I>.
HeerHugowaard Nog steeds
gaat men hier voort met 't .scheuren"
van grasland. Ook ouze bosschen verdwij
nen gaandeweg en worden in bouwakkers
herschapen.
worden dan het was Hoog vermaard
om hare goed-hygiènische gesteldheid
was deze stad niet, en als er ziektetijden
waren deed Rotterdam behoorlijk mee.
Nu loopen we zoo aller verdienstelijkst
van influenza vrij ligt de oorzaak daar
van in verbeterde toestanden Het is zeer
wel mogelijk. Onze grond is in den loop
van jaren heel wat boven den poldergrond
verheven en droger gewordenonze wa-
tergulle dienstmeisjes mogen de straten
niet langer besproeien en tot beken
makenonze nieuwe straten zijn ruim
en frisch, schoon wat nattig alwéér
onze slagers staan onder behoorlijk toe
zicht en distribuëeren geen tuberculeus,
kankerig, rottend vleesch meer over de
Kotterdamsche menschenmagen, allemaal
feiten, die het verheffen van een zeer
ongezonde stad tot een kurort, nog slechts
tot een kwestie vau tijd schijnen te maken.
Het zou een grandiose overwinning
van den mensch op de natuurlijke ge
steldheid van bodem en klimaat wezen,
als Rotterdam een gezoude stad was, en
daarnaar ziet het er uit.
Bij de laatste volkstelling is wel ge
bleken, dat het er in de achterbuurten
van onze oude stad treurig uitziet, en
dat aldaar voor de gezondheidscommissie
een prachtig terrein van arbeid braak
ligtalle dingen komen niet in ééns en
er is immers een woningwet in wording,
die het gemeentebestuur macht geeft, om
in deze spelonken van stegen en gangen
en krotten naar behooren in te grjjpen.
Uit deze buurten moet heel wat onge
zonds in de stad verspreid worden en
daaraan zal mettertijd het stadsbestuur
een einde kunnen maken, wanneer ten
minste het ministerie zijn zin krijgt. Wat
we zeer hopen.
Maar er is nog iets, dat op een
woningwet niet behoeft te wachten, een
eenvoudig kwestietje van huishouding,
waarin verandering moet worden gebracht.
Wat geven alle goede maatregelen voor
de gezondheid, als maar vrij wordt
toegelaten, dat bacillen, ziektekiemen en
ander onguur gedoe uit de huizen op
de straten wordt gegooid in één der
drukste uren van den dag? In Rotterdam
mag van 10 tot 11 uur des voormiddags
worden klêe-geklopt. Ziedaar iets nóg
gevaarlijkere dan worst met bedorven
vleesch en ongezonde achterbuurten.
Ik zag dezer dagen een vloerkleed
sleepen uit een huis, dat naar wettelijken
eisch geëtiquetteerd was met het nare
opschrift „Diphtherithis." Misschien was
't een kleed uit de ziekenkamer zelf.
En ik zag, op afstand veilig, dikke
wolken stol uit dat kleed opslaan en de
wind nam die mee en joeg ze door een
toevallig vrij dunne rij wandelaars. Die
zogen hun longen vol en keken onbewust
van kwade dingen zeer welgemoed.
Maar als niet één dezer een klein
diphtherithisje thuis brengt, is God mét
hen geweest.
De heele stofwinkel van een éénmaal
per week gedane kamer gaat in deze
morgenuren de wijde wereld in, en
kamers van huizen en huizen van
straten en tenslotte de straten ook voegen
zich samen en de atmosfeer van gansch
de stad wordt vervuld met stof, waarin
toch allicht iets van ziektekiemen is.
De bacteriologische wetenschap staat
hoog, maar de toepassing ervan in het
openbaar is nog laag.
En elk opzwiepend, knalklappend kleed
is een pats in het gezicht vau de meest
nuchtere overtuiging, dat men zich uit
een ziekenkamer moet houden.
Dat klêe-kloppen brengt de ziekenkamers
op straat.
Binnenlandsch Nieuws.
Haringcarspel. De heer
J. Fraij alhier heeft ontslag aangevraagd
uit zijne betrekking van penningmeester
van het Ambacht van Westfriesland,
genaamd Geestmer Ambacht.
