Zondag 1 Octoloer 1399. 43ste Jaargang ÏTo. 3455. Aangifte van verhuizing. Buiteolandsch Nieuws. Atieieeo Nieuws-, COURANT. Aiuriciiie- k Laulliifllat Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENT1EN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Bureau: SCIIAOISM, Laan, ft 4. UitgeverP. TRAPMAN. MedewerkerJ. W 1 It E L. Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. tieraeenteScbagen. Beken d maks ngre n. POLITIE. Ter Secretarie dezer gemeente kunnen inlichtingen worden verkregen omtrent een gevonden buidel, inhoudende eenig geld, eu worden inlichtingen verzocht omtrent een vermist 1 a m. 8.60. Prijs per jaar f 3.Eranco per post f Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. AANGIFTE VOOR DE Bevolkingsregisters. Burgemeester en Wethouders vau Schagen Gelet op het Kon. Besluit van 29 Juli 1887 (Staatsblad No 141), regelende de verplichting tot het doen van aangifte voor de bevolkingsregisters, brengen, ter voorkoming van vervolging, onder de aandacht der ingezetenen, de volgende in genoemd besluit opgenomen artikelen Artikel 7. Elk hoofd van een huisgezin geeft uiterlijk binnen ééae maand kennis aau het gemeentebestuur vau ieder lid dat in het huisgezin wordt opgenomen of daar uitgaat, inwonende diensten werkboden daaronder begrepen. Omtrent die kennisgeving geldt art. 3 Dezelfde kennisgeving geschiedt door afzonderlijk levend» personen, wanneer zij andere personen in hun huisgezin opnemen. Bestuurders van instellingen, gestichten en inrich tingen, niet staande onder bestuur of toezicht van het openbaar gezag, waar personen onder eenig bestuur samen wonen, geven maandelijks aan het gemeente bestuur kennis van alle personen, die in de samenwoning zijn opgenomen of daarvan zijn uitgetreden. De verplichting vervalt, wanneer langs een anderen weg de vereischte kennisgeving voor het bevolkings register gedaan is. Artikel 8. Onverminderd de bovenstaande voorschriften is een ieder, door het gemeentebestuur daartoe opgeroepen, verplicht tot het doen der opgaven, die vereischt worden om de bevolkingsregisters in te vullen. Artikel 9. Overtreding der bepalingen van dit besluit wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste veertien dagen Schagen, 22 September 1899. Burgemeester en Wethouders voornoemd, S. BERMAN. De Secretaris, DENIJS. Burgemeester en Wethouders van SCHAGEN brengen, voor zooveel noodig, mei het oog op het verzuim,betrekkelijk het doen van aangifte Ier Secretarie bij verhuizing binnen de gemeente, aan de ingezetenen iu herinnering het Depaalde bij art. 5 van de Politie verordening dezer gemeente, luidende als volgt: Ingeval van verhuizing binnen de gemeente, zal daarvan binnen acht dagen behooren te worden kennis gegeven ter Secretarie der gemeente, te weten „Voor een geheel gezin, inwonende, dienst- en werkboden daaronder begrepen, door het hoold van dat gezin". Voor afzonderlijk levende personen door henzelt. Voor de geheele bevolking van gestichten of andere inrichtingen waar personen onder eonig bestuur te zamert wonen, door de bestuurders." „Overtreding wordt gestraft met een geldboete van ten hoogste „Een gulden." Schagen, den 26 September 1899. Burgemeester en Wethouders voonoemd, S. BERMAN. De Secretaris, DENIJS. Kennisgeving. Het HOOFD van het PLAATSELIJK BESTUUR der Gemeente SCHAGEN, brengt bij deze ter kennis van de ingezetenen dier gemeente, dat het kohier der Personeele belasting No 3 op den 26 Sept. jl. door den heer Directeur der Directe Belastingen te Amsterdam ia executoir verklaard en op heden aan den heer Ontvanger der directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering is overgegeven. Ieder ingezeten, welke daarbij belang heeft, wordt alzoo vermaand op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven, teneinde alle gerechtelijke vervolgingen, welke uit nalatigheid zouden voortvloeien, te ontgaan. Schagen, den 28 September 1899. