Donderdag 16 AUGUSTUS 1900.
44sts Jaargang No. 3548
E1 sj e.
FEUILLETON.
Binnenlandsch Nieuws.
Allllltl NiEBWS-,
DRAAIT.
Alitritiiit- Liiiiiiliiiiiitlai
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIBN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Bureau: SCHAG^I» ïiaan, O 4.
UitgeverP. TRAPMAN.
Medewerker: .1. WIKKEL.
Prijs per jaar f 8.Franco per post f 8.60,
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
A.DVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 6 et,
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel.
—TeOOSTBURG lieten een paar
ouders, die veldarbeid moesten verrichten,
hunne vijf kinderen in hunne woning
aan den hoogen dijk achter. Zij hadden
de woning gesloten, zoodat de kinderen
er als in een gevangenis verbleven.
Waarschijnlijk hebben de kleine met
vuur gespeeld, althans er ontstond brand,
zoodat de woning gedeeltelijk uitbrandde.
Een kindje van 8 jaar kwam in de
vlammen om.
Vergadering van den
Raad der gemeente Heer Hugo-
waard, op Maandag 13 Augustus
1900, nam. U/2 uur.
Tegenwoordig alle leden.
Na de opening door den Voorz., wor
den de notulen van de vorige vergadering
gelezen en vastgesteld.
Een schrijven van den Rijks-ontvan
ger, dat aan den Gemeente-ontvanger
f 518.54 is uitbetaald, wordt voor ken
nisgeving aangenomen, alsmede de missive
van den heer Commissaris der Koningin,
waarbij goedgekeurd is teruggezonden
de verordening op de heffing van school
geld.
Voorts wordt gelezen een adres van
den heer D. Tjalsma, hoofd der school
no. 2, te kennen gevende, dat hij gedu
rende de maand December van het vorig
jaar, toen in de onderwijzers-vacature
aan zijne school nog door geen tijdelijken
hulp was voorzien, in overleg met den
Burgemeester en met goedvinden van
den Arr. Schoolopziener, ook de 3a en
*4e klasse had waargenomen en dienten
gevolge 2 uur per dag meer onderwijs
had moeten geven, welke waarneming
adressant gaarne door den Raad geap-
preciëerd zag in den vorm van een
gratificatie.
Voorz. zegt, aan deze zaak niet eerder
gedacht te hebben dan toen het adree
bij hem inkwam en vindt het toekennen
van een gratificatie billijk, waarmee de
heeren het allen eens zijn.
De som der gratificatie zou de heer
De Boer, overeenkomstig de gewoonte,
maar weer op 2/3 van de jaarwedde over
hetzelfde tijdvak bepaald willen zien,
doch op de mededeeling van den Voorz.,
dat door de waarneming van beide
klassen door den hr. Tjalsma alleen,aan het
onderwijs belangrijk minder tijd kon wor
den besteed,danwanneer zooals gewoonlijk
ROMAN
elk der beide onderwijzers een der klas
sen voor zijne rekening nam, zoedat
afwijking van de gewoonte bier gewettigd
is, en dat het extra onderwijs zich fei
telijk bepaald heeft tot 30 uren, (2 uur
per dag is 10 uur per weekdoor de
Kerstvacantie 3 weken, is 30 uur) wordt
na korte bespreking met algemeene
stemmen besloten de gratificatie op
f 20.te bepalen.
Aangezien tijdens de ter-inzage-ligging
geen bezwaren tegen de rekeniDg over
1899 zijn ingekomen, wordt deze definitief
vastgesteld op dezelfde cijfers, te weten
f 21331.015 ontvaDg, f 20557.805 uit
gaaf en f773.21 batig saldo.
Op de voordracht voor zetters der
directe belastingen worden geplaatst
de aftredende heeren Wijnker en Appel
en als 2e dubbeltal de heeren Van der
Oord en Konijn.
Naar aanleiding van de ingekomen
missive, houdende kennisgeving, dat
ter vervulling van de vacature W.
