AilErlEBtiE- L
Boerenbloed.
Donderdag 5 October 1899.
43ste Jaargang Uo. 3456.
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
APVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f 8.—. Eranco per post f 8.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 6 ct,
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
GemeenteSchagen.
Beken dmakïngren.
Aangifte van verhuizing.
FEUILLETON.
Binnenlandseh Nieuws.
—Anna Paul owna, 2 October 1899.
AIiemeeb Nioiws-
DRAAIT,
Bureau: SCHAtlKSI» I^aan, D 4.
UitgeverP. TRAPMAN.
Medewerker J. W 1 A' K L.
POLITIE.
Ter Secretarie dezer gemeente kannen inlichtingen
worden verkregen omtrent een gevonden buidel,
inhoudende eenig geld, en worden inlichtingen
verzocht omtrent een vermist 1 a m, een verloren
zilveren naaldenkoker en een dito rijgpen.
AANGIFTE VOOR DE
bevolkingsregisters.
Burgemeester en Wethouders van Schagen;
Gelet op het Kon. Besluit van 29 Juli 1887
(Staatsblad No. 141), regelende de verplichting tot
het doen van aangifte voor de bevolkingsregisters,
brengen, ter voorkoming van vervolging, onder de
aandacht der ingezetenen, de volgende in genoemd
besluit opgenomen artikelen
Artikel 7.
Elk hoofd van een huisgezin geeft uiterlijk binnen
éaue maand kennis aan het gemeentebestuur van
ieder lid dat in het huisgezin wordt opgenomen of
daar uitgaat, inwonende diensten werkboden
daaronder begrepen. Omtrent die kennisgeving geldt
art. 3.
Dezelfde kennisgeving geschiedt door afzonderlijk
levend» personen, wanneer zij andere personen in
hun huisgezin opnemen.
Bestuurders van instellingen, gestichten en inrich
tingen, niet staande onder bettunr of toezicht van het
openbaar gezag, waar personen onder eenig bestuur
samen wonen, geven maandelijks aan het gemeente
bestuur kennis van alle personen, die in de samenwoning
zijn opgenomen of daarvan zijn uitgetreden.
De verplichting vervalt, wanneer langs een anderen
weg de vereischte kennisgeving voor het bevolkings
register gedaan is.
Artikel 8.
Onverminderd de bovenstaande voorschriften is een
ieder, door het gemeentebestuur daartoe opgeroepen,
verplicht tot het doen der opgaven, die vereischt
worden om de bevolkingsregisters in te vallen.
Artikel 9.
Overtreding der bepalingen van dit besluit wordt
gestraft met hechtenis van ten hoogste veertien dagen
Schagen, 22 September 1899.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
S. BERMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
Burgemeester en Wethouders van SCHAGEN
brengen, voor zooveel noodig, mei het oog op het
verzuim,betrekkelijk het doen van aangifte Ier Secretarie
hij verhuizing binnen de gemeente, aan de ingezetenen
in herinnering het Dcpaaldebij art. 5 van de Politie
verordening dezer gemeente, luidende als volgt
„Ingeval van verhuizing binnen de gemeente, zal
daarvan binnen acht dagen behooren te worden kennis
gegeven ter Secretarie der gemeente, te weten
„Voor een geheel gezin, inwonende, dienst- en
werkboden daaronder begrepen, door het. hoold van
dat gezin".
„Voor afzonderlijk levende personen door henzelf.
Voor de geheele bevolking van gestichten of andere
inrichtingen waar personen onder eenig bestuur te
zamen wonen, door de bestuurders."
„Overtreding wordt gestraft met een geldboete van
ten hoogste „Een gulden."
Schagen, den 26 September 1899-
Burgemeester en Weihouders voornoemd,
S. BERMAN.
üeWecretaris,
DENIJS.
20.
Bij die verdeeling der rollen had
Frits toestemmend geknikt, maar wel
dra aeide hij bedenkelijk: „Nu blijft al
leen nog maar da vraag over, hoe te han
delen met dien grooten hond, die hier xoo
vrjj rondloopt
.0, je bedoelt dien Newfoundliader,* riep
Poter, „dat is Tyrns, een onde vriend van
me; dien neem ik voor mjjne rekening, hg
cal mij nog wel kennen
„Maar als hjj ons in de gaten kriigl, zal
hjj beginnen te blaffen,* antwoordde Carval-
ho, terwijl bij in zijn sakken greep en
er een klein pakje nit haalde. „Hier, neem
dit mee, en lok den hond naar je toe, geef
't hem en hij sal wel heei ganw stom zijn."
