Binnenlandsch Nieuws.
Wieringen.
Mond- en Klauwzeer.
hij Katinka terug al» de brnid van den
zoon van den herbergier.
Hij gedroeg zich eerst als een waanzinnige.
"W«arom men hem niet tijdig geschreven
had? Maar wie kan er schrijven bij de
mondingen van den Don De pope
misschien, en dan ook de herbergier bn
zijn zoon, die voor jaren in de stad was
geweest; zij hadden tHen reden er toe,
hem niets te laten weten.
Nadat hij zijn eerste smart had uitge
raasd, besloot Danko de ellendige vrouw
door onverschilligheid en verachting te
atrsffen tot geen prijs mocht zij vermoe
den, wat hij oin harentwil leed. Den vol
genden Zoodag was hij daarom de eerste
op de dansplasts, de dolste, de vroclijkste
van allen, zoo uitgelaten vroolijk, zooils
hij het in den tijd van zijt» geluk was
geweest. De jongens en de meisjes zagen
ziju bloedend hart niet, niet de met moei
te weerhouden tranen, zij schudden het
hoofd, hem schuw van terzijde aanziend,
als een wouder, dat men niet begrijpen en
niet verklaren kan.
Den volgenden dsg keerde Danko naar
zijn regiment terug.In den Deginne ging alles
goed. De discipline, het vele werk lieten
hem geen tijd voor droevige gedachten. Hoe
meer oveuwel de voor K»tiuka's bruiloft be
stemde tijd naderde, des te meer betrok
het vroohjke en eerlijke gelaat van den
jongen man de vro gere openhartigheid
verdween langzamerhand voor een hem
anders vreemde, schuwe gel i&tsuitdrnkking.
Deo morgen van de bruiloft verscheen hij
niet op het appèl.
In zijn dorpje wetd onderwijl, met al den
lust tot bonte versiering, die de Russische
boeren kenmerkt,de bruiloft van deu zoon van
den herbergier gevierd. De priester h?.d de
j rog-gehuwden gezegend, aan de dj-ur van
nuu toekomstig tehuis werd juist door den
oudsten knecht het traditioneels brood en
zout aan de jonge vrouw gereikt, toen
een gil Danko was ongemerkt zijn
vroegere geliefde genaderd; van haar
hoofd rukte hij bruidskroon en sluier,
zijn handen sloten zich verworgend om
haar met een breeden ketting versierden
hals, terwijl dierlijke geluiden van woede
en liefde, uit zijn bleeke, aau bloed gebe
ten lippen ontsnapten.
Toen Danko weer tot zich zelf kwam,
lag hij in het hospitaal van de gauiizoens-
gevangeuis. De tot vervolgiug van den
deserteur uitgezonden kozakken waren nog
juist bijtijds gekomen om den jongen
man, die door de bruiloftsgasten half doo i
was geslagen, a°.n hun handen te ontruk-
ken. Terwijl was Katinka bezig om haar
sieraden weer in orde te brengen.
Veertien dagen later kon Danko het
hospitaal verlaten. Vijftig knoetshgen
en verplaatsing naar een strafcompagnie
in Zuid-Siberië waren de gevolgen zijner
desertie, dan zeven jaar van eeo laven,
zooals een verbanuen misdadiger het niet
slechter hebben kan. Maar Danko ver
droeg alles met stoïcynsche kHinte de
gedachte aan wraak en vergelding voor al
de ellende, die bij nu moest lijden, hield
hem staande. Ziju moeder was ondertus-
schen gestorvenziju vader was ha><r
weldra gevolgd, en de priester had hem
beider laatste wenschen toeg zonden, met
de dringende bede, dat hij zou vergeven
en vergeten. De eerlijke woorden van
den goedeu oude bewerkten eveuwel het
tegendeel van wat hun doel was geweest
de schildering van Katiuka's geluk, het
bericht, dat zij moeder was geworden,
deden Danko's hast en wraakzucht nog
meer opvlammen. Nog nooit was er in
een strafcompagnie een zoo ijverig soldaat
geweest, want nog nooit had er een naar
het eind van ziju straftijd zoo verlangd
als hij, om vrij te zijn, en om weidra ziju
„Zeker, dat beken ik ook berouwvol. Ren
geluk is het, dat ik mijn overig kasgeld
had opgeborgenmaar hst w.ss niet
alles gemakzucht, een weinig snit ge ook
op mijn ziekte mosten schuiven. Hm I wat
dost me dai been weer een pijn." Hij greep
met een pijnlijken trek op het gelaat naar
zijn been.
