Sim Yiucentsnaclit te Schagen in 1108. PLAATSELIJK NIEUWS. Over Egmond aan den Hoef ging het nu naar Egmond aan Zee, waar de paar den werden afgespannen en de kinderen weldra op het strand op verschillende wijze zich amuseerden. In het hotel „Zcerust" werd voor de dorstige kelen en de hongerige magen der kleinen gezorgd. Met een tombola of met het zoeken in het duin won iedpr nog een aardigprijsje, zoodatr de leer lingen hoogst voldaan naar huis terug keerden. Tegen 9 uur waren allen weer thuis. Benoemd teHaarlemmer- meer tot onderwijzer aan school III, de heer J. O v e r te Oude Niedorp. Texelse he schapen. De uitvoer van oude schapen van TEXEL naar den vasten wal begint weder be langrijk te worden. In deze week alleen waren aangevoerd 543 exemplaren, die voor f 13.a f 19.werden verkocht. Vanwege het ministerie van waterstaat, handel en nijverheid is aan het gebouw van het provinciaal bestuur te HAARLEM aanbesteed 1. De verzwaring van den buiten- duinregel benoorden de Groote Keeten onder de gemeente Callantsoog, behoo- rende tot de Rijkszee werken in de pro vincie Noord-Holland. Raming f 20.000. Van de 21 hiervoor ingekomen inschrij- vingsbiljetten was dat van den heer J. Oldenburg te Bergen het laagst, voor f 12.880. Een ernstig ongeluk. Vrijdagochtend had op de Noorder- markt te AMSTERDAM een ernstig on geluk plaats. Twee schilders, bezig werk zaamheden te verrichten aan de Noor- derkerk, vielen, vermoedelijk door het breken van het touw, waaraan de bak hing, waaria zij waren opgeheschen, met den bak van eene aanzienlijke hoogte op straat en werden beiden ernstig verwond naar het Binnen-Gasthuis gebracht. Daar aangekomen bleken beiden echter reeds overleden. De vlashandel is tegen- woordig in GRONINGEN van groote beteekenis. Groote hoeveelheden zijn door Belgische handelaren opgekocht tegen hooge prijzen, die in langen tijd niet bedongen konden worden. Het beste vlas werd zelfs met 11 ets. per kilo betaald. Zoowel wat den oogst als wat den verkoop betreft, maken de vlasbouwers goede zaken. De moderne industriëele wetenschap en de os. In vroegeren tijd, als men een os slachtte, ging 40 pet. van het dier ver loren tegenwoordig gaat niets verloren dan zijn laatste ademtocht. Daar men maar 73 van het gewi°ht kan bezigen voor voedsel, komt het er nogal op aan, te letten op de rest. Men gebruikt het bloed om suiker te raffineeren, of men maakt er deurknoppen en knoopen, ja zelfs portret- en spiegellijstjes van. De huid gaat naar den leerlooier, horens en hoeven worden verwerkt tot kammen en knoopen, dijbeenderen ter waarde van 80 doll. per ton, gebruikt men voor handvatsels voor kleerborstels, de beenderen van de voorpooten, a 30 doll. per ton, worden omgezet in boord en hemdsknoopen, stokken voor parasols en om er juweelen in te zetten het water waarin de beenderen gekookt wor den, is geschikt om er lijm van te ma ken het stof, verkregen door het zagen der beenderen is nuttig als voedsel voor het vee en den hoenderhofde kleinste beenderen dienen voor beenzwart. Elke poot geeft y4 pint ossepootenolie, de staart gaat in de soep, terwijl het bosje haar aan het eind naar den matrasma ker verhuist. Het beste gedeelte van het vet dient voor botterine, de ingewanden worden gebruikt voor worsten of ver kocht aan gouddelvers. Het onverteerde