Zondag 10 Maart 1901. 45ste Jaargang No. 3608. TWEEDE BLAD. IB6EZ0NDES. FEUILLETON. Anoniem. Binnenlandsch Nieuws. Het vorstelijk paar SCHAKER COURANT. (Niet geplaatste ingezonden stukken wor den nimmer teruggegeven Het Ontwerp tot wijziging en aanvulling van enkele bepalingen der Wet lot regeling van het Lager Onderwijs. Jaren en jaren reeds is er door de onderwijzers in ons geheele land over geklaagd, dat hun arbeid te schraal beloond wordt; dat hun inkomen lang niet evenredig is met de hooge eischen, welke men hun steltin verhouding veel lager is dan dat van andere ambteneren met een veel minder verantwoordelijke betrekking te gering om er fatsoenlek van te leven, niet alleeD, rocals zij dit zelf verlangen, maar ook zooals bun betrekking dat eischt. Er zullen weinig gemeentebesturen zijn, bij wie niet een- en andermaal op verbetering van salaris is aangedrongen. Byna altijd echter was hun stem die eens roependen in de woestijn de meeste gemeentebesturen, vooral die ten platten lande, meenen al gauw genoeg gedaan te hebben voor de onderwijzers, die zij bij zekere gele genheden wel hoogst nuttige menschen noemen,van wie zjj wel erkennen, dat zij een zeer moeilijke betrekking hebben te vervullen, aan wie zjj bij jubileums wel den lof toezwaaien, dat de toekomst van 't vaderland voor een groot deel in hun banden ligt, maar die in weerwil van dit alles dwars dagelijks akelige lastposten voor de gemeente genoemd worden en wat hun werk betreft, zoowat gelijk gesteld worden met veldwachters, brievengaarders en wat dies minder zij. Vandaar gewoonlijk nul op 't request, als de onderwyzeiB zich eens verstonten verhooging van salaris te verzoeken. Ik zeg verstou ten, want werkelijk worden ze stout, brutaal genoemd, waar slechts gevraagd wordtloon raar werk. Was 't niet lang zoo? Is 't niet nog zoo/dikwjjls P Wat behoefde een gemeentebestuur ook toe te staan, wat gevraagd werd P 't Ouderwijs kostte toch al zooveel, en wie meende 't beter te kunnen krygen, moest maar gaanvoor één die ging, kon men wel tien anderen weer krijgen 1 Alleen in tyd van nood, bjj schaarschte, werd het salaris eenigazins verhoogd. De onderwijzer werd een marktproduct. 't Is ontegen zeggelijk waar, vele gemeenten, vooral die met een ve. apreide bevolking, voor welke men dus een betrek kelijk grooter aantal scholen noodig beeft dan elders, worden gedrukt door de uitgaven voor 't onderwijs. Vergelijk Behagen met één hoofd, één schoolgebouw, één schoolhuis op de ongeveer 8000 inwoners met bijv. St. Maarten, dat er drie heeft op de ruim 1000 inwoners, die de gemeente telt. Maar toch ook al te vaak wordt onmacht genoemd, wat niet anders dan onwil is, bijv. waar men in een zelfde raadsvergadering een verzoek der onderwijzers om vei hooging van salaris met een „non possumus" afwees en tegelijkertijd de jaarwedde van den gemeente-secretaris, die door zyu bij-baantjes een kleine f 2000 jaarlijksoh inkomen had, verhoogde. (Histoi isch.) Meer dan eens is er door onderwijzersvereenigingen bij de hooge regeering op aangedrongen, verbetering te brengen in den ellendigen toestandvoorstellen zijn er ingediend voor een salarisregeling, zooals men die noodig oordeelde voor mannen en vrouwen, die zich aan het gewichtige en moeilijke werk, de op voeding der jeugd, wijden, doch de regeering bleef doof en de Staten-Generaal onverschillig voor het gevaar, dat dreigde, 't groote gevaar voor de jeugd, waar bij de onderwijzers eensdeels een geest van moe deloosheid begon in te treden, anderdeels de bestaande toestanden noodzakelijk leiden moesten tot een zich werpen in de armen vim het „vervloekte" socialisme. Toen werden, het waB in 1898, door de Algemeene Vergadering van bet Nederlandsch Onder- w ij z e r s-G enootschap twee voorstellen aange nomen door de afdeelingSchagen ingediend. Het eerste voorstel strekte, om bij de hooge Regeering aan te driDgen op een salaris-regeling, waarbij reke ning gehouden werd èn met de allerdringendste be hoeden èn met het aantal diens'jaren der onderwijzers. Dit voorstel, door de onderwijzers sterds een nood wet genoemd en in Mei 1899 door 't Ned. Ood.