DE LEGERÏÏET. ierkarren, W. F. STOEL Zoon, Doopsgezinde Gemeente Z IJ P E. te SC HAGEN. te Anna Paulowna. Doopsgezinde Gemeente Harslngerliorn c. a. Stikte STAATSLOTERIJ. Getrokken I* r ij z e n. ADVERTENTIEN. IJZEREN MESTWAGENS, Inrijpoorten, Tuinhek ken, enz. J. H. DE WIT, NOORD, SCHAGEN het bewezen feit, dat zij haar dochter, in wier lichaam 't vergif woedde dat zij zelf haar had toegediend, kalmpjes zag lijden, zag kruipen van 't bed naar de W. C. en terugkeeren in heftige pijnen zij wetend wat haar kind scheelde, 't woord spreken kunnend, dat het tegengif en misschien 't herstel brengen kon. miar dat inhoudend, terwijl berekenend hoelang 't nog duren zou éér zij de verzekeringspenningen zou kunnen op strijken. liet dames-auditorium bleef er kalm bij en kwam den volgenden morgen op tijd terug. Natuurlijk, laten we niet dwaas week hartig zijn. Onze dames zjjn bezig zich te stalen in den harden levensstrijd, zij willen gelijke rechten met den man, laten zij ook gelijk-koude gemoederen trachten te krijgeD. Wie gelooft de proef te kunnen doorstaaD, moet er zich aan onderwerpen. Maar wat deze belangstellende mevrou wen en jnörouwen eigenljjk belang wekkends vonden in het uitpluizen van de daden, die een béte humaine in een vrouw uitdacht en doordreef, weet ik niet. Dat zegt m'n oudste dochter ik hou me er verder buiten. Chacun son goüt. Maar nu ik toch over dit geval aan 't babbelen ben, moet ik nog even vertellen wat mij 't meest opvallend van do historie lijkt. Dit namelijk, dat van de drie of vier doktoreD, die de slachtoffers huD stervensure behandelden, er in géén op de idéé kwam, dat er een vergiftiging had plaats gehad. Ik beweer dit eenvoudig als leek, de mogelijkheid aannemend dat er verwarring kan zijn iu de diagnosen van vergiftiging en andere onschuldiger kwalen, omdat de verschijnselen precies dezelfde zijn. Ik geef deze opmerking voor beter, gaarne goloovend dat, waar braaksel en uitwerp selen verwijderd waren, de doktoren geen vergiftiging konden gelooven. Waarom zou een dokter ook dadelijk het ergste gelooven. Dit alleen weten we, dat, als de commensaal Huisman niet aangifte bij de justitie had gedaan van de drie zonderlinge sterfgevallen zoo kort opéén en onder dezelfde omstandigheden, vrouw Soreosen nog vrij rondliep met haar arsenicum. Aan de doktoren dankt de justitie het Diet, dat zij een geraffi neerde sluipmoordenares onschadelijk kan maken, al vindt zij thans dit moet erkendin de vrij wel eenparige en stellige verklaring van de doktoren, dat, de feiten gehoord en de lijkschou wing gehouden (die echter niet door henzelven is verricht), aan den dood door arsenicum-vergiftiging, van minstens twee der overledenen, niet te twijfelen valt, een steun in het bepalen van de schuld en hot stellen van de meest gestrenge straf. Voor de doktoren kan deze zaak toch niet aangenaam wezen,hoewel zij volstrekt geen verwijten over het gebeurde mogen hooren. Het volk, dat deze zaak met gretige belangstelling volgde, heeft zijn vertrou wen in den medicus alweer niet versterkt gevoeld. Het is toch al van meening, dat enkele medici hun buspatienten uiet behandelen met de zorgen, die zij van hen vragen. Typisch zijn de klachten ik zeg er bij de veelal onbillijke klachten die daarover onder het volk gaan. Dokter blijft zoo kort, dokter komt niet dikwijls terug, dokter vindt „het" nooit erg, dokter is boos als je buiten 't spreekuur komt, dokter is zoo barsch, dokter zegt nooit veel,dokter verandert zoo dikwijls van medi cijnen, dokter beeft altijd wat te als een halfgod. Wat denk jij van dat alles, Ernst Marlow is