I>. HeerHugowaard Nog steeds gaat men hier voort met 't .scheuren" van grasland. Ook ouze bosschen verdwij nen gaandeweg en worden in bouwakkers herschapen. worden dan het was Hoog vermaard om hare goed-hygiènische gesteldheid was deze stad niet, en als er ziektetijden waren deed Rotterdam behoorlijk mee. Nu loopen we zoo aller verdienstelijkst van influenza vrij ligt de oorzaak daar van in verbeterde toestanden Het is zeer wel mogelijk. Onze grond is in den loop van jaren heel wat boven den poldergrond verheven en droger gewordenonze wa- tergulle dienstmeisjes mogen de straten niet langer besproeien en tot beken makenonze nieuwe straten zijn ruim en frisch, schoon wat nattig alwéér onze slagers staan onder behoorlijk toe zicht en distribuëeren geen tuberculeus, kankerig, rottend vleesch meer over de Kotterdamsche menschenmagen, allemaal feiten, die het verheffen van een zeer ongezonde stad tot een kurort, nog slechts tot een kwestie vau tijd schijnen te maken. Het zou een grandiose overwinning van den mensch op de natuurlijke ge steldheid van bodem en klimaat wezen, als Rotterdam een gezoude stad was, en daarnaar ziet het er uit. Bij de laatste volkstelling is wel ge bleken, dat het er in de achterbuurten van onze oude stad treurig uitziet, en dat aldaar voor de gezondheidscommissie een prachtig terrein van arbeid braak ligtalle dingen komen niet in ééns en er is immers een woningwet in wording, die het gemeentebestuur macht geeft, om in deze spelonken van stegen en gangen en krotten naar behooren in te grjjpen. Uit deze buurten moet heel wat onge zonds in de stad verspreid worden en daaraan zal mettertijd het stadsbestuur een einde kunnen maken, wanneer ten minste het ministerie zijn zin krijgt. Wat we zeer hopen. Maar er is nog iets, dat op een woningwet niet behoeft te wachten, een eenvoudig kwestietje van huishouding, waarin verandering moet worden gebracht. Wat geven alle goede maatregelen voor de gezondheid, als maar vrij wordt toegelaten, dat bacillen, ziektekiemen en ander onguur gedoe uit de huizen op de straten wordt gegooid in één der drukste uren van den dag? In Rotterdam mag van 10 tot 11 uur des voormiddags worden klêe-geklopt. Ziedaar iets nóg gevaarlijkere dan worst met bedorven vleesch en ongezonde achterbuurten. Ik zag dezer dagen een vloerkleed sleepen uit een huis, dat naar wettelijken eisch geëtiquetteerd was met het nare opschrift „Diphtherithis." Misschien was 't een kleed uit de ziekenkamer zelf. En ik zag, op afstand veilig, dikke wolken stol uit dat kleed opslaan en de wind nam die mee en joeg ze door een toevallig vrij dunne rij wandelaars. Die zogen hun longen vol en keken onbewust van kwade dingen zeer welgemoed. Maar als niet één dezer een klein diphtherithisje thuis brengt, is God mét hen geweest. De heele stofwinkel van een éénmaal per week gedane kamer gaat in deze morgenuren de wijde wereld in, en kamers van huizen en huizen van straten en tenslotte de straten ook voegen zich samen en de atmosfeer van gansch de stad wordt vervuld met stof, waarin toch allicht iets van ziektekiemen is. De bacteriologische wetenschap staat hoog, maar de toepassing ervan in het openbaar is nog laag. En elk opzwiepend, knalklappend kleed is een pats in het gezicht vau de meest nuchtere overtuiging, dat men zich uit een ziekenkamer moet houden. Dat klêe-kloppen brengt de ziekenkamers op straat. Binnenlandsch Nieuws. Haringcarspel. De heer J. Fraij alhier heeft ontslag aangevraagd uit zijne betrekking van penningmeester van het