Donderdag 24 Januari 1901. 45ste Jaargang No. 3595. Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENÏIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cent. ADVERTENÏIEN van 1 tot 5 regels:f 0.25 iedere regel meer 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Het Nieuwe Modeblad. Gemeente Sc ha gen. Bekendmakingen. IplaatsëujFmeüws. FEUILLETON. Anoniem. SCHAKER Alimti liens-, COURANT. Aflmteitie- Laidtiiovtilai Bureau: SCHA OKU, Laan, D 4. UitgeverP. TRAPMAN. MedewerkerJ. W I N K E L, Bij bet einde van het le kwartaal willen wij coustateeren, dat onze premie zich in veler belangstelling mag ver heugen. Hieruit putten wij de overtui ging, dat het Nieuwe Modeblad werke lijk nakomt de bij den aanvang gedane belofte van een nuttigen raadgever te zullen zijn voor vele huisgezinnen en voor de Dames. Yoor het nieuwe kwartaal kunnen weder abonnementen worden aangenomen. Een gratis nommer ter kennismaking zenden wij gaarne franco op aanvrage. De zeer goedkoope abonnementsprijs bedraagt Per 6 nommers (3 maanden) f 0.55, franco per post i 0.75. Alle brievengaarders nemen mede abon nementen aan. DE REDACTIE. Marlrtpolitie. Burgemenstcr Wethouders van Schagen herinne ren bij deze belanghebbenden, ter voorkoming van bekeuring, aan de volgende bepalingen in de algemeene politie-verordening der gemeente. Artikel 20 „Onverminderd de verplichting tot het opvolgen van alle bevelen, door Burgemeester en Wethouders tot handhaving der marktpolitie gegeven, behooren de manden en tobben, waarin boter ter markt wordi gebracht, of de deksels waarmede die manden of tobben zijn gedekt, voorzien te zijn van den naam van den aanvoerder". Overtreding van het vorenstaande is strafbaar met eene boete van ten hoogste vijf-en-twintig gulden of hechtenis van ten hoogste zes dagen Schagen, den 22 Januari 1901. Burgemeester en Wethouders voornoemd, P. BUIS Jz., 1. B. De Secretaris, DENIJS. Schagen, 23 Januari 1901. Zondag vergaderde de Afdeeling Schagen van de lolland.- sche Maatschappij van Landbouw. Deze vergadering was ook toeganke lijk voor belangstellenden (niet-leden der afd.) in zake de oprichting eener vee- fokkerij-vereen iging. Een twintigtal heeren waren aanwezig. De voorzitter, de heer C, Bijpost, opende de vergadering, sprak eenige passende woorden over het punt in kwestie, en gaf daarna het woord aan den heer C. Nobel, om de bespreking over de oprichting eener veefokkerij-vereeniging voor Schagen en Omstreken in te leiden. De heer Nobel begon met te zeggen, dat hij de aanwezigen niet te lang zou bezig houden, maar alleen zou trachten het belang van de zaak aan te toouen. ROMAN van MARIE STAHL. 19. Lydia stiet de hand, die haar man op haar arm had gelegd, terug. Zij gruwde van hem. De maan was nu groot en vol van ach ter de wolken te voorschijn gekomen. Haar schijnsel viel door het venster waaraan Lydia zat, juist op haar gelaat. Het was doodsbleek van schrik en toorn. „Dót is het dus wat ge van mij wilt Dat is het, waarom ge mij niet wilt laten heengaanZoover is het gekomen, dat zelfs een erfenis die nu nog niet eens zeker is, reeds geofferd moet wordenDe laatste hoop op de toekomst, dat er toch nog een weinig over zal zijn voor onzen ouder dom, ook die zoudt ge mij willen ontnemen Wanneer è,lles weg is, de laatste penr&pg van mijn vermogen, en mijn erfenis is weg geworpen, wanneer er geen mogelijkheid meer zal zijn dat ge iets van mij kunt halen, als ik dus geen nut meer voor u heb, dón zult ge mij misschien niet meer terughouden wie weet, of ge my dan niet buiten de deur zet." „Heer in den hemel 1" riep de vrijheer uit, met de handen in het haar de kamer op en neer loopend, „altijd dat zelfde gejammer. Moet een mensch zóó niet gek worden Voor geen rooien cent hebben die vrouwen verstand in haar hoofd. De veehouderij wordt gedreven om de voordeelen, en hoe hooger dus die voor- deelen worden opgevoerd, des te beter beantwoordt