Zondag 2 September 1900. 44ste Jaargang No. 3553. Uit «ÏSMIESLil's TERLEDKN. Politiel mrziclt tier weeL Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- ei Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIKN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. itureau: SCHAG®]!, Laan, 1) 4. UitgeverP. TRAPMAN. Medewerker: J. WINKEL, Prijs per jaar f 8.—. Eranco per post f 8.60, Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van I tot 5 regels f 0.25; iedere regel meer 6 cl Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. TRANSVAAL. Buitenlandsch Nieuws. ACER Sitiii-, Alurititis- LaiiltmlM ll llir« Bronnen. II. Dirk Burger, afkomstig uit Schoorl, de schrijver van de „Chronyk van Medenblik en Schagen, t' Amsterdam by Timothéue ten Hoorn, Boekverkoper in de Nes, in 't Zinnebeeld, naast dé Brakke grond, ,a°. 1710," loefde en schroef in die periode der Neder- landsche letterkunde, dia men konechetsond het kenteringstvjdperk noemt, en die volgt op de luisterrijke eerste drie kwar talen der 17e eeuw! Laten wij, tot beter begrip, friet twee woorden het tijdvak SChOtSQD. Uit de geweldige worsteling met Spanje waren deze gewesten zogevierend te voor schijn getredende Republiek der geünieerde Provinciën was een vrije staat, die, zich kraehtig ontwikkelend, weldra meetelde onder de staten van Europa. Het kon niet anders. Harde tijden zijn weldadig voor een volk: ziedaar een feit, dat ntet alleen door de geschiedenis wordt ge staafd, maar tot welks erkenning men ook langs deductieven weg komt, Ontbering toeli tot een bepaalde grens altijd scherpt't'Instinct tot zelfbehoud; verhoogt physieke- en geesteskracht. Alle vermogens weegt zij; wat voor 't voortbestaannadeolig ot ondienstig ls, verwerpt zij; wat daarvoor nuttig is, loutert zij.' Zoo moet een volk, dat uit harden strijd overwinnend opstaat, een gouden eeuw intredengeen wis kunstige waarheid rust op hechter grondslfg is zuiverder in haar afleiding. - Zooals oen vogel, aan de gevaren van den nacht ontkomen, bij het gloren öfes dageraads met tuchtigen wiekslag jubelend omhoog stjjgtzoo ontplooide bet vrije volk qq vleu gelen van zjn geest. Het tijdvak der eerste drie kwartalen van de 17de eeuw schittert met onovertroffen glans in de geschiedenis onzer letterkunde. Aan de beoefening der letteren wijdden de eersten uit den lande hunne beste krachten. De edele ïhnst boogt in dit tijdvak op dienaren als Vondel,Hooft, Huijgens, Bredéroö, Starter, Cats. Maar elke stijging wordt door daling ge volgd i de geschiedenis leert het niet ééns, inaar duizendmaal Zoo vólgt in het laatste kwartaal der 17de eeöw, op den bloeitijd der letterkundige kunst, de periode van verval. Het zjn niet meer de groote geesten, die in den vaderlandschen letterhof de spade han- teeren: vele arbeiders zjn onbedreven, on waardig zelfs zjn sommigen. De kunst is met dilettantisme of bezoldigden arbeid niet gediend. Roeping, vrje, geestdriftige toewij ding tot haar dienst eischt zj meer vraagt zj niet. De latere zevéiitiende-eeuwsche arbeiders in onze lettergaarde waren de goeden niet te na gesproken r- öf dilettanten, öf broodschr jvers. En onder de eerste categorie is ónze Dirk Burger te rangschikken - als hj nog onder de beoefenaren der letteren gerangschikt behoort te worden. De stjl van zjn chronyk, die van drukfouten zoo zullen we ze maar noemen wemelt, is slordig, plat'; lamlendig Waar de kroniek schrijver rampen beschrjft, en medeljden hij zjn lezors tracht op te wekken, doet hj rtlacheu. De trivialiteit van zjn termen vaak weerzinwekkend. Wj hadden reeds gedegenheid van een en ander een staaltje t» geven. Nimmer wordt hj door zjn stof geïnspireerd. Wat lij uit' zjn hronnen put, d jacht hjj op als een mager, kleurloos extract; 'tj'nieuws. dat in zijn dagen voorvalt, en dat wj voof driekwart de vermelding niet waard zoudofi achten, vertelt hj zonder slot of zin. 