Binnenlandsch .Nieuws.
GEiVIENGD NIEUWS.
Zooiat in deze beschaafde tijden menheasch
nog tot de conclusie komen moet, dat een
gerenommeerde artistectroupe, die een
fatsoenlijken leerling yan 10 jaar vraagt,
om in het artistenvak te worden opgeleid,
een goed werk doet en een toekomstigen
Terstooteling door dezer tijden verhou
dingen, uit zijn verval redtdat men
't zelfs zou moeten betreuren als een
gerenommeerde artistentroupe géén kindje
mocht te koop vragen.
Want er is alle waarschijnlijkheid, dat
dit gekochte kindje een gered menschje is.
1
Vergadering van den
Raad der gemeente O ucle ieclorp,
op Woensdag 14 Februari 1900. Tegen
woordig alle leden en de Voorzitter, de
heer A. Wonder Pz Burgemeester.
Met een welkom ter plaatse, opent
Voorz. de vergadering, de werkzaamhe
den aanvangende met het lezen der no
tulen der vorige bijeenkomst, welke zon
der aanmerking worden goedgekeurd.
Mededeeling wordt gedaan1. dat
bij de jongstgehouden kasopneming bij
den heer Gemeente-ontvanger gebleken
is, dat overeenkomstig de boeken en be
scheiden aan kasgeld aanwezig was eene
som van f 3225.845.
2. dat Burgemeester ea Wethouders
een nieuwe regeling hebben ingevoerd
wat betreft de aftreding van brandmees
ters. Tot heden traden elk jaar 2 brand
meesters (van de 4) af, wat ten gevolge
had dat zijzelven nauwelijks tijd hadden
hunne werkzaamhedeu goed te leeren ken
nen, en dat de brandspuitlieden en parti
culieren niet wisten, aan wie zij zich
te houden hadden. Bij de nieuwe rege
ling, die aan deze bezwaren een einde
maakt, wordt men benoemd voor 8 jaren,
zoodat om de twee jaar één der brand
meesters aftreedt.
Voor kennisgeving worden nevens
deze mededeelingen nog aangenomen
1. Missive van de Commissie voor de
Pensionneering van Politie-Ambtenaien,
dat zij nu ook in de gelegenheid is,tege
moet te komen aan de bezwaren van
vele Gem.-besturec, „dat volgens de aan
geboden premie-opgave bij vóór-overlijden
(vóór 65ste jaar) van den verzekerde de
gestorte premiën geheel vervallen." Vol
gens bijgevoegd gewijzigd tarief wordt
nu in zoodanig geval 94°/0 der betaalde
premiën teruggegeven. Aangezien de
leeftijd van den veldwachter te Oude
Niedorp 70 jaren is, kan de Raad alsnog
op die aanbiedingen niet ingaan.
2. Kennisgeving van den heer Rijks
ontvanger te N. Niedorp, dat aan den
Gem.-ontv. een bedrag van f 127.385 is
uitbetaald.
3. Circulaire van den heer Commis
saris der Koningin, verzoekende steun
en aanmoediging voor de collecte ter
ondersteuning van den gewapenden dienst,
met cijfers aantoonende, hoe nuttig het
fonds werkt. Nog altijd echter moeten
aanvragen om ondersteuning van de hand
gewezen worden. Krachtige steun is der
halve noodig, ook om de zoo gewenschte
uitbreiding der categoriën van rechtheb
benden en vergemakkelijking der voor
waarden voor opneming te kunnen in
voeren.
4. Missive van Ged. Staten, waarbij
goedgekeurd worden teruggezonden de
belastingverordeningen betreffende leges
ter secretarie, begrafeni-rechten, staan
gelden van kramers, sluisgelden en belas
ting op tooneelvertooningen enz., alle
goedgekeurd tot 1901.
Het is aan Burg. en Weth. wenschelijk
voorgekomen, dat, zooals in meer gemeen
ten het geval is, een commissie wordt
kende. Voor de eerste maal faalde de
groote macht van haar verloofdevoor de
eerste maal wankelde het gebouw van zijn
voorspoed. Wellicht voelde hij dat zelf, want
de diepste smart verried zich uit elk zijner
woorden.
