Alten mar aai weini rast!
ftinnenlandsch Nieuws.
als een psalm der vereering, als gebed,
zang van kunstenaars die in alle vol
maaktheid en reinheid harmonisch zou wezen
met indrukwekkende woudeenzarmheid.
Adoiamus te
Messchaert aan U en het Koor,
door Uw meesterhand geleid, moest ik
denken in dien schoonen morgenstond in
het stille bosch, want in deze „kerk van
ongekorren hout" zonden die klanken weg
smelten als licht-trillende orgeltoon, die
hemel en aarde verbindt,
Adoramns te
Een vreugdemare was de tijding dat
Joh. Messchaert zich bereid had verklr.ard
de leiding op zich te nemen van een
koor, samengesteld uit de eerste kunste
naars aan ous laud. Immers, de herinne
ring van een vroeger a-Cippella-Koor, san
een Vocaal-Kwartet, leelt nog voort bij
allen, eu de idéa alleeD, dat onze Mees
terzanger als aanvoerder van een keurbende
werkzaam is, breugt ons een heerlijk ver
langen, schenkt een vooruitzicht van genot
dat heel zeldzaam zal zijn. Met de merk
waardige werkkracht waarover Messchaert
beschikt want niemand toch rekeue het
zoeken naar en het samenstellen van esn
programma voor zulk een koor eeu gemak
kelijke taak wist hij een aantal zangen
te verzamelen. Deze werden weer ver
deeld voor uitvoeringen in de kerk en
voor zaalconceiten, en bet studeeren be
gon onder zijn leiding.
Onder zijn leiding I Hoeveel zegt dat,
hoe klinkt ods dat tegen als waarborg van
schoonheid en heerlijkheid.
Inspireerend zijn koor, d.t nu, als
bezield met tooverkrscht, het „Adoramus
te" en het „Kyrie eleison" biddend op
zendt, dat een overweldigden prachtklank
verspreidt in Loti's achtstemmig „Cruci-
fixus", dat vol devotie aanheft Bach's heer
lijke koralen rKomm siisser Tod" en Zu
dir will ich singeD", d.t met Praetorius'
„Weihnachtsgesang" en het nooit-te-verge-
ten „Du Hirte IsraëlV' thans schenkt een
wondere' ziele-emotie.
Met groote vereering en oprechte bewon
dering volgt de uitgelezen zangerschaar den
leider in al zijn echte kunstintenties, voe
lend de mooiheid van alles wat hij zegt,
van alles wat hij doet.
Kunstenaars, hoe grootsch is toch uw
roeping! Ge zeudt licht, daar waar duister
nis heerscht, ge doet ons vergeten het
alledaagschs. Hellen glans verspreidt ge in
dankbare menschenzieleD, ge brengt over
ons het gevoel van het mysterieuze, waar
geen sterveling zich aan kan onttrekken,
als hij luistert naar uw zang.
Welk een weldaad in onzen tijd, waarin
de knnst lijdende is aan gebrek aan eenvoud,
een lied te hooren opstijgen door U, Am-
steidamsch a-Cappella-Koor!
Bij al het onuitsprekelijk-schoone van
uw zang voelen we iets natrillen in ons
eigen binnenste, en worden we ons op
nieuw bewust hoe toch de menschelijke
stem als de schoonste der instrumenten
dient geprezen.
Gaat dan zegevierend rond,met uw groe
ten leiderMoeilijk is uw taak, maar
grootsch zal ze zijn en verhevenwant
de invloed van echte kunst is en kan
nooit anders zijn dan heilbrengend en ze
genrijk.
Diep-ernstig en mei heerlijke aandacht
zuilen we naar U luisteren, als straks, door
we lied de goddelijke profetie: „Alle
Mecschen werden Brüder" in een aureool
van licht vóór ons straalt.
HERMANN KERNKAMP.
September '99.
gedongen hst klonk onwillekeurig als de
bekentenis van eene streng gesloten,eenzaam
treurende ziel.