het bedrijf aan zijn doel. Iedere boer heeft onder zijn vee be minde dieren, die bij niet gaarne zou willen missen, omdat ze hem veel voor deel aanbrengen, maar hij heeft ook dieren, die bij hem lang niet zoo hoog, of zelfs laag, staan aangeschreven. Wan neer zijn veestapel dus alleen uit be minde dieren bestond, zou dat veel voordeel geven. Het doel van iederen boer moet dus zijn beminde dieren te fokken, en dat is zeker dan ook wel de reden dat men zich hier en daar vereenigt om tot dat doel te komen. De mogelijkheid om door een wei- overlegde wijze van fokken zich meer in alle opzichten deugdelijk vee te ver schaffen, bestaat. Alle eigenschappen die een dier bezit (behalve door toevallige omstandigheden vorkregen) zijn over erfelijk, vooral die, welke in innig verband staan met de inrichting en de werking van het zenuwstelsel, hebben veel kans van op de nakomelingen over te gaan, en in 't bijzonder dan nog die, welke reeds van de ouders en voorouders zijn overgeërfd. De bruikbaarheid van het dier hangt dus af van de eigenschappen die het dier bezit, 't Is daarom voor de fokkerij zaak te kiezen dieren, die zelf zeer bruikbaar zijn en afstammen van bruikbare ouders en voorouders. De groote bruikbaarheid van het dier ligt niet alleen in eene groote melkop- brengst, of in een mooien bouw van het lichaam. Tegenwoordig keurt men te veel bij bestaande vereenigingen alleen naar den bouw en onderzoekt van die beste dieren het melkgehalte en de melkopbrengst. Dat noemt spr. niet goed, omdat volstrekt niet is bewezen, dat de sterkst ontwik kelde dieren het meeste voordeel afwer pen, terwijl ook niet altijd eene.hooge melkopbrengst een afdoend kenmerk is voor de bruikbaarheid, 't Is heel goed mogelijk, dat een minder goed gebouwd dier het in bruikbaarheid wint van een beter gebouwd dier. Bij een gebruik van meerdere jaren, zal een klein dier minder voedsel verteren dan een zwaardere koe, die zooveel grooter lichaam heeft te onder houden, en is dus, als ze beiden even veel melk geven, het voordeel aan de zijde van het kleinere beest. Verkoopt men ze beiden op volwassen leeftijd, dan werpt het sterker ontwikkelde dier meer voordeel af. Een dier, dat weinig melk geeft, heeft aanleg tot vleesch- en vet- groei, en wanneer zoo'n koe verkocht wordt als zij jong is, zal ze evenveel Alsof alles niet evengoed voor jouw redding geschiedt, als voor de mijne. Wilt ge dan met den bedelzak op den rug dit huis uit trekken Een pennestreek van jou en voorloopig zijn we uit allen lastde jood Mühsam heeft mij beloofd, onder dat beding geld te geven. Lydia, probeer toch eens kalm na te denken. Alles staat op het spel. Ge weet, lang kan tante Wanzlow het niet meer maken. Zij ziet er zeer ver vallen uit sinds eenigen tijd, een waar geraamte. Is het dan zoo'n misdaad, dat we over een deel van haar geld beschikken, als we het zoo hoog noodig hebben? Wan neer gij uzelve daarmede van gebrek en ongeluk redt, is het dan weggeworpen, of verbrast Beter kunt ge het toch al moeilijk besteden. Denk toch eens na." „Nooit, tot geen enkelen prijs 1" zeide Lydia beslist, terwijl ze opstond om heen te gaan. ,,'t Ergste mag met ons gebeu ren, en al falen alle middelen, dit doe ik nooit 1" Mijnheer von Kraschwitz gaf het nog niet op. Hij hield zyn vrouw tegen en pleitte met al zijn kracht. Hij bad haar, bezwoer haar, hij smeekte, hij gebood, hij wendde al zijn invloed aan om haar van besluit te doen veranderen. Hij zocht haar door betuigingen van liefde en genegenheid te winnen, die zijn vrouw vroeger nooit had kunnen weerstaan. Tenslotte werd hij brutaal. Het hielp hem allemaal niemendal. Op dien avond moest hy zichzelf bekennen, dat hij zijn vroegere maoht geheel had verloren en dat de vrouw, die hem eens met lijf en ziel had toebehoord, hem nu verfoeide. Nadat zjj hem had verlaten, dacht hy er aan, dat het nu tyd was zich een koge voordeel geven als een meer