Sint Viscenisnaclit Boerenbloed. Zondag 13 Augustus 1899. 43ste Jaargang ïïo. 3441. De Theeavondjes bij A. G. Nu s. TWEEDE BLAD. te Schagen in 1168. RAMT. Waarin Nut zich en zijn nichtje voortlelt. Roe Kuyper met Boissevain en Troelstra op visi te waren. Wat zij van de kermis in Anna Paulowna en in Schapen dachten. Waarin voorgesteld wordt centje te gooien om het Rogerhuis-proces en 't Kanaal Stolpen-Scha- gen-Kolhorn cadeau te ge ven. Dan Leerplicht, On gevallenwet en tenslot te een gezellig rondedansje. Mig ik uae even voorstellen P Mijn naam is M. A. G. Nas en dame is iniju nichtje Roosje. AiDgansam keanis te maken, hoop ik. Als u mij ia uwen kring wilt opnemen, zal mij dat aangenaam wezen en al kan ik niet beloven, dat ik altijd een pleizierige gast zal wezan en al zult ge in mijn Roosje wel eens een dorentje gevoelen, we zullen allebei zooveel mogelijkmet wat wij aan vernutt bezitten, uwe zwakheden trachten te sparen 1 Ik zeg dat zco precies, omdat ik .mij niet andera wil voordoen dan ik hen en omdat ik ook eenigszins het recht heb mij iets meerder te gevoelen. Als ge mij en mijn Roosje en onze natniB goed aankijkt en dun in uw ge heugen terugzoekt tot nsar de dagen der sproken en legendeD, die gij, goede Scha- geuaars en derselver even goeds buren, op de schooten uwer moederen geleefd hebt, zult gij daar vinden de roemrijke figuren vau Msgnus, heer van Schagen, en yan de maagdelijke Roos van Schagen. Wij beiden, mijn. nichtje en ik, stammen onmiddellijk van deze groote mecschen af. Spaar mij de vraag naar mijn geslachtsboom, geloof mij maar, het is zoo. De eeuwen hebben in mij en mijn nicht 't adellijk besef niet kunnen doen ver- fliuwea en al willen wij rustigjes in nw midden leven, onze gedachten gaan boven deze lijden, wij oordeelen ook ongewoon. Vind dat verwaand, zoo ge vilt, het is niettemin zoo. Ea ik wil me niet anders voordien dan ik ben. Dat ik niet verwaand ben en ook Roesje niet orer 't paard gitild is, het zal in den loop onzer verdere gesprekken u blij ken. De beroemdste mannen van dezen tijd komen iu mijn huis, drinken mcê de thee, die nicht Roosje, mijn practische huis houdster, zet en eten nn de maaltijden die zij opdoet. Ik ben heel fumiljarr met ze, ik noem Van HouteD Samkeizer Wilhelm Wim, Mihn van Servië noem ik Milan ol Lin, den Czaar noem ik Sauder, De Klerk noem ik Dirk, Boissevain noem ik Kareltjeik spreek Troelstra aan als Pietje, Kuvper als Bram, o, ik ben verbazend familjaar met al die heeien. Eu toch volstrekt niet verwnarid. FEUILLETON. 5. Jast knikte,Ik begrijp bet ja, ja alhoewel ik niet inzie, waarom het zoo in de wereld moet zijnwant men kan toch niet verantwoordelijk gesteld worden voor wat zijn broer doet Moet men dan zjjns broe ders hoeder zijn P" „In zekere mate ben ik mede verantwoorde lijk voor het gedrag van mgn stiefbroerwant men kan uit zgn optreden opmaken, dat er iets aan de opvoeding heeft ontbroken, en die opvoeding is ook mijn deel geworden." „Dat is geen redeneering; ge egt immers bij vrienden opgevoed?