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd, S. BERMAN. Burgemeester en Wethouders van Schagen brengen ter algemeene kennis, dat vergunning voor de uitoefening van den kleinhandel in sterken drank is verzocht door Willem Smit, voor perceel No. 96 van •wiik C. in de Molenstraat, alhier. Schagen, ien 30 September 1899. Rurrreineester en Wethouders voornoemd, B S. BERMAN. de Secretaris, DENIJg. GroÉMs-tezitiiini ei let Kiesteclt II. (S l o t.) gedeeUe van onze beschouwing omtrent de herzicnmg S. In ons nuinm r Grondwet zoo groot een wij, dat art. .80 tegenstanders van caoutchouc-artikel niet is, als milken- grondiwetherziening daarvan wel heb i„en, de Om kiezer te worden, moet me Grondwet niet alleen daarvoor de g bezitten, maar ook maatschappelijk wel staan, zooveel inkomen bezitten, dut men boven het hoog noodige zich eenige betrekkelijke weelde kan veroorlove Nu achten wij de kieswet-Van Houten, de oud.miniatar zelf nog altijd over zijn makelt olijkt te wezen, niets anders te zijn dan een paskwil op d grondwettelijke bepalingen omtrent het kiesrecht lo. fielt het betalen wij resumcercn in het kort noch den maatstaf aan voor do geschiktheid noch voor den maatschappelijk" g l.UnJ 2o wijzen de minimum-cijfers, genoemd in i Tabel' bedoeld in de artikelen 1 en 2 der Kieswet tl heen naar een betrekkeljjke armoede, maar nret naar oen maatschappelijk wel staan. Voor f 2.50 per week kan men in Amsterdam in een arbeiderswijk op de derde verdieping huren een voorkamer met een alcoof en een keukentje, en daarin verwijlen, eten en slapen vaak vrouw, man en vijf kinderen. Een inkomen van f 10 75l/a per week verwijdert zich nog veel verder van den welstand, welken de woninghuur zou aaDgeven, want de kiezer, die daaraan zijn mandaat te danken heeft, kan onmo gelijk een vierde gedeelte van zijn wekelijksch inkomen voor woninghuur missea en moet zich dus nog met minder behelpen. Hetzelfde zal wel gelden b.v. voor Schagen, waar de verhouding tusschen woniughuur en inkomen iets beter is en wel f 1 op f 5 77. Niemand zal echter beweren, dat een arbeider, die f 5 77 verdient, maatschappelijk wel staat. Ook het genot van pensioen in dezelfde verhouding wijst niet heen naar maatschappelijken welstand, daargelaten nog het bespottelijke, dat iemand te Amsterdam, die f 500 pensioen heeft, niet geacht wordt genoeg geschikt te zijn om kiezer te wezen of genoeg maatschappelijk wel te staan, maar iemand te V Gravenhage wel. Een werkman, die in de residentie f 2.20 per week verwoont, of f 475 per jaar inkomen heeft, is geen kiezer, maar als hij toevallig een inschrijving erft van f 100 op het Grootboek, waardoor zijn inkomen jaarlijks met een gulden of drie kan worden verhoogd, dan bezit hij wèl de geschiktheid en verkeert hij wèl in den maatschappelijken welstand,om kiezer te zijn 1 Sub 4 van art. 1 der Kieswet wordt nog voorge schreven, dat zij, die aan de eischen van bekwaamheid, door of krachtens de wet gesteld, voor de benoem baarheid tot eenig ambt, roor de vervulling van eenige betrekking, of voor de uitoefening van eenig bedrijf of beroep, voldaan hebben, kiezers kunnen zijn. Zeker wijst deze bepaling heen naar geschiktheid, maar niet naar maatschappelijken welstand, want de maatstaf daarvoor is de vervulling der betrekking zeiva en niet