De bevolking der gemeen
te Uanngcarspel is in de laatst-
verloopen tien jaren slechts met vijf zie
len vermeerderd. Bij de 7e volkstelling
waren aanwezig 1085 m. 973 v., samen
2058, en bij de laatste of 8e volkstelling
1055 m. en 1008 v., samen 2063.
De landbouwers, die de kool voor een
groot deel hebben overgehouden, maken
uitstekende zaken, daar thans flinke pi ij -
zen worden besteed, althans voor gele en
roode kool. Voor le soort gele kool
wordt 15 gld. besteed, voor roode 13
gld. Wat .Nieuw Leven" heeft beproefd,
n. 1. ook veilingen te houden van z. g.
dorscbkool, zal thans worden beproefd
te Broek op^Langendijk, waar Dinsdag
j. 1. deze veilingen zijn aangevangen.
Voorloopig zal eiken Dinsdag en Vrijdag
deze afslag worden gehouden, waarop
dan ook uien, rapen, bieten, wortelen,
enz., kunnen woiden geveild. Meer en
meer wint ook in deze streken de over
tuiging veld, dat veiling der landbouw
producten de beste manier van afzet is.
Bedankt voor Zui d-
Scharwotide de heer D. Edens,
cand. te Groningen.
Nabij de halte „Zuider-
meer" aan de spoorlijn Alkmaar-
Hoorn is Dinsdag een bejaard man
van Spierdijk uit den avondirein
gestapt, in het water gevallen en ver
dronken.
Hollandsch vee inBelgië.
In een vergadering van het Landbouw-
comité van Antwerpen, die door een
groot aantal leden bezocht was, is o. a. de
opening der grenzeu voor het Neder-
landsche vee ter sprake geweest.
De voorzitter, de heer Verhaert, open
de de besprekingen met te verklaren,
dat iedereen in België er belang bij
heeft, dat de grenzen geopend wordeo.
.Mijn vee", zegt hij verder, .dat in
Holland gevet is, heb ik hier doen on
derzoeken en de deskundigen verklaren,
dat het allergezondst is. In den polder
is wel goed vee, maar het zou nog veel
beter zijn, indien de grenzen open wer
den verklaard."
De heer Weemaes, veearts en bestuur
der van het slachthuis, vraagt de ope
ning der grenzen en inspuiting van het
vee in de stallen van den kooper.
Allen roepen .Bravo, dat willen wij
ook
De heer Yan der Wee, daarop het
woord nemende, verklaart: .In vier jaar
tijd bracht ik ruim 700 beesten binnen
en geen enkel is met pokziekte bevondeD.
Miju vakgenoot De 8chutter van Capel-
len, die er 900 binnenbracht, heeft nooit
'n enkel ziek beest gehad." Hoe komt
het, dat er op de 100 thans 30 afge
keurd worden
De voorzitter verklaart, dat verschei-
denelandbouwers tegen het openzetten der
grenzen zijn, omdat ze vreezen, dat de
vrijhandel het land zal doen overstroo-
men met Amerikaansch vee, waarop de
heer Sluits antwoordt, dat wanneer het
Nederlandsche vee vrij mag binnen ko
men, de landbouwers geen Amerikaansch
of Rumcensch vee zullen koopen.
Met algemeene stemmen op één na
wordt besloten, aan den Minister van
Landbouw een verzoek te richten namens
het Landoouwcomité, om de gcheele en
bestendige opening der grenzen voor den
invoer van Nederlandsch vee en quaran
taine in de stallen van den Belgischen
kooper en niet meer ia de beruchte stal
len aan de grenzen.
Verder schrijft men nog:
Ia België blijft men steeds aandringen
op het openzetten der grenzen voor den
invoer van Nederlandsch vee.
Vooral in de noordelijke provinciën,
waar men het Nederlandsche vee niet
missen kan, wenscht men niets liever
dan dat de grenzen tegen den aanstaanden
weidegang van het vee open zijn en
open blijven.
Daar echter de tegenwoordige minister
van landbouw, evenals zijn voorganger,
de heer de Bruyn, ongenegen blijft het
Nederlandsche vee vrij te laten binnen
komen, beproeft men het thans bij de
volksvertegenwoordigers en senatoren.
