Alten mar aai weini rast! ftinnenlandsch Nieuws. als een psalm der vereering, als gebed, zang van kunstenaars die in alle vol maaktheid en reinheid harmonisch zou wezen met indrukwekkende woudeenzarmheid. Adoiamus te Messchaert aan U en het Koor, door Uw meesterhand geleid, moest ik denken in dien schoonen morgenstond in het stille bosch, want in deze „kerk van ongekorren hout" zonden die klanken weg smelten als licht-trillende orgeltoon, die hemel en aarde verbindt, Adoramns te Een vreugdemare was de tijding dat Joh. Messchaert zich bereid had verklr.ard de leiding op zich te nemen van een koor, samengesteld uit de eerste kunste naars aan ous laud. Immers, de herinne ring van een vroeger a-Cippella-Koor, san een Vocaal-Kwartet, leelt nog voort bij allen, eu de idéa alleeD, dat onze Mees terzanger als aanvoerder van een keurbende werkzaam is, breugt ons een heerlijk ver langen, schenkt een vooruitzicht van genot dat heel zeldzaam zal zijn. Met de merk waardige werkkracht waarover Messchaert beschikt want niemand toch rekeue het zoeken naar en het samenstellen van esn programma voor zulk een koor eeu gemak kelijke taak wist hij een aantal zangen te verzamelen. Deze werden weer ver deeld voor uitvoeringen in de kerk en voor zaalconceiten, en bet studeeren be gon onder zijn leiding. Onder zijn leiding I Hoeveel zegt dat, hoe klinkt ods dat tegen als waarborg van schoonheid en heerlijkheid. Inspireerend zijn koor, d.t nu, als bezield met tooverkrscht, het „Adoramus te" en het „Kyrie eleison" biddend op zendt, dat een overweldigden prachtklank verspreidt in Loti's achtstemmig „Cruci- fixus", dat vol devotie aanheft Bach's heer lijke koralen rKomm siisser Tod" en Zu dir will ich singeD", d.t met Praetorius' „Weihnachtsgesang" en het nooit-te-verge- ten „Du Hirte IsraëlV' thans schenkt een wondere' ziele-emotie. Met groote vereering en oprechte bewon dering volgt de uitgelezen zangerschaar den leider in al zijn echte kunstintenties, voe lend de mooiheid van alles wat hij zegt, van alles wat hij doet. Kunstenaars, hoe grootsch is toch uw roeping! Ge zeudt licht, daar waar duister nis heerscht, ge doet ons vergeten het alledaagschs. Hellen glans verspreidt ge in dankbare menschenzieleD, ge brengt over ons het gevoel van het mysterieuze, waar geen sterveling zich aan kan onttrekken, als hij luistert naar uw zang. Welk een weldaad in onzen tijd, waarin de knnst lijdende is aan gebrek aan eenvoud, een lied te hooren opstijgen door U, Am- steidamsch a-Cappella-Koor! Bij al het onuitsprekelijk-schoone van uw zang voelen we iets natrillen in ons eigen binnenste, en worden we ons op nieuw bewust hoe toch de menschelijke stem als de schoonste der instrumenten dient geprezen. Gaat dan zegevierend rond,met uw groe ten leiderMoeilijk is uw taak, maar grootsch zal ze zijn en verhevenwant de invloed van echte kunst is en kan nooit anders zijn dan heilbrengend en ze genrijk. Diep-ernstig en mei heerlijke aandacht zuilen we naar U luisteren, als straks, door we lied de goddelijke profetie: „Alle Mecschen werden Brüder" in een aureool van licht vóór ons straalt. HERMANN KERNKAMP. September '99. gedongen hst klonk onwillekeurig als de bekentenis van eene streng gesloten,eenzaam treurende ziel. Tot in het binnenste van zijn hart voelt Teil zich getroffin, maar deze gevoelsns zijn tegelijkertijd welke wonderbare werking der mntiek zoo zoet en wèldosnd, dat hij tot geen prijs dien stroom van genot zon doen ophouden, en toch vraagt hij Ellen „Nu niet iets treurigs meer, juffrouw hot dost me «oo'n pijn." „Dan zullen we bet zonnetje weer laten schijnen," klinkt het vroolijk terug, en Ellen helt aan „O zonneschijn, o