AllCIEEl IfiEIVS-, Aiwitmis- k LulMiL In de Lente. Donderdag 25 October 1900. 44ste Jaargang No. 3568. tlurean: 8CMAWKI» Laan* O 4. UitgeverP. TRAPMAN. Medewerker.1. WIARBL Aan onze Abonné's wordt hierbij gratis gezon den een portret van Z. H. Hertog Hendrik van Meck- lenburg-Schwerin, den ver loofde van H. M. de Koningin. Gemeente Schagen. Bekendmakingen. Keuveltjesavond. Herhalingsonderwijs. Binnenlandsch Nieuws. FEUILLETON. RANT. en [ht blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag - Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTÏEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Prijs per jaar f S.Franco per post f 8.60, Aizonderlijke nummers 5 Cents. A.DVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25; iedere regel meer 6 cL Groote letters worden naar plsatsruimte berekend. Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel. De Burgemeester der gemeente Schagen, over wegende, dat op S t. Maarte n, ook wel genaamd Kenveltjesavond, het sympathieke kinderfeest in de laatste jaren op ergerlijke wjjze door opge schoten jongens en meisjes wordt verstoord, door het aanleggen van vuurtjes van stroo, hontwol en andere brandbare stoffen op verschillende plaatsen in de gemeente, waardoor voor nabijgelegen perceelen brand gevaar ontstaat dat vaak ook groote menschen er behagen in schep pen, de bedrjjvers aan te zetten tot aie gevaarlijke baldadigheden en hun brandstoffen verschaffen, waar door de laak der politie niet weinig wordt bemoeilijkt brengt ter kennis van de ingezetenen, dat, wanneer bij gelegenheid van den aanstaanden keuveltjesavond wederom op dergelijke ergerljjke wjjze wordt opge treden, het keuvelen in het vervolg zal worden verboden. Schagen, 19 October 1900. De Burgemeester, S. BEKMAN. Vergadering van den O, A. A. I der der gemeente SCHAGEN, op Zaterdag 27 October 1900, des voormiddags ten 10 ure Punten van behandeling 1. Ingekomen stukken. 2. Vaststelling gemeentebegrooting. Burgemeester en Wethouders van Schagen brengen ter kennis van belanghebbenden, dat bjj een voldoend aantal leerlingen het herhalingsonderwjjs aan de openbare lagere school alsnog zal aanvangen 1 No vember a s. en dat zg, die daarvan gebruik wenschen te maken, daarvoor aangifte moeten doen bij het hoofd der school,den heer Ressing, op Zaterdag 27 dezer. Schagen, 23 October 1900. Burgemeester en Wethouders voornoemd, (get.) S, BERMAN. de Secretaris, (get.) DENIJS. Beroepen (toe z.) te Keni- genburg Ds. J. L. Klein te Oos- terwolde c. a. (Fr Door Ge d.-S t. van Noord- Hollaud zal o. m. aan de Staten worden voorgesteld,om een subsidie van f 300 voor 1900 te verleenen aan den omnibusdienst de „Drie Egmonden"; Ged. Staten wen schen niet in te gaan op den wensch van adressanten, die f500 vragen. Bovendien wordt nog voorgesteld toe te staan een verzoek van het comité tot oprichting van een tram EGMOND ALKMAAR-BERGEN.Hieraan is door de Staten steun verleend onder voorwaarde, dat de ondernemers vóór den 1 en October 1900 hiervoor een naamlooze vennoot schap zouden oprichten. Het comité verzoekt nu, dezen termijn te verlengen tot 31 Dec. 1900 waarmee Ged. Staten zich vereenigen. Men schrijft uit FRIESLAND: De goede tijden komen in onze pro vincie terug. Het gaat in het laatst snel, zelfs zeer snel. Dit blijkt ook uit de openbare verkoopingen van boeren-1 plaatsen. Nog slechts voor een paar i jaren was de