Zondag 10 Maart 1901.
45ste Jaargang No. 3608.
TWEEDE BLAD.
IB6EZ0NDES.
FEUILLETON.
Anoniem.
Binnenlandsch Nieuws.
Het vorstelijk paar
SCHAKER
COURANT.
(Niet geplaatste ingezonden stukken wor
den nimmer teruggegeven
Het Ontwerp tot wijziging en
aanvulling van enkele bepalingen
der Wet lot regeling van het
Lager Onderwijs.
Jaren en jaren reeds is er door de onderwijzers in
ons geheele land over geklaagd, dat hun arbeid te
schraal beloond wordt; dat hun inkomen lang niet
evenredig is met de hooge eischen, welke men hun
steltin verhouding veel lager is dan dat van andere
ambteneren met een veel minder verantwoordelijke
betrekking te gering om er fatsoenlek van te leven,
niet alleeD, rocals zij dit zelf verlangen, maar ook
zooals bun betrekking dat eischt. Er zullen weinig
gemeentebesturen zijn, bij wie niet een- en andermaal
op verbetering van salaris is aangedrongen. Byna
altijd echter was hun stem die eens roependen in de
woestijn de meeste gemeentebesturen, vooral die ten
platten lande, meenen al gauw genoeg gedaan te
hebben voor de onderwijzers, die zij bij zekere gele
genheden wel hoogst nuttige menschen noemen,van wie
zjj wel erkennen, dat zij een zeer moeilijke betrekking
hebben te vervullen, aan wie zjj bij jubileums wel
den lof toezwaaien, dat de toekomst van 't
vaderland voor een groot deel in hun banden
ligt, maar die in weerwil van dit alles dwars
dagelijks akelige lastposten voor de gemeente
genoemd worden en wat hun werk betreft, zoowat
gelijk gesteld worden met veldwachters, brievengaarders
en wat dies minder zij. Vandaar gewoonlijk nul op
't request, als de onderwyzeiB zich eens verstonten
verhooging van salaris te verzoeken. Ik zeg verstou
ten, want werkelijk worden ze stout, brutaal genoemd,
waar slechts gevraagd wordtloon raar werk. Was
't niet lang zoo? Is 't niet nog zoo/dikwjjls P Wat
behoefde een gemeentebestuur ook toe te staan, wat
gevraagd werd P 't Ouderwijs kostte toch al zooveel,
en wie meende 't beter te kunnen krygen, moest
maar gaanvoor één die ging, kon men wel tien
anderen weer krijgen 1 Alleen in tyd van nood, bjj
schaarschte, werd het salaris eenigazins verhoogd. De
onderwijzer werd een marktproduct. 't Is ontegen
zeggelijk waar, vele gemeenten, vooral die met een
ve. apreide bevolking, voor welke men dus een betrek
kelijk grooter aantal scholen noodig beeft dan elders,
worden gedrukt door de uitgaven voor 't onderwijs.
Vergelijk Behagen met één hoofd, één schoolgebouw,
één schoolhuis op de ongeveer 8000 inwoners
met bijv. St. Maarten, dat er drie heeft op de
ruim 1000 inwoners, die de gemeente telt.
Maar toch ook al te vaak wordt onmacht
genoemd, wat niet anders dan onwil is, bijv.
waar men in een zelfde raadsvergadering een verzoek
der onderwijzers om vei hooging van salaris met een
„non possumus" afwees en tegelijkertijd de jaarwedde
van den gemeente-secretaris, die door zyu bij-baantjes
een kleine f 2000 jaarlijksoh inkomen had, verhoogde.
(Histoi isch.)
Meer dan eens is er door onderwijzersvereenigingen
bij de hooge regeering op aangedrongen, verbetering
te brengen in den ellendigen toestandvoorstellen
zijn er ingediend voor een salarisregeling, zooals men
die noodig oordeelde voor mannen en vrouwen, die
zich aan het gewichtige en moeilijke werk, de op
voeding der jeugd, wijden, doch de regeering bleef
doof en de Staten-Generaal onverschillig voor het
gevaar, dat dreigde, 't groote gevaar voor de jeugd,
waar bij de onderwijzers eensdeels een geest van moe
deloosheid begon in te treden, anderdeels de bestaande
toestanden noodzakelijk leiden moesten tot een zich
werpen in de armen vim het „vervloekte" socialisme.