zonneschijn, Hoe straalt ge mij het harte ia Opgewekt en schalksch, als een plagend liefdegodje, draagt ze dit aardige wijsje voor en nit de aiel van deo assessor verdwijnen de don kere wolken, en het gouden licht der hope en verwaohting gaat triomfeerend op. Eeu zilver lachje volgt dra na den laatsten noot van het liedje es dan zegt Ellen in lieve eenvoudigheid: „Is bet niet een leuk liedje F" „Dat werkt krachtiger dan zeven zomar- sche dagen," antwoordt Teil, oprecht dank baar. „Ge hebt me heel veel genot gegeven.' Ook op Teil heeft de muziek esn verede lenden invloed, en als bij later met Ellen in den tuin loopt, dringt zijn harter hem toe, elke onwaarheid tcsschen hen nit den weg te mimen. Hij wil Ellen bieohttn, dat bij het was, die in een duel t-geuover haar vader heeft gestaan, bij wil van haar lippan de.vergif fenis of verdoeming hooreu. En treft het niet inderdaad zonderling P ook Ellen meet door behoefte aan waarheid tosveben hen keiden vervnld zijn, want plotseling blijft tij staan, bloest, en toob vrijmoedig haar oogen tot Teil opslaande, vraagt ze „Mijnh er Teil, wilt ge op een vertrouwelijke vraag een eerlijk antwoord geven P", Een bange vrees gaat hem door de ziel, doch vastberaden zegt hij: „Dat wil ikl* „Zeg me dao, is papa werkelijk slechU gevallen, of heeft bij gednelleerd; cn sijt gij, ten slott°, zijn tegenstander niet geweest P* „Uoe komt] ge op dat vermoeden P* Verslag van de vergade- ring van den Raad der gemeente W i©- ringerwaard, gehouden den 5 September 1899, dea voormiddags 91 o. Aanwezig alle leden. De Voorzitter, de hee C. Dz. R zelman, heet de heereu welkom, opent de verg - dering en stelt vóór tot iustalLtie van de herkozen raadsleden, de heereü «J.L.T. Groneman en J. D. Schenk, eu h t nieuw benoemde raadslid, den heer K. Koster Hz., over te gaan. Genoemde heeren leggen de bij de ge meentewet voorgeschreven eeden af en nemen zitting. De Voorz. ziet met genoegen de door het orerlijden van den heer Bakker sedrrt 20 April jl.openzijnde plaats weder vervuld. Hij verheugt zich over de herbenoeming vau de heeren Groneman ea Schenk, die reeds een reeks van jaren raadsleden zijn geweest en wenscht den heeren toe, dat zij nog vele jiren iu de besta gezondheid fot heil en zegen der gemeente werkzaam zui len mogen zijn. Ook het nieuwbenoemde raadslid, den ^heer Koster, wenscht de Voorz. hetzelfde toe en spreekt tevens de hoop uit, dat genoemde heer steeds tot het welzijn der gemeeute zal medewerken op dezeltde eendrachtelijke en vriendschap pelijke wijze, als waarvan de vergaderingen tot nog toe het kenmerk droegen. Pelicitatien volgeD. Tot de werkzaamheden overgsaüde,worden 1. de notulen voorgelezen en goedgekeurd. 2. voor kennisgeving aangenomen de goedkeuring van H. H. G3d. Staten, ver leend asn het suppletoir kohier van den Hoofdelijken omslag. 8. Ahd de orde gesteld 1. Benoeming Wethouder. Bij stemming worden uitgebracht op den heer J. D. Schenk, tijdelijk wethoudar, 5 en op den heer J. L. T. GroDeman 2 stemmen. Eerstgenoemde heer alzoo ge kozen, verklaart op de vraag van den Voorz. de benoeming aan ts nemen en hoopt nog jaren in het belang der ge meente de betrekking te vervullen. 2. Benoeming van een Ambt. van den Burgelijken S'and ter voorziening in de vacature, ontstaan door de periodieke af treding van den heer Schenk. De heer Schenk met 6 stemmen we derom gekozen (1 stem werd uitgebracht op den beer Zijp), is genegen, ook deze betrekking te aanvaarden. 3. Aanbieding begrooting der gemeente voor 1900, bedragende in ontvangst en uitgaaf f 12231.485. 