Tot in het binnenste van zijn hart voelt
Teil zich getroffin, maar deze gevoelsns zijn
tegelijkertijd welke wonderbare werking
der mntiek zoo zoet en wèldosnd, dat
hij tot geen prijs dien stroom van genot zon
doen ophouden, en toch vraagt hij Ellen
„Nu niet iets treurigs meer, juffrouw hot dost
me «oo'n pijn."
„Dan zullen we bet zonnetje weer laten
schijnen," klinkt het vroolijk terug, en Ellen
helt aan
„O zonneschijn, o zonneschijn,
Hoe straalt ge mij het harte ia
Opgewekt en schalksch, als een plagend
liefdegodje, draagt ze dit aardige wijsje voor en
nit de aiel van deo assessor verdwijnen de don
kere wolken, en het gouden licht der hope
en verwaohting gaat triomfeerend op.
Eeu zilver lachje volgt dra na den laatsten
noot van het liedje es dan zegt Ellen in
lieve eenvoudigheid: „Is bet niet een leuk
liedje F"
„Dat werkt krachtiger dan zeven zomar-
sche dagen," antwoordt Teil, oprecht dank
baar. „Ge hebt me heel veel genot gegeven.'
Ook op Teil heeft de muziek esn verede
lenden invloed, en als bij later met Ellen
in den tuin loopt, dringt zijn harter hem toe,
elke onwaarheid tcsschen hen nit den weg te
mimen.
Hij wil Ellen bieohttn, dat bij het was,
die in een duel t-geuover haar vader heeft
gestaan, bij wil van haar lippan de.vergif
fenis of verdoeming hooreu. En treft het
niet inderdaad zonderling P ook Ellen
meet door behoefte aan waarheid tosveben
hen keiden vervnld zijn, want plotseling
blijft tij staan, bloest, en toob vrijmoedig
haar oogen tot Teil opslaande, vraagt ze
„Mijnh er Teil, wilt ge op een vertrouwelijke
vraag een eerlijk antwoord geven P",
Een bange vrees gaat hem door de ziel,
doch vastberaden zegt hij: „Dat wil ikl*
„Zeg me dao, is papa werkelijk slechU
gevallen, of heeft bij gednelleerd; cn sijt gij,
ten slott°, zijn tegenstander niet geweest P*
„Uoe komt] ge op dat vermoeden P*
Verslag van de vergade-
ring van den Raad der gemeente W i©-
ringerwaard, gehouden den 5
September 1899, dea voormiddags 91 o.
Aanwezig alle leden.
De Voorzitter, de hee C. Dz. R zelman,
heet de heereu welkom, opent de verg -
dering en stelt vóór tot iustalLtie van
de herkozen raadsleden, de heereü «J.L.T.
Groneman en J. D. Schenk, eu h t nieuw
benoemde raadslid, den heer K. Koster
Hz., over te gaan.
Genoemde heeren leggen de bij de ge
meentewet voorgeschreven eeden af en
nemen zitting.
De Voorz. ziet met genoegen de door
het orerlijden van den heer Bakker sedrrt
20 April jl.openzijnde plaats weder vervuld.
Hij verheugt zich over de herbenoeming
vau de heeren Groneman ea Schenk, die
reeds een reeks van jaren raadsleden zijn
geweest en wenscht den heeren toe, dat zij
nog vele jiren iu de besta gezondheid fot
heil en zegen der gemeente werkzaam zui
len mogen zijn. Ook het nieuwbenoemde
raadslid, den ^heer Koster, wenscht de
Voorz. hetzelfde toe en spreekt tevens
de hoop uit, dat genoemde heer steeds tot
het welzijn der gemeeute zal medewerken
op dezeltde eendrachtelijke en vriendschap
pelijke wijze, als waarvan de vergaderingen
tot nog toe het kenmerk droegen.
Pelicitatien volgeD.
Tot de werkzaamheden overgsaüde,worden
1. de notulen voorgelezen en goedgekeurd.