eten in de maag, dat vroeger den handelaren in Chicago 30.000 dollars per jaar kostte om het te ver wijderen en te vernietigen, wordt nu gebruikt om er papier van te maken. Al deze zaken zijn nog maar een gedeelte van de opbrengst van abattoirs. Zeer veel afval vindt nog een plaatsje in den lijmpot of doet dienst als bemestings middel bij den boer. lel. A la Münchhausen! Een jager in het Limburgsche was reeds van den vroegen morgen op jacht en had zijn geheelen voorraad hagel verbruikt. Vele schoten waren mis geweest, doch ook menig haasje was verhuisd naar de weitasch van onzen jager. Daar bemerkte hij nog een res pectabelen langoor, die, dicht bij een boom gezeten, in philosofische bespiege lingen verdiept, de nadering van den jager niet scheen te bemerken. Hoe dien nog te bemachtigen Goede raad was duur Hij grijpt in een zijner zakken en vindt een grooten nagel, zooals de hoef smid ze gebruikt. Fluks dien op 't geweer geladen, en.... juist toen langoor zijn biezen pakte pat Het schot was raak. De nagel waB door het oor van den haas in den boom gedreven, en langoor stond „vastge nageld" Onze jager gaf hem nu op zijn gemak den genadeslag en palmde triomfantelijk den vetten jachtbuit in. Groentenmarkt te Noord-Schar- woudo (station.) Donderdag 3 Aug. Aaugev. 903 zakken aardappelen. Muizen f 0.75 a f 1.05 per zak. Blauwe 0.80 a 1. Graafjes 1.— a ,1.15 Vlugge handel. Hoode kooien 1 6.per 100 st. (zonder tootallen.) Peulen f 0.10. Bieten f 0.45 per 25 st. Groeatenraarkt te Broek op Langeodijk. Dinsdag 1 Aug. 1Ö600 bos wortelen f 1.a f 1.50 p.lOOb. 51200 bloemkoolen f 4.a f 9.25 p. 100. 2e soort f 2.50 a f 3 75 p. 100. 102 m aardappelen f 0.50 a f 0.90 pVr^- 5900 roode kooien f 4.75 a f 6.p. 100. Woensdag 2 Aug. 28000 bos wortelen f 1.a f 1.50p.l00b. 60500 bloemkoolen f 3.75 a f 7.75 p. 100. 2e soort f 2,a f 3 50 p. 100. 107 m. aardappelen f 0.55 a f 1.05 p. '/i,H. 3965 roode kooien f 4.25 a f 5 50 p. 100. Donderdag 3 Aug. Wortelen f 1.— a f 1.30p. 100 b. Bloemkoolf3.75 af 6.75 p 100. 2e soort t 2.25 a f 3.50 p. 100. Roode kool f 4.75 a f 6 25 p 100. Gele kool f 7.— per 100. Groenteamarkt te St. Pancras. Dinsdag 1 Aug. 176 in. aardapp -len f 0.60 a f 0.80 p. Klein partijtje Bloemkool f 3 25 p. 100. 143000 slaboonen f 0.25 a f 0 325 p. 1000. Woensdag 2 Aug. 129 m. aardappelen f 0.65 a f 0.80 p. l/k H. Partijtje Bloemkool f 2.20 a f 5.25 p. 100. 155200 slaboonen f 0.275 af 0.325 p. 1000. 2000 Snijboonen f' 0.40 per 1000. 675 boswortelen f 1 20 per 100 bos Donderdag 3 Aug. 57 m. aardappelen f 0.65 a f 0.75 p. 56000 Slaboonen f 0.325 af 0 35 p. 1000, Partijtje Bloemkool f2.80 per 100. Groenten- en Aardappelenmarkt te BOVENKARSPEL. Woensdag 2 Aug. Ochtendmark t. Bloemkool grove f 7.75 af 9.75 p. lOOst. Sluitkool witte f 4.af 5.50 p. lOOst. roode f 3.75 af5.p. lOOst. Savoije f 6.50 ap. lOOst. Aanvoer 40000 st. Middagmark t. Aardappelen. Muizen groote f 0.95 h f 1.10 p. ^H.L. kleine f 0.30 a f 0.40 Ronde groote f 1.a fl.10,, Blauwe groote f 0.75 a f0.90 Aanvoer 34641/2 i/2H.\j. Donderdag 3 Aug. Ochtendmark t. Bloemkool grove f 4.50 h f8.p. lOOst. Aanvoer 15000 stuks. Middag markt. Aardappelen. Muizen groote f 0.85 a f 0.95 p. 1/2 II.L. kleine f 0.25 a f0.40 Roude groote f 1.05 a fl.10, Blauwe groote f 0.70 a f0 85 Peren f 2.95 per 1/2H.L. Aanvoer 347372 YïEhL. Vrijdag 4 Aug. Ochtendmark t. Bloemkool grove f 4.50 a f 9 25 p. 100 st. Sluitkool Roode f 4 75 af 6.p. 100 st. Witte f 4.a p. 100 st. Aanvoer 4000 stuks bloemkool. 