Canffiatenlijst en Proces-Vertaal, Zondag 10 Maart 1901. 45ste Jaargang No. 3608. Gemeente S e h a g e n. Bekendmakingen. Transvaal. Buitenlandsch Nieuws. Het vorstel ij k paar ROT. AiTcrtBilic- Lao ad. Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Biiicau; SCH.AGKlï, liaan, E) 4. Uitgever j P. TRAPMAN, liedewerkerJ. W K E L. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cent. ADVERTENTIEN vanjjl tot 5 regels f 0.25 iedere regel raeer 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. DU mimrner bestaai uit twee bladen ÏX~ ËERSTË^LA D. G i-oriclbelastiugT. De Burgemeester van Sehagen brengt naar aanleiding van art. 15 2e lid der wet van 26 Mei 1870 (Stbl. No. 82) ter kennis van belanghebbenden, dat heden ter Secretarie dezer gemeente gedurende 30 dageD ter inzage is nedergelegd eene opgave van uitkomsten van meting en schatting, bedoeld in de artt. 15, 23 en 43 der gemelde wet. Sehagen, 8 Maart 1901. "De Burgemeester voornoemd, H. J, POT. bedoeld bij artikel 8, 6e lid, der Provinciale Wet. Op heden den 6en Maart 1901 zijn, tusschen des voormiddag» negen en des namiddags vier uur, bij mij, Burgemeester der Gemeente Sehagen, (kies district Sehagen,) ingeleverd de volgende opgaven van Candidaten voor het lidmaatschap van de Provinciale Staten gan Noord- Holland. NAMEN. Voor letters. Woonplaats. Breebaart Jansz. K. Winkel. Breebaart Jz. K. id Breebaart Jz. K. id. Breebaart Jz. K. id Breebaart Jz. K. id. Kolff. L. C Wieringen. Aanteekeningen onder de onderteekenaars van de eerstbedoelde opgave komt ten onrechte voor C. J. Vermoet, als komende die naam niet voor op de be trekkelijke kiezerslijsten. Ten vier ure is deze lijst door mij gesloten. En is hiervan onmiddellijk proces-verhaal opgemaakt. Gedaan te Sehagen ,-den Ben Maart 1901. Voor afschrift. (was getH. J. POT, De Burgemeester, Burgemeester. H. J POT. Ter-visie-liggingr opgaven van Candidaten. De Burgemeester der gemeente Sehagen maakt bekend: dat de bij hem ingeleverde opgaven van candidaten voor de op heden gehouden verkiezing, ter vervulling van eene plaats iu de Provinciale Staten van Noordholland, evenals het door hem opgemaakt proces- verhaal van sluiting der candidatenlijst, ter Gemeente- Secretarie voor een ieder ter inzage liggen; dat afschriften dier stukken aangeplakt en tegen betaling der kosten verkrijgbaar zijn. Sehagen, den 7en Maart 1901. I De Burgemeester voornoemd, H. J. POT. STEMMING, ter verkiezing van één Lid van de Provinciale Staten. De Burgemeester der Gemeente Sehagen brengt ter openbare keBnis, dat op D i n s d a g, d e n 19e n Maart aanstaande, van des morgens acht tot des namiddags vyf uren, de stemming zal geschieden ter vervulling van ééne plaat» in de Piovinciale Staten van Noord-Holland voor het kiesdistrict Sehagen, waartoe deze Gemeente behoort. De candidaten, in alphabetische volgorde, zyn 1 Jreebaart Jz, l< liolff, L, C. Tevens wordt de aandacht gevestigd op artikel 128 van het Wetboek van Strafrecht, luidende „Hij die opzettelijk zich voor een ander uitgevende, aan eene krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezing deelneemt, wordt gestraft met gevangenis straf van ten hoogste EEN JAAR." Sehagen, den 7en Maart 1901. De Burgemeester voornoemd, H. J. POT. Al weer het bericht, dat er met Botha wordt onderhandeld over den vrede, en nu uit een bron, dat we wel verplicht zijn het als waar aan te nemen. In het Lagerhuis deelde de heer Balfour in antwoord op een hem gedane