(i KM KMI) NlfclJWS.
Burgerlijke Stand.
Gem. Oudcarspel.
Gem. Sint Maarten.
Gem. Callantsoog.
Gem. Wieringerwaard.
k irpê tich un te tlailen bij letter of schutterij, van
de 5327 manoen en 144 jongelingen, leden der
korpsen, slechts 84 mannen en 86 jongelingen
bevestigend antwoorden.
De bnrgera, die in Zwitserland ingeval van een
oorlog zollen optreden en de boeren en burgers vao
Oranje-Vrijstaat, die in den krijg lijn, zollen dit
niet doen of deden dit niet uit louter liefhebberij,
maar omdat zij daartoe bij de wet .opgecommandeerd*
worden oi werden.
Wij zonden dus eerst moetea hebben algenieeeen
dienstplicht; iedete man, die daartoe physiek in
staat ia, zich oefenende om zijn vadeiiand te
verdedigen, en derhalre ook een algemeene volks»
wapening; zotals in Transvaal en Zwitserland, ieder
weerbaar man zijn geweer in huis.
Nu achten wij met het oog op den persoonlijken
dienstplicht, zulk een algemeenen scherpschutter stond
niet verwerpelijk.
Vrij zouden gaarne zien, dat in elke gemeente marnen
van initiatief en energie er toe kwamen, om afdeelingen
op te richten, die zich oefenden in de behandeling
▼au het geweer model-1695. maar dan zouien de
vermogenden de niet-rermogendeu moeten helpen in
het aanschaffen van wapenen, want indien men in deze
geheel op de hulp van het Bijk steunde, dan zon de
minister van Oorlog met een begrooting voor den dag
moeten komen, die er wellicht niet zoo vlot zou
doorgaan, als die voor 1900. Wil men toch lster de
leden van zulk een bond in het vaar breDgrn, dan
dienen rij veittonwd te zijn met het wapen dat ook het
geregelde leger gebruikt.
De groote fout is geweest, dst, toen een twintigtal
jsten geleden de voorstanders van sport en dat rijn
we nu zoo wat allemaalwezen op het nat van het stalen
van spieren en zenuwen, we van den vreemdeling allerlei
vreemde zaken overnamen wieltyden, voetbal, lawn-
tennis, Hockey en Bandy, cricket, enz., maar dat we
verzuimden te doen aan een tak van sport, die in
Zwitserland tevens het groote volksvermaak is, en
zelfs tot nationale feesten aanleiding geeft. Op een enkele
nitzondeung na, waren we allen bang voor het schot
Zells de loop van een schnttersgeweer diende nergens
anders voor dan om daarin een half opgerookte sigaar
te bewaren en de in 1830 en '31 zoozeer bewierookte
en bezongen achutteiy, die zich toch wezenlijk in den
tiendaagschen veldtocht tegenover generaal Daine
kranig heeft gehouden, z<5ó zelfs dat niemand meer of
minder Jan generaal Knoop haar daarover uen noodigen lof
toezwaaide, is thans een waardig onderwerp voor de
geestige teèkenpen van Braakensiek,of wordt op het
iconecl bespottelijk gemaakt
Zoo hebben we de lainpen niet brandende gehouden
en den ceuigen tak van sport,waarvan we niet voor
ons selven, maar voor het lieve vaderland nut zouden
kunnen hebben, geheel en al verwaarloosd 't Is
onmogelijk om in één oogenblik een volk van scherp
schutters uit den grond te stampen, al waren ze dan
ook niet zoo geoefend, dat zy met Dom Paul zouden
kur.neu zeggen, dat, wanneer zy op het oog mikten
en zjj raak'.-li den neus, zij misschoten.
Wij moeten dus roeien met de riemen, die wy
hebben en dat zegt niet veel Mochten wij in een
oorlog gewikkeld raken, dan hebben we geen ander
leger dan de 56 000 maz, die de bestaande wet op
de nationale militie toestaat, die èn het veld- èu het
bezettingsleger moeten vormen en die, wat het gehalte
betreft, nog den invloed moeten ondergaan, welken wy
hopen, dat de persoonlijke dienstplicht op de armee
zal hebben
Hoewel men nu, zoowel door de opleiding der
officieren als door de oefening der manschappeu, in
de laatste jaren zeer veel heett gedaan om het alge
meene peil van ons leger op te voeren, is èa de
deskundige én de leek overtuigd, dat, wanneer wy
het vaderland tegen een buitenlandschen vijand zullen
moeten vetdedigen, wy in ons vaderland, om tijj
Zwitserland te bljjven, in veel ongunstiger conditie
verkeeten, dan in het classieke land der vrijheid.