Ambacht van Westfriesland, genaamd Geestmer Ambacht. De bevolking der gemeen te Uanngcarspel is in de laatst- verloopen tien jaren slechts met vijf zie len vermeerderd. Bij de 7e volkstelling waren aanwezig 1085 m. 973 v., samen 2058, en bij de laatste of 8e volkstelling 1055 m. en 1008 v., samen 2063. De landbouwers, die de kool voor een groot deel hebben overgehouden, maken uitstekende zaken, daar thans flinke pi ij - zen worden besteed, althans voor gele en roode kool. Voor le soort gele kool wordt 15 gld. besteed, voor roode 13 gld. Wat .Nieuw Leven" heeft beproefd, n. 1. ook veilingen te houden van z. g. dorscbkool, zal thans worden beproefd te Broek op^Langendijk, waar Dinsdag j. 1. deze veilingen zijn aangevangen. Voorloopig zal eiken Dinsdag en Vrijdag deze afslag worden gehouden, waarop dan ook uien, rapen, bieten, wortelen, enz., kunnen woiden geveild. Meer en meer wint ook in deze streken de over tuiging veld, dat veiling der landbouw producten de beste manier van afzet is. Bedankt voor Zui d- Scharwotide de heer D. Edens, cand. te Groningen. Nabij de halte „Zuider- meer" aan de spoorlijn Alkmaar- Hoorn is Dinsdag een bejaard man van Spierdijk uit den avondirein gestapt, in het water gevallen en ver dronken. Hollandsch vee inBelgië. In een vergadering van het Landbouw- comité van Antwerpen, die door een groot aantal leden bezocht was, is o. a. de opening der grenzeu voor het Neder- landsche vee ter sprake geweest. De voorzitter, de heer Verhaert, open de de besprekingen met te verklaren, dat iedereen in België er belang bij heeft, dat de grenzen geopend wordeo. .Mijn vee", zegt hij verder, .dat in Holland gevet is, heb ik hier doen on derzoeken en de deskundigen verklaren, dat het allergezondst is. In den polder is wel goed vee, maar het zou nog veel beter zijn, indien de grenzen open wer den verklaard." De heer Weemaes, veearts en bestuur der van het slachthuis, vraagt de ope ning der grenzen en inspuiting van het vee in de stallen van den kooper. Allen roepen .Bravo, dat willen wij ook De heer Yan der Wee, daarop het woord nemende, verklaart: .In vier jaar tijd bracht ik ruim 700 beesten binnen en geen enkel is met pokziekte bevondeD. Miju vakgenoot De 8chutter van Capel- len, die er 900 binnenbracht, heeft nooit 'n enkel ziek beest gehad." Hoe komt het, dat er op de 100 thans 30 afge keurd worden De voorzitter verklaart, dat verschei- denelandbouwers tegen het openzetten der grenzen zijn, omdat ze vreezen, dat de vrijhandel het land zal doen overstroo- men met Amerikaansch vee, waarop de heer Sluits antwoordt, dat wanneer het Nederlandsche vee vrij mag binnen ko men, de landbouwers geen Amerikaansch of Rumcensch vee zullen koopen. Met algemeene stemmen op één na wordt besloten, aan den Minister van Landbouw een verzoek te richten namens het Landoouwcomité, om de gcheele en bestendige opening der grenzen voor den invoer van Nederlandsch vee en quaran taine in de stallen van den Belgischen kooper en niet meer ia de beruchte stal len aan de grenzen. Verder schrijft men nog: Ia België blijft men steeds aandringen op het openzetten der grenzen voor den invoer van Nederlandsch vee. Vooral in de noordelijke provinciën, waar men het Nederlandsche vee niet missen kan, wenscht men niets liever dan dat de grenzen tegen den aanstaanden weidegang van het vee open zijn en open blijven. Daar echter de tegenwoordige minister van landbouw, evenals zijn voorganger, de heer de Bruyn, ongenegen blijft het Nederlandsche vee vrij te laten binnen