4. Idem der begrooting van het Burger lijk Armbestuur voor het volgende jaar, aantoonende in ontvangst en uitga.f f 3300. Uit de memorie van toelichting blijkt, dat door het vermoedelijk batig saldo over dit jr., slechts f 3 000,subsidie uit de gemeentekas noodig zal zijn (vorig jr. f 3400.) Wordt besloteu eveuais vorige jaren de be groetingen bij de raadsleden te doen circulearen. 5. Vaststelling verordeningen vrd den Hoofdelijken Omslag. De heer Groneman verklaart, dat deze verordeningen zijne sympathie niet wegdragen. Hij heeft de ontwerpen opnieuw bestudeerd en vindt, dat ze theoretisch wel mooi zijn, doch in de praktijk veil aanleiding tot moeilijk heden zullen opleveren. Hoe meer inge wikkeld men de zaak maakt, hoe lastiger om de aanslagen vast te stellen. Van eigen aangifte verwacht spreker geen gunstige resultaten en vermoedt, dat toch vele inkomens geschat moeten worden. Hij komt daarom tot de conclusie, niet te kunnen inzien, dat de nieuwe verorde ning in de uitvoering beter zsl zijn dan de tegenwoordige. „Door uw eigen gedrag. De onzekerheid, wa rmeda ge n vandaag tegenover ons gedroagt, heelt u verraden niet waar, ik heb gelijk f* „Jammer genoeg is het ?oo geweast", ant woordde Teil, de waarheid getrouw. Bang zwögen volgde van beide zijdon. Door Ellen'g slanke gestalte ging een sidderingmet bsvenda hand grijpt ze naar de bloem,die ze uit den straik van Teil beeft geplukt en iu het knoopsgat van baar japon had gestoken. Zordar te welen wat ze doet, trekt zij de bloem uit elkaar, mat korte heiige bewegingen, en laat de losse bla den op dn kie relstesn'jes van bet pad vallen. Juff'ouw," vraagt Teil, „oordeel niet naar den schgn. Wanneer ge wist, welk een grnweljjk misverstand deze onzalige zaak in de wereld beett geholpen, gij zoudt mij vergeven, evenals nw goeds vader dat heeft gedaan. Vraag hem of ik anders kon, ol ik anders mocht handelen ik handelde onder een dwang, waarvoor gij mij niet verantwoor delijk nsoogt sellen-* Vergeefs trachtte hij zijn verdediging te voeren. Mot gebogen hoofd stond Ellen daar, zij haalde zwaar adem en vertrapte de bladeren van de vernielde bloem. Haar boezem ging haastig op en neer en na een cogcnblik baanden de tranen zich een weg over baar bleeke wangen. „Ik bezweer u, juffrouw Ellen, ik ben onsehnldig lnister dan naar me." Zij hoorde hem niet meer. Haas'ig had ze zich omgewend en met vlngge schreden keerde *9 naar het slot terog, hem aan de eenzaamheid en aan zijn wanhoop over latend. Esn aur later zit Teil met de familie von Breek en Jast aan den avonddisch hg had reeds onmiddellijk na de scène in deo tnin willen heengaan, miar de vriendelijke gaatheer had bem niet willen la'en ver trekken. Ellen is stil en bleek; de glans harer oogen is minder levendig en helder als ge woonlijk op het vragen harer moeder antwooidt ze, dat ze hoofdpijn heeft. Te'1 r.eemt gedwongen asn bet gesprek deel, we» rvan het grootste deel door von Braok Spreker zegt, als hij zijn 'tem voor de verordeningen uitbrengt, d<t dan te doen, om ze sis proef toe te passen. De heer Zijp, voor wien sinds de laatste vergadering de bezwaren ook grooter zijn geworden, is van meening, dat toch het vaststellen aanbeveling verdient, omdat volgens de ïd de ontwerpen genoemde grondslaeen, gebaseerd op de wet, de in komens moeten worden vastgesteld, hetgeen ook ten opzichte van het behandelen van reclames een verbetering is te noemen. Sprc-ker zou, ereoals de heer Gronetnai), da verordeningen als proef willen toepassen. De heer Koster informeert, of da aan slagen vrreger geregeld werdeu enkel naar de verteringen. De heer Zijp licht toe, dat zulks niet uitsluitend het geval wns, maar wel dfgedjk rekening werd gehouden met vermoedelijke inkoasstsn, en in gedachten veelal tot basis dienden ongeveer de thans