Zondag 1 Octoloer 1399.
43ste Jaargang ÏTo. 3455.
Aangifte van verhuizing.
Buiteolandsch Nieuws.
Atieieeo Nieuws-,
COURANT.
Aiuriciiie- k Laulliifllat
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENT1EN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Bureau: SCIIAOISM, Laan, ft 4.
UitgeverP. TRAPMAN.
MedewerkerJ. W 1 It E L.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
EERSTE BLAD.
tieraeenteScbagen.
Beken d maks ngre n.
POLITIE.
Ter Secretarie dezer gemeente kunnen inlichtingen
worden verkregen omtrent een gevonden buidel,
inhoudende eenig geld, eu worden inlichtingen
verzocht omtrent een vermist 1 a m.
8.60.
Prijs per jaar f 3.Eranco per post f
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
AANGIFTE VOOR DE
Bevolkingsregisters.
Burgemeester en Wethouders vau Schagen
Gelet op het Kon. Besluit van 29 Juli 1887
(Staatsblad No 141), regelende de verplichting tot
het doen van aangifte voor de bevolkingsregisters,
brengen, ter voorkoming van vervolging, onder de
aandacht der ingezetenen, de volgende in genoemd
besluit opgenomen artikelen
Artikel 7.
Elk hoofd van een huisgezin geeft uiterlijk binnen
ééae maand kennis aau het gemeentebestuur vau
ieder lid dat in het huisgezin wordt opgenomen of
daar uitgaat, inwonende diensten werkboden
daaronder begrepen. Omtrent die kennisgeving geldt
art. 3
Dezelfde kennisgeving geschiedt door afzonderlijk
levend» personen, wanneer zij andere personen in
hun huisgezin opnemen.
Bestuurders van instellingen, gestichten en inrich
tingen, niet staande onder bestuur of toezicht van het
openbaar gezag, waar personen onder eenig bestuur
samen wonen, geven maandelijks aan het gemeente
bestuur kennis van alle personen, die in de samenwoning
zijn opgenomen of daarvan zijn uitgetreden.
De verplichting vervalt, wanneer langs een anderen
weg de vereischte kennisgeving voor het bevolkings
register gedaan is.
Artikel 8.
Onverminderd de bovenstaande voorschriften is een
ieder, door het gemeentebestuur daartoe opgeroepen,
verplicht tot het doen der opgaven, die vereischt
worden om de bevolkingsregisters in te vullen.
Artikel 9.
Overtreding der bepalingen van dit besluit wordt
gestraft met hechtenis van ten hoogste veertien dagen
Schagen, 22 September 1899.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
S. BERMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
Burgemeester en Wethouders van SCHAGEN
brengen, voor zooveel noodig, mei het oog op het
verzuim,betrekkelijk het doen van aangifte Ier Secretarie
bij verhuizing binnen de gemeente, aan de ingezetenen
iu herinnering het Depaalde bij art. 5 van de Politie
verordening dezer gemeente, luidende als volgt:
Ingeval van verhuizing binnen de gemeente, zal
daarvan binnen acht dagen behooren te worden kennis
gegeven ter Secretarie der gemeente, te weten
„Voor een geheel gezin, inwonende, dienst- en
werkboden daaronder begrepen, door het hoold van
dat gezin".
Voor afzonderlijk levende personen door henzelt.
Voor de geheele bevolking van gestichten of andere
inrichtingen waar personen onder eonig bestuur te
zamert wonen, door de bestuurders."
„Overtreding wordt gestraft met een geldboete van
ten hoogste „Een gulden."
Schagen, den 26 September 1899.
Burgemeester en Wethouders voonoemd,
S. BERMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
Kennisgeving.
Het HOOFD van het PLAATSELIJK BESTUUR
der Gemeente SCHAGEN, brengt bij deze ter kennis
van de ingezetenen dier gemeente, dat het kohier der
Personeele belasting No 3 op den 26 Sept. jl. door
den heer Directeur der Directe Belastingen te
Amsterdam ia executoir verklaard en op heden aan
den heer Ontvanger der directe belastingen binnen
deze gemeente ter invordering is overgegeven.