het afleggen van het examen. Er loopen er honderden in ons land met een diploma in hun zak, die zich met kunst- en vliegwerk door andere middelen in het leven moeten houden. Wij behoeven hieraan niets meer toe te voegen. Uit het bovenstaande en uit ons vorig artikel blijkt zeer duidelijk, dat slechts in één enkel geval de wet- Van Houten de geschiktheid aanwijst en in niet één enkel geval den maatsehappelijken welstand. Rekt men nu het zoogenaamde caoutchouc-artikel nog meer uit, d. w. z. stelt men de eischen voor de geschiktheid en den maatschappelijken welstand nog lager,dan maakt men de wet tot een nog grooter paskwil. Algemeen kiesrecht in de beteekenis, dat iedereen zonder uitzondering kiezer zon zijn, is, dit wordt ook erkeud door de vurigste voorstanders, in een geordenden staat een abnormaliteit. De heer Troelstra verstond onder invoering van algemeen kiesrecht (zie pag 480 der Handelingen)„opheffing der klassen- bevoorrechting op politiek gebied door invoering van een kiesrecht, dat zoowel direct als indirect los is van den maatschappelijken welstand." Hij erkende zelf, dat deze definitie eenigszins negatief was, maar toen hij zeide onder algemeen kiesrecht te verstaan „de huldiging der democratie", liet hij aan den lateren wetgever over, hoe die huldiging zal plaats hebben. De taak der democratie achtte hij in de allereerste plaats te zijn„het wegnemen vaG beperkingen en belemmeringen, die door het overwicht in den staat van de meer gegoede groepen tot nu toe geheerscht hebben" wat vrijwel overeenkomt met hetgeen de Liberale Unie in haar hervormingsprogram kortweg zegtdat in de wetgeving elke bevoorrechting van het kapitaal dient op te houden. Uit het bovenstaande blijkt dus vrij duidelijk, dat de heer Troehtra niet wilde Jan- en allemans-kies- recht, want dan was er geen wetgever, noodig om aan te wijzen, wie niet het kiesrecht zouden erlangen en derhalve daarvoor ongeschikt werden geoordeeld. Het komt ons voor, dat de heer Kerdijk de mee^t juiste omschrijving van een gezond algemeen kiesrecht gaf, toen hij zeide„dat zoowel op grond van staats burgerschap als ter verzekering van het best doenlijk behartigen van de belangen van gansch het volk, het kiesrecht toekomt aan allen,roor zoover niet de uitsluiting van zekere categoriën door het staatsbelang gebiedend wordt gevorderd." De wetgever heeft dan niets anders te doen, dan de categoriën aan te wijzen. Het is dus aan geen twijfel onderhevig, of de wet-Van Houten aan art. 80 der Grondwet voldoet of niet. Dit is niet het geval, Zij die er dus naar streven, om haar zoodanig te verbeteren, dat zij eenigszins het algemeen kiesrecht zou nabij komen, verwijderen zich nog veel verder van dat artikel en zij, die haar daarvoor zouden willen pasklaar maken, ver wy deren zich nog veel verder van algemeen kies recht, zooals wij dit bedoelen en zooals het in de omschrijving van den heer Kerdijk is neergelegd. Uit dien vicieusen cirkel kan meu niet ontsnappen. Terecht heeft de heer Kerdijk dan ook opgemerkt, dat een finale oplossing van het kiesrecht-vraagstuk binnen de grenzen der bestaande grondwet niet mogelyk is. Is het op het oogenblik, nu de bestaande kieswet zoo volkomen veroordeeld is, mogelyk, om, bin*en de grenzen van de Grondwet, tot een aanzienlijke uit breiding van het kiesrecht te geraken, zoodat dit algemeen kiesrecht nadert het „tusschenstation" waarvan de heer Kerdijk sprak of dient er heen- gestuurd te worden naar grondwetsherziening Het komt ons voor, dat, na alles wat wij hierover schreven, die vraag niet moeilijk is te beantwoorden. Elke vermeerdering