AiidGie&B Bitlis-,
ïéfawsit
E1 s j e.
Donderdag 24 MEI i900.
44ste Jaargang No. 3524.
Muireaa: KCJHAWilN» liaan, 9 4.
Uitgever: P. TRAPMAN.
Medewerker.1. WINKEL.
Bekendmakingen.
SCHAKER
COURANT.
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
\DVERTENTLKN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f 8.Franco per post f 8.60,
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 6 ct
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Gemeente S c h age n.
NATiONAÏTMILITIE.
Welke verlofgangers op genoemde data bij hunne
korpsen present zullen moeten zijn voor des namiddags
4 nre.
Schagen, 22 Mei 1900.
De Burgemeester voornoemd,
S BEKMAN.
Burgemeester en Wethouders v in Schagen, brengen
ter kennis van belanghebbenden, dat het onderzoek van
de in die gemeente verblij {houdende verlofgangers
der Militie te land, voor zoovene jij vóór den lsten
April 1900 in het genot van onbepaald verlot waren
gesteld, zal plaats hebben te Schagen, op Maandag,
den 11 Juni 1900, des voormiddag» ten 9 ure, en
dat mitsdien op evengenoemd tijdstip zich voor dat
onderzoek, aan het raadhuis aldaar moeten bevinden
de onderstaande personen
Lichting. Namen en Voornamen. Korps.
1894. Molenaar, Jacob 4e Reg. Vest. art.
de Graaf, Arie le Reg. Inf.
1895 Spaans, Willem Pantserf art.
de Jongh, Anthonie 4e Reg. Vest. art.
Visser, Hark 2e Reg. Veld. art.
Dekker, Pieter 4e Reg. Vest. art.
de Graaf, Cornelis Pantserf. art.
de Wit, Gerrit Gren. en Jagers.
Starke, Menso Pieter id.
Steinmeier, Hendrik le. Reg. Inf.
1896. Melker, Cornelis Jacobns 4e. Reg. Vest. art.
Weeland, Maarten le. Reg. Inf.
Bakker, Pieter id.
v. Krieken, JohanDes Peter 3e Reg. Vest. art.
Admiraal, Simon 7e Reg. Inf.
1897. Houtkooper, Martinns Korps torpedisten
Bakker, Cornelis le Reg. Veldart.
Castricum, Jacobns
Johannes 4e Reg. Vest. art.
de Graaf, Pieter
Smit, Cornelis
Keet, Theodorus A. J.
Broekhuizen, Pieter
1898. Dekker, Johannes
Ploeger, Nicolaas Joseph
Deutekoin, Hendericus le. Reg. Inf.
1899. Stompedissel, Hayo 2e Comp. hosp. sold.
1898. Spreeuw, Jan Korps pantserf.art.
Zoomede de verlofgangers, in de termen voor het
onderzoek vallende, welke zich vóór den datum der
inspectie alsnog van elders in de gemeente komen
vestigen.
Belanghebbenden worden verder herinnerd, dat zij
mootou verschijnen in uniform gekleed en voorzien
van de kleeding- en uitrusting-stukken, hun bfj hun
vertrek met verlof medegegeven, alsmede van hunne
zakboekjesdat zij, in uniform zijnde, onderworpen
zijn aan het reglement van krijgstucht, en zich bij
verzuim, nalatigheid of wangedrag blootstellen aan
arreststratl'en van twee tot zes dagen, alsmede aan
opioeping tot werkelijken dienst voor den tijd van
drie tot zes maauden.
Schagen, den 15 Mei 1900.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
S. BKRMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
De Burgemeester van Schagen, daartoe de noodige
aanschrijving ontvangen hebbende, brengt ter algemeene
kenuis.dat tot den werkelijken dienst worden opgeroepen
onderstaande verlofgangers der lichtingen 1897 en 1898,
te weten
Schut Gerrit, behoorende tot het korps pant-
serforl-artillerie, Garnizoen Helder, tegen 26 Juni a s
Houtkooper Martinus, behoorende tot het
korps torpedisten, Garnizoen Helder, tegen 24 Juli a,s.
Ploeger Nicolaas Joseph en Dekker
Johanues. beiden behoorende tot het 4e Reg. Vest.
artillerie, Garnizoen Helder, tegen 25 Juli a.s.
FEUILLETON.
