(i KM KMI) NlfclJWS. Burgerlijke Stand. Gem. Oudcarspel. Gem. Sint Maarten. Gem. Callantsoog. Gem. Wieringerwaard. k irpê tich un te tlailen bij letter of schutterij, van de 5327 manoen en 144 jongelingen, leden der korpsen, slechts 84 mannen en 86 jongelingen bevestigend antwoorden. De bnrgera, die in Zwitserland ingeval van een oorlog zollen optreden en de boeren en burgers vao Oranje-Vrijstaat, die in den krijg lijn, zollen dit niet doen of deden dit niet uit louter liefhebberij, maar omdat zij daartoe bij de wet .opgecommandeerd* worden oi werden. Wij zonden dus eerst moetea hebben algenieeeen dienstplicht; iedete man, die daartoe physiek in staat ia, zich oefenende om zijn vadeiiand te verdedigen, en derhalre ook een algemeene volks» wapening; zotals in Transvaal en Zwitserland, ieder weerbaar man zijn geweer in huis. Nu achten wij met het oog op den persoonlijken dienstplicht, zulk een algemeenen scherpschutter stond niet verwerpelijk. Vrij zouden gaarne zien, dat in elke gemeente marnen van initiatief en energie er toe kwamen, om afdeelingen op te richten, die zich oefenden in de behandeling ▼au het geweer model-1695. maar dan zouien de vermogenden de niet-rermogendeu moeten helpen in het aanschaffen van wapenen, want indien men in deze geheel op de hulp van het Bijk steunde, dan zon de minister van Oorlog met een begrooting voor den dag moeten komen, die er wellicht niet zoo vlot zou doorgaan, als die voor 1900. Wil men toch lster de leden van zulk een bond in het vaar breDgrn, dan dienen rij veittonwd te zijn met het wapen dat ook het geregelde leger gebruikt. De groote fout is geweest, dst, toen een twintigtal jsten geleden de voorstanders van sport en dat rijn we nu zoo wat allemaalwezen op het nat van het stalen van spieren en zenuwen, we van den vreemdeling allerlei vreemde zaken overnamen wieltyden, voetbal, lawn- tennis, Hockey en Bandy, cricket, enz., maar dat we verzuimden te doen aan een tak van sport, die in Zwitserland tevens het groote volksvermaak is, en zelfs tot nationale feesten aanleiding geeft. Op een enkele nitzondeung na, waren we allen bang voor het schot Zells de loop van een schnttersgeweer diende nergens anders voor dan om daarin een half opgerookte sigaar te bewaren en de in 1830 en '31 zoozeer bewierookte en bezongen achutteiy, die zich toch wezenlijk in den tiendaagschen veldtocht tegenover generaal Daine kranig heeft gehouden, z<5ó zelfs dat niemand meer of minder Jan generaal Knoop haar daarover uen noodigen lof toezwaaide, is thans een waardig onderwerp voor de geestige teèkenpen van Braakensiek,of wordt op het iconecl bespottelijk gemaakt Zoo hebben we de lainpen niet brandende gehouden en den ceuigen tak van sport,waarvan we niet voor ons selven, maar voor het lieve vaderland nut zouden kunnen hebben, geheel en al verwaarloosd 't Is onmogelijk om in één oogenblik een volk van scherp schutters uit den grond te stampen, al waren ze dan ook niet zoo geoefend, dat zy met Dom Paul zouden kur.neu zeggen, dat, wanneer zy op het oog mikten en zjj raak'.-li den neus, zij misschoten. Wij moeten dus roeien met de riemen, die wy hebben en dat zegt niet veel Mochten wij in een oorlog gewikkeld raken, dan hebben we geen ander leger dan de 56 000 maz, die de bestaande wet op de nationale militie toestaat, die èn het veld- èu het bezettingsleger moeten vormen en die, wat het gehalte betreft, nog den invloed moeten ondergaan, welken wy hopen, dat de persoonlijke dienstplicht op de armee zal hebben Hoewel men nu, zoowel door de opleiding der officieren als door de oefening der manschappeu, in de laatste jaren zeer veel heett gedaan om het alge meene peil van ons leger