* „Ja,dan tal het een aanklaeht zgn tegen hen, die ons aan vreemden hebben overgeleverd. Frederik Just fronste de wenkbrauwen. Dus maakt gy er uw arme moeder een verwgt van, dat zij zoo heldhaftig was, zich van haar eigen kind te scheiden, om het aan haar zwerftochten en ontberingen te onttrekken P* O neen, Just, ik zegen bot aandenken van mijn moeder, die meer voor mg gedaan heeft dan daizend moeders in die positie zon den hebben gedaan Maar wonneer mgn atkomsf bekend werd, zoo men zich daarover ergeren en zou men zich meer en meer van mg terog rekken. 't Is veel beier, geloof mg, dat tk nit doe alsof mgn beide stiefbroers niet bestaan en mijn alkomst op geen enkele manier in herinnering wordt gebracht, ik zuiden beiden Decbnerg niets in den weg hggen eo ik hoop dat zij dit van hun kant mij ook niet zullen doen." Teil zweeg een oogenblik, waarin bjj de op tafel liggende banknoten bij eikaar schoof, om ze in z'n schrijftafel weg te sluiten. Dan vroeg hij, een vroolijker onderwerp van ge sprek beginnende„Zjjt gij die knappert, die gister mijn pleegouders voor een groot verlies bewaard hebt P* 0Zoo, weet ge dat reeds? Ik dacht, dat Laat deze simpele introductie voldoende zijD. Om ons karakter te leeren kennen j hebt gij in vele volgende gesprekken nog wel gelegenheid. Dat is niet zoo moeilijk, zei Pi.ter Jelles laatst nog trgeo me. Hij zat mtt Boisssv&in en Kuypjr in mijn huiskamer en Roosje schonk thee. 't W*8 in een schemeruurtje en ik had, veiligheidshalve, de lamp niet aangestoken en de stoelen vaa de heeren niet te dicht bij elkaar g-zit. 'k Had mezelf in een hoekje ge plaatst en Riosj»*, de eenig zichtbire van 't gezelschap, z.t voor hit theelichtje. D t is niet moeilijk, zei Pieter Jc-lles. Jij zegt he'. a'tijd precies zooals je 't meent, ea dat kun je van alle men sshen niet beweren. Ziet dat op mij bromd-i Kareltje Boissevain nit de doukerte. Hij was niet erg spraakzaam gewees', hij broeide op eeu artikel voor het Handelsblad. Heeten, ssjeblhft geen persoonlijk heden, riep fteie Roosje mijn nichf. Laat ik de heeten nog eens een kop thee in- schenk8n. Wtlnae, laat ons den vrede bewaren, suste Bram. We zitten zoo gezellig bij mt-ka&r. Waar hadt je 't ook weer over, N us. Ik zat juist te praten over de ongelijke vsrdeeliog der goederen, z«i ik. Io Anua Paulowna zou'en ze zoo grasg wier een kermis hebben. Zeven en twintig jaar geleden is hun die afgenomeD en kermis- iou8 doolt het rond. Kijk dair Schagen eens bij aan. Die heeft een kermis van belang en d e heeft nog zoovéél. Nou, neem dan Schagen zijn kermis af en ge f 'em aan Anna Paulowna, st 1de Kareltje voor. N;e, da's niet billijk, zei Piet Troel- strs, Wat je hebt mot je hou'en. Ik vind 't nog beter om Schagfln en Anna Paulowna géén van beideu een kermis te gever, dan hebben ze geen van beiden wat t6 pruttelen en dan is er ge lijkheid aldus Abram Kuyper, die zoo als men weet tegen alle kermissen ia. Profsssor, professor, vermaande Roosje. Ik kan wel zien da' je in de laatste jaten alken maar 1d etn politic ken draaimolen hebt gizeten. Zoo'n kermisdrsaimolen is zoo jolig Em hij heek amendementen geb kken in plaats van wafels. Zijbaksel is l ng zoo ge makkelijk niet tl vereren, Z-i Troelstra. Ne<r, een hwle Tweede Kamer heeft er zich aan verslikt, lrchte Boissevain. Winden, zei ik toen, non geen flauwiteit n. Jij Roosje, blijf bij je thee en jij Piet en jij Kareltje en jij Bram, in mijn huis vliegen jullie