Ieder ingezeten, welke daarbij belang heeft, wordt
alzoo vermaand op de voldoening van zijnen aanslag
behoorlijk acht te geven, teneinde alle gerechtelijke
vervolgingen, welke uit nalatigheid zouden voortvloeien,
te ontgaan.
Schagen, den 28 September 1899.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd,
S. BERMAN.
Burgemeester en Wethouders van Schagen brengen
ter algemeene kennis, dat vergunning voor de
uitoefening van den kleinhandel in sterken drank is
verzocht door Willem Smit, voor perceel No. 96 van
•wiik C. in de Molenstraat, alhier.
Schagen, ien 30 September 1899.
Rurrreineester en Wethouders voornoemd,
B S. BERMAN.
de Secretaris,
DENIJg.
GroÉMs-tezitiiini ei let Kiesteclt
II.
(S l o t.)
gedeeUe van onze beschouwing omtrent de herzicnmg
S.
In ons nuinm r Grondwet zoo groot een
wij, dat art. .80 tegenstanders van
caoutchouc-artikel niet is, als milken-
grondiwetherziening daarvan wel heb i„en, de
Om kiezer te worden, moet me
Grondwet niet alleen daarvoor de g
bezitten, maar ook maatschappelijk wel staan,
zooveel inkomen bezitten, dut men boven het hoog
noodige zich eenige betrekkelijke weelde kan veroorlove
Nu achten wij de kieswet-Van Houten,
de oud.miniatar zelf nog altijd over zijn makelt olijkt
te wezen, niets anders te zijn dan een paskwil op d
grondwettelijke bepalingen omtrent het kiesrecht lo.
fielt het betalen wij resumcercn in het kort
noch den maatstaf aan voor do
geschiktheid noch voor den maatschappelijk"
g l.UnJ 2o wijzen de minimum-cijfers, genoemd in
i Tabel' bedoeld in de artikelen 1 en 2 der Kieswet
tl heen naar een betrekkeljjke armoede, maar nret
naar oen maatschappelijk wel staan.
Voor f 2.50 per week kan men in Amsterdam in
een arbeiderswijk op de derde verdieping huren een
voorkamer met een alcoof en een keukentje, en
daarin verwijlen, eten en slapen vaak vrouw, man en
vijf kinderen. Een inkomen van f 10 75l/a per week
verwijdert zich nog veel verder van den welstand,
welken de woninghuur zou aaDgeven, want de kiezer,
die daaraan zijn mandaat te danken heeft, kan onmo
gelijk een vierde gedeelte van zijn wekelijksch inkomen
voor woninghuur missea en moet zich dus nog met
minder behelpen. Hetzelfde zal wel gelden b.v. voor
Schagen, waar de verhouding tusschen woniughuur
en inkomen iets beter is en wel f 1 op f 5 77.
Niemand zal echter beweren, dat een arbeider, die
f 5 77 verdient, maatschappelijk wel staat.
Ook het genot van pensioen in dezelfde verhouding
wijst niet heen naar maatschappelijken welstand,
daargelaten nog het bespottelijke, dat iemand te
Amsterdam, die f 500 pensioen heeft, niet geacht
wordt genoeg geschikt te zijn om kiezer te wezen of
genoeg maatschappelijk wel te staan, maar iemand te
V Gravenhage wel.
Een werkman, die in de residentie f 2.20 per week
verwoont, of f 475 per jaar inkomen heeft, is geen
kiezer, maar als hij toevallig een inschrijving erft van
f 100 op het Grootboek, waardoor zijn inkomen
jaarlijks met een gulden of drie kan worden verhoogd,
dan bezit hij wèl de geschiktheid en verkeert hij
wèl in den maatschappelijken welstand,om kiezer te zijn 1
Sub 4 van art. 1 der Kieswet wordt nog voorge
schreven, dat zij, die aan de eischen van bekwaamheid,
door of krachtens de wet gesteld, voor de benoem
baarheid tot eenig ambt, roor de vervulling van
eenige betrekking, of voor de uitoefening van eenig
bedrijf of beroep, voldaan hebben, kiezers kunnen zijn.
Zeker wijst deze bepaling heen naar geschiktheid,
maar niet naar maatschappelijken welstand, want de
maatstaf daarvoor is de vervulling der betrekking
zeiva en niet het afleggen van het examen. Er loopen
er honderden in ons land met een diploma in hun
zak, die zich met kunst- en vliegwerk door andere
middelen in het leven moeten houden.