Hierop wees dan ook de Minister van Oorlog, teen
hij den 1'Jden December j. 1. in de Tweede Kamer
met bet oog op een adres, ingediend door een aantal
MeJerlauders van naam en waarin werd aangedrongen
op het nitzenden van een commissie vau officieren
en burgers, welke zich in Zwitserland van den aldaar
besta.nden toestand op de hoogte zou stellen, zeide
„Ik heb er niet het minste bezwaar tegen orn aan
Nederlandscbe officieren de gelegenheid te geven zieh
zelf van den toestand in Zwitserland te overtuigen
maar ik zon er wel groot bezwaar tegen hebben
wanneer da*rvan gebruik werd gemaakt tot kapstok
om de behandeling der Legerwet aan op te hangen.
Van huis nit, en dus onafhankelijk van bet rapport,
dat de heeren zuilen uitbrengen, weet ik, dat bet
Zwitsersche stelsel, zooals dat op het oogenblik,
bestaat, niet geschikt is voor Nederland, en dat wel
om verschillende redenen, die zich eigenlijk tot slechts
twee eoncentreeren. Vooreerst de aard van hetteriein,
maar vooral de aard van de stof, waaruit het leger
gevormd wordt, dc personen waaruit het bestaat.
Bovendien als ik dit eerst even mag zeggen om
het verder ter zijde te laten, wensch ik er op te
wijzen, dat Nederland een koloniale Mogendheid is,
hetgeen al terstond aanleiding geeft tot helaagryke,
noodzakelijke cn wenschelijke verschillen in de leger-
organisatie.
,De reden, waarom het Zwitsersche stelsel op dit
oogenblik voor ons niet geschikt is, zeide ik, ia in
hoofdzaak, dat de stof niet dezelfde is. Een Zwitsersche
jongeman van 20 jaren verschilt in vele opzichten vau
een Nederlandschen jongeling van dien leeftyd; de
Zwitser ia, ongeveer als de Transvaler, een man die
van zyn jeugd af aen met het geweer vertrouwd is
terwijl men hier te lande niet eens met een ontbloot
geweer over straat mag loopen.
.Bovendien wat lichaamsoefening belreft, is men
in Zwitserland ons ver vooruit; van de vroegste,
jeugd af, ik meen van het tiende jaar, wordt daar
zeer geregeld gymnastiek beoelend."
man was haar nu, nu zij zijn naam en fa
milie kende, nog raadselachtiger dan bij de
eerste ontmoeting.
Daar verscheen Marlow,die zich bij de gas
ten in de tuinkamei gevoegd had op het ter
ras. Hij bleef een oogenblik zeer verbaasd
staan, toen hij den heer zag, die in ge
sprek met zijn dochter was, en kwam toen
langzaam naderbij.
Ernst Raimar had zich omgewend. Hij
wist, dat hij den oom van mevrouw Maien-
dorf hier zou aantreffen en toch scheen die
ontmoeting hem zeer pijnlijk te zijn.Marlow
keek hem een oogenblik vragend aan,
alsof hij niet zeker van zijn zaak was, en
zeide dan „Wanneer ik me niet vergis
notaris Raimar
Deze boog toestemmend. De bankier
scheen een oogenblik te aarzelen, dan reik
te hij hem de hand.
„Ik wist het reeds van uw broer, dat ge
u in Heilsberg hadt gevestigd. Wij hebben
elkaar in lang niet gezien ge komt zeker
nooit te Berlijn ?u
Naar de wangen van Ernst steeg een
diep rood op, dat even snel verdween,
en zijn oogen zochten den grond, toen hij
antwoordde
„Mijn ambt laat mij weinig vrijen tijd,
ik moet me het reizen geheel ontzeggen."
..Ge kent mijnheer Raimar. papa vroeg
Edith, ten hoogste verwonderd.
„Jawel, mijn kind, maar onze kennisma
king ligt reeds ver achter ons. Gij hebt
een zeer begaafden broeder, mijnheer Rai
mar; hij zal u nog veel vreugde bereiden
met zijn talent. De jonge man is zeer dik
wijls een gast in mijn huis", en daarmede
ging de bankier op Max over en sprak
zeer druk over hem en zijn talent, zooals
hij nog nooit had gedaan.