ROMAN
van
HANNA ASCHENBACH.
19:
Mevrouw von Buchwald staart haar
zoon een paar minuten verbluft aan.
Die uiting, dat haar Werner niet met Erna
zal willen trouwen, is haar zóó nieuw,
dat ze een paar oogenblikken noodig heeft
om te snappen, wat Werner toch wel be
doelt. Eindelijk roept ze uit„Maar, om
Godswil, Werner, denk aan de toekomst
en als deze een ongeduldige beweging
maakt: „maar, mijn jongen, jelui behoeft
je ook dadelijk niet te verklaren. Erna is pas
achttien jaar en dus kan het nog wel wachten,
en wellicht doet ze uit zichzelf wel een
andere keus."
Werner had al reeds een paar maal de
beweging gemaakt, dat hij zijn moeder in
de reden wilde vallen dan had hij zich
evenwel op de lippen gebeten en haar verder
laten praten. Hij wilde nu den knoop meteen
doorhakken, dat moest immers toch eenmaal
geschieden. Toen de oude vrouw dan ook
zweeg, begon Werner, zijn blik in de verte
gericht. Zijn stem sidderde van aandoening.
„Moeder, ik zal Erna nooit trouwen, ik wijs
alles van de hand, wat tante mij onder die
voorwaarde aanbiedt. Zij weet dat reeds, en
mijn besluit is onherroepelijk." Hij had niet
bemerkt, dat de oogen zijner moeder groot
en star geworden waren, en dat alle bloed
uit haar bleeke wangen was verdwenen.
Een kreet van ontzetting ontwringt zich
aan zijn borst, als hij haar plotse
ling ziet wankelen. Zij is een onmacht
naby, zóózeer heeft zijn bekentenis haar
doen schrikken zij ziet voor haar verwenden
lieveling een zwaren, zorgvollen tijd aan
breken, want ach, zij kent haar stijfkop.
Onder de liefdevolle zorgen van Werner
weet ze evenwel haar onmacht meester te
TRANSVAAL.
Respect hebben we voor de meer dan
taaie volharding, waarmede Baden-
Powell Hafeking heeft verdedigd tegen
de Boeren, zeven lange maanden.
Voor dien man moet de ontzetting een
dubbele belooning zijn. Jammer, dathet ge
drag van dien Engelschman tijdensde bele
gering niet zoo nobel is geweest, als zijn
moed en volharding prijzenswaardig was.
Hij toch heeft steeds oneerlijke middelen
te baat genomen om de Boeren te
bestrijden, en steeds nagelaten mensch-
lievend te zijn, waar hij dat kon wezen.
In Engeland wordt de kolonel verheer
lijkt en de naam van den nieuwen
kolonel-generaal is op aller lippen.
Londen is als razend van blijdschap
na deze overwinning, en de corres
pondent van het Hdbld. geeft daarvan
een goed denkbeeld in het volgende
Het was ongeveer 10 uur's av., toen het
bericht bekend werd. In een oogwenk
waren de straten vol menschenwaar
ze zoo spoedig vandaan kwamen, kon
niemand zeggen. Voor het „Mansion
House" stonden de menscben blootshoofds,
mannetje aan mannetje. Men schreeuwde,
men lachte, men zong, men huilde, alles
wild dooreen. Op „Leve Baden-Powell
volgde „God save the Queen", op „Three
cheers for Mafeking", „Rule Britannia",
en velen schreeuwden en zongen zoo
óver-luid, dat de stem hun begaf.
Even over tienen verscheen de lord-
mayor op het balkon Hernieuwde
kreten, die weldra zich oplosten en zich
vereenigden in den gebiedenden eisch
„spreek
En de lord-mayor sprak hij wenschte,
dat het gejubel te Mafeking hoorbaar
zou zijn, hij wees op den moed der
Britsche troepen,die in een „rechtvaardige"
zaak moest overwinnen. Hij sprak van
geestdrift, van den strijd voor de vrijheid
niet de vrijheid der Boerenen
de menschen juichten en juichten tot ze
niet meer konden.
In de schouwburgen en tingeltangels
werd het bericht tegen half elf bekend.