Wij behoeven hieraan niets meer toe te voegen.
Uit het bovenstaande en uit ons vorig artikel blijkt
zeer duidelijk, dat slechts in één enkel geval de
wet- Van Houten de geschiktheid aanwijst en in niet één
enkel geval den maatsehappelijken welstand.
Rekt men nu het zoogenaamde caoutchouc-artikel
nog meer uit, d. w. z. stelt men de eischen voor de
geschiktheid en den maatschappelijken welstand nog
lager,dan maakt men de wet tot een nog grooter paskwil.
Algemeen kiesrecht in de beteekenis, dat iedereen
zonder uitzondering kiezer zon zijn, is, dit wordt ook
erkeud door de vurigste voorstanders, in een
geordenden staat een abnormaliteit. De heer Troelstra
verstond onder invoering van algemeen kiesrecht (zie
pag 480 der Handelingen)„opheffing der klassen-
bevoorrechting op politiek gebied door invoering van
een kiesrecht, dat zoowel direct als indirect los is van
den maatschappelijken welstand." Hij erkende zelf,
dat deze definitie eenigszins negatief was, maar toen
hij zeide onder algemeen kiesrecht te verstaan „de
huldiging der democratie", liet hij aan den lateren
wetgever over, hoe die huldiging zal plaats hebben.
De taak der democratie achtte hij in de allereerste
plaats te zijn„het wegnemen vaG beperkingen en
belemmeringen, die door het overwicht in den staat
van de meer gegoede groepen tot nu toe geheerscht
hebben" wat vrijwel overeenkomt met hetgeen de
Liberale Unie in haar hervormingsprogram kortweg
zegtdat in de wetgeving elke bevoorrechting van
het kapitaal dient op te houden.
Uit het bovenstaande blijkt dus vrij duidelijk, dat
de heer Troehtra niet wilde Jan- en allemans-kies-
recht, want dan was er geen wetgever, noodig om
aan te wijzen, wie niet het kiesrecht zouden erlangen
en derhalve daarvoor ongeschikt werden geoordeeld.
Het komt ons voor, dat de heer Kerdijk de mee^t juiste
omschrijving van een gezond algemeen kiesrecht gaf,
toen hij zeide„dat zoowel op grond van staats
burgerschap als ter verzekering van het best doenlijk
behartigen van de belangen van gansch het volk, het
kiesrecht toekomt aan allen,roor zoover niet de uitsluiting
van zekere categoriën door het staatsbelang gebiedend
wordt gevorderd."
De wetgever heeft dan niets anders te doen, dan
de categoriën aan te wijzen.
Het is dus aan geen twijfel onderhevig, of de
wet-Van Houten aan art. 80 der Grondwet voldoet
of niet. Dit is niet het geval, Zij die er dus
naar streven, om haar zoodanig te verbeteren, dat
zij eenigszins het algemeen kiesrecht zou nabij komen,
verwijderen zich nog veel verder van dat artikel en
zij, die haar daarvoor zouden willen pasklaar maken,
ver wy deren zich nog veel verder van algemeen kies
recht, zooals wij dit bedoelen en zooals het in de
omschrijving van den heer Kerdijk is neergelegd.
Uit dien vicieusen cirkel kan meu niet ontsnappen.
Terecht heeft de heer Kerdijk dan ook opgemerkt,
dat een finale oplossing van het kiesrecht-vraagstuk
binnen de grenzen der bestaande grondwet niet
mogelyk is.
Is het op het oogenblik, nu de bestaande kieswet
zoo volkomen veroordeeld is, mogelyk, om, bin*en de
grenzen van de Grondwet, tot een aanzienlijke uit
breiding van het kiesrecht te geraken, zoodat dit
algemeen kiesrecht nadert het „tusschenstation"
waarvan de heer Kerdijk sprak of dient er heen-
gestuurd te worden naar grondwetsherziening
Het komt ons voor, dat, na alles wat wij hierover
schreven, die vraag niet moeilijk is te beantwoorden.
Elke vermeerdering van het aantal kiezers brengt
ons veel verder van den maatschappelijken welstand,
dan de wet—Van Houten reeds gedaan heeft.