- Gen, in veieeniging met den Bond van Nederlandsche Onderwjjzers en de Vereeniging van Hoofden van Scholen in Nederland bij de Regeering ingediend, bevatte de volgende regeling: ROMAN van MARIE STAHL. 32. Bieberitz dacht er lang over na,hoe hij toch achter het geheim zou kunnen komen, zon der dat hij een huiszoeking zou behoeven te houden, daar het niet met zijn plaD overeenkwam, de Staffenhager politie mede in het geheim te betrekken. Hij had èr tot dusverre wel voor opgepast, de politie beambten, met wie hij in verbinding stond, het geringste van zijn verdenking meê te deelen. Wanneer mevrouw Kober de schrijfster was, dan was 't het meest waarschijnlijk, dat ze in den nacht tot deze liethebberij haar toevlucht nam. Op deze veronderstelling bouwde de detective zijn plannen. Hij sloop eiken nacht rondom de villa en bemerkte, dat het venster van de slaap kamer van mevrouw Valerie steeds nog helder verlicht was, terwijl alle andere huisgenooten zich reeds lang ter ruste hadden begeven. De slaapkamer bevond zich op de lste étage en lag aan den kant van den tuin, dus van den straatkant onttrokken aan elk nieuwsgierig oog. Bieberitz was evenwel vast besloten, zijn nieuwsgierigheid te bevredigen, en hij ont dekte, dat hij in de kamer kon kijken vanuit een pereboom, die niet al te ver van het venster stond. Hjj zat nu bijna eiken nacht urenlang in den gemakkelijk te beklimmen boom en sloeg vandaar de bewegingen gade van de schaduw achter de gordijnen. Maar het was onmogelijk, zoo met zeker heid te weten te komen, wat er gebeurde. Wel kwamen de bewegingen van de scha duw hem verdacht voor, maar zich zeker heid verschaffen voor zjjn vermoedens, dat Ouderd. Onderwijz. Onderw. m. hoofdacte. Hoofd. v. 8ch. 18 jaar. f 600. 20 550.— f 750.— 22 600.— 800.— 23 f 900.— 24 650.— 850.— 950.— 26 700.— 900.— ÏOOO 28 750.— 950.— 1050— 30 800 1000.— 1100— Alle verhoogingen voor de akte van hoofdonder wijzer en voor dienstjaren komen ten laste van 't Rijk, Hooiden van scholen genieten vrjje woning of vergoeding daarvoor van de gemeente, onder wijzers op 28-jarigen leeftijd van 't r ij k. Het tweede voorstel strekte om een beweging van Burgemeesters en Wethouders in Nederland in 't leven te roepen, tot het aanbieden van een adres aan de regeering, waarin verzocht werd om een grootere bijdrage van het rijk aan de gemeenten, ten bate der onderwijzers-jaarwedden. Eenige burgemeesters, in verschillende deelen van het land woonachtig, werden voor de zaak gewonnen en na niet zeer langen tijd werd er een adres aan H.M. de Koningin aangeboden,door 18p0,zegge achttien honderd, Burgemeesters en Wethouders onderteekend, waarin, onder meer, het volgende voorkwam „dat sinds Jaren ook buiten den onderwijzersstand de over tuiging gevestigd is, dat de jaarwedden van de „groote meerderheid der openbare onderwijzers, „vooral ten platten lande, onvoldoende „zijndat vele gemeente-besturen, hoewel gaarne „bereid daarin verbetering te brengen, hiertoe „onmaohtig zijn, en dat op dien grond in den laatsten „tjjd o.a. te Haringcarspel, Zijpe, Winkel „en S c h a g e n op een desbetreffend verzoek der „onderwijzers afwijzend werd beschikt; dat zij geen „andere oplossiDg zien van deze voor het onderwijs zoo „belangrijke kwestie, dan