„Rechtvaardigenherhaalde hij met
bitteren spot. „Tegen een anoniem smaad
schrift, dat je door iemand uit het donker
wordt naar de voeten geslingerd. In ieder
anderland zou men er de schouders over op
halen en het aan mijzelf overlaten, zulk een
gedrocht te vertrappen, maar hier, in
dit kleingeestige Duitschland, neemt men
zulke dingen ernstig op.
„Hier daagt men mij voor de rechtbank
der openbare meening, hier verlangt men,
dat ik al mijn werken en ondernemingen aan
een krenterig onderzoek zal laten onderwer
pen. Ik, die alleen gewoon ben, met milli-
oenen te rekenenOp mijn succes zal ik
ze wijzen. Dat ben ik geworden Dat heb
ik tot stand gebrachtDaar hebt ge mijne
rechtvaardiging
Dat was weder het opvlammen van zijn
gansch machtig zelfbewustzijn, die trek van
grootheid, die ook Edith had verblind,
maar wonderlijk, nu maakte Ronald daar
mede geen indruk.
„Men doet u onrecht met die aanklacht,
ik weet het," zeide zij, maar er lag meer
geheime angst, dan overtuiging in haar stem.
„Gij hebt wellicht zekere grenzen over
schreden, moeten overschrijden ik begrijp
datgij hadt daar als ongewoon mensch
het recht toe. Maar, Felix. in dat geschrift
worden u dingen voor de voeten geworpen,
die gij verantwoorden moet. Men roept
zelfs Steinteld als bewijs tegen u op, een
uwer eigen werken."
„V ie doet dat vroeg Ronald verachte
lijk. „Omgekochte pennen, waarvoor ieder mid
del goed is, als het doel maar wordt bereikt.
Die aanval tegen mij en Steinfeld zal
wel goed betaald worden hij is er woe
dend genoeg voor." -
„Dat is niet waarbarstte Edith on-
reursichtig log. ^Raimiu- laat zich niet
in het leven geroepen voor het toezicht
op de gemeeatelaoderijen, waarom wordt
voorgesteld zooianige commissie van 3
leden uit den Raad te willen benoemen.
De heer Over vindt een zoodanige
commissie zeer nuttig en noodig, want
tegenwoordig wordt naar zijn oordeel
niet altijd nauwkeurig de hand gehouden
aan de bepalingen in het huurcontract.
Ook de heer t an der Oord oordeelt
het noodig, dat met dat toezicht bepaalde
personen worden belastonlangs was hij
zelf nog verzocht om opgebrachten mest
te schouwen, maar hij achtte zich daartoe
niet competent; zoo iets kan natuurlijk
niet voorkomen als een commissie is
aangewezen.
De heer Hille vraagt nog, of het niet
beter is, 4 in plaats van 3 leden te
benoemenb. v. 2 te Oude Niedorp en
2 te Zydewind. Men acht evenwel 3
leden voldoende. Nadat het voorstel van
B. en W. lgemeen is goedgevonden,
worden bij eerste stemming tot leden
dier commissie benoemd de heeren
J. van der Oord, A Strijbis en C. Over,
die deze benoeming aanvaarden.
Voorts stellen B. en Weth. voor, om
door het aanbrengen van een omheining
het algemeen kerkhof, dat thans zoo
open en bloot ligt.eenigszins aan de blikken
van voorbijgangers te onttrekken. Vol
gens opgave van den heer C. Speets
te N. Niedorp zou een heg van ijpen-
veeren van de straat naar de kerkhof
poort en een hagedoorn-beining langs het
hek naar de sloot, tezamen ongeveer f 12.50
kosten. Voegt men daarbij nog de kos
ten van een te maken grintpad vanaf de
etraatpoort naar de kerkhofpoort, dan zou
een en ander een uitgaaf van ongeveer
f 20.met zich brengen.
Niemand heeft bezwaar tegen dit voor
stel en het wordt dan ook met algemee-
ne stemmen aangenomen, nadat nog op
verzoek van den heer Over is toegezegd,
dat tevens de inrij-gelegenheid in de
straatpoort zal worden verbeterd, door
verlaging of gelijkmaking van den drem
pel enz.
Men twijfelt niet, of het kerkbestuur
(waarbij het kerkhof in eigendom is)
zal wel de vereischte toestemming geven.
De heer Stam verzoekt nog eens
terug te mogen komen op de straks
door B. en W. genoemde aftreding der
brandmeesters, en vraagt, of dez^n bij
aftreding dadelijk herbenoembaar zijn, het
geen ontkennend beantwoord wordt.