'kis er. verre van, dat hj kritiek durft le veren vermetelheid of overmoed is hem niet aan te wrjvon. Van de beteekenie der historische weten schap heeft hj „begrip noch belui". - „Hoe zoude wy" - roept hj in zjn voorreden uit -- „hoe zoude wy, nakomelingeu vau de Liefhebbers der Oudheden, kennisse kunnen hebben van dat gene, 'twelk voor 't bereik vau onze korte leeftyd is gebeurd, indien zy t'allen tyden de gedenkwaardige zaken, wel eer gebeurt, niet in geheugenisse'hadden gehouden, maar in den vloed der vergetel heid alles hadden laten te gronde gaan en de man, die over minstens vjftien bronnen beschikt, lat ju verstaat, wiens dagen verlicht worden door den luister, die er uit de „Historién" van eei) Hooft als uit de morgenzon straalt,'schrijft en rijmt: „Op een Schipper van Medenblik, die hem tot Amsterdam op de Wage heeft laten wegen 1664. Doen ik oud was twee-en-veertig jaar, Woog ik Jan Tqmissen 43a pond 3waar;" noteert „1671. Is tot Alkmaar gestorven een stadszwaan, die oud was 102 jaren;" vórmeldt f „1618. Is in 't West-ent van het Dorp Twisck een wonderlyk Kalf van een Koe gehaalt, het hadöe 2 hoofden en 8 beenen;* schrijft heele en halve pagina's vol over „gedenkwaardige zaken", als: 't geval van een „Huisman tot Haringcarspel", die ten gevolge van een weddingschap naar Jeruza lem toog 't geval van „eenen Jan &erritsz van de Myldyk", die in 't Koogras dood geslagen werd het „droevig exempel van een trouwe Hond die zyn eigen Meester ombragt," onz., enz., enz. Hj geeft opsdmmlngeh van nard- bevm&m, branden; stormwinden en hótfge watervloeden^trengo en harde winters,muizen jaren en strafvoltrekkingen; allee naar volgr orde des tjds. Zjn feiten zjn als gekledrde kfaWn, aan oéh draad geregen, kleur hj kleur; hü vormt wel een ketting, maar een ketting -/.onder schalmen, die naar alle kan ten uiteenspat als hj breekt. Twijfelachtig is de waarde van zjn opgaven van 't aantal huizen in Wieringerwaard, Zjpe, Petten, on meer andero plaatsen, ook al verzekert hj ons, dat .de telliDg door hem zelf is verricht. Nog twijfelachtiger is de belangrijkheid van zjn verslagen omtrent 't aantal treden dat Petton van een zestal, de Sohager kerktoren van een dertiental naburige plaatsen verwij derd ligt, of hoeveel treden lang, breed en in omtrek 'I eiland Wioringen is, al staaft hj ook ditmaal de geloofwaardigheid van zjn 8p- gaveh mé* de betuiging van eigen onderzoek. Wip van een wandeling van Petten naar Eg- mond aan Zee niet meer profiteert, dan dat hj, thuisgekomen, kan opschrijven dat de afstand tusschen die twee plaatsen 19388 treden gaans is, betaalt een hooge sohoen- makersr.ekening alhoewel zju telraar- digheid waarschijn! jk belangrjk is. vergroot. Alles samengenomen, concludeeren wj, dat de waaide van de „Chronyk van Meden blik en Schagen" voor onze onderzoekingen gering is, weshalve wj - ons anker uit den vasten bodem van het gemeentel jk archief niet licht zullen lichten. li. Stammes. Roberts in eigen persoon tegen dè Boeren opgetrokken, nu zal spoedig het eind van het lied der Boeren zijn gezongen, zoo juichten reeds hij voorbaat een groot aantal Engelsche bladen, die uit het ver leden nog niet zooveel haddon geleerd, dat zelfs Roberts zelf niet in staat is, den Boeren met een enkelen