een grootere bijdrage van „het ryk aan de gemeenten, ten bate der onder- „wijzerB-jaarwedden." Dat de onderwijzers met deze daad van een zoo groot aantal gemeente-autoriteiten zeer ingenomen waren, is niet te verwonderen en bjj een later adres, door honderden onderwijzers onderteekeud, werd dan ook aan H. M. de Koningin me' eerbiedigen aandrang verzocht, „de in het adies van B. en W. genoemde wijzigingen in de Wet op het Lager Onderwijs te doen aanbrengen, opdat overal een billjjke salarisregeliBg (kon) worden ingevoerd." Twee jaren moest het nog duren eer de regeering aan de wensohen der onderwjjzers tegemoet kwam door het nu onlangs ingediende ontwerp tot wijziging en aanvulling van enkele bepalingen der Wet tot regeling van het Lager Onderwjjs. In hoeverre dit ontwerp overeenkomt met het „vooratel Schagen", moge bljjken uit het vol gende Begeeringsvoorstel. Art. 26. Ouderd. Onderw. Onderw. met Ond. met Hoofd v hoofdacte, verpl. Sch. 18 jaar f 500.hoofdacte. 20 f 600 28 550.— 650— f 750— f 750— 28 600— 700— 800— 800— 33 650— 750— 850— 850— 38 700.— 800— 900— 900— 43 950- Hoofden van scholen genieten vrije woning of ver goeding daarvoor. De indruk, door dit wetsontwerp op de onderwij zers gemaakt, is in 't kort samen te vatten in de woorden„dankbaar, maar niet voldaan". Volgens een gemaakte berekening toch wordt de positie van slechts 30 o/o der onderwijzers en van nog niet de helft der hoofden verbeterd. En inderdaad, teleurstelling heeft het ontwerp gewekt door 't ontbreken o. a. van de bepaling, dat althans de periodieke verhoogingen ten laste van 't Rijk komen want wel kent het in art. 45 aan de gemeenten hooger bijdrage toe voor de jaar wedden der onderwijzers en hoofden, doch deze zijn 8iecht8 zeer gering 60 gld. meer per onderwijzer in aanmerking genomen de zooveel grootere uitgaven, welke de gemeenten, wordt het ontwerp wet, te doen hebben Worden onder de tegenwoordige wet reeds vele gemeenten zwaar gedrukt door de uitgaven voor 't onderwijs, in 't vervolg zal de druk voor meerdere nog wel zwaarder worden en men zal een middel te baat nemen, dat e-ger zal bljjken te z;jn dan de kwaal. Bij elke vacature zal een gemeentebestuur, dat niet in de eerste plaats vraagt naar 't belang van 't onderwjjs, een zoo jong mogelijk onderwijzer ver kiezen boven zijn ouderen collega, omdat hij de gemeente 't minst kost. was hem onmogelijk. Hij hód bijna zijn geduld verloren, want dat half hangen, halt zitten in de takken in de donkere, ruwe herfstnachten, dat was een baantje, dat niet zoo heel aange naam was. Maar eindelijk werd zjjn moeite beloond. Het was heel onstuimig weer hij had dien avond van mevrouw Valerie's gastvrij heid genoten, en bemerkte, dat deze,weinig lust hebbende tot babbelen, zich vroegtij dig wenschte terug te trekken. Zij was verstrooid geweest, zat steeds in gedachten verdiept. Dat had er hem toe gedreven, nog eens in zijn boom te klimmen. Wanneer haar gedrag er hem niet toe had gedrongen, had hij voor dien avond de wacht er aan gegeven, want de regen viel in stroomen neder en de wind huilde door deu tuin en deed den pereboom hef tig schudden. Nauwelijks had Bieberitz zijn observatie post betrokken, of hij feliciteerde zichzelf, dat hij het besluit maar had genomen. Een breede kier in de gordijnen voor mevrouw Valerie's venster, die na het sluiten zeker verschoven waren, maakte het hem mogelijk de geheele kamer te overzien, en zoodoende kon er niets voor vallen of hot moest zijne aandacht trekken. Een hanglamp verspreidde een zacht, maar helder licht over de kamer. Elk voorwerp was zoodoende duidelijk te zien. Op den achtergrond stond een mooi ledi kant met purperroode zijden gordijnen