van het aantal kiezers brengt ons veel verder van den maatschappelijken welstand, dan de wet—Van Houten reeds gedaan heeft. Nu kan men zijn politiek geweten wel paaien met allerlei drogredenen en bv. betoogen, dat slechts één der beide eischen voldoende is om kiesrecht te erlangen en dns het betalen van belasting of een inkomen van f 600 iemand geschikt maken om kiezer te zijn, zonder dat hij daarbij maatschappelyk wel behoeft te staan; maar dan ziet men over het hoofd, dat in de eerste al van art. 80 niet staat „of", maar „enu, dat in zich sluit, dat beide vereischten voor het kiesrecht noodig zijn. Er is geen uitkomen aanwil men dus geen herziening van de Grondwet, dan is het maar beter de wetVan Houten te laten voor hetgeen zij is, ec daarmee na eenige technische verbeteringen voort te sukkelen. Men wijst er op, dat grondwetsherziening, door al de beslommering daaraan verbonden, de sociale wetgeving op de lange baan zou schuiven. AVij merken op, dat alleen herziening van art 80 gevraagd wordt en wij toch daaraan eindelijk zullen moeten gelooven, is het nu niet, dan over tien jaren of later maar zou het niet verkieslijker zijn, waar ,1« huidige Kamer, niettegenstaande de werkkracht van het ministerie op dat gebied, zich zoo weinig haast dat wij eigenlijk onze eerste sociale wet nog moe ten erlangen, om over die wetgeving eeu volksverte genwoordiging tn laten beslissen, gekozen door allen,die door haar het meest gebaat zullen worden? Wij erkennen ten volle de bezwaren, die aan grondwetsherziening, al is h«t dan ook maar van «én artikel, zijn verbonden; zullen wij echter tot een goede sociale wetgeving kunnen geraken, wanneer er nog altijd duizenden in den lande zijn, wien het geweigerd wordt, door het uitbreugen van hun stem, daarop eeuigen invloed uit te oefenen t Men zal ons wijzen op de kieswetTak, die als keuteeken van maatschappelijken welstand aangaf het niet.... bedeeld zijn, maar hieraan ontbreekt alles wat positief is, daar het niet voorzien in eigen onderhoud en dat yan zijn gezin lang niet altijd bedeeiing in zich sluit de vrouw kan b.v. uit werken gaan. In ieder geval is dit geen welstand, maar eeu zich vrij waren voor den hongerdood en niet veel meer. Hoewel wij nu aau de kieswet-Tak verre de voor keur zouden geven boveu die van den minister Van Houten, Talt het toch niet te loochenen, dat, waar de laatste, door ook hen, die niet wel stonden, tot het kiesrecht toe te laten, reeds verder ging dan de Grondwet toeliet, de eerste zelfs de grens van het tegenwoordige proletariaat overschreed en of dit nu de bedoeling is geweest van den grondwetgever van 1886, achten wij, vooral met het oog op de verklaring van den minister Heemskerk, dat hij door eeu grondwetsherziening niet de deur wilde openzet ten voor algemeen stemrecht, aan gegronden twijfel onderhevig. Dit laatste nu, in de beteekenis daaraan door den heer Kerdijk gegeven, is niet mogelijk, omdat het strijd tegen de letter en de wordingsgeschiedenis van het huidige artikel 80 der Grondwet. Wij zitten daaraan nu eenmaal vast en de vraag dient alleen dus maar beantwoord te worden, of de lijd daar is, om het over boord te werpen ot niet. Wordt daaromtrent in bevestigenden zin door de ltiesvereenigingen geantwoord, dan dient ook met volle kracht daarvoor gewerkt te worden en zou „grondwetsherziening" de leuze kunnen zijn, waar onder alle democratische partijen gezamenlijk naar de stembus optrokken. In ieder geval lette men op de teekenen des tijds. De Prov. Gron. Courant wees er terecht op, dat in het kamp der sociaal-democraten „de kieswet-agitatie zoo warm zal