op te voeren, is èa de deskundige én de leek overtuigd, dat, wanneer wy het vaderland tegen een buitenlandschen vijand zullen moeten vetdedigen, wy in ons vaderland, om tijj Zwitserland te bljjven, in veel ongunstiger conditie verkeeten, dan in het classieke land der vrijheid. Hierop wees dan ook de Minister van Oorlog, teen hij den 1'Jden December j. 1. in de Tweede Kamer met bet oog op een adres, ingediend door een aantal MeJerlauders van naam en waarin werd aangedrongen op het nitzenden van een commissie vau officieren en burgers, welke zich in Zwitserland van den aldaar besta.nden toestand op de hoogte zou stellen, zeide „Ik heb er niet het minste bezwaar tegen orn aan Nederlandscbe officieren de gelegenheid te geven zieh zelf van den toestand in Zwitserland te overtuigen maar ik zon er wel groot bezwaar tegen hebben wanneer da*rvan gebruik werd gemaakt tot kapstok om de behandeling der Legerwet aan op te hangen. Van huis nit, en dus onafhankelijk van bet rapport, dat de heeren zuilen uitbrengen, weet ik, dat bet Zwitsersche stelsel, zooals dat op het oogenblik, bestaat, niet geschikt is voor Nederland, en dat wel om verschillende redenen, die zich eigenlijk tot slechts twee eoncentreeren. Vooreerst de aard van hetteriein, maar vooral de aard van de stof, waaruit het leger gevormd wordt, dc personen waaruit het bestaat. Bovendien als ik dit eerst even mag zeggen om het verder ter zijde te laten, wensch ik er op te wijzen, dat Nederland een koloniale Mogendheid is, hetgeen al terstond aanleiding geeft tot helaagryke, noodzakelijke cn wenschelijke verschillen in de leger- organisatie. ,De reden, waarom het Zwitsersche stelsel op dit oogenblik voor ons niet geschikt is, zeide ik, ia in hoofdzaak, dat de stof niet dezelfde is. Een Zwitsersche jongeman van 20 jaren verschilt in vele opzichten vau een Nederlandschen jongeling van dien leeftyd; de Zwitser ia, ongeveer als de Transvaler, een man die van zyn jeugd af aen met het geweer vertrouwd is terwijl men hier te lande niet eens met een ontbloot geweer over straat mag loopen. .Bovendien wat lichaamsoefening belreft, is men in Zwitserland ons ver vooruit; van de vroegste, jeugd af, ik meen van het tiende jaar, wordt daar zeer geregeld gymnastiek beoelend." man was haar nu, nu zij zijn naam en fa milie kende, nog raadselachtiger dan bij de eerste ontmoeting. Daar verscheen Marlow,die zich bij de gas ten in de tuinkamei gevoegd had op het ter ras. Hij bleef een oogenblik zeer verbaasd staan, toen hij den heer zag, die in ge sprek met zijn dochter was, en kwam toen langzaam naderbij. Ernst Raimar had zich omgewend. Hij wist, dat hij den oom van mevrouw Maien- dorf hier zou aantreffen en toch scheen die ontmoeting hem zeer pijnlijk te zijn.Marlow keek hem een oogenblik vragend aan, alsof hij niet zeker van zijn zaak was, en zeide dan „Wanneer ik me niet vergis notaris Raimar Deze boog toestemmend. De bankier scheen een oogenblik te aarzelen, dan reik te hij hem de hand. „Ik wist het reeds van uw broer, dat ge u in Heilsberg hadt gevestigd. Wij hebben elkaar in lang niet gezien ge komt zeker nooit te Berlijn ?u Naar de wangen van Ernst steeg een diep rood op, dat even snel verdween, en zijn oogen zochten den grond, toen hij antwoordde „Mijn ambt laat mij weinig vrijen tijd, ik moet me het reizen geheel ontzeggen." ..Ge kent mijnheer Raimar. papa vroeg Edith, ten hoogste verwonderd. „Jawel, mijn kind, maar onze kennisma king ligt reeds ver achter ons. Gij hebt een zeer begaafden broeder, mijnheer Rai mar; hij zal u nog veel vreugde bereiden met zijn talent. De jonge man is zeer dik wijls een gast in mijn huis", en daarmede ging de bankier op Max over