In de provincie Antwerpen circuleert
een adres, waarin betoogd wordt, dat
het sluiten der grenzen sedert eenige
jare i onnoemelijk veel broodwinningen
vernietigd heeftdat het smokkelen,
«aardoor ziek vee ongekeurd in het
land gebracht wordt, een .oprechte nijver
heid" is geworden en dat het bestendig
ope«en der grenzen het eenige middel
is om de smokkelarij te doen ophouden.
Verder wordt er op gewezen, dat de
gezondheidstoestand van het Nederland
sche vei in den laatsten tijd uitstekend
isveel beter dan die van het Fransche
vee.
Daarna vragen adressanten, dat men
hen gelijk stelle met hunne landgenooten
aau de Zuidergrens, waar, naar het
gerucht gaat, de grens andermaal zal ge
opend worden.
Adressanten verzoekenhet bestendig
openen van alle grenzen met het houden
van quarantaine bij de kooplieden zelf.
Dit adres, door reeds bijna 1600 vee
kooplieden, slagers, vetweiders en melk
boeren geteekend, zal eerstdaags aan het
parlement gezonden worden.
Onderstaande lazen we
in het N. v. d. D. van 1 Febr.,
als ingezonden
Mijnheer de Redacteur
Beleefd verzoekt ondergeteekende
onderstaande regelen in uw blad te
willen plaatsen
In de vorige week las ik in een cou
rant, dat op de algemeene vergadering
van de Paaschtentoonstelling van vee te
Purmerend, waarbij een verloting wordt
gehouden, de tilbury niet was afgehaald
en dus ten voordeele van de vereeniging
was gekomen. Wel is waar, dat de til
bury niet is afgehaald, en dus de com
missie die publiek heeft verkocht, waar
zij recht op hadden (deze tilbury bracht
ruim tweehonderd galden op), doch tien
dagen na den gestelden tijd bleek het,
dat een arme werkman die tilbury bad
gewonnen, doch meende, dat zijn patroon
het nummer zou nakijken, en de patroon
dacht, dat hij het zelf zou nazien. Maar
de arme m<n, dagelijks in het veld, was
daar niet voor in de gelegenheid, zoodat
op den dag, dat het werd ontdekt, zijn
patroon direct naar Purmerend ging en
het lot aan een paar der bestuursleden liet
zien, wat zij bevestigden dat het wel bet
rechte was, waar de tilbury op was ge
vallen Zij konden echter geen besluit
gevendaar moesten zij eerst voor bij
elkander komen en het lot zouden zij
bewaren, om het op de vergadering te
moest zich wel van een deel losmaken,wan
neer hij, zooals het scheen, nog grooter
dingen wilde doen. Men wist, dat, wanneer
de zaak der vennootschap geregeld was-
hem een hooge onderscheiding wachtte.
En nu kwam dat vlugschrift met zijn
onthullingen, die als de bliksem uit
helderen hemel neersloegen te midden der
argelooze menigte. Nu werden van de Stein-
felder werken misstanden verteld en dingen
aan het licht gebracht, die heel leelijk
waren. De schitterende winstcijfers zouden I
bedrog en leugen zijn, en de werken zou- j
den reeds jarenlang met verlies hebben
gewerkt. Het zwijgen van allen, die in de
werken hun brood verdienden, was met goud
gekocht, en op de gewone arbeiders
was een uitbuitings- en verdrukkingssysteem
toegepast, zooals nergens bestond. Van het
gebouw, dat zoo hecht en vast scheen te
staan, werden nu de deuren en vensters
opengerukt, en nu zag men spleten in de
muren, de verzakkingen der fundamenten,
de wankelende pilaren het moest red
deloos in elkaar storten.
Wie echter was die waarschuwer, die daar
zoo plotseling opstond en den gevreesden
Ronald zoo dapper te lijf ging Hij noemde
zich niet, maar hij wees op de feiten
in Neustadt zelf. Daar moest men de
bewijzen voor hetgeen hij zeide, gaan halen.
Men moest de beambten en arbeiders, die
tot dusverre niet hadden durven spreken,
tot praten dwingen, en in het slotwoord
werd het publiek toegeroepen „Dat is één
van de scheppingen van den heilloozen man
Kijk naar al zijn andere scheppingen, ze
dragen het stempel van verval op het voor
hoofd, want het moet aan hem worden
bewaarheid „zoo gewonnen, zoo geronnen
Het boek was in vlammende taal ge
schreven en het werkte bij het lezen als de
meesleepende taal van een redenaar van
talent.