worden gehouien als slechts mogelijk isen dan vragen wij on« zeiven af, of het wel wenschelijk zon zijn, bij een tusschenstation halt te houden, terwijl meu de finale oplossing zou kunnen verkrijgen. Te loochenen valt het niet, dat de man nen, die zich nu op den bodem van den klassenstrijd aangorden voor de verovering van het algemeen kies recht, meer door hnn activiteit dan door hun aantal uitmunten; maar evenmin valt het te loochenen, dat hun aantal eu hun kracht naar buiten toenemen, en nu zouden wij het niet in het belang van het land vinden, dat de mannen, die sinds lange jaren op den bodem van het recht algemeen kiesrecht vroegen, ter wille van zekere redenen vau opportuniteit, zich door de eersten zouden laten overvleugelen. Het tusschen station zou misschien tot nieuwen strijd en nieuwe agitatie prikkelen en later zou wel eens kunnen worden afgedwongen, wat men nu uog na rijp over leg kan schenken. De finale oplossing der kiesrechtquaestie zou het land tot rust breugeu, en de Liberale Unie in de gelegenheid stellen om al haar krachten te wijden aan de oplossing van het sociale vraagstuk. Pulitiel oraziGli! te tel Opmerkelijk ia het, hoe gemakkelijk de Engelsche diplomaten in de Zuid- Afrikaansche aangelegenheden van inzich ten veranderen. Den 31 Maart 1883 hield de heer Chamberlain te Birming- ham eene redevoering, waarin hij onder meer zeide Indien de Oranje-Vrijstaat, zooals zeer waarschijnlijk het geval zou zijn geweest, zich bij de Transvaalsche Boeren had aangesloten, zou lord Salisbury ook dien staat den oorlog hebben verklaard. En als dan, wat ook niet zoo heel onwaar schijnlijk was, de geheele Hollandsche bevolking van de Kaapkolonie in opstand was gekomen, zou lord Salisbury met een licht hart dit land in een oorlog hebben gewikkeld,die ernstiger zou wezen in zijn gevolgen en meer zekerheid geven zou schaarsch te zijn aan succes,dan eenige andere oorlog,waarin wij betrokken waren sinds den Amerikaanschen vrijheidsoorlog. Wat toen Salisbury als een grove misslag werd toegerekend, wordt thans door Chamberlain zeiven op touw gezet. Doch tusschen toen en nu liggen de goudmijnen en dat beteekent wat Een geheel werelddeel zal in beroering wor den gebracht, Engeland zelf in een zee van rampen worden gedompeld, en dat alleen ter wille van de goudvelden. Want dat het tot een strijd zal komen, beginnen wij thans te gelooven. De aanhoudende troepen-verzendingen kunnen alleen uit dat oogpunt verklaard worden. Een geheel arméekorps is be stemd om de kleine Boeren-republieken te verpletteren. De sterkte van dit leger bedraagt 68.995 man, 18137 paarden, 2461 wagens, 156 kanonnen. De samen stelling is als volgteen cavalerie-brigade, bestaande uit drie regimenten, 5 maxim-kanonnen, 6 veldkanonnen, 2 compagnieën bereden infanterie, 1 afdee- ling genie-troepen, hospitaal-troepen, veldhospitaal,trein- en munitie-kolonnes; drie divisies infanterie van twee briga des, ieder bestaande uit acht bataljons, acht maxim-kanonnen, 2 compagnieën hospitaal-troepen, drie veldhospitalen, 3 trein-colonnes, 1 eskadron ordonnansen, 18 stukken geschut, 1 compagnie genie troepen on 1 afdeeling munitie-colonne. Voorts nog de daarbij ingedeelde cava lerie, artillerie met 66 vuurmonden, pontonniers, telegraafatdeeling. In het gunstigste geval kunnen de Boeren daartegenover stellen 18000 Trans- valers, 16000 Vrijstalers, 8000 man uit de Kaapkolonie, 2000 uit Natal en 6000 vrijwilligers uit de Uitlanders. Deze vrijwilligers bestaan uit Duit- schers, Ieren, Denen, Pranschen, Ame rikanen en Nederlanders; wel een bewijs, dat de zoogenaamde grieven