Binnenlandsch .Nieuws. GEiVIENGD NIEUWS. Zooiat in deze beschaafde tijden menheasch nog tot de conclusie komen moet, dat een gerenommeerde artistectroupe, die een fatsoenlijken leerling yan 10 jaar vraagt, om in het artistenvak te worden opgeleid, een goed werk doet en een toekomstigen Terstooteling door dezer tijden verhou dingen, uit zijn verval redtdat men 't zelfs zou moeten betreuren als een gerenommeerde artistentroupe géén kindje mocht te koop vragen. Want er is alle waarschijnlijkheid, dat dit gekochte kindje een gered menschje is. 1 Vergadering van den Raad der gemeente O ucle ieclorp, op Woensdag 14 Februari 1900. Tegen woordig alle leden en de Voorzitter, de heer A. Wonder Pz Burgemeester. Met een welkom ter plaatse, opent Voorz. de vergadering, de werkzaamhe den aanvangende met het lezen der no tulen der vorige bijeenkomst, welke zon der aanmerking worden goedgekeurd. Mededeeling wordt gedaan1. dat bij de jongstgehouden kasopneming bij den heer Gemeente-ontvanger gebleken is, dat overeenkomstig de boeken en be scheiden aan kasgeld aanwezig was eene som van f 3225.845. 2. dat Burgemeester ea Wethouders een nieuwe regeling hebben ingevoerd wat betreft de aftreding van brandmees ters. Tot heden traden elk jaar 2 brand meesters (van de 4) af, wat ten gevolge had dat zijzelven nauwelijks tijd hadden hunne werkzaamhedeu goed te leeren ken nen, en dat de brandspuitlieden en parti culieren niet wisten, aan wie zij zich te houden hadden. Bij de nieuwe rege ling, die aan deze bezwaren een einde maakt, wordt men benoemd voor 8 jaren, zoodat om de twee jaar één der brand meesters aftreedt. Voor kennisgeving worden nevens deze mededeelingen nog aangenomen 1. Missive van de Commissie voor de Pensionneering van Politie-Ambtenaien, dat zij nu ook in de gelegenheid is,tege moet te komen aan de bezwaren van vele Gem.-besturec, „dat volgens de aan geboden premie-opgave bij vóór-overlijden (vóór 65ste jaar) van den verzekerde de gestorte premiën geheel vervallen." Vol gens bijgevoegd gewijzigd tarief wordt nu in zoodanig geval 94°/0 der betaalde premiën teruggegeven. Aangezien de leeftijd van den veldwachter te Oude Niedorp 70 jaren is, kan de Raad alsnog op die aanbiedingen niet ingaan. 2. Kennisgeving van den heer Rijks ontvanger te N. Niedorp, dat aan den Gem.-ontv. een bedrag van f 127.385 is uitbetaald. 3. Circulaire van den heer Commis saris der Koningin, verzoekende steun en aanmoediging voor de collecte ter ondersteuning van den gewapenden dienst, met cijfers aantoonende, hoe nuttig het fonds werkt. Nog altijd echter moeten aanvragen om ondersteuning van de hand gewezen worden. Krachtige steun is der halve noodig, ook om de zoo gewenschte uitbreiding der categoriën van rechtheb benden en vergemakkelijking der voor waarden voor opneming te kunnen in voeren. 4. Missive van Ged. Staten, waarbij goedgekeurd worden teruggezonden de belastingverordeningen betreffende leges ter secretarie, begrafeni-rechten, staan gelden van kramers, sluisgelden en belas ting op tooneelvertooningen enz., alle goedgekeurd tot 1901. Het is aan Burg. en Weth. wenschelijk voorgekomen, dat, zooals in meer gemeen ten het geval is, een commissie wordt kende. Voor de eerste maal faalde de groote macht van haar verloofdevoor de eerste maal wankelde het gebouw van zijn voorspoed. Wellicht voelde hij dat zelf, want de diepste smart verried zich uit elk zijner woorden. „Rechtvaardigenherhaalde hij met bitteren spot. „Tegen een anoniem smaad schrift, dat je door iemand uit het donker wordt naar de voeten geslingerd. In ieder