vraag mede, dat er onderhandelingen plaats had den met Botha, doch de Regeering is niet in staat thans eenige mededeelingen daar over te doen. Er wordt dus onderhandeld. Maar we hopen, dat, hoe de Boerengeneraal ook in 't nauw werd gedreven, hy toch op zijn rechtvaardige eischen zal blijven staan de ■onafhankelijkheid der beide republieken, de vrijlating der krijgsgevangenen, thans in Engelsche handen, en dat degenen, die zich by de Boeren hadden aangesloten, niet als opstandelingen zullen worden behandeld. Misschien heeft Botha nog wel meer eischen gesteld. De Afrikaansche nieuwsbronnen zyn ©venwel opgedroogd en daarom maar weer geduld. Maar dat men in het Engel sche Lagerhuis niets bijzonders kan meêdee- len, dat lijkt ons geen slecht teeken. Ook vanuit Pretoria krijgen we berichten, die op vrede wijzen. Daar heerscht een hoopvolle stemming met het oog op de waarschynlykheid van een spoedig einde van de vyandelykheden. Men verwacht, dat de Boeren het initiatief zullen nemen tot het stellen van vredesvoorwaarden. Vanuit andore deelen van het oorlogs terrein weer tijdingen, die niet wijzen op het einde van den krijg, Driehonderd Boeren vielen 5 Maart Aber- deen aan. Zij werden na een gevecht dat vier uren duurde, teruggedreven. Het Engel sche garnizoen leed geen verliezen. Een kleine afdeeling Boeren deed den 3en Maart een inval in Pella (in de Kaap kolonie. op de grens van Kenhardt en Namaqualand, dicht,bij de greDS van Dama- raland) en maakte vier gevangenen. Een 6 Maart verzonden telegram van lord Kitcbener meldtLichtenburg wordt aangevallen door de troepen van Delarey. Het gevecht duurde den geheelen dag voort. Twee Engelsche officieren werden gedood. Het garnizoen van Lichtenburg bestaat uit 500 man met 2 kanonnen. Kit- chener zendt versterkingen. Kolonel Gorringe bezette den 5en Maart Pearson wederhij meldt, dat de stads wacht slechts matigen tegenstand bood, daar de plaats anders voor de Boeren onneembaar zou zijn geweest. De Boeren maakten 60 geweren en tusschen de 15.000 en 20.000 rounds ammunitie buit. De Boeren die Pearson bezet hebben, waren ongeveer 700 man sterk, met twee kanonnen. Het Engelsche garnizoen, be staande uit ongeveer 75 man, verdedigde zich dapper, maar de vijand was te sterk. Nauwelijks is De Wet ontsnapt, of de Engelsche bladen, die maar heel slecht kunnen verkroppen dat de Vrijstaatsche Boer hun knappe generaals weer te vlug is geweest, melden dat hij opnieuw is om singeld. De bevestiging ontbreekt en zal ook wel niet volgen. 't Is verbazend hoe de Engelschen zich hebben ingespannen om De Wet te pakken te krijgen. Maar we hooren nu ook, dat De Wet is ontsnapt over een drift die den Engelschen onbekend was. Plumer zal hem achterna gaan, maar moet eerst wat uit rusten, maar zoodoende krijgt ook De Wet gelegenheid om op zijn verhaal te komen. De Britten trekken nu troepen samen naar het Noorden, te Colesberg. Er is gras in overvloed voor de Kaapsche paarden, maar de Engelsche paarden eten niet op het veld en bet commissariaat moet dus enormen voorraad aanvoeren, eer de troepen tot vertrek gereed zijn. Reuter komt over de vervolging van De Wet tot de volgende slotsom „Men zegt, dat De Wet misschien 9 K. M. meer aflegde dan de beste Engel sche kolonne. Generaal Plumer bleet den invaller op het spoor tot hij van uitputting de vervolging aan verschere krachten moest overlaten. In de jacht die toen volg de, onderscheidden zich de Victorianen de Boeren waren