Dan noemde men dezen,dan genen naam als
dien van den schrijveralla bekende en I
beroemde namen werden genoemd en de
betrokken personen werden direct of indirect
•adervraagd. Ze wezen evenwel allen met
greate beslistheid het as taai-schap af en dat
deed de algemeene, koortsachtige belang
stelling nog meer stijgen.
Ronald antwoordde later dan men van
hem had verwacht. Hij liet een volle week
verstrijken, maar dan kwam ook zijn ant
woord met de gewone energie.Hij verklaarde,
zonder zich met bijzonderheden in te laten,
alles voor leugen en laster, voor een erbar
melijke intrige, om zoodoende de aandee
lenvennootschap te doen mislukken, en dan
wendde hij zich persoonlijk tot den „ellen-
digen leugenaar", die de eer en de positie
van een ander bekladde en ondermijnde, en
niet eens den moed had, zich te noemen.
Met een anoniemen schrijver liet hij zich
niet in, de aanval was door de lafheid van
zijn naam niet te durven noemen, reeds
veroordeeld.
De storm die boven Berlijn was losge
broken, had ook het stille Gernsbach be
reikt. Mevrouw von Maiendorf wist van de
verloving, die voor de wereld een geheim
was gebleven. Binnen eenige weken zou de
standverhooging van Ronald en tegelijk de
openlijke aankondiging der verloving plaats
vinden, en daar kwam nu die slag.
Wilma, die de tijding uit de courant
had gekregen, had dadelijk aan Edith ge
schreven, die nog te Interlaken was, terwijl
haar vader zich reeds eenige weken in
Berlijn bevond. In plaats van een antwoord,
kwam er een telegram, waarin Edith een
kort bezoek aan Gernsbach aankondigde
zij zou op haai- thuisreis een omweg maken.
De jonge vrouw was zeer verrast, maar
zij vond het verklaarbaar. Ronald was
naar Steinfeld gesneld, waarschijnlijk om
zijn maatregelen tegen den aanval te treffen,
en Steinfeld lag van Gernsbach slechts een
paar uur verwijderd. Daar wilden de verloof
den elkaar ontmoeten zij hadden elkaar in
maanden niet gezien.
De beide dames zaten weer op het terras,
maar niet zoo onschuldig babbelend als in
het voorjaar. Uiterlijk bewaarde Edith wel
haar zelfbeheersching en vertelde van haar
reis. maar ze was toch niet meer de
koele, voorname dame der groote wereld,
die een bezoek aan het platteland brengt
en de uenschen daar zoo burgerlijk en
kunnen toonen maar na de vergadering
kwam er een schrijven van genoemde
commissie, dat de arme man niets
kreeg.
Nu vraag ik een ieder rechtvaardig
mensch af, hoe zulk een behandeling is.
iieilig dan de Schager- en Alkraaarscho
loten voor de Paaschtentoonsteuiug, die
ten allen tijde, al zjjn het verkochte
voorwerpen, altijdna overlegging van
bewijs, hun geld kunnen krijg- n. Zoo
kan ik uit grond van mijn hart allea
aanraden, die lo'en wenechen te hebben,
nooit Purmerender Loten temmen, daar
ondergeteekende 't zelf is overkomen.
U dank zeggende, Mijnheer de Redac
teur, voor de opaame dezer, noem ik
mij, met de meeste hoogachting,
Uw Ed. dw. dienaar,
Siemon Bakker,
Werkman te Winkel.
25 1.1900.
Op den goeden weg.
Is 't wonder, dat wij het jaar 1900
met opgewektheid ingaan
Nadat in 1898 de accijns op het
gedistilleerd bijna 8^ ton minder had
opgebracht dan in 1897, was de opbrengst
in 1899 alweer ruim 3V2 ton minder
dan in 1898.
In 1881, tot welk jaar de accijns de
eenige preventieve maatregel was tegen
't drankmisbruik, nog 9.81 Liter is
het verbruik van gedistilleerd ad 50 pc.
per hoofd der bevolking sedert, om alleen
van de laatste vier jaren te gewagen,
gedaald in 1896 tot 8 66, in 1897 tot
8.46, in 1898 tot 8.28, in 1899 tot
8.05 Liter.
Een verschil van meer dan 1% Liter
per hoofd! Waarlijk, Nederland is thans
op den goeden weg.