anderland zou men er de schouders over op halen en het aan mijzelf overlaten, zulk een gedrocht te vertrappen, maar hier, in dit kleingeestige Duitschland, neemt men zulke dingen ernstig op. „Hier daagt men mij voor de rechtbank der openbare meening, hier verlangt men, dat ik al mijn werken en ondernemingen aan een krenterig onderzoek zal laten onderwer pen. Ik, die alleen gewoon ben, met milli- oenen te rekenenOp mijn succes zal ik ze wijzen. Dat ben ik geworden Dat heb ik tot stand gebrachtDaar hebt ge mijne rechtvaardiging Dat was weder het opvlammen van zijn gansch machtig zelfbewustzijn, die trek van grootheid, die ook Edith had verblind, maar wonderlijk, nu maakte Ronald daar mede geen indruk. „Men doet u onrecht met die aanklacht, ik weet het," zeide zij, maar er lag meer geheime angst, dan overtuiging in haar stem. „Gij hebt wellicht zekere grenzen over schreden, moeten overschrijden ik begrijp datgij hadt daar als ongewoon mensch het recht toe. Maar, Felix. in dat geschrift worden u dingen voor de voeten geworpen, die gij verantwoorden moet. Men roept zelfs Steinteld als bewijs tegen u op, een uwer eigen werken." „V ie doet dat vroeg Ronald verachte lijk. „Omgekochte pennen, waarvoor ieder mid del goed is, als het doel maar wordt bereikt. Die aanval tegen mij en Steinfeld zal wel goed betaald worden hij is er woe dend genoeg voor." - „Dat is niet waarbarstte Edith on- reursichtig log. ^Raimiu- laat zich niet in het leven geroepen voor het toezicht op de gemeeatelaoderijen, waarom wordt voorgesteld zooianige commissie van 3 leden uit den Raad te willen benoemen. De heer Over vindt een zoodanige commissie zeer nuttig en noodig, want tegenwoordig wordt naar zijn oordeel niet altijd nauwkeurig de hand gehouden aan de bepalingen in het huurcontract. Ook de heer t an der Oord oordeelt het noodig, dat met dat toezicht bepaalde personen worden belastonlangs was hij zelf nog verzocht om opgebrachten mest te schouwen, maar hij achtte zich daartoe niet competent; zoo iets kan natuurlijk niet voorkomen als een commissie is aangewezen. De heer Hille vraagt nog, of het niet beter is, 4 in plaats van 3 leden te benoemenb. v. 2 te Oude Niedorp en 2 te Zydewind. Men acht evenwel 3 leden voldoende. Nadat het voorstel van B. en W. lgemeen is goedgevonden, worden bij eerste stemming tot leden dier commissie benoemd de heeren J. van der Oord, A Strijbis en C. Over, die deze benoeming aanvaarden. Voorts stellen B. en Weth. voor, om door het aanbrengen van een omheining het algemeen kerkhof, dat thans zoo open en bloot ligt.eenigszins aan de blikken van voorbijgangers te onttrekken. Vol gens opgave van den heer C. Speets te N. Niedorp zou een heg van ijpen- veeren van de straat naar de kerkhof poort en een hagedoorn-beining langs het hek naar de sloot, tezamen ongeveer f 12.50 kosten. Voegt men daarbij nog de kos ten van een te maken grintpad vanaf de etraatpoort naar de kerkhofpoort, dan zou een en ander een uitgaaf van ongeveer f 20.met zich brengen. Niemand heeft bezwaar tegen dit voor stel en het wordt dan ook met algemee- ne stemmen aangenomen, nadat nog op verzoek van den heer Over is toegezegd, dat tevens de inrij-gelegenheid in de straatpoort zal worden verbeterd, door verlaging of gelijkmaking van den drem pel enz. Men twijfelt niet, of het kerkbestuur (waarbij het kerkhof in eigendom is) zal wel de vereischte toestemming geven. De heer Stam verzoekt nog eens terug te mogen komen op de straks door B. en W. genoemde aftreding der brandmeesters, en vraagt, of dez^n bij aftreding dadelijk herbenoembaar