komen, beproeft men het thans bij de volksvertegenwoordigers en senatoren. In de provincie Antwerpen circuleert een adres, waarin betoogd wordt, dat het sluiten der grenzen sedert eenige jare i onnoemelijk veel broodwinningen vernietigd heeftdat het smokkelen, «aardoor ziek vee ongekeurd in het land gebracht wordt, een .oprechte nijver heid" is geworden en dat het bestendig ope«en der grenzen het eenige middel is om de smokkelarij te doen ophouden. Verder wordt er op gewezen, dat de gezondheidstoestand van het Nederland sche vei in den laatsten tijd uitstekend isveel beter dan die van het Fransche vee. Daarna vragen adressanten, dat men hen gelijk stelle met hunne landgenooten aau de Zuidergrens, waar, naar het gerucht gaat, de grens andermaal zal ge opend worden. Adressanten verzoekenhet bestendig openen van alle grenzen met het houden van quarantaine bij de kooplieden zelf. Dit adres, door reeds bijna 1600 vee kooplieden, slagers, vetweiders en melk boeren geteekend, zal eerstdaags aan het parlement gezonden worden. Onderstaande lazen we in het N. v. d. D. van 1 Febr., als ingezonden Mijnheer de Redacteur Beleefd verzoekt ondergeteekende onderstaande regelen in uw blad te willen plaatsen In de vorige week las ik in een cou rant, dat op de algemeene vergadering van de Paaschtentoonstelling van vee te Purmerend, waarbij een verloting wordt gehouden, de tilbury niet was afgehaald en dus ten voordeele van de vereeniging was gekomen. Wel is waar, dat de til bury niet is afgehaald, en dus de com missie die publiek heeft verkocht, waar zij recht op hadden (deze tilbury bracht ruim tweehonderd galden op), doch tien dagen na den gestelden tijd bleek het, dat een arme werkman die tilbury bad gewonnen, doch meende, dat zijn patroon het nummer zou nakijken, en de patroon dacht, dat hij het zelf zou nazien. Maar de arme m<n, dagelijks in het veld, was daar niet voor in de gelegenheid, zoodat op den dag, dat het werd ontdekt, zijn patroon direct naar Purmerend ging en het lot aan een paar der bestuursleden liet zien, wat zij bevestigden dat het wel bet rechte was, waar de tilbury op was ge vallen Zij konden echter geen besluit gevendaar moesten zij eerst voor bij elkander komen en het lot zouden zij bewaren, om het op de vergadering te moest zich wel van een deel losmaken,wan neer hij, zooals het scheen, nog grooter dingen wilde doen. Men wist, dat, wanneer de zaak der vennootschap geregeld was- hem een hooge onderscheiding wachtte. En nu kwam dat vlugschrift met zijn onthullingen, die als de bliksem uit helderen hemel neersloegen te midden der argelooze menigte. Nu werden van de Stein- felder werken misstanden verteld en dingen aan het licht gebracht, die heel leelijk waren. De schitterende winstcijfers zouden I bedrog en leugen zijn, en de werken zou- j den reeds jarenlang met verlies hebben gewerkt. Het zwijgen van allen, die in de werken hun brood verdienden, was met goud gekocht, en op de gewone arbeiders was een uitbuitings- en verdrukkingssysteem toegepast, zooals nergens bestond. Van het gebouw, dat zoo hecht en vast scheen te staan, werden nu de deuren en vensters opengerukt, en nu zag men spleten in de muren, de verzakkingen der fundamenten, de wankelende pilaren het moest red deloos in elkaar storten. Wie echter was die waarschuwer, die daar zoo plotseling opstond en den gevreesden Ronald zoo dapper te lijf ging Hij noemde zich niet, maar hij wees op de feiten in Neustadt zelf. Daar moest men de bewijzen voor hetgeen hij zeide, gaan halen. Men