Weder was Pater van plan tegen te spre
ken waarom moest die mooie, groo'e hond
gedood worden P Dat stomme dier, dat be
paald beier was dan menig menseh, dien hij
kende! Doch Cirvalho kon gelijk hebben:
wie kon het weten, of de bond niet alarm
zon maken en de heele onderneming in dui
gen dosn vallen?
Peter stak het vergiftigde pakjs bij zich
en alle drie zetten zich dzarop in tawegirg.
Weldra hadden ie de (loot bereikt, die de
grens van bet sio'park uitmaakte. Op de
eenige brug daarover stond een jjseren hek,
dit eiken nacht, en das ook nn, gesloten was
„Lzten we er over klimmen of door de
sloot waden," antwoordde Peter zacht.
„We zullen dat gemakkelijker redden,"
antwoordde de Braziliaan goedgeluimd.
Hjj haalde een gieren ring uit dm sak,
waaraau sleufels en loopers van verschil
lende gioollen hingen, verder een lantaarn
tje nit den zooals bet sobeen onuitputte-
lijken jaszsk, stak de lanlaaru in sjjn boed
aan en liet aleohls een smal lichtstreepje op
Gisterenmiddag om 2 uur (maar het
was bijna 3) traden in Yeerburg op de
heeren Appel van Amsterdam en D e
Boer van Zaandam, als leden van het
Provinciaal Comité voor de Hogerhuis-
zaak. Zij telden een 30 tal personen on
geveer onder hun gehoor.
De heer Appel opende de bijeenkomst
met de herinnering, dat er een Hoger-
huis-zaak in ons land is, en dat in die
zaak de rechters te Leeuwarden gedwaald,
hebbeneen en ander zal nader wordeni
ontvouwd.
De hr, De Boer releveert daarna de ge
schiedenis van de inbraak te Britsum, die
wij als vrijwel bekend kunnen veron
derstellen spreker knoopte daaraan een
voorafgaande beschouwing over den toe
stand der arbeiders in Friesland vast.
Vervolgens wraakte hij het getuigen
verhoor en wees op verschillende tegen
strijdigheden, om te resumeeren, dat de
rechters niet met den noodigen ernst de
zaak hadden onderzocht, partijdig waren
geweest en de verdedigers in hun rech
ten hadden bekort.
De heer Appel vulde een en ander
aan en trachtte in krachtige bewoordin
gen aan te toonen, dat humaniteit en
zelfs eigenbelang de redenen moeten zijn
om voor de revisie van het vonDis op
te komen.
Op de vraag van den heer Appel, wie
der hoorders iets in het midden had te
brengen, vroeg de heer Raap, wat eigen
lijk het doel dezer bijeenkomst was?
Revisie krijgen we toch en waartoe dan
al die beweging
De heer Appel antwoordde, dat de
beweging moest gaande gehouden worden,
uit vrees, dat de zaak anders van de
baan gesteld werd, en de heer De Boer
wees er nog op, dat de Hooge Raad
toestemming moest geven tot de revisie
en zoolang deze nog niet verkregen was,
allerwege stemmen moeten opgaan om
op herziening van het vonnis aan te
dringen. De vergadering was hiermede
geëindigd.
Sfc. Maartensvlotbrug.
Aan de op Maandag j. 1. alhier ge
houden Harddraverij namen 9 paarden
deel.
De prijs, een nikkelen theestel, werd
behaald door het paard Roza, eigenaar
de heer C. Hoedjes Jz., bereden door
den eigenaar; de le premie, een nik
kelen koffiepot met nikkelen stel, door
het paard Anna, eigenaar de heer Jb.
Breet Wz., berijder de heer J. Brak Jz.;
de 2e premie, een nikkelen zuurstel, door
het paard Flevo, eigenaar de heer H.
Kroon Dz., berijder de heer P. Klaver
Pz.; de 3e premie, een glazen schenkblad
met nikkel, door het paard Helena,
eigenaar de heer C. Hoedjes Jz., berij
der de eigenaar.