1700 stuks sluitkool. Middagmark t. Aardappelen. Muizen groote f 0.90 a f 0.95 p. 1/2 H.L. kleine f 0.20 a f 0.35 p. Ronde groote f 0.95 h f 1.10 p. Blauwe groote f 0,70 a f 0.80 p. Peren f 2 65 per 72 H.L. Aanvoer 330472 1/2H L. Was de handel in aardappelen reeds in de vorige week zeer levendig, ook thans worden, vooral de muizen, nog graag gekocht. Toch worden de prijzen daardoor niet hooger. Togen f 0.90 en h f0.95 zijn er zeer vele koopers, doch meer schijnt niet te kunnen worden besteed. Waarschijnlijk kan dit worden toe geschreven aan het feit, dat uit Maag denburg de muizen worden aangeboden tegen 1 50 mark per baal van 50 kilo. Ook de bloemkool wordt gretig ge kocht, waarbij tevens de prijs belangrijk is gestegen. De oogst van dit product is echter bijna afgeloopen, zoodat de bouwers er slechts weinig van profitee- ren. Naar uit GRAVE wordt g e- meld, zullen weldra een zeker getal rustige patiënten uit het Rijkskrankzin nigengesticht te Medemblik en te Grave worden geplaatst bij ingezetenen, ten einde een proeve te nemen met de ver pleging van rustige krankzinnigen in het gezin. II e t N. v. N. d e e 11 het v o 1- gende staaltje mee van ambtenaars krenterigheid Men mag op de adreszijde van brief kaarten laten drukken zijn naam, beroep in één enkel woord, en adres. Dezer dagen kreeg iemand al zijne briefkaarten onbesteld terug, omdat aan de adreszijde gedrukt stond de naam en daaronder „Manufacturen". De afzender begreep er niets van en vroeg om inlichtingenhij kreeg ten antwoord, dat zijn beroep immers geen „Manufactur e n",maar „Manufactur i e r" was. ils hij met de pen dat „Manu factur e n" veranderde in „Manufac tur ie r", dan zouden zijn briefkaarten weer ter verzending worden aangenomen. Aan den oever van een liefelijk meertje, welks watervlak is omzoomd door breed- gebladert en hoog opgaand riet, en over schaduwd door do wijduitges'.rekte takken en twijgeu van het omringend geboomte, rijzen op hooge en aaneengeschakelde terpen de daken van het aloude Sea- gente midden dier rijen eenvoudige woningen rijzen met stillen luister de kerk en de gevels der meer weelderigo geestelijke gestichten, en spiegelen zich af in den helderen waterplas, waardoor zij worden bespoeld. Aan de Oostzijde strekt zich eene lange, door geboomte overschaduwde laan uit tot op bijna een halfuur af stand langs de Oude Kaag. Trotsch prijken daar aan het einde van die laan op een verheven gedeelte der kaag de torentinnen en zware muurwerken van den ouden Burgt der edele en dappere Heeren van Scagen, die volgens de over leveringen om hunnen verheven moed in hun geslacht den naam van de groote* voerden en te dien tijde tot de machtigste der Friesche poedestaten behoorden. Ter zijde van dien Burgt is het dorpje Harinxhuizen, en daar achter, bijna aan den zoom der Zuiderzee, de Burgt des Heeren van Harinxhuizen. Iets meer noordwaarts liggen de verspreide wonin gen van htt later meer uitgebreide dorp Barsingerhorn, en in het verschiet ver- toonen zich de mede zeer oude dorpen Winkel en Nijdorp. Ginds in het zuiden, aan de overzijde van de zachtjes golvende en