r
L S. B8SHSIA,
Jol. m
Altaar.
Zondag 28 April 1901,
458te Jaargang No 3622.
DERDE BLAD.
rSei nicht bös'
Gemengd Nieuws.
DeWet has crossed the railway
Binnenlandsch Nieuws.
(Me laboietateü Kasten,
laloiiieMiten Tatels en ölielafels.
BILJARTLAKENS.
D. A. Wisssilnk,
Noord-HolSaodscSi
Grofidoredlet.
te Ataar.
Kapitaal f I.ÖOO.OÖÖ.—
Jan van der Maaten.
J. P. Wapeaar.
deNatuur-V/ollen
Ondergoederen
t
van
ZIJ.
Het was eigenlijk nog te warm, om nu al
te gaan dansen. Dat was zelfs de meening
van de meest danslustige jonge dames, en
daarom gaven zij er de voorkeur aan, nog
wat in den grooten tuin rond te wandelen,
hier en daar een roos te plukken en te luis
teren naar de nachtegalen, die in het zware
geboomte, heel achter in den tuin, bij het
prieel, hun klokken-helder geluid lieten hooren.
Men bevond zich in den tuin van den
groothandelaar Bekker, het hoofd der firma
Bekker en Mansholt, die heden zijn vijf-en-
twintig-jarig huwelijksfeest vierde, en ter
gelegenheid hiervan een luisterrijk feest liad
aangeboden, dat zou eindigen met een bal-
champêtre.
Het voorstel om nog niet met het bal te
beginnen, werd door allen met kracht onder
steund, en eenige oogenblikken later was het
geheele gezelschap wijd en zijd door den tuin
verspreid. Onder de achterste paren, die lang
zaam het met kiezel bestrooide pad afdwaal
den, behoorden twee jongelui, wier onderhoud,
althans in den aanvang, niet erg levendig
was.
Een poos liepen zij naast elkaar voort, tot
dat de jonge man, die, blijkens zijn energieke
hoofdbeweging, een vast plan had gevormd,
het naast hem gaande jonge meisje aansprak:
„Het was mij zeer aangenaam u hier te ont
moeten, juffrouw Keerkman, om meer dan
één redenin den afgeloöpen winter heb ik
het geluk gehad, u meer dan eens te spreken,
en die enkele malen zijn genoeg geweest om
u lief te krijgen."
„Maar, meneer Veerman viel hem het
jonge meisje in de rede.
„Och, laat mij nog even doorgaan, nog
even mijn zaak bepleiten," zeide Willem
Veerman„ik weet maar al te goed hoe
ver de afstand is, die ons scheidtik weet
het, dat gij, de erfdochter van een der
Amsterdamsche patriciërs-families, ver boven
mij, een armen handelsbediende, staatmaar,
het kan verkeeren, en 't zal verkeerenals
gij mij hoop geeft, dan zal ik weten te
overwinnen, en ik zal niet tot. u komen
voor ik uw gelijke ben."
Anna Keerkman, die het laatste deel van
Willem's met ontroering, maar toch met
vastberadenheid uitgesproken woorden zwij
gend had aangehoord, nam meer dan een
paar minuten om haar antwoord te formu
leeren.
„G-ij zult begrijpen, meneer Veerman, dat
uw woorden al zeer onverwacht komen, en
dat ik ze niet had vermoed, anders
„Anders Ga voort
„Welnu, anders waart gij mijn cavalier
niet geweest
„Dus een afwijzing klonk het dof.
„Heden avond nog zult gij mijn besluit
wetenen laten wij nu over wat anders
praten."
Willem Veerman had zichzelf zeker niet
opgehemeld, toen hij zich een arm handels
bediende noemdehij had anders kunnen
zeggen, dat hij over korten tijd naar Zuid-
Amerika en China zou gaan, om voor de
firma Bekker en Mansholt nieuwe connecties
aan te knoopen, die, zoo zij slaagden, hem
een deelgenootschap in de oude firma zouden
verschaffen. Hij had voor de patricische
jongedame willen verschijnen zooals hij was,om
te zien, of hij om zichzelf alleen bemind
zou worden.