en sprak zeer druk over hem en zijn talent, zooals hij nog nooit had gedaan. Edith luisterde met steeds stijgende ver wondering toe. Zij gevoelde duidelijk, dat haar vader, die anders al heel weinig notitie nam van den schilder, met deze loftuitingen iets anders wilde wegredeneeren. en zij zag ook heel goed de eigenaardige onzekerheid van den notaris Raimar. Waar was diens liere houding gebleven, waarmede hij h«ar roor weinige oogenblikken nog zoo had ge- Am het terrein valt nn eenmaal niets meer te reranJeren volgena deskundigen is het met de nooJige bomvrije forten en onder aanvoering van bekwame leiders goed Ie verdedigen en de mennekea moeten wij nemen aocala zij zyn. Aangenomen dat onze jongelieden en ook de ouderen van dageD, onder de impressie van het oogenblik, bun roeiriemen, rjjw ieien, bats. kolven enz lieten staan. en alle naar een geweer grepen om zich te c-feren, dan zon, indien zij daarmtê volhielden, een halve '.necschen-leefiyd noodig zyn, aleer zy de geoefendheid van deu Zwitser erlangden Die van den TransvanUcben Boer kannen zy nooit naby komen, omdat deze, daar zpc levenswijze een geheel andere in dan de onze, zich in de pralcyk des oorlog» sinds jaren geoefend heeft Hi, heelt stalen spieren en geen zennwen die kweal van dezen tyd zeltbeheersching en vertionwen in zgn schot en dergelgke^igenschappen verkrijzt men cie: door het schieien <^een ffguorscbyf. De Transvnalsche Boer moge voor den Nederlandschen schatter een ideaal zijn, hem nabijkomen zal deze nooit. Tceh kan de Minister ran Oorlog niet zeggen, dat de teekenen des Igds hem niet gunstig waren, toen 1 hg, de belofte in de troonrede uitgesproken gestand doende, den 14.'.en October jl. zyn ontwerp van wet tot regeling van de aamenstelling der landmacht indiende. Eenige dagen te rcren had toch Kruger zijn nltimatom verzonden en den lOden October jl. meldde een Benter-telegram, dnt generaal Joubertaac de verschillende laagera had medegedeeld, zich gereed te honden voor een oomiddellgk voorwaarts rukken Wy weten, wat er sinds dien tyd geschied ia. Eng-land heeft zich in een wespennest gestoken, zyn staatslieden schynen het hoofd verloren te hebben, geheel Dnit«ch land toornt over het in beslag nemen van atoorubooten, voor een rentrale haven bestemd, in Frankrijk zon een oorlog met Engeland popnlair en tevens een geschiktebliksemafleiderzynvoor inwendige beroeringen en Ru»land zit in Azié gereed, als de kat, die op een muis loert, om zyn slag te slaan Zelfs de verzuchting moet ott van het hartOch. ware de minister van oorlog maar reeds dadelijk met zijn lege'orgacisatie o| getreden, wij waren dan:mes misschien nu gereed en de Jebstten over zyn wetsvoorstel zooden niet behoeven gehouden te worden terwijl de lucht verrold is van krijgsrumoer en wij zeiven er aan beginnen ta denken, of het oogenblik niet spoedig daar zal zijn, dat wij ons ook moetea gereedmaken voor het bloedig hooggety des doods. Toch dienen wij het we'svoorstcl kalm onder de oogen te zienwij stellen ons voer, dit in een volgend artikel te doen. Handelsblad <an 12 December jl. Bij de jongste opvoering van ,De bruiloft van kloris en Koosje* in deu llaag, gewaagde „Thomasvaer* van de aanslaande afschaffing der schutterij, waarop Pieterne!" op haar knieën viel en zong: ,0 God, verlaat mijn Neatland niet 1* Kolossale w e i k u g I „Mijn vrouw kan zóó grweldig Sedser- moeuen afsteken, dat zelfs een goedspre kende papegaai, dien ik daags te Toren gekocht had, na hel bijwonen van ejn enkelen keer sprakeloos is geworden I" Spoorwegramp bij Lenven. Een groot spoorwegongeluk heelt Dins dagochtend t? half negen te Wygma 1 plaats gehad, op de baan van Mtchelen naar