Toen werden, het waB in 1898, door de Algemeene
Vergadering van bet Nederlandsch Onder-
w ij z e r s-G enootschap twee voorstellen aange
nomen door de afdeelingSchagen ingediend.
Het eerste voorstel strekte, om bij de hooge Regeering
aan te driDgen op een salaris-regeling, waarbij reke
ning gehouden werd èn met de allerdringendste be
hoeden èn met het aantal diens'jaren der onderwijzers.
Dit voorstel, door de onderwijzers sterds een nood
wet genoemd en in Mei 1899 door 't Ned. Ood.-
Gen, in veieeniging met den Bond van Nederlandsche
Onderwjjzers en de Vereeniging van Hoofden van
Scholen in Nederland bij de Regeering ingediend,
bevatte de volgende regeling:
ROMAN
van
MARIE STAHL.
32.
Bieberitz dacht er lang over na,hoe hij toch
achter het geheim zou kunnen komen, zon
der dat hij een huiszoeking zou behoeven
te houden, daar het niet met zijn plaD
overeenkwam, de Staffenhager politie mede
in het geheim te betrekken. Hij had èr
tot dusverre wel voor opgepast, de politie
beambten, met wie hij in verbinding stond,
het geringste van zijn verdenking meê te
deelen.
Wanneer mevrouw Kober de schrijfster
was, dan was 't het meest waarschijnlijk, dat
ze in den nacht tot deze liethebberij haar
toevlucht nam.
Op deze veronderstelling bouwde de
detective zijn plannen.
Hij sloop eiken nacht rondom de villa
en bemerkte, dat het venster van de slaap
kamer van mevrouw Valerie steeds nog
helder verlicht was, terwijl alle andere
huisgenooten zich reeds lang ter ruste
hadden begeven.
De slaapkamer bevond zich op de lste
étage en lag aan den kant van den tuin,
dus van den straatkant onttrokken aan
elk nieuwsgierig oog.
Bieberitz was evenwel vast besloten, zijn
nieuwsgierigheid te bevredigen, en hij ont
dekte, dat hij in de kamer kon kijken
vanuit een pereboom, die niet al te ver
van het venster stond.
Hjj zat nu bijna eiken nacht urenlang
in den gemakkelijk te beklimmen boom en
sloeg vandaar de bewegingen gade van de
schaduw achter de gordijnen.
Maar het was onmogelijk, zoo met zeker
heid te weten te komen, wat er gebeurde.
Wel kwamen de bewegingen van de scha
duw hem verdacht voor, maar zich zeker
heid verschaffen voor zjjn vermoedens, dat
Ouderd. Onderwijz. Onderw. m. hoofdacte. Hoofd. v. 8ch.
18 jaar. f 600.
20 550.— f 750.—
22 600.— 800.—
23 f 900.—
24 650.— 850.— 950.—
26 700.— 900.— ÏOOO
28 750.— 950.— 1050—
30 800 1000.— 1100—
Alle verhoogingen voor de akte van hoofdonder
wijzer en voor dienstjaren komen ten laste van 't Rijk,
Hooiden van scholen genieten vrjje woning of
vergoeding daarvoor van de gemeente, onder
wijzers op 28-jarigen leeftijd van 't r ij k.
Het tweede voorstel strekte om een beweging van
Burgemeesters en Wethouders in Nederland in 't
leven te roepen, tot het aanbieden van een adres
aan de regeering, waarin verzocht werd om een
grootere bijdrage van het rijk aan de gemeenten,
ten bate der onderwijzers-jaarwedden. Eenige
burgemeesters, in verschillende deelen van het land
woonachtig, werden voor de zaak gewonnen en na
niet zeer langen tijd werd er een adres aan H.M. de
Koningin aangeboden,door 18p0,zegge achttien honderd,
Burgemeesters en Wethouders onderteekend, waarin,
onder meer, het volgende voorkwam „dat sinds
Jaren ook buiten den onderwijzersstand de over
tuiging gevestigd is, dat de jaarwedden van de
„groote meerderheid der openbare onderwijzers,
„vooral ten platten lande, onvoldoende
„zijndat vele gemeente-besturen, hoewel gaarne
„bereid daarin verbetering te brengen, hiertoe
„onmaohtig zijn, en dat op dien grond in den laatsten
„tjjd o.a. te Haringcarspel, Zijpe, Winkel
„en S c h a g e n op een desbetreffend verzoek der
„onderwijzers afwijzend werd beschikt; dat zij geen
„andere oplossiDg zien van deze voor het onderwijs zoo
„belangrijke kwestie, dan een grootere bijdrage van
„het ryk aan de gemeenten, ten bate der onder-
„wijzerB-jaarwedden."