moest de beambten en arbeiders, die tot dusverre niet hadden durven spreken, tot praten dwingen, en in het slotwoord werd het publiek toegeroepen „Dat is één van de scheppingen van den heilloozen man Kijk naar al zijn andere scheppingen, ze dragen het stempel van verval op het voor hoofd, want het moet aan hem worden bewaarheid „zoo gewonnen, zoo geronnen Het boek was in vlammende taal ge schreven en het werkte bij het lezen als de meesleepende taal van een redenaar van talent. Dan noemde men dezen,dan genen naam als dien van den schrijveralla bekende en I beroemde namen werden genoemd en de betrokken personen werden direct of indirect •adervraagd. Ze wezen evenwel allen met greate beslistheid het as taai-schap af en dat deed de algemeene, koortsachtige belang stelling nog meer stijgen. Ronald antwoordde later dan men van hem had verwacht. Hij liet een volle week verstrijken, maar dan kwam ook zijn ant woord met de gewone energie.Hij verklaarde, zonder zich met bijzonderheden in te laten, alles voor leugen en laster, voor een erbar melijke intrige, om zoodoende de aandee lenvennootschap te doen mislukken, en dan wendde hij zich persoonlijk tot den „ellen- digen leugenaar", die de eer en de positie van een ander bekladde en ondermijnde, en niet eens den moed had, zich te noemen. Met een anoniemen schrijver liet hij zich niet in, de aanval was door de lafheid van zijn naam niet te durven noemen, reeds veroordeeld. De storm die boven Berlijn was losge broken, had ook het stille Gernsbach be reikt. Mevrouw von Maiendorf wist van de verloving, die voor de wereld een geheim was gebleven. Binnen eenige weken zou de standverhooging van Ronald en tegelijk de openlijke aankondiging der verloving plaats vinden, en daar kwam nu die slag. Wilma, die de tijding uit de courant had gekregen, had dadelijk aan Edith ge schreven, die nog te Interlaken was, terwijl haar vader zich reeds eenige weken in Berlijn bevond. In plaats van een antwoord, kwam er een telegram, waarin Edith een kort bezoek aan Gernsbach aankondigde zij zou op haai- thuisreis een omweg maken. De jonge vrouw was zeer verrast, maar zij vond het verklaarbaar. Ronald was naar Steinfeld gesneld, waarschijnlijk om zijn maatregelen tegen den aanval te treffen, en Steinfeld lag van Gernsbach slechts een paar uur verwijderd. Daar wilden de verloof den elkaar ontmoeten zij hadden elkaar in maanden niet gezien. De beide dames zaten weer op het terras, maar niet zoo onschuldig babbelend als in het voorjaar. Uiterlijk bewaarde Edith wel haar zelfbeheersching en vertelde van haar reis. maar ze was toch niet meer de koele, voorname dame der groote wereld, die een bezoek aan het platteland brengt en de uenschen daar zoo burgerlijk en kunnen toonen maar na de vergadering kwam er een schrijven van genoemde commissie, dat de arme man niets kreeg. Nu vraag ik een ieder rechtvaardig mensch af, hoe zulk een behandeling is. iieilig dan de Schager- en Alkraaarscho loten voor de Paaschtentoonsteuiug, die ten allen tijde, al zjjn het verkochte voorwerpen, altijdna overlegging van bewijs, hun geld kunnen krijg- n. Zoo kan ik uit grond van mijn hart allea aanraden, die lo'en wenechen te hebben, nooit Purmerender Loten temmen, daar ondergeteekende 't zelf is overkomen. U dank zeggende, Mijnheer de Redac teur, voor de opaame dezer, noem ik mij, met de meeste hoogachting, Uw Ed. dw. dienaar, Siemon Bakker, Werkman te Winkel. 