melkrijk dier. Er zijn nog andere deugden en ge breken, die invloed op de bruikbaarheid uitoefenen. De aanleg tot het verwerpen van het kalf, het zwaar kalven van een koe, het spoedig onbruikbaar worden van een koe omdat ze de banden kwijt raakt, of de tanden, of er spoedig afgeleefd gaat uitzien, te geringe vruchtbaarheid ook het wèl veel melk geven van koeien, maar die in de weide niet bij vleesch kun nen blijven of ze moeten bijvoer hebben, dat zijn, zegt spr., allemaal dingen,waarop bij de fokkerij wel degelijk moet worden geleten naar spr.'s oordeel hebben deze gebreken moer invloed op de bruikbaar heid van een dier, dan de lichaamsbouw of de melkopbrengst. 't Behoefde, volgens spr., geen betoog meer, dat men bij de beoordeeling van de melkopbrengst niet alleen lette op de hoeveelheid melk, maar ook op de hoeveelheid vet- en kaasstof, dus op het gehalte. Hoewel het uit het aangegevene dui delijk blijkt, dat het niet zoo heel ge makkelijk is, zijn dieren naar hun juiste waarde te schatten, zal elke boer, na een nauwkeurig onderzoek van zijn vee stapel, zijn dieren wel kunnen verdoe len in 3 groepen, nl. beste, gemiddelde en slechte, 't Zal dus steeds het- streven moeten zijn, de slechtste te verwijderen en door betere te vervangen, wanneer dit uitvoerbaar is en niet te veel geld kost. Dat doel is alleen te bereiken door telselmatig fokken. Spr. bepleit nu de noodzakelijkheid, dat men van de beide fokdieren, die men paart met elkaar, de afstamming kent. Niet fokken met een stier of met een koe, waarvan men niets weet, waarvan de afstamming niet bekend is, men zal in vele gevallen dan zoo wei nig resultaten hebben, men is afhankelijk van het toeval. Fokt men met stieren en koeien, waarvan men de afstamming kent, waarvan dus de goede eigenschap pen tot in meerdere geslachten terug bekend zijn, dan kan men er bijna zeker van zijn, dat de afstammelingen ook uitstekende dieren zullen zijn, zoowel voor 't gebruik als voor de voortteling. Dit fokstelsel is voor eiken boer op zijn eentje te moeilijk om toe te passen. Hij zou van een van zijn beste koeien een stier moeten aanhouden en hiermede fokken, maar dan na een paar jaar te veel verwantschap tussehen zijn dieren brengen. Aankoop van een anderen stier past niet in dit stelsel, want voor een nieuwen stier heeft men weinig of geen waarborg, dat hij van een goede af stamming is. De eenige manier om het doel te bereiken, is, dat verschillende boeren, die niet te ver van elkaar wonen, zich vereenigen om met dieren te fokken, door het hoofd te jagen, om haar zoodoende te straffen. Hij ging naar het wapenrek, haalde er een kostbaar pistool uit en maakte het wapen ge reed.Hij legde het op het kastje voor zijn bed. Hij zou zich in bed doodschieten. Maar hij was zoo afgemat van de ont moetingen die hij dien dag had beleefd, dat hij eerst een poosje wilde rusten. Maar toen sliep hy in. HOOFDSTUK XX. Den volgenden morgen had manheer von Kraschwitz zich nog niet doodgeschoten, maar reed hij naar Staffenhagen hij gevoelde groote behoefte, mevrouw Kober een vriend schappelijk bezoek te brengen. Mevrouw Valerie zat met haar dochter aan de lunch op de verandazij kon hier den geheelen tuin overzien. Zij droeg weder een harer losse elegante huisjaponnen. Men had haar voor de oudere zuster harer dochter kunnen houden, zoo frisch en jeugdig zag ze er uit. Ellen had na het geëindigde maal haar bord teruggeschovenmet de armen achter het hoofd, lag ze in een tuinstoel, met de sprekende groote oogen droomend in de verte starend. Haar gezichtje gloeide en het was haar aan te zien dat haar gedachten zich met iets bezighielden, waarvoor ze niet de rechte woorden scheen te kunnen vinden om het te uiten. „Wel, Ellen, waar denk je over vroeg mevrouw Valerie, terwijl ze haar aardbeziën met suiker bestrooide. „Ja, mama ik ik zou zoo gaarne heel practisch worden." „Daar heb ik niets op tegen, waarvan zij