Edith luisterde met steeds stijgende ver
wondering toe. Zij gevoelde duidelijk, dat
haar vader, die anders al heel weinig notitie
nam van den schilder, met deze loftuitingen
iets anders wilde wegredeneeren. en zij zag
ook heel goed de eigenaardige onzekerheid
van den notaris Raimar. Waar was diens
liere houding gebleven, waarmede hij h«ar
roor weinige oogenblikken nog zoo had ge-
Am het terrein valt nn eenmaal niets meer te
reranJeren volgena deskundigen is het met de
nooJige bomvrije forten en onder aanvoering van
bekwame leiders goed Ie verdedigen en de mennekea
moeten wij nemen aocala zij zyn. Aangenomen dat
onze jongelieden en ook de ouderen van dageD, onder
de impressie van het oogenblik, bun roeiriemen,
rjjw ieien, bats. kolven enz lieten staan. en alle naar
een geweer grepen om zich te c-feren, dan zon, indien
zij daarmtê volhielden, een halve '.necschen-leefiyd
noodig zyn, aleer zy de geoefendheid van deu Zwitser
erlangden Die van den TransvanUcben Boer kannen
zy nooit naby komen, omdat deze, daar zpc levenswijze
een geheel andere in dan de onze, zich in de pralcyk
des oorlog» sinds jaren geoefend heeft Hi, heelt
stalen spieren en geen zennwen die kweal van
dezen tyd zeltbeheersching en vertionwen in zgn
schot en dergelgke^igenschappen verkrijzt men cie:
door het schieien <^een ffguorscbyf. De Transvnalsche
Boer moge voor den Nederlandschen schatter een
ideaal zijn, hem nabijkomen zal deze nooit.
Tceh kan de Minister ran Oorlog niet zeggen, dat
de teekenen des Igds hem niet gunstig waren, toen 1
hg, de belofte in de troonrede uitgesproken gestand
doende, den 14.'.en October jl. zyn ontwerp van wet
tot regeling van de aamenstelling der landmacht
indiende. Eenige dagen te rcren had toch Kruger
zijn nltimatom verzonden en den lOden October jl.
meldde een Benter-telegram, dnt generaal Joubertaac
de verschillende laagera had medegedeeld, zich gereed
te honden voor een oomiddellgk voorwaarts rukken
Wy weten, wat er sinds dien tyd geschied ia. Eng-land
heeft zich in een wespennest gestoken, zyn staatslieden
schynen het hoofd verloren te hebben, geheel Dnit«ch
land toornt over het in beslag nemen van atoorubooten,
voor een rentrale haven bestemd, in Frankrijk zon
een oorlog met Engeland popnlair en tevens een
geschiktebliksemafleiderzynvoor inwendige beroeringen
en Ru»land zit in Azié gereed, als de kat, die op
een muis loert, om zyn slag te slaan
Zelfs de verzuchting moet ott van het hartOch.
ware de minister van oorlog maar reeds dadelijk
met zijn lege'orgacisatie o| getreden, wij waren
dan:mes misschien nu gereed en de Jebstten over
zyn wetsvoorstel zooden niet behoeven gehouden te
worden terwijl de lucht verrold is van krijgsrumoer
en wij zeiven er aan beginnen ta denken, of het
oogenblik niet spoedig daar zal zijn, dat wij ons ook
moetea gereedmaken voor het bloedig hooggety
des doods.
Toch dienen wij het we'svoorstcl kalm onder de
oogen te zienwij stellen ons voer, dit in een
volgend artikel te doen.
Handelsblad <an 12 December jl.
Bij de jongste opvoering van ,De bruiloft van
kloris en Koosje* in deu llaag, gewaagde „Thomasvaer*
van de aanslaande afschaffing der schutterij, waarop
Pieterne!" op haar knieën viel en zong: ,0 God,
verlaat mijn Neatland niet 1*
Kolossale w e i k u g I
„Mijn vrouw kan zóó grweldig Sedser-
moeuen afsteken, dat zelfs een goedspre
kende papegaai, dien ik daags te Toren
gekocht had, na hel bijwonen van ejn
enkelen keer sprakeloos is geworden I"
Spoorwegramp bij Lenven.
Een groot spoorwegongeluk heelt Dins
dagochtend t? half negen te Wygma 1
plaats gehad, op de baan van Mtchelen
naar LenveD.
Een trein van Ai twerpen—Stuivenherv
naar Vervier» werd aangereden, op het
oogenblik dat hij een zijspoor opreed
Het was een goederentrein van Ans
naar Muysen, die tegen den Antwerpschen
trein aanbotste.
De schok was allerhevigst.
De twee locomotieven werdeD omver ge-
worp-n en verbrijzeld.
E<n vijftiental wsggons vlogen in splin
ters, met al wat zij bevatten. De trein-
conducteor Bruyninctx, van het depot
Antwerpen, en een remmer werden zwaar
gekwetst.