ook hier scheen Valerie haar voorliefde voor rood door te drijven. Verder stond er een mooie toilettafel met grooten spiegel, een divan en eenige kleine tabourets en verder allerlei kleinigheden, die men in de kamer van een verfijnde vrouw vindt. Geheel op zichzelf, van alles algescheiden, stond tegen den wand een eenvoudige, massieve houten tafel, zander een doek of eenig ander bedeksel er over. Het ding paste nu eigenlijk in het geheel niet in de omgeving, 't Was een zeer doelmatige tafel, zoo eene om iets zwaars op te zetten, maar elegant noch mooi. Nu trad mevrouw Valerie binnen met Had de regeering het beginsel aanvaard, in het „vqorstel Schagen" aangegevenalle ver- jhoogingen komen ten laste van 't Ryk, dan eon niet gezocht behoeven te worden naar deu jongsten onderwijzer, het jongste hoofd, maar alleen de geschiktste onder de sollicitanten voor de gemeente de meest aannemelijke zijn. Dat dit, èn in 't belang vaB 't ondqrwjjs, èn in dat der onderwijzers ware geweest, springt in 't oog. Maar wat niet is, kan worden. Neg ejjn er bij amendement verbeteringen in 't ontwerp aan te brengen. Reeds hebben de drie onderwjjzersvereenigingen, het Ned. Ond. Gen,, de Eond van Ned. Ond. en de Yereen. van Hoofden van Sch. een adres gericht aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, waarin zij, onder dankzegging, voor 't door de Regeering voorge stelde, hun teleurstelling niet verzwijgen over het weinig afdoende daarvan, hoofdzakelijk ook wat betreft de tegemoetkoming van wege 'l Rijk aan de gemeenten. De drie genoemde Vereenigingen zeggen daaromtrent in haar adres; „De regeling der staatsbijdragen aan de gemeenten, „ten behoeve van het onderwijzend personeel, is aan „ernstige bedenkingen onderhevig. In het stelsel der „onderwijzers-vereenigingen komen alle verhoogingen „ten laste van den staat. Dat is het meest in het „belang van het onderwjjs. Immers, door op zjjn „standplaats te bljjven, moet de onderwjjzer niet hoe „langer hoe meer drukkend worden voor zijn gemeente- „naren, zoodat zij uit financiëele overwegingen met „verlangen naar zjjn vertrek uitzien. Evenmin moet „het voorkomen, dat het hebben van dienstjaren voor „den onderwijzer een bezwaar is bjj zjjn sollicitaties." Ook vergaderden reeds eenigen der burgemeesters, die in 1899 het initiatief hebben genomen tot het petitionnement der gemeente-autoriteiten en namen het besluit een nienwe adresbeweging onder Burge meesters en Wethouders op tonw te zetten, waarbjj aan 't adres der drie vereenigingen adhaesie zal worden betuigd. Zjj meenden, dat het indruk op de Tweede Kamer moet maken, indien honderden B en W. verklaren met d6 denkbeelden mee te gaan, in het adres der onderwijzers-vereenigingen ueêrgelegd. Binnen enkele dagen zal het adres ook in onze provincie in circulatie worden gebracht en 't is zeker niet een te groot vertrouwen in 't goede doorzicht van Burgemeesterz en Wethouders, wanneer vrjj de verwach ting uitspreken, dat geen hnnner zal nalaten, door zijn onderteekening bljjk te geven van zijn belang stelling voor dat, wat in 't werkelijk belang is èn van 't onderwijs èn van hun gemeente in van de onderwjjzers. Worden wjj in onze verwachting niet bedrogen, dan znllen dezen keer niet 1800, maar het dubbel van dat aantal Burgemeesters en Wethouders hun naam teekenen. Zoo zy het 1 D. O. te Amsterdam. Ook de tweede dag, Woensdag, hoewel in even mindere mate, regen en windi geen weer om feest te vieren Al heel vroeg in den morgen stroomden nit alle richtingen de menschen naar den Dam, waar te half tien de aubade zon plaats hebben. 