mekaar asjeblieft niet in het haar. Daar htb ja je bladen en de Kumer voor. Anna Paulowna moet zelf wtten wat goad Voor 'r is. Als zij een kermis verdragen kin, moet zij een kermis nemen en andera moet zij 't laten. Voor zeven en twintig jaar hebben de hieren haar d'r lieve kermis afgenomen Maar ze hebben niks af te nemen stoof Pieter Jelles op. Piet, Piet, bedaard. Nee, niet bedaard, om de maan niet. Ik hou niet van dat afne men. Wat hebben ze mij gelap*, ze heb ben mij mijn mooi Hogerhuis-prcctsje atgeDomen en 't aan Zadok vu den Berg gegeven 1 Komt dat te pa3 Ja maar, als Troelstra Anna Paulow na en Zidok van den Berg Schngeu is, dan komt Zidok als den oudste en den grootste de kermis to?. Waarachtig nitt, biute Troelstra. Ik heb er zoo voor gewerkt en YandenBe-g is kalmpjes thuis gebleven. Ik ben er maitelaar voor geweist. Denk je dat dat prettig is Waarom gooien jullie 'r niet o®, kruis of munt P vio g Kareltje. Hè, wal fl uwe mop, snauwde TiO'1- stra. D'r oaa gooien, j wel, en da kans loopen dat ik het niet krijg. Ik heb trek in dat proces Nog een kopje thee,meneer Troelstra P J-, Roosje. En ik zal 't proces heb ben, of ik zal il mijn donderende heftig heid over den lande doen schallen Gebroikt u suiker en melk? Ja, Roosje. Ik ben de redder van de Hogeibuizen en ik wil niet dat een ander in mijn plaats treed P :8 op, brand u niet, ze is heet. Neeo, 't is niet billijk, beaamde Kuyper. Maar er is zooveel onbillijks op de wereld. Is het niet onbillijk, dal de aiti-revolutionnnreöjdie mij en de Standaard aan het hoofd hebbeD, maar nitt de meerderheid in de Kamer kunnen krijgen waar ze zóów 1 goeds zouden doen 't Zou alles hetzelfde blijven, alleen zou u dan je vriendjes in de mooie baantjes zeiten, wiav nou Kareltje zijn viiendjes in zitten,zei, heel grof inderdaad, Roosje. U zegt veel, Roosje, sprak vermanend Abnm. Htusch, we zouden zooveel goeds doen. Daar heb je too'a kansel Stolpen SchagenKolhorn. Wel, als ik asn de regeering zat, gaf ik het jullie cadeau. Masr je zit er niet aan, lachte Pieter. E i 't zal ook nog wel een poosje duren, eer je er aan zit óók, smaalde Kareltje. Zegt dat niet, vrinden, profeteerde Bram. De regeering z-iit nog ia het mi- nisteriëel bootje, maar er zijn nog zooveel klippen. Vóóraan leerplicht. En daar dui kelen ze op, wat ik ju zeg En je amendement ?n op de onge vallenwet, zei Kareltje. De omgevallen wet, lachte Roosje. J), omgevallen is ie, door de Brato- sche amendementen. Handig was het van je, Kuyper, maar ik vond het niks aardig. D ar heb je gewoon deu boel mee iu 't honderd gestuurd, z i Boissevaiü. Ik weet niet Jij weet niet, waar Abram zijn mos terd haal' plaagde Kuyper, zich verslikkend io zijn thee. Nesn, dat weten we niet, aldus Pnt-r Jeiles. Kijk, respect hebben we voor je, want je bent een eminente baas Nog een lepeltje suiker P Een eminente baas. Maar het volk wacht op de Ongevallenwet eu op Leerplicht en als die niet komen, zal het jouw schuld zijn, Bram, jouw schuld alléén. Eu waarom verzet jij je Uit partijzucht 1 En waa'om ben jij er voor zeker niet uit partijzucht P vroeg Kuyper. Uit liefde tot, het volk. ge mevrouw Lsmpert in 'i geheel me! ge sproken hadt P* „Mijn hospi'a is van morgen rseds vroeg naar de