Schermerhorn verkiezing van een lid
der Provinciale Staten moet plaats
hebben op 5 Sept. a.s. en zoo noodig
stemming en herstemming op 18 Sept.
en 1 October d a.v., gaat men vervolgens
over tot benoeming van stembureaux,
die als volgt worden samengesteld
le stembureau (school no. 1 aan den
Jan Glijnisweg), leden Van der Oord,
Konijn en Huizinga, plaatsvervangers
Molenaar en K. Hemke. 2e bureau (in
het gemeentehuis), leden de voorz. P.
Wonder Az., Wijnker en De Boer,
plaatsverv. Jb. Smit en A. Klomp. 3e
bureau (school no. 3 bij den Donkeren-
weg), leden Swaag, Sieverts en Brugman,
plaatsverv. J. Stoop en P. Wonder Pz.
4e bureau (school no. 4 Veenhuizen),
leden Appel, Smit en Jn. Haringhuizen,
plaatsverv. Pekelharing en N. Groot.
Hierna wordt de door Burg. en Weth.
opgemaakte begrooting voor 1901 inge
diend, welke volgens mededeeling van
den Voorz., na gedurende 14 dagen ter
inzage gelegen te hebben, in behandeling
kan worden genomen.
De cijfers wijken niet heel veel af
van die der loopende begrooting. Geraamd
is 0, a. voor hoofde), omslag f 5500.
personeele opcenten f 1951.455, school
geld f 375.en bij de uitgaven 0. a.
voor subsidie Algem. Armbest. f2500.
Voor onvoorziene uitgaven blijft over
f 992.37, tegen f 568.op de begrooting
van dit jaar.
Na de rondvraag, die niets oplevert,
wordt vervolgens de vergadering met een
woord van dank gesloten.
HANNA ASCHENBACH.
43.
„Ik had," vervolgt Hertha, „eerlijk
bekend, nooit gedacht, Elsje, dat Bertha
je zoo spoedig ontrouw zon kunnen worden.
Want al gaat ze geheel en al in haar man
op, eenige oogenblikjes zyn er nog wel
om een paar regeltjes aan je te schrijven,
't Moet je niet krenken, kleine, dat ik je
dat zeg. Moeder en ik hebben ons daarover
al meer verwonderd, maar daar je er zelf
nooit over spraakt, hebben we ook maar
gezwegen."
De kleine is reeds bij Hertha's eerste
woorden over Bertha vuurrood geworden
en kampt hlykbaar met een besluit. Als
Hertha zwijgt, begint ze aarzelend
„Je doet Bertha onrecht. Niet zij, maar
ik ben de schuld. Zij heeft mij vijf- of
zesmaal geschreven maar ik heb nooit
geantwoord. Sedert heeft ze gezwegen, maar
zij deelde mij in haar laatsten brief mede,
dat ze naar Egypte gingen, en wanneer
ik haar nu eens schrijven wilde, zou haar
dat o zoo veel pleizier doen."
„Kind, kind, waarom het dan niet ge
daan
„Omdatomdat Bertha begreep,
dat Hertha schudt het hoofd. „Half en
half had ik reeds zoo iets bij mijzelf gedacht.
Wat ben je toch een dwaas meisje. Maar
weet je wat, morgen schrijf je aan Bertha.
Hoe kon je nu je beste vriendin zoo kren
ken en dat alleen om dat eeDe Mij
verwondert het nog altoos, dat wij zoo
■weinig hooren van de ouders van Bertha.
Ons adres konden ze toch gemakkelijk te
weten komen."
„Den winter na Bertha's bruiloft wilden zij
naar het Zuiden en eerst naar Karlsbad.
-Mevrouw heeft mij op een der laatste
dagen vóór haar vertrek genoodigd. Ik ben
niet gegaan en heb ook niet laten afzeggen.
Toen schreef ze nog eens, en vroeg ook
waarom ik niet gekomen was voor het
laatste bezoek aan den schilder, voor mijn
portret zooals je weet. Ik heb weer niet
geantwoord."
Hertha keek haar ontzet aan. „Elsje,
Elsje, je bent een monster van onbeleefd
heid Daarvan hebben wij geen woord ge
weten, zelfs er geen idee van gehad."
De kleine laat het hoofdje hangen. „Ik
was toen ook zoo ongelukkig", zucht ze.