2. voor kennisgeving aangenomen de
goedkeuring van H. H. G3d. Staten, ver
leend asn het suppletoir kohier van den
Hoofdelijken omslag.
8. Ahd de orde gesteld
1. Benoeming Wethouder.
Bij stemming worden uitgebracht op den
heer J. D. Schenk, tijdelijk wethoudar, 5
en op den heer J. L. T. GroDeman 2
stemmen. Eerstgenoemde heer alzoo ge
kozen, verklaart op de vraag van den
Voorz. de benoeming aan ts nemen en
hoopt nog jaren in het belang der ge
meente de betrekking te vervullen.
2. Benoeming van een Ambt. van den
Burgelijken S'and ter voorziening in de
vacature, ontstaan door de periodieke af
treding van den heer Schenk.
De heer Schenk met 6 stemmen we
derom gekozen (1 stem werd uitgebracht
op den beer Zijp), is genegen, ook deze
betrekking te aanvaarden.
3. Aanbieding begrooting der gemeente
voor 1900, bedragende in ontvangst en
uitgaaf f 12231.485.
4. Idem der begrooting van het Burger
lijk Armbestuur voor het volgende jaar,
aantoonende in ontvangst en uitga.f f 3300.
Uit de memorie van toelichting blijkt,
dat door het vermoedelijk batig saldo
over dit jr., slechts f 3 000,subsidie uit de
gemeentekas noodig zal zijn (vorig jr. f 3400.)
Wordt besloteu eveuais vorige jaren de be
groetingen bij de raadsleden te doen
circulearen.
5. Vaststelling verordeningen vrd den
Hoofdelijken Omslag. De heer Groneman
verklaart, dat deze verordeningen zijne
sympathie niet wegdragen. Hij heeft de
ontwerpen opnieuw bestudeerd en vindt,
dat ze theoretisch wel mooi zijn, doch
in de praktijk veil aanleiding tot moeilijk
heden zullen opleveren. Hoe meer inge
wikkeld men de zaak maakt, hoe lastiger
om de aanslagen vast te stellen.
Van eigen aangifte verwacht spreker
geen gunstige resultaten en vermoedt, dat
toch vele inkomens geschat moeten worden.
Hij komt daarom tot de conclusie, niet
te kunnen inzien, dat de nieuwe verorde
ning in de uitvoering beter zsl zijn dan
de tegenwoordige.
„Door uw eigen gedrag. De onzekerheid,
wa rmeda ge n vandaag tegenover ons
gedroagt, heelt u verraden niet waar, ik heb
gelijk f*
„Jammer genoeg is het ?oo geweast", ant
woordde Teil, de waarheid getrouw.
Bang zwögen volgde van beide zijdon.
Door Ellen'g slanke gestalte ging een
sidderingmet bsvenda hand grijpt ze
naar de bloem,die ze uit den straik van Teil
beeft geplukt en iu het knoopsgat van baar
japon had gestoken. Zordar te welen wat
ze doet, trekt zij de bloem uit elkaar, mat
korte heiige bewegingen, en laat de losse bla
den op dn kie relstesn'jes van bet pad vallen.
Juff'ouw," vraagt Teil, „oordeel niet naar
den schgn. Wanneer ge wist, welk een
grnweljjk misverstand deze onzalige zaak
in de wereld beett geholpen, gij zoudt mij
vergeven, evenals nw goeds vader dat heeft
gedaan. Vraag hem of ik anders kon, ol
ik anders mocht handelen ik handelde onder
een dwang, waarvoor gij mij niet verantwoor
delijk nsoogt sellen-*
Vergeefs trachtte hij zijn verdediging
te voeren. Mot gebogen hoofd stond Ellen
daar, zij haalde zwaar adem en vertrapte
de bladeren van de vernielde bloem.
Haar boezem ging haastig op en neer en
na een cogcnblik baanden de tranen zich
een weg over baar bleeke wangen.
„Ik bezweer u, juffrouw Ellen, ik ben
onsehnldig lnister dan naar me."