Zou het, zoo vraagt spreker, voor het
hebben van bekwaam en algemeen
bekend personeel, zooals B. en W.
bedoelen, niet nog beter zijn, als de
brandmeesters dadelijk herkozen konden
worden?
De heer Hille meent, dat men de
grenzen der billijkheid overschrijdt, als
men een opdracht voor langer dan 8
jaren doet, zonder aan de betrekking
eenig salaris of tegemoetkoming te
verbinden.
Voornamelijk uit overweging, dat een
benoemingstijd van 8 jaren, nog wel
met de gelegenheid om na twee jaar weer
gekozen te worden, voldoende lang mag
heeten, wordt na korte bespreking de
zaak bij het oude gelaten.
Hierna gaat men over tot het nazien
van de rekening der Stieren-administratie
over 1899, waartoe ter vergadering
aanwezig zijn de heeren P. Borst,
P. Kuilboer en P. Schaap, die met den
heer Over het beheer dier administratie
voeren. Uit de rekening blijkt, dat het
werkelijk saldo ongeveer f200.minder
is dan het vorige jaar, maar daarvoor
heeft de administratie thans 1 stier meer,
terwijl alle stieren, die men nu heeft,
jong zijn, wat verleden jaar ook niet
het geval was.
-vximK*iÊKmmaKSBsmmum*mm*zmxia*
omkoopen."
„Raimar Felix kromp ineen als door
een adder gestoken. „Gij kent den schrijver
Wie heeft u dat gezegd
Het was te lajtt, om hetgeen gezegd was
terug te nemen, en Edith dacht daaraan
dan ook niet, maar Ronald scheen het ant
woord toch wat lang te duren, want hij her
haalde zijn vraag met nog grooter heftigheid
„Hoe kent ge dien naam Het was een
geheimik zelf kwam hem eerst heden
morgen te weten en g ij wist het Van
waar Van wien
„Van Raimar zelf hij was vandaag
in Gernsbach."
„Zoo Gij schijnt toch al zeer merkwaar
dige gesprekken met dien mijnheer te
houden. De eerste maal toen ge hem ont-
moettet, deed hij zich aan u kennen als
mijn vijand, vandaag zegt hij tegen u, dat
hij de schrijver is van dat smaadschrift.
Heeft hij werkelijk den moed gehad, u dat
te zeggen, en gij hebt dat aangehoord
Hij sprak met scherp verwijt, maar hij
hield het bezoek van Raimar, die veel op
Gernsbach kwam, nog voor toevallig en
een geheime stem maande Edith aan, hem
in die gedachte te laten. Doch het trotsche,
geen vrees kennende meisje vond oprecht
heid een onafwijsbaren plicht.
„Ge dwaalt, Felix," antwoordde zij.
„Raimar kwam niet toevalligik zelf heb
hem hier ontboden. Ik wilde hem dwingen,
het gesloten vizier te openen, het geheim
te bekennen ik moest zekerheid hebben,
ofschoon ik er niet meer aan twijfelde."
„Gij hadt den naam geraden, dien ik
niet raadde Ge kendet reeds de waar
heid
De doffe toon, de blik zijner oogen hadden
Edith moeten waarschuwen, maar zij liet
zich onvoorzichtig meesleepen, blijkbaar
zonder dat zij er erg in had hoe zij er
in dat oogenblik uitzag, hoe haar geheele
persoon grooter scheen te worden, toen ze
riep
„Ik wist het,ik gevoelde het, toen ik het
boek had g einzen. Met zulk eeu ongehoord en
Na onderzoek der bescheiden wordt de
rekening eindelijk goedgekeurd en vast
gesteld in ontvang op f 1381.29 (waar
onder f 670.van verkochte stieren)
en in uitgaaf op f 922 31° (waaronder
f 513.— voor aangekochte stielen), dus
met een batig slot van f 458 97°. Van
dit saldo besluit men, f 350. in de ge
meentekas te storten voor buur van het
bij de admiuistratie in gebruik zijnde
land.
De Voorz. dankt namens de vergade
ring de stierenmeesters voor hun beheer
en beveelt de belangen der administratie
opnieuw te hunner behartiging aan.
De heer Borst ziet zich genoopt, als
stieren meester te bedanken, welke ver
klaring met leedwezen wordt vernomen,
maar die men, overwegende dat de heer
Borst reeds 20 jaar die betrekking beeft
vervuld, wel moet billijker.