25 1.1900. Op den goeden weg. Is 't wonder, dat wij het jaar 1900 met opgewektheid ingaan Nadat in 1898 de accijns op het gedistilleerd bijna 8^ ton minder had opgebracht dan in 1897, was de opbrengst in 1899 alweer ruim 3V2 ton minder dan in 1898. In 1881, tot welk jaar de accijns de eenige preventieve maatregel was tegen 't drankmisbruik, nog 9.81 Liter is het verbruik van gedistilleerd ad 50 pc. per hoofd der bevolking sedert, om alleen van de laatste vier jaren te gewagen, gedaald in 1896 tot 8 66, in 1897 tot 8.46, in 1898 tot 8.28, in 1899 tot 8.05 Liter. Een verschil van meer dan 1% Liter per hoofd! Waarlijk, Nederland is thans op den goeden weg. (Volksbond.) De gemeenteraad van A.1 Lmaar heeft in zijn Woensdag gehouden zitting geen beslissing genomen over het subsidie-voorstel ten aanzien van de tram Egmond aan Zee —Alkmaar Bergen. De heer Kraakman meende, dat uit stel voor een beslissing noodig was en dat vooraf deze zaak moest worden gesteld in handen eener commissie. Zijn voorstel werd met 8 tegen 6 stemmen aangenomen. Uitspraak doende inde zaak van Jacob Zegers, beschuldigd van vergiftiging zijner vrouw, en die uit de gevangenis was ontvlucht, maar weer te Putten gepakt werd, heeft het gerechtshof te ARNHEM, op grond der bekentenis van beklaagde en het berouw, door hem aan den dag gelegd, in verband met zijn weinig gevorderden leeftijd, aanleiding gevonden om beklaagde geen levenslange, maar 20 jaar gevangenisstraf op te leggen. Van de 2031 lot el in gen uit de provincie NOORD-HOLLAND, die in de eerste helft der maand Maart a.s. in dienst zullen komen, zullen worden ingedeeld: 100 bij de zeemilitie, 150 bij het reg. gren. en jagers te 'e-Graven- hage, 110 bij het le reg. inf. te Den Helder, 200 bij het 4e reg. van dat wapen te Haarlem, 90 bij bet 7e reg. inf. te Hoorn, 500 te Amsterdam en 200 te Naarden, 80 bij het 2e reg. huzaren te Haarlem, 30 bij het 3e reg. van dat wapen te Leiden, 50 bij het le reg. veld-artill. te Utrecht en Amersfoort, 50 bij het 2e reg. van dat wapen te 's-Gravenhage, 8 bij het korps rijdende artillerie te Arnhem, 170 bij het 2e reg. vesting-artill. te Naarden en 108 te Amsterdam, 120 bij het 4e reg. van dat wapen te Den Helder, 104 bij de pant8eifort-artillerie te Haarlem, Den Helder en Muiden, 12 bij het korps pontonniers te Dordrecht, 20 bij de torpedisten te Brielle en 29 bij het korps genietroepen te Utrecht. (.fcUKNGO MÜÏÏWST" onbeduidend vindt. Zij zag er bleek en vermoeid uit, als had ze vele slapelooze nachten doorgebracht, en hoe levendig ze ook sprak, men zag het haar aan, dat ze met haar gedachten ergens anders was. De jonge vrouw zat bevangen en niet vrij tegenover haar. Edith had nog met geen woord gezegd, waarom zij op Gernsbach was gekomen. Het duurde Edith blijkbaar te lang, dat Wilma haar er naar vroeg, daarom begon zij er zelve maar over. „Ge hebt me nog niet gevraagd, Wilma, waarom ik je zoo ben komen overvallen," zeide ze. „Vermoedelijk hebt ge het reeds geraden „Ik geloof van ja," antwoordde Wilma eenig8zins onzeker. ,.Ik wilde je er echter gisteravond bij je aankomst niet naar vragen. Ronald is immers in Steinfeld en nu hebt ge een samenkomst gevraagd met hem hier, niet waar „Gevraagd neenRonald weet natuur lijk, dat ik hier ben. Ik heb hem bericht gezonden en hij zal misschien wel komen zoo dra hij een oogenblik vrij heeft." De jonge weduwe zag haar vriendin ver wonderd aan. Geen afspraak En Ronald werd niet eens bepaald verwacht wat voerde haar nicht dan hierheen Deze liet haar niet veel tijd, daarover na te denken, maar ging haastig voort „Het handelt over wat anders nu. Mijn