zoo gedemoraliseerd, dat 3000 zich lieten vervolgen door 60 Engelschen. Generaal Plumer's troepen kwamen Hope- town binnen in uitgeputten en uitgehon- gerden toestand. De generaal, die wat bij kwam, ging te Springfontein in den trein en was weer klaar om den vijand ten noor den van de rivier te ontmoeten. Andere bevelhebbers troffen hun maatregelen en op den laatsten dag liep er een insluitingsgordel largs de geheele Zeekoe-rivier tot een punt ongeveer 24 K. M. zuidelijk en vandaar naar de wagenbrug van Colesberg. De Wet hield zich dicht langs de rivier, met bewonderenswaardige handigheid inziende, welken weg hij moest inslaan." 't Doet ons pleizier dat van Engelsche zijde er ook geprotesteerd wordt tegen de bekladding van De Wet. Erskine Childers schrijft een briet aan de Times: „Ik streed tegen De Wet in Zuid-Afrika en ontmoette daar anderen, die tegen hem gestreden hadden. Die allen zien met schaamte en verontwaardiging de pogingen om De Wet zwart te maken, daar hij in onzen geheelen oorlog met de Boeren zijn faam heeft gehandhaafd als moedig en menschlievend krijgsoverste en man van eer. We kunnen desnoods De Wet's hardnekkig en wanhopig verzet betreuren, beproeven hem te verslaan op het oorlogsveld, maar we kunnen er niets bij winnen en enkel verliezen in zelfrespect door hem te belasteren." De correspondent van de Daily Mail te Kaapstad seint, dat de geruchten, als zoude de EDgelsche regeering bereid zyn concessiën te bewilligen aan de Boeren republieken, om een einde aan den oorlog te maken, daar een slechten indruk gemaakt hebben. De Boeren zouden het als een nederlaag der Engelschen beschouwen. We lezen ook nog, dat Dr. Leyds naar Parijs is gegaan om te onderhandelen over den afstand van een deel van Madagascar, waar de onverzoenlijke Boeren, die niet onder de Britsche vlag willen leven, een nieuwe kolonie zouden kunnen stichten. Londen, 8 Maart. Een telegram van Kit- chener uit Pretoria van 7 dezer meldt De Boeren, hebben tevergeefs een krach- tigen aanval gedaan op Lichtenburg. De Engelsche verliezen bedroegen 2 officieren en 14 man gedood en 20 man gewond. De Boerengeneraal Celliers is gedood. Omtrent de positie van De Wet komen verschillende berichten, daar zijn menschen verspreid zijn over den Vrijstaat. De Britsche troepen-hebben op marsch naar 't Noorden Petersburg bereikt. Heden meldt French, dat hij een veertien- ponder-snelvurend-Creusot-kanon heeft ge nomen, compleet met munitiewagen en affuit, benevens één Hotchkiss-kanon. Totaal dus zeven kanonuen. Het totale aantal Boeren dat bekend is als buiten ge vecht te zijn gesteld sinds de operatie in het Oosten, bedraagt 979. French maakte voorts nog buit169 geweren, 24.970 rounds ammunitie, 183 paarden, 1240 trek ossen, 3920 stuks hoornvee, 13580 schapen, 100 wagens en karren en een groote hoeveel heid voer. Er werden geen verliezen geleden. Pretoria, 5 Maart. Lord Kitchener had den 27en Februari te Middelburg een on derhoud met generaal Botha en met een der andere Boerenleiders. Daarbij is de mogelijkheid besproken om de vyandelyk heden te staken. Pretoria, 6 Maart. De bijeenkomst tus schen Kitchener en Botha wordt hier en te Johannesburg als zeer bevredigend be schouwd en rechtgevend tot goede verwach tingen met betrekking tot het resultaat. Een politieke actie is zelden nationaal. De geschiedenis der laatste honderd jaren leert ons zulks in de kleinste bijzonder heden. De woelingen in 1830 in Frank rijk waren