Dat de onderwijzers met deze daad van een zoo
groot aantal gemeente-autoriteiten zeer ingenomen
waren, is niet te verwonderen en bjj een later adres,
door honderden onderwijzers onderteekeud, werd dan
ook aan H. M. de Koningin me' eerbiedigen aandrang
verzocht, „de in het adies van B. en W. genoemde
wijzigingen in de Wet op het Lager Onderwijs te doen
aanbrengen, opdat overal een billjjke salarisregeliBg
(kon) worden ingevoerd."
Twee jaren moest het nog duren eer de regeering
aan de wensohen der onderwjjzers tegemoet kwam
door het nu onlangs ingediende ontwerp tot wijziging
en aanvulling van enkele bepalingen der Wet tot
regeling van het Lager Onderwjjs.
In hoeverre dit ontwerp overeenkomt met het
„vooratel Schagen", moge bljjken uit het vol
gende
Begeeringsvoorstel. Art. 26.
Ouderd. Onderw. Onderw. met Ond. met Hoofd v
hoofdacte, verpl. Sch.
18 jaar f 500.hoofdacte.
20 f 600
28 550.— 650— f 750— f 750—
28 600— 700— 800— 800—
33 650— 750— 850— 850—
38 700.— 800— 900— 900—
43 950-
Hoofden van scholen genieten vrije woning of ver
goeding daarvoor.
De indruk, door dit wetsontwerp op de onderwij
zers gemaakt, is in 't kort samen te vatten in de
woorden„dankbaar, maar niet voldaan". Volgens een
gemaakte berekening toch wordt de positie van slechts
30 o/o der onderwijzers en van nog niet de helft der
hoofden verbeterd. En inderdaad, teleurstelling heeft
het ontwerp gewekt door 't ontbreken o. a. van de
bepaling, dat althans de periodieke verhoogingen ten
laste van 't Rijk komen want wel kent het in art.
45 aan de gemeenten hooger bijdrage toe voor de jaar
wedden der onderwijzers en hoofden, doch deze zijn
8iecht8 zeer gering 60 gld. meer per onderwijzer
in aanmerking genomen de zooveel grootere uitgaven,
welke de gemeenten, wordt het ontwerp wet, te doen
hebben
Worden onder de tegenwoordige wet reeds vele
gemeenten zwaar gedrukt door de uitgaven voor 't
onderwijs, in 't vervolg zal de druk voor meerdere
nog wel zwaarder worden en men zal een middel te
baat nemen, dat e-ger zal bljjken te z;jn dan de
kwaal. Bij elke vacature zal een gemeentebestuur, dat
niet in de eerste plaats vraagt naar 't belang van
't onderwjjs, een zoo jong mogelijk onderwijzer ver
kiezen boven zijn ouderen collega, omdat hij
de gemeente 't minst kost.
was hem onmogelijk.
Hij hód bijna zijn geduld verloren, want
dat half hangen, halt zitten in de takken
in de donkere, ruwe herfstnachten, dat
was een baantje, dat niet zoo heel aange
naam was. Maar eindelijk werd zjjn moeite
beloond.
Het was heel onstuimig weer hij had
dien avond van mevrouw Valerie's gastvrij
heid genoten, en bemerkte, dat deze,weinig
lust hebbende tot babbelen, zich vroegtij
dig wenschte terug te trekken. Zij was
verstrooid geweest, zat steeds in gedachten
verdiept. Dat had er hem toe gedreven, nog
eens in zijn boom te klimmen.
Wanneer haar gedrag er hem niet toe
had gedrongen, had hij voor dien avond
de wacht er aan gegeven, want de regen
viel in stroomen neder en de wind huilde
door deu tuin en deed den pereboom hef
tig schudden.
Nauwelijks had Bieberitz zijn observatie
post betrokken, of hij feliciteerde zichzelf,
dat hij het besluit maar had genomen.
Een breede kier in de gordijnen voor
mevrouw Valerie's venster, die na het
sluiten zeker verschoven waren, maakte
het hem mogelijk de geheele kamer te
overzien, en zoodoende kon er niets voor
vallen of hot moest zijne aandacht trekken.
Een hanglamp verspreidde een zacht,
maar helder licht over de kamer. Elk
voorwerp was zoodoende duidelijk te zien.