Het werd van de galerijen in de zaal
geroepen, de menschen stonden op en
herhaalden de blijde tijding, de muziek
zette het volkslied in en de geheele zaal
blijven en in de eerste de beste fiacre
wordt ze naar huis gebracht. Werner houdt
gedurende den rit het hoofd van de oude
vrouw tegen zijn borst en duistert haar
alle lieve naampjes in het oor maar het
eene woord, dat haar slechts verlichting
kan brengen, dat woord „ik herroep alles
dat spreekt hij niet, dat kin hij niet
uiten. Anna-Lies brengt mevrouw naar
bed en Werner, die alleen aan tafel zit, eet
geen bete en denkt„Nu heb ik haar
zoozeer verschrikt, mijn arm moedertje, en
zekerheid heb ik, trots dat, niet verkregen.
Zou het nu werkelijk zoo erg met ons ge
steld zijn, dat ze door mijn woorden zoo
behoeft te ontstellen Och, ze is wat zenuw
achtig, en mij als slotheer op Buchwald te
zien, is haar lievelingswensch. Ja, met mijn
Elsje zou het mij daar ook wel bevallen,
maar met Erna, die maneschijn-prinses
brrrrr
En terwijl Elsje den geheelen dag zingend
doorbrengt, en maar steeds denkt aan het
genot, dat de dag van morgen haar zal
schenken, brengt Werner een zeer onaange-
namen Zondag door. Zijn moeder ligt te slui
meren en hij kwelt zich met allerlei onaan
gename gedachten.
HOOFDSTUK XXH.
Bertha's bruiloftsdag Stralend lacht de
zon aan den wolkenloozen hemel. Geen won
der Bertha is immers een gelukkige bruid,
een harer lievelingskinderenop haar eere
dag moet ze zich toch wel in al haar
pracht vertoonen.
In de bloemenkamer van den huize
Herwig staat een officier in fonkelend
parade-uniform. Hij draait ongeduldig de
blonde snor en kijkt telkens naar de deur.
Hij is waarachtig vóór zijn tijd, zijn
ongeduld heett hem hierheen gedreven. En
nu maakt het wachten hem zenuwachtig.
Er heeft eene verandering met hem plaats
gegrepen. De ernstige trek op het anders
zoo opgewekte mannengelaat, is daar
zoo vreemdvreemd is Werner ook
het bange gevoel, dat vandaag zijn borst
beklemt. En dat juist vandaag, op den
dag, waarin hij zich reeds te voren zoo
had verheugd. Het is te dolDe officier
zong mede.
Den geheelen nacht bleef de drukte
op straat aanhouden. Muziekinstrumenten,
schelle fluitjes, ratels, alles wat maar
leven maakte, kwam er hij te pas, als
dollen hosten de menschen langs de stra
ten, in wilden rondedans slierden ze over
de pleinen. Het verkeer was totaal ge
stremd geen rijtuig was in staat door
de menigte te komen, de omnibussen
waren tot spreek- en zangtribunes ge
maakt en bezet door menschen met
vlaggen, die onophoudelijk de menigte
aanvuurden.
En in stroomen togen de menschen
naar het departement van oorlog om het
heuglijk bericht te lezen. Doch in groote
zwarte letters stond daar aangeplakt
„No news" geen berichten
Bij het bekend worden in de opera
van de ontzetting, moet daar een buiten
gewone geestdrift hebben geheerscht.
Het publiek zong in gloeiend pathos
het „God save the Queen", waarop de
aanwezige koninklijke personen,o.a. de ko
ning van Zweden, die in Londen vertoefde,
in hunne loges naar voren kwamen, ter
wijl de prins van Wales de maat sloeg!
Dat maakte natuurlijk indruk en pakte.
Dat Londen blij is, we kunnen het
begrijpen in hun plaats zouden we het
ook zijn; ons nationaliteitsgevoel zou ons
eerbied doen hebben voor zooveel moed
ea volharding, maar waarom die
blijdschap niet waardiger, niet grootscher
geuit
Het ontzet van Mafeking is weer te
wijten aan een dier zonderlinge hande
lingen, die in dezen oorlog al meermalen
het succes der Boeren hebben bedorven.
De Boeren hadden nog steeds met
succes gestreden tegen het Engelsche
legertje, dat tot ontzet van Mafeking
optrok en het belet, zijn opdracht te vol
voeren. Een der Boeren-officieren trekt
's avonds eensklaps terug, zonder dat
daartoe last is gegeven, ja zelfs zonder
te waarschuwen, en 't gevolg was natuur
lijk, dat de weg vrij kwam.
