DE LEGERÏÏET.
ierkarren,
W. F. STOEL Zoon,
Doopsgezinde Gemeente
Z IJ P E.
te SC HAGEN.
te Anna Paulowna.
Doopsgezinde Gemeente
Harslngerliorn c. a.
Stikte STAATSLOTERIJ.
Getrokken I* r ij z e n.
ADVERTENTIEN.
IJZEREN MESTWAGENS,
Inrijpoorten, Tuinhek
ken, enz.
J. H. DE WIT,
NOORD, SCHAGEN
het bewezen feit, dat zij haar dochter,
in wier lichaam 't vergif woedde dat zij
zelf haar had toegediend, kalmpjes zag
lijden, zag kruipen van 't bed naar de
W. C. en terugkeeren in heftige pijnen
zij wetend wat haar kind scheelde, 't
woord spreken kunnend, dat het tegengif
en misschien 't herstel brengen kon.
miar dat inhoudend, terwijl berekenend
hoelang 't nog duren zou éér zij de
verzekeringspenningen zou kunnen op
strijken. liet dames-auditorium bleef
er kalm bij en kwam den volgenden
morgen op tijd terug.
Natuurlijk, laten we niet dwaas week
hartig zijn. Onze dames zjjn bezig zich
te stalen in den harden levensstrijd, zij
willen gelijke rechten met den man, laten
zij ook gelijk-koude gemoederen trachten
te krijgeD. Wie gelooft de proef te
kunnen doorstaaD, moet er zich aan
onderwerpen.
Maar wat deze belangstellende mevrou
wen en jnörouwen eigenljjk belang
wekkends vonden in het uitpluizen van
de daden, die een béte humaine in een
vrouw uitdacht en doordreef, weet ik
niet. Dat zegt m'n oudste dochter
ik hou me er verder buiten. Chacun
son goüt.
Maar nu ik toch over dit geval aan
't babbelen ben, moet ik nog even
vertellen wat mij 't meest opvallend van
do historie lijkt. Dit namelijk, dat van
de drie of vier doktoreD, die de slachtoffers
huD stervensure behandelden, er
in
géén op de idéé kwam, dat er een
vergiftiging had plaats gehad. Ik beweer
dit eenvoudig als leek, de mogelijkheid
aannemend dat er verwarring kan zijn
iu de diagnosen van vergiftiging en
andere onschuldiger kwalen, omdat de
verschijnselen precies dezelfde zijn. Ik
geef deze opmerking voor beter, gaarne
goloovend dat, waar braaksel en uitwerp
selen verwijderd waren, de doktoren
geen vergiftiging konden gelooven.
Waarom zou een dokter ook dadelijk
het ergste gelooven.
Dit alleen weten we, dat, als de
commensaal Huisman niet aangifte bij
de justitie had gedaan van de drie
zonderlinge sterfgevallen zoo kort opéén
en onder dezelfde omstandigheden, vrouw
Soreosen nog vrij rondliep met haar
arsenicum. Aan de doktoren dankt
de justitie het Diet, dat zij een geraffi
neerde sluipmoordenares onschadelijk
kan maken, al vindt zij thans dit
moet erkendin de vrij wel eenparige
en stellige verklaring van de doktoren,
dat, de feiten gehoord en de lijkschou
wing gehouden (die echter niet door
henzelven is verricht), aan den dood
door arsenicum-vergiftiging, van minstens
twee der overledenen, niet te twijfelen
valt, een steun in het bepalen van de
schuld en hot stellen van de meest
gestrenge straf.
Voor de doktoren kan deze zaak toch
niet aangenaam wezen,hoewel zij volstrekt
geen verwijten over het gebeurde mogen
hooren.
Het volk, dat deze zaak met gretige
belangstelling volgde, heeft zijn vertrou
wen in den medicus alweer niet versterkt
gevoeld. Het is toch al van meening,
dat enkele medici hun buspatienten
uiet behandelen met de zorgen, die zij
van hen vragen. Typisch zijn de
klachten ik zeg er bij de veelal
onbillijke klachten die daarover
onder het volk gaan. Dokter blijft zoo
kort, dokter komt niet dikwijls terug,
dokter vindt „het" nooit erg, dokter is
boos als je buiten 't spreekuur komt,
dokter is zoo barsch, dokter zegt nooit
veel,dokter verandert zoo dikwijls van medi
cijnen, dokter beeft altijd wat te
als een halfgod. Wat denk jij van
dat alles, Ernst Marlow is zelf rijk en
zal zijn dochter niet verkoopen ter wille
van het geld."