zelf rijk en zal zijn dochter niet verkoopen ter wille van het geld." „Waarom niet vroeg Ernst met snij dende bitterheid. „Wellicht trekt hier min der het geld, dan de macht die wordt verkregen. Alles buigt zich immers voor dien Ronald, voor dat beeld van den Mammon Waarom zou dat het meisje niet kunnen overhalen, aan zijn zijde te gaan leven en zich mede te laten bewierooken?" „Donders, kerel, jij bent vandaag in een duivelsch vriendelijke stemmingriep de majoor geërgerd uit. „Wat scheelt jou toch eigenlijk, Ernst? Jij hebt toch niet op de millionnaire gespeculeerd en behoeft je dus niet zoo woedend aan te stellen, als die Max. Mij is het glad-weg onverschillig, wie die nabob met zijn hand en zijn ronde schijven gelukkig maakt, maar ik had me dagenlang over dat bezoek op Gernsbach verheugd en nu hij brak plotseling af en beet zich op de lippen, als had hij te veel gezegd. Maar Ernst noch Max hadden er op gelet. Ze leunden zwijgend, met eigen gedachten bezig, tegen de kussens van het rijtuig en ook de majoor volgde dat voor beeld en was de derde zwijger in den bond. In Gernsbach was met het vertrek der gasten de dwang gevallen, dien men zich had moeten opleggen, en Marlow stelde het geduld van zijn aanstaanden schoonzoon op niet te harde proef. Nadat men nog een kwartiertje had gebabbeld, nam hij de kleine Liesbeth bij de hand om met haar buiten op bet terras de duiven te gaan voederen. Wilma volgde hem en daarmede was de begeerde gelegenheid gegeven. Edith en Ronald waren dus in het salon achtergebleven, maar een vreemde zou moei lijk hebben kunnen raden, dat dit een aanstaand bruidspaar was. Er was geen plotseling zwijgen, geen blozen en geen verwarring,zooala veelal bij een eerste samen zijn, maar er was hier immers ook geen sprake van een romantische scène. De jonge «tem*, «lis ia badaarde houding op de sofa pruttelen op de hooge trappen, dokter I laat ons op zijn spreekuur in de gang staan, dokter is 's avonds nooit thuis, enzoovoort. Al wat er aan liefheid, goed heid, opoffering, zachtheid, welbespraakt heid. doorzicht, huiselijkheid, gastvrijheid, gewilligheid en nog tientallen deugden meer op deze aarde taan te graaien is, verlangt de buspatient van z'n dokter. Nu zal er zeer onrechtvaardig wel weer gedacht of gezegd worden, dat het feit van het buspatient-zijn der slachtoffers (Sorenseu en zijn dochter waren buspatienten, meen ik) oorzaak was, dat dokter niets merkte van de vergiftiging. Bij een betalend patiënt had hij 't wel gezien, maar daar bad hij ook beter onderzocht, enz., enz. „Onbillijkheid, uw naam is buspatient" zou Shakespeare, als hij in deze dagen en in Holland geleefd had, stellig prins Hamlet hebben laten zeggen. Dat weten de doktoren ook en wel licht heeft 't geval Sorensen hen weer een eindje verder uit de schatting gebracht. Ik luisterde toevallig in de vestibule van 't gerechtsgebouw een gesprek af tuBscben twee menschen die „in de bus zijn" eerste conclusie van het geval. Och ja, die doktoren, zei er één. M'n schoonmoeder ligt ziek, de tobberd is heusch Diet best en daar komt me die pil opstuiven. Woensdagmorgen. Hij pakt 'r pols. kijkt er an, zegt niks, neemt z'n boekje, schrijft vier xecepten en zeit Ik kom a. s. Maandag terug, hier heb je vier drankjes, 't één voor vandaag ea morgen, 't tweede voor Vrijdag, 't derde voor Zaterdag en Zondag. Ik heb ze genummerd. En als ik Maandag niet terugkom en 't is wat beter, dan neem je 't vierde recept, dat zijn drup peltjes om wat op kracht te komen. Verbeel-je. O, dan heb jij nog geen klagen. Mijn dokter geeft heelemaal geen medi cijnen, die