weten, dat de eigenschappen beter zijn dan die van andere, of wier afstamming uitstekend is. Spr. wijst er nu op, dat bij een ver- eeniging een stier meer koeien dekt dan op een boerderij, maar waarschuwt voor overdrijving. Niet meer dan 80 100 koeien. Spr. noemt ook het gebruik van pinkstieren niet goed. De vraag is hier, of de kosten en moeiten door grootere voordeelen worden vergoed. Hoe groot het voordeel over een heel jaar over een boerderij is, is niet te zeggen, maar niet te hoog geschat is, meent spr., f10 per koe en per jaar. Alleen in do melkopbrengst en het vetgehalte der melk is nog belangrijke vooruitgang mogelijk. Kunnen de voordeelen niet met zeker heid aangegeven worden, de onkosten ook niet. Spr. wil een fokvereeniging ongeveer als volgt ingericht zien Een commissie van 3 leden inspecteert den veestapel van ieder aangesloten lid. Alle dieren, niet door den eigenaar onwaardig gekeurd, worden aan dit voorloopig onderzoek onderworpen. Ze worden voorzien van een oormerk. Een aangestelde boekhouder houdt aanteekening in een register van de verschillende dieren en teekent allerlei bijzonderheden aan. Alle 14 dagen word door den boer des avonds en des morgens de melk gemeten van elk ingeschreven dier en daarvan een monster in een fleschje gedaan. Dit monster gaa.t naar der boekhouder, die de zendingen vaD 3 maal 14 dagen bij elkaar voegt en dan het vetgehalte bepaalt. De commissie gaat twee maal in het jaar rond om het vee te inspecteeren. De boekhouder controleert op de boerderij de melkmeting en mon sterneming. De vereeniging koopt zooveel stieren als noodig is voor het aantal koeien der leden. Zijn van de verschillende dieren de melkgeving en verdere eigenschappen wat bekend, dan zoekt men de zooge naamde preferente koeien er uit. Alle stieren van die preferente koeien worden een paar dagen bewaard en door het bestuur beoordeeld. De geschiktste worden aangehouden (niet al te veel te keuren op lichaamsbouw, doch op af stamming) tot den volgenden herfst. Dan opnieuw beoordeelingen de beste aangehouden. Het volgend voorjaar de beste weer aangehouden en deze dan aan gewezen voor het dekken der koeien der vereeniging. De preferente koeien worden door den besten stier gedekt. Voor de niet goedgekeurde, aange houden stieren wordt een schadever goeding verleend. Voor de preferente stieren wordt een som voor dekgeld maar verklaar nader hoe je dat bedoelt." „Heel verstandig worden wil ik weet u, niet alleen een salondame. Ik heb zoo'n grooten lust om alles te leeren wat een boerin moet kennen". „Wat zeg je Hoe kom je dóór aan Maar dat is toch niemendal voor jou „Och mama, ik heb er zooveel lust in. Ik geloof dat het heel mooi is als men dat grondig kent." Mevrouw Valerie zag haar dochter met groote oogen aan. „Maar kind vroeg ze ongeloovig, „heb je er wel eenig idee van, wat daartoe be hoort „Zeker mamade lieve kippen voeren, de aardige varkentjes eten geven ook de koeien behandelen en de heele melkerij moet een goede boerin kennen. Dan het inmaken, het worstmaken, het wasschen, de tuinderij. O, er is zoo véél dat men dan moet leeren." „En daar heb je werkelyk plezier in?" „Jahet moet zoo mooi zyn dat alles te kennen." Ellen werd rood bij deze woorden en speelde verlegen met haar mes. Mevrouw Valerie keek haar scherp aan. „Wil jy je soms als boerenmeid verhuren, wanneer je handen rood en grof genoeg geworden zijn van het werk voor die snoeperige varkentjes en die lieve kippetjes? Wanneer je een kleur als een koeienmeid hebt en de stalgeur niet meer uit je kleeren wil gaan Ellen, ik begrijp je heelemaal niet. Zulk een smaak is mij by een meisje van jouw opvoeding nog niet ter oore gekomen." „Maar, mama, Margot en Tilly von Kraschwitz zien er ook niet uit als een paar boerenmeiden en die ruiken toch ook niet gegeven onafhankelijk van het aantal koeien. De eigenaars moeten de stieren zoo lang aanhouden als de vereeniging