„Waarom niet vroeg Ernst met snij
dende bitterheid. „Wellicht trekt hier min
der het geld, dan de macht die
wordt verkregen. Alles buigt zich immers
voor dien Ronald, voor dat beeld van den
Mammon Waarom zou dat het meisje niet
kunnen overhalen, aan zijn zijde te gaan
leven en zich mede te laten bewierooken?"
„Donders, kerel, jij bent vandaag in een
duivelsch vriendelijke stemmingriep de
majoor geërgerd uit. „Wat scheelt jou toch
eigenlijk, Ernst? Jij hebt toch niet op de
millionnaire gespeculeerd en behoeft je dus
niet zoo woedend aan te stellen, als die
Max. Mij is het glad-weg onverschillig, wie
die nabob met zijn hand en zijn ronde
schijven gelukkig maakt, maar ik had me
dagenlang over dat bezoek op Gernsbach
verheugd en nu hij brak plotseling af
en beet zich op de lippen, als had hij te
veel gezegd. Maar Ernst noch Max hadden
er op gelet. Ze leunden zwijgend, met eigen
gedachten bezig, tegen de kussens van het
rijtuig en ook de majoor volgde dat voor
beeld en was de derde zwijger in den
bond.
In Gernsbach was met het vertrek der
gasten de dwang gevallen, dien men zich
had moeten opleggen, en Marlow stelde het
geduld van zijn aanstaanden schoonzoon op
niet te harde proef. Nadat men nog een
kwartiertje had gebabbeld, nam hij de kleine
Liesbeth bij de hand om met haar buiten
op bet terras de duiven te gaan voederen.
Wilma volgde hem en daarmede was de
begeerde gelegenheid gegeven.
Edith en Ronald waren dus in het salon
achtergebleven, maar een vreemde zou moei
lijk hebben kunnen raden, dat dit een
aanstaand bruidspaar was. Er was geen
plotseling zwijgen, geen blozen en geen
verwarring,zooala veelal bij een eerste samen
zijn, maar er was hier immers ook geen
sprake van een romantische scène. De jonge
«tem*, «lis ia badaarde houding op de sofa
pruttelen op de hooge trappen, dokter I
laat ons op zijn spreekuur in de gang
staan, dokter is 's avonds nooit thuis,
enzoovoort. Al wat er aan liefheid, goed
heid, opoffering, zachtheid, welbespraakt
heid. doorzicht, huiselijkheid, gastvrijheid,
gewilligheid en nog tientallen deugden
meer op deze aarde taan te graaien is,
verlangt de buspatient van z'n dokter.
Nu zal er zeer onrechtvaardig wel
weer gedacht of gezegd worden, dat
het feit van het buspatient-zijn der
slachtoffers (Sorenseu en zijn dochter
waren buspatienten, meen ik) oorzaak
was, dat dokter niets merkte van de
vergiftiging. Bij een betalend patiënt
had hij 't wel gezien, maar daar bad
hij ook beter onderzocht, enz., enz.
„Onbillijkheid, uw naam is buspatient"
zou Shakespeare, als hij in deze dagen
en in Holland geleefd had, stellig prins
Hamlet hebben laten zeggen.
Dat weten de doktoren ook en wel
licht heeft 't geval Sorensen hen weer
een eindje verder uit de schatting gebracht.
Ik luisterde toevallig in de vestibule
van 't gerechtsgebouw een gesprek af
tuBscben twee menschen die „in de bus
zijn" eerste conclusie van het geval.
Och ja, die doktoren, zei er één.
M'n schoonmoeder ligt ziek, de tobberd
is heusch Diet best en daar komt me die
pil opstuiven. Woensdagmorgen. Hij
pakt 'r pols. kijkt er an, zegt niks, neemt
z'n boekje, schrijft vier xecepten en zeit
Ik kom a. s. Maandag terug, hier heb
je vier drankjes, 't één voor vandaag
ea morgen, 't tweede voor Vrijdag, 't
derde voor Zaterdag en Zondag. Ik
heb ze genummerd. En als ik Maandag
niet terugkom en 't is wat beter, dan
neem je 't vierde recept, dat zijn drup
peltjes om wat op kracht te komen.
Verbeel-je.
O, dan heb jij nog geen klagen.