zijn, het geen ontkennend beantwoord wordt. Zou het, zoo vraagt spreker, voor het hebben van bekwaam en algemeen bekend personeel, zooals B. en W. bedoelen, niet nog beter zijn, als de brandmeesters dadelijk herkozen konden worden? De heer Hille meent, dat men de grenzen der billijkheid overschrijdt, als men een opdracht voor langer dan 8 jaren doet, zonder aan de betrekking eenig salaris of tegemoetkoming te verbinden. Voornamelijk uit overweging, dat een benoemingstijd van 8 jaren, nog wel met de gelegenheid om na twee jaar weer gekozen te worden, voldoende lang mag heeten, wordt na korte bespreking de zaak bij het oude gelaten. Hierna gaat men over tot het nazien van de rekening der Stieren-administratie over 1899, waartoe ter vergadering aanwezig zijn de heeren P. Borst, P. Kuilboer en P. Schaap, die met den heer Over het beheer dier administratie voeren. Uit de rekening blijkt, dat het werkelijk saldo ongeveer f200.minder is dan het vorige jaar, maar daarvoor heeft de administratie thans 1 stier meer, terwijl alle stieren, die men nu heeft, jong zijn, wat verleden jaar ook niet het geval was. -vximK*iÊKmmaKSBsmmum*mm*zmxia* omkoopen." „Raimar Felix kromp ineen als door een adder gestoken. „Gij kent den schrijver Wie heeft u dat gezegd Het was te lajtt, om hetgeen gezegd was terug te nemen, en Edith dacht daaraan dan ook niet, maar Ronald scheen het ant woord toch wat lang te duren, want hij her haalde zijn vraag met nog grooter heftigheid „Hoe kent ge dien naam Het was een geheimik zelf kwam hem eerst heden morgen te weten en g ij wist het Van waar Van wien „Van Raimar zelf hij was vandaag in Gernsbach." „Zoo Gij schijnt toch al zeer merkwaar dige gesprekken met dien mijnheer te houden. De eerste maal toen ge hem ont- moettet, deed hij zich aan u kennen als mijn vijand, vandaag zegt hij tegen u, dat hij de schrijver is van dat smaadschrift. Heeft hij werkelijk den moed gehad, u dat te zeggen, en gij hebt dat aangehoord Hij sprak met scherp verwijt, maar hij hield het bezoek van Raimar, die veel op Gernsbach kwam, nog voor toevallig en een geheime stem maande Edith aan, hem in die gedachte te laten. Doch het trotsche, geen vrees kennende meisje vond oprecht heid een onafwijsbaren plicht. „Ge dwaalt, Felix," antwoordde zij. „Raimar kwam niet toevalligik zelf heb hem hier ontboden. Ik wilde hem dwingen, het gesloten vizier te openen, het geheim te bekennen ik moest zekerheid hebben, ofschoon ik er niet meer aan twijfelde." „Gij hadt den naam geraden, dien ik niet raadde Ge kendet reeds de waar heid De doffe toon, de blik zijner oogen hadden Edith moeten waarschuwen, maar zij liet zich onvoorzichtig meesleepen, blijkbaar zonder dat zij er erg in had hoe zij er in dat oogenblik uitzag, hoe haar geheele persoon grooter scheen te worden, toen ze riep „Ik wist het,ik gevoelde het, toen ik het boek had g einzen. Met zulk eeu ongehoord en Na onderzoek der bescheiden wordt de rekening eindelijk goedgekeurd en vast gesteld in ontvang op f 1381.29 (waar onder f 670.van verkochte stieren) en in uitgaaf op f 922 31° (waaronder f 513.