„Maar, maak het je dan ook gemakkelijk i"
eeide de barones en haastte zich een rol
stoel aan te schuiven.
Doch hij wenkte baar, hei niet ie doen.
„Neen, Claire, laat vooral all.s <oo blijven,
als we het gevonden hebben- Hier in daze
kamer mag niets van zijn plaats worden
gebracht, vóór het gerecht er is geweest. Ik
ga naar da bibliotheek; wilt ge mij daar
gezelschap bonden, dan zal me dat zeer
aangenaam zijn."
„Ik zal Ellen staren, mannitje; ge moet
mij verontschuldigen, daar ik nog heel wat
te doen heb."
Na weinige oogenblikken zat Ellen bij
baar pap», die zich in een gemakkelyken
Ieuss oei had uitgestrekt.
„En ge gelooft werkelijk een menscbelijk
weten te hebben gezien vroeg de vrijheer
aan zijn dochter, die hem haar naohtelyke
ontdekking blozend had meegedeeld-
„Ja papa, bepaald. Ik weet niet mear,
waaiom ik was opgestaan, óf ik gedroomd
heb, óf dat de wind mg geen slaap garde,
óf dat ik voetstappen had gehoord, dai wee''
ik niet meer.Maar genoeg, ik stood aan het
venster,en om beter naar buiten te kannen zien
naar het weer, had ik de jeiouiie opgehaald,
juist op het cogenblik, dat een acberp weer
lichten den omtrek verlichtte. Eo in het
schijnsel van d^n bliksem bemerkte ik een
meoscb, dia bloo shooids op de speelplaats
stond eo vei schrikt tot mij opkeek. Eer ik
mg beginnen kon, wat ik doen zon, was
hij ook weder verdwenenhet was, alsof bij
eensklaps door de aarde was verzwolgen."
„Waarom hebt ge niet om je meisje ge
scheld en om ons gezonden
„Ooh, ik wilde n allen niet dosn schrikken,
ik was er niet zeker van, of die verschijning
geen verbeelding van me was. Ik vreesde,
dat gjj mij zoudt uitlachen.
„Kom bier, Ellen en geef me een kus-* 1
wraak te knnncn koelen.
Voor een paar uur was Danko ia zijn
dorpje sar gekomen, waar niemand in den
vroeg grijzen, verouderdtn m r, den vroo-
lijken jongen van vroeger herkend had.
In de herberg had hij n»ar Katinka
gevraagdzij was afwezig, in een naburig
dorp, bij haar zieke moeder op bezoek.
Haat man was alleen thuis in zijn een
zame boerderij, een tiental gew. rscboten
.vin bet dorp verwjjderd. Daarheen gaaf
de wraa. zuchtigedat zal do meest
duivelsche wraak zijn," dit morgea, als de
vrouw naar huis komt, zij haar man, den
redgsliefde, in ziju bloed zwemmend zd
vindenzal zij het wel raden, wiens
hand den doodsteek heeft toegebracht?
Zeker! Dd schullige zal het zich moeten
bekennen, dat dit de vergelding is voor
haar sooode trouwbreuk, voor de zeven
jaren ellende eu vertwijfeling, die hij voor
haar hei ft geleden Ei rust doos schrijdt
hij voort in de diepa duisternis, voor
waarts, waar hem de wraak wacht
Het instinct vs.n den h;at had hem den
juisten weg gewezen. Het schaduwbeeld van
de oude, mei stroo gedekte hofstede teekende
zich tegen de donkere lucht-af, telkens
als een bliksemstraal door de wolken
schoot. Nog eenige schreden, ea hij is
ter plaatse. Nu moet hij zwijgen, opd.t
er geen krecht wakker weidt, die hem
verhinderen kan in zijn wraak. Wat later
met hem zal geschieden is hem onver
schillig. De galg of de mijnen, alles is
hem hetzelfde, als bij zich sLcbts wreken,
eindelijk wiekeu kan. Daar een heg
venster stiat half open; een klein nacht
lichtje ziet hij mat in de kamer branden.