Lamperts geweest en heelt het groote nieuws mesgebreebt. Gjj zoodt de tective moeten worden- Hoa kwaamt ga «oo dadelijk op het idéé, dat die vreemde baron een zwendelaar was Kent gij dat heer P* „Ik ken hem niet, dooh hjj herinnerde mij aan i.maud dieu ik al reeds eenmaal mser b»d gesien en toen most onze kennis making na juist niet van de aangenaamste zjjn geweest. Ik bemerkte, dat bjj mjjnheor Lamperi liet schrijven en diens voornaam ook als den sijnen opgaftoen kreeg ik plot seling groot wantrouwen in dien vent tn ik besloot sgn plannen, wanneer hot beorog was, handig te verjjdelen. Ik snelde soodor me lang te be innen naar movrouw Lampert om haar zoo noodig te waarschu wen bet slot ven de historie heeft me wel degelijk ia 't gelijk geateld. Wanneer man, aooals ik, lange jaren in de wereld heeft rondgezworven, beeft man de monsoben leeren kennen en vsrtrouwt men ve in 't algemeen nie! veel goeds toe." „Weet ge dun na, wie hot eigenlijk is geweest P' „Tro s mijn scherpst nadenken, kan ik daarmee maar niet klaar komenik heb er steeds i og spijt vsn, dat mevrouw Lsropart de politie niet hestt willen helen-, wij hadden den vogel zoo mooi kunnen vangen en den had ik ten slotte nog eena kunnen aien, of ik het hier meer ontmoet had. Meer missohieo vliegt bij nog wel eens over mjjn weg, dnn »al hij er niet zoo goedkoop af komen, dai beloof ik htm plechtig. Doch nu, mjjn waa'de (isreszor, sta me' toe. dat ik me verwjdsrj ik moet mijn geweien geruststellen en de beide anderen opzoe ken, van wie ik tegenover u nooit meer aal spreken." Teil vatte de hand ven zijn bezoeker en schudde te krscb'ig. Adieu mijnbeer Just. Wanneer wilt ge weer raai nw beloofde land ferogkeerzn Mijn beloofde lard is nu Dai'sohlandi ik bib' bier. Wanneer men zoolang ver van, het «rietland is geweest, dan leert men dej Die liefde hebben ik en de mijnen ook. Maar wij vatten die anders op. Al die radicale wetten vinden wij verder felijk en daarom zij a wij er t^gea. MeoeereD, nou asjeblieft geen hooge politiek, verzocht ik. La it ons ons gemoed iu lijdzaamheid bezitten. Meteen zet Roosje j-teen boterhammetje klaar meteen glaasje wij t en we zon'en ons iu den drift verslikken. We hebben nou voor van avond si genoeg afgebubbeld. Genoeg We beginnen pas J.iwel, maar er komen nog meer avonden. Ik kan bovendien dia rnzies niet verdragen. Morgen krijg ik Schaepman en Wilhrlin van Duitschland en Van der Zwaag bij me. Staalman komt misschien óók. Eu als ik altijd in de ruzie moet zitten, W88 Nus gauw dood en Roosje gauw verdord. Meneeren, laat voor vanavond de partijzucht zwijgen. Kom dikwijls bij me, je bent altijd wilkom. En wie weet verzoen ik jullie niet Dog eens zóó goed, dat Staalman met Troelstra en Kuy per met Bronsveld en Schaepman met Bolland en Wilhelm met Lonbet en de raadsleden vaD Anna Paulowna, en zoo nog wel honderd meer, met elkaar een rondedansje makenop de kermis vau Anna Paulowna. Wacht maar! sc-ouchiden en voorirefiaiijk# eigenschappen daarvan eerst reoht kennen,geloof me,mijnbeer Teil; er is geen heerljjksr en goddelijker land dan het lieve Duitscbland de hemel ze- gene hetl* De assessor, d<e den ander als een echten zwerver had beschouwd, sag Just ten zeerste verwonderd aan. „Ge zgt een idealist gebleven, trots nw vgf-en-twintigj«',iga ballingschap, ot liever zwerftooh Gelukkig hij die zijn uitverkoren hoekje heefi gevonden." „Mijn uitverkoren hoekjeJa, zeker, ik beb het gevonden, wat ik zocht, en vrijwillig verlaat ik niet weder dat plaatsje.