zegt maar: warmhouwen, heete melk drinken en in bed blijven. Over vier dagen kom ik terug. Zoo spraken deze mannen. Het volk trekt zoo gauw conclusies en 't pakt zoo graag beet wat zijn opvat ting bevestigt, vooral als er iets bij te fraseeren valt. Vrouw Sorensen zelf toonde,dat zij niet zonder baat gelezen en gehoord had toen zij in het laatste verhoor met de theatrale bewering kwam, die hier heele maal niet vanpas was„Beter schuldig voor de menschen dan voor God". Het bewees niets, maar het kwam iu haar kraam te pas. Van een of anderen kansel zal zij dit gehoord en meegeno men hebben. 't Volk neemt gaarne en veel meê. aan aan- In ona vorig artikel hebben we, naar onze beacheiden meening, vrij duidelijk aangetoond, dat zij, die roepen om een volkalegei en om volkswapening, wanDeer zij wijzen op Zwitaerland en Transvaal, de font begaan van het vergelijken van ongelijksoortige grootheden. Wij hebben een militieleger, dat eerat, op een enkele uitzondering na, aan de oefeningen begint, wanneer bet in de kazerne komt, w jj hebben een schutterij die niets kan presteeren Na heeli de minister van oorlog, toen hij den 14en Oclober jl. de wetsvoorstellen tot regeling van de samenstelling der landmacht en tot wijz'gicg en aan vulling van de wet betrekkelijk de Nationale Militie indiende, zich natuurlijk een doel voor oogen gesteld en hy beeft dit bij de behandeling der oorlogsbegroo- ting nader ontwikkeldde vraag is thans voor ona, of zijn wetsvoorstellen bij ons de overtuiging kweekeo, dat wij dat doel nabij kunDen komen. „En au is het juist mijn doel", zeide de minister, „om in de eerste plaats te tiaebten de stof te ver kregen in Nederland, waarvan een ieger naar Zwitser- schen trant, d. w. z. een echt volksleger, te zijner tyd gevormd zou kunDen worden. Ik gevoel veel sympathie voor het denkbeeld van een Nederlaodsch zat, zou zijn vraag in overweging nemen, die haar vader reeds toestemmend had be- beantwoord en de man tegenover haar wist, dat het Iteslissend „ja" zou volgen. De zaak zou kalm en zoo het behoorde worden afgewikkeld, zooals dat in de groote wereld steeds ging. Nog weinige uren geleden had Edith dit onderhoud met kalmte, zeer bevredigd zelfs, tegemoet gezien uiterlijk scheen ze het ook nü te zijn, en toch oefende iets een beklem- menden indruk op haar, zij gevoelde iets als een raadselachtigen angst voor deze reeds lang verwachte beslissing. Voor een oogenblik spraken zij beiden nog van onver schillige dingen. „Gij wilt dus dezen zomer naar Zwitser land vroeg Ronald. „Mijnheer Marlow zeide mij reeds, dat hij plan had,een langen tijd in de Alpen te vertoeven. Hoe heerlijk, zich voor een poos los te rukken van de zorgen van het leven „Zult gij dan dezen zomer geen poosje op reis gaan vroeg Edith. „Ik kan niet. Wie als middelpunt van zoovele ondernemingen staat als ik, die wordt tenslotte een slaaf van zijn eigen schep pingen. Men moet steeds op zijn post zijn, wanneer men heer en meester van den toestand blijven wil. Ik heb geen tijd voor uitgaan." „Neen, gij hebt slechts tijd voor werken, zoo het schijnt." „Tot nu, ja," zeide Ronald langzaam. „Maar nu zou ik gaarne tijd voor iets anders hebben." Hij hield in, als verwachtte hij een ant woord, en toen dat niet kwam, stond hij op en trad aan de zijde der jonge dame. „Gij hebt mij verlof gegeven,naar Gerns bach te komen, en nu kom ik met een vraag, met een bede tot u, die gij wellicht reeds geraden hebt. Uw vader heeft inij hoop ge geven,de vervulling van mijn wensch kunt gij alleen mij schenken en ik zou gaarne mijn oordeel heden van uw lippen hooren Ik bied