gemiddelde opbrengst I flOOO per hectare.Het begint nu al gewoon te wordon, dat voor goed greidland (wei land) het dubbele wordt bedongen. Nu echter, Vrijdagavond, is een boerenplaats van ruim 33 hectaren, onder Huizum, bij Leeuwarden, bestaande uit huizinge, weiland en bouwgrond, met inbegrip van losland, verkocht voor omstreeks 1 75.000; daarbij komen de kosten van verkoop ad 8 pet., zoodat het totaal wordt weinig minder dan f 80.000, een prijs, weinig meer verschillende van de opbrengsten van 25 k 30 jaren geleden, toen menig maal gemiddeld f 3000 per hectare werd verkregen. Een gunstig verschijnsel is, dat, terwijl in do verloopen slechte jaren, toen het zoo dikwijls gedwongen verkoopen betrof, de „heeren" in den regel koopers waren, het thans veelal boeren zijn, die koopers worden. Met de huurprijzen gaat het eveneens voortdurend vooruit, doch niet in die mate als wel met de koopprijzen het geval is, en dit is gelukkig ook, daar de huurboer, bij achteruitgang van de prijzen van vee, boter en kaas enz., anders licht weder het kind van de rekening zou kunnen worden. Toch is ook hier een belangrijke rijzing waar te nemen. ROMAN van ARTHUR Z AP P. 4. ,,Ik had je bepaald niet herkend, Aubert,'- zeide Lonny oprecht tot haar neef. „Eh"; de rijksgraaf maakte een grimas en streek met bevende vingers over zijn hoofd, „men is er niet jonger op geworden in de laatste jaren, nichtje, om zoo te zeggen mannelijker, rijper. Wanneer men, zooals gij die nog in de lente van het leven staat om zoo te zeggen, die ,de arme sukkel raakte den draad van zijn zin weer kwijt. Hij greep met een instinctmatige beweging naar zijn hoofd, lachte verlegen, deed alle moeite zijn hoofd er bij te houden, maar vroeg ten slotte „Eh, u zeidet De jonge gravin, wier bloeiende, frissche verschijning een groot contrast maakte met den ouden jongen-man, keek met ontzetting van den een naar den ander. Haar gelaat was zeer bleek geworden; op haar gezicht spiegelde zich medelijden en afschuw af. „Willen we niet plaats nemen ?u vroeg de oude graaf, aan de pijnlijke scène een einde willende maken. De rijksgraaf deed alle moeite een fau teuil naar ziju nicht te schuiven. Het ge lukte hem evenwel niet, waarom Thilo hem snel ter hulp schoot. Men ging zitten. Lonny keek verwonderd toe hoe Aubert in den dichtstbijzjjnden stoel neerzakte. „Ben je reeds lang hier, Lonny 'f vroeg zijne doorluchtigheid. ,,Ik Het jonge meisje kon een scha terlach niet onderdrukken. „Maar ik ben eerst vanmorgen hier gekomen." Zijne doorluchtigheid keek het eerste oogenblik zeer beteuterd voor zich heen, dan bezon hij zich. „Ja, ja, natuurlijk. Verheug mjj zeer, u zoo wel, zoo bloeiend, zoo in de volle De Koningin heeft met Her tog Hendrik en de Konirigin-Moeder J.l. Zaterdag een bezoek aan DEN HAAG ge bracht, voor een daar te houden gala-diner, ter eere van hare verloving. De ontvangst ging met de gewone plech tigheden gepaard, maar wat zich bjj dat bezoek onderscheidde, was de ontvangst, die het jonge paar te beurt viel van het publiek, dat bjj drommen en drommen was opge komen. In de Telegraaf, onder „Haagsch allerlei", lezen we daarover Ik stond vóór het Paleis,op de betrekkelijk kleine vrijgelaten ruimte. En 't daverde uit de verte toen de Koningin naderde met haar aanstaanden Gemaal, den man harer keuze,'t daverde jubel.Het hoezee I trilde in de luchten, het plantte zich voort, 't werd