De stoffelijke Bchado bedraagt meer dan
150.000 fr. De twee banen zijn belemmerd.
Al de treinen vau en voor Mechelen worden
op Scbaerbeek gericht.
Drie hulptreinen uit Leuven, Brussel en
Mf-chelen zyn ter plaatse gezonden.
De oorzaak der ramp is nog niet bekend.
Men gelooft haar te moeten toeschrijven
aan een verkeerd signaal.
Een echte „gau w-d i e f."
Een Berlijnsche dame,die dezer dagen in
eeD electrische tram gez.-ten was, bemerkte
dat in den zak van haar japon een hand
werd gestoken, welke, toen zij die grijpen
wild-, sin-I werd teruggetrokken Do^heei*
ïmponeerd Hij scheen verlicht adem te
halen, toen de kleine Lieslieth kwam om
hen aan tafel te verzoeken.
Aan de theetafel ontspon zich
een zeer levendig en onderhoudend gesprek,
waarin majoor Harmut de hoofdrol ver
vulde. Max deed wel, zijn program getrouw,
eenige krampachtige pogingen om zich op
den voorgrond te stellen, maar de majoor
drong hem steeds naar achter. Harmut had
na den oorlog steeds in groote garnizoens
gelegen en verder in zijn leven zeer veel
gezien en ondervonden. Hij wist zeer leven
dig en aanschouwelijk te vertellen en of
schoon hij zich vooral tot mevrouw von
Maiendorf wendde, boeide hij door zijn
geestig gesnap toch het heele gezelschap.
Ook Marlow luisterde met belangstelling
toe en vond de nieuwe kennismaking blijk
baar zeer aangenaam.
Toen men eindelijk opstond, sloeg Wilma
een wandeling door het park voor. Zij ging
evenwel eerst met de heeren naar een
broeikas, om hen een mooie orchidee te laten
zien, waarover zoo even het gesprek had
geloopen, terwijl Marlow met zijne dochter,
die het prachtexemplaar reeds kenden,
langzaam vooruitgingen.
..Het bezoek zal geen stoornis in onze
plannen brengen", zeide de bankier, die
in een zeer goede stemming was. „Zij zul
len reeds om zes uur vertrekken en voor
dat uur zal Ronald wel niet komen. Een
interessant man, die majoor Harmut! Dat
zou men niet gedroomd hebben, in zoo'n
nest als Heilsberg zoo'n aangenamen middag
te zullen doorbrengen."
„Papa wat is dat met dien Raimar
vroeg Edith, zonder op de woorden van
haar vader eenig acht te slaan.
„A\ ien meent ge Den oudsten broer, den
notaris
„Jat is, of er iets is tusschen hem en
uik zag het. Hoe kent ge hem
Heett hij vroeger in Berlijn gewoond
„Ja, een tiental jaren geleden, maar
ik had hem nauwelijks meer herkend. Wat
is er van dien man geworden, vroeger zoo
opgewekt en vroolijk. Zeker, zulk een
catastrophe doch daarvan weet gij niets;
die nsiet baar zat, stond op en verliet
ijlings den w*gfn, eo de dame liet heoi
gaan, daar zij voelde dat ha r portemo rsie
nog iu den zak sUk. Thu'.s gekomen be
merkte tij echter gelijk zij a»c ieo
der bladen schrijft dat zij toch bestolen
wss. Uit de portemonnaie was al het geld.
ongeveer 22 maik, verdwenen, muar een ge
andere voorwerpen waren er nog in. De
dief mott dus mtt onbegrijpelijke gauwig
heid te werk zijD gegaan.
Ongelukken op zee.
In den storm, dit io bet begin der week
op de Fraasche westkust heeft gebl zen,
hebben een aantel achepen schade bekomen,
en e: kele zelfs ichipbreuk gel-d.n. E*n
vaartuig voor BoulogDe bestemd, is in het
g zicht van de haven vergaar. Negen op-
«areudeu voi.deu den dood in de golven.
H t b.rkschip La Jeune E gi.ie van
Cbertoorg is eveeeens vergaap, vijf ma-
trezen verlronkeD.
Om Marse 11e spookt het ook. Verschil
lende schepen worden met angst gewacht.
De Teil, komende van Genus, is aan den
grond gr lot.p n, de passagieis zijn atn
land gebracht, doch de bemanning btvindt
zich nog atn buoid.