in de ontwerpen opgenomen grondslagen. De heer Koster gelooft, dat volgens da voorgestelde verordening de raad later op de hoogte zal komen van de verschillende inkomens. Tot artikelsgewijze bthandeling over gaande, wo df, na wijziging van de artike len 1 en 2, met algemeens stemmen tot vaststelling besloten. Voorts worden, na op dezellde wijze te zijn behandeld, vastgesteld 6. Verordeningen op de heffing en invor dering van schoolgelden7. idem van weeglcor.en 8. idem van bcgrafeDisrechten 9. idem vau legesgelden. De raad besluit d<ze verordeningen, wtlke aan de Koninklijke goedkeuring moeten worden onderworpen, te laten druk ken en naderhand voor de ingezetenen ver krijgbaar te stellen. 10. De Voorzitter deelt mede, dat de h;er J. A. Kaan etn voor de stichting van een ijshuis zeer geschikt terrein, achter de woning van mej. de wed. Rezelman, wil afstaan in het belang der gemeente op z;er billijke voorwaarden, door de vergoe ding voor den beooodigden grond te bere kenen naar f 2000.per H.A. De raad besluit, dit aanbod te aanvaarden en aan Burg. en Weth. de uitroering van den bouw van een ijshnis, waarvoor de kosten zijn ger&umd, op te dragen. 11. Bij de rondvraag wenscht de heer Zijp een woord van dank te brengen aan den secretaris, voor het werkzaam deel, ge nomen in h(t ontwerpen der verordenin gen, waardoor de taak van het Dag. bestuur en den raad werd vergemakkelijkt. 12. De heer Koster zegt den voorz. dank voor de welmeenende woorden, hem bij de instfUatie toegesproken, en verklaart, dat het zijaerzijds niet aan toewijding en belangstelling zal ontbreken en hij s'eeda zal trachten de belangen der gemeente te bevorderen. Hierna sluit Voorz. onder dankzegging vcor de opkomst en medewerking deze bijeenkomst. Vergadering van denRaad der gemeente St. IVTaarten, op Dinsdag 5 September 1899, voormiddags 10 are. Present alle leden. De notulen der vorige bijeenkomst wor den door den secretaris voorgelezen en onder dankbetuiging goedgekeurd en geteekend. 1. Installatie der nieuwbenoemde laden, de heeren Scbermerhorn, Blom en Dekker; na de sflegging der eeden, worden de nieuwbenoemden algemeen gefiliciteerd. 2. Benoeming Ambt. vaD den B. S., ter voorziening in de vacature, ontstaan door de verkiezisg van het raadslid den heer K. Blom. Tot stemming overgaande, wordt met 6 st. de heer Blom nederom herbenoemd, terwijl 1 st. op den heer G. Schoorl was zelf en Jnsf wordt gevoerd. „De toestanden in Berlijn werden steeds onaangenamer,wendde von Brank zich tot zijn gast. „Hebt ge die fameate redevoe ring al gelezen, die die Peter Dechner, die beruchte sociaal-democraat,in een vereeniging heeft gehouden f Ik heb se zooeven in het avondblad gelesen.' Teil wordt bleek; zweert dan juist heden alles tegen hem samen P „Nean," roept hij geringschattend er tui- sohen, „dergelijk gebrabbel lees ik niet." „Dat zegt git, een asses»orEi, ei, van dergelijke dingen moet ge ïteeds notitie nemen,* bemorkfe schertseed de vrijheer ,lk zou zulk gebrabbel, zooals gij het terecht noemt, ook niet leren, wanneer Peter Dcohner niet bij mij den bouw van mijn brosibnis geleid had. Een flinke kerel, wien ik'bepaald zoo iets giks niet bad toever trouwd; bet is zeer en zeer jammer van dat joDgmenscb." „Wat beeft bij dan gepredikt P* vraegt de gastvrouw, die zich den knappen metselaar na ook herinnert. „Ach, beste Clairo.dst laat zich aan d mes- ooren zoo in eens maar niet vertellen bij hei ft over de vrouwen en over hst huwelijk gesproken en ik zeg je, de ha?en rijzen je te berge ais je het Iers'. D> ecb'genoo'e zal haar man als vrije en gelijke tegenover staan .Nu, dat is volstrekt zoo dwaas niet,* zeide Teil. „Zij zal meesteres