Mijn dokter geeft heelemaal geen medi
cijnen, die zegt maar: warmhouwen,
heete melk drinken en in bed blijven.
Over vier dagen kom ik terug.
Zoo spraken deze mannen.
Het volk trekt zoo gauw conclusies
en 't pakt zoo graag beet wat zijn opvat
ting bevestigt, vooral als er iets bij
te fraseeren valt.
Vrouw Sorensen zelf toonde,dat zij niet
zonder baat gelezen en gehoord had
toen zij in het laatste verhoor met de
theatrale bewering kwam, die hier heele
maal niet vanpas was„Beter schuldig
voor de menschen dan voor God". Het
bewees niets, maar het kwam iu haar
kraam te pas. Van een of anderen
kansel zal zij dit gehoord en meegeno
men hebben.
't Volk neemt gaarne en veel meê.
aan
aan-
In ona vorig artikel hebben we, naar onze beacheiden
meening, vrij duidelijk aangetoond, dat zij, die roepen
om een volkalegei en om volkswapening, wanDeer zij
wijzen op Zwitaerland en Transvaal, de font begaan
van het vergelijken van ongelijksoortige grootheden.
Wij hebben een militieleger, dat eerat, op een enkele
uitzondering na, aan de oefeningen begint, wanneer
bet in de kazerne komt, w jj hebben een schutterij die
niets kan presteeren
Na heeli de minister van oorlog, toen hij den 14en
Oclober jl. de wetsvoorstellen tot regeling van de
samenstelling der landmacht en tot wijz'gicg en aan
vulling van de wet betrekkelijk de Nationale Militie
indiende, zich natuurlijk een doel voor oogen gesteld
en hy beeft dit bij de behandeling der oorlogsbegroo-
ting nader ontwikkeldde vraag is thans voor ona,
of zijn wetsvoorstellen bij ons de overtuiging kweekeo,
dat wij dat doel nabij kunDen komen.
„En au is het juist mijn doel", zeide de minister,
„om in de eerste plaats te tiaebten de stof te ver
kregen in Nederland, waarvan een ieger naar Zwitser-
schen trant, d. w. z. een echt volksleger, te zijner
tyd gevormd zou kunDen worden. Ik gevoel veel
sympathie voor het denkbeeld van een Nederlaodsch
zat, zou zijn vraag in overweging nemen,
die haar vader reeds toestemmend had be-
beantwoord en de man tegenover haar wist,
dat het Iteslissend „ja" zou volgen.
De zaak zou kalm en zoo het behoorde
worden afgewikkeld, zooals dat in de groote
wereld steeds ging.
Nog weinige uren geleden had Edith dit
onderhoud met kalmte, zeer bevredigd zelfs,
tegemoet gezien uiterlijk scheen ze het ook
nü te zijn, en toch oefende iets een beklem-
menden indruk op haar, zij gevoelde iets
als een raadselachtigen angst voor deze
reeds lang verwachte beslissing. Voor een
oogenblik spraken zij beiden nog van onver
schillige dingen.
„Gij wilt dus dezen zomer naar Zwitser
land vroeg Ronald. „Mijnheer Marlow
zeide mij reeds, dat hij plan had,een langen
tijd in de Alpen te vertoeven. Hoe heerlijk,
zich voor een poos los te rukken van de
zorgen van het leven
„Zult gij dan dezen zomer geen poosje
op reis gaan vroeg Edith.
„Ik kan niet. Wie als middelpunt van
zoovele ondernemingen staat als ik, die
wordt tenslotte een slaaf van zijn eigen schep
pingen. Men moet steeds op zijn post zijn,
wanneer men heer en meester van den
toestand blijven wil. Ik heb geen tijd voor
uitgaan."
„Neen, gij hebt slechts tijd voor werken,
zoo het schijnt."
„Tot nu, ja," zeide Ronald langzaam.
„Maar nu zou ik gaarne tijd voor iets
anders hebben."
Hij hield in, als verwachtte hij een ant
woord, en toen dat niet kwam, stond hij
op en trad aan de zijde der jonge dame.