Nu kan men zijn politiek geweten wel paaien met
allerlei drogredenen en bv. betoogen, dat slechts één
der beide eischen voldoende is om kiesrecht te
erlangen en dns het betalen van belasting of een
inkomen van f 600 iemand geschikt maken om kiezer
te zijn, zonder dat hij daarbij maatschappelyk wel
behoeft te staan; maar dan ziet men over het hoofd, dat
in de eerste al van art. 80 niet staat „of", maar „enu,
dat in zich sluit, dat beide vereischten voor het
kiesrecht noodig zijn.
Er is geen uitkomen aanwil men dus geen
herziening van de Grondwet, dan is het maar beter
de wetVan Houten te laten voor hetgeen zij is, ec
daarmee na eenige technische verbeteringen voort te
sukkelen.
Men wijst er op, dat grondwetsherziening, door al
de beslommering daaraan verbonden, de sociale
wetgeving op de lange baan zou schuiven.
AVij merken op, dat alleen herziening van art 80
gevraagd wordt en wij toch daaraan eindelijk zullen
moeten gelooven, is het nu niet, dan over tien jaren
of later maar zou het niet verkieslijker zijn, waar
,1« huidige Kamer, niettegenstaande de werkkracht
van het ministerie op dat gebied, zich zoo weinig
haast dat wij eigenlijk onze eerste sociale wet nog moe
ten erlangen, om over die wetgeving eeu volksverte
genwoordiging tn laten beslissen, gekozen door allen,die
door haar het meest gebaat zullen worden?
Wij erkennen ten volle de bezwaren, die aan
grondwetsherziening, al is h«t dan ook maar van «én
artikel, zijn verbonden; zullen wij echter tot een
goede sociale wetgeving kunnen geraken, wanneer er
nog altijd duizenden in den lande zijn, wien het
geweigerd wordt, door het uitbreugen van hun stem,
daarop eeuigen invloed uit te oefenen t
Men zal ons wijzen op de kieswetTak, die als
keuteeken van maatschappelijken welstand aangaf het
niet.... bedeeld zijn, maar hieraan ontbreekt alles
wat positief is, daar het niet voorzien in eigen
onderhoud en dat yan zijn gezin lang niet altijd
bedeeiing in zich sluit de vrouw kan b.v. uit
werken gaan. In ieder geval is dit geen welstand,
maar eeu zich vrij waren voor den hongerdood en
niet veel meer.
Hoewel wij nu aau de kieswet-Tak verre de voor
keur zouden geven boveu die van den minister Van
Houten, Talt het toch niet te loochenen, dat, waar
de laatste, door ook hen, die niet wel stonden, tot
het kiesrecht toe te laten, reeds verder ging dan de
Grondwet toeliet, de eerste zelfs de grens van het
tegenwoordige proletariaat overschreed en of dit
nu de bedoeling is geweest van den grondwetgever
van 1886, achten wij, vooral met het oog op de
verklaring van den minister Heemskerk, dat hij door
eeu grondwetsherziening niet de deur wilde openzet
ten voor algemeen stemrecht, aan gegronden twijfel
onderhevig.
Dit laatste nu, in de beteekenis daaraan door den
heer Kerdijk gegeven, is niet mogelijk, omdat het
strijd tegen de letter en de wordingsgeschiedenis van
het huidige artikel 80 der Grondwet.
Wij zitten daaraan nu eenmaal vast en de vraag
dient alleen dus maar beantwoord te worden, of de
lijd daar is, om het over boord te werpen ot niet.
Wordt daaromtrent in bevestigenden zin door de
ltiesvereenigingen geantwoord, dan dient ook met
volle kracht daarvoor gewerkt te worden en zou
„grondwetsherziening" de leuze kunnen zijn, waar
onder alle democratische partijen gezamenlijk naar de
stembus optrokken.
In ieder geval lette men op de teekenen des tijds.