wenscht. De koeien, afstammelingen van prefe rente ouders, worden ook preferent ver klaard, als ze geen bepaalde gebreken hebben. Zoodoende krijgt men een register van preferente koeien en deze vormen den grondslag van de geheele fokkqjij, want alleen van deze dieren worden stieren aangehouden. De koeien zullen eenige jaren onder contróle moeten blijven om te zien of ze preferent zijn ook is het mogelijk, dat ze, eenmaal preferent verklaard, door 't krijgen van eeD of ander gebrek van die lijst worden afgevoerd. Die contróle zal vooral moeten betreffen de gebreken, in den beginne reeds genoemd. De kosten worden door Spr. als volgt berekend (vóórop gesteld, dat alle koeien van de leden door de stieren der vereeniging en zoo lang mogelijk worden gedekt en voor 100 koeien 1 stier)voor koeien waarvan de eigen schappen niet worden gecontróleerd, alleen het dekgeld, dat kan worden geschat op f 120.per 100 koeien, is f 1.20 per koe, benevens de onderhouds- vergoeding voor niet in gebruik genomen stieren, geschat op f 0.30 E f 0.50 per koe; voor de koeien waarvan de eigen schappen wel worden gecontróleerd, zijn de kosten dekgeld f 1.20; benevens: melk- onderzoek f 0.60, boekhouder en contróle en keuringen f 0.75,onderhoudsvergoeding voor niet gebruikte stieren f 0.30 E f 0.50, onkosten f 0.15, wordt dus f 1.80 k f 2.per koe. De provinciale commissie voor de veefokkerij in deze provincie geeft terug de helft tot een maxi mum van f 250.voor de kosten buiten het dekken der koeien, dus van het be drag van f 1.80 f 2.komt slechts de helft voor rekening van de leden, dus worden de kosten per gecontroleerde koe f2.10 óf 2.30, terwijl voor de niet gecontroleerde de kosten f 1.45 f 1.35 zouden worden. Hiermede meende de heer Nobel te hebben gezegd, wat hij voor een goede veefokkerijvereen. noodig oordeelde, Vervolgens ontspon zich een zeer uitgebreide discussie over dit punt. Van verschillende zijden werden de noodige opmerkingen gemaakt en bezwaren geopperd, verschillende détails aange geven voor een op te richten vereeniging. De slotsom was, dat, met bijna alge meene stemmen, voorloopig werd beslo ten tot de oprichting van een veefokkerij- vereeniging. Het bestuur der afdeeling zal een commissie benoemen, die met een afgerond plan voor den dag zal naar den stal. En toch kennen ze alles op de boerderij heel goed en ze hebben het spelend geleerd. Margot zet elke broedhen zelf en kan ook koeien melken. Zij kan broodbakken en helpt bij de groote slacht dapper mede. Ik vind dat heel aardig. Naast haar kom ik mijzelf zoo dom en lomp voor. Toe, mama, laat mij dat alles ook leeren." „Zoo zoo, waait de wind uit dien hoek 1 Weet je, Ellen, ik ben niet tegen een prac- tische opvoeding en wanneer de tijd komt, moet je koken en alle andere huishoudelijke bezigheden leeren. Maar tot een boerin heb ik mijn dochter niet op te leiden. Voor jonge meisjes, die op het land groot worden, is dat beter geschikt. Dat zit dien kinderen in het bloed en zij leeren het, zooals je zegt, spelend. Maar voor jou zou zulk een leertijd, daar ge steeds het kleinste werk zoudt moeten doen, ontzettend zijn. Om 's hemels wil, kind, de rillingen loopen er my van langs den rug. Hoe komt ge aan zulke ontzettende idééën „Maar mama ik ik haat dat opper vlakkige salonleven." Nu werd mevrouw Valerie ernstig boos. „Oordeel niet over dingen, waar je geen verstand van hebt. Je bent nog nauwelijks uit de kinderschoenen vandaan en nu wil je reeds oordeelen Leer vóór alle dingen, hoe men zich in een salon behoort te ge dragen jou ontbreekt nog maar al te veel. De salon is de plaats waar de waarde van den mensch wordt gemetenwaar de hoogste prijs des levens wordt verdeeld. Voor eene dame van goeden stand en ge boorte is geen ander terrein voor haar eergierigheid. Om 's hemels wil, kind, speel niet de excentrieke."WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1901 | | pagina 1