„Gij hebt mij verlof gegeven,naar Gerns
bach te komen, en nu kom ik met een vraag,
met een bede tot u, die gij wellicht reeds
geraden hebt. Uw vader heeft inij hoop ge
geven,de vervulling van mijn wensch kunt gij
alleen mij schenken en ik zou gaarne mijn
oordeel heden van uw lippen hooren Ik bied u
mijn hand, Edith, mag ik hopen
Het was een huwelijksaanzoek geheel in
den vorm, in heldere, duidelyke woorden
Tolktleger, mtrr men kin dit niet verkrijgen, roolaog
de personen, die daarvan doel mtmikec. blijven wit
ty op dit oogenblik lijn Daar. m heb ik er veel
werk vin gemnkl om militaire oefeningen geheel
bniten het leger inging te dorn vinden daarom bcb
ik mijn kwhtigiten itenn ian de Koninklijke 1 tT"~
Biging vin £eberp«hnttere geickoLken. dmr aan ae
leden te vervebiffen het Nederlmdeeh giwrer, model
1895, wel diirhij beboorende patron-n. En ik «il
reeds dadelijk de venekering geven, dit die vereeniging
op mijn kraebtigen ttenn kaB blijven rekenen Niets
liever ren het mij rijn, dm dit er geen dorp in
Nederland te vinden wai ronder rehieibain. Is ven-
maal die tontand bereikt, roodat ieder jong Ne er-
lander het gevoel met «ich omdraagt, dat hij. evenals
de Transvaler, rijn geweer ryo vrieod noemt eo het
bij rich hebbende, rijn peraoon onoverwinnelijk 8iht,
dan ral het oogenblik gekomen zijn om ook in Neder
land een volksleger te scheppen.*
De wettm, die door den minister rijn ingediend,
rijn dus niets anders dan gelegenheidswettrn, welke
door anderen lellen worden rervangeo. wanneer het
blijkt dat haar werking voor de oefening en ««pening
van geheel het volk xegenryke gevolgen heelt gebad.
Het einddoel ia dan volgens hem cfschaSog van liet
grootste gedeelte van bet staande leger en de invoe
ring van een volksleger, in hoofdtrekken gelijk
dat vso Zwitserland met de daaraan verbonden
aienlijke verlaging Tin het oorlogebudget.
We moeten dus eerst door den rijslenhrijberg der
voorgestelde legerorganisatie been eten, om in Luilek
kerland te komen.
Bij de beschouwing van de ingediende wetsvoorstel
len kannen wij, ook al omdat we geen deskundigen
rijn, niet in bijzonderheden afdalen. Wij moeten ona
bepalen tot de hoofdpunten.
Art. 1 van hel eerste wetsontwerp schrijft voor. dat
de landmacht in het algemeen ral rijn samengesteld
uit
le. h e t 1 e g e r;
2e de landweer-,
Se. den landstorm, voor aoover de landstorm-
plichtigen voor den dienst bij de landmacht zijn
bestemd.
Hierbij (art. 2) worden in tijden van oorlog of
oorlogsgevaar ook gerekend te behooren de vrijwilli
gerscorpsen, met toeat- mming der regeeriog opgericht,
welke rich dan ter beachikkiog van bet militair
gezag stellen.
De schutterijen zullen dus worden afgeschaft en,
na dc persoonlijke dienstplicht is ingevoerd, vervangen
worden door landweer en landstorm, welke voor het
overgroote gedeelte gevormd worden nit in het leger
geoe'ende manschappen
Wij tullen dere drie onderdeden van de landmaeht
in het kort afzonderlijk behandelen.
Volgens art. 6 der eerste wet ral de sterkte van
ons leger op voet van vrede het geheel van 19 309
vrijwillig dienenden niet te boven gaan Van dit
getal kannen ten hoogste 2128 den rang van officier
bekleeden- Het overige gedeelte zal dus moeten
aangevuld worden door loting Nu ia het bijna wel
zeker, dat het aantal vrijwillig dienenden, ten minste
voorloopig, niet tot bovengenoemd cijfer zal komen,
roodat het de militie ral rijn, die het overgroote
gedeelte van het legsr vormt.
VolgeDs art. 1 van de bestaande wet op de
natioDale militie mag de sterkte van de laatste,55.000
I man niet te boven gaan Het wetsvoorstel tot
j wijziging van de bestaande wet noemt geen cijfer.
Wel schrijft het voor, dat jaarlyks bij de militie
zullen worden iogelyld ten hoogste 12 300 mao, die
op den lsten Januari van het jaar het 19de jaar zijn
ingetreden. Verder wordt voorgesteld den dienst bij
de militie te land voor de daarbij ingelijlden te doen
duren tot 1 Angnstns van het jaar, waarin een acht
jarige diensttijd is of zon worden volbracht. In tijden
van oorlog, als alle lichtingen onder de wapenen
zullen zijn geroepen, zal de minister dan kunnen
beschikken over 8 keer 12 300 ia 98 400 man, tegen
55 000 onder de tegenwoordige wet.