uitgestrekte Scager waard of Witsmeer, Woud- en Bleekmeren, bemerkt men tusschen op gaand geboomte de torentransen van Oudcarspel, St. Jans- en St. Piefers- carspel, het tegenwoordige Noord- en Zuid-Schar woude. In het noorden en westen valt het oog op de wijd uitgestrekte waterplassen van de Zjpo en Burghorn. Aan de eene zijde in verband met de Noordzee en aan ds andere zijde geheel open aan de Zuider zee, is dat water bijna altijd in beweging, en soms zelfs als een onstuimige zee aan de overzijde wordt het begrensd door de rijen der blinkende ketelduinen, terwijl eindelijk in het Zuidwesten de dorpen Valkoog, Ilaringcarspel en Wav- menhuizen zich vertoonen, en daarachter als een zilverstreep het Reekerwad zich door het land kronkelt, alles aan die zijden begrensd door kreupelbosschen en de hooge Schoorler duinen. Waar het oog zich ook wendde, overal sterk bebouwde terpen, bespoeld door de menigte, toen allen nog onbedijkte, meren en waterstroomen, omzoomd met riet en kreupelboscbjes, die in het geheel eene aangename afwisseling teweegbrachten. Het was vooral in bet liefelijke zomer seizoen een der schoonste en schilder achtigste landschappen van Westfriesland, hetwelk men thans, na ruim 7 eeuwen, tevergeefs in het tegenwoordige Schagen en deszelfs omstreken zal trachten te herkennen en terug te vinden. Op den 21 sten Januari van het jaar 1168 was echter het geheele landschap getooid in winterkleedofschoon de winter open was geweest, was nu sinds weinige dagen de vorst met zulke gestrengheid ingevallen, dat de meren en stroomen allen reeds met eene ijskorst van eenige dikte waren over dekt daarenboven was er tevens vrij wat sneeuw gevallen, zoodat in eens alles eene zilvergrijze wintertint had verkregen. Niettegenstaande den winter heerschte overal in het landschap eene buitenge wone drukte en bedrijvigheid. Graaf Floris III van Holland, aan het hoofd van een machtig leger, nog gesterkt door alle Kennemer, Rijnlandsche en vele andere, ja zelfs Geldersche en Vlaamsche Edelen en Ridders met hun ne gewapende dorpers en vazallen, had zijn leger opgeslagen in de vlakte van Schoorl onder de luwte der hooge dui nen, als het geschiktste punt vanwaar hij eenen inval in Westfriesland wilde ondernemen, ten einde zich op dat dap pere volk voor de vele geleden verliezen te wreken en het aan zijnen scep ter te onderwerpen. Slechts wachtte hij op het doorzetten van de vorst, om met zijn leger de meren en moerassen over te trekken. Geen wonder dus, dat, het geheele landschap door, een leven en beweging werd opgemerkt, zooals zelden plaats had. In allerijl waren de Westfriesche Edelen en Ridders met hunne slechts weinige krijgsmacht naar deze zijde ontboden, om bij den te verwachten inval tot verdediging des lands gereed te zijn. Geene moeite werd gespaard om alles in staat van tegenweer te stellen het ontzaglijke leger, dat Graaf Floris had bijeen getrokken, dreigde Westfries land, meer dan ooit, met eenen gewissen ondergang. Wat toch zou de geringe Westfriesche krijgsmacht kunnen onder nemen tegen dat machtige leger, waarvan het getal Edelen en Ridders alléén reeds zoo groot was als de helft hunner ge heele krijgsmacht En wee dan Scagen ongetwijfeld zou het den eersten schok moeten doorstaan. Nauwelijks drie vierdejaars geleden hadden de