* „Wat wiit ge echter b-ginneo, kunt ge dan als rentenier l6ven P Berijjo is ten seer duur hoekje ,Niet duurder dan New-York. Ik heb weinig noodig en ben zeer matig, ik val me wel weten te helpen- En wanneer mijn middelen niet toereikond «ijn, dan kan ik ook nog 't een ea ander, waarmede ik mgn zakgeld zal traohien te verdienen. Tot wetierrieos, mijnheer; als u mij tenminste toestaat, dat ik u weer eens mag komen beioskea." Hjj drukte Teil opnieuw ds band c>n *?g met voldoening den flinken jongen man aan. Just's blik vestigde aioh op het ii'teaken op Tali's wang en bgna be'orgd vroeg hij: „Gij hebt daar iets leetijks m-n heeft u toch gesn kwaod willen doanP" Teil etreek met de hand orer zgn wang en leohta. eEcn stambo kte •keo'ja van een mijner bezie vrincden P neen, waerdo mijeheer Jas', zoo erg heeft nog niemand het met m i gemiakt.* „Dot verhoogt me, dat verheugt me be paald. Ik zou hot ook niemand raden, met n orns'ig te beginnen, bjj zou ook met mjj to doon k-jjgin." „Zoo, zoo, zoudt ge mgn seeonuant wil- len zgn." „Niot j> secoudan', wel n°eu, je helper, je beschermer, je bliksemsfludar. Slecht» over mijo lijf boen giet voortaan de weg tot jou; wie jou aanvalt, zal ik den h»L omdraaien-* YERVOLG. Op den dag, waarop de Hr. van Scagen met de zijnen de gevangenen op Egmonds kasteel bevrijdden, zijn in het grafelijke legeikanip in da groote en prachtige tent van den DrtMsart Gerrit Spijsdrager, de meeste der Ksnnemer en Holl»ndsche Edelen en Ridders bijeer; ook Gelderscbe en YLamsche Edelen maakten deel nit van het feest d t de Drosszrt gat. Het ging er vroolijk toe en lustig ging de beker in het rond. Hoe ook de strenge winter koude en de gevalleu sneeuw zich in de eenvoudige tenten der vazallen en dorpers nijpend en onaangenaam deed gevoelen, hier ia dezi wteldeiig en geo akkelijk ingelichte tent van den Drossart dichten da Edtlen en Ridders aan geen konde en gebrek. De maaltijd was ruim voor zien geweest van al wat die tijd kon op leveren, en kc-ur van fijne wijnen werd in overvloed aan de gasten geschonkende psges vlogen heen en weer op de wenken hunner Edele meesturs. Ra-ós was de avond gevallen en nog werdeu de smakelijkste en keurigste gebakken bij tusschenpoozen op zilveren schalen in de ter.t rondgediend; de vroolijke -scherts ging over tot levendig heid en allergs klom deza ouder het veel vuldig gebruik der verhitteude wijnen tot hooge opgewondenheid. Ook de Graaf was deelgenoot aan het banket. Uit eerbied voor zijn peisuon, had evenwel tot nu toe nie mand ziju ongeduld darren te kmoen geven over het uitstellen van den inval iu Westfriesland, ofschoon de mees'e Edelen van oordeel waren, d*t zij veilig „Dus bondgenoot op leven en dood!' schertste de assessor, wion de jeugdige opge wondenheid vau den grjjstop buitengewoon bevial. „Op leven en dood 1* bevestigde Just en na een handdruk was hij de deur nit. Hij haslde op straat zjjo horloge nit dsa sak en *»g dat bet reeds teren uur iu den