heer Raimar zal vanmiddag op Gernsbach komen. Gij zult het zeker wel toestaan, dat ik hem alleen ontvang „Onze notaris Wilma viel van de eene verwondering in de andere. „Hij wilde het nieuwe pachtcontract zelf brengen, maar „Zijn bezoek van heden geldt mij," viel Edith haar in de rede. „Ik heb hem daar om gevraagd,zorg dat ik hem alleen kan spreken." „Gij wilt zijn raad inwinnen over die -* over die pijnlijke aangelegenheid," zeide Wilma, die zich die vreemde uitnoodiging anders niet kon verklaren. „Raimar is een knap jurist en kan Steinfeld heel nauw keurig, maar gij kent hem toch nauwelijks, om kern over dergelijke zaken uw vertrou wen te schenken." „Och toe laat dit aan wij over," zeide >i f 3 n t terrible. Keeltje„Oom, heeft u gisteren ten ongeluk gehad op de jacht P" Oom „Wel neea, jongeö, hoe kom je d-*ri«a Rateltje„Wel, mama vertelde a»D papa, dat Jans, onze meid, u gisteren op straat gezien had en dat u leelijk aangeschoten waart Beleefd. Een botr, zijn stok opb- ffet.de tegen iemand, die laDgs een zijp d zijn weg wil bekorten „Als je niet dadelijk terug gaat, sla ik je de hersens in." Vreemdeling: „Maar goede man, ik wist niet, dat men dezen weg tiet mocht gaan." Boei„Daarom waarschuw ik je beleefd." De bevolking ran Londen. Londen moet thans, rolgens een utenwe stilistiek, 6% miljoen zielen tellen. De bevolking neemt jaatlijks met 80.000 zielen toe. De Engelscbe hoofdstad heeft meer joden dan Palestina, meer Schotten dan Edinbnrg, meer Ieren dan Belf&st, meer Katholieken dan Rome. De straten van Londen hebben een lengte van 13.000 kilometer. Van de 100 mwoDeis 1 e'oben er 31 geen vast bestaan en bij de politie zijn 220 000 beroeps-misdadigers inge schreven. Het verbruik bedraagt te Londen per jaar o.a. 400.000 runderen, 1 mil joen schapen, 8 miljoen stuks gevogelte, 400 miljoen pond visch, 500 miljoen oesters en 500 miljoen liters bier. Een flink antwoord. Keurvorst Wilhelm II van Hessen, die van 1821 tot 1847 regeerde, was tol zijn dood een der vurigste verdedigt rs van de absolute alleenheerschappij en wilde van vertegenwoordiging en dergelijke „non- sens" niets weten. Burgeiijke menschen waren volgens „Zijne Keurvorstelijke Genade" wezens van eene lagere orde. Nu had dit schepsel van hoogere orde evenwel aan het benedengedeelte van het gelaat een letlijkeu uitwas, waarschijnlijk een karbonkel, waarom hij dan ook door zijn „geliefde onderdanen" van lagere orde zeer oneerbiedig „de knobbelkeurvorst" weid genoemd. Hij wilde dat leelijke ding graag kwijt zijn en noodigde daarom een beroemd chirurg, professor te Göttin- grn, uit hem daarvan le bevrijden. De man der wetenschap was niet weinig verbaasd, toen de keurvorst hem bij de ontvangst, terwijl hij op den uitwas wees, lompweg aansprak met da wcorden „Kan hij dat genezen ren hoffelijkheid, waaraan zijne gttrouwe Hessen al gewoon waren. De verwondering van den keurvorst was evenwel niet minder groot dan die van den geleerde, toen leze laatste kortweg antwoordde; „Hij kau het wel, maar hij wil het niet 1'' Met deze woorden keerde hij zich om en verliet het paleis. Voor zoover men weet, heeft de keur vorst zijn uitwas tot zijn dood toe ge dragen. Sterfte. Te Berlijn is de sterfte in 1899 ruim 34 000 geweest, ot 3430 meer dan 1898. De oorzaak van die 10 pCt. grooter sterfte ligt vooral in ziekten der adenrhalingswerk- tuigen, 8300 tegen 7300 stn mazelen, roodvonk en kinkhoest stierven 730 meer, aan ingewaodziektcn 500 meer, enz. Edith, blijkbaar die wagen onaangenaam vindend. „Ik wil