Scagers in vereeniging met andere Westfriezen, onder aanvoering van hunnen dapperen Poedestaat eenen krijgstocht gemaakt in Kenuemerland en hadden tot zelf3 bin nen do muren vnn Haarlem hunne brandschattingen en losprijzen geëischt. De zucht tot wraak der Kennemer Ede len, die zich in hot Grafelijke leger be vonden, vas nauwelijks te bedwingen, en met vreugdegejuich werd door hen de vorst begroet, nadat zij gedurende verscheidene weken iu het legerkamp tevergeefs daarop hadden gewacht. Toch durfden zich de Westfriezen niet alleen in den omtrek van Scagon of op de beide Burgten te legeren, want de graaf kon het bij het doorzetten van de vorst wel eens in de gedachte krijgen om langs Oudcarspel op Nijdorp en Winkel aan te vallendaarom verdeelden zij zich, en een gedeelte legerde zich diar, om zich dan op het eerste sein te kunnen vcreenigen daar waar de aanval plaats had. Op de beide Burgten van Scagen en Harinxhuizen was op dit oogenblik, be halve de gewone drukte, die ontstond, om alles in staat van verdediging en tegenweer te stellen, nog eene andere oorzaak waardoor alles in rep en roer verkeerde. Heden was op de beide Burgten de tijding ontvangen, dat vóór eenige dagen de grijze Burgtheer van Harinxhuizen met zijne kleindochter Anna, die de verloofde was van den Poedestaat van Scagen, op hunnen terugtogt van eene reis, waarvan zij reeds sedert eenige dagen verwacht werden, door Egmonds gewa pende mannen bij het Ouddorperveer onverwachts waren overvallen en in gevangenschap naar het kasteel van Eg mond gevoerd. Hoe dringend in deze dagen, nu elk oogenblik de Graaf den inval kon onder nemen, de tegenwoordigheid van den Poedestaat Sicco van Scagen op zijnen Burgt en bij het Westfr. krijgsvolk, waarvan hij algemeen aanvoerder was, werd vereischt, toch kon hij zijne geliefde en haren grijzen grootvader Bokko van Harinxhuizen niet in de macht zijns enoodsteu vijands laten, en het is nu juist het oogenblik, dat hij, vergezeld van zijne vrienden,de Edelen Wibe van Hoogwoude en Roelof van Wijdenesse, benevens zes goed gewapende en van strikken en bindtouwen goed voorziene vazallen, zich langs omwegen naar het kasteel van Egmond heeft begeven,om, ón der begunstiging van den avond, bij verrassing in den Burgt te dringen en de gevangenen te verlossen. Er op steu nende, dat Egmond het grootste deel zijner vazallen wel met zich naar het grafelijke leger zal gevoerd hebben, ge- looven zij wel te zullen slagen en de voorzichtigheid vanGraalFloris kennende, twijfelen zij er niet aan, om nog vóór den inval terug te kunnen zijn, daar deze zich zeer zeker eerst van de deugd zaamheid en kracht van het ijs zal ver gewissen. Tegen den avond van den dag zijn zij langs omwegen veilig in de nabjjbeidgeko men van den grooten en trotschen Burgt der Heereu van Egmond. Onder eenig voorwendsel verschaft de Hr. van Scagen zich den toegang en door den zwaren mist en duisternis van den winteravond be gunstigd, dringen allen op hetzelfde oogenblik het winket binnen. Lang en moeilijk was de strijd met Egmonds vazallen. Ofschoon ook Egmond met het grootste deel der zijnen zich in het grafelij ke leger bevonden, toch was de Burgt zeer goed bewaakt, ea eenen bangen en wan- bopigen strijd moesten zij strijden, om hun doel te bereiken. Meer dan eens verkeerden de Hr. van