Om reeda dadelijk ons land tegen een binnendrin-
genden vijand, onafhnnkelyk van de doode weer
krachten, te kunnen verdedigen, verlangt de minister
een veldleger van 45.000 mao Wat er dan overblijft,
ruim de helft, zal voor een gedeelte 27 000 man
dienst moeten dienen als aanvullingsreserve van
veldleger en bezettingsleger.
Behalve de 12 300 man, waarvan boveu sprake is,
en die jaarlijks ter volledige oefening worden ingelijfd,
zal dit jaarlyks ook nog het geval zijn met 5 200
man voor korte oefening
Volgens de memorie van toelichting ligt het in de
bedoeling van den minister, om voor dezen dienst
vooral vrijwilligers toe te laten, die zich op gelijke
wijze als thans voor het reservekader geschiedt,
verbinden om,onverminderd de wettelijke verplichtingen,
welke als zoodanig op hen rusten, voor den tyd van
zeven jaren bij het reservepersoneel der landmacht te
dienen en daarvan bijna zeven maanden onder de
wapenen door te brengen, namelijk vier maanden tot
eerste oefening en tweemaal zes weken voor herha
lingsoefeningen. Tot deze verbintenis zullen alleen
worden toegelaten jongelieden uit den werkenden
stand, die door handenarbeid in hun onderhoud
voorzien, indien zij zich tót het aangaan van die
verbintenis aanmelden vóór 1 Januari van het jaar
hunner inschrijving bij de militie.
In art. 30 van het wetsontwerp tot regeling van
de samenstelling der landmacht lezen wij, dat de
samenstelling der landweer by een nader wetsontwerp
zal worden geregeld
De minister deelt in zijn memorie van toelichting
mede, dat het in zijn voornemen ligt, om in dat
wetsontwerp de bepaling op te nemen, dal de dienst
plichtigen, die hun achtjarigen diensttijd bij het leger
hebben vervuld, behoudens eokele uitzonderingen,
rooals bovengenoemde menscheppen jaarlijks ingeljjfd
voor ki-rte oefening, bg de landweer zullen overgaan
en daartoe gedurende zeven jtrrn blijven tehooreo.
De mini-ter ziet in de landweer de eigenlijke
legcrie.se! ve, die de noortige bruikbaarheid moet
Bezitten om lo als bewaking-troepen in de verschil
lende Terdfdiging-stellingen op te tieden 2o de
bezeilingstroei-en te versterken; 3o in het verder
verloop van den oorlog eventueel het veldleger bg
het volbrengen T8n zijn taak te atennen.
„Met alle waardeering voor den ijver en de moeite,
welke de leden der bestaande schutterijen zien
oetrous'eo, om zich vfor hun taak te bekwamen
verklaart de minister dat dc taak van legerreserve
door de schutterij niet kan worden vervuld.
De landwcrrafdeelinger, welke rich raar hetoordee.
van den minister al zeer s.oedig zullen vorrueD,
zullen alleen bestaan nit ontmeden wapenen; met
het tog op het feit, dat de bereden wa|enen in zijn
wetsvoorstellen langeren dien-t sullen hebben dan de
ai won e infanterie, bestaat hg den minister het voor
n-men de bereden wipenen, die toch later voor een
deel bij den landstorm zullen bebooien, van landweer-
pliiht vrij te stellen.
Ons rest nn nog de landstorm. Ook deze zal
nauer bg de wet geregeld worden.
De minister meent, dat als onze onafhankelijkheid
wordt bedreigd, in den uitersten nood en beroep moet
kannen gedaan worden op de weeibare mannen, die
in gewone lijden of minder ernstige omstandigheden
niet of niet meer aan verplichtingen ten aanzien van
's latJs verdediging onderworpen zijn, zoowel op hen
die vroeger een militaire opleiding hebben genoten
als op de overigen, die tot diensten van veischillenden
aard zgn aan te wenden.