slag den nek te breken. Het ie ook nu weer gebleken, dat het Engelsche legér na dagen strijd, wel de Boereu uit bun posities kan ver drijven dat de Rooinekken ten koste vaii vele menschen wel eenige kilometers vooruit kunnen dringen, maar geen enkel belangrijk voordeel wordt behaald. Het Boerenleger blijft bestaan, geen demora- liseerende vlucht, geen buiünakeu van kanonnen, 't is een zeer geregelde en magnifiek uitgevoerde terugtocht. Eenige urou verder vindt Roberts weer datzelfde leger in ten nog betere stelling, met dezelfde hardnekkigheid die verdedigende 't is voor Roberis om wanhopig te worden. Of dat met den opperbevelhebber reeds het geval is, weten we niet. Wat we wel weten, is, dat zijn telegrammen ons zeer karig nieuws geven, dat de toon daar van volstrekt niet jubelend is, en dat ook de oorlogscorrespondenten, die anders nog een foonjje hooger het jubellied zongon, nu in 't geheel niets' van zich latcii hooron en hun ilosaunah! niet weerklinkt. 't Laatste, wat we in ons vorig nummer hebben gemeld, is de tijding van Roberts, dat Buller Bergendal had bezet. Daarover seint de groote bevelhebber, dat de kopjes daar r.a een hevige beschieting schitte rend werdén bestormd door twee bataljons infanterie. Zij werdeu genomen in storm pas Negen tien Boeren werden gevangen genomen en 'ortiptreeks twintig vijanden lagen dood iu de stelling. De Engelschen verloren aan dooden een kapitein en 14 man, zeven officieren en 57 raaD gèwond op die plek. Dat lijstje zal later nog wel wat worden aangedikt. De strijd om Ber gendal duurde twee volle dagen. Verder wordt gemeld, dat Buller daarna Maehadodorp bezette. De oorlogscorres pondenten geven daarvan niet veel nieuws. Het kopje Jij) dat dorp werd door de Jobannesburgsche politie yerdedigd en zóó hardnekkig, dat'men biets dan lof heeft voor de verdedigers. Drie uren lang ,werd de heuvel bescho ten, zopdat, zegt de correspondent van de „Daily Mail", deze soms bijna verborgen was door den rook der lyddietbominen. De Boeren bedienden bijna tot het laatste oogenblik hun pompom, en vochten totdat de bestormers vlak bij waren. Hun com mandant en twaalf man werden gevangen genomen er lagen veel dooden en ge wonden op het 'kopjede rest van de ver dedigers was over den spoorweg gevlucht- Volgens Roberts hield de rest der Boeren zeer slecht stand en zij trokken Noordwaarts, achtervolgd door Dundo- nald's bereden infanterie. Deze moest echter al spoedig terug, tengevolge van de lastige gesteldheid van het terrein en omdat de Boeren in staat waren om posities in te nemen, die te sterk waren om ze daaruit te verdrijven. French marcheerde dien dag (29 Aug.) tot Elandsfontein, waaruit hij de Boeren zónder moeite verdreef'. Uit een telegram van den correspon dent van de „Daily News* lezen we, dat do Boeren hoofdmacht den dag vóór dat Bergendal werd bezet,was afgetrokken. Dien vorigon dag was er hevig gestre den om do stelling. De scheepskanonnen en twee batterijen Britsche veldartillerie beschoten haar onophoudelijk, de bereden infanterie, de garde en de 18e brigade rukten ónder bedekking van het vuur vóórt, maar slaagden er niet in, dien dag de positie to nemen. In den nacht ontruimden de Boeren de schansen op de rechterflank zij achtten dus toen reeds hun stelling onhoudbaar, want het was juist de rech terflank der Boeren, die Buller wilde omtrekken. Zij lieten een kanon in stelling, dat werd beschermd door het bovenvermelde Johannesburger politiekorps. Het was dit korps, dat Buller den geheelen volgenden dag bezig hield, totdat het ten slotte voor de over