2000 Mannen en vrouwen, leden van Zangvereenigingen te Amsterdam, namen daaraan deel. Het geheel stond onder leiding van den heer A. Tierie. De begeleiding was door drie muziekcorpsen, n.1. die van de stedeljjke schut terij, van het 5e regiment infanterie en van het 7e dito. Waar men het oog ook liet gaan, overal menschen Menschen voor de ramen, op de baleons, op de daken, zelfs boven op de Nieuwe Kerk. Even voor half tien betrad de leider een verheven heid, het vorsteljjk Paar nam plaats voor een der balconramen, de dirigeerstok werd opgeheven en daar klonk heerljjk over den Dam het koraal uit Lobegesang van Mendelssohn, woorden van N. Beets. 't Was een éénig oogenblik, 't lied werd door die honderden zangers mooi gezongen. Een donderend hoera barstte daarna los en het hooge Paar kwam op het balcon. De Koningin was gekleed in een crème-kleurig toilet met bont, de Prins in de uniform van Schout- bjj-nacht. De Koningin trad blootshoofds naar bniten. De ovatie haar kamermeisje, dat zij dadelijk weer wegzond en waarna zij de deur afsloot. Daarna trok ze haar witte japon uit en een eenvoudige wollen ochtendjapon aan, maar ze deed het achteloos, zonder op het kleeden te letten, net als iemand die met hare gedachten bij geheel iets anders is. Bieberitz begon te beven van ongedul dige verwachting om te zien of zijne ver moedens bewaarheid zouden worden, en of mevrouw Valerie soms ook het slecht ge sloten gordijn bemerken zou en de gor dijnen beter zou toehalen. Maar zij lette niet op het venster en zjj keek zelfs niet één enkele maal in die rich ting, alsof zij geloofde voor elk bespieden vanaf den tuinkant veilig te zijn. Daar waren geen huizen, welker bewoners lastig konden zijn. Nadat zij nog haar schoenen voor een paar gemakkelijke pantoffels had verwisseld, schoof ze de tafel, die onzen detective al reeds verdacht was voorgekomen,wat dichter onder de lamp. Zij stond een oogenblik als in diepe gedachten verzonken, de han den op de tafel geleund, en Bieberitz telde de seconden, die hem eeuwen toe schenen. Dan stapte ze snel besloten naar een wand der kamer, die plotseling, toen ze op een knopje drukte, opendraaide. Bieberitz boog zich ver voorover, zoodat geen enkele beweging der schoone vrouw hem ontging. Hjj lette niet op den kouden regen, die zijn kleeren doorweekte, noch op zjjn stramme vingers, die den tak krampachtig moesten omklemmen, om den noodigen weerstand te bieden aan den hef- tigen wind. Hij gevoelde niets anders dan zjjn triomf, want voor zjjn oogen nam mevrouw Valerie een schrjjfmachine uit de kast, zette haar op de leege tafel en begaf zich dadelijk aan den arbeid, daar ze concepten begon over te schrijven. Nu was de detective zoo zeker van zijn zaak, dat dit elegant slaapvertrek het ge heime nest was waarin de anonieme brieven werden uitgebroed, alsof hjj ze zelf gelezen had. De sohrjjfster hield een enkele maal was grootsch. Daarna werden geiongen achtereen volgens het Zegekoor uit het Oratorium Jorna van Handel, Hollands Glorie van Hol, Feestlied bjj bet Huwelyk onzer Koningin, ook van Hol, dan het oude Wilhelmus. De aubade was een schitterend nummer van het programma en het was gedurende de uitvoering der liederen gelukkig droog. De cour ten hove voor commissiën en deputatiën was heel druk bezocht. 