overgenomen van de eene groep naar de andere in de saamgepakte menigte en 't deed duizelen, deed tranen wellen, toen, de Heulstraat uitkomende, in een spontane uiting van hulde, van liefde, van genegen heid des Volks voor zijne Koningin, het wuiven der zakdoeken van allen, die daar wachtten om Haar te begroeten, om Hem, den Hertog, 't eerst te zien naast de Koningin, gepaard ging met den hartekreet: Leve de Koningin i Leve Hendrik i Wat zal deze jonge man, die wel wat weten zal van onze Kroningsfeesten, hebben gevoeld, toen, daar bij het oprjjden voor het Paleis, een uitbarsting van geestdrift galmde uit duizenden kelen, de handen omhoog,met hoed^of pet of zakdoek wuivend, opgillend voor Oranje en voor Hem, die door Oranje waardig is gekeurd te behooren tot Haar dynastie. Dat was geestdrift- Geestdrift in haar meest overweldigende beteekenis, geestdrift, die als een bloemenregen neêrdaalt uit het Volk op het Koningshuis; geestdrift, die overrompelt, overdondert, over bluft,meêsleept, wegsleeptgeestdrift, alléén mogelijk daar, waar Volk en Vorstenhuis één zijn,onverdeeld. Ik zag het rijtuig met de gelukkige Ko ningin, Haar Moeder aan Haar zjjle, Haar verloofde tegenover Haar, in de simpliciteit van den oogenschijnitjk gewonen dag, en ik zag het jonge paar verschijnen op het balkon van het Paleisen ja en en daarna zag ik niets meer daarboven- Want nog uitbundiger dan straks was de orkaan van het gejubel, verblindend door de over- heerschende kracht van het gevoel der me nigte, suggereerend, dat niet daar op het baikon, maar hier op de straat, onder deze opgestapelde massa, de beteekenis was van deze onvergetelijke betoogingverblindend door de beneveling van het oog in den vreugderoes van het waargenomene, in de zinsverwarrende heerlijkheid van hetgeen er voorging op de straat En onder al de juich tonen en jubelgalmen knalde driemaal een fier „hoezee!" een drievoudig saluut, van de hoofd- en andere officieren, niet vóór het Paleis gecommandeerd, maar die zich hadden opgesteld uit eigen beweging, om te getuigen, om ook te getuigen al gebood't niet de dienst. Zachtkens liet de politie het verder door dringen der menigte tot op kortoren afstand van het Paleis toe. De Volksliederen klonken frischheid uwer jeugd en eh Hij greep weder naar zijn hoofd en sloeg, niet in staat om zijn zin te vervolgen, maar weer op een ander thema over. ,,'t Was daar zeker heel vervelend, daar in dat dat „In Lichtenfels", antwoordde de gravin vroolijk, „was het in het geheel niet ver velend, integendeel. Zeker, vroeger in het pensionaat, daar was het vervelend, maar daar is men ook alleen om groot te worden. Zijne doorluchtigheid lachte vergenoegd. De woorden zijner nicht verlevendigden zijne matte fantasie. „Om groot te worden, zegt ge Oho In den kring van jeugdige schoouheid en en eenvoudig Hij kon het restje weer niet vinden en lachie flauwtjes voor zich heen. De luitenant, die zenuwachtig werd onder dit gesprek, hoestte een paar maal en rukte onrustig op zijn stoel heen en weêr. De oude graaf viel vlug in: „Apropos, Aubert, eer ik het vergeet, je schenkt ons vandaag toch de eer van bij ons te blijven dineeren „Vandaag Zijne doorluchtigheid dacht na. „Laat zien Tot het diner zegt ge „Vijf uur. Zonder complimenten, zoo ge heel onder ons. Overigens," de graaf stond op. „dezen dag konden we nu wel reeds met een glas wijn beklinken." Quinke