„Dat weet ik, mijn kind, je hadt je
hoofd verloren. Maar hoe zou je het vinden,
als je nu mevrouw eens opzocht?" „Neen,
neen", riep Elsje, „ik schaamde mij dood
„Nu, zoo erg moet je dat niet opnemen.
Je schrjjft eerst maar eens aan Bertha.
We zullen afwachten of zjj je vergiffenis
schenkt, dan zal ik wel eens naar „villa
Anna" gaan. Je zult zien, alles zal wel weer
in het reine komen."
„Nooit", snikt de kleine cd kijkt droefgees
tig voor zich heen.„Papperlepap, je bent
een groot kind. Den moed maar niet laten
zakken. Zeg me eens, hartje, wie heb je
nog meer op je zondenregister ik bedoel,
wie heb je nog meer zoo schandelijk ver
waarloosd Je hadt vroeger zoo'n massa
kennissen." Elsje trok een mondje. „O, die
die meisjes waren allen blijde toen ik
van het tooneel verdween; zij hebben geen
van allen een poging gedaan om mij uit te
vinden. Weet je, Hertha, die waren allen
zoo jaloersch. Maar Hertha, zeg, je helpt
me immers aan dien brief aan Bertha
„Wanneer je het niet alleen kunt, dan
zeker, lieveling."
Elsje slaapt dien nacht zeer onrustig. Zij
droomt, dat ze gewandeld heeft, steeds ge
wandeld, door vele landen naar Grieken
land. Daar bevond zich op het vrije veld
een machtig leger. Zij stapte ongehinderd
door de wachtposten tot voor een tent,
waar op den grond, door een soldaten-
mantel gedekt, haar Werner lag. Hij sliep
en zij knielde bij hem neer en fluisterde
hem in het oor„Werner, vandaag is het
Vergadering van den Raad
der gemeente Haringcarspel, den
13 Aug. 1900. Tegenwoordig alle leden.
1. De Voorzitter opent de vergadering,
waarna de notulen der vorige vergadering
worden voorgelezen en zonder op- ot
aanmerkingen goedgekeurd.
2. Door den voorzitter wordt voorge
lezen eene officiëele kennisgeving van
het overlijden van den Secretaris, den
heer Jacob Fraij.
Naar aanleiding hiervan wordt door
den Voorzitter het volgende gezegd
„Op onze laatste vergadering, nu
veertien dagen geleden, uitte ik de vrees,
dat de oude heer Fraij, onze Secretaris,
die door ongesteldheid de vergadering
niet kon bijwonen, niet weder van zijne
ziekte zou herstellen; die vrees is spoedig
werkelijkheid geworden, reeds den len
dezer is hij overleden. De Gemeente
heeft in hem een verdienstelijk ambtenaar
verlorenruim 27 jaar heeft hij zijne
beste krachten aan de belangen der ge
meente gewijd. Voor mij en voor u
allen is hg steeds geweest een goed vriend,
in de vergaderingen een raadsman aan
wiens oordeel altijd hooge waarde werd
gehecht, en voor het publiek was hij de
welwillende ambtenaar, die op elk uur
van den dag iedereen te woord stond.
„Moge zijn hooge ouderdom ook iets
van de werkkracht hebbeD ontnomen,
de werklust was nog steeds aanwezig
en korten tijd voor zijn dood kon men
den krassen grijsaard nog dagelijks zijne
plaats op de secretarie zien innemen.
„Niet alleen voor de gemeente is zijn
heengaan een verlies, ook in het particulier
leven was de oude heer Fraij om zijDe
weldadigheid en zijne eerlijke beginselen
eene beminde persoonlijkheid. Zijne
nagedachtenis zal ongetwijfeld door ieder,
die hem gekend heeft, en niet het minst
door ons, in dankbare herinnering worden
gehouden."
Met applaus worden deze woorden begroet.
De heer Keesom, hierna het woord
bekomende, brengt almede hulde aan de
nagedachtenis van den heer Fraij, betuigt
zijne deelneming met het verlies in de
eerste plaats aan den Voorzitter, die in
hem een goed vriend heeft verloren,vervol
gens aan den Gemeenteraad, die in hem
gekend heeft den nauwgezetten, nimmer
zijn plicht verzakenden Secretaris, en ten
derde aan den waarn. Secretaris, die aan
den overledene zooveel verschuldigd
is.