u mijn hand, Edith, mag ik hopen Het was een huwelijksaanzoek geheel in den vorm, in heldere, duidelyke woorden Tolktleger, mtrr men kin dit niet verkrijgen, roolaog de personen, die daarvan doel mtmikec. blijven wit ty op dit oogenblik lijn Daar. m heb ik er veel werk vin gemnkl om militaire oefeningen geheel bniten het leger inging te dorn vinden daarom bcb ik mijn kwhtigiten itenn ian de Koninklijke 1 tT"~ Biging vin £eberp«hnttere geickoLken. dmr aan ae leden te vervebiffen het Nederlmdeeh giwrer, model 1895, wel diirhij beboorende patron-n. En ik «il reeds dadelijk de venekering geven, dit die vereeniging op mijn kraebtigen ttenn kaB blijven rekenen Niets liever ren het mij rijn, dm dit er geen dorp in Nederland te vinden wai ronder rehieibain. Is ven- maal die tontand bereikt, roodat ieder jong Ne er- lander het gevoel met «ich omdraagt, dat hij. evenals de Transvaler, rijn geweer ryo vrieod noemt eo het bij rich hebbende, rijn peraoon onoverwinnelijk 8iht, dan ral het oogenblik gekomen zijn om ook in Neder land een volksleger te scheppen.* De wettm, die door den minister rijn ingediend, rijn dus niets anders dan gelegenheidswettrn, welke door anderen lellen worden rervangeo. wanneer het blijkt dat haar werking voor de oefening en ««pening van geheel het volk xegenryke gevolgen heelt gebad. Het einddoel ia dan volgens hem cfschaSog van liet grootste gedeelte van bet staande leger en de invoe ring van een volksleger, in hoofdtrekken gelijk dat vso Zwitserland met de daaraan verbonden aienlijke verlaging Tin het oorlogebudget. We moeten dus eerst door den rijslenhrijberg der voorgestelde legerorganisatie been eten, om in Luilek kerland te komen. Bij de beschouwing van de ingediende wetsvoorstel len kannen wij, ook al omdat we geen deskundigen rijn, niet in bijzonderheden afdalen. Wij moeten ona bepalen tot de hoofdpunten. Art. 1 van hel eerste wetsontwerp schrijft voor. dat de landmacht in het algemeen ral rijn samengesteld uit le. h e t 1 e g e r; 2e de landweer-, Se. den landstorm, voor aoover de landstorm- plichtigen voor den dienst bij de landmacht zijn bestemd. Hierbij (art. 2) worden in tijden van oorlog of oorlogsgevaar ook gerekend te behooren de vrijwilli gerscorpsen, met toeat- mming der regeeriog opgericht, welke rich dan ter beachikkiog van bet militair gezag stellen. De schutterijen zullen dus worden afgeschaft en, na dc persoonlijke dienstplicht is ingevoerd, vervangen worden door landweer en landstorm, welke voor het overgroote gedeelte gevormd worden nit in het leger geoe'ende manschappen Wij tullen dere drie onderdeden van de landmaeht in het kort afzonderlijk behandelen. Volgens art. 6 der eerste wet ral de sterkte van ons leger op voet van vrede het geheel van 19 309 vrijwillig dienenden niet te boven gaan Van dit getal kannen ten hoogste 2128 den rang van officier bekleeden- Het overige gedeelte zal dus moeten aangevuld worden door loting Nu ia het bijna wel zeker, dat het aantal vrijwillig dienenden, ten minste voorloopig, niet tot bovengenoemd cijfer zal komen, roodat het de militie ral rijn, die het overgroote gedeelte van het legsr vormt. VolgeDs art. 1 van de bestaande wet op de natioDale militie mag de sterkte van de laatste,55.000 I man niet te boven gaan Het wetsvoorstel tot j wijziging van de bestaande wet noemt geen cijfer. Wel schrijft het voor, dat jaarlyks bij de militie zullen worden iogelyld ten hoogste 12 300 mao, die op den lsten Januari van het jaar het 19de jaar zijn ingetreden. Verder wordt voorgesteld den dienst bij de militie te land voor de daarbij ingelijlden te