De Prov. Gron. Courant wees er terecht op, dat in
het kamp der sociaal-democraten „de kieswet-agitatie
zoo warm zal worden gehouien als slechts mogelijk
isen dan vragen wij on« zeiven af, of het wel
wenschelijk zon zijn, bij een tusschenstation halt te
houden, terwijl meu de finale oplossing zou kunnen
verkrijgen. Te loochenen valt het niet, dat de man
nen, die zich nu op den bodem van den klassenstrijd
aangorden voor de verovering van het algemeen kies
recht, meer door hnn activiteit dan door hun aantal
uitmunten; maar evenmin valt het te loochenen, dat
hun aantal eu hun kracht naar buiten toenemen, en
nu zouden wij het niet in het belang van het land
vinden, dat de mannen, die sinds lange jaren op den
bodem van het recht algemeen kiesrecht vroegen, ter
wille van zekere redenen vau opportuniteit, zich door
de eersten zouden laten overvleugelen. Het tusschen
station zou misschien tot nieuwen strijd en nieuwe
agitatie prikkelen en later zou wel eens kunnen
worden afgedwongen, wat men nu uog na rijp over
leg kan schenken.
De finale oplossing der kiesrechtquaestie zou het
land tot rust breugeu, en de Liberale Unie in de
gelegenheid stellen om al haar krachten te wijden
aan de oplossing van het sociale vraagstuk.
Pulitiel oraziGli! te tel
Opmerkelijk ia het, hoe gemakkelijk
de Engelsche diplomaten in de Zuid-
Afrikaansche aangelegenheden van inzich
ten veranderen. Den 31 Maart 1883
hield de heer Chamberlain te Birming-
ham eene redevoering, waarin hij onder
meer zeide
Indien de Oranje-Vrijstaat, zooals zeer
waarschijnlijk het geval zou zijn geweest,
zich bij de Transvaalsche Boeren had
aangesloten, zou lord Salisbury ook dien
staat den oorlog hebben verklaard. En
als dan, wat ook niet zoo heel onwaar
schijnlijk was, de geheele Hollandsche
bevolking van de Kaapkolonie in opstand
was gekomen, zou lord Salisbury met
een licht hart dit land in een oorlog
hebben gewikkeld,die ernstiger zou wezen
in zijn gevolgen en meer zekerheid geven
zou schaarsch te zijn aan succes,dan eenige
andere oorlog,waarin wij betrokken waren
sinds den Amerikaanschen vrijheidsoorlog.
Wat toen Salisbury als een grove
misslag werd toegerekend, wordt thans
door Chamberlain zeiven op touw gezet.
Doch tusschen toen en nu liggen de
goudmijnen en dat beteekent wat Een
geheel werelddeel zal in beroering wor
den gebracht, Engeland zelf in een zee
van rampen worden gedompeld, en dat
alleen ter wille van de goudvelden.
Want dat het tot een strijd zal
komen, beginnen wij thans te gelooven.
De aanhoudende troepen-verzendingen
kunnen alleen uit dat oogpunt verklaard
worden. Een geheel arméekorps is be
stemd om de kleine Boeren-republieken
te verpletteren. De sterkte van dit leger
bedraagt 68.995 man, 18137 paarden,
2461 wagens, 156 kanonnen. De samen
stelling is als volgteen cavalerie-brigade,
bestaande uit drie regimenten, 5
maxim-kanonnen, 6 veldkanonnen, 2
compagnieën bereden infanterie, 1 afdee-
ling genie-troepen, hospitaal-troepen,
veldhospitaal,trein- en munitie-kolonnes;
drie divisies infanterie van twee briga
des, ieder bestaande uit acht bataljons,
acht maxim-kanonnen, 2 compagnieën
hospitaal-troepen, drie veldhospitalen, 3
trein-colonnes, 1 eskadron ordonnansen,
18 stukken geschut, 1 compagnie genie
troepen on 1 afdeeling munitie-colonne.
Voorts nog de daarbij ingedeelde cava
lerie, artillerie met 66 vuurmonden,
pontonniers, telegraafatdeeling. In het
gunstigste geval kunnen de Boeren
daartegenover stellen 18000 Trans-
valers, 16000 Vrijstalers, 8000 man
uit de Kaapkolonie, 2000 uit Natal en
6000 vrijwilligers uit de Uitlanders.
Deze vrijwilligers bestaan uit Duit-
schers, Ieren, Denen, Pranschen, Ame
rikanen en Nederlanders; wel een bewijs,
dat de zoogenaamde grieven en miskende
rechten bij deze nationaliteiten niet
zwaar wegen.