— voor aangekochte stielen), dus met een batig slot van f 458 97°. Van dit saldo besluit men, f 350. in de ge meentekas te storten voor buur van het bij de admiuistratie in gebruik zijnde land. De Voorz. dankt namens de vergade ring de stierenmeesters voor hun beheer en beveelt de belangen der administratie opnieuw te hunner behartiging aan. De heer Borst ziet zich genoopt, als stieren meester te bedanken, welke ver klaring met leedwezen wordt vernomen, maar die men, overwegende dat de heer Borst reeds 20 jaar die betrekking beeft vervuld, wel moet billijker. De benoeming van een plaatsvervanger zal in een volgende vergadering geschieden. Vervolgens wordt door de leden van het Burgerlijk Armbestuur, de heeren C Over, K. Bos Pz, J. Stam en P. van Dijk, rekening en verantwoording gedaan van hun beheer o\er 1899. De ontvang sten der administratie bedroegen in het afgeloopen jaar f 2059.315, de uitgaven f 1474,60, zoodat een saldo werd verkre gen groot f 584.71 5. Dit saldo was aan het einde van 1898 f721.065, maar daar staat tegenover, dat over 1898 f 1400 en over 1899 f 1200 gemeentelijk sub sidie was ontvangen. De dokters-rekeningen bleken, zooals meer het geval is, ook hier het meest te plagen. Nadat de Raad ook deze rekening had accoord bevonden en goedgekeurd, wordt den leden van het Burg. Armbest. bij monde van den Voorz. dank gebracht voor hun beheer en de administratie in hunne belangstelling op nieuw aanbevolen. Bij het sluiten der vergadering dankt spr. allen voor hunne tegenwoordigheid en medewerkinginzonderheid den heer Borst wordt een woord van waardeering en dank gebracht voor den ijver en toe wijding gedurende zijn 20-jarig mede beheerder der Stierenadministratie.Met den wensch, dat de opvolger van den heer Borst eveDgoed zijn taak zal trachten te vervullen als deze, sluit voorz. de verg. Bij de Woensdag j. 1. ge- houden stemming ter benoeming van een lid van het bestuur van den Kost- verlorenpolder te Nieuwe INie- dorp in de plaats van den heer P. Haringhuizen, die als Kerkvoogd had bedankt en daarmede zijn mandaat als bestuurslid van den polder verloor, is benoemd de heer P. Koopman (eveneens Kerkvoogd). VV ieringeu. Naar wij vernemen zal ter herdenking van het 12 Va-jarig bestaan der muziek vereniging „Harmonie" alhier, op een nader te bepalen datum een groot muziekfeest worden gehouden. Verschil lende korpsen zullen voor dit festival worden uitgenoodigd. Woensdag 14 Februari hadden te K olhorn de namens het Dept.der Maatsch. t. N.v.'tA.uitgeschreven Volksvoordrachten plaats. Hoewel er den geheelen dag tot zeifs in den vooravond een vrij sterke sneeuwstorm had gewoed, die deed vreezen, dat de geheele avond in duigen zou 7allen, klaarde het na zessen zoodanig op, dat men zich weer veilig langs 's Heeren wegen kon ver trouwen. De kolfbaan van den heer Kist liep dan ook vol en stellig niemand heeft zich den avond beklaagd. Na een welkomstgroet van den Voorzitter, trad het Zanggezelschap „Amicitia" op, dat moed tegen een man van uw macht op treden, zich zóó op de bres stellen voor wat hem rechtvaardig schijnt te zijn, kon slechts één, dat 'kon slechts „Edith 1" Het woord kwam als een wilde, halfverstikte angstkreet over Ronald's lip pen. Hij was krijtbleek en zijn oogen boor den zich als 't ware in haar gelaat, als zocht hij daarin iets. Nog begreep zij hem niet, dezen starren; gloeienden blik maar zij voelde toch, dat daarin iets vreeselijks lag. „Nu vroeg Felix na een pauze, „waarom spreekt ge niet verder Dat kon slechts één, deze held van 't rechtWant dat schijnt hij te zijn in uwe oogen, en ik wat ben ik dan voor u „Felix, ik bid je," begon Edith zacht, maar hij liet haar niet uitspreken ,zijn hand sloot zich krampachtig om haar arm, en hij boog zich tot haar over, zoo dicht dat zijn heete adem haar wang beroerde. ,.Ik heb u straks onrecht gedaan," zeide hij op bitteren toon. „Gij kunt liefhebben, ik zie dat! Slechts mij komt steeds dat ijs tegemoet, mij. dien ge uw hand hebt ge schonken. Of hebt ge dat wellicht vergeten Er lag een half verborgen