en miskende rechten bij deze nationaliteiten niet zwaar wegen. Intusschen is de heer Rhodes te Kaapstad druk bezig om nieuwe be schuldigingen tegen de Boeren te ver zinnen. Zoo heeft hij nu ontdekt, dat de Hollandsche meerderheid in het parlement der Kaapkolonie door Trans- vaalsch geld is bijeengebracht. Enfin, een man die in zoo hooge mate alle begaafdheden van een volbloed samen zweerder bezit, zal wel in staat zijn om den splinter in het oog van een ander te ontdekken. Het geheele leven van dezen Britschen held is eene aaneen schakeling van comploteeren. Als jongeling behoorde hij tot die Amerikaanseh-Iersche Penians, die den ondergang vau Engeland hadden gezwo ren. Op lateren leeftijd stortte hij tien duizend pond in de oorlogskas van Parnel. In Zuid-Afrika poogde hij eerst de Boeren op zijne hand te krijgen, om door hunne hulp zich aan het hoofd van een onafhankelijk Zuid-Afrika te kunnen stellen. Toen dit niet lukte, heeft hij door zijne omgekochte pers Zuid-Afrika in een veortdurenden toestand van onrust gehouden, wel overtuigd dat voor hem iu troebel water steeds te visschen is. Ter afwisseling heeft de brave Engelsch- man een vrijbuiters-expeditie uitgerust, om daarmee de begeerde goudmijnen in bezit te krijgen. En deze bij uitstek eerlijke man durft thans de Boeren van omkooperij beschuldigen. Men moet maar durven Diezelfde gedachte kwam óók bij ons op, toen wij het adres lazen, door de Spaansehe bisschoppen aan de Koningin regentes gericht. Deze heeren verzoeken daarin de regeering een eind te maken aan de misbruiken van het protestantisme en de vrijmetselarij. Ook hebben de bisschoppen den minister-president ver zocht, geen vrijmetselaar in de Kamer toe te laten. Is 't niet typisch brutaal De geestelijkheid, die de Spaansehe monarchie van het machtigste land der wereld tot eene onbeteekenende natie heeft verlaagd, die door ha ren demoraliseerenden invloed de heerlijkste gewesten van het moederland heeft gescheiden; die nog onlangs de Philippijnen in opstand heeft gebracht, wat ook deze laatste bezitting aan Spanje heeft ontrukt, durft protestan ten en vrijmetselaars van misbruiken beschuldigen. De pauselijke pers is ook weer druk met de vrijmetselaars en protestanten bezig. De Osservatore Romano ziet in een oorlog tusschen Engeland en de Transvaal den ondergang van het pro testantisme. Dood-leuk vraagt het blad, of het protestantisme door zichzelf ver nietigd zal worden. Is dit het tijdperk van den grooten omkeer der wereldwaar- in de kerk eene nieuwe bekeering der heidenen zal volbrengen? volgt daar dan naïef op. Och neen, noch het een, noch het ander zal gebeuren, dat weet dit pauselijke orgaan zeer goed. Waar het hart vol van is, daar vloeit de mond van over, en daarom kunnen wij ons deze journalistische ontboezeming best begrijpen, al vinden wij het niet heel aardig om de protestanten voor heidenen uit te maken, die op de bekee ring wachten. Wij gelooven verder heel graag, dat de pers voornoemd wel eens uit haar humeur is en naar beter tijden verlangt. De stille overgang van de Eng. kerk is to taal mislukt. De Engelsche geestelij ken,die langzamerhand tal van katholieke cere moniën in hunne kerken hadden laten binnensluipen, zijn op die misstanden gewezen, als in strijd met de Anglieaan- sche opvattingen. Zelfs heeft het mi nisterie eene kerkelijke strafwet tegen mogelijke overtredingen in het vooruit zicht gesteld. Een krachtige beweging onder alle standen des volks heeft aan de katho lieke propaganda in de Engelsche kerk een einde gemaakt. Het bovengenoemde adres der bisschoppen is in vele plaatseD