merkbaar tot in Europa's Zuiden en Noorden en die van 1848 zetteu ons werelddeel in vuur en vlam. Opmerkelijk is het, dat vooral de aan grenzende landen den terugslag voelen van wat bij den nabuur plaats heeft. Een eigenaardig bewijs voor deze stelling levert tbans Portugal, Geograpbisch vormt dit koninkrijk met Spanje een geheel. Doch ook in andere omstandigheden is het na aan den nabuurstaat verwant. Terende op den roem der voorvaderen, is Por tugal met Spanje al dieper en dieper gezakt, totdat volk en regeering eerst nu begrijpen, hoe nabij ze den rand der afhankelijkheid hebben bereikt. De clericaie woelingen in Spanje hebben in Portugal een trefienden terugslag ge had. Uit betrekkelijk nietige omstan digheden is, vooral in het Noorden des rijks, eene beweging ontstaan, die zeker voor de clericaie agitators zeer leerzaam zal zijn. De buitenlandsche politiek is door de betoogingen in Oporto nog inge wikkelder geworden dan ze tot heden al was. De consul van Brazilië is te Oporto door de opgewonden menigte beleedigd, hetgeen tengevolge heeft gehad, dat de Braziliaansche regeeriüg hem onmiddellijk heeft teruggeroepen. Met Brazilië leeft Portugal al sedert jaren opgespannen voet. Sedert inRio deJaneiro de Republiek werd uitgeroepen en Don Pedro een toevluchts oord zocht en vond bij de koninklijke fami lie te Lissabon, beschouwen de Brazili anen en Portugeezen elkander als natuur lijke tegenstanders. In Brazilië verdenkt men Portugal, de hand te hebben in de royalistische oproertjes, die zoowat gere geld voorkomen daarentegen is de repu bliek Don Carlos van Portugal een doorn in het oog. Gelukkig voor het behoud van den vrede, zijn beide landen te arm om een oorlog te kunnen voeren. De financiëele toestand is Daast de woelingen der partijen, een ouderwerp van voortdurende zorg. Portugal zit diep in de schulden, ter wijl er van bezuinigingen of verbeteringen in zijne financiën geen sprake is. 't Gaat met het land, als met iemand, die in de modder zithoe meer hij wroet om er uit te komen, hoe dieper hij zakt. In de laatste weken beginnen de sehuldeischers van Portugal een hoogst ontevreden toon aan te slaan. De politiek is natuur lijk daaraan niet vreemd. Portugal heeft zich zoo innig aan Engeland gehecht, en verkeert met Duitschland op zulk een vriendschappe- lijken voet, dat het zich daardoor het onge noegen van Frankrijk op den bals heeft gehaald Om het land zijn afhanke- lijken toestand te doen gevoelen, heeft minister Delcassé gedreigd, zijne financiën onder Europeesche controle te stellen. Dit dreigement heeft bij alle Portugee zen, tot welke kleur of schakeering ze ook behooren, groote ontroering veroorzaakt. Portugal op één lijn geplaatst met Griekenland en Turkije, is voor het na tionaal gevoel zoo onteerend, dat reeds bij de gedachte er aan den trotschen don het bloed naar het aangezicht vliegt. Toch zal het iets moeten doen om de ontevreden sehuldeischers te kalmeeren. Een leening sluiten gaat echter niet, daar de geldmarkt voor het land gesloten isde belastingen verhoogen zal in het binnenland op groote bezwaren stuiten. Het slot van 't lied zal zijn, dat Portugal een deel zijner koloniën in klinkende munt omzet. Een andere vraag is het, of Frankrijk en Rusland goed zullen vinden, dat de verkoop een onderhand- sche zal zijn. Bij de algemeene zucht naar uitbreiding van overzeesch gebied, zal een afstand aan Engeland of Duitsch land zeker het getal hangende geschillen met één