, die zij met el
kander uitmaakten, dachten zij slechts
aan eenen zegetocht en had ieder de
meeste pracht en praal tentoongesteld.
Verscheidene weken waren zij reeds
in het kamp gelegerd, maar nog was de
winter niet met genoegzame kracht in
gevallen. Nu had het echter sedert
eenige dagen zoo sterk gevroren, dat de
wateren reeds met een dikke ijskorst
bezet waren en had men zich overtuigd,dat
het ijs reeds zware vrachten kon dragen
en dat ook de moerassige bodem wel
genoegzame hardheid had bekomen
daarbij bracht nu de gevallen sneeuw en
de strenge koude veel bij om het leven
in het kamp onaangenaam te maken,
waarom de meeste Edelen niets liever
verlangden dan om eindelijk den inval
te wagen Bij hen was slechts wraak
en rooflust, maar vooral ook overmoed
de drijfveer, maar de Graaf, de machtige
en heerschzuchtige, maar in Westfriesland
zoo vaak en nu laatstelijk in Vlaande
ren zoo diep vernederde, bij kende bij
ondervinding zoowel Westfriesland als
do Westfriezenhij wist te goed dat
menigeen dier hoogmoedige en zoo zeer
naar den strijd verlangende Edelen nim
mer zijnen vaderlijken Burgt zou terug
zien hij wist te goed, dat elke voet
gronds van Westfriesland met bloed
betaald moest worden en dat voor eiken
Westfries, die viel, tien der zijnen dat
offer met hun leven zouden moeten
boeten hij durfde zich nog niet met
zijn leger op de Westfriesche meren en
moerassen wagen, maar wilde zich eerst
méér van de sterkte van het ijs verge
wissen.
Wordt vervolgd.
Schsgri), 5 Augustus '99.
De bouw van de af'ge-
brande boerderij op Tolke (eigenaar de
heer C. Prins te Anna Paulowna) ia
opgedragen aan den heer C. A'. Vlaming
alhier.
Tot veel gelach en plei-
zier gaf Donderdagmorgen j.1. aanleiding
een varken, dat aan zijn geleider wist
te ontsnappen en het erf van den heer
Vlaming op liep. Het zwijntje werd na
tuurlijk nagezet door den grooten hond
van den heer V., waardoor het varken,
in de engte gedreven, door de heining
sprong en in de sloot plofte, van den
kant nageblaft door zijn vervolger. Het
beest werd in een schuitje door een
drietal knechts van den heer V. nagezet,
maar het dier had er niet veel lust in
zich te laten vangen, het zwom het
slootje van mej. P. in en wist daar zelf
op het droge te klauteren om, eindelijk
gepakt, onder luid geschreeuw naar de
markt te worden vervoerd.
Over 't geheel was de
markt vau Donderdag j.1. traag. Bijzon
der warm weder in Londen, aanhoudende
droogte met grasgebrek in 't vooruit-
zioht, maakten den handel lusteloos.
Ook op de Beemster markten was zulks
het geval. Daar overtrof de aanvoer
ook verre de vraag.
De handel in varkens en biggen neemt
eenigszins toe. Aanhoudende vraag voor
de Londensche consumptie wordt als
oorzaak genoemd.
Als een bijzonderheid vermelden wij,
dat een vette koe werd verkocht voor
270 gld. De kcoper denkt het dier voor de
Paaschtentoonstellingen in 1900 te mes
ten. Volgens kenners bezit het alle ken
merken, om bij die gelegenheden een