In de beste orde liep deze wedstrijd
af, ondanks het slechte weer, en eere
aan de commissie, die hare taak, min
der aangenaam vanwege het weer, zoo
goed vervulde.
Bij kon. besluit zijn be
noemd met ingang van 11 October,
tot burgemeester van Wieringer-
waard, de heer C. Rezelmau Dz. en
met ingang van 15 October, tot burge
meester van Petten, den heer A. Eriks,
secretaris dier gemeente.
Vanaf 1 Oct. vaart de stoomboot
Ada van Holland 3 maal per dag tus-
schen Texel en Den Helder heen
en terug. De dienst is alsdus
Van Texel 4.30,8.,2.15 uur.
Den Helder 6.9.30, 3.45
(Amsterdamsche tijd.)
Ds. W. A. van G r i e t h u ij-
sen, predikant der Hervormde Gemeente
te ALKMAAR, heeft het beroep naar
de Vrije Gemeente te Antwerpen aan
genomen.
BEVERWIJK.
Toen eenige maanden geleden dooi
den Raad in beginsel was uitgemaakt,
dat hier een nieuwe gemeentelijke gas
fabriek zou worden gebouwd, droegen
B. en W. den gemeente architect op,
daarvoor een terrein te zoeken, waarop
de bouw met de minste kosten zou
kunnen plaats hebben, en deze wees toen
daartoe aan de z. g. Pijp, gelegen aan
de spoorlijn BeverwijkAlkmaar, waar
volgens zijne peilingen op 1.60 meter
een zandLag zat en waar dus niet be
hoefde geheid te worden.
De Raad besloot toen, dat de fabriek
daar zou komen de bouw werd uitbe
steed voor f 42.000 en de werkzaam
heden, het uitgraven, begonnen, doch nu
werd op 1.60 meter gevonden geen zand
laag, doch een laagje zand van pl. m.
Ya cM. en daaronder veen en nog eens
veen, zoodat nu heien noodig wordt.
Tot tijd en wijle de raad zal hebben
beslist, of de daartoe noodige uitgaven, die
op pl.m. f 15.000 worden geschat, zullen
worden toegestaan, is het werk gestaakt.
het slot van bei h k vuile-,
„Dat sal hea! gaaw «fgeioopsn «ijn,"ging
hij "oort; „dair, F'itn, houdt jij de lantaarn
vast. BI «s hea' maar weer uit, ik heb geen
licht Doodig.*
Nauwelijks een minuut later was het slot
geopend.
Peter was zeer verwonderd over de han
digheid van den markies, die, ofsoboon hij
slechts de linkerhand gebruikte, daar hem
twee vingers aan de rechter ontbraken, toch
loo snel en handig werkte, als een sloten
maker met tien gazoode vingers.
De drie mannen stapten de brng over en
bevonden lich in den tuin van het slot
Giesdorf.
Dadelijk vernaman ze een gedruisch, alsof
een Bink wild dwars door de boomen op
hen toerende. Dadelijk s'onden de drie man
nen stil en Peter fluisterde: „Dat zal Tyrns
zijn."
„Ga hem tegemoet,* seide de markies,
„spreek hem toe, dat zal hem geruststellen."
„Tyrus, mijn ouwe, goeie jongen I Wat
doe je, ken ja mg niet meer P* zeide Peter
tot den hond, die brommend op hem af
kwam
Tyrus spitste de ooren en snoof de lacht
in. Stem en persoon kwamen hem bekend
voor; onderzoikend naderde hg den indrin
ger, die vriendelijk bemoedigend tot hem
bleef spreken, en besnuffelde diens kleederen.
Zoodra herkende hij sjjn ooden vriend niet,
of hij sprong vrooljjk tegen hem op en wreef
liefkoosend zijn fijnen kop tegen Peter's knieën.
„Na sie js wei, nn weet je wie ik ben,
mijn best dier.*
„Vooruit, vooruit!" vermaande Cirvalho,
,ge?f bem zijn hapje.*
Peter kieeg een steek door het har', miar
hjj zag in, dat bij gehoorzamen moest. Hij
hield den hond de vtrraderljjke lekkernij
voor deze hepte ze argeloos cp en begon
re.ds na weinigo oogenbiikken op den grond
te kraipen van da pijn.