bedreiging in die vraag, m^ar voor bedreigingen was Edith niet bang, zij gaf hem den blik vast en koud terug en even koel klonk haar antwoord „Neen Ik gaf u mijn woord en zal dat houden maar laat mijn arm los, Felix, ge doet mij pijn met zoo te knijpen." Ronald liet langzaam los, hij liet haar arm vrij, maar zijn oogen bleven onafgewend op haar gelaat gevestigd. „Gij moet mij vergeven, dat ik zoo laat kwam," begon hij opnieuw. „Ik had nog iets te doen daar in Heilsberg." „Toch niet met Raimar ?"vroeg Edith aarzelend. „Met mijnheer den notaris, ja welWij hebben elkaar mondeling den dag toege zworen. Ik geloof, dat ge daarvan schrikt Wees gerust, ik sta gezond en wel voor u, en ook «Ky- is nog ia leven. Eenoogen met „De Geboorteplaats" vierstemmig gemengd koor van J. Heim, den avond opende. Ds. W. Bax reciteerde daarna een drietal gedichten: „Vaders Terugkomst", Het Geschenk" en „De twee Zusters." Daarna trad de heer an aer Meer op met: „hen koopje" van Justus van Maurik. Nadat het Zanggezelschap „Het Trans- vaalsche Volkslied" had gezongen, trad het Fatfare-corps „De Eendracht" op. Hoewel de leden tamelijk ontsticht waren over de niet-aanwezigheid van hun Directeur, waardoor ze natuurlijk zeer tegen hun zin tot werkeloosheid gedoemd waren, schafte hun president raad, en ziedaar, tot algemeen genoegen weerklonken de tonen van een drietal nummers vroolijk door de zaal. De pauze trad in, waarna de heer Kluij- ver een gedicht ten beste gaf getiteld „Het klokje van Inr.eefare", een fijn stukje dat zeer tot zijn recht werd gebracht. De heer Evenwel trad daarna op met een verhaal door een ouden tuinman in West-Friesch dialect ver'eld onder den titel„De Minister komt". De beer Holle had ten slotte een bijdrage in Groninger dialect, dat natuur lijk meer inspanning eischte om goed begrepen te worden. De spreker, die blijkbaar dit dialect volkomen machtig was, las echter zoo Jeuk voor, dat iedereen het volgen kon. Het Zanpgezelscbap zorg daarna een der volkswijsjes van J. Worp, getiteld: „Giondjes oogen". Het Fanfarecorps blies nog een paar nummers, waarmêe het heele publiek instemde en daarmede was het bastaHet was inmiddels vrij laat geworden en nadat de voorzitter derhalve het Muziek- en het Zanggezel schap, alsmede de verschillende sprekers voor het gelezene, en het pub'iek voor zijne trouwe opkomst bedankt had, werd de vergadering gesloten. Dood! Dezer dagen is te KESTEREN het lijk gevonden van een manspersoon, in wien men meende te herkennen den heer C. M., photograaf te Nijmegen; van zijn overlijden maakte dan ook de ambtenaar van den burgerlijken stand een akte op. Woensdag vervoegde de heer C. M. zich echter bij de politie te Nijmegen, waar hij zjjne dood-vetklaring vernam. Te ASTEN(N.B.)h ad een alleen wonend man, zekere J. de G., zich op een stoel bij de kachel neergezet en was zoo in slaap gevallen.Zijn kleeren heb ben vuur gevat en hij kreeg zoo deerlijke brandwonden, dat de buren hem des morgens dood op den vloer liggende vonden. In een kist. Te Parijs stond dezer dagen een bende dieven terecht, die door een toevalligheid betrapt waren. De weggejaagde kamerdienaar »au ren rijken heer had drie anderen over gehaald zijn vroege:ec meester te berooven. Daartoe liet een zich in een kist pakken, welke door de twee overigen op een kar naar het huis werd gereden en da^r op de binnenplaats neergezet. Zij zeideu de con- <ierge, dat zij deD volgenden dag zouden terugkomen om de kist, waarin een zeer kostbare pendule was, uit te pakken. De afspraak w s, dat de opgeslotene des nachts uit de kist zou