droeg ouden Rudesheimer binnen, die te voren reeds was klaargezet om koud te worden en dien, de graaf wist het, zijn neef van alle wijnen het liefst had. De rijksgraaf bracht een dronk uit op Lonny en haalde zijn glas leeg met een graagte van iemand, die gaarne die gelegenheid te baat neemt om zijn zwakke hersenen wat op te wekken. Met moeite werd het gesprek gaande gehouden, totdat eindelijk tot aller verlos sing Quinke binnentrad met de boodschap de bediende van zijne doorluchtigheid zegt, dat zijne doorluchtigheid hem heeft bevolen, hem te herinneren, dat zijne doorluchtig heid den prins Wettstein-B&renburg nog een bezoek moet brengen. uit de volksmassa, die staan bleef, stand hield tot lang nadat het Jonge Paar naar binnen was gegaan en de balkondeuren waren gesloten. Bü hun vertrek uit de residentie werd den vorstelljken verloofden met hetzelfde gejuich uitgeleide gedaan. Van wege het departement W ieringerwaard der M. t. N. v. 't A. zullen dezen winter 4 vergade ringen worden gehouden. In de Novem- ber-bij eenkomst zal als spreker optreden de heer P. Stadt, in December de heer Ds. Bax van Zaandam, in Januari een spreker op voordracht van het hoofdbe stuur en in Maart zal waarschijnlijk een voordracht met lichtbeelden worden ge houden. Testael, 22 0ct. De Tessel- sche Schippers- en Visschersbond heeft besloten zich per adres te wenden tot den minister van waterstaat, om verbetering van bestaande haven. Deze toeh is te ondiep, biedt te weinig ligruimte, en veroorzaakt bij lagen waterstand, voor stoombooten vooral, veel ongerief. Als men bedenkt, dat er jaarlijks 37 Èi 40.000 stuks vee worden uitgevoerd, meestal met veebooten van elders, dan blijkt de nood zakelijkheid van eene flinke haven dui delijk. Gebrek aan waggons doet tegenwoordig weer dikwijls de I^an- sgedijUer bouwers een vergeefschen tocht met hunne groenten naar 't sta tion maken. Herhaaldelijk komt het weer voor, dat de bouwers van 's och tends vroeg tot 's avonds laat aan 't station moeten wachten, omdat de noodi- ge waggons ontbreken. Wat een verlies aan arbeidsloonAl leen Zaterdag 1. 1. werden aan 't station Heer Hugowaard niet minder dan 62 waggons voor 't buitenland geladen. D e aanranding om f 130 000. De instructie in de zaak van de brutale aanranding van den beambte der Associatie-Cassa te AMSTERDAM is nog niet geëindigd. Gelijk men zich herinnert, waren twee verdachten in hechtenis, de 23-jarige J. W. 8., boekhouder bij de firma Broekman, en diens vriend, de 26-jarige A. J. K, Op last van de Rechtbank is de eerste in vrijheid gesteld, op grond dat geen voldoende aanwijzing van schuld tegen hem gebleken was. Terwijl de rijksgraaf afscheid nam, her innerde de oude graaf nog eenmaal aan het diner. Natuurlijk had de rijksgraaf de uitnoodiging reeds vergeten. „Diner, zegt ge „Om vijf uur, Aubert, jawel „Mooi, jawel, heel goed." Thilo bracht zijn neef naar het rjjtuig. Lonny keek met ontzetting den ver trekkende na. Hoofdschuddend keek ze vervolgens haar vader aan, die haar op zijn beurt heimelijk had gadeslagen. Ter wijl ze de handen ineen sloeg, gaf ze haar gemoedsstemming lucht in den uit roep „Ik weet niet, papa, zal ik lachen, of zal ik weenen I" De vader toonde zijn dochter een ver wonderd en een afkeurend gelaat. „Het schijnt mij," zeide hij verwijtend, „dat er noch voor het een, noch voor het ander eenige reden is." Lonny keek in gedachten