's Middags te ruim kwart over twee reden de Koningin en de Prins in de Gouden Koets naar het Ryksmnsenm. De Koningin-Moeder en de Hertog regent volgden in een open rjjtuig Dat was de tweede, voor de Amsterdammers de mooiste optocht, want bjj deze gelegenheid maakten de Koningin en haar Gemaal gebruik van de gouden koets, het geschenk van 't volk der hoofdstad aan H. M. bij Haar troonsbeklimming en bestemd om Haar als bruid ter kerke te rjjden, zooals op den 7n Februari 1.1. geschiedde. De stoet werd voorafgegaan en gesloten door een commando cavalerie; voor het Koninkljjk rijtuig reed een gedeelte van de eerewacht te paardnaast de gouden koets rechts de commandant der eerewacht, links de ordonnans-officier luit London. Onmiddelljjk achter de prachtige bruidskoets volgde die van H. M. Koningin Emma en den Hertog-Regent en daarachter kwam 't tweede gedeelte van de eere wacht. Vervolgens een lange rjj van hofkoetsen met Vorsteljjk gevolg, ook twee heeren van het hof des Hertogs enkelen gingen ook vooraf, nl. die van de opper» en kamerheer-ceremoniemeesters. Onder even groote uitingen van geestdrift als bjj de inkomst, togen de Vorstinnen en Vorsten naar 't Museum, overal toegejuicht en toegewnifd door de ook nu weer in ontelbare massa saimgestroomde stedelingen en bnitenlui. Aan het Museum wachtte H. M. en H. D. Ge maal en gasten een grootsche huldebetooging. Omringd door den gemeenteraad van Amsterdam, nam het Vorsteljjk gezelschap met gevolg plaats op een estrade in de groote zaal van het Museum en terwjjl de leerlingen der Vereeniging tot verbetering van den volkszang en de leerlingen van de muziek school der Maatsch. tot bevordering van Toonkunst een allerliefst gemengd koor, wederom door deu heer Ant. M. Tierie geleid,achtereenvol gens verschillende liederen zongen, defileerden eenige duizenden corporatiën met haar vaandels voor het Koninklijk echtpaar en de Koningin-Moeder en den Hertog-Regent. Er waren in hun turners-, weerbaarheids- en andere costumes heel mooie groepen bjjhet geheel was een imposante volkahulde. Maar het bleef niet bjj dit défilé. Er werd ook een hnlde-adres aangeboden, dat door H. M. en Z. K. H. met veel welgevallen werd aanvaard. 's Avonds 8 nur Bal ten Hove. De zalen boden een schitterenden aanblik met al dia dames in fraaie avondtoiletten en de tallooze uniformen. Daar waren de gezanten in hunne kleedjj vol gond en ridderorden de consuls der verschillende landen Commissarissen der Koningin van alle provinciën; leden van de Provinciale Staten en van den Gemeente raad van het Gerechtshof en de Rechtbank, allen in hnnne staatsierokkende burgemeesters van de Noordhollandsche gemeentenofficieren van alle wapens, alsmede vele officieren van Pruisische regimenten, die zeer de aandacht trokken. Er waren civiele en militaire autoriteiten zonder tal, enz., enz. Precies te negen uur wordt op eenmaal door de kamerheeren een middenpad gevormdop het gegons volgt plotseling een diepe stilte, de opper- ceremoniemeester kondigt de komst der Koningin aan, en daar schrjjdt door de rjjen Harer gasten de Koningin derNederlanden aan den arm van Haar Gemaal. De Vorstinne droeg een prachtig avondkleed van gedamaseerd wit satijn, waarover een fraai kanten overkleed. Op het hoofd prijkte een diadeem van fonkelende saffieren, robjjnen en smaragdenom den hals lag een schitterend collier van edelgesteenten bovendien droeg Hare Majesteit het Grootkruis van den Nederlandschen Leeuw en de Mecklenbnrgsche Huisorde; de Prins-Gemaal was weder gekleed in de uniform van schout-bij-nacht en droeg ook het Grootkruis van den Nederlandschen Leeuw. Achter het Echtpaar volgde Hare Majesteit de Koningin-Moeder in een paars-fluweelen avondtoilet, fraai met borduursel bedekt en den wednwe-siuier, terwijl zij een schitterenden diadeem op het hoofd droeg. Ook de Koningin-Moeder was getooid met de orde van den Nederlandschen Leeuw en schreed voort aan den arm van den Hertog-Regent van Mecklenbnrg, De Koningin en de Prins onderhielden zich vriendelijk peinzend op, en terwijl zjj het hoofd zinnend achterover wierp, viel het lamp licht vol op haar gelaat. Haar halfgeopende lippen lachten, een wellustig lachje, en