doen duren tot 1 Angnstns van het jaar, waarin een acht jarige diensttijd is of zon worden volbracht. In tijden van oorlog, als alle lichtingen onder de wapenen zullen zijn geroepen, zal de minister dan kunnen beschikken over 8 keer 12 300 ia 98 400 man, tegen 55 000 onder de tegenwoordige wet. Om reeda dadelijk ons land tegen een binnendrin- genden vijand, onafhnnkelyk van de doode weer krachten, te kunnen verdedigen, verlangt de minister een veldleger van 45.000 mao Wat er dan overblijft, ruim de helft, zal voor een gedeelte 27 000 man dienst moeten dienen als aanvullingsreserve van veldleger en bezettingsleger. Behalve de 12 300 man, waarvan boveu sprake is, en die jaarlijks ter volledige oefening worden ingelijfd, zal dit jaarlyks ook nog het geval zijn met 5 200 man voor korte oefening Volgens de memorie van toelichting ligt het in de bedoeling van den minister, om voor dezen dienst vooral vrijwilligers toe te laten, die zich op gelijke wijze als thans voor het reservekader geschiedt, verbinden om,onverminderd de wettelijke verplichtingen, welke als zoodanig op hen rusten, voor den tyd van zeven jaren bij het reservepersoneel der landmacht te dienen en daarvan bijna zeven maanden onder de wapenen door te brengen, namelijk vier maanden tot eerste oefening en tweemaal zes weken voor herha lingsoefeningen. Tot deze verbintenis zullen alleen worden toegelaten jongelieden uit den werkenden stand, die door handenarbeid in hun onderhoud voorzien, indien zij zich tót het aangaan van die verbintenis aanmelden vóór 1 Januari van het jaar hunner inschrijving bij de militie. In art. 30 van het wetsontwerp tot regeling van de samenstelling der landmacht lezen wij, dat de samenstelling der landweer by een nader wetsontwerp zal worden geregeld De minister deelt in zijn memorie van toelichting mede, dat het in zijn voornemen ligt, om in dat wetsontwerp de bepaling op te nemen, dal de dienst plichtigen, die hun achtjarigen diensttijd bij het leger hebben vervuld, behoudens eokele uitzonderingen, rooals bovengenoemde menscheppen jaarlijks ingeljjfd voor ki-rte oefening, bg de landweer zullen overgaan en daartoe gedurende zeven jtrrn blijven tehooreo. De mini-ter ziet in de landweer de eigenlijke legcrie.se! ve, die de noortige bruikbaarheid moet Bezitten om lo als bewaking-troepen in de verschil lende Terdfdiging-stellingen op te tieden 2o de bezeilingstroei-en te versterken; 3o in het verder verloop van den oorlog eventueel het veldleger bg het volbrengen T8n zijn taak te atennen. „Met alle waardeering voor den ijver en de moeite, welke de leden der bestaande schutterijen zien oetrous'eo, om zich vfor hun taak te bekwamen verklaart de minister dat dc taak van legerreserve door de schutterij niet kan worden vervuld. De landwcrrafdeelinger, welke rich raar hetoordee. van den minister al zeer s.oedig zullen vorrueD, zullen alleen bestaan nit ontmeden wapenen; met het tog op het feit, dat de bereden wa|enen in zijn wetsvoorstellen langeren dien-t sullen hebben dan de ai won e infanterie, bestaat hg den minister het voor n-men de bereden wipenen, die toch later voor een deel bij den landstorm zullen bebooien, van landweer- pliiht vrij te stellen. Ons rest nn nog de landstorm. Ook deze zal nauer bg de wet geregeld worden. De minister meent, dat als onze onafhankelijkheid wordt bedreigd, in den uitersten nood en beroep moet kannen gedaan worden op de weeibare mannen, die in gewone lijden of minder ernstige omstandigheden niet of niet meer aan verplichtingen ten aanzien van 's latJs verdediging onderworpen zijn, zoowel op hen die