strak voor zich uit. De woorden, die haar vader sprak, drongen blijkbaar niet tot haar door. Haar neef Aubert had haar geheele belang stelling in beslag genomen. Zijn snorkend geluid naapend en op zijn gekke manier naar het voorhoofd tastend, bauwde ze hem na „Eh diner zegt ge Eh, ja wel, ja ja." En haar gevoelens braken zich baan en ze riep uit: „Weet ge, papa, het werd me heel onaangenaam te moede in zijn bjj zijn. Als ik met hem alleen was geweest, ik geloof dat ik waarachtig bang voor hem was geworden." De graaf fronste geërgerd de wenk brauwen. „Wees niet kinderachtig, Lonny," mop perde hij. „Voor bang-zijn was, dunkt me, niet de minste reden." Maar Lonny knikte ijverig en ging voort „Zeg, papa, maakte het nu ook op u niet den indruk, alsof hij niet geheel in het bezit van zijn vjjf gezonde zinnen was „Lonny!" De graaf, die driftig op en neer liep, bleef plotseling staan. „Je moest met wat meer achting van Aubert spreken." De gravin zag haar papa heelemaal be teuterd aan. Van die beschikking is de officier van justitie onmiddellijk bij den procureur- generaal van het Gerechtshof in verzet gekomen, met het gevolg, dat het Hof opnieuw de gevangenneming van S. heeft gelast en deze ten huize zijner ouders voor de tweede maal werd gearresteerd en naar het Huis van Bewaring over gebracht. Een trouwlustig klaver- blad van vieren In een der DRENT8CHE dorpen moet, naar men ons mededeelt, bij een weduw vrouw en hare drie dochters het voorne men bestaan, om binnenkort op één en denzelfden dag in het huwelijksbootje te etappen. (Ass. Ct.) Bepalingen tot bestrijding van de tuberoulose onder het rundvee. Ingediend is een wetsontwerp tot be strijding van de tuberculose onder het rundvee. Onder de ziekten die als besmettelijke veeziekte zijn aangegeven, zijn, blijkens de Mem. van Toel., niet opgenomen andere ziekten, die een even besmettelijk karakter dragen en waartegenover de Regeering thans ongewapend staat. Onder deze ziekten neemt, zoowel uit een hygiënisch en veeartsenijkundig, ais uit een land bouwkundig oogpunt, de tuberculose bij het rundvee een eerste plaats in. Hare bestrijding mag inderdaad als een groot volksbelang worden aangemerkt. In alle opzichten blijkt het wenschelijk, zoo spoedig mogelijk onder de besmette lijke veeziekten, die volgens wettelijke voorschriften te bestrijden zijn, ook tuberculose op te nemen. Het is intusschen veel gemakkelijker dezen wensch uit te spreken dan doel treffende en uitvoerbare middelen te beramen ter bestrijding van bet kwaad. In hoeverre moet de Staat hier nu handelend optreden De grondslagen, waarop het thans ingediende wetsontwerp berust, zijn in algemeene trekken de volgende De inspuiting met tuberculine is een zeer gewaardeerd en aangewezen middel om het aanwezig zijn van tuberculose bij het rundvee te onderkennen, maar juist daarom moet de Staat, lettende èn op de belangen van onzen eigen vee stapel, èn op de belangen van onzen uitvoerhandel in vee, er tegen waken, dat de tuberculine kome in ieders handen. Daarom zijn bepalingé^' opgenomen, dat „Achting Maar papa, dat kan u immers geen ernst zijn. Een bespottelijk ventje is Aubert steeds voor mij geweest, ook vroeger al, maar nü is hij een ontzettend De graaf strekte, zijn dochter gebiedend het zwijgen opleggend, den arm uit. „Mij schijnt," zeide hjj streng, „dat uwe opvoeding, ondanks de drie jaren pensionaat, nog