LenveD. Een trein van Ai twerpen—Stuivenherv naar Vervier» werd aangereden, op het oogenblik dat hij een zijspoor opreed Het was een goederentrein van Ans naar Muysen, die tegen den Antwerpschen trein aanbotste. De schok was allerhevigst. De twee locomotieven werdeD omver ge- worp-n en verbrijzeld. E<n vijftiental wsggons vlogen in splin ters, met al wat zij bevatten. De trein- conducteor Bruyninctx, van het depot Antwerpen, en een remmer werden zwaar gekwetst. De stoffelijke Bchado bedraagt meer dan 150.000 fr. De twee banen zijn belemmerd. Al de treinen vau en voor Mechelen worden op Scbaerbeek gericht. Drie hulptreinen uit Leuven, Brussel en Mf-chelen zyn ter plaatse gezonden. De oorzaak der ramp is nog niet bekend. Men gelooft haar te moeten toeschrijven aan een verkeerd signaal. Een echte „gau w-d i e f." Een Berlijnsche dame,die dezer dagen in eeD electrische tram gez.-ten was, bemerkte dat in den zak van haar japon een hand werd gestoken, welke, toen zij die grijpen wild-, sin-I werd teruggetrokken Do^heei* ïmponeerd Hij scheen verlicht adem te halen, toen de kleine Lieslieth kwam om hen aan tafel te verzoeken. Aan de theetafel ontspon zich een zeer levendig en onderhoudend gesprek, waarin majoor Harmut de hoofdrol ver vulde. Max deed wel, zijn program getrouw, eenige krampachtige pogingen om zich op den voorgrond te stellen, maar de majoor drong hem steeds naar achter. Harmut had na den oorlog steeds in groote garnizoens gelegen en verder in zijn leven zeer veel gezien en ondervonden. Hij wist zeer leven dig en aanschouwelijk te vertellen en of schoon hij zich vooral tot mevrouw von Maiendorf wendde, boeide hij door zijn geestig gesnap toch het heele gezelschap. Ook Marlow luisterde met belangstelling toe en vond de nieuwe kennismaking blijk baar zeer aangenaam. Toen men eindelijk opstond, sloeg Wilma een wandeling door het park voor. Zij ging evenwel eerst met de heeren naar een broeikas, om hen een mooie orchidee te laten zien, waarover zoo even het gesprek had geloopen, terwijl Marlow met zijne dochter, die het prachtexemplaar reeds kenden, langzaam vooruitgingen. ..Het bezoek zal geen stoornis in onze plannen brengen", zeide de bankier, die in een zeer goede stemming was. „Zij zul len reeds om zes uur vertrekken en voor dat uur zal Ronald wel niet komen. Een interessant man, die majoor Harmut! Dat zou men niet gedroomd hebben, in zoo'n nest als Heilsberg zoo'n aangenamen middag te zullen doorbrengen." „Papa wat is dat met dien Raimar vroeg Edith, zonder op de woorden van haar vader eenig acht te slaan. „A\ ien meent ge Den oudsten broer, den notaris „Jat is, of er iets is tusschen hem en uik zag het. Hoe kent ge hem Heett hij vroeger in Berlijn gewoond „Ja, een tiental jaren geleden, maar ik had hem nauwelijks meer herkend. Wat is er van dien man geworden, vroeger zoo opgewekt en vroolijk. Zeker, zulk een catastrophe doch daarvan weet gij niets; die nsiet baar zat, stond op en verliet ijlings den w*gfn, eo de dame liet heoi gaan, daar zij voelde dat ha r portemo rsie nog iu den zak sUk. Thu'.s gekomen be merkte tij echter gelijk zij a»c ieo der bladen schrijft dat zij toch bestolen wss. Uit de portemonnaie was al het geld. ongeveer 22 maik, verdwenen, muar een ge andere voorwerpen waren er nog in. De dief mott dus mtt onbegrijpelijke gauwig heid te werk zijD gegaan. Ongelukken op zee. In den storm, dit io bet begin der week op de Fraasche westkust heeft gebl zen, hebben een aantel achepen schade bekomen, en e: kele zelfs ichipbreuk gel-d.n. E*n vaartuig voor BoulogDe bestemd, is in het g zicht van de haven vergaar. Negen op- «areudeu voi.deu den dood in de golven. H t b.rkschip La