Zicht doet Danko het venster geheel
open een sp ong, en hij is binnen in
de kamer. M. t luid kloppend hart staat
hij stil, luisterend, of men soms het zachte
gedruis, dai hij heeft gemaakt, gehoord
heeft. Neen, allaa is stil, slechts de hou
den in hun bok bhffen maar wie luis
tert in de Russische stippen naar het
bbffan der honden I
Nerg.ms elders hoort hij ietsslechts
het kloppeo van zijn hart, het koortsach
tig slaan zijner polsen mer-nt Danko dui
delijk te kunnen vernemen. Met zachte
schreden, als van een roofdi r, het mes in
zijn gebalde vuist, gaat Danko nsar het
bed toe, hij heeft het bereikt, en reed»
strekt hij ziju hand uit, om het zware
gordijn Lrzijde te schuiven. De adem
flait door zijn vast opeen gekiemde tanden,
rijn oogén glisstiren ven moordlust, groen
als de oogen van een hyena. Hij hoort
achter het gordij i iemand ademen daar
ligt zijn vijand, de roover van zijn geluk;
esn oogenblik nog, den hreft hij zich
op haar gewroken, vreestlijk, zooals hij het
sedert zeven Imge jaien heeft gedroomd.
Krampachtig omvat Danko het mes, een
ruk, en het gordijn is weggetrokken. Maar
het bed is ledig, de vijand is cr nietin een
hoek ligt een klein, blo id gelokt kind in
deu diepen, rustigen slaap der onschuld.
Haar kind, eo h t zijne,
het kind van zijn vijanden 1 Hoe vreemd
is het nu in de ziel van den man gesteld.
Dat zou een vvra k zijn, het dooden van
ban eeaig kind. Maar een kind vermoor
de!! Maar waarom niet, het is tcch han
kiiid,s!angengeh oed. De hand met het mes
heft zieh op, daar glimlacht het kindje in
zijn droom, missahieu wel tegen zijn mosder.
MosderUit de bevende vingers vao
den wraakzuchtige glijdt het noes en valt
op den harden grond. Het kind slaapt
evenwel rustig, glimlachend, voort.
Zoo sliep hij ook voor lange, lange
jiren, in den droom zijn moeder toelachend,
terwijl deze bij zij u bedje stood, om over
zijn sla»p te W'ken. Eo als zij van het
veld terugkw m, wdk ecu juichende
ni'roep-n vac vreugde I Nu was zij ook
ges'orven, misschien met hartzeer over
hem eo daarboven uit den heuui zag zij
op hem Deer met vriendelijke blikken, op
hem, haar eenige. Ea hij stond aan het
bed vaa een kind, en wilde een moeder
van haar g'ootute kleinood berooveü 1
Steunend alo g Danko de hauden voor
ziju gezicht. D; eerst) tranen, sedert vele
jaren, stroomden uit zijn gloeiends oogrn,
en als door een huogere macht gedreven,
zonk hij naast hef bed van het kind op
zijn kuieëa neer. Toen werd htt kindje
wakker; slaapdronken, man zonder
vries, zig het glimlacheud mar dn
vreemden man, die daar knielde. Toen
hield D,.nko het niet meer uit eens,
en nog eeus ku3ta hij het kind op voor
hoofd, lippen en oogen, zooals eens zijn
moeder hem h»d gekust, totdat het kind
bang werd en begon te weenen. Nog een
kus, toen sprong hij uit het venster, en
weder ging het voort, in de duisternis,
in storm eu regen, maar hij wurd niet
meer door haat gedrevem, ui t meer door
fuiiëu v .o tgezw3ept moedermoeder
riep hij juichend, heb dank, moeder, hier
beo ik, Di.nko, uw eenige zoon
Toen do morgenschemering aanbrak,
ging Danko naar een boer en verhuurde
zich -Is knecht. Ea uitgebluscht was de
woeste haat in zijn ziel uitgebloscht
voor altijd A. C.