(Volksbond.)
De gemeenteraad van
A.1 Lmaar heeft in zijn Woensdag
gehouden zitting geen beslissing genomen
over het subsidie-voorstel ten aanzien
van de tram Egmond aan Zee —Alkmaar
Bergen.
De heer Kraakman meende, dat uit
stel voor een beslissing noodig was en
dat vooraf deze zaak moest worden
gesteld in handen eener commissie. Zijn
voorstel werd met 8 tegen 6 stemmen
aangenomen.
Uitspraak doende inde
zaak van Jacob Zegers, beschuldigd van
vergiftiging zijner vrouw, en die uit de
gevangenis was ontvlucht, maar weer te
Putten gepakt werd, heeft het gerechtshof
te ARNHEM, op grond der bekentenis
van beklaagde en het berouw, door hem
aan den dag gelegd, in verband met
zijn weinig gevorderden leeftijd, aanleiding
gevonden om beklaagde geen levenslange,
maar 20 jaar gevangenisstraf op te
leggen.
Van de 2031 lot el in gen
uit de provincie NOORD-HOLLAND,
die in de eerste helft der maand Maart
a.s. in dienst zullen komen, zullen worden
ingedeeld: 100 bij de zeemilitie, 150 bij
het reg. gren. en jagers te 'e-Graven-
hage, 110 bij het le reg. inf. te Den
Helder, 200 bij het 4e reg. van dat
wapen te Haarlem, 90 bij bet 7e reg.
inf. te Hoorn, 500 te Amsterdam en 200
te Naarden, 80 bij het 2e reg. huzaren
te Haarlem, 30 bij het 3e reg. van dat
wapen te Leiden, 50 bij het le reg.
veld-artill. te Utrecht en Amersfoort,
50 bij het 2e reg. van dat wapen te
's-Gravenhage, 8 bij het korps rijdende
artillerie te Arnhem, 170 bij het 2e
reg. vesting-artill. te Naarden en 108 te
Amsterdam, 120 bij het 4e reg. van
dat wapen te Den Helder, 104 bij de
pant8eifort-artillerie te Haarlem, Den
Helder en Muiden, 12 bij het korps
pontonniers te Dordrecht, 20 bij de
torpedisten te Brielle en 29 bij het
korps genietroepen te Utrecht.
(.fcUKNGO MÜÏÏWST"
onbeduidend vindt. Zij zag er bleek en
vermoeid uit, als had ze vele slapelooze
nachten doorgebracht, en hoe levendig ze
ook sprak, men zag het haar aan, dat ze
met haar gedachten ergens anders was.
De jonge vrouw zat bevangen en niet vrij
tegenover haar. Edith had nog met geen
woord gezegd, waarom zij op Gernsbach
was gekomen. Het duurde Edith blijkbaar
te lang, dat Wilma haar er naar vroeg,
daarom begon zij er zelve maar over.
„Ge hebt me nog niet gevraagd, Wilma,
waarom ik je zoo ben komen overvallen,"
zeide ze. „Vermoedelijk hebt ge het reeds
geraden
„Ik geloof van ja," antwoordde Wilma
eenig8zins onzeker. ,.Ik wilde je er echter
gisteravond bij je aankomst niet naar vragen.
Ronald is immers in Steinfeld en nu hebt
ge een samenkomst gevraagd met hem hier,
niet waar
„Gevraagd neenRonald weet natuur
lijk, dat ik hier ben. Ik heb hem bericht
gezonden en hij zal misschien wel komen zoo
dra hij een oogenblik vrij heeft."
De jonge weduwe zag haar vriendin ver
wonderd aan. Geen afspraak En Ronald
werd niet eens bepaald verwacht wat
voerde haar nicht dan hierheen Deze liet
haar niet veel tijd, daarover na te denken,
maar ging haastig voort
„Het handelt over wat anders nu. Mijn
heer Raimar zal vanmiddag op Gernsbach
komen. Gij zult het zeker wel toestaan, dat
ik hem alleen ontvang
„Onze notaris Wilma viel van de eene
verwondering in de andere. „Hij wilde het
nieuwe pachtcontract zelf brengen, maar
„Zijn bezoek van heden geldt mij," viel
Edith haar in de rede. „Ik heb hem daar om
gevraagd,zorg dat ik hem alleen kan spreken."