in haar oogen was een onaangenaam schitteren. De detective wist, dat hij hier met een verdorven vrouwennatuur te doen had, die bevrediging behoefde voor hare lusten en be geerten, die genoot bij het leed, dat ze anderen aandeed. Hjj keek onophoudelijk naar de schrijf ster, totdat deze haar werk had geëindigd en de schrjjfmachine met alle verdere in grediënten weder in de kast had geborgen. Dan verliet hij haastig zijn observatie post. Hjj werd zoo meêgesleept door de voldoening, dat zijn gedachten bewaarheid waren, en door zijn naaste toekomstplannen, dat hjj er heelemaal niet aan dacht, nog verder te kijken naar wat Valerie ging doen. Hij snelde naar het logement van man neke Pieper, en zoodra het dag was, wilde hij een brief naar den vrijheer Von Krasch- witz zenden, met het verzoek den eersten den besten trein te nemen en naar hem toe te komen. Het lot voorkwam ditmaal zjjne wenschen reeds heel vroeg werd er den volgenden morgen aan zjjne kamerdeur geklopt en trad de vrijheer onverwachts bjj hem binnen. HOOFDSTUK XXXV. „Parbleu, Kraschwitz je bent mij steeds een zeer welkom bezoeker, maar ik ge loof, dat je nog nooit zoo welkom zjjt geweest als nu Met deze woorden begroette hjj zijn bezoeker en liet hem op de sofa plaats nemen, waar hij zelf zijn morgenkoffie zat te genieten. De vrijheer, die er zeer opgewonden en toch mistroostig uitzag, viel met een zucht op de sofa neer. „Raad eens wat mjj hierheen voert Een groote gebeurtenis lang verwacht maar nu toch nog verrassend. Tante Wanz- low is dood." „Ah dat is een groot nieuwtje. Ik zou haast zeggen, ik feliciteer je. Maar wat nut heeft dat sterven nu nog voor je [met verschillende gasten en er werd druk gedanst. Half twaalf ongeveer trokken het Vorsteljjk Echtpaar ,en de Koningin-Moeder en de Hertog-Regent zich in hnnne vertrekken terug. (Zie vervolg lste Blad.) In verband met de verzonden op- roeping voor de vergadering van vrijzinnig-demo craten, op Zondag 17 Maart a.s. te UTRECHT te houden, wordt door de Besturen der Vrijzinnige Kiesvereenigin- gen „Arnhem" te Arnhem en „Eendracht maakt Macht" te Middelburg medegedeeld, dat onderstaande ontwerpen eener voorloopige beginselverklaring en van een verkiezingsprogram op die bijeenkomst tot grondslag der besprekingen znllen worden gemaakt Ontwerp eener voorloopige begin selverklaring. De vrjjzining-democratiscbe partij stelt zich ten doel een georganiseerd optreden te bevorderen van alle democratisch gezinde vereeni gingen en personen, die zich met de onderstsande beginselen vereenigen1 De vrijzinnig-democratische partij streeft naar ontwikkeling van onzen constitutio- neel-parlementairen regeeringsvorm in democratischen zin. Te dien einde verlangt zjj toekenning van het recht tot deelneming aan de verkiezingen voor de vertegenwoordigende lichamen aan alle manneljjke en vrouwelijke meerderjarige Nederlanders. 2. Zjj ontkent de juistheid van het standpunt, dat de klassenstrjjd eene noodzakelijke voorwaarde is voor maatschappelijken vooruitgang, en verwerpteenerzijds het streven naar opheffing van het persoonlijk eigen domsrecht op productiemiddelen, anderzyds de meening, dat de Staat in het economisch leven zijner burgers slechts noodgedrongen, schoorvoetend, bij volstrekte onvermjjdeljjkbeid, behoort in tegrjjpen. Tegenover gemeenschappelijk eigendom en gemeenschapsalmacht als beginsel en eindpunt van het politieke streven aan den eenen, privaat eigendom en particulier initiatief als het principieel alleen deugdeljjke aan den anderen kant, stelt zjj dat wegneming van de maatschappelijke oorzaken der ongelijkheden tusschen de leden van het volk ten aanzien van hunne ontwikkelingsvoorwaarden het doel moet