iets weten, dat Ernst Raimar mij het best kan vertellen en mij ook wel zeggen zal ons onderhoud zal niet lang duren." Zij stond op, trad op de steenen balus trade toe en begon de roode en gele blade ren der wijnranken af te plukken. Er lag een zenuwachtige haast in die beweging, een met moeite eenigszins in bedwang ge houden onrust in haar gansche wezen. Wilma was haar gevolgd en waagde het eindelijk het hoofdpunt aan te raken. „Ge hebt natuurlijk het boek gelezen, zoo ge „Ja, mijn vader zond het mij gij kent het ook?" „Ja, ik kreeg het van notaris Treumann Edith, om Godswil, het zijn leelijke din gen, die Ronald daarin voor de voeten wor den geworpen Wat zal hij doen „Wat hij zal doen?" Het bliksemde dreigend in de oogen van het mooie meisje. „Den strijd aanvaarden. Dat is heel na tuurlijk. Hij zal het antwoord niet schuldig blijven." „Hij heeft reeds geantwoord, maar hij verklaart, zich niet met zulk een tegen stander te ■wollen inlaten, iemand, die zijn naam niet durft noemen. „Met een lafaardEr klonk een bittere hoon in deze woorden. „Wellicht dwingt men hem wel, zich te noemen. Ha, daar komt een rijtuig. Mijnheer notaris Raimar schijnt zeer precies te zijn." Zij wees op de laan, die naar het hee renhuis voerde en waar nu een open rijtuigje zichtbaar werd. Wilma keek ook in die richting. „Ja, hij is het", bevestigde zij. „Maar ik geloof ik geloof dat majoor Harmut naast hem zit." De jonge vrouw was vuurrood geworden en wendde zich af, om haar verlegenheid te verbergen, maar Edith had het niet bemerkt. Zij had zich hoog opgericht en keek met dichtgeklemde lippen en donkere oogen naar het rijtuig, als verwachtte zy éen vijand. „Majoor Harmut!" herhaalde zij. ,,'t Hin dert nieter zal wel een voorwendsel zijn te bedenken, om notaris Raiiqar alleen te spreken te krijgen." Toen de heeren eenige minuten later het salon binnentraden, vonden ze de beide dames daar. De ontmoeting tusschen Edith en Raimar als gevolg hunner eerste kennis making was koel en vormelijk. Harmut keek zeer verwonderd, toen hij juffrouw Marlow zag, maar de verklaring, dat ze op haar terugreis haar nicht een kort bezoek bracht klonk zeer geloofwaardig; hij twijfelde daarom daaraan niet. Deze reis gaf aanleiding en stof tot een kort gesprek. Daarna verzocht mevrouw Maiendori den majoor, haar nieuwe paarden eens te gaan zien, zij wilde daarover gaarne zijn oordeel hooren. Edith en Raimar waren alleen. Hij had de anderen tot de deur begeleid en keerde nu terug zonder zijn plaats weer in te ne men. Hij bleet staan tegenover de jonge dame, wier oogen met een duistere vraag °Pr rijn gelaat waren gericht. Zij zag het maar al te goed, dat hij een ander was geworden in de laatste maan den. at bij de aankomst van Harmut maar halt aan het licht trad, dat was nu scherp en duidelijk waar te nemen het vry worden van een lang gebonden geweest zijnde natuur. Nu waren de banden ver scheurd,'de ketenen verbroken. Ernst wist, dat ook hier hem strijd wachtte, en hij had zich daarom gewapend. Hij had er geen oogenblik over in twijfel verkeerd, wat de reden was van de zonderlinge uitnoodiging. „Gij hebt bevolen, juffrouw," begon hij. „Ik kreeg uw brief en haastte mij aan uw verlangen te voldoen." „Ik zou gaarne een vraag tot u richten," zeide Edith, die elke inleiding overbodig scheen te vinden. „Wellicht kunt gij mij antwoord geven, wellicht ook niet. In ieder geval vraag ik u om een eerlijk ja of neen." Hij boog zwijgend. WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1900 | | pagina 4