„Gij wilt zijn raad inwinnen over die -*
over die pijnlijke aangelegenheid," zeide
Wilma, die zich die vreemde uitnoodiging
anders niet kon verklaren. „Raimar is een
knap jurist en kan Steinfeld heel nauw
keurig, maar gij kent hem toch nauwelijks,
om kern over dergelijke zaken uw vertrou
wen te schenken."
„Och toe laat dit aan wij over," zeide
>i f 3 n t terrible.
Keeltje„Oom, heeft u gisteren ten
ongeluk gehad op de jacht P"
Oom „Wel neea, jongeö, hoe kom je
d-*ri«a
Rateltje„Wel, mama vertelde a»D
papa, dat Jans, onze meid, u gisteren
op straat gezien had en dat u leelijk
aangeschoten waart
Beleefd.
Een botr, zijn stok opb- ffet.de tegen
iemand, die laDgs een zijp d zijn weg
wil bekorten „Als je niet dadelijk terug
gaat, sla ik je de hersens in."
Vreemdeling: „Maar goede man, ik
wist niet, dat men dezen weg tiet mocht
gaan."
Boei„Daarom waarschuw ik je beleefd."
De bevolking ran Londen.
Londen moet thans, rolgens een utenwe
stilistiek, 6% miljoen zielen tellen. De
bevolking neemt jaatlijks met 80.000
zielen toe. De Engelscbe hoofdstad heeft
meer joden dan Palestina, meer Schotten
dan Edinbnrg, meer Ieren dan Belf&st,
meer Katholieken dan Rome. De straten
van Londen hebben een lengte van 13.000
kilometer. Van de 100 mwoDeis 1 e'oben
er 31 geen vast bestaan en bij de politie
zijn 220 000 beroeps-misdadigers inge
schreven. Het verbruik bedraagt te Londen
per jaar o.a. 400.000 runderen, 1 mil
joen schapen, 8 miljoen stuks gevogelte,
400 miljoen pond visch, 500 miljoen
oesters en 500 miljoen liters bier.
Een flink antwoord.
Keurvorst Wilhelm II van Hessen, die
van 1821 tot 1847 regeerde, was tol zijn
dood een der vurigste verdedigt rs van de
absolute alleenheerschappij en wilde van
vertegenwoordiging en dergelijke „non-
sens" niets weten. Burgeiijke menschen
waren volgens „Zijne Keurvorstelijke
Genade" wezens van eene lagere orde.
Nu had dit schepsel van hoogere orde
evenwel aan het benedengedeelte van het
gelaat een letlijkeu uitwas, waarschijnlijk
een karbonkel, waarom hij dan ook door
zijn „geliefde onderdanen" van lagere orde
zeer oneerbiedig „de knobbelkeurvorst"
weid genoemd. Hij wilde dat leelijke
ding graag kwijt zijn en noodigde daarom
een beroemd chirurg, professor te Göttin-
grn, uit hem daarvan le bevrijden.
De man der wetenschap was niet weinig
verbaasd, toen de keurvorst hem bij de
ontvangst, terwijl hij op den uitwas wees,
lompweg aansprak met da wcorden „Kan
hij dat genezen ren hoffelijkheid,
waaraan zijne gttrouwe Hessen al gewoon
waren.
De verwondering van den keurvorst was
evenwel niet minder groot dan die van
den geleerde, toen leze laatste kortweg
antwoordde; „Hij kau het wel, maar hij
wil het niet 1'' Met deze woorden keerde
hij zich om en verliet het paleis.
Voor zoover men weet, heeft de keur
vorst zijn uitwas tot zijn dood toe ge
dragen.
Sterfte.
Te Berlijn is de sterfte in 1899 ruim
34 000 geweest, ot 3430 meer dan 1898.
De oorzaak van die 10 pCt. grooter sterfte
ligt vooral in ziekten der adenrhalingswerk-
tuigen, 8300 tegen 7300 stn mazelen,
roodvonk en kinkhoest stierven 730 meer,
aan ingewaodziektcn 500 meer, enz.