vermeerderen. Er zijn er even wel meer dan genoeg, om de heeren diplomaten voorloopig bezig te houden. Op dit gebied is er in China heel wat werk aan den winkel. De politiek op eigen handje, die vanaf 't begin der Chineesche troebelen door Rusland in het Hemelsche Rijk is gevoerd, heeft al meermalen aanleiding tot ontevredenheid gegeven. Sedert eenige dagen is de maat van ontstemming overgeloopen. Rusland heeft met China eene afzonderlijke overeen komst gesloten, waarbij Mantsjoerije, Mongolië en Chineesch Turkestan onder Russisch protectoraat zijn geplaatst. Dit tractaat is geheel in tegenspraak met de gevoerde politiek, die de onschendbaarheid van China op den voorgrond plaatste. Het tractaat, indertijd tusschen Engeland en Duitschland gesloten, was feitelijk tegen Rusland gericht, daar men reeds toen vermoedde, dat Rusland in 't geheim een geheel ander plan uitwerkte, dan waartoe het zich bij de onderlinge overeenkomst verbonden had. De bekende correspondent van de Times te Peking, Dr. Morris, heeft thans aan het licht gebracht, dat Rusland zich, trots de gegeven verzekeringen, een goed brok van den Chineeschen pudding heeft toegeëigend. Het gevolg hiervan is geweest, dat Engeland, Duitsch land en Japan protest tegen de over eenkomst van China met Rusland hebben aangeteekend, bij welk protest zich nu ook Oostenrijk, Italië en de Vereenigde Staten hebben aangesloten. Het schijnt wel, dat deze eenstemmig heid in Petersburg de gewenschte uitwer king heeft gehad. Het Russische tele graafbureau meldt nl.Wij vernemen uit volkomen geloofwaardige bron, dat de tekst van een Russisch-Chineesche overeenkomst betreffende Mantsjoerije door de buitenlandsche pers met opzet is verminkt, om wantrouwen te wekken tegen Rusland. Indien Rusland met China een bijzonder verdrag zou willen sluiten, zou dit slechts ten doel kunnen hebben, den wensch te verwezenlijken, Mantsjoerije aan China terug te geven en bepalingen vast te stellen, onder welke de ontruiming dezer provincie mogelijk ware". Hieruit blijkt duidelijk, dat men te Sint Petersburg begrepen heeft, een beter tijdstip te moeten afwachten om den grooten slag in China te slaan. Uitstel is evenwel geen afstel, en we weten het, de Russische diplomatie verliest nooit het doel uit het oog, dat ze zich eenmaal heeft voorgesteld te bereiken. Er komen zoo voor en na voor Rus land zwarigheden opzetten, die voor een besliste Oostersche politiek zeer hinderlijk zijn. Zoo is de tarieven-oorlog met Ame rika al zeer ongolegen uitgebroken. Een vorige maal deelden we mee, dat Ame rika de invoerrechten op Russische suiker aanmerkelijk had verhoogd. Terecht of ten onrechte wordt Duitschland in.deze als den stokebrand aangezien. Rusland heeft de Amerikaansche eischen beantwoord met eeno verhooging op de Amerikaansche manufacturen. Dit heeft Mc, Kinley en zijne beschermende ven- nooten zoodanig ontstemd, dat het bevel is uitgevaardigd, dat Russische oorlogs schepen zich in de Amerikaansche havens niet meer van proviand mogen voorzien. Men ziet het, 't gaat hard tegen hard. Een ander punt buiten de Russische berekening is de herleving der Mace donische kwestie, 't Heeft niet gegeven, dat Bulgaren en Macedoniërs een wenk hebben ontvangeD, zich voorloopig kalm te houden. In de laatste dagen hebben er op de grenzen tusschen Bulgaren en Macedoniërs eenerzijds en Turksche troe pen anderzijds schermutselingen plaats, die voor erger doen vreezen. In Konstan- tinopel heeft