De benoeming van een plaatsvervanger
zal in een volgende vergadering geschieden.
Vervolgens wordt door de leden van
het Burgerlijk Armbestuur, de heeren C
Over, K. Bos Pz, J. Stam en P. van
Dijk, rekening en verantwoording gedaan
van hun beheer o\er 1899. De ontvang
sten der administratie bedroegen in het
afgeloopen jaar f 2059.315, de uitgaven
f 1474,60, zoodat een saldo werd verkre
gen groot f 584.71 5. Dit saldo was aan
het einde van 1898 f721.065, maar daar
staat tegenover, dat over 1898 f 1400
en over 1899 f 1200 gemeentelijk sub
sidie was ontvangen.
De dokters-rekeningen bleken, zooals
meer het geval is, ook hier het meest te
plagen.
Nadat de Raad ook deze rekening had
accoord bevonden en goedgekeurd, wordt
den leden van het Burg. Armbest. bij
monde van den Voorz. dank gebracht
voor hun beheer en de administratie in
hunne belangstelling op nieuw aanbevolen.
Bij het sluiten der vergadering dankt
spr. allen voor hunne tegenwoordigheid
en medewerkinginzonderheid den heer
Borst wordt een woord van waardeering
en dank gebracht voor den ijver en toe
wijding gedurende zijn 20-jarig mede
beheerder der Stierenadministratie.Met den
wensch, dat de opvolger van den heer
Borst eveDgoed zijn taak zal trachten te
vervullen als deze, sluit voorz. de verg.
Bij de Woensdag j. 1. ge-
houden stemming ter benoeming van
een lid van het bestuur van den Kost-
verlorenpolder te Nieuwe INie-
dorp in de plaats van den heer P.
Haringhuizen, die als Kerkvoogd had
bedankt en daarmede zijn mandaat als
bestuurslid van den polder verloor, is
benoemd de heer P. Koopman (eveneens
Kerkvoogd).
VV ieringeu.
Naar wij vernemen zal ter herdenking
van het 12 Va-jarig bestaan der muziek
vereniging „Harmonie" alhier, op een
nader te bepalen datum een groot
muziekfeest worden gehouden. Verschil
lende korpsen zullen voor dit festival
worden uitgenoodigd.
Woensdag 14 Februari
hadden te K olhorn de namens het
Dept.der Maatsch. t. N.v.'tA.uitgeschreven
Volksvoordrachten plaats. Hoewel er den
geheelen dag tot zeifs in den vooravond
een vrij sterke sneeuwstorm had gewoed,
die deed vreezen, dat de geheele avond
in duigen zou 7allen, klaarde het na
zessen zoodanig op, dat men zich weer
veilig langs 's Heeren wegen kon ver
trouwen. De kolfbaan van den heer
Kist liep dan ook vol en stellig niemand
heeft zich den avond beklaagd. Na een
welkomstgroet van den Voorzitter, trad
het Zanggezelschap „Amicitia" op, dat
moed tegen een man van uw macht op
treden, zich zóó op de bres stellen voor
wat hem rechtvaardig schijnt te zijn, kon
slechts één, dat 'kon slechts
„Edith 1" Het woord kwam als een wilde,
halfverstikte angstkreet over Ronald's lip
pen. Hij was krijtbleek en zijn oogen boor
den zich als 't ware in haar gelaat, als
zocht hij daarin iets.
Nog begreep zij hem niet, dezen starren;
gloeienden blik maar zij voelde toch, dat
daarin iets vreeselijks lag.
„Nu vroeg Felix na een pauze,
„waarom spreekt ge niet verder Dat kon
slechts één, deze held van 't rechtWant
dat schijnt hij te zijn in uwe oogen, en
ik wat ben ik dan voor u
„Felix, ik bid je," begon Edith zacht,
maar hij liet haar niet uitspreken ,zijn hand
sloot zich krampachtig om haar arm, en
hij boog zich tot haar over, zoo dicht dat
zijn heete adem haar wang beroerde.