Zij hoorde hem niet meer. Haas'ig had
ze zich omgewend en met vlngge schreden
keerde *9 naar het slot terog, hem aan de
eenzaamheid en aan zijn wanhoop over
latend.
Esn aur later zit Teil met de familie
von Breek en Jast aan den avonddisch hg
had reeds onmiddellijk na de scène in deo
tnin willen heengaan, miar de vriendelijke
gaatheer had bem niet willen la'en ver
trekken.
Ellen is stil en bleek; de glans harer
oogen is minder levendig en helder als ge
woonlijk op het vragen harer moeder
antwooidt ze, dat ze hoofdpijn heeft. Te'1
r.eemt gedwongen asn bet gesprek deel,
we» rvan het grootste deel door von Braok
Spreker zegt, als hij zijn 'tem voor de
verordeningen uitbrengt, d<t dan te doen,
om ze sis proef toe te passen.
De heer Zijp, voor wien sinds de laatste
vergadering de bezwaren ook grooter zijn
geworden, is van meening, dat toch het
vaststellen aanbeveling verdient, omdat
volgens de ïd de ontwerpen genoemde
grondslaeen, gebaseerd op de wet, de in
komens moeten worden vastgesteld, hetgeen
ook ten opzichte van het behandelen van
reclames een verbetering is te noemen.
Sprc-ker zou, ereoals de heer Gronetnai),
da verordeningen als proef willen toepassen.
De heer Koster informeert, of da aan
slagen vrreger geregeld werdeu enkel naar
de verteringen.
De heer Zijp licht toe, dat zulks niet
uitsluitend het geval wns, maar wel dfgedjk
rekening werd gehouden met vermoedelijke
inkoasstsn, en in gedachten veelal tot basis
dienden ongeveer de thans in de ontwerpen
opgenomen grondslagen.
De heer Koster gelooft, dat volgens da
voorgestelde verordening de raad later op
de hoogte zal komen van de verschillende
inkomens.
Tot artikelsgewijze bthandeling over
gaande, wo df, na wijziging van de artike
len 1 en 2, met algemeens stemmen tot
vaststelling besloten.
Voorts worden, na op dezellde wijze te
zijn behandeld, vastgesteld
6. Verordeningen op de heffing en invor
dering van schoolgelden7. idem van
weeglcor.en 8. idem van bcgrafeDisrechten
9. idem vau legesgelden.
De raad besluit d<ze verordeningen,
wtlke aan de Koninklijke goedkeuring
moeten worden onderworpen, te laten druk
ken en naderhand voor de ingezetenen ver
krijgbaar te stellen.
10. De Voorzitter deelt mede, dat de
h;er J. A. Kaan etn voor de stichting
van een ijshuis zeer geschikt terrein, achter
de woning van mej. de wed. Rezelman,
wil afstaan in het belang der gemeente op
z;er billijke voorwaarden, door de vergoe
ding voor den beooodigden grond te bere
kenen naar f 2000.per H.A. De raad
besluit, dit aanbod te aanvaarden en aan
Burg. en Weth. de uitroering van den
bouw van een ijshnis, waarvoor de kosten
zijn ger&umd, op te dragen.
11. Bij de rondvraag wenscht de heer
Zijp een woord van dank te brengen aan
den secretaris, voor het werkzaam deel, ge
nomen in h(t ontwerpen der verordenin
gen, waardoor de taak van het Dag.
bestuur en den raad werd vergemakkelijkt.
12. De heer Koster zegt den voorz.
dank voor de welmeenende woorden, hem
bij de instfUatie toegesproken, en verklaart,
dat het zijaerzijds niet aan toewijding en
belangstelling zal ontbreken en hij s'eeda
zal trachten de belangen der gemeente te
bevorderen.
Hierna sluit Voorz. onder dankzegging
vcor de opkomst en medewerking deze
bijeenkomst.
Vergadering van denRaad
der gemeente St. IVTaarten, op
Dinsdag 5 September 1899, voormiddags
10 are. Present alle leden.