Zij was op haar vader toegeloopsn, bij had
zijn arm om haar middel geslagen, trok haar
teeder tegen zich aan en sag gelukkig lachend
tot haar op. „Ik je uiilaoh.n P Muisje, daar
mee oa ik nooit klaarkomen daarvoor heb
ik je veel te liefToe, geef me nog ean kas
Hot meisje, dat haar vader afgodisch lief
bad, sloeg stormachtig haar armen om zijn
hils „Lieve, lieve papa 1" Zij drukte haar
lippen op zijn voorhoofd. „Had ik kunnen
vermoeden, dat men n wilde bestelen, ik
had moord en bracd geschreeuwd.s
„Hoe a«g de man er uit? Kondt gij hem
niet herkennen P*
Hier trad een mement in, dat hst onbe
vangen pratende kind plotseling in een zich
zelf behesrscbcnde slimme Eva's dochter ver
anderde. Zjj had Peter heel goed herkend,
t»nmiDste zij hield het voor zeer waarschijn
lijk, dut hy hei was geweest, dien sij daar
plotseling ia het licht van den bliksem voor
aich bnd gezien; zijn persoon w a haarveel
te goed bekend, om zich te kunnen vergis
sen. Maar reeds gedorende den nacht had
zjj aioh voorgepraat, dat het een ander kón
geweest rijn en het dus heel leelijk zou zijn,
een wellichi onschuldige Ie noemen. Het was
meer haar instinct geweest, dat h*ar zoodanig
deed handelen. En bovendien, was Peter riet
de stiefbroeder van mijnheer TalIP En deie
sou er bepaald zeer onder lijdon, wanneer
bij te weten kwam, dat «ij een zijner bloed
verwanten voor een gcineenen dief hi>:ld, die
haar vader had bestolen. Neen, zjj moest
sioh vergist Lebben, reeds om dien armen
Willis» die kwelling te hesparen.
Zoodoende antwoordde re met slimme terug
houding „He kennen, papa P Ja en neen.
Ik seg heel duidelijk, dat het een man weg,
m» r de bliksam was zóó sobel en van zulk
een korten dnur, dat het reeds weer donker
was geworden, teen ik traohtto vest te .stel
len, wie het was geweest, en toen ik de ge
laatstrekken ea de verdere ho. danigheden
van den persoon weer in mjjn herinnering
trachtte terng te roepen, wist ik niet eens
meer, of bjj groot of kiein, blond of zwart,
of hoe ook geweest was-*
„Hm, hm," liet de vrjjheer hooren, ,d#o
zullen we bet aan het gereoht moeten over
laten, of dat er wat van terecht kan brengen.
Vergadering van den Raad
d. r gemeente Wieriüïen, geöooden op
Dinsdag 3 October 1899, dis namiddags
ten 2 uur. Aanwezig alle ledeD.
Voorzitter de EdelAchtb. heer L. C.
Kolft, Burgemeester.
Na opening door den vcorziftir, worden
door den secretaris, den heer Poel, de notu
len der vorige bijeenkomst gelezen en
vervolgens door den raad onveranderd
goedgekeurd.
De voorzitter leest een circulaire voor,
ingekomen van de vereeniging van Burge
meesters en Secretaiisaen in Noord-Hol
land, behelzende het ontwerp vaD een
geschikte pensioenregeling voor gemeente
lijke po'itie-beambten ia deze Provincie.
Op duidelijke wijze duidt de cornm., de
heeren Calkoen van Edam, Groskamp van
Sloterdijk en Raseh van Haarlem, san, op
welke manier men het voordeeligst kan
pensioneereD/ tevens wordt in een staatje
de premie uiteengezet voor een pensioen
op 65-jarigen leeftijd.De raad is van meening
deze circulaire voorloopig voor kennisge
ving te moeten neraet).
Eene verordening op de heffing en
invordering van belasting; voor stand
plaatsen bij gelegenheid der kimis,
wordt goedgekeurd.