,.Ik heb u straks onrecht gedaan," zeide
hij op bitteren toon. „Gij kunt liefhebben,
ik zie dat! Slechts mij komt steeds dat ijs
tegemoet, mij. dien ge uw hand hebt ge
schonken. Of hebt ge dat wellicht vergeten
Er lag een half verborgen bedreiging in
die vraag, m^ar voor bedreigingen was
Edith niet bang, zij gaf hem den blik vast
en koud terug en even koel klonk haar
antwoord
„Neen Ik gaf u mijn woord en zal dat
houden maar laat mijn arm los,
Felix, ge doet mij pijn met zoo te knijpen."
Ronald liet langzaam los, hij liet haar
arm vrij, maar zijn oogen bleven onafgewend
op haar gelaat gevestigd.
„Gij moet mij vergeven, dat ik zoo laat
kwam," begon hij opnieuw. „Ik had nog iets
te doen daar in Heilsberg."
„Toch niet met Raimar ?"vroeg Edith
aarzelend.
„Met mijnheer den notaris, ja welWij
hebben elkaar mondeling den dag toege
zworen. Ik geloof, dat ge daarvan schrikt
Wees gerust, ik sta gezond en wel voor
u, en ook «Ky- is nog ia leven. Eenoogen
met „De Geboorteplaats" vierstemmig
gemengd koor van J. Heim, den avond
opende.
Ds. W. Bax reciteerde daarna een
drietal gedichten: „Vaders Terugkomst",
Het Geschenk" en „De twee Zusters."
Daarna trad de heer an aer Meer op
met: „hen koopje" van Justus van
Maurik.
Nadat het Zanggezelschap „Het Trans-
vaalsche Volkslied" had gezongen, trad
het Fatfare-corps „De Eendracht" op.
Hoewel de leden tamelijk ontsticht
waren over de niet-aanwezigheid van
hun Directeur, waardoor ze natuurlijk
zeer tegen hun zin tot werkeloosheid
gedoemd waren, schafte hun president
raad, en ziedaar, tot algemeen
genoegen weerklonken de tonen van een
drietal nummers vroolijk door de zaal.
De pauze trad in, waarna de heer Kluij-
ver een gedicht ten beste gaf getiteld
„Het klokje van Inr.eefare", een fijn
stukje dat zeer tot zijn recht werd gebracht.
De heer Evenwel trad daarna op met
een verhaal door een ouden tuinman in
West-Friesch dialect ver'eld onder den
titel„De Minister komt".
De beer Holle had ten slotte een
bijdrage in Groninger dialect, dat natuur
lijk meer inspanning eischte om goed
begrepen te worden. De spreker, die
blijkbaar dit dialect volkomen machtig
was, las echter zoo Jeuk voor, dat
iedereen het volgen kon.
Het Zanpgezelscbap zorg daarna een
der volkswijsjes van J. Worp, getiteld:
„Giondjes oogen". Het Fanfarecorps
blies nog een paar nummers, waarmêe
het heele publiek instemde en daarmede
was het bastaHet was inmiddels vrij
laat geworden en nadat de voorzitter
derhalve het Muziek- en het Zanggezel
schap, alsmede de verschillende sprekers
voor het gelezene, en het pub'iek voor
zijne trouwe opkomst bedankt had,
werd de vergadering gesloten.
Dood!
Dezer dagen is te KESTEREN het
lijk gevonden van een manspersoon, in
wien men meende te herkennen den heer
C. M., photograaf te Nijmegen; van zijn
overlijden maakte dan ook de ambtenaar
van den burgerlijken stand een akte op.
Woensdag vervoegde de heer C. M. zich
echter bij de politie te Nijmegen, waar
hij zjjne dood-vetklaring vernam.
Te ASTEN(N.B.)h ad een alleen
wonend man, zekere J. de G., zich op
een stoel bij de kachel neergezet en
was zoo in slaap gevallen.Zijn kleeren heb
ben vuur gevat en hij kreeg zoo deerlijke
brandwonden, dat de buren hem des
morgens dood op den vloer liggende
vonden.
In een kist.
Te Parijs stond dezer dagen een bende
dieven terecht, die door een toevalligheid
betrapt waren. De weggejaagde kamerdienaar
»au ren rijken heer had drie anderen over
gehaald zijn vroege:ec meester te berooven.