Op den achtergrond stond een mooi ledi
kant met purperroode zijden gordijnen
ook hier scheen Valerie haar voorliefde voor
rood door te drijven. Verder stond er een
mooie toilettafel met grooten spiegel, een
divan en eenige kleine tabourets en
verder allerlei kleinigheden, die men in de
kamer van een verfijnde vrouw vindt.
Geheel op zichzelf, van alles algescheiden,
stond tegen den wand een eenvoudige,
massieve houten tafel, zander een doek of
eenig ander bedeksel er over. Het ding paste
nu eigenlijk in het geheel niet in de omgeving,
't Was een zeer doelmatige tafel, zoo eene
om iets zwaars op te zetten, maar elegant
noch mooi.
Nu trad mevrouw Valerie binnen met
Had de regeering het beginsel aanvaard, in het
„vqorstel Schagen" aangegevenalle ver-
jhoogingen komen ten laste van 't Ryk,
dan eon niet gezocht behoeven te worden naar deu
jongsten onderwijzer, het jongste hoofd, maar alleen
de geschiktste onder de sollicitanten voor de gemeente
de meest aannemelijke zijn. Dat dit, èn in 't belang
vaB 't ondqrwjjs, èn in dat der onderwijzers ware
geweest, springt in 't oog.
Maar wat niet is, kan worden.
Neg ejjn er bij amendement verbeteringen in 't
ontwerp aan te brengen.
Reeds hebben de drie onderwjjzersvereenigingen, het
Ned. Ond. Gen,, de Eond van Ned. Ond. en de
Yereen. van Hoofden van Sch. een adres gericht aan
de Tweede Kamer der Staten-Generaal, waarin zij,
onder dankzegging, voor 't door de Regeering voorge
stelde, hun teleurstelling niet verzwijgen over het
weinig afdoende daarvan, hoofdzakelijk ook wat betreft
de tegemoetkoming van wege 'l Rijk aan de gemeenten.
De drie genoemde Vereenigingen zeggen daaromtrent
in haar adres;
„De regeling der staatsbijdragen aan de gemeenten,
„ten behoeve van het onderwijzend personeel, is aan
„ernstige bedenkingen onderhevig. In het stelsel der
„onderwijzers-vereenigingen komen alle verhoogingen
„ten laste van den staat. Dat is het meest in het
„belang van het onderwjjs. Immers, door op zjjn
„standplaats te bljjven, moet de onderwjjzer niet hoe
„langer hoe meer drukkend worden voor zijn gemeente-
„naren, zoodat zij uit financiëele overwegingen met
„verlangen naar zjjn vertrek uitzien. Evenmin moet
„het voorkomen, dat het hebben van dienstjaren voor
„den onderwijzer een bezwaar is bjj zjjn sollicitaties."
Ook vergaderden reeds eenigen der burgemeesters,
die in 1899 het initiatief hebben genomen tot het
petitionnement der gemeente-autoriteiten en namen
het besluit een nienwe adresbeweging onder Burge
meesters en Wethouders op tonw te zetten, waarbjj
aan 't adres der drie vereenigingen adhaesie zal
worden betuigd. Zjj meenden, dat het indruk op de
Tweede Kamer moet maken, indien honderden B en
W. verklaren met d6 denkbeelden mee te gaan, in
het adres der onderwijzers-vereenigingen ueêrgelegd.
Binnen enkele dagen zal het adres ook in onze
provincie in circulatie worden gebracht en 't is zeker
niet een te groot vertrouwen in 't goede doorzicht van
Burgemeesterz en Wethouders, wanneer vrjj de verwach
ting uitspreken, dat geen hnnner zal nalaten, door
zijn onderteekening bljjk te geven van zijn belang
stelling voor dat, wat in 't werkelijk belang is èn
van 't onderwijs èn van hun gemeente in van de
onderwjjzers.
Worden wjj in onze verwachting niet bedrogen,
dan znllen dezen keer niet 1800, maar het dubbel
van dat aantal Burgemeesters en Wethouders hun
naam teekenen.
Zoo zy het 1
D. O.
te Amsterdam.