Zóó kwam Buller in Ladysmith en zóó
hebben de Boeren zich menigmaal van
succes beroofd, dat anders bepaaldelijk
invloed moest gehad hebben op den loop
van den oorlog.
Door deze manoeuvre is niet alleen
Mafeking ontzet, niet alleen het werk
van zeven maanden verloren gegaan,
maar is, als het bericht waarheid bevat,
een flinke Boerecmacht in handen der
Engelschen gevallen.
Baden-Powell bericht van den IBeu
vergeet in zijn mismoedigheid plaats en uur
en stampt van ergernis op den grond, als
hem het gebeurde van dien morgen in de
gedachten komt. Het was eene der weder
waardigheden, die hem het noodlot sedert
weken bereidde. De ziekte zijner moeder
juist in een tijd, waarin hij haar het meest
noodig had, het was om razend te worden,
zooals het hem tegenliep. En nu vanmorgen
weerAnna-Lies had hem ontvangen, toen
hij. in groote haast van dienst komend,toilet
had moeten maken. Moeder was zeer zwak,
had ze gezegd. Zij had een brief gekregen,
en nadat ze dien gelezen had, was ze
in zeer opgewonden toestand de kamer op
en neêrgeloopen.
Anna-Lies had zich er meê bemoeid
en haar bijna in onmacht op de sofa
gelegd, en toen had de zieke krampachtig
haar hand gevat en gefluisterd „Zeg Wer
ner, dat hij niet naar die bruiloft moet
gaan, hij moet nietDan wap ze, door
zwakte overmand, in een zware verdooving
gevallen.
Werner was zeer verschrikt geweest over
deze boodschap. In dit laatste oogenblik
niet naar het feest gaan, dat was immers
onmogelijkhoe kon zijn moeder nu
zoo iets wenschen Dat was nu weer eeij
zeer ziekelijk idee Hij snelde naar haar
toe. Zij lag in haar gewone verdooving,
zoo zonder iets op te merken, alsof ze sliep.
Hij wist, dat hij haar niet mocht wekken.
Hij keek om zich heengeen brief doch
daar lag een couvert op den grond. Hij
raapte het op en aan het schrift zag
hij dadelijk wie de afzendster was. Juist
die groote, krachtige halen, die waren be
slist van tante Thérèse. En nu wist hij
alles, als had hij den geheelen brief gelezen.
Er was hier sprake van Elsje en daarom de
smeekbede van zijne moeder. Toornig vloog
het couvert in een hoek en Werner richtte
zich trots op. Daarmede zou zij nu eens
niets bereiken, die goede, lieve tante
Arm moedertje, ook uw wensch kan ik niet
vervullen. Hij drukte een kus op de hand
van de ziekedan stapte hij de kamer uit.
In de gang wachtte Anna-Lies
hem. „Moeder slaapt, maar ik m o e t gaan.
Een macht van 250 Boeren onder Eloff
viel Mafeking aan, kwam in het kamp,
doch werd verdeeld en ten deele omsingeld,
of trok zich buiten het gevecht terug,
dat den geheelen dag voortduurde. Bij
het vallen van den nacht gaf een gedeelte
der Boeren zich over. Zij, die staande
gebleven waren, werden door het hevige
vuur teruggedreven. De Boeren lieten
tien dooden, negentien gekwetsten en
honderd-acht gevangenen achter, onder
wie Eloff en negen officieren. Er waren
verder zeventien Franschen en vele Duit-
schers bij de gevangenen. De Engelschen
hadden zes dooden en elf gekwetsten.
Er gaan geruchten, dat Kruger om
vrede zou hebben gevraagd, eerst aan
Amerika, doch daar schijnt interventie
geweigerd, toen rechtstreeks aan Salis
bury. Ook wordt gemeld, dat de Trans-
vaalsche regeering besloot, aan Roberts
te vragen de staking der vijandelijk
heden en den waarborg dat het leven
en de eigendommen der kolonialen, die
met de Boeren hebben gevochten, zullen
worden gespaard. Wordt aan deze voor
waarden niet voldaan, dan zullen de
mijnen worden vernield en zal Johan
nesburg worden verwoest. President
Kruger moet aan de buitenlandsche con
suls hebben meegedeeld, dat Johannes-
burg zou worden verdedigd. De president
verklaarde, dat zijn regeering zich niet
verantwoordelijk kan stellen voor letsel aan
personen of schade aan eigendommen.