Ook met deze woorden betuigt de
vergadering hare instemming.
3. Hierna stelt de Voorzitter aan de
de sterfdag van je moeder." Toen glim
lachte de slapende droevig en zeide„Je
moet haar bloemen brengen, Elsje en mijn
groeten."
Zij stond op en wandelde terug en kwam
op het kerkhof. De poort sprong vanzelf
open en zjj ging binnen. De maan scheen
helder op de grafsteenen en op eiken steen
zat een doode. Zij knikte hen toe en ging
naar de eigen graven. Jn haar hand droeg
ze een korf met heerlijke, vreemde bloemen,
zooals ze er nog nooit had gezien. Daar
mede stapte ze langzaam voort en de dooden
neigden allen toen ze voorbij ging.
„Ziet ge, Hertha, nu ben ik niet meer
bang." Zij spreekt deze woorden overluid,
zoodat mevrouw Herwig haar bezorgd vraagt:
„Wat is er, kind Daar ze geen antwoord
krijgt, trippellj ze naar het bed van haar
lieveling. De fyeldere maan daarbuiten werpt
zooveel licht door de neergelaten jaloezie,
dat Elsje gemakkelijk is gade te slaan. Een
lichte streep valt juist op Elsje's gelaat en
geeft aan het lieve gezichtje een bjjna
bovenaardsche bekoorlijkheid. Lang kijkt
de moeder naar de zachte trekken. Het
teere rood,dat een gezonde slaap steeds met
zich brengt, geeft aan haar gelaat dat ge
zonde aanzien terug, dat het leed had
weggenomen. De donkere wimpers teekenen
zich scherp af op de zachte huid en de
kleine, roode lippen zijn een weinig geopen^
en laten de schitterende tanden doorblinken
En over het gansche persoontje ligt een
waas van vroolijke ontroering, zoodat het
onmogelijk is, dat een booze droom de kleine
in haar slaap bezighoudt, waarom de moeder
weer gerustgesteld naar bed gaat.
HOOFDSTUK XT.TTT
Het is Woensdag. Sedert weken is dit
Elsje's lievelingsdag. Zij, die anders steeds
in keuken of kamer vlijtig bezig is, die
voor het verdere op de wereld volstrekt
geen belangstelling meer schijnt te koesteren
sedert haar Werner verdwenen is, zij snelt
op dezen dag elk oogenblik naar het
venster of naar de deur en kijkt met groote,
verlangende oogen de straat langs. Natuur-
orde de benoeming van een Gemeente-se
cretaris, waarvoor door B. en W. eene
aanbeveling was opgemaakt, bestaande uit
de heeren J. Dam en C. Bijpost.
Met algemeene stemmen wordt benoemd
de heer J. Dam.
4. Door de Commissie, in de vorige
vergadering benoemd, tot bet nazien der
geraeenterekening over 1899, wordt
verslag uitgebracht, waaruit blijkt, dat
alles in orde is bevonden zoodat geadvi
seerd wordt tot goedkeuring.
De rekening wordt daarop onveranderd
voorloopig vastgesteld.
5. De Voorzitter deelt een klacht mede
van C. Hof te Kerkbuurt, over de slechte
afwatering van den weg aldaar, vooral
bij het huis van Boerdijk, waaromtrent
besloten wordt, Zaterdag a.s. een onder
zoek in te stellen.
De vergadering wordt hierna gesloten.
Zaterdagavond hield de
afdeeling „Harenkarspel" van de Land-
bouw-en Handelsvereeniging een verga
dering in 't lokaal van den heer N. Boon
te K.»l verdijk.
Er waren circa 40 leden opgekomen.