De landstorm zal das niet alleen omvatten degenen,
die hun vijftienjarigen diensttijd bij leger en landweer
hebben volbracht, maar ook hen, die vrijgeloot zijn,
of vrijstelling van dienst hebbe.n genoten De minister
beroept zich daartoe op art 181 van de Grondwet,
waarin gezegd wordt, .dat de wet behalve den
verplichten krijgsdienst ook regelt„deverplichtingen,
die aan hen, die niet tot de zee- of landmacht
behooren, ten aanzien van 's lands verdediging,
opgelegd knnnen worden
De vraag rijst thans wat zal deze reorganisatie van
de levende stiijdkracbt aan de natie meer kosten?
Wij komen aan de band van de memorie van toelich
ting tot de volgende cijfers
Het leger per jaar f 235 950.
De instelling van de landweer per jaar 510 000
Oefening eenmaal per jaar gedurende
tien dagen van een dertigtal compagnieën
der landweer 45 000
A DviDg vbd deu diet et 's inorgeDS t
kwart voor t:en.
Zondig 21 Ja1". Zuid—Zijpe.
f 790 950
Hiervan gaat al het bedrag dat de
schutterijen thans aan de gemeenten kosten, 251 900
Blijft 1 589.060
Hierbg moet nog gevoegd worden een uitgaaf in
eens voor de kosten der bewapening van de landweer,
die in bovenstaand bedrag van f 510,000 niet is be
grepen, en,op één milioen gesteld, zeker te laag berekend
is, dan zon er een eerste uitgaaf noodig zijn f 1.800.000;
terwijl daarna jaarlijks het oorlogsbndget met onge
veer (800.000 zou moeten worden verhoog De baten,
welke aan gemeenten wegens de alschaffing der
schuttfrijen toevallen, zijn te gering om in rekening
gebracht te worden. De schutterij te Amsterdam kost
b. v. jaarlijks f 50.000.maar dit is, tegenover een
beg.ooting van negentien mitlioen, een te gering
bedrag alsdat het verdwijnen van dezen post nit de
begroeting door de belastingbetalende burgerij zou
worden opgemerkt. En dit zal wel overal elders het
zelfde zijn. Daartegenover staan ook wellicht later
uitgaven voor schietbanen, door de gemeenten aan le
leggen.
Bij het bedrag van f 800 000.moeten ook nog
de jaarlijksche uitgaven voor den landstorm worden
gevoegd, die men toch, wil men een weerbare natie
vormen en een levée en massa, als de nood dwingt,
mogelijk maken, zich nu en dan laten oefe
nen en, als het oogenblik daar is, van wapenen
moet voorzien.
Predikbeurten.
Hervormde Gemeente
De godsdienstoefeningen b ginuen des
voormiddag? 91/2 uur.
Zondag 21 Jan. Ds. v. K'uijve.
Hervormde gemeente
De Godsdienstoefeningen beginnen des
voormidd ge Q1^ uur.
21 Jan., Ds. Dubbeld.
Herv. Gem. Bargin gerliorn.
21 Jan., 's narntdd igs halt 2 uur,
Ds. Bax van Kolhorn.
Herv. Gem. 8t. Maarten c. a.
De Godsdienst lefeningt-n beginnen des
v.m. half tien.
21 Jsn. Sint Maarten.
21 Jan., Kretl, Ds. Kooiman.
maar in den toon lag een met moeite be
dwongen opgewondenheid en de oogen van
den vrager waren met verterende onrust
op het gelaat van het mooie meisje gericht,
dat met haar antwoord aarzelde.
Daar was hij weder, die raadselachtige
angst, die zich zoo donker en beklemmend
om haar harte legde. Nu in dit oogenblik
overweldigde hij haar geheel en sloot de
lippen, die het bindende woord moesten
spreken zij bleven stom.
„Edith, ik wacht ik vraagver
maande Ronald. Dat kwam uit den mond
van den man, die slechte gewoon was te
bevelen. Er lag werkelijk een nederig-vra-
gen in zijn stem en hier was geen keus
meer. Met haar gansche wilskracht ontrukte
Edith zich aan de beklemdheid en
wierp alle kwellende gedachten achter zich.
„Wanneer mijn vader u reeds hoop heeft
gegeven, zal ik die wel bevestigen moeten,"
zeide zij met een lachje. „Nu dan, ja
hier is mijn hand."
Zij wilde hem haar hand reiken, maar
daar voelde zij zich plotseling door zijn
armen omstrengeld, aan zijn borst gedrukt
en heete, gloeiende kussen op haar wangen
en mond. Het was, als flikkerden plotseling
de hartstochten van den man in helle vlam
men op, die haar met hun gloed verzengden.