Hoe Shakespeare geld ver
diende. Hat is lastig zich een dichter,
zoowel nit den ouden tijd als tegenwoordig,
zich anders dan arm voor te stellen. Maar
Shakespeare had een groot inkomen en
Int een flink vermogpn Da (natuurlijk niet
in eveniedigheid met dat van Blumenthal
eu Kadelburgl) In den lijd van den groo-
ten meester werd er voor een niouw stuk
betaald tusschen de t 70 en f 180, voor
hrt oplappen van een oud stuk ongeveer
t 50. Sh.kcspeare zal in 1599 zoowat
t 210 verdiend hebben. Als acteur kreeg
hij pl.m. f 1320. Deze f 1560 echter zijn
minstens evenveel als tegenwoordig I 12000,
want loen h d het geld de achtvoudige
koopwaarde van tegenwoordig. Maar Shake-
epaere was bovendien mede—eigenaar van
het Globetbeaier en bet BLckfriaretheater.
Uit deze bronnen zal hij ongeveer genoten
hebben jaarlijks tusscheD de f 2400 en
f 4800. Alles bij eikaar schat Lee, zijn
nieuwste levensbeschrijver, zijn jasrlijksch
inkomen van 1599-1611, dn» in zjju besten
tijd, op f 7200, of tegenwoordig dus
f 60.000. Zóó is het te begrijpen, dat hij
t 4200 naliet aan baar geld eu bovendien
een kolossaal landbezit in Suattord.
IJs.
Hoe zwaar het in het midden ven De
cember in Noord—Doitschland gevroren
heeft, blijkt thans nog op de meren bij
Berlijn, waar, niettegenstaande het reeds
meer dan 14 dsgen dooiweder is geweest, nog
een ijskorst van 8 duim dikte te vinden
is en met ijssleden gereden wordt.
Een griffier zonder armen.
Bij het gerechtshof te Perollo in Ital
is tol griflier benoemd de heer Dallari,
iemand,die zondtr armen en met slechts ééu
been geboren is. De nieuwbenoemde, die
thans 25 jaar oud is, werd reeds zeer jong
bevorderd tot meester iu de rechten en
heeft een zeer fraai handschrift. Hij schrijft
met het stompje van zijn rechterarm. Met
een houten been loopt hij zeer gemakkelijk.
Een goed zaakje.
Wat een goed zaakje een groote ten
toonstelling, zcoals dit jaar weer wordt
gehouden, voor Parijs is, blijkt uit de
opgaaf vsn de ontvangsten der Parysclro
schouwburgen in de tentoons ellingsjaren,
vergeleken telkens met die van bet voor
afgaande jaar. Zulk een vergelijking wijst
op eeu gemiddelde meer-ontvangst van
rnim zes millinen (in 1855 drie, in 1867
ge waart toen nog een kind, en het kan u
ook geen belang inboezemen."
„Toch wel, het interesseert me," zeide
de jonge dame vlug. „Ge spreekt van een
catastroplie Ge bebt mij, toen de jonge
Raimar bij ons werd geïntroduceerd, daar
van niets verteld, zells niet de minste
aanduiding gemaakt."
„Dat is zooik wilde een oude, reeds
lang afgedane geschiedenis niet meer op
rakelen en den jongen man zijn plaats in
onze kringen niet onmogelijk maken. De
zaak is evenwel nog niet vergeten en ze
houdt voor Max Raimar ook menige deur
gesloten. Ik houd het voor een onrecht,
dat men de kinderen voor de schuld van
den vader laat boeten. Zij hebben immers
toch geen aandeel in de verkeerde daad
Den oudsten zoon heeft het reeds zijn carrière
gekost. Hij kon toch niet als advo
caat optreden, toen zijn vader openlijk stond
aangeschreven als een bedrieger."
„Een bedrieger?" herhaalde Edith ge
troffen, bijna ontzet. Marlow haalde de
schouders op.
„Jammer genoeg, ja! De zaak heeft toen
heel wat beweging verwekt, want het
huis Raimar gold als de Rijksbank zoo zeker.
Er moet een groote speculatie gedaan zijn,
die mislukt is dat komt meer voor, maar een
solied huis overwint dergelijke dingen. Rai
mar ging verloren en beroofde zich van
het leven. Hij bespaarde zijne familie ten
minste de schande, hem in de gevangenis
te zien, want toen het bankroet kwam, kon
den de depóts, die een aanzienlijk bedrag
beliepen, niet worden betaald. Zij waren
vermoedelijk reeds lang verpand de schuld-
eischers hebben nooit een penning gehad."