macht week Ook de correspondent van de „Daily News" erkeet, dat de Britsche verliezen in deze gevechten zwaar waren. De beteekenis van de bezetting van Maehadodorp is niet zoo heel groot. Een nederlaag is daar door de Boereu niet geleden, want er is geen enkel kanon achtergelaten, er is zelfs geen Boer ge vangen genomen. Men is in Engeland over de laatste krijgsbedrijven maar matig tevreden. Men vindt het heel onaangenaam, dat Buller vier dagen heeft moeten vechten zonder terrein te winnen. Eerst toen French de Boerenstelling om het Noorden had omgetrokken, kon Buller vooruit en trok ken de Boeren terug om de Engelsche troepen te plaatsen voor een uiterst moeilijk terrein, waar de cavalerie bijna niets kan uitrichten en waar regens ge paard gaan met verderflijke koortsen. Menschen, bokend met het terrein om Beltast en Maehadodorp, beweren, dat de laatste daden van Buller daar zeer zijn opgeblazen, en dat er feitelijk van niet meer sprake is geweest dan van een ver woed voorpostengevecht. Zoo is Williams in de „Morning Leader" er van overtuigd, dat de eigenlijke Boeronstellingen nog moeten worden genomen. Bergendal en Maehadodorp moeten nog op de hoog vlakte liggen, wel te midden van een ruw landschap, doch eerst later, ten oosten van laatstgenoemde plaats begint het eigenlijke bergland, waar elk kopje een natuurlijke vesting is. Er wordt ook gedacht in Engeland, dat het terugtrekken vau Botha is een gewild terugtrekken, dat ten doel heeft de Britsche strijdmachten to lokken in een land, waar de terrein-moeilijkheden bij eiken stap toenemen. Want men moet in het oog houden, dat het doel der Engelschen is te overwinnen en snel te overwinnen, doch de Boören kunn6n niet zegevieren door groote veldslagen te winnen, maar alleen door tijd te winnen, door den vijand af te matten, totdat hij den strijd moede zal zijn. Daarom hebben overwinningen als van Buller geen waarde. De Boeren verliezen wél terrein (misschien vrijwillig), maar de Engelschen verliezen tijd en mannen. En hoe meer tijd Roberts werk heeft Botha te pakken, zooveel te meer tijd laat hij aan De Wet en De la Rey, om in zjjn rug al hun streken uit te voeren, die hem al zoo dikwijls met lamheid hebben geslagen. Zoo schrijft de Engel sche correspondent van de „Petit Bleu." Dat het waar is, wat die aanvallen in Roberts' rug betreft, blijke uit de vol gende telegrammen, wat, en dit móet men niet vergeten, zeer vaag gestelde berichten zijn, die het minst erge melden Central News meldt, dat Danie Theron vlak ten zuiden van Johaunesburg aan het vechten is. Het vuren kan in de stad worden gehoord. Er valt een zware regen. Uit Kaapstad wordt aan de Daily Chronicle geseind, dat bij Mafeking zwaar wordt gevochten en de Engelschen bij Veertienstroomen eenige nachten in de schansen moesten slapen. Maseroe, 30 Aug. Een aanval op Lady brand (in het oosten vau den Vrij staat) wordt elk oogenblik verwacht. Men kan de vuren der Boeren in de bergen zien. De militaire overheid hier heeft besloten Ladybrand tegen den vij and te verdedigen. Volgens de berichten hebben de Boeren hun gevangenen te Nooitgedacht vrij gelaten en zullen dezen zich bij Roberts aansluiten. Kruger en alle autoriteiten zijn te Nelspruit. Woensdag heeft het departement van oorlog weder zijn wekelijkschen staat van de verliezen in Zuid-Afrika bokend gemaakt. Het totaal bedraagt nu 40.561 (1753 officieren en 38.808 man), dat is niet minder dan 1395 meer dan verleden week Woensdag. Daarbij komt nu nog een nieuwe lijst, die de volgende cijfers oplevert Gesneuveld 7, gewond 36, waaronder