vroeger een militaire opleiding hebben genoten als op de overigen, die tot diensten van veischillenden aard zgn aan te wenden. De landstorm zal das niet alleen omvatten degenen, die hun vijftienjarigen diensttijd bij leger en landweer hebben volbracht, maar ook hen, die vrijgeloot zijn, of vrijstelling van dienst hebbe.n genoten De minister beroept zich daartoe op art 181 van de Grondwet, waarin gezegd wordt, .dat de wet behalve den verplichten krijgsdienst ook regelt„deverplichtingen, die aan hen, die niet tot de zee- of landmacht behooren, ten aanzien van 's lands verdediging, opgelegd knnnen worden De vraag rijst thans wat zal deze reorganisatie van de levende stiijdkracbt aan de natie meer kosten? Wij komen aan de band van de memorie van toelich ting tot de volgende cijfers Het leger per jaar f 235 950. De instelling van de landweer per jaar 510 000 Oefening eenmaal per jaar gedurende tien dagen van een dertigtal compagnieën der landweer 45 000 A DviDg vbd deu diet et 's inorgeDS t kwart voor t:en. Zondig 21 Ja1". Zuid—Zijpe. f 790 950 Hiervan gaat al het bedrag dat de schutterijen thans aan de gemeenten kosten, 251 900 Blijft 1 589.060 Hierbg moet nog gevoegd worden een uitgaaf in eens voor de kosten der bewapening van de landweer, die in bovenstaand bedrag van f 510,000 niet is be grepen, en,op één milioen gesteld, zeker te laag berekend is, dan zon er een eerste uitgaaf noodig zijn f 1.800.000; terwijl daarna jaarlijks het oorlogsbndget met onge veer (800.000 zou moeten worden verhoog De baten, welke aan gemeenten wegens de alschaffing der schuttfrijen toevallen, zijn te gering om in rekening gebracht te worden. De schutterij te Amsterdam kost b. v. jaarlijks f 50.000.maar dit is, tegenover een beg.ooting van negentien mitlioen, een te gering bedrag alsdat het verdwijnen van dezen post nit de begroeting door de belastingbetalende burgerij zou worden opgemerkt. En dit zal wel overal elders het zelfde zijn. Daartegenover staan ook wellicht later uitgaven voor schietbanen, door de gemeenten aan le leggen. Bij het bedrag van f 800 000.moeten ook nog de jaarlijksche uitgaven voor den landstorm worden gevoegd, die men toch, wil men een weerbare natie vormen en een levée en massa, als de nood dwingt, mogelijk maken, zich nu en dan laten oefe nen en, als het oogenblik daar is, van wapenen moet voorzien. Predikbeurten. Hervormde Gemeente De godsdienstoefeningen b ginuen des voormiddag? 91/2 uur. Zondag 21 Jan. Ds. v. K'uijve. Hervormde gemeente De Godsdienstoefeningen beginnen des voormidd ge Q1^ uur. 21 Jan., Ds. Dubbeld. Herv. Gem. Bargin gerliorn. 21 Jan., 's narntdd igs halt 2 uur, Ds. Bax van Kolhorn. Herv. Gem. 8t. Maarten c. a. De Godsdienst lefeningt-n beginnen des v.m. half tien. 21 Jsn. Sint Maarten. 21 Jan., Kretl, Ds. Kooiman. maar in den toon lag een met moeite be dwongen opgewondenheid en de oogen van den vrager waren met verterende onrust op het gelaat van het mooie meisje gericht, dat met haar antwoord aarzelde. Daar was hij weder, die raadselachtige angst, die zich zoo donker en beklemmend om haar harte legde. Nu in dit oogenblik overweldigde hij haar geheel en sloot de lippen, die het bindende woord moesten spreken zij bleven stom. „Edith, ik wacht ik vraagver maande Ronald. Dat kwam uit den mond van den man, die slechte gewoon was te bevelen. Er lag werkelijk een nederig-vra- gen in zijn stem en hier was geen keus meer. Met haar gansche wilskracht ontrukte Edith zich aan de beklemdheid en wierp alle kwellende gedachten achter zich. „Wanneer mijn vader u reeds hoop heeft gegeven, zal ik die wel