De notulen der vorige bijeenkomst wor
den door den secretaris voorgelezen en onder
dankbetuiging goedgekeurd en geteekend.
1. Installatie der nieuwbenoemde laden,
de heeren Scbermerhorn, Blom en Dekker;
na de sflegging der eeden, worden de
nieuwbenoemden algemeen gefiliciteerd.
2. Benoeming Ambt. vaD den B. S., ter
voorziening in de vacature, ontstaan door
de verkiezisg van het raadslid den heer
K. Blom.
Tot stemming overgaande, wordt met 6
st. de heer Blom nederom herbenoemd,
terwijl 1 st. op den heer G. Schoorl was
zelf en Jnsf wordt gevoerd.
„De toestanden in Berlijn werden steeds
onaangenamer,wendde von Brank zich tot
zijn gast. „Hebt ge die fameate redevoe
ring al gelezen, die die Peter Dechner, die
beruchte sociaal-democraat,in een vereeniging
heeft gehouden f Ik heb se zooeven in
het avondblad gelesen.'
Teil wordt bleek; zweert dan juist heden
alles tegen hem samen P
„Nean," roept hij geringschattend er tui-
sohen, „dergelijk gebrabbel lees ik niet."
„Dat zegt git, een asses»orEi, ei, van
dergelijke dingen moet ge ïteeds notitie
nemen,* bemorkfe schertseed de vrijheer
,lk zou zulk gebrabbel, zooals gij het
terecht noemt, ook niet leren, wanneer Peter
Dcohner niet bij mij den bouw van mijn
brosibnis geleid had. Een flinke kerel, wien
ik'bepaald zoo iets giks niet bad toever
trouwd; bet is zeer en zeer jammer van dat
joDgmenscb."
„Wat beeft bij dan gepredikt P* vraegt
de gastvrouw, die zich den knappen metselaar
na ook herinnert.
„Ach, beste Clairo.dst laat zich aan d mes-
ooren zoo in eens maar niet vertellen bij
hei ft over de vrouwen en over hst huwelijk
gesproken en ik zeg je, de ha?en rijzen je
te berge ais je het Iers'. D> ecb'genoo'e
zal haar man als vrije en gelijke tegenover
staan
.Nu, dat is volstrekt zoo dwaas niet,*
zeide Teil.
„Zij zal meesteres van haar lot zijn en
uit vrije keus sleehtB nit lielde trouwen
„Dat laatste onderschrijf ook ik," merkte
mevrouw von B<aDk op.
„Luister maar veider," ging de vrijheer
voort, „het dikke einde komt rog. Hetech ver
bond moet tenreine, particuliere overeenkomst
zijn, tonder dut de staat er tnssehen kom',
of een kerkelijke fnnctionaiis het huwelijk
kan dus sIb elke particnliere verbintenis
elk cogenblik wo'den aangeguan en verbro
ken worden, wanneer zich oneenigheid, ent-
gocchelirg of veidwijuirg van liefde tnzzefcen
de beide ccktgeicotm vooidcet."
„Birr!" roept mevrouw Clara, „wat moet
er van de kindoren nit zulke huwelijken
uitgebracht.
De heer Blom liet zich dize benoeming
welgevallen en bedankte de heeren voor het
in hem gestelde vertrouwen.
3. Verkiezing Wethouder, wegens perio
dieke aftreding van den heer J. Brommer.
De heer Brommer geeft te kennen, dat hij
wegens zijnen hoogen ouderdom niet meer
voor deze betrekking in aanmerking
wenscht te komen.
De voorzitter zegt hierop tegen den
heer Brommer, het best te kunnen billij
ken, dat hij wegens hoogen leeftijd hiertoe
is overgegatn. Doch, zegt spreker, aange
zien u reeds 28 jaren in het college van
B. en W. zitting hebt gehad en steeds
d«a<in tot genoegen van uwe medeleden
hebt gearbeid en gestreefd om de belangen
vin de gemeente te behartigen, zoo kan
ik niet nalaten mijn spijt te betuigen, dat
u wegens uwen 82-jarigen ouderdom «oor
ozelven gevoelt niet meer iu aanmerking
ie moeten komenmijn dank echter uit
nasm van den raad voor de pleizierige samen
werking gedurende die jaiea en voor het
geen door u in die reeks van jarea tot
d«o bloei der gemeente verricht is.