van haar lot zijn en uit vrije keus sleehtB nit lielde trouwen „Dat laatste onderschrijf ook ik," merkte mevrouw von B<aDk op. „Luister maar veider," ging de vrijheer voort, „het dikke einde komt rog. Hetech ver bond moet tenreine, particuliere overeenkomst zijn, tonder dut de staat er tnssehen kom', of een kerkelijke fnnctionaiis het huwelijk kan dus sIb elke particnliere verbintenis elk cogenblik wo'den aangeguan en verbro ken worden, wanneer zich oneenigheid, ent- gocchelirg of veidwijuirg van liefde tnzzefcen de beide ccktgeicotm vooidcet." „Birr!" roept mevrouw Clara, „wat moet er van de kindoren nit zulke huwelijken uitgebracht. De heer Blom liet zich dize benoeming welgevallen en bedankte de heeren voor het in hem gestelde vertrouwen. 3. Verkiezing Wethouder, wegens perio dieke aftreding van den heer J. Brommer. De heer Brommer geeft te kennen, dat hij wegens zijnen hoogen ouderdom niet meer voor deze betrekking in aanmerking wenscht te komen. De voorzitter zegt hierop tegen den heer Brommer, het best te kunnen billij ken, dat hij wegens hoogen leeftijd hiertoe is overgegatn. Doch, zegt spreker, aange zien u reeds 28 jaren in het college van B. en W. zitting hebt gehad en steeds d«a<in tot genoegen van uwe medeleden hebt gearbeid en gestreefd om de belangen vin de gemeente te behartigen, zoo kan ik niet nalaten mijn spijt te betuigen, dat u wegens uwen 82-jarigen ouderdom «oor ozelven gevoelt niet meer iu aanmerking ie moeten komenmijn dank echter uit nasm van den raad voor de pleizierige samen werking gedurende die jaiea en voor het geen door u in die reeks van jarea tot d«o bloei der gemeente verricht is. Hierna wordt tot stemming ove gegaan. Bij opening der briefjes bleek, dut op de h erei J. Bruin 4, K. Blom 2 ea G. Schoorl 1 stem waren uitgebracht, alzoo gekozen de heer Jb. Bruin, die verklaarde de benoeming san te nemen, waart a feli- citaiie volgde. 4. Voorzitter deelt mede, met dea heer Schoorl te hebben gesproken over de kos ten, gemaakt bij den plaats gehad hebbenden brand ia de schuur eo deu hooiklamp van genoemden heer. Spreker vond het billijk, dat door dea heer Schoorl als grootsten belanghebbende werd bijgedragen aan de uivkeering der braudweer. Na eeDige be spreking werd door den voorzitter voorge steld, dat de hillt der kosten door den heer Schoorl zou worden geleden, het over blijvende teu laste der gemeente. De heer Schoorl kan zich, evenals de overige leden, hiermee wel veieenigen. Verder stelt de voorzitter riog voor, om, ingeval de biaudspuit gevraagd wordt, als benoodigd bij het verwerken van hooi, tengevolge van hooibroei, deze niet af te geven tenzij de belanghebbenden de kos ten van de brandweer zelf betalen. Na, eecige bespreking wordt door deu raad in dien geest besloten. Bij de gewone rondvraag wordt door den Schoorl gevraagd, of het niet noodig is, dat een hek geplaatst wordt op een dam, van het gemeenteland, in gebruik bij de huurders Zomerdijk en Filmer, in Eeni- genburg, Alleu vinden dit wel een vereischte, waarom wordt besloten aan Ms-j. de Wed. J. Dekker op te dragen, hiervoor een hek te laten maken, waarmede de heer Schoorl zich belisi. Den heer Blom wordt op een vraag mee gedeeld, dat de filter in de school is geplaatst. Verder zegt de heer Biom, dat hij zich niet kan vereenigen met het opwerpen van het, vuil uit de sloot bij de school te St. Maarten achter de heg van het school plein aldaar, aangezien hij dat de plaats daarvoor niet acht. Voorzitter is van eene tegenovergestelde meening, aangezien het voor eeu groot gedeelte bestaat uit grint, dat in den loop van den tijd daarin is geraakt. JNa eenige discussie, waarbij het verschil 7an gevoelen