Intusschen is de heer Rhodes te
Kaapstad druk bezig om nieuwe be
schuldigingen tegen de Boeren te ver
zinnen. Zoo heeft hij nu ontdekt, dat
de Hollandsche meerderheid in het
parlement der Kaapkolonie door Trans-
vaalsch geld is bijeengebracht. Enfin,
een man die in zoo hooge mate alle
begaafdheden van een volbloed samen
zweerder bezit, zal wel in staat zijn om
den splinter in het oog van een ander
te ontdekken. Het geheele leven van
dezen Britschen held is eene aaneen
schakeling van comploteeren.
Als jongeling behoorde hij tot die
Amerikaanseh-Iersche Penians, die den
ondergang vau Engeland hadden gezwo
ren. Op lateren leeftijd stortte hij tien
duizend pond in de oorlogskas van
Parnel. In Zuid-Afrika poogde hij eerst
de Boeren op zijne hand te krijgen, om
door hunne hulp zich aan het hoofd van
een onafhankelijk Zuid-Afrika te kunnen
stellen.
Toen dit niet lukte, heeft hij door
zijne omgekochte pers Zuid-Afrika in
een veortdurenden toestand van onrust
gehouden, wel overtuigd dat voor hem
iu troebel water steeds te visschen is.
Ter afwisseling heeft de brave Engelsch-
man een vrijbuiters-expeditie uitgerust,
om daarmee de begeerde goudmijnen
in bezit te krijgen. En deze bij uitstek
eerlijke man durft thans de Boeren van
omkooperij beschuldigen. Men moet maar
durven
Diezelfde gedachte kwam óók bij ons
op, toen wij het adres lazen, door de
Spaansehe bisschoppen aan de Koningin
regentes gericht. Deze heeren verzoeken
daarin de regeering een eind te maken
aan de misbruiken van het protestantisme
en de vrijmetselarij. Ook hebben de
bisschoppen den minister-president ver
zocht, geen vrijmetselaar in de Kamer
toe te laten. Is 't niet typisch brutaal
De geestelijkheid, die de Spaansehe
monarchie van het machtigste land
der wereld tot eene onbeteekenende
natie heeft verlaagd, die door ha
ren demoraliseerenden invloed de
heerlijkste gewesten van het moederland
heeft gescheiden; die nog onlangs de
Philippijnen in opstand heeft gebracht,
wat ook deze laatste bezitting aan
Spanje heeft ontrukt, durft protestan
ten en vrijmetselaars van misbruiken
beschuldigen.
De pauselijke pers is ook weer druk
met de vrijmetselaars en protestanten
bezig. De Osservatore Romano ziet in
een oorlog tusschen Engeland en de
Transvaal den ondergang van het pro
testantisme. Dood-leuk vraagt het blad,
of het protestantisme door zichzelf ver
nietigd zal worden. Is dit het tijdperk
van den grooten omkeer der wereldwaar-
in de kerk eene nieuwe bekeering der
heidenen zal volbrengen? volgt daar dan
naïef op. Och neen, noch het een, noch
het ander zal gebeuren, dat weet dit
pauselijke orgaan zeer goed.
Waar het hart vol van is, daar vloeit de
mond van over, en daarom kunnen wij
ons deze journalistische ontboezeming
best begrijpen, al vinden wij het niet
heel aardig om de protestanten voor
heidenen uit te maken, die op de bekee
ring wachten. Wij gelooven verder heel
graag, dat de pers voornoemd wel eens
uit haar humeur is en naar beter tijden
verlangt.
De stille overgang van de Eng. kerk is to
taal mislukt. De Engelsche geestelij ken,die
langzamerhand tal van katholieke cere
moniën in hunne kerken hadden laten
binnensluipen, zijn op die misstanden
gewezen, als in strijd met de Anglieaan-
sche opvattingen. Zelfs heeft het mi
nisterie eene kerkelijke strafwet tegen
mogelijke overtredingen in het vooruit
zicht gesteld.
Een krachtige beweging onder alle
standen des volks heeft aan de katho
lieke propaganda in de Engelsche kerk
een einde gemaakt. Het bovengenoemde
adres der bisschoppen is in vele plaatseD
in Spanje met betoogingen ontvangen.
Zelfs zijn hier en daar kerken en kloos
ters met allerlei projectielen door het
volk gebombardeerd.