Daartoe liet een zich in een kist pakken,
welke door de twee overigen op een kar
naar het huis werd gereden en da^r op de
binnenplaats neergezet. Zij zeideu de con-
<ierge, dat zij deD volgenden dag zouden
terugkomen om de kist, waarin een zeer
kostbare pendule was, uit te pakken. De
afspraak w s, dat de opgeslotene des nachts
uit de kist zou kiuipsn en al wat hij maar
kon meepakken uit de ramen aan zijn
kameraden zou toewerpen. Zoover kwam
het echter niet, wtgeas de aangeboren
nieuwsgierigheid van de conciërge. Deze
vond de kist wat groot voor een pendule
blik heb ik, toen ik tegenover hem stond,
een gedachte gehad —een dwaasheid was het
geweest, waarvoor ik zou hebben moeten boe
ten. Ik wist dat heel goed, maar er zijn oogen-
1 dikken, trots dat men het verkeerde inziet,
dat men dwaasheden doet. Ik kwam nog ter
rechter tijd tot bezinning, tot geluk voor ons
beiden, maar was ik eerst in Gernsbach
geweest en had geweten wat ik nu weet
Hij voleindigde niet, maar zijnblik zeide
de rest. Edith stond plotseling op en trad
op de schrijftafel toe, die zijwaarts stond
het werd haar te moede, als moest
ze vluchten voor den man, die op dit oo
genblik iets van een wild dier had.
Ronald volgde haar niet, hij bleef op zijn
plaats staan en de volle schijn van het lamp
licht viel op zijn gelaat, dat nog steeds
doodsbleek was. Het stilzwijgen duurde
minuten langook Edith was bleek ge
worden, maar er kwam geen woord over
haar lippen, totdat eindelijk Felix weer het
woord nam
„Gij hebt mij straks aangeboden, onze
verloving publiek te maken, en ik herhaal
het u dat offer wil ik niet, de zaak blijft
geheim. Uw woord, dat ge mij hebt gege
ven, behoud ik, ook wanneer ge soms anders
van idéé mocht worden. Ik laat niet met
mij spelen! Wat 't mijne is, blijft het mijne,
dat houd ik vast, zoolang er nog leven in
mij is. Ik zeide het u op den dag, dat ge
beloofdet mijn vrouw te worden ik ben
niet die koel-rekeneude man, waarvoor men
mij houdt en dat alleen omdat de cijfers
mij groot hebben gemaakt. Wanneer de
daemon in mij wordt wakker gemaakt
hoed u dan daarvoor
Hij sprak met onaangename kalmte
daarna wendde hij zich om om heen te
gaan bij de deur bleef hij evenwel nog staan.
„Ik moet weg vaarwel."
„I\ ilt ge nu weg vroeg Edith zacht-
kens. „de nacht breekt aan."
„Zeker, ik moet dadelijk naar Steinfeld
terug. Over veertien dagen ben ik in Ber
lijn, tot dan vaarwel."
Hy ging an weinige oogen blikken later
en trachtte haar te opener. En ziel toen
zij den deksel een eindje had opgelicht
werd die in eeD8 weer dicht gehaald. Zij
zette al haar krachten bij en open
de kist en er lag in een lijk ae,
vertrokken gelaatstrekken! De dief hield
zich maar zoo ea werd weldra door de
politie in het leven ternggnoepen en jn
bewaring gesteld. Zijn kornuiten liepen
a n?chts in de val en de afloop was vetoor-
opslu,tingM "UeD ,0' CeD °f meer Ia'en
R ij d e n d e keukens
Te Berhjn rijden thans in dL arbeiders-
en fabnek<wijken eer.,ge Wag ns ,ond
waarop zich groote ketels bcinden met
dobbelen Wand. De ketels bevatten
gereedgemaakte spijzen, bijv. er*t-Q
met aardappelen en varkensvleesch die
door heet w ter worden warm gehouden.
De liter van deze spijs wordt voor R)
pfeonigen (6 centen) afgeleverd in de pannen
of schotels, die de koopers meebrengen.
Er wordt zeer roim gebruik gemaakt vln
deze rijdende keukens.
Dezer dagen melddezich
aan een der politieposten te Parijs een
man aan met een fonograaf, waarin hii
den stortvloed van scheldwoorden had op.
gevangen, waarmede zijne vroow hem on-
der vier oogen placht t« overstelpen. Hij
dacht op die wijze de ondervonden belee-
digingen openbaar te kunnen maken om
dan op dezen grond een actie tot echt
scheiding in te steller. Men verwees
hem naar een advocaat.
Koude.