Scagen en de zijnen in 't gevaar van voor de overmacht te moeten wijken, of van hunne ge waagde en roekelooze onderneming het slachtoffer te wordente meer nog, omdat hot grootste getal dienstmannen van Egmond, hoe ook verbaasd en ver bluft door de overrompeling, zoodra zij bemerkten dat geen leger van "West friezen, maar slechts een klein getal koene waaghalzen hen bestookten, die roekeloozen steeds met hunne zwaarden doodelijk trachtten te treffen. Gedurig ont ving dan ook nu de een, dan de ander eene wonde. Toch wilde de Hr. van Scagen, niet dan in den uitersten nood iemand doodeu. Geen roof of moord was zijn doelslechts de gevangenen te verlossen en zoo spoedig mogelijk de dierbaren in vrijheid terug te voeren, was heden zijn voornemen. De door zijne vazallen meegebrachte strikken en bindtouwen dienden uitmun tend, om ze Egmonds dienstmannen om te werpen, en zóó voor het gevecht on schadelijk te maken. Achtereenvolgens mocht het hun dan ook gelukken, om door onbezweken moed en behendige wendingen allen te binden en in de wachtkamer te bewaken, en zoo hadden zij dan eindelijk de handen ruim, om vrij en onbelet de gevangenen in vrij heid te stellen. De vlakte voor het oude dorp Schoorl aan den voet der hooge duinen, van het Berger bosch af tot aan Groet, levert een schouwspel op zoo bont, maar zoo prach tig tevens, als men zich kan voorstellen. Moeilijk is een legerkamp van dien tijd, maar vooral zóo als dat was, met een tegenwoordig kamp te vergelijken. De positie was zoo gunstig als ooit een veldheer voor zijn leger kon uitkiezen tegen de ruwe winden beschut door de hooge duinen, was het van het vij andelijke Westfriesland gescheiden door eenen breeden doch ondiepen en moe- rassigen waterstroom, het Reekor wad, dat zich uitstrekto van Petten af tot verre achter Koedijk, thans nog duide lijk op te merken in de daar gelegen lage landen, de Reekerlandeu genaamd. Op dat terrein waren in lange rijen de tenten opgeslagen van do Edelen en Ridders. Al naarmate de tijdelijke be woners over middelen konden beschik ken, of gewoon waren in gemak en weelde te leven, waren vele dier tenten vanbinnen zelfs behangen met draperieën van zijde en fluweel, en voorzien van alle die voorwerpen, die tot gemak en veraangenaming van het kampleven konden strekken. Yóór elke riddertent was de banier geplant, waarop in schitterend gekleurde borduursels, of in goud en zilver ge stikte figuren de wapenschilden en bla zoenen des Ridders prijkten. Hoog boven allen uit wapperden de banieren ea baanderollen van Holland en van Graaf Floris. Achter en rondom do riddertenten waren de eenvoudige lin nententen der vazallen gegroepeerd, die, veel meer in getal, door hunne eenvoudigheid meewerkten om de pracht van die hunner heeren te meer te doen uitkomen. Niet minder bout en prachtig was de kleeding van de onophoudelijk door elkander krioelende sterke bevol king vau dat kamp. De in hunne een voudige wambuizen g'ekleede, gewapende dorpers en de beter ten strijde uitgeruste vazallen begaven zich telkens eerbiedig terzijde, wanneer een of meer der groote Heeren hen ontmoetten. De blinkende, fijn gepolijste, rijk met goud en zilver geëmailleerde harnassen dier Ridders kaatsten eiken lichtstraal, dien zij op vingen, tienvoudig terug en hunne rijk met borduursels