Hierna wordt tot stemming ove gegaan.
Bij opening der briefjes bleek, dut op de
h erei J. Bruin 4, K. Blom 2 ea G.
Schoorl 1 stem waren uitgebracht, alzoo
gekozen de heer Jb. Bruin, die verklaarde
de benoeming san te nemen, waart a feli-
citaiie volgde.
4. Voorzitter deelt mede, met dea heer
Schoorl te hebben gesproken over de kos
ten, gemaakt bij den plaats gehad hebbenden
brand ia de schuur eo deu hooiklamp van
genoemden heer. Spreker vond het billijk,
dat door dea heer Schoorl als grootsten
belanghebbende werd bijgedragen aan de
uivkeering der braudweer. Na eeDige be
spreking werd door den voorzitter voorge
steld, dat de hillt der kosten door den
heer Schoorl zou worden geleden, het over
blijvende teu laste der gemeente.
De heer Schoorl kan zich, evenals de
overige leden, hiermee wel veieenigen.
Verder stelt de voorzitter riog voor, om,
ingeval de biaudspuit gevraagd wordt, als
benoodigd bij het verwerken van hooi,
tengevolge van hooibroei, deze niet af te
geven tenzij de belanghebbenden de kos
ten van de brandweer zelf betalen. Na,
eecige bespreking wordt door deu raad in
dien geest besloten.
Bij de gewone rondvraag wordt door den
Schoorl gevraagd, of het niet noodig is,
dat een hek geplaatst wordt op een dam,
van het gemeenteland, in gebruik bij de
huurders Zomerdijk en Filmer, in Eeni-
genburg, Alleu vinden dit wel een vereischte,
waarom wordt besloten aan Ms-j. de Wed. J.
Dekker op te dragen, hiervoor een hek te
laten maken, waarmede de heer Schoorl
zich belisi.
Den heer Blom wordt op een vraag mee
gedeeld, dat de filter in de school is geplaatst.
Verder zegt de heer Biom, dat hij zich
niet kan vereenigen met het opwerpen van
het, vuil uit de sloot bij de school te St.
Maarten achter de heg van het school
plein aldaar, aangezien hij dat de plaats
daarvoor niet acht.
Voorzitter is van eene tegenovergestelde
meening, aangezien het voor eeu groot
gedeelte bestaat uit grint, dat in den loop
van den tijd daarin is geraakt.
JNa eenige discussie, waarbij het verschil
7an gevoelen blijft bestaan, wordt besloten,
dit nader te onderzoeken, waarmede B. en
W. zich beheten.
Niets meer te behandelen zijode, wordt
de vergadering gesloten.
Uitslag der verkiezing
te HELDER ter benoeming van i lid
van den Gemeenteraad (vacature Croocke-
wit) in het tweede kiesdistrict, gehouden
komen f'
„Hierop ook heeft Peter Dechner een
antwoord gereednaar «ijne meening kent
sieehis het zoogenaamde burgerlijke dwarg-
huwelijk betrekking tot de kinderen, daar
juist die bourgeois soogsnasmde wettelijke
kinderen Doodig hebben als erfgenamen
voor hunne beiiitingan; in bet sociale ge
zelschap, zooals bij het noem'.is er nie'smeer
te erven en derhalve valt elke bekommering
om da kinderen weg. Wanneer eene van
haar man verstooten of weggeloopen vroow
toevallig kinderen hoeft, dan kan jg in het
sociale geielschap door die kinderen op
geen enkele wijse in haar vrije doen en
laten gehinderd worden, want het sociale
toch huis pwdon, ik wilde geselschap
«eggen, heeft zooveel verpleegsters en op
voedsters voor da vaderloozn warmen over,
dat een moedar nooit voor hare kinderen be-
how t to zorg. n, nr a ir eeuig alleen voor
haar geno gen heelt te leren.