Ook de tweede dag, Woensdag, hoewel in even mindere
mate, regen en windi geen weer om feest te vieren
Al heel vroeg in den morgen stroomden nit alle
richtingen de menschen naar den Dam, waar te half
tien de aubade zon plaats hebben. 2000 Mannen en
vrouwen, leden van Zangvereenigingen te Amsterdam,
namen daaraan deel. Het geheel stond onder leiding
van den heer A. Tierie. De begeleiding was door
drie muziekcorpsen, n.1. die van de stedeljjke schut
terij, van het 5e regiment infanterie en van het 7e
dito.
Waar men het oog ook liet gaan, overal menschen
Menschen voor de ramen, op de baleons, op de daken,
zelfs boven op de Nieuwe Kerk.
Even voor half tien betrad de leider een verheven
heid, het vorsteljjk Paar nam plaats voor een der
balconramen, de dirigeerstok werd opgeheven en daar
klonk heerljjk over den Dam het koraal uit Lobegesang
van Mendelssohn, woorden van N. Beets.
't Was een éénig oogenblik, 't lied werd door die
honderden zangers mooi gezongen. Een donderend
hoera barstte daarna los en het hooge Paar kwam op
het balcon.
De Koningin was gekleed in een crème-kleurig
toilet met bont, de Prins in de uniform van Schout-
bjj-nacht.
De Koningin trad blootshoofds naar bniten. De ovatie
haar kamermeisje, dat zij dadelijk weer
wegzond en waarna zij de deur afsloot.
Daarna trok ze haar witte japon uit en
een eenvoudige wollen ochtendjapon aan,
maar ze deed het achteloos, zonder op het
kleeden te letten, net als iemand die met
hare gedachten bij geheel iets anders is.
Bieberitz begon te beven van ongedul
dige verwachting om te zien of zijne ver
moedens bewaarheid zouden worden, en of
mevrouw Valerie soms ook het slecht ge
sloten gordijn bemerken zou en de gor
dijnen beter zou toehalen.
Maar zij lette niet op het venster en zjj
keek zelfs niet één enkele maal in die rich
ting, alsof zij geloofde voor elk bespieden
vanaf den tuinkant veilig te zijn. Daar waren
geen huizen, welker bewoners lastig konden
zijn.
Nadat zij nog haar schoenen voor een
paar gemakkelijke pantoffels had verwisseld,
schoof ze de tafel, die onzen detective al
reeds verdacht was voorgekomen,wat dichter
onder de lamp. Zij stond een oogenblik als
in diepe gedachten verzonken, de han
den op de tafel geleund, en Bieberitz telde
de seconden, die hem eeuwen toe
schenen.
Dan stapte ze snel besloten naar een
wand der kamer, die plotseling, toen ze op
een knopje drukte, opendraaide.
Bieberitz boog zich ver voorover,
zoodat geen enkele beweging der schoone
vrouw hem ontging. Hjj lette niet op den
kouden regen, die zijn kleeren doorweekte,
noch op zjjn stramme vingers, die den tak
krampachtig moesten omklemmen, om den
noodigen weerstand te bieden aan den hef-
tigen wind. Hij gevoelde niets anders
dan zjjn triomf, want voor zjjn oogen
nam mevrouw Valerie een schrjjfmachine
uit de kast, zette haar op de leege tafel
en begaf zich dadelijk aan den arbeid,
daar ze concepten begon over te schrijven.
Nu was de detective zoo zeker van zijn
zaak, dat dit elegant slaapvertrek het ge
heime nest was waarin de anonieme brieven
werden uitgebroed, alsof hjj ze zelf gelezen
had.
De sohrjjfster hield een enkele maal
was grootsch. Daarna werden geiongen achtereen
volgens het Zegekoor uit het Oratorium Jorna
van Handel, Hollands Glorie van Hol, Feestlied bjj
bet Huwelyk onzer Koningin, ook van Hol, dan het
oude Wilhelmus.
De aubade was een schitterend nummer van het
programma en het was gedurende de uitvoering der
liederen gelukkig droog.
De cour ten hove voor commissiën en deputatiën
was heel druk bezocht.
's Middags te ruim kwart over twee reden de
Koningin en de Prins in de Gouden Koets naar
het Ryksmnsenm. De Koningin-Moeder en de Hertog
regent volgden in een open rjjtuig
Dat was de tweede, voor de Amsterdammers de
mooiste optocht, want bjj deze gelegenheid maakten
de Koningin en haar Gemaal gebruik van de gouden
koets, het geschenk van 't volk der hoofdstad aan
H. M. bij Haar troonsbeklimming en bestemd om
Haar als bruid ter kerke te rjjden, zooals op den
7n Februari 1.1. geschiedde.