blijft bestaan, wordt besloten, dit nader te onderzoeken, waarmede B. en W. zich beheten. Niets meer te behandelen zijode, wordt de vergadering gesloten. Uitslag der verkiezing te HELDER ter benoeming van i lid van den Gemeenteraad (vacature Croocke- wit) in het tweede kiesdistrict, gehouden komen f' „Hierop ook heeft Peter Dechner een antwoord gereednaar «ijne meening kent sieehis het zoogenaamde burgerlijke dwarg- huwelijk betrekking tot de kinderen, daar juist die bourgeois soogsnasmde wettelijke kinderen Doodig hebben als erfgenamen voor hunne beiiitingan; in bet sociale ge zelschap, zooals bij het noem'.is er nie'smeer te erven en derhalve valt elke bekommering om da kinderen weg. Wanneer eene van haar man verstooten of weggeloopen vroow toevallig kinderen hoeft, dan kan jg in het sociale geielschap door die kinderen op geen enkele wijse in haar vrije doen en laten gehinderd worden, want het sociale toch huis pwdon, ik wilde geselschap «eggen, heeft zooveel verpleegsters en op voedsters voor da vaderloozn warmen over, dat een moedar nooit voor hare kinderen be- how t to zorg. n, nr a ir eeuig alleen voor haar geno gen heelt te leren. ,,Met één woord, trouw maar uit liefde, rondir kork of stadhuis, scheid maar weer, wanneer bet js niei naar den zin gaat, en de kinderen kunt ge getroost aan hun lot overla'en niet aan den lieven God, neen men8ob, dl n hebben ze reeds evaneens over boord gezet in dit socialistische luchthuis." Mevrouw Clara schnddo hst hoofd; Ellen z»g stil en ernstig ophrarbordi Jast kneep de gladde lippen op elkaar en trommelde eaobt met zjjn vingers op de tafel. Da nssetsor, die zioh verplicht gbvo 1de tooh iets te zeg gen, antwoordde gerirgschattend„De oude wijsLeid nit B.-bels v.rboden boelr, plus dat, wat deze Peter Dechner met rijn eigen idetën nog Vermeerderd heeft." Een eigenaardige trots komt er in het hart van d.n spreker op; waarom gaat hij de bekentenis, dat deze Ptder Dechner rgn s iefprotder is, »oo angstig nit den weg P Heett hg er dan een gebiedende reden voor, dit geheim te houden P Word: hij er beter of slechter dcor, als bjj toevallig fsmilie is van oen vcrig socialist? En kan dan n« betgeen er slinks in den tnin is voorgevallen, zijn positie op Gietdorf nog onasoginsmer en onhoudbaarder wor den P „Het is jammer,1' gcat hg na een poos vcort, „dat men Bebels boek verboden heeft, op Woensdag 6 S'pf. 1899. Uitgebrachte stemmen 610. Van on waarde 7. Voistr. meerderheid 302. Uitgebracht op de heeren: 1. KOBVER 310 stemmen. J. K. LABOUT 64 st. A. p. staalman 229 st. Alzoo gekozen de heer KORYER. Listig overlegd, maar niet geslaagd. Een fi'ma ta ROT'IERDAM ontving de vorige week een brief uit Londen, om in onderhandeling te treden over de levering van steenkolen. Da p»troou van de Rotter- damsche zaak schreef niet te kunnen komen, maar de volgende week naar Brussel te snoeien gaan uf hij daar deo Londengchen chef zou kunnen trtffer. Deze schreef, zHf niet te kunnen komen, maar hij zou zijn secretaris zenden. Zoo geschiedde, maar na em onderhoud eo na te zamen te hebben gelunch', gif de Rotterdammer te keunen, dat bij niet van plan was zaken met den secretaris af te sluiten. Besloten werd toen, den volgden d;g te Autwerpen te confereeren met den Londeuschen cnef. De secretaris telegrafeerde zijn pitrooi', ea de Rotterdammer aan zijn procuratie houder dat hij hem te Rotterdam station Beurs 's avonds moest spreken. Vreemd keek onze handelsman op, toen zijn pro curatiehouder er niet was. Hij giig door naar zijn woonplaats te Scheveoirgen eu telegrafeerde toen weder aan zijn procuratie houder, dat hij hem den volgenden dag bepaald aan het station D. P. wachtte. De