namiddag wsswanneer hij Adotf Dechner nog wilde aantreffen, diende hij zich te hiasten. Hjj nam eohier geen rijtuig, wsni hjj was em spaarzaam man en schaw- de alle onnoodige ni'g-iven. Mot lange energieke schreden stapte hjj op de tram toe, sprong met een vluggen zwaai daarop en liet zich tot de Potsdamtnerstraat mee nemen. Daer sprong hij er weer af, om verder een trsm naar de Frederiksitraat te nemen. Daar zette hij sjja weg te voet voort en spoedig was hjj aan bet doel van zjjn tocht gearriveerd. Hij vergeleek nog eenmaal het huisnummer en zeg toen ook heel spoedig een bordje waarop s'ond „Adolf Deebner, instrumentmaker. Gang reobta, tweede denr." „Dat is in orde,* mompelde Just voor licb heen en stapte nu het groote huis binnen. In de woning van Adolf Deohner had tloh juist een eigenaardige sciis afgespoeld. De broer van den instrumeo'maker was een kwartier geleden gearriveerd om Adolf te spreken. „W«tP" had Adolf verwonlard gevraagd, „ik dacht dat je in Giesdorf «vaart P* „Ik kom juist rechtdoor daar vandaan," had de broer geantwoord, terwijl hjj ajju pot van he: verhi'te hoo'd tetta, „wjj heb ben ons vanavond de ovarwerkuren ga- sobonken ome werklui vjjnop; gister ie er weer een opperman in elkaar geoakt. Men behoeft zich tooh zeker ds huid niet vun het lijf te la'en branden in die glasen kast; dat schoons gebouw dat we buitc-n bon wou, is nog vroeg genoeg klaar. Dzn kan mijnbeer von Brank onzen voornamen heer stief broer mede oitnoodizen.om met andere gasten, «ijn wonderplanten te komen zien. - ha, ha, ha!' Hjj lachte hoousnd en spuwde verachtelijk op deu grond. de meren eu moerassen zouden kuunen overtrekken. De fiure en trotscbe Egmond, volstrekt niet kunnende vermoeden wat er op dit oogenblik op zijn kasteel voorvalt, ver haalt met zelfvoldoeuiug, hoe hij Heer Bok- ko van HarinxhuizeD, een der Westfriesche s'roopers, met ziju kleindochter, de aan staande echtgenoote van den aller geducht- sten dier stroopers, den vreeslijken Poe- destizt vau Scagen, op zijn Burgt in ver zekerde bewaring heeft, en hoe hij, waa neer zij het kleine landje hebben veroverd, eenen bovenmatigen losprijs zal eischen. Reeds lang had alle spel opgshuuden en was het gesprek slgemeen geworden, toen op H>cr Egmonds verhaal Heer Gerbrand van Alkmaar en Bruuo van CaBtercom voorstellen om ook dien trotschen Mag naat van Scagen ta vangen. Wie toch zou er in Kenneaaerlaud kunnen zijn, die Diet groote veeten met hem te beslechten had Bovenmate opgewonden staat daarop de Drossart op en drinkt eenen beker ter eere van Holland en op den ondergang van Westfriesland. Met uitbundig gejuich wordt deze dronk beantwoord. Na weinige oogenblikken hoort men hen elkander uitdagen en aan zetten en over niets anders spreken, dan om nog dezen nacht ter eere van den Heiligen Vincent in Scagen een vuurtje te stoken. Al dadelijk verzoeken zij den graaf zijne toestemming en medewerking voor deze nachtelijke onderneming. Hij wil echter nog van niets wtt9n hij wil nog wachten tot sterker vorst, want inge val het ijs niet sterk genoeg mocht zgn, zouden zij in tijd van nood niet spoedig genoeg kannen terugtrekken, zooals hij meermalen had ondervouden, dat, wie niet bezweek onder de Priescha strijdbijl, zijnen