,,Met één woord, trouw maar uit liefde,
rondir kork of stadhuis, scheid maar weer,
wanneer bet js niei naar den zin gaat, en
de kinderen kunt ge getroost aan hun lot
overla'en niet aan den lieven God, neen
men8ob, dl n hebben ze reeds evaneens over
boord gezet in dit socialistische luchthuis."
Mevrouw Clara schnddo hst hoofd; Ellen
z»g stil en ernstig ophrarbordi Jast kneep
de gladde lippen op elkaar en trommelde
eaobt met zjjn vingers op de tafel. Da nssetsor,
die zioh verplicht gbvo 1de tooh iets te zeg
gen, antwoordde gerirgschattend„De oude
wijsLeid nit B.-bels v.rboden boelr, plus dat,
wat deze Peter Dechner met rijn eigen idetën
nog Vermeerderd heeft." Een eigenaardige
trots komt er in het hart van d.n spreker
op; waarom gaat hij de bekentenis, dat deze
Ptder Dechner rgn s iefprotder is, »oo
angstig nit den weg P Heett hg er dan een
gebiedende reden voor, dit geheim te houden P
Word: hij er beter of slechter dcor, als bjj
toevallig fsmilie is van oen vcrig socialist?
En kan dan n« betgeen er slinks in den
tnin is voorgevallen, zijn positie op Gietdorf
nog onasoginsmer en onhoudbaarder wor
den P „Het is jammer,1' gcat hg na een poos
vcort, „dat men Bebels boek verboden heeft,
op Woensdag 6 S'pf. 1899.
Uitgebrachte stemmen 610. Van on
waarde 7. Voistr. meerderheid 302.
Uitgebracht op de heeren: 1. KOBVER
310 stemmen. J. K. LABOUT 64 st.
A. p. staalman 229 st.
Alzoo gekozen de heer KORYER.
Listig overlegd, maar
niet geslaagd.
Een fi'ma ta ROT'IERDAM ontving de
vorige week een brief uit Londen, om in
onderhandeling te treden over de levering
van steenkolen. Da p»troou van de Rotter-
damsche zaak schreef niet te kunnen komen,
maar de volgende week naar Brussel te
snoeien gaan uf hij daar deo Londengchen
chef zou kunnen trtffer. Deze schreef,
zHf niet te kunnen komen, maar hij zou
zijn secretaris zenden. Zoo geschiedde,
maar na em onderhoud eo na te zamen
te hebben gelunch', gif de Rotterdammer
te keunen, dat bij niet van plan was zaken
met den secretaris af te sluiten. Besloten
werd toen, den volgden d;g te Autwerpen
te confereeren met den Londeuschen cnef.
De secretaris telegrafeerde zijn pitrooi',
ea de Rotterdammer aan zijn procuratie
houder dat hij hem te Rotterdam station
Beurs 's avonds moest spreken. Vreemd
keek onze handelsman op, toen zijn pro
curatiehouder er niet was. Hij giig door
naar zijn woonplaats te Scheveoirgen eu
telegrafeerde toen weder aan zijn procuratie
houder, dat hij hem den volgenden dag
bepaald aan het station D. P. wachtte. De
procu atiehouder verscheen en toonde een
telegram, waardoor de eerste, u t Brussel
gezonden, dépêche was teniet gedaan en
hem werd verzocht een cheque van
1200 te zenden naar de Parr's Bink
Oharing Cross Branch te LondeD, waarop
de procuratiehouder met het oudergete -
kende telegram terstond naar die firma in
Rotterdam was toegegaan, welke echter
weigerde het geld at te zenden, daar zij
met den handel lar niet in betrekking stond.