Dj suppletoire begrooting voor het dienst
jaar 1899, waarop een nieuwe post wordt
gebr cht, wsgens een gedane geldleening,
en andere posten worden verhoogd, wordt
mtt algemaene stemmen tot een bedrag
van f 8000.vss'gesteld.
Hierna wordt de begrooting voor het
dienstjaar 1900 wederom ter tafel gebracht.
Gedurende 14 dagen heeft deze op de se
cretarie ter inzage gelegen en bezwaren
zijn niet ingekomen. De Ontvangsten
en Uitgaven bedragen f 17425.82. Met
a'geuieene st mmen wordt de btgr. vast
gesield en zsl ter goedkeuring aan H. H.
Ged, St. worden opgezonden.
Verder deelt da Veorz. mede, dat door
hem zal worden gepubliceerd, dat houders
van paarden en rijtuigen de wegen, toe-
ik heb vanmorgen aan den eersten dsn besten
rechter van instructie getelegrafeerd en ason
aal wel spoedig antwoord eenden."
„Daar komt bnp raid het antwoord dan,"
zeide Ellen en wees door hst venster naar
d;n tuin, waar een bode naderde.
Zij liep naar buiten en nam een brief voor
baar vador in ontvangst.
„Ik kom den tuin door, freule,veront
schuldigde de bode tich, „de toegang tot den
hof is versperd, doordat de storm sen paar
boomen hoeft geveld."
„Ja, het i» een verschrikkelijk weer. Wil
je niet een kop warme koffie?" En toen de
man verlegen lachte, suide ze verder: „Qa
maar naar de keuken en zeg daar, dat men
u bet ean en auder g aft."
Toen de vrijheer den brief had gelezen,
zeide bij tot zene doohter: „Wat een merk
waardig toeval.Dsnk eens, Ellen, aan mijnheer
Teil ia het onderzoek in doze zaak opga-
dragen en hij kom; morgen met den eersten
trein hier; hij brengt een detective moe en
vraagt me, ean rijtuig naar het station te
geilden."
Ellen aohrikfe en trok oen streng, boos
gezicht.
Haar vader bemerkte het en greep h ar
hand„Gfj na eens naast me zitten, mijn
kicd. Wilt ge mijnheer Teil ook morgen heel
vriendelijk behandelen Ja, mijn kind f Wan
neer hg met «ijn werk klaar is, zal ik hem
verioeken, bij ons te eter, er is er mij veel
aan gelegen, dal hjj zich in mjjn huis aan
genaam en op zijn gemak gevoelt. Mag ik op
je holp rekenen
Hij Hat «ijn doohter onderzoekend aan en
glimlacht daarbij ongemerkt, want aij is
hem yandang lisver dan ooit,- en dat ze »oo
boos is op Teil, daarvoor zon hjj haar gaarne
eens recht hcrteljjk kassen. Wact hjj wiet,
d*t de reden daarvan is, dat Teil met hem
heen geduelleerd.
herhaalt hij dringonder, daar hjj
nog maar geen antwoord krijgt.
Eindelijk overwint Ellen haar trotsch
hartjj en zegt: „Hjj hesit u toch
toen u weej wej ua8r het leven as-
staan."
„Maar, ayn j;eïe hind* de vtjjbeer heeft
hsar vlug eeu kus op de wangen gedrukt
behoorende aan de gemeente, in het mid
den moeten berijden, daar men anders bij
't verbeteren der wegen da kanten geheel
stuk rijdt. Iedere overtreding zal,
volgens Art. 46 sub a der slgemeene Ro-
litii-verordeuing, worden gestraft met e:m
geidbotte van f 5. De hr. P.Tijssu vestigt bij
de rondvraag de aandacht op eao la itaarupaal
aan den Ouden Steiger te IHukes; op dezen
jnal uioast noodig eeu lantaarn worden ge
plaatst, dsar het 's avonds daar zoer don
ker is. De voorz. zal hierin voor
zien. Verder n'ets meer te behandelen
zijnde, sluit de Voorz. de vergadering.
Door 140 wieriuaaier» alhier is aan
Z. E. deu Monistsr van Financiën eeu
adres gericht, inhoudende het verzoek ooo
puieuw met het gemeentebestuur
te cou'.racteeren wat betreft het
m laiea van zeegras. Aanleiding was, dat
Z. E. een verz >ek was aangeboden, om de
waarden evenals voorheen in het openbaar
le doen verpicht8n.