Door 't bestuur werden onderscheidene
mededeelingen gedaan, betreffende de po
gingen, welke aangewend worden tot het
verkrijgen van een zijlijn van 't station
N.-Scharw. van de H.8.M. naar 't dorp van
dien naam, om zoodoende een kortere en
en betere gelegenheid te krijgen voor de
verzending der groenten. Aan belangheb
bende gemeente- en banne-besturen waren
verzoeken gericht tot bet verleenen der
rentegarantie, welke de spoorwegmaat
schappij verlangt en de antwoorden,
daarop ingekomen, waren niet onbevredi
gend. Een voorstel tot het richten van
een verzoek aan den raad van Haring
carspel, om voort te gaan met het stellen
van een premie van 10 cents op het
dooden van ratten, werd aangenomen.
Veerdienst ENKHUIZEN-
STAVOREN.
Zooals bekend is, voorziet de Hol-
landsche IJzeren Spoorweg-Mij. in den
dienst voor goederen en vee tusschen
Enk huizen en Stavoren, door middel
van een stoompont, waarmede wagens,
zonder overladen, tusschen Holland en
Friesland worden overgebracht.
Dat deze dienst aan de eischen van
den handel voldoet, blijkt dagelijks,
door het vermeerderd vervoer op dit
traject. Maar nooit kwam dit zoo uit
als in de stormachtige dagen van het
begin dezer maand. In den hevigen
storm van Zaterdag 4 Augustus heeft
lijk veel later dan anders duikt op Woens
dag de brievenbesteller op, de lang ver
wachte. Langzaam, zoo langzaam mogelijk,
komt hij nader. De handen van het meisje
ballen zich. „Die leelijke slaapkop," klinkt
het toornig van de roode lippen.
Eindelijk bereikt de post het huiseinde
lijk kan de kleine ongeduld naar beneden
vliegen om de courant in ontvangst te nemen.
Zij let nauwelijks op den vriendelijken groet
van den man, laat hem, als hij nog wat
anders heeft af te geven, zichzelf redden
en vliegt met groote stappen naar boven,
naar het atelier van haar zuster. Deze hoort
lachend het haastig geklip-klap van de pan
toffels. „'t Is Woensdag." De deur vliegt
open en het sierlijke persoontje snelt op de
jonge schilderes toe„O, Hertha, wat een
lange brief."
Zij valt in den eersten den besten stoel
neer en doet met bevende handen de
courant open, die nu Werner onbe
wust de eenige band is tusschen haar
en hem. Nu mag zij weder de woorden
lezen, die zijn lippen gevormd hebben, de
gedachten in zich opnemen, die in zijn
brein zijn ontstaan, meêleven het leven dat
hij geleefd heeft. Hertha kijkt teeder naar
het blonde kopje, dat diep over de courant
is heengebogen. „Arm, zoet kind," denkt
ze onwillekeurig, „j'e bent zoo onschuldig,
zoo lief, zoo teer, en toch zoo ongelukkig."
Het laatste is op dit oogenblik niet zoo
heel waar, want Elsje's gelaat straalt van
zalige vreugde als ze opkjjkt en zegt„Hij
is vandaag zoo echt. Hij moet in een opge
wekte stemming zjjn geweestdeze is veel
prettiger dan de brief, dien hij geschreven
heelt op den sterfdag van zijn moeder. Wellicht
heeft een engel in zijn droom hem wel
verteld, dat wij haar graf hebben
versierd."
Zij leest verder, doch reeds in het vol
gende oogenblik valt ze zichzelf weer in
de rede. Dat doet ze altijd zoo, merkt
haar zuster lachend op. Zij leest iederen
zin tweemaal en praat intusschen door om
voor zich het genot van de lectuur zoo
lang mogelijk te maken. Om het slot te
de stoompont haar gewone reis gemaakt
heen en terug, telkens met 13 waggons
zonder dat de dienst er onder geleden
heefr.
Dit is zeker wel een bewijs voor de
goede constructie en de zeewaardigheid
van dit vaartuig niet alleen, maar ook
voor de kunde en den moed van het
bedienend personeel.
De pont, die een lengte heeft van
66 M., met een bovenbreedte van 11 50
meter en een diepte van 2.90 M., wordt
voortbewogen door twee horizontale
stoommachines, compound met oppervlak
condensatie, gevende aan het vaartuig
door middel van een rechtsche en een
linksche schroef van 1.70 M. diameter,
een snelheid van ruim 18 K M. in het uur.