Hierdoor werd onze Rotterdammer dus
voor een schadepostje van f 14.400 be
waard. Men begrijpt, dat de zoogenaamde
secretaris de depêche had afgezonden.
Een heerlijke leDtemorgeD.
Uit de woning in de Rue de Berri, te
Parijs, komt een jeugdig echtpaar en stapt
in een rijtuig, dst buiten w&chl. Terwij!
de vrouw instapt, zegt de man een paar
woorden tot den koetsier op fluisterenden
toon.
„Ik begrijp u,B zegt deze, met eeu
snellen blik op de drmehij laat zijn
zweep op de ruggen der paarden dansen
en de wagen rolt weg.
"Wat zeide je tegen hem vroeg de
jonge vrouw.
„Tegen wien P'
„Den koetsier."
„Ik ziide hem, waar we heen moesten."
„En niets anders?"
„Neen, kindlief 1"
„Maat het was toch, alsof..."
„Alsof
„Niets. Ik zal me wel vergist hebben."
Een oogenblik zwegen beideD.
„Wat een heerlijk weerzegt dan de
vrouw. „Wat zijn de Ckarnps Elisées
prachtig in hrt licht van de ochtendzon I
Ea wat een heerlijke geur! Waarom heb
ben wa geen open rijtuig genomen,
Pierre P"
„Ik kon er geen viudeu, Augela."
„Dat is tltijd zoo met mooi weer; het
moest maar regenen. Och, open het
raampje wat, dat ik vrijer kan ademhalen."
Als bij hier w: nsch heeft vervnld,
ateekt zij het hoofd naar buileu en ademt
het wordt, trots alle maatregelen, zeer voel
gel. scn. Wanneer ik de beslissing had. ik
gaf dedelijk bevel, het verbod op te heffen
de onzin, die in dat boek staa', zon spoedig
worden gesnapt en het vele goede, wel dat
behoeft voor de meoschbaid geen verboden
waar te zijn. Wat verder di; n Peter Dechner
betreft, dat is juist snik een stijfkop, die
lezen wil wat verboden i% hij is een door
brenger, die zijn brein hoe langer boe meer
verbit met die zoogenaamde sociale eischen
on noodeo, die waarlijk wel andera verdedi
gers behoeven dan een Peter Dechner, wil
men het vele goede ervan in tien."
„Maat ge doat alsof ge van plan wijt, hem
ter verantwoording te roepen", spotte de
vrijheer, „tot zulk een man richt ge toch
niet orns'ig het woord?"
Teil lachte vergenoegd over de ver
blufte gealchten, die sijn woorden to
voorschijn hadden geroepen en om nog
meer te genieten, zeide hij, mst zijn blik
vast op Ellen gevestigd„Hel zou bijna
mjjn plicht zijn dat te deen, want die Peter
Deehnor is mjjD stiefbroeder."
„Je stie broeder P" roept Brank ontzet uit.
„Pardon t Dat wist ik niet; daarvan hebt
ge ous nooit een woord gezegd."
Dat wat de sssessor had verwacht en
gehoopt, n.1, dat Elien een Z9er verwon
derd gericht zou zetten, geschiedde niet.
Zij scheen voor niets anders hoofd te heb-
bon dan «oor de mtdedteling, die hij haar
straks in den tnin hoeft gedaan.
Ook msvronw von Brank neemt de mede-
deeling van Teil schijnbaar met groote
gemoedsrnst op. Slechts Just ziet zijn be
schermeling zeer verwonderd aan, hij begrijpt
niet reoht waarom zijn jeugdige vriend op
eenmaal familiebetrekkingen bekend maakt,
waarvoor hij eerst de strengste geheimhou
ding had geëisoht.
,Uw stielbioer!" herhaalt de vrijheer
nog steeds. „Is dan uwe moeder tweemsal
getrouwd gewent P"
„Pater Dechner is de zoon uit hut eerste
huwelijk van mijn vader; toen heette mjjn
vader Dechner; eerst toan bij voord» twee
de maal buwdo, heeft hij den naam Teil aan*
genomen."