„Dat arme beest. Kijk nu toch eens
jammerde Pater berouwvol, die mei gesp>n-
nen aandaobt den doodstrgd van den hond
gadesloeg.
„Geen gekheden*, antwoordde de ander
't Was dezer dagen een
onaangename verrassing voor een jong-
mensch, dat per rijwiel de Potterstraat
te UTRECHT was doorgereden, en op
de Oudegracht bemerkte, dat hij niet
verder kon, omdat zijn wielbanden ver
dwenen waren,opgelost in zwa
velzuur
Deze bewerking had het rijwiel juist
doorloopen in de Potterstraat, waar kort
te voren een mandflesch met ruw zwa
velzuur haar zoo gevaarlijken inhoud
had uitgestort, gevaarlijk voor wielbanden
en schoenen, zooals bedoelde wielrijder
reeds dadelijk ondervond.
Menig nieuwsgierige kijker en arglooze
wandelaar, die onwetend zijn schoeisel
in het uitgestorte vocht gedoopt heeft,
zal ook wel erg verbaasd zijn over 't
spoedig verlies zijner schoenzolen.
Degredatie van een offi
cier.
Omtrent de degradatie van den le-lui-
tenant der schutterij, B. te Nijmegen is
gemeld, dat hij zich niet zoozeer ongun
stig over de schutterij heeft uitgelaten,
als wel over 1IH. MM. de Koninginnen
en het paradeeren daarvoor.
Van bevoegde zijde verneemt de
N. R. Cdat B. is gedegradeerd tot schut
ter, omdat hij zich ter gelegenheid van
de inspectie op 31 Augustus, alzoo in
dienst, heeft uitgelaten over zaken, den
schutterlijken dienst rakende, door tegen
een mindere (een sergeant), die naast
hem in het gelid stond, te zeggen: „Het
is flauwenonsens, de schutters
thans weder inspectie te laten maken,
terwijl er reeds op 2 Aug. inspectie
gemaakt werd ter gelegenheid van den
verjaardag van de Koningin-Moeder
het is plagen, die menschen daarvoor uit
hun werk te halen".
Men kan op grond van de aangehaalde
woorden niet beweren, dat B. zich on
gunstig over HH. MM. heeft uitgelaten.
Hij heefc indirect de handelingen van
den majoor-commandant (die de inspectie
gelast had) gecritiseerd en gelaakt en
werd daarom gdegradeerd wegens
„plichtsverzuim of gedrag tegen de
ondergeschiktheid". (Art. 58 der wet
op de schutterijen, luidende Alle plichts
verzuim of gedrag tegeD de ondergeschikt
heid, waaromtrent bij deze wet geene
bijzondero bepalingen zijn gemaakt, als
mede alle misbruiken van gezag tegen
onderhebbenden zullen naar bevind van
zaken worden verbeterd of gestraft met
zoodanige boeten of straffen, als niet te
boven zullen gaan die, welke bij deze
wet zijn bepaald).
bacseh, pakte Peter bij de Behouders en
wendde hem esi faaiven draai om,
zordat hij den s'ervenden bond den rug
toadraaida. „Na is onze weg vrij en z&l het
werk wel slagen. Ons werk is een heilige
arbeidwjj sijn geen genieene dieven wij
zijn soldalen, die op bevel van hnn generaal
een tocht in het vijandelijke land
ondernemen; want ieder bezitter en ieder,
die in den schoot van den staat dik en vet
geworden is, is onze doodsvijand, wiens goed
en eigaodom wjj tot ons voordeel mogen
aanwenden. Daarom, voorwaarts, met goeden
moed en een rein geweten."
Alle drie drongen voorzichtig en met
zachte schreden dan tuin terder in Voor-
loopig volgden ze nog den oever van het mber
en eerst bij den grooten lindeboom wilde Pdter
rechtsaf slaan en direot op het s'ot toe gaan.
De regen hed opgehouden, maar een
hevige storm zwiepte de boomen nog
steeds. Plotseling flikkerde een bliksem
straal, en bjj bet licht daarvan ontdekte
Peter de boot, waarmede de freale steeds
op bet meer voer.