Het vaartuig is geheel voorzien van
electrisch licht, en bevat inrichtingen
van stoom verwarming. Het bevat twee
kajuiten voor reizigers, die zeer comfor
tabel zijn ingericht.
Het geheele schip is van staal. Aan
dek is het voorzien van sporen voor het
op- en afrijden van spoorwegwagens en
locomotieven. Om de snelheid van het
manoeuvreeren te bevorderen heeft het
2 roeren, die door stoom bewogen worden.
Electrische booglampen, op het dek
aangebracht, verlichten het des avonds.
Door de dienstregeling zóó te maken,
dat alle goederen, zonder overladen, van
Holland naar Friesland kunnen worden
overgebracht, heeft deHollandsche IJzeren
Spoorwegmaatschappij een goede en snelle
verbinding tusschen deze beide deelen
van het land tot stand doen komen, en
daardoor het Noorden, dat anders slechts
met een grooten omweg te bereiken was,
een niet genoeg te waardeeren dienst
bewezen. (Hdbld.)
Beroepen bij de Ned.
Herv. gem. te Vlieland Ds. P. R. A, van
Meurs te Haraingferhorn.
Callantsoog, De vorige
week is alhier aan het strand aangespoeld
een goed gesloten flesch, inhoudende eeni
ge „ansichtskarten",afkomstig van een der
Duitsche oorlogsschepen op weg naar
China. De kaarten waren alle gefrankeerd
en konden dus aan haar adres worden
afgezonden.
De prijs der aardappe
len is in de BOMMELERWAARD
zoo laag geloopen (5 kwartjes per H.
dat de landbouwers den verkoop gestaakt
hebben. Op sommige plaatsen moet
wegens de ziekte in de knollen de
opbrengst zoo min zijn, dat de gelde
lijke opbrengst de pachtsom niet eens dekt.
lezen, daartoe besluit ze eerst na lang aar
zelen. Het is steeds, of er een lichte
schaduw van teleurstelling over het gezichtje
glijdt, als ze den brief uithoeft. Het duurt
maar een heel klein oogenblikje, maar
Hertha heeft het toch altoos opgemerkt. Zjj
vraagt niet naar de reden, maar ze kan
het zich maar al te goed denken. Elsje
verwachtte,wellicht zonder dat ze het zichzelf
wil bekennen, dat Werner haar in den een
of anderen vorm een mededeeling zou toe
zenden. Ook Hertha gevoelt steeds zoo iets
als teleurstelling na het lezen van den brief,
't Is te wenschen, dat er ditmaal wat in
staat van zijn verlangen naar het mooie
meisje, dat daar met groote vochtige oogea,
de woorden indrinkt, die door hem in de
verre verte zijn geschreven. Nu vliegt een
zonnig lachje over de lieve trekken, de
schelmsche kuiltjes worden in wangen en
kin zichtbaar en de lippen openen zich tot
een zilverhelder lachen.
„O, prinsesje, hoe allerdolstHij beschrijft
hier een avondmaaltijd bjj den Turkschen
bevelhebberdat is allerleukst mijn
hemelroept ze plotseling, „Hertha, de
melk beneden, die moet reeds lang over
gekookt zijn, ik was het geheel vergeten
De zuster is reeds de deur uit. „Biijt maar,
lichtzinnig kind ik zal eens zien wat er
nog te redden is." De laatste woorden klin
ken reeds van beneden de trap, die Hertha
met ongelooflijke snelheid is afgestoven.
Een ellendige, en iedere huisvrouw schrik
aanjagende, stank slaat haar van uit de
keuken reeds tegen op hetzelfde oogenblik
wordt de deur van de tuinkamer geopend
en mevrouw Herwig stormt naar buiten.
„De melk, Hertha, de melk „Ja, moe
der. de melk", klinkt het met pathos terug,
en als Hertha den halfleegen pot in de hand
houdt en moeder jammerend en scheldende
op Elsje, begint te poetsen en te vegen,
barst Hertha in een ongemotiveerd lachen
uit, waannede mevrouw Herwig instemmen
moet, of zij wil of niet.
WORDT VERVOLGD.