De bankier vertelde dit alles op zijn
doodkalme manier, zonder bijzonder ge
wicht aan zijn vertelling te hechten. Edith
antwoordde met geen woord,maar haar oogen
hingen in ademlooze spanning aan de lip
pen van haar vader, die nu voortging
„Ik heb mij steeds over de onbevangen
heid verwonderd, waarmede die Max
Raimar in onze kringen omgaat. Hij was
destijds nog zeer jong, ongeveer zestien of
zeventien jaar, maar later is de zaak hem
vijf, in 1878 rnim 9J, in 1889 zeven
nii!l oen meet).
En dat is nu alleen het voo deel dat
de the teia van een tentoonstelli. g hebben,
een voordeel, dat natuurlijk komt v&n de
vree indelingen en provb cLlen de Parijze-
usars gaan in een t( ntoorsti'ilingsja r r iet
mter naaf de komedie dan aedeie jaren,
eer minder. 11k n 1 men nu eens, wat ce
hotels, de restaurants, de spoorwfgn, de
rijtuig-verhoorders erz en allen die van
hen afhsi gen, meer motten ontvargen,
dan komt men tut de co< clusie dat het
geld, door Frankrijk en Parijs uitgegeven,
voor de teu toon stelling een aardig verso tj-
in om een mooien kabeljauw te vangen.
Verpleging ta» kipptn in
den winter.
Vooral zij, die buiten wonen en er een
groot aantil kippen op na houden, dieren
deze dieren gedurende hei koude jaargetijde
zorgvuldig te verpleger. M n zi rge vooral
tijdig voor warme slaaphokken, waarin de
temperatuur zooveel mogelijk op 6° R.moet
gehouden wordeD, wat h t bist kan gt-
schieden door de voi^e' de anstregehn
De wanden van het hok wed n tre' kalk,
waaraaD men een wei ig petroleum heeft
toegevoegd, gewit, en daarna behangen met
stroomatten. Op den grond legt men een
dikke laag paardenmeet, die 2, hoogstens 3
maal in den winter vernieuwd kan worden,
terwijl men de 1 ag wekelijks met fijne
aech of dene blad:ren bestrooit (een
eo ander na gebruik een nitstekeude
roest). De ruststokken moeten oj.
gelijke hoogte, op 1/2 meter vaD
den grond, worden aangebracht. Het
moeten gladgeschaafde, 5 cM. breede
Ut>en zijn, met afgaronde kanten. Zoowel
tegep hooge kniistuiatige warmte, die de
dieren te vatbaar maakt voor a!l rlei ziek
ten, als tegen "Ogen, en vooral sneeuw,
moeten de kippeD in haar hok beveiligd
zijn; sneeuw doet 1 chl oogziekten ontstaan.
Is het ze<r kond, dan geve men ze's mor
gens lauw diinkvater eo verwarmd eten,
dat b.staan kan uit fijngestampte aard-
sppe'en, brood, slval, erz,, en waar men
tnsschenbeide aan toe kan voegen kleine
stukjes eierschaal of gemalen beenderen.
Af en toe geve men ook groenten, kleine
worteltjes, enz. Drs avonds is graau het
best, afwisselend gerst, tarwe of boekwtit,
enkele malen maïs en baver.
Middel tegen het vestroes-
ten vsn bouten, moeren en draadnagels.
Een eenvoudig middel t-gen het lastige
vastroesten vsn ijzer n of stalen bouten,
moeren en houtschrosven, is, ze róór hst
indraaien ot opschroeven te domp-leo in
een uoengsel van olie mtt vet] gemalen
potlood of graphiet; zij zullen da'isletds veder
gemakkelijk losgedraaid kunnen worden.
Een kamerheer van keizerin
Katharina II van Rusland had de gewoonte
de vorstin «Itijd onmiddellijk en zeer kort
te antwoorden, ronder er ittsom te geven,
of het spoedig antwoord goed was of niet.
Op zektreu dsg meldde hij der kiezt-rin
de amkomat van een koerür nit Weenen,
zonder dat hij over de bijzonderheden
der reis inlichtingen had ingewonnen.
De keizerin vroeg hem
Hoe lang is de koerier onderweg
geweest
Acht dagen, Majesteit.
Uiterst verwonderd over de voor dien
tijd ongelooflijke snelheid, ging de ktizerin
voort
Welken weg heeft hij dan genomen f
Over Frankfort, Lsipzig, Hamburg
en Amsterdam, Majesteit, lnidde het
brutale antwoord.