generaal Littlo bij Mafeking ernstig, ver mist 6, overleden aan ziekte 8. Onder het totaal der verliezen zijn niet begrepen de mannen die nog gewond of ziek liggen in de Zuid-Afrikaansche hospitalen. Per stoomschip „Assaye" zijn weder uit Kaapstad naar Engeland teruggekeerd 32 officieren,waaronder 3 majoors, en 1186 man. De Chineesche interventie belooft voor velen nog een muisje met een staartje te worden. De Amerikaansehe regeering zit al reeds in zak en assche en weet eigenlijk niet, in welke bochten zij zich zal wringen, om voor de presidentskiezers een goed figuur te makeD. Zij heeft thans bekend gemaakt, dat, zoodra de zaken in Pekiug geregeld zijn, hare troepen zich zullen terugtrekken. Dat zou er dus al één zijn, die zich aan het harmonisch Europeesch concert gaat onttrekken. Daar zullen wel meer volgen, zij het ook op een andere wijze. Trouwens, het is duidelijk zichtbaar, dat het met de veelgeprezen harmonie al bijzonder slecht is gesteld. De laatste berichten luiden, dat de Russische en Japansche troepen noordwaarts trekken, terwijl die der andere rijken zich naar het zuiden bewegen. Zoo zal elk trachten, zijn eigen slag te slaan. In China schijnt het volk en de re geering, zoo die er nog is, zich van den loop der zaken weinig aan te trekken. In de Chineesche provinciën gelooft men niets van de overwinningen der Barbaren uit het Westen. De inne ming van Peking wordt als een verhaaltje beschouwd. In stede dat het Chineesche leger aan den haal is gegaan, gaat door de provinciën het gerucht, dat de Barbaren 60.000 man bij de hoofdstad hebben verloren. In Duitschland is men ook al verre van tevreden over het optreden van keizer en regeering. Zonder het volk of den Rijksdag ook maar in iets te raadplegen, heeft de keizer de China-expeditic uit gezonden. Wanneer straks de Rjjksdag bijeenkomt,zal men dien beleefd verzoekeo de onkosten-rekening, nu reeds ten bedrage van 100.000.000 mark, goed te keuren. De lijdelijke rol, aan de verte genwoordiging van het volk toegedacht, is zelfs voor vele Duitschers te erg.Liberale, katholieke en radicale bladen gaan zeer ka meraadschappelijk op de regeering los.Voor den keizer heeft de inneming van Peking, geiiaard met de bevrijding der Europeanen, nog een bijzonder lastige keerzijde. Op 6 Juni loofde de keizer eene belooning uit aan iedereen, die een vreemdeling uit Peking redde. Het keizerlijk telegram aan den Duitschen gouverneur en de Chi neesche onderkoningen luidde „Ik verplicht mij op mijn keizerlijk woord, voor eiken in Peking op 't oogen blik ingesloten vreemdeling, van welke nationaliteit hij ook wezen moge, die levend wordt overgeleverd aan een keizerlijk Dnitsche of een andere vreemde autoriteit, de som van 1000 taels te betalen aan dengene die de uitlevering veroorzaakt. „Ook neem ik alle kosten op mij, welke voor het overbrengen van deze belofte naar Peking noodig mochten zijn." Nu zijn er door de vereenigde legers bij de 1Ö00 vreemdelingen gered, hetgeen dus aan bevrijdingspremiën eene som van 1.000.000 taels, of ongeveer 1.8 millioen Nederi. guldens uitmaakt. De expeditie telde 15.000 man, zoodat rechtens ieder soldaat op 120 gld. aan spraak kan maken. Wanneer er ook maar één is, die den keizer aan zjjn woord houdt, zal hij genoodzaakt zijn, het volle bedrag uit te keeren. De beloften en uitlatingen van 't ver leden, zijn voor vorsten en staatslieden soms hoogst kwellende banden, waarvan men zich niet anders dan met schade en schande kan ontdoen. Zoo zijn de woorden van sir John Ardagh, die de Engelsche regeering op het vredescongres