en galon bezette zijden en fluweolen mantels waren prachtiger en kostbaarder dan van menig vorst, te meer nog rijk aan afwisseling, daar niet alléén Kennemer of Hollandsche Edelen, maar uit alle oorden Ridders en Edelen daar waren vereenigd, en overmoedig wegens de groote macht, die zij met el kander uitmaakten, dachten zij slechts aan eenen zegetocht en had ieder de meeste pracht en praal tentoongesteld. Verscheidene weken waren zij reeds in het kamp gelegerd, maar nog was de winter niet met genoegzame kracht in gevallen. Nu had het echter sedert eenige dagen zoo sterk gevroren, dat de wateren reeds met een dikke ijskorst bezet waren en had men zich overtuigd,dat het ijs reeds zware vrachten kon dragen en dat ook de moerassige bodem wel genoegzame hardheid had bekomen daarbij bracht nu de gevallen sneeuw en de strenge koude veel bij om het leven in het kamp onaangenaam te maken, waarom de meeste Edelen niets liever verlangden dan om eindelijk den inval te wagen Bij hen was slechts wraak en rooflust, maar vooral ook overmoed de drijfveer, maar de Graaf, de machtige en heerschzuchtige, maar in Westfriesland zoo vaak en nu laatstelijk in Vlaande ren zoo diep vernederde, bij kende bij ondervinding zoowel Westfriesland als do Westfriezenhij wist te goed dat menigeen dier hoogmoedige en zoo zeer naar den strijd verlangende Edelen nim mer zijnen vaderlijken Burgt zou terug zien hij wist te goed, dat elke voet gronds van Westfriesland met bloed betaald moest worden en dat voor eiken Westfries, die viel, tien der zijnen dat offer met hun leven zouden moeten boeten hij durfde zich nog niet met zijn leger op de Westfriesche meren en moerassen wagen, maar wilde zich eerst méér van de sterkte van het ijs verge wissen. Wordt vervolgd. Schsgri), 5 Augustus '99. De bouw van de af'ge- brande boerderij op Tolke (eigenaar de heer C. Prins te Anna Paulowna) ia opgedragen aan den heer C. A'. Vlaming alhier. Tot veel gelach en plei- zier gaf Donderdagmorgen j.1. aanleiding een varken, dat aan zijn geleider wist te ontsnappen en het erf van den heer Vlaming op liep. Het zwijntje werd na tuurlijk nagezet door den grooten hond van den heer V., waardoor het varken, in de engte gedreven, door de heining sprong en in de sloot plofte, van den kant nageblaft door zijn vervolger. Het beest werd in een schuitje door een drietal knechts van den heer V. nagezet, maar het dier had er niet veel lust in zich te laten vangen, het zwom het slootje van mej. P. in en wist daar zelf op het droge te klauteren om, eindelijk gepakt, onder luid geschreeuw naar de markt te worden vervoerd. Over 't geheel was de markt vau Donderdag j.1. traag. Bijzon der warm weder in Londen, aanhoudende droogte met grasgebrek in 't vooruit- zioht, maakten den handel lusteloos. Ook op de Beemster markten was zulks het geval. Daar overtrof de aanvoer ook verre de vraag. De handel in varkens en biggen neemt eenigszins toe. Aanhoudende vraag voor de Londensche consumptie wordt als oorzaak genoemd. Als een bijzonderheid vermelden wij, dat een vette koe werd verkocht voor 270 gld. De kcoper denkt het dier voor de Paaschtentoonstellingen in 1900 te mes ten. Volgens kenners bezit het alle ken merken, om bij die gelegenheden een

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1899 | | pagina 2