Anna Keerkman was, en 't was jammer
dat Willem zulks niet had geweten, niet het
meisje om zich boven standsverschil te plaatsen.
Haar vader en moeder hadden 't haar het
geheele 24-jarige leven lang voorgepredikt,
dat zij een patricische was, dat zij een naam
had op te houden, en terwijl zij, toen Willem
sprak, werkelijk een oogenblik al de stem
van haar hart hoorde, toen zij den tuin
waren doorgewandeld was zij er zich bewust
van, wat zij zon antwoorden.
„Daar is Anna t" klonk het, toen de beide
wandelaars, ongeveer de laatsten, op het
plein, waar gedanst zou worden, verschenen,
en daar trad haar een deputatie van ouderen
en jongeren tegemoet, die haar, onder veel
complimentjes, verzochten, een liedje te zin
gen, „een liedje, waar allen wat aan hebben,"
voegde een der afgevaardigden er bij.
Nadat de gebruikelijke weigering voor de
hernieuwde aanvraag was ingetrokken, was
Anna voor de piano gegaan, en na een korte
prelude gaan zingen. Zij wist, wat men het
liefst hoorde, en gaf eenige melodische liede
ren ten beste, die zeer in den smaak vielen.
Zij was al voornemens met haar voordracht
te eindigen, toen zij op eens ontwaarde, dat
Willem Veerman haar aanzag. Zij glimlachte
even, preludeerde nogmaals en zong toen het
in dien tijd nog niet door ieder gezongen
„Sei nicht bös'." Droomerig staarde Anna
voor zich uit, tot zij bij het refrein kwam
toen keek zij op, en zag in de richting, waar
zij wist, dat Willem Veerman stond, en hem
strak aanziende, zong zij
„Sei nicht bös', denn es kann ja nicht
sein
Willem wist haar oordeel. Een half uur
later had hij, na slechts de polonaise te heb
ben medegedanst, afscheid genomen.
HIJ.
Het is drie jaar later.
In het salon van den heer Bekker, waar
straks de gasten zullen verschijnen, staan een
drietal personen; de heer Bekker, de groote
Koopman, wiens kantoor met alle beteeke-
nende plaatsen in de wereld in handelsbe-
ti ekkmg staat, een vijftigjarig man, die met
trots kijkt naar het jonge paar, dat voor zijn
raam staat te praten, zijn dochter en zijn
c°™p;p°n Willem Veerman.
Willem was ruim twee jaar in Zuid-Ame
rika en China geweest, en dat zijn werk
zaamheid daar vruchten heeft gedragen, zou
net grootboek der firma Bekker en Mansholt
kunnen uitwijzen. Zonder eenige aarzeling had
dan ook de lieer Bekker, die geen zoons had,
den jongen Veerman als vennoot in zijn zaak
opgenomen, en het was van heeler harte, dat
zo° ®von zijn toestemming had gegeven,
toen Willem en zijn dochter hem hadden
gevraagd, zijn toestemming tot hun verloving
Hij had den jongen, energieken
man lief gekregen, die getoond had het ware
oopmansgenie te bezitten. En dat hij niet
v erkeerd had gezien, hadden hem de woorden
van zijne grootste [handelsvrienden bewezen,
die hem gelukwenschten met de benijdbare
aanwinst zijner firma.
Straks, als de gasten er waren, zou de oude
heer hun mededeelen, in welke nadere betrek
king Willem tot hem zou komen.
De schel ging voor de eerste maal, en toen
de pendule zeven uur sloeg, waren alle gasten
aanwezig. Onder hen zijn er verscheidenen,
die ook op het bal-champêtre waren, ook
Anna Keerkman, die in de drie jaar. die ver-
loopen zijn sedert dat feest, Willem Veerman
niet heeft ontmoet.