Lachend vroeg de keizerin verder
Ei, ei, waar blijft hierbij de aard
rijkskunde
En even snel kreeg zij ten antwoord
Die heGt hij links laten liggen j
toch wel duidelijk gemaakt. Overigens heeft
hij gelijk, want dergelijke voorvallen moet
men ignoreeren, anders hangt het als lood
aan je gansche leven; maar er behoort toch een
zekere brutaliteit toe. De oudste broer schijnt
van andere makelij; die heeft Berlijn sedert
niet meer betreden en vindt zelfs een
ontmoeting met zijn vroegere standgenooten
hoogst onaangenaam; dat zag ik daar straks
nog. Hij is den slag nog niet te boven ge
komen."
„Waarom bleef hij in Duitschland vroeg
de jonge dame op een bijna bitteren toon,
zoodat haar vader haar verwonderd aanzag.
„Hij kon toch naar Amerika zijn gegaan
en zoo het verleden met al zijn aanhang
achter zich hebben geworpen
„Neen. dat kon hij niet," antwoordde
Marlow bedaard. „Hij moest voor zijn
moeder en broer zorgen, voor wie natuur
lijk geen cent was overgebleven. Het ambt
van notaris hier gaf daar de mogelijkheid
voor en deze betrekking kon hij met zijn
rechtskundige kennis nog het ge
makkelijkst waarnemen. Zijn idealen
ontvielen hem nu natuurlijk, maar in
Heilsberg was men niet zoo ingewijd in de bij
zonderheden van de zaak,als in Berlijn.'tWas
jammer voor den jongen man Hij was een
genie zijn eerste pleidooi had een sensatio
neel succes en nu moet hij hier verdrogen."
Met deze koele spijtbetuiging en het
ophalen der schouders was de zaak afgedaan
voor den bankier. Zijn dochter scheen een
antwoord op de lippen te hebben, maar op dat
oogenblik kwam Wilma met het verdere
gezelschap en sloot zich bij hen aan.
De wandeling in het oude park met zijn
reuzenboomen en heerlijke lanen werd nog
al ver uitgestrekt. Marlow ging met zijn
mclit en majoor Harmut voorop. De ande
ren volgden, maar Max Raimar, die het
nog niet had kunnen verkroppen, dat de
majoor de eerste viool speelde, wist het
zoo in te richten, dat hij met Edith en
zijn broer wat achterbleef. Hij maakte de
jonge dame opmerkzaam op een mooi ver
gezicht en hield haar een paar minuten aan
den praat, totdat de anderen een aardig
eindje vooruit waren. Nu had Lij alleen
EenEngelsch dominee ten
pl ttephnde zor.d eenigen tijd g leden een
zakbijbel aan een soldaat, die raar Zuid-
Afiika moest gaan, hem aanbevelende het
boek altoos bij sich te dragen er waren
gevallen bekend van soldaten, wier leven
gered was door zoo'n bijbel; de k(g J was
er tiet (ioorgedr ng p. De soldaat aan
vaardde den bijbel en nam er proeven mee.
Hij bevestigde het boek op een schijf eu
giug er v,n bet'ekkelijk greoten afstand
op schieten. Den volgenden dag kreeg
de dominee ?ij i bijbel terug met drie
kogelgaten er dwars door heeD. Er was
feu br elje bij; de soldaat schreef, dal het
papier blijkbaar vaD slechle soort was en
dat de bijbel hem dns te velde van geeo
nut zon wezen
Ingeschreven in de maand December 1899.
Geboreu Johanms, e. v. Pirter Hink
eo Meartji Dnbbeld.
Ondertrouwd Gter e.
Gehuwd Nicolaas Albertus Wijker,
weduwiissr van Elisabeth Prmger, ond 25
jaar, en Aatje Stuurman, jd, ond 22 jaar.
Overleden Ci rm li& Kos, ond 7 weken,
d. v. Jan Kos en Dienwertje Bakker.
Johinins vsn Hont, oud 79 jr. weduwn.
v. Stijp.tje Kruk, eerder vau Jantje Ploeger.
I'geschreven van 131 Dec. 1899.
Geboren 1 Dec. Anna, d. v. Dirk
Schermerhom en Maria Waiboer. 22 dito,
Johauua, d. v. Pieter Rens en Grittje
Biesboer.
Ouderlroowd en Gthnwd Geene,
Overleden 27 D c., Aaltje Dekker, ond
25 jaren, eebtgenoote van Jacob Glas.
Ingeschreven v n 1 31 December.
Geboren Dirk, z. v. Gerrit Rtdemaker
en I Ije Brommer. Afros, d. v. Jacob
Dnit en Aafje Kirsling. Neeltje, d. v.