Ontsteld, half verdoofd duldde zij dat eenige
seconden lang, maar reeds in een volgende
minuut rukte zij zich los en riep uit
„Mijnheer Ronald
Dat klonk niet angstig, maar gebiedend,
als gold het, eene beleediging af te weren.
Ronald schrikte en deinsde een stap terug.
„Wat beteekent dat, Edith?" vroeg hij
met dreigende heftigheid. „Ik dacht, dat
ge mij uw jawoord hadt gegeven?"
Edith stond bleek en met bevende lippen
voor hem. Zij had onwillekeurig aan een
ingeving gevolg gegeven, zonder te weten
wat ze daarmede verried. Ronald zag haar
onafgebroken aan en een zonderlinge blik
schoot uit zijn oogen.
„Is dat uw antwoord op de eerste om
helzing van uw verloofde? Ik meen toch,
dat ik daartoe au het recht had. Meur het
I
Trekking van Woensdag 17 Januari.
5de Klasse 3« Lijst.
No. 2733 t 60 000.
No 15922 I 5000.
No 8418, 9742, 10004 en 13766 etk f 1000
No. 2287. 8909 en 12744 elk f 40o
No 3768, 3858, 13079. 13962 en 20259 elk f200.
No 8085, 9123, 9963, 10329, 10892, 11692,
14236 en 19300 elk f 100.
Prijzen van f 70.
13-2
2427
4972
8151
9806 12885 15872 19081
61
71
5163
75 10292
893
966
209
264
2551
5430
8-236
299 13013
16040
248
347
2604
87
8382
356
067
075
288
500
63
5578
8505
357
069
234
294
15
2966
5701
15
519
1(9
256
452
643
3109
45
8678
551
263
849
667
803
3205
46
8804
594
685
863
628
04
3301
6866
37
775
604
997
724
49
37C0
5993
61
817
637 17184
800
944
46
6232
8907
907
661
52-2
873
88
3836
6760
54 11053
753
557 20099
1224
4210
62
69
116
882
612
108
37
24
6866
9002
236 14014
727
184
1340
4390
7213
43
260
072
829
274
63
98
7569
80
471
298
866
290
91
4457
7606
9135
560
366
18029
319
1529
4609
7752
9230
836
916
147
360
1781
98
78
84
903 15411
516
422
1866
4640
7808
9329
92-2
434
531
451
2004
4741
63
9629
924
577
604
463
2126
66
7994
9719 12268
609
608
726
2256
4944
8072
99
781
795
869
819
2358
48
Trekking van Donderdag 18 Januari.
6de Klasse, 4e Lijst.
No 7761, 12123 en 16517 f 1000.
No 3455, 4181 en 9527 f 400.
No 10498, 17769 en 18480 f 200.
No 3413, 4966, 7044, 10486, 15040, 17701 en
17940 f 100.
Ftijzen van f 70.
6-2
2838
6008
8964 10478 13859 17193 19447
65
47
6151
9034
512
887
289
456
104
2945
6208
94
937
951
641
480
80
3189
71
9197 11044
980
646
481
227
3234
22
9234
127
992
797
643
309
49
6327
9448
137 14138
909
6-29
62
65
6465
55
347
149
936
714
471
8367
08
99
373
408 18130
760
546
3530
6658
9524
384
633
146
828
717
68
19
51
837
670
236 2008-2
65
3783
7053
68 12031
755
351
279
860
3959
54
9653
400
986
4-29
488
1172
4003
7163
92
452 16210
496
620
1262
4091
7201
9827
551
221
535
645
1704
4485
7567
9919
656
766
597
816
24
4650
7870
27
782
776
875
871
1841
53
65 10116
925
838
883
898
1902
4869
7959
122 13157
856
940
2297
5065
8179
175
185 16095
961
2486
5196
63
282
200
160 19017
2510
5392
8207
416
309
247
185
2746
6463
8332
446
716
852
249
2809
6643
8416
460
728
918
412
59-20 8770
worden vervaardigd
in de fabriek van
Alkmaar.
ziet er uit als als tegenstand, tegenzin
„Gij hebt mij verschrikt met die harts
tochtelijke uitbarsting", zeide Edith zacht.
-A erschrikt Gij zijt toch anders niet zoo
schrikachtig Welke ceremoniën verwacht
te t gij dan wel bij onze verloving Moet ik
u naar alle regelen der etiquette de hand
kussen en voor uwe goedheid danken Mag
ik mijn verloofde niet omhelzen
Hij had gelijk met zjjn verwijt; Edith
voelde het, en zij deed een poging den indruk
uit te wisschen.