zjjn, waarop telkens binnen de mate van het bereikbare moet worden aangestuurd. Ontwerp verkiezingsprogram. Ten einde de komende verkiezingen voor de Tweede Kamer zooveel mogeljjk dienstbaar te maken aan de ver- wezenljjking van bovenstaande beginselen, stelt de vrjjzinnig-democratische party by die verkiezingen op den voorgrond Grondwetsherziening in dien zin, dat mogelijk wordea. invoering van Algemeen Kiesrecht voor mannen en vrouwen, met toepassing van het beginsel van evenredige vertegenwoordigingb. eene samenstelling van de Eerste Kamer, in den geest van punt 1 der beginselverklaring. Indien en zoolang die grondwetsherziening niet bereikbaar is, verlangt zij voor het eerstkomend wetgevend tydperk de totstandkoming van 1. Verplichte verzekering tegen ziekte, invaliditeit en ouderdom. 2. Wetteljjke regeling van het arbeids contract. 3. Herziening der armenwet. 4. Naasting van de spoorwegbedryven en exploitatie daarvan door den Staat. 6. Verbetering van den rechtstoestand der vrouw. De Liberale Unie ver gadert 30 Maart a. s., ter aanvulling van het Bestuur en behandeling van het Bestuursvoorstel het Bestuur stelt voor dat de aanstaande candidaten van de bij de L. U. aangesloten Kiesvereenigingen hunne instemming zullen moeten betui gen met de strekking van het Hervor mingsprogram. Tot diakenen bij de Doopsgezinde Gemeente te Barsin- gerhorn c.a. zijn verkozen de heeren C. Blaauboer te Wieringerwaard en H. Smit te Schagen. Het onderzoek naar bron- gas is te Nieuwe TViedorp met succes bekroond. Bij den heer Van der Stok zijn een paar putten geslagen, die overvloed van gas leveren. Alles wordt thans voor eene geregelde ver lichting der gebouwen in gereedheid gebracht. Ik vrees, dat er al heel weinig voor je zal zjjn te halen. Ik heb een ander nieuwtje voor je, dat voor jou, gelukskind, beslis send voor je toekomst kan worden." „Daar ben ik nieuwsgierig naar." „Ik heb evenwel mijn voorwaarden eer ik je mijn geheim meêdeel." „Natuurlijk accepteer ik die." „Ten eerstezwijgen. Slechts IK heb het recht gebruik van dat geheim te maken. Ten tweedeeen onvoorwaardelijk opvolgen van mijn raadgevingen." „Ik voeg mij naar jouw wil, daar ik weet, dat ge in mijn belang, als je vriend, zult handelen. Dus mijn woord." „Goed. Ik bevind mij in een zeer aan gename stemming, omdat ik u kan meê- deelen, dat ik de schrijfster der anonieme brieven heb ontdekt." „Dus toch mijn vrouw 1" „Kraschwitz Ben je dan heelemaal van alle verstand beroofd, dat je nog één oogenblik aan de schuld van je vrouw kondt gelooven Ik kwam door jou met de sterkste vooroordeelen naar Liebenberg, maar nadat ik gelegenheid had gehad de barones en hare dochters vanuit een schuil hoekje in het park slechts maar een Half uurtje te bespieden en te beluisteren, ben ik weggeslopen, beschaamd, en heb bij mijzelf de gelofte gedaan, dat ik die menschen nooit meer zal verdenken. Neen, oude vriend, wanneer ik d&t niet met één oogopslag kon zien, kon ik mijn ambacht wel aan den spijker hangen. Ik heb het steeds nogal goed gekund, een goede vrouw van een canaille te onderscheiden." De vrijheer zette groote oogen op en wilde heel nauwkeurig weten, wat er dan alzoo in het park was voorgevallen. „In 't geheel niets bijzonders", vertelde Bieberitz. „Je dochters speelden met elkaar en gedroegen zich daarbij zoo ver rukkelijk, zooals de ware natuurlijkheid en onverdorvenheid des gemoeds dat alleen vermogen. Zij babbelden daarna een weinig met elkaar, zoo geheel als goede, eenvoudige kinderen doen, die eigenlijk geen denk beeld hebben van de gemeenheden der wereld. Dat er in die kleinen niets valsch

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1901 | | pagina 5