Jan Hollander en T-ijmje Nobel,
Ondertrouwd en Getrouwd: Jan KosseD,
j. m., timmermaD, oud 25 jaar, ti Helder,
en Hillegonda Cithsriua "Vissir, j. d.
zonder beroep, oud 24 jair, te Callanteoog.
Overleden Guurtje Kuiper, oud 68
jaar, echtgenoote v n JaD Boontjes.
Gcduiende 1898 zijn geboren 18 per
sonen, 11 mul. eu 7 viouwel.
Gesloten zijn 7 huwelijkeD, alle tusschen
jm. en jd.
Onrleden 11 personen, 6 mnl. en 5
vrouwel,, waaronder 1 vronwel. levsnloos
aangegeven.
Ingeschreven in de maand Dec. 1899.
G.-boren Geeue.
Ondertrouwd Klass Krniten en Neeltje
Lielhebber. Al bei t Kaan eo Maanje Schenk.
GehuwdMaarten Noot en Cornelia
Sijbrands. Dirk Jongejan en Trijntje Smit.
Overleden Corm lis Witsmear, ongeh.,
oud 35 jr. Anna Maria Visscher, ODgeb..
ond 31 jr.
Gem. Wieringen.
Ingeschreven van 1 31 Dec. 1899.
Geboreo Simon, z. v. Jan Dijkshoorn
en H. Lont. Pieter, z. v. P. Keijzer en
G. Bais. Ann», d. v. P. Asjes en T. Klein.
Cornelis, z. v. C. Ratsen en M. Stam.
Cornelis, z, v. J. Oinis eo M. Keijzer.
Hendrik, z. v. H. Bax en C J. E. Sijtsms.
Pieter, z. v. R Tijsen en T. Keijzer. Nan,
z. v. Jan Kool en T. Mulder. Dirk, z. v.
G. Krask en M. Bais.
Oudertrouwd en Getroowd Geene.
Overleden Neeltje Zwarl, 60 jr., wed. v.
S. Halfweg. Maartj Tijsen, 84 jr., wed. v.
C. Kool. Trijntje Maars, 87 j., wed v. K.
de Liefde. Grietje Veltnm, 84 ja-r, wed.
M. Sprnit. Reinuw Scbarwee, 75 j., Ecbtg,
het veld, want Ernst was weer stil en
teruggetrokken en sprak slechts dan, als
de hoog noodige beleefdheid het vorderde.
De jonge schilder babbelde des te ijveriger, j
Nu eindelijk stond hij op den voorgrond
en hij nam de gelegenheid waar. 't Speet hem,
dat de dame zijns harten niet geheel oor j
scheen. Edith had inderdaad andere ge- J
dachten in het hoofd, en terwijl haar ooren 1
werktuigelijk een paar woorden van het
gesnap van Max opvingen en zij evenzoo
werktuigelijk een paar antwoorden gaf, I
keken haar oogen vragend en half schuw
naar haar stillen metgezel aan haar rechter-1
hand.
De tegenstelling tusschen zijn persoon j
en zijn tegenwoordig leven was haar nu
verklaard zij had gezien hoe het schaam- f
rood hem naar de wangen steeg, bij de r
ontmoeting met haar vader, die het don- 1
kere punt in zijn leven kende. De jongere
broer, wien de zaak evenzeer aanging, scheen
het zeer luchtig op te nemen en liet er
zijn levensgenot niet door vergallen.
Max deed alle moeite inderdaad, interes
sant te zijn. Dat was eigenlijk niet zijn
lort, maar hij wist, dat de jonge dame
van den heer, dien zij haar gezelschap
waardig keurde, dat verlangde, dus wïis
hij interessant. Zijn goed geheugen hielp
hem daarbij en hij wist niet hetgeen be
roemde mannen eens gezegd hadden, zoo
handig te manoeuvreeren, dat het scheen,
alsof hij die verheven uitspraken over ver
schillende onderwerpen had bedacht.
Daar men buiten was, op het land zooals:
de Berlijners het noemen, begon hij;
poëtisch te worden en van rozen en nach
tegalen te spreken, ofschoon de rozen nog
niet bloeiden en de nachtegalen bij 't helder
zonlicht hun mond hielden. Hem stoorde
dat evenwel niet. maar Edith scheen nu te
vinden, dat de jonge man lastig werd, en
ontsloeg zich handig van hem. Zjj ontdekte
eensklaps dat het koel was in het park en
drukte haar spijt uit, dat ze haar doek op
het terras had achtergelaten. Max stormde
natuurlijk dadelijk weg om den doek te halen
en liet de twee anderen alleen.
WORDT VERVOLGD.