„Gij draagt zelf de schuld hier
van", antwoordde zij. „Ik geloofde niet,
i dat gij zoo hartstochtelijk kondet gevoelen;
gij toondet u tot dusverre steeds van een
andere zijde."
„Tot dusver Wij ontmoetten elkaar niet
anders dan in het salon, waar vreemden bij
warendaar toont men toch immers niet
zijn waar gezicht. De wereld maakt mij uit
voor een soort rekenmachine, die slechte
alleen cijfers en getallen kent hebt gij
dat ook gedaan
Er klonk een bittere toon in zijn woor
den, en toch beefden ze van ingehouden
hartstocht, toen hij voortging „Dan zijt ge
toch in de war geweest. De koele, bedaarde
man van zaken, die slechte rekent en cijfert, 1
dat is uw vader, Edith. Ik ben 't niet en ben
't nooit geweest, en daarmede bereikt men
niet een loopbaan als de mijne is, in zoo
weinig jaren.Gij kent hem zeker niet, dien
verborgen daemonischen drang,die in menige
natuur ligt en ze rusteloos voortdrijft,
door alle hindernissen, over alle hinder
palen heen. Ik heb dezen daemon reeds ge
voeld, toen ik nog arm en onbekend was,
en die alleen heeft mij zoo hoog doen
stijgen. Ik wilde hem niet toegeven, ik
moest. Uw vader heeft mij zoo dikwijls
gezegd: „Gij rekent te koen! Dat zijn
geen berekeningen, dat is wagen." Maar ze
gelukken steeds, als men maar den moed
heeft, zich geheel daarvoor op het spel te
zetten en ze met energie door te drijven
tot aan het eind. Doet u dat schrikken,
Edith Ik had gedacht, dat g ij dat zoudt
kwmeu begrepen!"
Verkrijgbaar bij
Uitgesneden saucisse de boulogne,
ii boterhammenworst,
ii rookvleesch
tevens puike Hammetjes met been en
kleine stukjes rookvleesch.
„Ja, ik begrijp het," zeide Edith, wier
oogen bij zijn laatste woorden geen oogen
blik van zijn gelaat waren afgewend ge
weest. Dat was inderdaad een taal, die ze
verstond, die op haar indruk maakte, de
taal van het trotsche zelfbewustzijn, van den
naar niets zienden of luisterenden moed.
Ronald zag dat en zijn beleedigde trots
hield geen stand, de hartstocht voor het
mooie meisje zegevierde. Hij trad langzaam
weer op haar toe en nu daalde zijn stem
tot zacht fluisteren:
„De wereld noemt dat ongehoord geluk.
Ik ben niet gelukkig daarbij geweest en
heb ook nooit veel daarnaar gevraagd,
want mij klonk steeds in de ooren, gebie
dend en gehoorzaamheid eischend „Voor
waarts voorwaartsToen leerde ik jou
kennen, Edith, en toen werd het anders.
Gij wilt ja de mijne worden, maar ik ver
lang meer dan dat koele, vormelijke „ja."
waarmede ge hebt verklaard mijn vrouw
te willen worden, ik eisch oneindig meer.
In de ï-ustelooze jacht van mijn leven, heb
ik nooit tijd gehad voor het geluk, maar
nu eischt het zijn recht, met geweld on
weerstaanbaar. Wilt gij het mij geven?
Gij kunt het, gij alleen
Dat was de volle, dat was de echte toon
van den hartstocht, en Edith had geen vrouw
moeten zijn, om daar onverschillig onder te
blijven. Zij was verblind, meêgerukt, en al
de waarschuwende gevoelens, waarmede zij
straks had gestreden, zij waren verdwenen.
Met een diepen zucht richtte zij zich op.
„Ik heb u tot dusverre nog niet gekend,
Ronald -"
„Felixviel hij haar in de rede. „Laat
mij toch eindelijk mijn naam hooren van je
lippen."
„Felix," herhaalde ze zacht.„Wij moeten
het eerst leeren, elkaar te begrijpen
Hij sloot haar in zijn armen, niet zoo
hartstochtelijk als straks; hij vreesde blijk
baar, haar weer te kwetsen. Ditmaal onttrok
Edith zich niet aan zijn omhelzing.
WORDT VERVOLGD.