De stoet werd voorafgegaan en gesloten door een
commando cavalerie; voor het Koninkljjk rijtuig reed
een gedeelte van de eerewacht te paardnaast de
gouden koets rechts de commandant der eerewacht,
links de ordonnans-officier luit London.
Onmiddelljjk achter de prachtige bruidskoets volgde
die van H. M. Koningin Emma en den Hertog-Regent
en daarachter kwam 't tweede gedeelte van de eere
wacht. Vervolgens een lange rjj van hofkoetsen met
Vorsteljjk gevolg, ook twee heeren van het hof des
Hertogs enkelen gingen ook vooraf, nl. die van
de opper» en kamerheer-ceremoniemeesters.
Onder even groote uitingen van geestdrift als bjj
de inkomst, togen de Vorstinnen en Vorsten naar 't
Museum, overal toegejuicht en toegewnifd door de
ook nu weer in ontelbare massa saimgestroomde
stedelingen en bnitenlui.
Aan het Museum wachtte H. M. en H. D. Ge
maal en gasten een grootsche huldebetooging.
Omringd door den gemeenteraad van Amsterdam,
nam het Vorsteljjk gezelschap met gevolg plaats op een
estrade in de groote zaal van het Museum en terwjjl
de leerlingen der Vereeniging tot verbetering van
den volkszang en de leerlingen van de muziek
school der Maatsch. tot bevordering van
Toonkunst een allerliefst gemengd koor, wederom
door deu heer Ant. M. Tierie geleid,achtereenvol
gens verschillende liederen zongen, defileerden eenige
duizenden corporatiën met haar vaandels voor het
Koninklijk echtpaar en de Koningin-Moeder en den
Hertog-Regent.
Er waren in hun turners-, weerbaarheids- en
andere costumes heel mooie groepen bjjhet geheel
was een imposante volkahulde.
Maar het bleef niet bjj dit défilé. Er werd ook
een hnlde-adres aangeboden, dat door H. M. en Z.
K. H. met veel welgevallen werd aanvaard.
's Avonds 8 nur Bal ten Hove. De zalen boden
een schitterenden aanblik met al dia dames in fraaie
avondtoiletten en de tallooze uniformen.
Daar waren de gezanten in hunne kleedjj vol gond
en ridderorden de consuls der verschillende landen
Commissarissen der Koningin van alle provinciën;
leden van de Provinciale Staten en van den Gemeente
raad van het Gerechtshof en de Rechtbank, allen
in hnnne staatsierokkende burgemeesters van de
Noordhollandsche gemeentenofficieren van alle
wapens, alsmede vele officieren van Pruisische
regimenten, die zeer de aandacht trokken. Er waren
civiele en militaire autoriteiten zonder tal, enz., enz.
Precies te negen uur wordt op eenmaal door
de kamerheeren een middenpad gevormdop het
gegons volgt plotseling een diepe stilte, de opper-
ceremoniemeester kondigt de komst der Koningin aan,
en daar schrjjdt door de rjjen Harer gasten de
Koningin derNederlanden aan den arm van Haar Gemaal.
De Vorstinne droeg een prachtig avondkleed van
gedamaseerd wit satijn, waarover een fraai kanten
overkleed. Op het hoofd prijkte een diadeem van
fonkelende saffieren, robjjnen en smaragdenom den
hals lag een schitterend collier van edelgesteenten
bovendien droeg Hare Majesteit het Grootkruis van
den Nederlandschen Leeuw en de Mecklenbnrgsche
Huisorde; de Prins-Gemaal was weder gekleed in de
uniform van schout-bij-nacht en droeg ook het
Grootkruis van den Nederlandschen Leeuw.
Achter het Echtpaar volgde Hare Majesteit de
Koningin-Moeder in een paars-fluweelen avondtoilet,
fraai met borduursel bedekt en den wednwe-siuier,
terwijl zij een schitterenden diadeem op het hoofd
droeg. Ook de Koningin-Moeder was getooid met de
orde van den Nederlandschen Leeuw en schreed voort
aan den arm van den Hertog-Regent van Mecklenbnrg,
De Koningin en de Prins onderhielden zich vriendelijk
peinzend op, en terwijl zjj het hoofd
zinnend achterover wierp, viel het lamp
licht vol op haar gelaat. Haar halfgeopende
lippen lachten, een wellustig lachje, en in
haar oogen was een onaangenaam schitteren.