Een strenge winter in
zicht.
Te DRENTE, waar z»er vele eiken ge
vonden worden, zijn de wegen tegenwoor
dig als bezaaid met afgevallen eikels.
Oude, ervaringrijke lieden beweren, dat
dezs eikelovervloed de voorbode is van
een strengen winter.
Door den minister van
binnenlandsche zaken zijn de Burgemees
ter», door tussekei'komst van de Commis
sarissen der Koningin, uitgeDoodigd tot
invulling van daarbij toegezonden tabellen,
bevattende het oordeel omtrent den oogst
der cultuur-, voeder- en warmoezeiijgewss-
sjn, der vruchten en van het ooft, in de
gemeente geteeld in 1899. Dat oordeel
betreft zoowd da opbrengst als de qaali-
teit, uit te drukken iu cijfers van 100
(als bij uitstek gunstig, dus uitmuntend)
tot eu met 10 (mislukt).
De minister wenscht, dat de burgemees
ter zich bij de invulling laat bijstaan door
eene commissie, gelijk die, welke behulp
zame is bij de samenstelling van het
landbouw-verslag.
D e Vereeniging ter behar-
tiging vat) de belangen der Vrouw, te ROT
TERDAM, heeft zich met een adres tot
den minister van justitie gewend, inhou
dende het verzoek, bij de aanhangige her
ziening vao da wet op het Dotarisambt,
door een kleine wijziging van art. 23
dier wet, ouk vrouwen als getuigen bij
notaiiëele aklen foe te laten.
Dit adres werd dezer dagen persoonlijk
door een harer leden den minister aange
boden.
Het bestuur der Liberale
Unie heeft aan de amgesloten kiesvere
nigingen bericht, dat het zich ernstig
bezighoudt met de voorbereiding der
behandeling van bet kiesrechtvraagstuk in
eene algemeens Vergadering en dat ean
praeadvie3 daaiomtrsnt bij eene commissie
uit zija midden in bewerking is.
Men schrijft oit FRIESLAND
Hoewel de Daitsche grenzen nog steeds
onverbiddelijk voor den invoer van vee
uit Nederland blijven gesloten en de con-
fc'öle dasr zeer streng is, zijn toch uit
Roordahuizum dezer dagen met toestem
ming der Duitsche autoriteiten 102 koeien
per extra trein rechtstreeks door Duitsoh-
land en Zwitserland naar Milaan in Italië
vervoerd. Het vee werd op de grenzen
door de Duitsche veeartsen gekeurd en
daarna geplombeerd. Aan daarvoor aange
wezen stations mocht men het vee voede
ren en drenken. Deze koeien waren een
puikje van den Friescktn vees'apej.
„hal omgekeerde is eigenlgk hel gevel ge
weest want ik, ik heb hem jammer genoeg
tot dat duel gedwongenhij kon onmogelijk
anders dan mij uitdagen; ik zou hem anders
als een laf, eerloos man hebben beschouwd."
„U papa die n steeds zoo bedaard en
fatso rnlijk gedraagt F Hoe kon u hem zoo
doodölijk beiesdigen Wat was er dsn voor
gevallen P"
Potstaasend! Wat aoo'n kind al nist
vrsgeo kanDe eerbare mijnheer papa kan
het onmogelijk zijn dochtertje vertellen, dat
hij als luitenant eeD liefdesavontuur heeft
gehad met Tell's moeder.
Hij draaide eenige keeren aan vijn snor,
en zeide op gedwongen toon, waaruit
wel een licht beven van verlegenhaid klonk
„Zoo goad als niets mjjn kindeen onbe-
dsoht woord, een gering misverstand bij een
glas wijo, dat gewoonlijk het warme bloed
van de joogelui nog warmer maakt. Hij had
een mjjner uitdrukkingen verkeerd begrepen
en verlangde eene verklaring van mijmij
ergerde die zoogenaamde neuswijsheid,
ik weigerde het uitleggende woord en het
standje was er. Gij moogt hem dat volstrekt
niet euvel duiden! Hij is geheel onschuldig
de zondaar, dio alléén een verwijt verdient,
zit nasst je."