bevestigen moeten," zeide zij met een lachje. „Nu dan, ja hier is mijn hand." Zij wilde hem haar hand reiken, maar daar voelde zij zich plotseling door zijn armen omstrengeld, aan zijn borst gedrukt en heete, gloeiende kussen op haar wangen en mond. Het was, als flikkerden plotseling de hartstochten van den man in helle vlam men op, die haar met hun gloed verzengden. Ontsteld, half verdoofd duldde zij dat eenige seconden lang, maar reeds in een volgende minuut rukte zij zich los en riep uit „Mijnheer Ronald Dat klonk niet angstig, maar gebiedend, als gold het, eene beleediging af te weren. Ronald schrikte en deinsde een stap terug. „Wat beteekent dat, Edith?" vroeg hij met dreigende heftigheid. „Ik dacht, dat ge mij uw jawoord hadt gegeven?" Edith stond bleek en met bevende lippen voor hem. Zij had onwillekeurig aan een ingeving gevolg gegeven, zonder te weten wat ze daarmede verried. Ronald zag haar onafgebroken aan en een zonderlinge blik schoot uit zijn oogen. „Is dat uw antwoord op de eerste om helzing van uw verloofde? Ik meen toch, dat ik daartoe au het recht had. Meur het I Trekking van Woensdag 17 Januari. 5de Klasse 3« Lijst. No. 2733 t 60 000. No 15922 I 5000. No 8418, 9742, 10004 en 13766 etk f 1000 No. 2287. 8909 en 12744 elk f 40o No 3768, 3858, 13079. 13962 en 20259 elk f200. No 8085, 9123, 9963, 10329, 10892, 11692, 14236 en 19300 elk f 100. Prijzen van f 70. 13-2 2427 4972 8151 9806 12885 15872 19081 61 71 5163 75 10292 893 966 209 264 2551 5430 8-236 299 13013 16040 248 347 2604 87 8382 356 067 075 288 500 63 5578 8505 357 069 234 294 15 2966 5701 15 519 1(9 256 452 643 3109 45 8678 551 263 849 667 803 3205 46 8804 594 685 863 628 04 3301 6866 37 775 604 997 724 49 37C0 5993 61 817 637 17184 800 944 46 6232 8907 907 661 52-2 873 88 3836 6760 54 11053 753 557 20099 1224 4210 62 69 116 882 612 108 37 24 6866 9002 236 14014 727 184 1340 4390 7213 43 260 072 829 274 63 98 7569 80 471 298 866 290 91 4457 7606 9135 560 366 18029 319 1529 4609 7752 9230 836 916 147 360 1781 98 78 84 903 15411 516 422 1866 4640 7808 9329 92-2 434 531 451 2004 4741 63 9629 924 577 604 463 2126 66 7994 9719 12268 609 608 726 2256 4944 8072 99 781 795 869 819 2358 48 Trekking van Donderdag 18 Januari. 6de Klasse, 4e Lijst. No 7761, 12123 en 16517 f 1000. No 3455, 4181 en 9527 f 400. No 10498, 17769 en 18480 f 200. No 3413, 4966, 7044, 10486, 15040, 17701 en 17940 f 100. Ftijzen van f 70. 6-2 2838 6008 8964 10478 13859 17193 19447 65 47 6151 9034 512 887 289 456 104 2945 6208 94 937 951 641 480 80 3189 71 9197 11044 980 646 481 227 3234 22 9234 127 992 797 643 309 49 6327 9448 137 14138 909 6-29 62 65 6465 55 347 149 936 714 471 8367 08 99 373 408 18130 760 546 3530 6658 9524 384 633 146 828 717 68 19 51 837 670 236 2008-2 65 3783 7053 68 12031 755 351 279 860 3959 54 9653 400 986 4-29 488 1172 4003 7163 92 452 16210 496 620 1262 4091 7201 9827 551 221 535 645 1704 4485 7567 9919 656 766 597 816 24 4650 7870 27 782 776 875 871 1841 53 65 10116 925 838 883 898 1902 4869 7959 122 13157 856 940 2297 5065 8179 175 185 16095 961 2486 5196 63 282 200 160 19017 2510 5392 8207 416 309 247 185 2746 6463 8332 446 716 852 249 2809 6643 8416 460 728 918 412 59-20 8770 worden vervaardigd in de fabriek van Alkmaar. ziet er uit als als tegenstand, tegenzin „Gij hebt mij verschrikt met die harts tochtelijke uitbarsting", zeide Edith zacht. -A erschrikt Gij zijt toch anders niet zoo schrikachtig Welke ceremoniën verwacht te t gij dan wel bij onze verloving Moet ik u naar alle regelen der etiquette de hand kussen en voor uwe goedheid danken Mag ik