Te Tönset, een Noorsche plaats 500
meter boven de zee bij Drontheim gelegen
stond de thermometer verleden Vrijdagoch
tend te 7 uur 50 graden Ceisins onder het
vriespant. Zulk een zware koude is tot
dusver enkel benoorden den poolcirkel
waargenomen. In andere deelen van Noor
wegen en Zweden wsb het minder kond
doch toch nog -19 tot -35 graden. De
kustvaart is grootendeels gestremd.
Engelsche spion gefusil
leerd.
De correspondent van de Temps schrijft
art Dnrban een Igzonderhe d aan rijn blad,
waarvan in Engelsche bladeo wel nooit een
spoor gevonden zou zijn geworden. Men
heeft daar de hand gelegd op eeD spior,
en geboren Eogelschman, die van het begin
van d*n oorlog deBoeren precies op de hoogte
hield van de eterk'6 der Entelscbe troepen en
oorlogsmaterieel in Dor ban. De Engelschmao
was oangetteld aan de knstlelegraaf.Men ont
dekte,dat van zijn post seinen werden gewis
seld met achter de stad liggende bergeD.
Toen men de zaak onderzocht, bleek het
dat de man tldns alles overbracht wat den
Boeren van nut kon zijn.Zyn telegrammen
werden docr andere spionnen van
heuvel tot heuvel geseind, en zoo wisten
de Boeren ra een of twee dagen met
nauwkeurigheid, wat te Dnrban, de plaats
waar alle oorb gsmaterieel voor Natal ont
scheept werd, geschiedde. De man heeft
bekend, 8000 gulden handgeld te hebben
gekregen en bovendien 4 60 per telegram.
Het fgentschap van de nationiale bank
van Transvaal te Dnrban zorgde voor de
verrekening en op deze wijze heeft men
kunDen nagaan, dat in de afgeloopen drie
maanden 75,000 gulden aan den men wer
den uitbetaald.
Aan boord van een oorlogsschip op de
reede gebracht, werd de spion met den
kogel gestraft.
Militaire geheimen.
Oorlogscorrespondent (seinend): „Oi ze
commandant, die, tnsschen twee haakjes,
een stommerik is"
Telegrafist: O, dat kunt u Dirt seinen.
Militaire geheimen wordeD niet overge
bracht."
hoorde Edith zijn rijtuig wegrollen. Zij was
in den stoel voor de schrijftafel neergezonken
en verborg haar gelaat in haar handen.
Zij voelde nog het ijzig gruwen voor den
man, die zich zooeven eerst in zijn ware
gedaante had getoond en die man zou
haar echtgenoot worden.
Intusschen reed Ronald naar Steinfeld
terug, waar zijn tegenwoordigheid inder
daad zeer noodig was. Daar had men hem
het eerst en het hevigst aangegrepen, daar
moest hij zich dus verdedigen.
Maar dat schrikte den man niet terug,,
die daar, in het hoekje van zijn rijtuig ge
leund, door den donkeren herfstnacht reed,.
Hij had al reeds zoo dikwijls gewaagd!
spel gespeeld, eigenlijk altijd. Hoe dikwijls
reeds had het geluk gedreigd, hem te ver
laten, hij had het steeds weer gedwongen
aan zijn zijde te blijven, als was het°bij
hem in erfdienst. Nóg had hij de macht
in handen, nóg gebood hij over een talrijken
aanhang, die met hem gaan moest, om
dat hij dat goedvond en dus was hij
nog wel in staat den storm het hoofd te
bieden.
Het was iets anders, dat nu in zijn
binnenste woeddede wild opslaande
jaloezie en het instinct, der jaloezie deed
hem de waarheid raden. Hij, met al zijn
gloeienden hartstocht, zijn stormachtig
smeeken, had slechts dulden en verdragen
ontmoet bij zijn schoone, koude verloofde,
maar toch liet zijn liefde hem niet met
vrede. Zij zou voor hem in zijn rustelooze
jacht naar goud en macht, die zijn gansche
leven had gevuld, een bron van vrede en
geluk zijn geweest,had zijn gansche natuur in
boeien geslagen, en nu! Hij dacht aan
Edith's schitterende oogen en gloeiende
wangen toen zij van Raimar sprak, en er
lag een gruwelijke vastberadenheid in de
woorden, die hij halfluid uitstiet
„Neemt u in acht, gij beidenIk kan
vernietigen wat het mijne is loslaten zal
ik het niet 1"
WORDT VERVOLGD-