procu atiehouder verscheen en toonde een telegram, waardoor de eerste, u t Brussel gezonden, dépêche was teniet gedaan en hem werd verzocht een cheque van 1200 te zenden naar de Parr's Bink Oharing Cross Branch te LondeD, waarop de procuratiehouder met het oudergete - kende telegram terstond naar die firma in Rotterdam was toegegaan, welke echter weigerde het geld at te zenden, daar zij met den handel lar niet in betrekking stond. Hierdoor werd onze Rotterdammer dus voor een schadepostje van f 14.400 be waard. Men begrijpt, dat de zoogenaamde secretaris de depêche had afgezonden. Een heerlijke leDtemorgeD. Uit de woning in de Rue de Berri, te Parijs, komt een jeugdig echtpaar en stapt in een rijtuig, dst buiten w&chl. Terwij! de vrouw instapt, zegt de man een paar woorden tot den koetsier op fluisterenden toon. „Ik begrijp u,B zegt deze, met eeu snellen blik op de drmehij laat zijn zweep op de ruggen der paarden dansen en de wagen rolt weg. "Wat zeide je tegen hem vroeg de jonge vrouw. „Tegen wien P' „Den koetsier." „Ik ziide hem, waar we heen moesten." „En niets anders?" „Neen, kindlief 1" „Maat het was toch, alsof..." „Alsof „Niets. Ik zal me wel vergist hebben." Een oogenblik zwegen beideD. „Wat een heerlijk weerzegt dan de vrouw. „Wat zijn de Ckarnps Elisées prachtig in hrt licht van de ochtendzon I Ea wat een heerlijke geur! Waarom heb ben wa geen open rijtuig genomen, Pierre P" „Ik kon er geen viudeu, Augela." „Dat is tltijd zoo met mooi weer; het moest maar regenen. Och, open het raampje wat, dat ik vrijer kan ademhalen." Als bij hier w: nsch heeft vervnld, ateekt zij het hoofd naar buileu en ademt het wordt, trots alle maatregelen, zeer voel gel. scn. Wanneer ik de beslissing had. ik gaf dedelijk bevel, het verbod op te heffen de onzin, die in dat boek staa', zon spoedig worden gesnapt en het vele goede, wel dat behoeft voor de meoschbaid geen verboden waar te zijn. Wat verder di; n Peter Dechner betreft, dat is juist snik een stijfkop, die lezen wil wat verboden i% hij is een door brenger, die zijn brein hoe langer boe meer verbit met die zoogenaamde sociale eischen on noodeo, die waarlijk wel andera verdedi gers behoeven dan een Peter Dechner, wil men het vele goede ervan in tien." „Maat ge doat alsof ge van plan wijt, hem ter verantwoording te roepen", spotte de vrijheer, „tot zulk een man richt ge toch niet orns'ig het woord?" Teil lachte vergenoegd over de ver blufte gealchten, die sijn woorden to voorschijn hadden geroepen en om nog meer te genieten, zeide hij, mst zijn blik vast op Ellen gevestigd„Hel zou bijna mjjn plicht zijn dat te deen, want die Peter Deehnor is mjjD stiefbroeder." „Je stie broeder P" roept Brank ontzet uit. „Pardon t Dat wist ik niet; daarvan hebt ge ous nooit een woord gezegd." Dat wat de sssessor had verwacht en gehoopt, n.1, dat Elien een Z9er verwon derd gericht zou zetten, geschiedde niet. Zij scheen voor niets anders hoofd te heb- bon dan «oor de mtdedteling, die hij haar straks in den tnin hoeft gedaan. Ook msvronw von Brank neemt de mede- deeling van Teil schijnbaar met groote gemoedsrnst op. Slechts Just ziet zijn be schermeling zeer verwonderd aan, hij begrijpt niet reoht waarom zijn jeugdige vriend op eenmaal familiebetrekkingen bekend maakt, waarvoor hij eerst de strengste geheimhou ding had geëisoht. ,Uw stielbioer!" herhaalt de vrijheer nog steeds. „Is dan uwe moeder tweemsal getrouwd gewent P" „Pater Dechner is de zoon uit hut eerste huwelijk van mijn vader; toen heette mjjn vader Dechner; eerst toan bij voord» twee de maal buwdo, heeft hij den naam Teil aan* genomen."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1899 | | pagina 6