kiuipsn en al wat hij maar kon meepakken uit de ramen aan zijn kameraden zou toewerpen. Zoover kwam het echter niet, wtgeas de aangeboren nieuwsgierigheid van de conciërge. Deze vond de kist wat groot voor een pendule blik heb ik, toen ik tegenover hem stond, een gedachte gehad —een dwaasheid was het geweest, waarvoor ik zou hebben moeten boe ten. Ik wist dat heel goed, maar er zijn oogen- 1 dikken, trots dat men het verkeerde inziet, dat men dwaasheden doet. Ik kwam nog ter rechter tijd tot bezinning, tot geluk voor ons beiden, maar was ik eerst in Gernsbach geweest en had geweten wat ik nu weet Hij voleindigde niet, maar zijnblik zeide de rest. Edith stond plotseling op en trad op de schrijftafel toe, die zijwaarts stond het werd haar te moede, als moest ze vluchten voor den man, die op dit oo genblik iets van een wild dier had. Ronald volgde haar niet, hij bleef op zijn plaats staan en de volle schijn van het lamp licht viel op zijn gelaat, dat nog steeds doodsbleek was. Het stilzwijgen duurde minuten langook Edith was bleek ge worden, maar er kwam geen woord over haar lippen, totdat eindelijk Felix weer het woord nam „Gij hebt mij straks aangeboden, onze verloving publiek te maken, en ik herhaal het u dat offer wil ik niet, de zaak blijft geheim. Uw woord, dat ge mij hebt gege ven, behoud ik, ook wanneer ge soms anders van idéé mocht worden. Ik laat niet met mij spelen! Wat 't mijne is, blijft het mijne, dat houd ik vast, zoolang er nog leven in mij is. Ik zeide het u op den dag, dat ge beloofdet mijn vrouw te worden ik ben niet die koel-rekeneude man, waarvoor men mij houdt en dat alleen omdat de cijfers mij groot hebben gemaakt. Wanneer de daemon in mij wordt wakker gemaakt hoed u dan daarvoor Hij sprak met onaangename kalmte daarna wendde hij zich om om heen te gaan bij de deur bleef hij evenwel nog staan. „Ik moet weg vaarwel." „I\ ilt ge nu weg vroeg Edith zacht- kens. „de nacht breekt aan." „Zeker, ik moet dadelijk naar Steinfeld terug. Over veertien dagen ben ik in Ber lijn, tot dan vaarwel." Hy ging an weinige oogen blikken later en trachtte haar te opener. En ziel toen zij den deksel een eindje had opgelicht werd die in eeD8 weer dicht gehaald. Zij zette al haar krachten bij en open de kist en er lag in een lijk ae, vertrokken gelaatstrekken! De dief hield zich maar zoo ea werd weldra door de politie in het leven ternggnoepen en jn bewaring gesteld. Zijn kornuiten liepen a n?chts in de val en de afloop was vetoor- opslu,tingM "UeD ,0' CeD °f meer Ia'en R ij d e n d e keukens Te Berhjn rijden thans in dL arbeiders- en fabnek<wijken eer.,ge Wag ns ,ond waarop zich groote ketels bcinden met dobbelen Wand. De ketels bevatten gereedgemaakte spijzen, bijv. er*t-Q met aardappelen en varkensvleesch die door heet w ter worden warm gehouden. De liter van deze spijs wordt voor R) pfeonigen (6 centen) afgeleverd in de pannen of schotels, die de koopers meebrengen. Er wordt zeer roim gebruik gemaakt vln deze rijdende keukens. Dezer dagen melddezich aan een der politieposten te Parijs een man aan met een fonograaf, waarin hii den stortvloed van scheldwoorden had op. gevangen, waarmede zijne vroow hem on- der vier oogen placht t« overstelpen. Hij dacht op die wijze de ondervonden belee- digingen openbaar te kunnen maken om dan op dezen grond een actie tot echt scheiding in te steller. Men verwees hem naar een advocaat. Koude. Te Tönset, een Noorsche plaats 500 meter boven de zee bij Drontheim gelegen stond de thermometer verleden Vrijdagoch tend te 7 uur 50 graden Ceisins onder het vriespant. Zulk