Jeune E gi.ie van Cbertoorg is eveeeens vergaap, vijf ma- trezen verlronkeD. Om Marse 11e spookt het ook. Verschil lende schepen worden met angst gewacht. De Teil, komende van Genus, is aan den grond gr lot.p n, de passagieis zijn atn land gebracht, doch de bemanning btvindt zich nog atn buoid. Hoe Shakespeare geld ver diende. Hat is lastig zich een dichter, zoowel nit den ouden tijd als tegenwoordig, zich anders dan arm voor te stellen. Maar Shakespeare had een groot inkomen en Int een flink vermogpn Da (natuurlijk niet in eveniedigheid met dat van Blumenthal eu Kadelburgl) In den lijd van den groo- ten meester werd er voor een niouw stuk betaald tusschen de t 70 en f 180, voor hrt oplappen van een oud stuk ongeveer t 50. Sh.kcspeare zal in 1599 zoowat t 210 verdiend hebben. Als acteur kreeg hij pl.m. f 1320. Deze f 1560 echter zijn minstens evenveel als tegenwoordig I 12000, want loen h d het geld de achtvoudige koopwaarde van tegenwoordig. Maar Shake- epaere was bovendien mede—eigenaar van het Globetbeaier en bet BLckfriaretheater. Uit deze bronnen zal hij ongeveer genoten hebben jaarlijks tusscheD de f 2400 en f 4800. Alles bij eikaar schat Lee, zijn nieuwste levensbeschrijver, zijn jasrlijksch inkomen van 1599-1611, dn» in zjju besten tijd, op f 7200, of tegenwoordig dus f 60.000. Zóó is het te begrijpen, dat hij t 4200 naliet aan baar geld eu bovendien een kolossaal landbezit in Suattord. IJs. Hoe zwaar het in het midden ven De cember in Noord—Doitschland gevroren heeft, blijkt thans nog op de meren bij Berlijn, waar, niettegenstaande het reeds meer dan 14 dsgen dooiweder is geweest, nog een ijskorst van 8 duim dikte te vinden is en met ijssleden gereden wordt. Een griffier zonder armen. Bij het gerechtshof te Perollo in Ital is tol griflier benoemd de heer Dallari, iemand,die zondtr armen en met slechts ééu been geboren is. De nieuwbenoemde, die thans 25 jaar oud is, werd reeds zeer jong bevorderd tot meester iu de rechten en heeft een zeer fraai handschrift. Hij schrijft met het stompje van zijn rechterarm. Met een houten been loopt hij zeer gemakkelijk. Een goed zaakje. Wat een goed zaakje een groote ten toonstelling, zcoals dit jaar weer wordt gehouden, voor Parijs is, blijkt uit de opgaaf vsn de ontvangsten der Parysclro schouwburgen in de tentoons ellingsjaren, vergeleken telkens met die van bet voor afgaande jaar. Zulk een vergelijking wijst op eeu gemiddelde meer-ontvangst van rnim zes millinen (in 1855 drie, in 1867 ge waart toen nog een kind, en het kan u ook geen belang inboezemen." „Toch wel, het interesseert me," zeide de jonge dame vlug. „Ge spreekt van een catastroplie Ge bebt mij, toen de jonge Raimar bij ons werd geïntroduceerd, daar van niets verteld, zells niet de minste aanduiding gemaakt." „Dat is zooik wilde een oude, reeds lang afgedane geschiedenis niet meer op rakelen en den jongen man zijn plaats in onze kringen niet onmogelijk maken. De zaak is evenwel nog niet vergeten en ze houdt voor Max Raimar ook menige deur gesloten. Ik houd het voor een onrecht, dat men de kinderen voor de schuld van den vader laat boeten. Zij hebben immers toch geen aandeel in de verkeerde daad Den oudsten zoon heeft het reeds zijn carrière gekost. Hij kon toch niet als advo caat optreden, toen zijn vader openlijk stond aangeschreven als een bedrieger." „Een bedrieger?" herhaalde Edith ge troffen, bijna ontzet. Marlow haalde de schouders op. „Jammer genoeg, ja! De zaak heeft toen heel wat beweging verwekt, want het huis Raimar gold als de Rijksbank zoo zeker. Er moet een groote speculatie gedaan zijn, die mislukt is dat komt meer voor, maar een solied huis overwint dergelijke dingen. Rai