steeds niet voltooid is. Eene jonge dame van uw stand gebruikt niet zulke sterke uitdrukkingen hoort ge! Ik moet je heel ernstig verzoeken, in de toekomst wat meer op je woorden te letten." Lonny waagde het niet, een woord meer te zeggen. Haar hoofd in de hand steunend, zag ze getroffen voor zich neer. Het hart was haar zwaar geworden. HOOFDSTUK IV. Gravin Lonny had zich op het slot Lichtenfels, haar woonplaats van de laatste jaren, het vroeg opstaan aangewend. Het was nauwelijks zeven uur, toen ze op den eersten morgen na haar aankomst te Berlijn opstond. Haar ontbijt ge bruikte ze alleen. De graaf, haar vader, was een langslaper, en ook Thilo hield er van, als de dienst het veroorloofde, een gat in den dag te slapen. Juffrouw von Kettenburg, de verzorgster en gezelschaps dame van Lonny, zou nu de leiding van de huishouding op zich nemen en was dus 's morgens heel vroeg reeds bezig, keuken en kelder te inspecteeren, en alles over te nemen van de vrouw, die tot dus verre de huishouding had bestierd. Het was een mooie lentemorgen. Zoel woei de lucht door de geopende vensters. Lonny had het liefst eene lange wandeling door den nabijzijnden Thiergarten gemaakt, maar alleen waagde zij zich niet op dat voor haar onbekende terrein en ze durfde evenmin juffrouw von Kettenburg vra gen, haar te vergezellen. Zoo stelde ze er zich meê tevreden, op het balcon te gaan, daar kon ze tenminste wat frissche lucht inademen. Maar een innerljjke onrust dreef haar spoedig weer in de kamer terug. De rozen, die haar neef Aubert haar gistermiddag had gebracht, waren nog frisch en vulden de kamer met haar zoeten geur. Zjj plukte een der mooiste af en stak die in haar lichtblond haar. Nadenkend stond ze midden in de kamer. Een weeke, droome- rige uitdrukking trad op haar zacht gelaat haar wijdgeopende blauwe oogen keken ernstig en strak de ruimte in. Want het waren niet de mooie bloemen, die haar gedachten bezig hielden, haar fantasie schilderde haar een mannengelaat, bleek en afgemat, dat duidelijk den stempel droeg van geestelijken arbeid en inspan ning. Sedert lange jaren, sedert haar vroegste jeugd, kende zjj die ernstige, donkere oogen, die zoo vol geestdrift konden kijken, en het sprekende gelaat, dat zij zoo dikwijls door hoogvliegende gedachten, door vurige, hartstochtelijke gevoelens had zien stralen. De levendigste indrukken uit hareu kinder tijd,de schoonste herinneringen aan hare meis jesjaren waren nauw verbonden met Bern- hard Frank, haar vroegeren onafscheidelijken speelkameraad, en haar hart sloeg onwille keurig hooger terwijl ze aan het verleden terugdacht en de ideale droomen van vroe ger in haar geest wakker werden. Groote spijt gevoelde zij nu over het gebeurde van gister. Hoe koud, hoe vormelijk had den ze elkaar begroet. Zij had het o zoo goed bemerkt, hoe bitter teleurgesteld hij was geweest en hoe verraderlijk het om zijn mondhoeken had getrild. Een plotselinge ingeving volgend, ging ze naar de deur die naar de werkkamer van haar vader voerde. Zou hjj daar reeds zijn Ze klopte. Geen antwoord. Zjj opende de deur. Niemand te zien. Zacht trad ze binnen. Daar, aan die schrijftafel had hij gezeten. Wat zou hij daar gedaan heb ben Met een paar snelle schreden was ze daar. Nieuwsgierig keek ze in de pa pieren, die het plat van de schrijftafel bedekten. WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1900 | | pagina 1