„Is het werkHijk zoo, paps Pl<
„Werkelijk vraar, mijn kind! Hem komt
niet een schaduw van verwijt toe."
Een steaal van vrengde schitterde in haar
oogen- Doch haar voorhoofd vertoonde al
dra weer vouwen en rimpels„Papa, dat
most ge mg beloven, dat wanneer ge eens
weer, wat ik niet hoop, een dergelijke
ontmoeting hebt, ge dan toegeeft, nit me
delijden met mitna en mij. Een tweede maal
zou ik oen dergelgke gebeurtenis niet over
leven.®
Tranen stonden baar in de mooie oogen
eu de oude h or streelde haar langs de wan-
gon en trachtte haar gerust te stellen. Kind
waarvoor zou je nu weenen P Ik beloof het
jc immers, dat het nooit weer zal voorkomen
„Nooit weer p«p. p* Het was, alsof een
berg baar van de borst was gewenteld eo
haar oogen_ waarin acooven nog tranen
Blonden, schitterden nu van blijde vreugdo.
„Neen, zeker niet, maar nu belooft gij me
Na vergelijkenderwijs de verschillende
hemelhoog geprezen ontsmettingsmiddelen
tegen mond- en klauwzeer te hebben onder
zocht, heeft de chef van het departement
van landbouw en nijverheid in Frankrijk de
voorkeur gegeven aan „Lysol", waarvan de
groote antiseptische kracht hem duidelijk is
gebleken. In eene circulaire, gericht aan de
inspecteurs van het vee en aan de veeartsen,
beschrijft hffi van ambtswege, het gebruik
er van als volgt;
A. - Vee. - De ontsmetting der dieren
heeft plaats door hun lichaam te besprenke
len door middel van een sproeier of een
gieter met veel gaten, met eene oplossing
van Lysol van drie percent; of ongeveer
3 eetlepels vol op 1 liter water. De pooten
en andere lichaamsdeelen, die veelal bevuild
zijn mot den drek der dieren, worden vooraf
met lauw zeepwater gewasschen.
B. - Stallen en gereedschappen. - Het
legerstroo. zoowel als het voedsel, dat in do
etensbakken of ruiven achterblijft, moet
worden weggenomen. De bodem van den stal
moet vervolgens worden afgewasschen met
overvloedig water, zoodat die goed rein is
tot in alle hoekjes.
De muren, etensbakken, ruiven, deuren,
vensters, alles wat in aanraking kan geweest
zijn met den drek, of mot de zieke dieren,
moeten worden afgewasschen met kokende
oplossingen van koolzure potasch, mot kokende
loog, terwijl de oppervlakte steeds moet
worden afgekrabd om de stof los te maken.
Na deze atgemeene reiniging wordt eene
oplossing van Lysol van 3 percent gespren
keld, zoodat ze tot in alle tusschenruimteu
kan doordringen. De afvoerbuizen van de
mestgier moeten evenzoo worden behandeld,
eerst met veel overvloedig water gereinigd
en dan met de oplossing van Lysol. De mest-
hoopen, de binnenplaats, de paden, de drink
plaatsen, ie worden allé besproeid.
C. Ontsmetting van personen. Ieder,
die in aanraking is geweest met besmette
dieren, moet zijne handen, zijne kleeren en
zijn schoeisel afwasschen met bovengenoemde
oplossing.
Als aanvulling op het bovenstaande kan
nog dienen, dat het zeer wenschelijk is vóór
de staldeur eene laag Lysol-poeder van 5 a
6 c.M. dikte te strooien, waarin de dieren
dus zelf hunne zieke pooten desinfecteeren,
telkens als zy den stal in- of uitgaan.
Neerbosch.