„Wij zullen tooh geen onweer krijgen
mompelde Frits en keek bezorgd naar de
lacht. „Dat zon ons slecht te pas komen;
het zoa de luidjes maar nit bed halen."
„Och," antwoordde Carvalbo, „dat is maar
een onschuldig weerlichten, waarop geen
donder volgt. Maar waar ga je na been
riep hjj, plotseling op den oever van het
meer toesnellende, Peter achterne.
Deze wenkte geras'stellend met de hand,
als wilde hjj zeggen „Laat mjj maar begaan;
dat, wat ik voor heb, is go d voor ons allen."
Aan den oever gekomen, bokte hjj zich en
trachtte zonder gedrois den ketting van de
boot los te maken. Het gelokte; de ketting
was eenige malen om den paal geslingerd,
zonder door een slot steviger verbonden te
zijn. Daarna stapte Peter in en overtuigde
zich, dat er tviee riemen in het bootje lagen,
hing het roer achterin, greep de beide riemeu
en riep zjja makkers tor: „Ik breng de boot
naar de groote linde, w.chl me daar.*
Cirvalho had hem begrepen; in geval van
nood zon de vlucht met het bootje over het
meer kunnen geschieden, lljj knikte tevreden
en bromde, zich tot Frits weedend :„Die gek
is nog zoo dam niet jammer dat we
hem niet meer kuon-n geb'otken."
Pe er dreef met zachte slagen de boot
door de golven. De ondernemingsgeest en het
aangename aan gevaar verbonden, deden in
zijn hart de stem van het berouw en den
angst zwjjgea. Hjj «ras na met zjja geheele
belangstelling bij het werk, dat hem kort
te voren nog als de vernietiging van zjjo
eer was voorgekomen. Zoo veranderljjk is
de menseh en zoo gemakkelijk komt in hem
het instinct telkens boven, datbet leven van
de één een onafgebroken wilde strjjd is
tegen elk ander leien.
Toen de boot bjj de linde was aangeland,
sloegen de drie minnen, zooals Peter's plan
was, den weg rechtsaf naar het slot in.
„Goed dat de wind too huilt,* zeide
Peter. „Men kan ons in den hof bepaald
niet hooren.*
„Wie zon daar dan nog wakker zijn
vroeg Frits mek sijn onnatuurlijk booge
stem.
„Wellicht Jano, de herdershond, dien ik
dikwijls genoeg gestreeld heb; Ik hoop even
wel, dat hg aan den ketting ligt) hjj werd
vroeger tenminste steeds 's nachts vastgezet."
Men stond nn onmiddellijk voor de vensters
van bet slot, die siob ongeveer op een
manshoogte van den grond bevonden, maar
gemakkeljjk te bereiken wareD, omdat de
muur met houten latten bespjjkerd was,
waarlangs klimroien geplant waren.
„Waarachtig, ge hebt goed gezien," zeide
Carvalho tot sjjn makker Frits, „nLt eens
vensterluiken. Deze menschen hebben een
te goed vertronweo in de eerijjkheid van de
Berlijners."
„Daarvoor heeft de baron een aardig
aantal p:stolen boven zijn bed baogen- 't Is
te weoschen, dat we daarmede geen kennis
behoeven te maken*, seide Pdter.
„Wees onbezorgd Ik zal hem goed be
waken*, zeide Frits en sloop op zijn teenen
weg. Hg begaf zich mar bet w stelijke eind
van het buis, om daar de beide vensters van
de slaapkamer, die, evenals de andere ven-
Bters van het hnia, donker waren, aan een
scherpe bewakiog te onderwerpen.
Vrouwelijke tandarts
voor 200 jaar
In de „Amsterdamsche Dinsdaegse
Courant" No 46, van 1692, komt de
volgende mededeeling voor
„De Juffrou van Rotterdam, die Konst
en Wetenschap heeft om Tanden in de
mond te stellen, dat men daarmede kan
eeten, spreeken, en singen, als of het
haer eygen Tanden warensy maeckt
ook Tanden op staende voet schoon en
fatsoeneert deselve sonder pijne of seer
doen, neemt geen geit voor het is ge-
probeert ook verkoopt sy een kostelyk
tandpoeder, die al het quaet tantvleesch
goet maeckt. Die se van doen heeft kan
haar vinden op de Pype-markt in de
Pellicaen, daer se nog maer drie weken
te vinden is".