men besloten met krachtige hand de zaken in Macedonië te regelen. Een korps van 50000 man wordt op de Turksch-Bulgaarsche oostgrens samen getrokken, om eene inmenging der Bul garen te voorkomen. Verder zal aan de onrustige elementen in de woelige provincie rekenschap van hunne daden worden gevraagd. Zoo tot het uiterste gedreven, zou een opstand kunnen uitbreken, waarom het der Rus land vijandige politiek juist te doen is. Rusland zou dan zijne aandacht aan deze kwestie moeten wijden, waardoor Enge land en Duitschland voor hunne belangen elders vrij spel zouden krijgen. Zoo zien we, dat er voor de heeren diplomaten stof genoeg voorhanden is. te Amsterdam. Vervolg van 't 2de blad. Den derden dag, Donderdag,was het weer beter. Nog wel een donkere, droeve lucht, maar 't was droog. Het aanbieden van de verschillende huldeblijken was een van de hoofdnum mers voor Donderdag, We zullen er enkele noemen voorop natuurlijk het Nationaal Huldeblijk, be staande uit een diadeem, twee armbanden en een halssieraad dan van de Neder- landsche Marine een kostbaar zilveren huldeblijk in den vorm van een staanden Neptunus, van wiens voet een dolfijn van de Schutterij een borstbeeld van Hertog Hendrik met een album, bevat tende de namen der officieren bij de schutterijen in Nederland van het Neder- landsche leger een schilderij van Hoynk van Papendrecht, „De eerste ontmoeting der Duitschers bij Maison du Roi te Waterloo" dan van de Gemeente Amster dam een fraai bewerkt tafelgarnituur van Amsterdamsche dames een ameuble ment van Kruger en de Boeren een prachtig inktstel, enz., enz. Het aanbieden had plaats in de Mozes- zaal van het Paleis. Elke der deputaties werd door Hare Majesteit beantwoord en op een harte lijke wijze gaf zij haar ingenomenheid met de cadeaux te kennen. De Koningin gaf allen, die geschenken en huldeblijken kwamen aanbieden, de hand. De Prins volgde dit voorbeeld, terwijl hij steeds buigend zijn instemming toonde met de altijd even hartelijke en juist gekozen woorden Zijner Gemalin, Later was er gala-diner ten hove, hoofd zakelijk gegeven voor de leden van de beide Kamers der Staten-Generaal, be staande uit 173 couverts. 's Middags reed het Hooge Paar uit om het Indisch Museum te bezoeken en maakte tevens een rijtoer door de stad. 's Avonds te ongeveer half negen reden Hare Majesteit en Hertog Hendrik in de gouden koets naar het Concertgebouw voor het gala-concert, door schitterend geïllumineerde straten. De Koningin gekleed in een licht blauwe zijden robe, getooid met het Nationaal Huldelijk naast Haar de Prins- Gemaal in de uniform van Schout-bij- Nacht, in die heerlijk mooie gouden koets, wit en goud, van binnen electrisch verlicht; het was de werkelijkheid geworden epi sode uit het sprookje van Moeder de Gans. In een zwarte staatsiekoets namen II. M. de Koningin-Moeder en de Hertog- Regent van Mecklenburg-Schwerin plaats. Den geheelen weg langs drommen en drommen van menschen en overal daverden de hoera's door de lucht. Schitterend, geheel in overeenstemming met het hooge bezoek dat het Concert gebouw wachtte, was de aanblik, dien de zaal opleverde. Bij de komst van de vorstelijke bezoe kers rijzen allen in de zaal op van de zetels; do heer Mengelberg heft den dirigeerstok op; de gordijnen, die den toegang tot de loge afsluiten, worden op zijde geschoven en de Koningin treedt aan den arm van Haar Gemaal de loge

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1901 | | pagina 1