mijn verloofde niet omhelzen Hij had gelijk met zjjn verwijt; Edith voelde het, en zij deed een poging den indruk uit te wisschen. „Gij draagt zelf de schuld hier van", antwoordde zij. „Ik geloofde niet, i dat gij zoo hartstochtelijk kondet gevoelen; gij toondet u tot dusverre steeds van een andere zijde." „Tot dusver Wij ontmoetten elkaar niet anders dan in het salon, waar vreemden bij warendaar toont men toch immers niet zijn waar gezicht. De wereld maakt mij uit voor een soort rekenmachine, die slechte alleen cijfers en getallen kent hebt gij dat ook gedaan Er klonk een bittere toon in zijn woor den, en toch beefden ze van ingehouden hartstocht, toen hij voortging „Dan zijt ge toch in de war geweest. De koele, bedaarde man van zaken, die slechte rekent en cijfert, 1 dat is uw vader, Edith. Ik ben 't niet en ben 't nooit geweest, en daarmede bereikt men niet een loopbaan als de mijne is, in zoo weinig jaren.Gij kent hem zeker niet, dien verborgen daemonischen drang,die in menige natuur ligt en ze rusteloos voortdrijft, door alle hindernissen, over alle hinder palen heen. Ik heb dezen daemon reeds ge voeld, toen ik nog arm en onbekend was, en die alleen heeft mij zoo hoog doen stijgen. Ik wilde hem niet toegeven, ik moest. Uw vader heeft mij zoo dikwijls gezegd: „Gij rekent te koen! Dat zijn geen berekeningen, dat is wagen." Maar ze gelukken steeds, als men maar den moed heeft, zich geheel daarvoor op het spel te zetten en ze met energie door te drijven tot aan het eind. Doet u dat schrikken, Edith Ik had gedacht, dat g ij dat zoudt kwmeu begrepen!" Verkrijgbaar bij Uitgesneden saucisse de boulogne, ii boterhammenworst, ii rookvleesch tevens puike Hammetjes met been en kleine stukjes rookvleesch. „Ja, ik begrijp het," zeide Edith, wier oogen bij zijn laatste woorden geen oogen blik van zijn gelaat waren afgewend ge weest. Dat was inderdaad een taal, die ze verstond, die op haar indruk maakte, de taal van het trotsche zelfbewustzijn, van den naar niets zienden of luisterenden moed. Ronald zag dat en zijn beleedigde trots hield geen stand, de hartstocht voor het mooie meisje zegevierde. Hij trad langzaam weer op haar toe en nu daalde zijn stem tot zacht fluisteren: „De wereld noemt dat ongehoord geluk. Ik ben niet gelukkig daarbij geweest en heb ook nooit veel daarnaar gevraagd, want mij klonk steeds in de ooren, gebie dend en gehoorzaamheid eischend „Voor waarts voorwaartsToen leerde ik jou kennen, Edith, en toen werd het anders. Gij wilt ja de mijne worden, maar ik ver lang meer dan dat koele, vormelijke „ja." waarmede ge hebt verklaard mijn vrouw te willen worden, ik eisch oneindig meer. In de ï-ustelooze jacht van mijn leven, heb ik nooit tijd gehad voor het geluk, maar nu eischt het zijn recht, met geweld on weerstaanbaar. Wilt gij het mij geven? Gij kunt het, gij alleen Dat was de volle, dat was de echte toon van den hartstocht, en Edith had geen vrouw moeten zijn, om daar onverschillig onder te blijven. Zij was verblind, meêgerukt, en al de waarschuwende gevoelens, waarmede zij straks had gestreden, zij waren verdwenen. Met een diepen zucht richtte zij zich op. „Ik heb u tot dusverre nog niet gekend, Ronald -" „Felixviel hij haar in de rede. „Laat mij toch eindelijk mijn naam hooren van je lippen." „Felix," herhaalde ze zacht.„Wij moeten het eerst leeren, elkaar te begrijpen Hij sloot haar in zijn armen, niet zoo hartstochtelijk als straks; hij vreesde blijk baar, haar weer te kwetsen. Ditmaal onttrok Edith zich niet aan zijn omhelzing. WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1900 | | pagina 6