Uit het Noordwesten van
NOORDBRABANT meldt men, dat
de campagne der suikerfabrieken, die
heden zou aanvangen, niet is begonnen,
doordat geen fabriek beetwortelen heeft
aangevoerd in voldoende mate om te
beginnen. De landerijen zijn zoo drassig,
dat, komt er geen verbetering, de cam
pagne nog in geen week kan aanvangen.
Bloedvergiftiging!
Te NOORD WIJK heeft zich een geval
van bloedvergiftiging met noodlottigen
afloop voorgedaan.
Een 22-jarige arbeider had een
niet groot stoenpuistje op de wang, dat
Maandag openging. Op de een of andere
wijze de huisgenooten vermoeden door
een rooden zakdoek, die er een oogen-
blik tegen gehouden werd moet er
eenig vuil in gekomen zijn, zoodat de
wang spoedig opzwol. De reeds te "voren
ingeroepen geneeskundige hulp van dr.
Kervel, later nog bijgestaan door dr. H.
Van Nes, mocht niet baten, en in den
nacht van Woensdag op Donderdag
overleed de ongelukkige jonge man.
Uit LEEUWARDEN i s Z a t e r-
dag jl. aan kapitein Dreyius en zijne
echtgenoote gezonden een fraai album,
bevattende het wapen van Friesland en
kunstig bewerkte, in de Eransche taal
geschrevene oorkonde, voorzien van ruim
700 handteekeningen uit verscheidene
plaatsen dier provincie, waarvan ruim
300 alleen uit Harlingen, vau mannen
en vrouwen uit alle rangen en standen,
waarbij zij krachtig protesteeren tegen
het vonnis van den krijgsraad van
Rennes, genaamd „een betreurenswaar
dige verkrachting van het heiligste recht
in iederen beschaafden staat."
C-rvatbo telde, in 1 de deur van de
toiuzaal beginnend, de vers ars een,
tw e, drie deze twee mos
ten het zjjn- Houdt jij de lantaarn vast, s eek
baar aan, sta»r schnif de klep voor het
licht, want licht heb ik nog niet noodig.*
Hij klom langs de latten in de hoogte.
Hjj haalde uit sjjn jasiak een tol, tolde
die nit elkaar en drukte ze dan tegen een
klein vensterinitja. De rol bleef kleven. Nu
«echtte bjj op een oogenblik, dat de storm
weer kraohtig loeide en drukte dan met de
beide armen kraohtig tegen het roit;eendof
gekletter volgde, maar dat geluid werd door
het huilen van den storm overstemd en
de toegang tot ds kamer, waar het geld was,
was vrjj.
Na greep Carvalto met zijn linker hand
door de opening en zocht latigs ds middelste
roede naar den wervel, waarmede de
openslaande ramen gesloten waren,voud dien
eindeljjk en opende de ramen, maar hield
deze vast, daar ze anders door den wind
been en weer geslagen zouden zjjn geworden.
„Dat bad ons (och wel meer moeite kan
nen kosten," zeide hij tot Peter, die nog
beneden stond, „geef me na de lantaarn.*
Hij opende ds klep en list bet licht de kamer in-
schvinen. Tevreden knikte hij „Overal
kleeden op deD grond, wjj kunnen de sohoenen
aanbonden. Volg me."
Reeds was hg over de vensterbank ge-
sprong n eu had dn b ide ramen uit de schar
nieren getild en tegen den wand gezet. Peter
klauterde bem vlug na en beiden stapten nu
naar het sohitd;rjj, dat bet rauoikastje niet
geheel bsdekte,maar 't welk voor oniugewjjdsn
bepaald niet te vinden zou zgn gew.eet.
„Hier is het,* fluisterde Peter, met den
vinger op den wand wjjzend, „laten we ons
nu haasten.'
„Geen overhaasting,* maande de bedaar
de Braziliaan aan, „eers! moeten we ons
«oor allo gevallen ver>.tkeren.'
De kamer fcad drie deuren. Twee ervan
vond de markies reeds gesloten, alleen de
derde was nog los en de sleutel bevond
zich aan de bnitensjjds. Zaoht, htel zacht
opende bjj deze deur, slechts zoo ver, dat
hij den sleutel uit het s!ot kon cemen.stak