We lezen steeds van commando's, die
zich overgeven. Dit zijn Yrijstaters, en er
werd zelfs gemeld, dat de Vrijstaatsche
generaal De Wet zich met zijn heele
commando op zekere voorwaarden zou
willen overgeven.De latere berichten zeggen
evenwel, dat het niet generaal Christiaan
de Wet is, de held van Reddersburg,
maar commandant Piet de Wet. Ook is
niet de groote Botha gevangen genomen,
maar commandant Philip Botha.
De correspondent van de „Times" te
Lourengo Marquez seint, dat er onder
de Transvalere zelf groote verdeeldheid
schijnt te heerschen omtrent het plan
voor den komenden veldtocht, dat inmid
dels geheim gehouden wordt. De buiten
landsche bondgenooten dringen aan op
verdediging van Pretoria, waarin echter
de Pretorianen zelf weinig lust hebben.
Vermoedelijk zullen de vreemdelingen
belast worden met de verdediging van
de forten, terwijl de hoofdmacht van de
Boeren terug zou trekken naar Lijden
burg, werwaarts de regeering zich klaar
maakt haar zetel, mitsgaders het staats
archief, over te brengen. De Nederlandsche
Zuid-Afrikaansche Spoorwegmaatschappij
hoopt tusschen Pretoria en Ressanogarcia
veel spoorweg materiaal op.
Er is van Boerenzijde een voor
stel gedaan om krijgsgevangenen in te
wisselen. Of het daar het geschiktste tijd
stip voor is
Buller en zijn generaals gaan niet
hard vooruit, doordat de Boeren een
paar spoorwegbruggen hebben doen
springen.
Binnenlandsch Nieuws.
Breng haar mijn duizend groeten." De oude
getrouwe zag hem met haar eerlijke oogen
aan. „Ge zoudt den wensch uwer moeder
vervullen, als ge dat kondet, mijnheer."
„Ja, trouwe ziel, ik kan en ik mag het niet
doen, maar laat mij nu gaan, ik heb groote
haast."
Zoo was het gekomen, dat de vroolijke
stemming van den luitenant glad-weg bedor
ven was en hij met zulk een droeve uit
drukking op zijn gelaat,op Elsje wachtte.
Daar weerklinkt een lichte stap, een ge
ritsel van zijde, de deur springt open en
daar staat de verpersoonlijking van alles,
wat mooi en lieftallig is. De luitenant ver
geet groet en alles, hij staart de bekoor
lijke verschijning aan als een wezen uit de
andere wereld. Elsje snelt op hem toe.
„Gegroet, mynheer von Buchwald, dit
maal bent gij nu eens niet op tijd, ziet
maar", aij wijst op de pendule, „precies elf;
te vroeg is ook niet zoo het behoort. Maar
wat zet ge een groote oogen op,
beval ik u niet Zij draait zich half
lachend, half verwijtend om. „O, juffrouw
Elsje," roept Werner lachend uit, „Heide
roosje Gij zijt bovenaardsch ik kan mij
niet voorstellen,dat ge niet het wezentje uit
den zomernachtsdroom bent." Elsje lacht zoo
hartelijk als ze maar kan. „Wees toch blijde,
mijnheer de luitenant, dat ik van vleesch
en bloed ben wie zou er anders met u naar
de bruiloft gaan Zulke zomernachts-prin-
sesjes, die rijden op een rozen wagen door
de lucht, getrokken door vlinders die wil
len niet in een gewonen bruiloftswagen. Gij
hebt u anders zelf ook heel mooi gemaakt,"
voegt ze er naïef aan toe en monstert met
onverholen welgevallen het schitterende
uniform van haar cavalier. „O, ik weet,
waarom ik zoo veel van militairen houd."
De jonge man is betooverd door de kin
derlijke bewondering, die het meisje in
woord en oog toont. Vergeten is al wat hem
drukt, hij is aan de zijde zijner geliefde
en haar hartelijk wezen verdrijft alle leed.