De detective wist, dat hij hier met een
verdorven vrouwennatuur te doen had, die
bevrediging behoefde voor hare lusten en be
geerten, die genoot bij het leed, dat ze
anderen aandeed.
Hjj keek onophoudelijk naar de schrijf
ster, totdat deze haar werk had geëindigd
en de schrjjfmachine met alle verdere in
grediënten weder in de kast had geborgen.
Dan verliet hij haastig zijn observatie
post. Hjj werd zoo meêgesleept door de
voldoening, dat zijn gedachten bewaarheid
waren, en door zijn naaste toekomstplannen,
dat hjj er heelemaal niet aan dacht, nog
verder te kijken naar wat Valerie ging doen.
Hij snelde naar het logement van man
neke Pieper, en zoodra het dag was, wilde
hij een brief naar den vrijheer Von Krasch-
witz zenden, met het verzoek den eersten
den besten trein te nemen en naar hem
toe te komen. Het lot voorkwam ditmaal
zjjne wenschen reeds heel vroeg werd er
den volgenden morgen aan zjjne kamerdeur
geklopt en trad de vrijheer onverwachts bjj
hem binnen.
HOOFDSTUK XXXV.
„Parbleu, Kraschwitz je bent mij steeds
een zeer welkom bezoeker, maar ik ge
loof, dat je nog nooit zoo welkom zjjt
geweest als nu
Met deze woorden begroette hjj zijn
bezoeker en liet hem op de sofa plaats
nemen, waar hij zelf zijn morgenkoffie zat
te genieten.
De vrijheer, die er zeer opgewonden en
toch mistroostig uitzag, viel met een zucht
op de sofa neer.
„Raad eens wat mjj hierheen voert Een
groote gebeurtenis lang verwacht
maar nu toch nog verrassend. Tante Wanz-
low is dood."
„Ah dat is een groot nieuwtje. Ik
zou haast zeggen, ik feliciteer je. Maar
wat nut heeft dat sterven nu nog voor je
[met verschillende gasten en er werd druk gedanst.
Half twaalf ongeveer trokken het Vorsteljjk Echtpaar
,en de Koningin-Moeder en de Hertog-Regent zich in
hnnne vertrekken terug. (Zie vervolg lste Blad.)
In verband met de verzonden op-
roeping voor de vergadering van vrijzinnig-demo
craten, op Zondag 17 Maart a.s. te UTRECHT te houden,
wordt door de Besturen der Vrijzinnige Kiesvereenigin-
gen „Arnhem" te Arnhem en „Eendracht maakt Macht"
te Middelburg medegedeeld, dat onderstaande ontwerpen
eener voorloopige beginselverklaring en van een
verkiezingsprogram op die bijeenkomst tot grondslag
der besprekingen znllen worden gemaakt
Ontwerp eener voorloopige begin
selverklaring. De vrjjzining-democratiscbe
partij stelt zich ten doel een georganiseerd optreden
te bevorderen van alle democratisch gezinde vereeni
gingen en personen, die zich met de onderstsande
beginselen vereenigen1 De vrijzinnig-democratische
partij streeft naar ontwikkeling van onzen constitutio-
neel-parlementairen regeeringsvorm in democratischen
zin. Te dien einde verlangt zjj toekenning van het
recht tot deelneming aan de verkiezingen voor de
vertegenwoordigende lichamen aan alle manneljjke en
vrouwelijke meerderjarige Nederlanders. 2. Zjj
ontkent de juistheid van het standpunt, dat de
klassenstrjjd eene noodzakelijke voorwaarde is voor
maatschappelijken vooruitgang, en verwerpteenerzijds
het streven naar opheffing van het persoonlijk eigen
domsrecht op productiemiddelen, anderzyds de meening,
dat de Staat in het economisch leven zijner burgers
slechts noodgedrongen, schoorvoetend, bij volstrekte
onvermjjdeljjkbeid, behoort in tegrjjpen. Tegenover
gemeenschappelijk eigendom en gemeenschapsalmacht
als beginsel en eindpunt van het politieke streven
aan den eenen, privaat eigendom en particulier initiatief
als het principieel alleen deugdeljjke aan den anderen
kant, stelt zjj dat wegneming van de maatschappelijke
oorzaken der ongelijkheden tusschen de leden van het
volk ten aanzien van hunne ontwikkelingsvoorwaarden
het doel moet zjjn, waarop telkens binnen de mate
van het bereikbare moet worden aangestuurd.