dood vond in hunne maren en moerassen. Toch zou hij gaarne vóór den algemee- nen aanval wel eenig vast punt inWestfr.wil» len hsöben, en gééa geschikter wijze kennen de dan om in den nacht bij verrassing een plaats zoo als Scagen te winnet), en den kende, dat misschien slechts enkele heet hoofdige Edehn de onderneming willen wagen, geeft hij zijne toestemming en belooft zelfs ingeval vau nood hulp en bijstand. Tot zijne verwondering ziet hij echter, dat al ds daar verzamelde Edelen bij hnndslag en zwaardgerauamel beloveu elkander trouw te zullen bijstaan, en zóó scheiden zij op staanden voet om zich gereed te maken. Egmond zal het opperbevel op zich oemen. Da avond was donker; de zware, dikke mist verborg de s'eiren en verhoogde de duisternishet licht van de wachtvuren kon nauwelijk tot eenigeu afstand door dringen en slechts een roodachtig schijnsel wierpen zij op de tenten en duinen de omstandigheden waren alleszins gunstig de duisternis zou hen voor het oog vaa wachten ol van spionnen onttrekken en de sneeuw zou het geluid van het paarden getrappel verdooven. Nauwelijks wes een uur verloopen of het grootste gedeelte van het leger en daaronder de vazallen en poorters van Haarlem eu Alkmaar,stonden marschvaardig. „Hé, hé,* vermaande Adolf genaocdelgk, „houd je sociale ideeën maar binnen; mij bekeer ja tooh niet met al je heerljjkhuden." Adolf was een pirsoon van middelbare grootte en tooh een flinke verschijning, on- veer 35 jaar oud, levendig van tempera ment, en zgn donkere oogen schitterden on der de zware wenkbrauwenwanneer hij lachte en hij lachte gaarne dan toon de hij mooie wirte tandun achter k3rsrocde lippen. Hjj had een blauw werkschorl voor en stond aan zgn draaibank, waarop een s'uk hout lag, dat hjj bezig was te be werken. Pater was op den hoek van een werkbank gaan zitten en bromde bjj de laatste uiting vsn Adolf mismoedig: „Omdat ge verliefd cijt. Zoo is een verloofd dis deukt steeds maar aan zgn liefje en heeft geen oogen voor de ellende om zioh heen dat door al dat gemopper en ge sebarrel van jelui socialisten ook al niet veel beter wordt." „Doch bjj den satan, dat zal spoedig an ders worden 1* voer Peter heftig nit, tsrwijl hij met dan voiet op de werkbank sloeg, „door een algemeens werkstaking zullen we het vcrbetereD. Ik -eg je, Adolf, wanneer wi) eerst alle arbeiders onder 4óa hoed ge bracht hebben on de algemeens werkstaking procLm eron, dan staat de staatsmachine stil, de hezle burgerstand is lam g slagen en wij soeiaal-deraocrateu schrijven de heole wereld de wel voor.* ,D»t zou een mooi huishoudentje worden. Zeg, Peter, praat toch zulken omin niet hé; wanneer Sabine be! hoort, wordt bet kind nog b-ing voor je." Pe er zugden werkwinkel rond,of Adolf's vor- ,'oofde er was; miar daar hij de hoeken, waar het reeds dnisler werd,niet kon overzien,vroeg hg: „SsbineP wanoeer komt di9 dzn?" „Ze kan iodsr ooguoblik komen krak daar springt me dat stak hout weer alt elkaar; jam-nar Na moet ik we irach- tig weer een nieuw s'uk halen. Doe me he: pleisier, Pater, en oitvung jg Sibine, winnaar se intusschm mocht komen, ik ben dadelijk terug; ik ga alleen miar even naar den zolder."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1899 | | pagina 5