In aansluiting aan ons bericht in h.t
vor'g nummer, betreffende het over
lijden van een der weesjongens te Neerbosch,
naar aanleiding waarvan de justitie te Arn
hem zich met de zaak zon hebben ingela
ten, vernemen wij uit vertrouwbare bron
het volgende
In dm appalentijd is het bij een groot
deel der Neaibossche jeugd de gewoonte,
er in stilte haar werk yen te maken, op
eigen teirein of ook op de boerd8iijen in
den omtrek zooveel appels te viroreren,
als zij maar kon meester worden. Qeüjk
te begrijpen is, laten de gevolgen van dit
overmatig gebruik van rijp en rauw zich
niet zeide i gevoelen.
Zoo kwam Vrijdag 18 Augustus zekere
Tiek,12 jaar oud, op de boerderij der inrich
ting in gezelschip van een troep appelen-
stroopers,die ham toeroegden v Wat doe jij
hior met je bleeke gezicht, maak dat je
weg komt."
In hoever ook Tiek achter de appels
gezeten heeft, is niet bekend, maar wel,
dst hij dienzelfden middag naar zijn bed
trok en 's morgens bleef liggen. Tqsd
kwam een der meisjes, met het in orde
brengen der slaapzaal belast, bij dsn
suppoost Ldie den patiënt in zija
oog eeu appslenzieke gelastte op te
en ging heeo. Voor de tweede
maal gerospm bij dan jongen te
komen, heeft L. in drift den jongen
mst een voorwerp een slag op den arm
gegeven, en andermaal hem gelast, op te
staan.
De jongen is toen opgestian, tsaar direct
daarna bleek, dat onverwijlde opneming in
het ziekenhuis dringend noodig was, en
reeds om elf uur 's morgens overleed hij.
De daarop spoedig gevolgde correspondentie
door de familie, te Dieren woonachtig, g&f
ook, dat gij die donsme gasebiedenis einde
lijk vergeten zult en dat ge tegen mjjoheer
Teil wedsr beleefd en vriendelijk zult zijn,
evenals vroeger."
„Gaarne, papaatje! Gij zult u niet weder
over rag hebban te beklagen I"
Zij was opgesprongen en sag er zoo ge
lukkig uit als esn vogaltji
Zjj hield ook woord. Toen don volgenden
morgen het rijtuig mijnbeer Teil en twee
andere heeren aanbracht, ontving ze met
haar ouders mijnheer Teil allervriendelijkst.
„Welkom, Teil, maar wat zie ik? Brengt
ge daar Jast mede?"
„Zeker Frederik Jast," verklaarde dese,
zichzelf voorstellend. „Ik heb mjjnheer Teil
mot den anderen heer van het gerecht heel
toevallig op bet atalion ontmoet en toen wa
ren de heeren wel zoo vriendelijk, om mij
een plaatsje in hnn rijtuig aan te bieden.
Ik had in de couranten van de inbraak
gelezen en wil me nu persoonlijk ervan over
tuigen, dat de schrik hier uiemand schade
heeft gedaan. Doch ik eie, dat ge hier
alten van het ond-Brandenbargsebe ras zijt,
voor wit steeds het wachtwoord geldtBang
maken laat ik me niet."
William Teil bad intnssehen mevronw von
Brank de hand gekast en zijn metgeiel, een
gosdig er alttiend heer, voorgesteld.
Mevronw von Braak zeide eenige beleefde
woorden tot den haar vreemdon heer en
wendde zieh vervolgens weer tot Teil„Gij
hebt hier in een heelen tijd nfet laten
«ren. Na heeft het verlies, dat ons heeft go-
troffen, tooh dit aangename gevolg, dat het
0DS weer «on ond vriend in de armen voert."
Teil meende zijn oorea niot te kunnen
vertrouwen. Boos on verbitterd had hij dit
huis verlaten; hij had gimeend, dat hij aich
den terogkecr naar Giesdorf onmogelijk had
gemaakt, en nu ontving men bem daar met
een harielgkherd, alsof er niets was voorge-
9°-n 88 rï"'1 omdat men hem na noodig
had F Omdat men door sgn bemoeiingen het
erogvinden van het kapitaal verwachtte P
Maar (oei, zooiets van de familie von Brank
te deoken, was laag. Ze moohten verwaand
fijn op hun hooge geboorte, maar tot zoo
tets aohtte bij ze (ooh niet in staat.
WORDT VERVOLGD.