een zware koude is tot dusver enkel benoorden den poolcirkel waargenomen. In andere deelen van Noor wegen en Zweden wsb het minder kond doch toch nog -19 tot -35 graden. De kustvaart is grootendeels gestremd. Engelsche spion gefusil leerd. De correspondent van de Temps schrijft art Dnrban een Igzonderhe d aan rijn blad, waarvan in Engelsche bladeo wel nooit een spoor gevonden zou zijn geworden. Men heeft daar de hand gelegd op eeD spior, en geboren Eogelschman, die van het begin van d*n oorlog deBoeren precies op de hoogte hield van de eterk'6 der Entelscbe troepen en oorlogsmaterieel in Dor ban. De Engelschmao was oangetteld aan de knstlelegraaf.Men ont dekte,dat van zijn post seinen werden gewis seld met achter de stad liggende bergeD. Toen men de zaak onderzocht, bleek het dat de man tldns alles overbracht wat den Boeren van nut kon zijn.Zyn telegrammen werden docr andere spionnen van heuvel tot heuvel geseind, en zoo wisten de Boeren ra een of twee dagen met nauwkeurigheid, wat te Dnrban, de plaats waar alle oorb gsmaterieel voor Natal ont scheept werd, geschiedde. De man heeft bekend, 8000 gulden handgeld te hebben gekregen en bovendien 4 60 per telegram. Het fgentschap van de nationiale bank van Transvaal te Dnrban zorgde voor de verrekening en op deze wijze heeft men kunDen nagaan, dat in de afgeloopen drie maanden 75,000 gulden aan den men wer den uitbetaald. Aan boord van een oorlogsschip op de reede gebracht, werd de spion met den kogel gestraft. Militaire geheimen. Oorlogscorrespondent (seinend): „Oi ze commandant, die, tnsschen twee haakjes, een stommerik is" Telegrafist: O, dat kunt u Dirt seinen. Militaire geheimen wordeD niet overge bracht." hoorde Edith zijn rijtuig wegrollen. Zij was in den stoel voor de schrijftafel neergezonken en verborg haar gelaat in haar handen. Zij voelde nog het ijzig gruwen voor den man, die zich zooeven eerst in zijn ware gedaante had getoond en die man zou haar echtgenoot worden. Intusschen reed Ronald naar Steinfeld terug, waar zijn tegenwoordigheid inder daad zeer noodig was. Daar had men hem het eerst en het hevigst aangegrepen, daar moest hij zich dus verdedigen. Maar dat schrikte den man niet terug,, die daar, in het hoekje van zijn rijtuig ge leund, door den donkeren herfstnacht reed,. Hij had al reeds zoo dikwijls gewaagd! spel gespeeld, eigenlijk altijd. Hoe dikwijls reeds had het geluk gedreigd, hem te ver laten, hij had het steeds weer gedwongen aan zijn zijde te blijven, als was het°bij hem in erfdienst. Nóg had hij de macht in handen, nóg gebood hij over een talrijken aanhang, die met hem gaan moest, om dat hij dat goedvond en dus was hij nog wel in staat den storm het hoofd te bieden. Het was iets anders, dat nu in zijn binnenste woeddede wild opslaande jaloezie en het instinct, der jaloezie deed hem de waarheid raden. Hij, met al zijn gloeienden hartstocht, zijn stormachtig smeeken, had slechts dulden en verdragen ontmoet bij zijn schoone, koude verloofde, maar toch liet zijn liefde hem niet met vrede. Zij zou voor hem in zijn rustelooze jacht naar goud en macht, die zijn gansche leven had gevuld, een bron van vrede en geluk zijn geweest,had zijn gansche natuur in boeien geslagen, en nu! Hij dacht aan Edith's schitterende oogen en gloeiende wangen toen zij van Raimar sprak, en er lag een gruwelijke vastberadenheid in de woorden, die hij halfluid uitstiet „Neemt u in acht, gij beidenIk kan vernietigen wat het mijne is loslaten zal ik het niet 1" WORDT VERVOLGD-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1900 | | pagina 6