Edith, blijkbaar die wagen onaangenaam
vindend. „Ik wil iets weten, dat Ernst
Raimar mij het best kan vertellen en mij
ook wel zeggen zal ons onderhoud zal
niet lang duren."
Zij stond op, trad op de steenen balus
trade toe en begon de roode en gele blade
ren der wijnranken af te plukken. Er lag
een zenuwachtige haast in die beweging,
een met moeite eenigszins in bedwang ge
houden onrust in haar gansche wezen.
Wilma was haar gevolgd en waagde het
eindelijk het hoofdpunt aan te raken.
„Ge hebt natuurlijk het boek gelezen,
zoo ge
„Ja, mijn vader zond het mij gij kent
het ook?"
„Ja, ik kreeg het van notaris Treumann
Edith, om Godswil, het zijn leelijke din
gen, die Ronald daarin voor de voeten wor
den geworpen Wat zal hij doen
„Wat hij zal doen?" Het bliksemde
dreigend in de oogen van het mooie meisje.
„Den strijd aanvaarden. Dat is heel na
tuurlijk. Hij zal het antwoord niet
schuldig blijven."
„Hij heeft reeds geantwoord, maar hij
verklaart, zich niet met zulk een tegen
stander te ■wollen inlaten, iemand, die zijn
naam niet durft noemen.
„Met een lafaardEr klonk een
bittere hoon in deze woorden. „Wellicht
dwingt men hem wel, zich te noemen.
Ha, daar komt een rijtuig. Mijnheer notaris
Raimar schijnt zeer precies te zijn."
Zij wees op de laan, die naar het hee
renhuis voerde en waar nu een open
rijtuigje zichtbaar werd. Wilma keek ook
in die richting.
„Ja, hij is het", bevestigde zij. „Maar
ik geloof ik geloof dat majoor Harmut
naast hem zit."
De jonge vrouw was vuurrood geworden
en wendde zich af, om haar verlegenheid
te verbergen, maar Edith had het niet
bemerkt.
Zij had zich hoog opgericht en keek
met dichtgeklemde lippen en donkere oogen
naar het rijtuig, als verwachtte zy éen
vijand.
„Majoor Harmut!" herhaalde zij. ,,'t Hin
dert nieter zal wel een voorwendsel zijn
te bedenken, om notaris Raiiqar alleen te
spreken te krijgen."
Toen de heeren eenige minuten later het
salon binnentraden, vonden ze de beide dames
daar. De ontmoeting tusschen Edith en
Raimar als gevolg hunner eerste kennis
making was koel en vormelijk. Harmut keek
zeer verwonderd, toen hij juffrouw Marlow
zag, maar de verklaring, dat ze op haar
terugreis haar nicht een kort bezoek bracht
klonk zeer geloofwaardig; hij twijfelde
daarom daaraan niet.
Deze reis gaf aanleiding en stof tot een
kort gesprek. Daarna verzocht mevrouw
Maiendori den majoor, haar nieuwe paarden
eens te gaan zien, zij wilde daarover gaarne
zijn oordeel hooren.
Edith en Raimar waren alleen. Hij had
de anderen tot de deur begeleid en keerde
nu terug zonder zijn plaats weer in te ne
men. Hij bleet staan tegenover de jonge
dame, wier oogen met een duistere vraag
°Pr rijn gelaat waren gericht.
Zij zag het maar al te goed, dat hij een
ander was geworden in de laatste maan
den. at bij de aankomst van Harmut maar
halt aan het licht trad, dat was nu scherp
en duidelijk waar te nemen het vry
worden van een lang gebonden geweest
zijnde natuur. Nu waren de banden ver
scheurd,'de ketenen verbroken. Ernst wist,
dat ook hier hem strijd wachtte, en hij had
zich daarom gewapend. Hij had er geen
oogenblik over in twijfel verkeerd, wat de
reden was van de zonderlinge uitnoodiging.
„Gij hebt bevolen, juffrouw," begon hij.
„Ik kreeg uw brief en haastte mij aan uw
verlangen te voldoen."
„Ik zou gaarne een vraag tot u richten,"
zeide Edith, die elke inleiding overbodig
scheen te vinden. „Wellicht kunt gij mij
antwoord geven, wellicht ook niet. In ieder
geval vraag ik u om een eerlijk ja of neen."
Hij boog zwijgend.
WORDT VERVOLGD.