Hoe gevaarlijk de geest in sommige
plaatsen is, blijkt uit het feit, dat uit
de Philippijnen terugkeerende monniken,
uit vrees voor demonstraties, niet te Bar-
celona aan wal durfden gaan.In Oosten
rijk heeft de geestelijkheid ook al ern
stige redenen tot klagen. De „los van
Rome"-beweging breidt zich nog altijd
verder uit.
Zeer velen hebben de kerk reeds den
rug toegekeerd,nog meerderen zijn door de
anti-Duitsche politiek der geestelijken van
de kerk vervreemd. De slag,dien het cleri-
calisme in Frankrijk trachtte te slaan, is
totaal mislukt. De heeren militairen,spreek
buizen en werktuigen der paters-Jezuïeten,
zijn heel stilletjes in hunne garnizoenen
teruggekeerd.
Bij velen zijn door de clericale-mili-
taire coalitie de oogen geopend en een
krachtig verzet tegen de aanmatiging der
geestelijken kan als eerste gevolg van
dat monsterverbond verwacht worden.
Geen wonder, dat de Osservatore Ro
mano naar den grooten omkeer der
wereld uitziet.
De laatste telegrammen stellen den
oorlog tusschen Engeland en Transvaal
als onvermijdelijk.
Binnenlandsch Nieuws.
Van de IJurgerbrug
ontvingen wij het volgende
Onze kermis behoort wederom tot het
verledenze was ditmaal door krarne-
rijen niet druk, doch voldoende bezocht.
Een draaimolen was niet aanwezig, wat
voor de jeugdige en zelfs minder jeug
dige kermisgangers wel eenigszins een
gemis was, waarin de Turksche schop
maar gedeeltelijk kon voorzien.
Het weder was, enkele buitjes buiten
rekening latende, heel goed te noemen
waarschijnlijk dientengevolge kunnen wij
dan ook constateeren, dat het personen-
bezoek alle drie dagen vrij belangrijk
was. Maandagmiddag had een geani
meerde riogrijderij plaats, waarvan de
uitslag reeds vermeld is, en Maandag
avond gaf de Rederijkerskamer een bui
tengewone uitvoering voor een goed
bezette zaal. Opgevoerd werd„Buttin-
ger en Zoon", blijspel in 4 bedrijven.
De uitvoering mag als uitstekend gesGagd
worden genoemd. „Buttinger eu Zoou"
is dan ook een blijspel, dat om zijn
dolle persoonsverwarring tot aan het
einde toe wel in staat is, om het publiek,
en zelfs een kermispubliek, aangenaam
bezig te houden. Onze kermis heeft
zich gekenmerkt door een prettige
stemming wanklanken werden niet ver
nomen de politie, die aanwezig was, kon
het op haar slofjes af. Redenen om de ker
mis af te schaffen, zijn nog niet aan wezig.
Het uitbaggeren van een
gedeelte Hoofdvaart en Walingswegvaart
in de Wieringerwaard is aangeno
men door J. Keizer te Barsingerhorn;
het eerste perceel tegen 35 cent, het
tweede tegen 45 ct.per strekkenden meter.
Uit Anna Paulowna
is de eerste kool per waggon naar Duitsch-
land verzonden.
Anna Panlowna. Doorlou
ter onvoorzichtigheid geraakte dezer
dagen de heer P. M. van de Oudesluis
met paard en kar in het Oude Yeer
alhier. Op zijn langdurig en akelig hulp
geschrei snelde hulp toe en mocht het ge
lukken hem uit zijn gevaarlijken toestand
te redden. Dat deze koudwaterkuur ge
noemden heer tot wat meer voorzichtigheid
moge aansporen. [Partic. Corr.)
De heer C. Spaans van
IJirkshorn, klerk ten kantore van
de Westfriesche Bank te Schagen, is
tegen 1 November geplaatst bij de bu-
reaux van den burgerlijken stand en be
volking te Rotterdam.
In de schoolspaarbank
te Sint Pankras werd in bet
afgeloopen kwartaal gespaard f385.85,
terwijl f 52.175 werd teruggevraagd, zoo
dat op de spaarbank van „'t Nut" te
Alkmaar kon worden geplaatst f 333.67 5.