Ontwerp verkiezingsprogram. Ten
einde de komende verkiezingen voor de Tweede Kamer
zooveel mogeljjk dienstbaar te maken aan de ver-
wezenljjking van bovenstaande beginselen, stelt de
vrjjzinnig-democratische party by die verkiezingen op
den voorgrond Grondwetsherziening in dien zin, dat
mogelijk wordea. invoering van Algemeen Kiesrecht
voor mannen en vrouwen, met toepassing van het
beginsel van evenredige vertegenwoordigingb. eene
samenstelling van de Eerste Kamer, in den geest van
punt 1 der beginselverklaring.
Indien en zoolang die grondwetsherziening niet
bereikbaar is, verlangt zij voor het eerstkomend
wetgevend tydperk de totstandkoming van 1.
Verplichte verzekering tegen ziekte, invaliditeit en
ouderdom. 2. Wetteljjke regeling van het arbeids
contract. 3. Herziening der armenwet. 4. Naasting
van de spoorwegbedryven en exploitatie daarvan door
den Staat. 6. Verbetering van den rechtstoestand
der vrouw.
De Liberale Unie ver
gadert 30 Maart a. s., ter aanvulling
van het Bestuur en behandeling van het
Bestuursvoorstel het Bestuur stelt voor
dat de aanstaande candidaten van de bij
de L. U. aangesloten Kiesvereenigingen
hunne instemming zullen moeten betui
gen met de strekking van het Hervor
mingsprogram.
Tot diakenen bij de
Doopsgezinde Gemeente te Barsin-
gerhorn c.a. zijn verkozen de heeren
C. Blaauboer te Wieringerwaard en
H. Smit te Schagen.
Het onderzoek naar bron-
gas is te Nieuwe TViedorp
met succes bekroond. Bij den heer Van
der Stok zijn een paar putten geslagen,
die overvloed van gas leveren. Alles
wordt thans voor eene geregelde ver
lichting der gebouwen in gereedheid
gebracht.
Ik vrees, dat er al heel weinig voor je zal
zjjn te halen. Ik heb een ander nieuwtje
voor je, dat voor jou, gelukskind, beslis
send voor je toekomst kan worden."
„Daar ben ik nieuwsgierig naar."
„Ik heb evenwel mijn voorwaarden eer
ik je mijn geheim meêdeel."
„Natuurlijk accepteer ik die."
„Ten eerstezwijgen. Slechts IK heb
het recht gebruik van dat geheim te
maken. Ten tweedeeen onvoorwaardelijk
opvolgen van mijn raadgevingen."
„Ik voeg mij naar jouw wil, daar ik
weet, dat ge in mijn belang, als je vriend,
zult handelen. Dus mijn woord."
„Goed. Ik bevind mij in een zeer aan
gename stemming, omdat ik u kan meê-
deelen, dat ik de schrijfster der anonieme
brieven heb ontdekt."
„Dus toch mijn vrouw 1"
„Kraschwitz Ben je dan heelemaal van
alle verstand beroofd, dat je nog één
oogenblik aan de schuld van je vrouw
kondt gelooven Ik kwam door jou met
de sterkste vooroordeelen naar Liebenberg,
maar nadat ik gelegenheid had gehad de
barones en hare dochters vanuit een schuil
hoekje in het park slechts maar een Half
uurtje te bespieden en te beluisteren, ben
ik weggeslopen, beschaamd, en heb bij
mijzelf de gelofte gedaan, dat ik die
menschen nooit meer zal verdenken. Neen,
oude vriend, wanneer ik d&t niet met één
oogopslag kon zien, kon ik mijn ambacht
wel aan den spijker hangen. Ik heb het
steeds nogal goed gekund, een goede
vrouw van een canaille te onderscheiden."
De vrijheer zette groote oogen op en
wilde heel nauwkeurig weten, wat er dan
alzoo in het park was voorgevallen.
„In 't geheel niets bijzonders", vertelde
Bieberitz. „Je dochters speelden met
elkaar en gedroegen zich daarbij zoo ver
rukkelijk, zooals de ware natuurlijkheid
en onverdorvenheid des gemoeds dat alleen
vermogen. Zij babbelden daarna een weinig
met elkaar, zoo geheel als goede, eenvoudige
kinderen doen, die eigenlijk geen denk
beeld hebben van de gemeenheden der
wereld. Dat er in die kleinen niets valsch