mar ging verloren en beroofde zich van het leven. Hij bespaarde zijne familie ten minste de schande, hem in de gevangenis te zien, want toen het bankroet kwam, kon den de depóts, die een aanzienlijk bedrag beliepen, niet worden betaald. Zij waren vermoedelijk reeds lang verpand de schuld- eischers hebben nooit een penning gehad." De bankier vertelde dit alles op zijn doodkalme manier, zonder bijzonder ge wicht aan zijn vertelling te hechten. Edith antwoordde met geen woord,maar haar oogen hingen in ademlooze spanning aan de lip pen van haar vader, die nu voortging „Ik heb mij steeds over de onbevangen heid verwonderd, waarmede die Max Raimar in onze kringen omgaat. Hij was destijds nog zeer jong, ongeveer zestien of zeventien jaar, maar later is de zaak hem vijf, in 1878 rnim 9J, in 1889 zeven nii!l oen meet). En dat is nu alleen het voo deel dat de the teia van een tentoonstelli. g hebben, een voordeel, dat natuurlijk komt v&n de vree indelingen en provb cLlen de Parijze- usars gaan in een t( ntoorsti'ilingsja r r iet mter naaf de komedie dan aedeie jaren, eer minder. 11k n 1 men nu eens, wat ce hotels, de restaurants, de spoorwfgn, de rijtuig-verhoorders erz en allen die van hen afhsi gen, meer motten ontvargen, dan komt men tut de co< clusie dat het geld, door Frankrijk en Parijs uitgegeven, voor de teu toon stelling een aardig verso tj- in om een mooien kabeljauw te vangen. Verpleging ta» kipptn in den winter. Vooral zij, die buiten wonen en er een groot aantil kippen op na houden, dieren deze dieren gedurende hei koude jaargetijde zorgvuldig te verpleger. M n zi rge vooral tijdig voor warme slaaphokken, waarin de temperatuur zooveel mogelijk op 6° R.moet gehouden wordeD, wat h t bist kan gt- schieden door de voi^e' de anstregehn De wanden van het hok wed n tre' kalk, waaraaD men een wei ig petroleum heeft toegevoegd, gewit, en daarna behangen met stroomatten. Op den grond legt men een dikke laag paardenmeet, die 2, hoogstens 3 maal in den winter vernieuwd kan worden, terwijl men de 1 ag wekelijks met fijne aech of dene blad:ren bestrooit (een eo ander na gebruik een nitstekeude roest). De ruststokken moeten oj. gelijke hoogte, op 1/2 meter vaD den grond, worden aangebracht. Het moeten gladgeschaafde, 5 cM. breede Ut>en zijn, met afgaronde kanten. Zoowel tegep hooge kniistuiatige warmte, die de dieren te vatbaar maakt voor a!l rlei ziek ten, als tegen "Ogen, en vooral sneeuw, moeten de kippeD in haar hok beveiligd zijn; sneeuw doet 1 chl oogziekten ontstaan. Is het ze<r kond, dan geve men ze's mor gens lauw diinkvater eo verwarmd eten, dat b.staan kan uit fijngestampte aard- sppe'en, brood, slval, erz,, en waar men tnsschenbeide aan toe kan voegen kleine stukjes eierschaal of gemalen beenderen. Af en toe geve men ook groenten, kleine worteltjes, enz. Drs avonds is graau het best, afwisselend gerst, tarwe of boekwtit, enkele malen maïs en baver. Middel tegen het vestroes- ten vsn bouten, moeren en draadnagels. Een eenvoudig middel t-gen het lastige vastroesten vsn ijzer n of stalen bouten, moeren en houtschrosven, is, ze róór hst indraaien ot opschroeven te domp-leo in een uoengsel van olie mtt vet] gemalen potlood of graphiet; zij zullen da'isletds veder gemakkelijk losgedraaid kunnen worden. Een kamerheer van keizerin Katharina II van Rusland had de gewoonte de vorstin «Itijd onmiddellijk en zeer kort te antwoorden, ronder er ittsom te geven, of het spoedig antwoord goed was of niet. Op zektreu dsg meldde hij der kiezt-rin de amkomat van een koerür nit Weenen, zonder dat hij over de bijzonderheden der reis inlichtingen had ingewonnen. De keizerin vroeg hem Hoe lang is de koerier onderweg