te 's-Gravenhage ver tegenwoordigde, thans zoo lijnrecht in strijd met de handelingen van andere vertegenwoordigers dierzelfde regeering, dat lord Salisbury van schaamte zich zou verschuilen, indien hij geen Engelsch staatsman ware. Als kolen vuur worden ze hem thans door de Europeesche, en vooral door de Fransche, pers op het hoofd gestapeld „Het recht van elk volk, welks land door den vijand is bezet, om zijn plicht te doen, door den vijand met alle geoorloofde middelen den krachtigsten en meest vaderlandslievenden weerstand te bieden, dèt recht moet onverkort blijven." Dus sprak voor weinige maanden een Engelsch diplomaat in eene officiëele bijeenkomst, vertegenwoordigende de volken en rogeeringen der wereld, en als tegenhanger luidt Lord Roberts' procla matie in Zuid-Afrika „In districten, die reeds bezet zijn in den Vrijstaat, in Zuid- en West-Trans vaal, waar men burgers genadig geoor loofd heett in hun eigen huis of boer derij te blijven, als zij alle wapenen uitleverden en den eed van onzijdigheid aflegden, zal in het vervolg elke schen ding van den eed met de uiterste gestrengheid gestraft worden, door terechtstelling, en verbranding van huis en boerderij. „In de, districten, niet door de Engel schen bezet, zullen alle inwoners, zonder onderscheid, behandeld worden als krijgsgevangenen." Goed zooLeve de Vredesconferentie! Neen, dan huichelde men tenminste in de 16e eeuw niet. Marten van Rossum kwam er rond voor uit„Moorden en branden en plunderen is 't genot van den oorlog doch onze Pharizeeër aan gene zijde der Noordzee bidt in 't voorportaal van den tempel, terwjjl hij tevens op middelen peinst, om de voorbijtrekkende schare van het hare te berooven. Op deze onzedelijke en onredelijke, het volkenrecht schendende proclamatie, is thans eene in Pretoria afgekondigd, die de kroon op het werk van willekeur en rechtsverkrachting zet. Daarin heeft lord Roberts eenvoudig verklaard, dat hij een strijdmacht van minder dan 20 Boeren niet meer als eene gewapende afdeeling te veld zal erkennen. Zij zullen als struikroovers beschouwd en behan deld worden, dat is, zij zullen met eene gevangenisstraf van ten hoogste 20 jaar worden gestraft. Mocht zulk een troep Engelsche soldaten hebben gedood, dan zullen de manschap pen bij gevangenneming met den dood worden gestraft. Tot eer van lord Roberts moet gezegd worden, dat hij deze pro clamaties alleen op hoog bevel heeft afge kondigd. Het ia de heer Milner, uit wiens pen ze vloeiden, die weder han delt naar aanwijzingen van den heer Chamberlain. Volgens een Londensche correspondent van de „Liberté" zou de opperbevelhebber eerst geweigerd hebben, de stukken re teekenen, doch door tusschenkomst van den heer Chamberlain had de minister van oorlog, lord Lansdown, het hem toen gelast. Hoe het ook zij, het is erger dan Turksch, erger dan Chineesch, het is Engelsch Zij treden op, om de wandaden der Boksers te wreken, om de gruwelen der Koerden in Armenië te straffen, en ver moorden met een schijn-vroom gezicht een geheel volk. Wat zal de Sultan in zijn vuistje lachen, als hij hoort en leest, welk een middeleeuwsch gericht daar ginds door den van humaniteit blakenden Brit wordt gehouden. Er zal bepaald een fijn lachje op de lippen van den geslepen vos in Stamboel spelen, als hij straks de Engelsche complimenten op zijn zilveren regeeringsfeest ontvangt. Op verzoek van den Sultan toch zullen de Europeesche vorsten den Beheersoher der Geloovigen door plechtige gezantschappen hunne

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1900 | | pagina 1