Mevrouw Herwig treedt binnen en
brengt de handschoenen harer dochter. Ook
zij is getroffen door de mannelijke schoon
heid van Werner. Het toeval wil, dat
De hoofdopzichter van
de gemeente-reiniging te HAARLEM,
de beer V., van wiens verdwijning wij
dezer dagen melding maakten, is terecht.
Hij meldde zich zelf Zondagavond
bij de politie aldaar aan. Naar hij
mededeelde, was hij niet verder geweest
dan Den Haag.
Heden, Woensdag, wordt zijn ontslag
in den Gemeenteraad behandeld en
zullen waarschijnlijk meerdere inlich
tingen over deze duistere zaak worden
verstrekt.
Bij kon. besluit is de heer
dr. K. H. M. v. d. Zande te HOORN
benoemd tot voorzitter van het college
van directeuren der Rijkslandbouw
proefstations.
Nabij denPrin s-H e n d r i k-
polder, op TEXEL, is door de gebrs.
Dogger een pijlrog gevangen, die het
zeldzame gewicht had van 50 ponden.
De lever woog meer dan 7 pond. Het
dier zwaaide vreeselijk met den gevaar
lijken staart, docb men slaagde er in dezen
af te snijden en het zoo onschadelijk te
maken. Het is wel! :h' net algemeen
bekend,dat uit die levdt pi irogache olie
bereid wordt, die in onze huisapotheek
eene zoo'n groote rol speelt.
In een barbierswinkel
worden heel wat blikken ten hemel ge
slagen waarheen moet men ook anders
zijn oogen richten als men onder het
mes zit
Een vindingrijk barbier te AMSTER
DAM is daardoor op den inval gekomen,
het plafond van zijn winkel rentegevend
te maken en op zijn ramen prijkt thaus
de aankondiging: „plafond-vlakte te huur."
Als de onderneming slaagt en de ad-
verteerlustigen van die buitengewone
gelegenheid goed gebruik maken, is de
barbier tevens van het onderhoud tan
zijn plafond bevrijd.
Echt een mes,dat aan twee kanten snijdt f
Werner en Elsje te zamen voor den grooten
spiegel te staan komen. Verrast zien
zij beiden dat stralende beeld en ook
mevrouw Herwig koestert de gedachte,
dat die twee toch uitstekend bij elkaar
zouden passen.
De luitenant grijpt schertsend den arm
van het meisje en legt dien in den zijnen.
„Laat ons eens probeeren, juffrouw Elsje,"
zegt hij overmoedig. „Doen we de bruiloft
van Bertha Sensteich eer aan Passen we
bij elkaar voegt hij er beteekenisvol bij.
Elsje lacht hartelijk.„Mama moet beslissen,"
fluistert ze scheimsch, en keert zich dan met
Werner naar haar moeder. „Jawel, opdat
ge nog ijdeler zult worden, nietsdoenster,"
plaagt deze. „Het wordt anders nu tijd, dat
ge beiden gaat. als ge tenminste de laatsten
niet wilt zijn." Terwijl Elsje de handschoenen
aantrekt, verontschuldigt Werner zich, dat
hij geen bloemen heeft gestuurd. „Het is ons
namelijk gezegd geworden, dat niet te doen."
„Ja, dat is goed, want we ontvangen
bloemen, die bij ons toilet passen, en ik
weet, dat Bertha die wagenraderen niet
lijden mag." „Dus alles volgens den
wensch van Hare Hoogheid," zegt Werner.
..Ja zeker, zij is ook een geldprinses,"
luidt het antwoord, dat voor Werner een
dubbele beteekenis heeft.
Het jonge paar neemt hartelijk afscheid
van mevrouw Herwig en gaat dan in het
rijtuig. Buiten, vóór dat ze in het rijtuig
is, wendt Elsje nog tweemaal het kopje,
en wenkt naar het venster der veranda,
waaruit zich een oud, rimpelig vrouwenge
laat buigt, Miss Wilson, die gekomen is
om te zien, zonder evenwel gezien te
worden.
Als de elegante coupé met de beide
gelukkige menschenkinderec naar Villa Anna
rolt,heerscht er eerst een beklemmend stilzwij
gen tusschen hen. Het eerste bij-elkander-zijn
zonder getuigen maakt het meisje verward,
en de jonge man moet al zijn krachten in
spannen om te voorkomen, dat hij niet het
lieve schepseltje in zijn armen neemt en
haar eens innig kust.
WORDT VERVOLGD-