geweest Acht dagen, Majesteit. Uiterst verwonderd over de voor dien tijd ongelooflijke snelheid, ging de ktizerin voort Welken weg heeft hij dan genomen f Over Frankfort, Lsipzig, Hamburg en Amsterdam, Majesteit, lnidde het brutale antwoord. Lachend vroeg de keizerin verder Ei, ei, waar blijft hierbij de aard rijkskunde En even snel kreeg zij ten antwoord Die heGt hij links laten liggen j toch wel duidelijk gemaakt. Overigens heeft hij gelijk, want dergelijke voorvallen moet men ignoreeren, anders hangt het als lood aan je gansche leven; maar er behoort toch een zekere brutaliteit toe. De oudste broer schijnt van andere makelij; die heeft Berlijn sedert niet meer betreden en vindt zelfs een ontmoeting met zijn vroegere standgenooten hoogst onaangenaam; dat zag ik daar straks nog. Hij is den slag nog niet te boven ge komen." „Waarom bleef hij in Duitschland vroeg de jonge dame op een bijna bitteren toon, zoodat haar vader haar verwonderd aanzag. „Hij kon toch naar Amerika zijn gegaan en zoo het verleden met al zijn aanhang achter zich hebben geworpen „Neen. dat kon hij niet," antwoordde Marlow bedaard. „Hij moest voor zijn moeder en broer zorgen, voor wie natuur lijk geen cent was overgebleven. Het ambt van notaris hier gaf daar de mogelijkheid voor en deze betrekking kon hij met zijn rechtskundige kennis nog het ge makkelijkst waarnemen. Zijn idealen ontvielen hem nu natuurlijk, maar in Heilsberg was men niet zoo ingewijd in de bij zonderheden van de zaak,als in Berlijn.'tWas jammer voor den jongen man Hij was een genie zijn eerste pleidooi had een sensatio neel succes en nu moet hij hier verdrogen." Met deze koele spijtbetuiging en het ophalen der schouders was de zaak afgedaan voor den bankier. Zijn dochter scheen een antwoord op de lippen te hebben, maar op dat oogenblik kwam Wilma met het verdere gezelschap en sloot zich bij hen aan. De wandeling in het oude park met zijn reuzenboomen en heerlijke lanen werd nog al ver uitgestrekt. Marlow ging met zijn mclit en majoor Harmut voorop. De ande ren volgden, maar Max Raimar, die het nog niet had kunnen verkroppen, dat de majoor de eerste viool speelde, wist het zoo in te richten, dat hij met Edith en zijn broer wat achterbleef. Hij maakte de jonge dame opmerkzaam op een mooi ver gezicht en hield haar een paar minuten aan den praat, totdat de anderen een aardig eindje vooruit waren. Nu had Lij alleen EenEngelsch dominee ten pl ttephnde zor.d eenigen tijd g leden een zakbijbel aan een soldaat, die raar Zuid- Afiika moest gaan, hem aanbevelende het boek altoos bij sich te dragen er waren gevallen bekend van soldaten, wier leven gered was door zoo'n bijbel; de k(g J was er tiet (ioorgedr ng p. De soldaat aan vaardde den bijbel en nam er proeven mee. Hij bevestigde het boek op een schijf eu giug er v,n bet'ekkelijk greoten afstand op schieten. Den volgenden dag kreeg de dominee ?ij i bijbel terug met drie kogelgaten er dwars door heeD. Er was feu br elje bij; de soldaat schreef, dal het papier blijkbaar vaD slechle soort was en dat de bijbel hem dns te velde van geeo nut zon wezen Ingeschreven in de maand December 1899. Geboreu Johanms, e. v. Pirter Hink eo Meartji Dnbbeld. Ondertrouwd Gter e. Gehuwd Nicolaas Albertus Wijker, weduwiissr van Elisabeth Prmger, ond 25 jaar, en Aatje Stuurman, jd, ond 22 jaar. Overleden Ci rm li& Kos, ond 7 weken, d. v. Jan Kos en Dienwertje Bakker. Johinins vsn Hont, oud 79 jr. weduwn. v. Stijp.tje Kruk, eerder vau Jantje Ploeger. I'geschreven van 131 Dec. 1899. Geboren 1 Dec. Anna, d. v. Dirk Schermerhom en Maria Waiboer. 