in Spanje met betoogingen ontvangen. Zelfs zijn hier en daar kerken en kloos ters met allerlei projectielen door het volk gebombardeerd. Hoe gevaarlijk de geest in sommige plaatsen is, blijkt uit het feit, dat uit de Philippijnen terugkeerende monniken, uit vrees voor demonstraties, niet te Bar- celona aan wal durfden gaan.In Oosten rijk heeft de geestelijkheid ook al ern stige redenen tot klagen. De „los van Rome"-beweging breidt zich nog altijd verder uit. Zeer velen hebben de kerk reeds den rug toegekeerd,nog meerderen zijn door de anti-Duitsche politiek der geestelijken van de kerk vervreemd. De slag,dien het cleri- calisme in Frankrijk trachtte te slaan, is totaal mislukt. De heeren militairen,spreek buizen en werktuigen der paters-Jezuïeten, zijn heel stilletjes in hunne garnizoenen teruggekeerd. Bij velen zijn door de clericale-mili- taire coalitie de oogen geopend en een krachtig verzet tegen de aanmatiging der geestelijken kan als eerste gevolg van dat monsterverbond verwacht worden. Geen wonder, dat de Osservatore Ro mano naar den grooten omkeer der wereld uitziet. De laatste telegrammen stellen den oorlog tusschen Engeland en Transvaal als onvermijdelijk. Binnenlandsch Nieuws. Van de IJurgerbrug ontvingen wij het volgende Onze kermis behoort wederom tot het verledenze was ditmaal door krarne- rijen niet druk, doch voldoende bezocht. Een draaimolen was niet aanwezig, wat voor de jeugdige en zelfs minder jeug dige kermisgangers wel eenigszins een gemis was, waarin de Turksche schop maar gedeeltelijk kon voorzien. Het weder was, enkele buitjes buiten rekening latende, heel goed te noemen waarschijnlijk dientengevolge kunnen wij dan ook constateeren, dat het personen- bezoek alle drie dagen vrij belangrijk was. Maandagmiddag had een geani meerde riogrijderij plaats, waarvan de uitslag reeds vermeld is, en Maandag avond gaf de Rederijkerskamer een bui tengewone uitvoering voor een goed bezette zaal. Opgevoerd werd„Buttin- ger en Zoon", blijspel in 4 bedrijven. De uitvoering mag als uitstekend gesGagd worden genoemd. „Buttinger eu Zoou" is dan ook een blijspel, dat om zijn dolle persoonsverwarring tot aan het einde toe wel in staat is, om het publiek, en zelfs een kermispubliek, aangenaam bezig te houden. Onze kermis heeft zich gekenmerkt door een prettige stemming wanklanken werden niet ver nomen de politie, die aanwezig was, kon het op haar slofjes af. Redenen om de ker mis af te schaffen, zijn nog niet aan wezig. Het uitbaggeren van een gedeelte Hoofdvaart en Walingswegvaart in de Wieringerwaard is aangeno men door J. Keizer te Barsingerhorn; het eerste perceel tegen 35 cent, het tweede tegen 45 ct.per strekkenden meter. Uit Anna Paulowna is de eerste kool per waggon naar Duitsch- land verzonden. Anna Panlowna. Doorlou ter onvoorzichtigheid geraakte dezer dagen de heer P. M. van de Oudesluis met paard en kar in het Oude Yeer alhier. Op zijn langdurig en akelig hulp geschrei snelde hulp toe en mocht het ge lukken hem uit zijn gevaarlijken toestand te redden. Dat deze koudwaterkuur ge noemden heer tot wat meer voorzichtigheid moge aansporen. [Partic. Corr.) De heer C. Spaans van IJirkshorn, klerk ten kantore van de Westfriesche Bank te Schagen, is tegen 1 November geplaatst bij de bu- reaux van den burgerlijken stand en be volking te Rotterdam. In de schoolspaarbank te Sint Pankras werd in bet afgeloopen kwartaal gespaard f385.85, terwijl f 52.175 werd teruggevraagd, zoo dat op de spaarbank van „'t Nut" te Alkmaar kon worden geplaatst f 333.67 5.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1899 | | pagina 1