22 dito, Johauua, d. v. Pieter Rens en Grittje Biesboer. Ouderlroowd en Gthnwd Geene, Overleden 27 D c., Aaltje Dekker, ond 25 jaren, eebtgenoote van Jacob Glas. Ingeschreven v n 1 31 December. Geboren Dirk, z. v. Gerrit Rtdemaker en I Ije Brommer. Afros, d. v. Jacob Dnit en Aafje Kirsling. Neeltje, d. v. Jan Hollander en T-ijmje Nobel, Ondertrouwd en Getrouwd: Jan KosseD, j. m., timmermaD, oud 25 jaar, ti Helder, en Hillegonda Cithsriua "Vissir, j. d. zonder beroep, oud 24 jair, te Callanteoog. Overleden Guurtje Kuiper, oud 68 jaar, echtgenoote v n JaD Boontjes. Gcduiende 1898 zijn geboren 18 per sonen, 11 mul. eu 7 viouwel. Gesloten zijn 7 huwelijkeD, alle tusschen jm. en jd. Onrleden 11 personen, 6 mnl. en 5 vrouwel,, waaronder 1 vronwel. levsnloos aangegeven. Ingeschreven in de maand Dec. 1899. G.-boren Geeue. Ondertrouwd Klass Krniten en Neeltje Lielhebber. Al bei t Kaan eo Maanje Schenk. GehuwdMaarten Noot en Cornelia Sijbrands. Dirk Jongejan en Trijntje Smit. Overleden Corm lis Witsmear, ongeh., oud 35 jr. Anna Maria Visscher, ODgeb.. ond 31 jr. Gem. Wieringen. Ingeschreven van 1 31 Dec. 1899. Geboreo Simon, z. v. Jan Dijkshoorn en H. Lont. Pieter, z. v. P. Keijzer en G. Bais. Ann», d. v. P. Asjes en T. Klein. Cornelis, z. v. C. Ratsen en M. Stam. Cornelis, z, v. J. Oinis eo M. Keijzer. Hendrik, z. v. H. Bax en C J. E. Sijtsms. Pieter, z. v. R Tijsen en T. Keijzer. Nan, z. v. Jan Kool en T. Mulder. Dirk, z. v. G. Krask en M. Bais. Oudertrouwd en Getroowd Geene. Overleden Neeltje Zwarl, 60 jr., wed. v. S. Halfweg. Maartj Tijsen, 84 jr., wed. v. C. Kool. Trijntje Maars, 87 j., wed v. K. de Liefde. Grietje Veltnm, 84 ja-r, wed. M. Sprnit. Reinuw Scbarwee, 75 j., Ecbtg, het veld, want Ernst was weer stil en teruggetrokken en sprak slechts dan, als de hoog noodige beleefdheid het vorderde. De jonge schilder babbelde des te ijveriger, j Nu eindelijk stond hij op den voorgrond en hij nam de gelegenheid waar. 't Speet hem, dat de dame zijns harten niet geheel oor j scheen. Edith had inderdaad andere ge- J dachten in het hoofd, en terwijl haar ooren 1 werktuigelijk een paar woorden van het gesnap van Max opvingen en zij evenzoo werktuigelijk een paar antwoorden gaf, I keken haar oogen vragend en half schuw naar haar stillen metgezel aan haar rechter-1 hand. De tegenstelling tusschen zijn persoon j en zijn tegenwoordig leven was haar nu verklaard zij had gezien hoe het schaam- f rood hem naar de wangen steeg, bij de r ontmoeting met haar vader, die het don- 1 kere punt in zijn leven kende. De jongere broer, wien de zaak evenzeer aanging, scheen het zeer luchtig op te nemen en liet er zijn levensgenot niet door vergallen. Max deed alle moeite inderdaad, interes sant te zijn. Dat was eigenlijk niet zijn lort, maar hij wist, dat de jonge dame van den heer, dien zij haar gezelschap waardig keurde, dat verlangde, dus wïis hij interessant. Zijn goed geheugen hielp hem daarbij en hij wist niet hetgeen be roemde mannen eens gezegd hadden, zoo handig te manoeuvreeren, dat het scheen, alsof hij die verheven uitspraken over ver schillende onderwerpen had bedacht. Daar men buiten was, op het land zooals: de Berlijners het noemen, begon hij; poëtisch te worden en van rozen en nach tegalen te spreken, ofschoon de rozen nog niet bloeiden en de nachtegalen bij 't helder zonlicht hun mond hielden. Hem stoorde dat evenwel niet. maar Edith scheen nu te vinden, dat de jonge man lastig werd, en ontsloeg zich handig van hem. Zjj ontdekte eensklaps dat het koel was in het park en drukte haar spijt uit, dat ze haar doek op het terras had achtergelaten. Max stormde natuurlijk dadelijk weg om den doek te halen en liet de twee anderen alleen. WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1900 | | pagina 6