Zij heeft van Willem's slagen gehoord, en
hij is voor haar als firmant van Bekker en
Mansholt een heel ander persoon dan de
jonge handelsbediende. Bovendien is Anna
al 27 jaar, en wat vroeger slank heette,
noemt men nu mager, wat vroeger versiersel
werd genaamd, betitelt men nu spottend met
den naam van opschik. Er zijn er zelfs die
beweren, dat ook kunstmiddelijes worden
gebruikt om het gelaat piquant te maken.
Daar, op eens zag zij Willem Veerman
voor zich, nu gerijpt en zich in de deftige
omgeving, waartoe hij par droit de conquête
behoort, thuis gevoelend, en weer en luider
spreekt de stem des harten, die zij thans niet
spotachtig tracht te smoren.
Voor het diner zat men nog een oogenblik
met elkaar te praten en toen Willem Anna
het laatst daar wist zij voor te zorgen
had begroet, nam zij de gelegenheid waar, om
hem naast zich plaats te doen nemen. Met
een paar der naast hem zittenden waren zij al
gauw in druk discours gewikkeld en het scheen
Anna te ontgaan, hoe Willem's blikken steeds
weer afdwaalden naar Mary Bekker, die een
levendig gesprek met haar vader voerde.
De gesprekken, die onder een diner gehou
den worden, zijn niet altijd geestvol, en die
vóór het diner zijn het nog minder. Zoo ook
dit.
„Wat zeg je wel van het engagement van
Cato van Loon vroeg Anna aan een der
naast haar zittende vriendinnen.
„Ja, wat zal men daarvan zeggenmen
wil weten, dat zij nog al avances heeft
gemaakt".
„Dat heb ik ook gehoord", zeide een der
andere dames.
„Affreus", riep een derde.
„Och kom", liet Anna hooren, „zoo erg is
toch niet, vindt u wel, meneer Veerman
Veerman die nog steeds Mary met zijne
blikken volgde, keek Anna aan.
„Erg vind ik het niet, mejuffrouw", zeide
Willem, zeer koel, „voornamelijk als de
bewuste dame zich schuldig gevoelt. Als zij
er zich van bewust was, dien man onrecht te
hebben aangedaan, .hem door coquetterie van
zich te hebben gestooten, dan vind ik het,
als zij op deze wijze schuld bekent, mits
zonder bijbedoeling het tegendeel van erg
en verkeerd."
Willem had deze woorden zonder de minste
bedoeling gesproken, maar Anna vatte ze op
als een soort tegemoetkoming, als een soort
inleiding. Van ter zijde keek zij Willem aan;
zij zag zijn energieke trekken, zijn vastgeslo-
ten mond, zijn fonkelende oogen, en zij nam
het besluit nog dezen avond avances te doen
natuurlijk zal hij mij wel halverwege tege
moet komen, dacht zij.
Men begaf zich naar tafel, en voor Willem
zich naar Mary kon begeven, had Anna zich
reeds van zijn arm meester gemaakt. Voor
'een snuisterij, iat op een tafeltje stond, bleef
zij een oogenblik staan, zoodat zij als laatste
paar in de kamer bleven.
„Meneer Veerman, herinnert gij u nog het
gesprek, dat wij voor drie jaren hadden, en
de vraag die gij mij toen hebt gedaan
„Zeker, mejuffrouw," luidde het bedaarde
antwoord.
Eenig zwijgenAnna keek verlegen naar
den grond, en fluisterde toen
„En
„Sei nicht bös', denn es kann ja nicht
sein," neuriede Willem zacht, even spottend
„mag ik u nu naar uw plaats brengen
ging hij iets luider voort.
Anna was de eenige, die een uur later niet
van harte met Mary aanstiet, toen de oude
heer Bekker met van vreugde trillende stem
het engagement van zijn dochter met zijn
compagnon had bekend gemaakt.
W. B.
Door bemiddeling van
een vriendelijk lezer ontvingen wij van
een der Boerengevangenen, die thans in
Portugal is en tal van gevechten heeft
medegemaakt, de volgende herinneringen
aan een spoorwegovertocht door De Wet
(De Wet is den spoorweg overgetrokken.)
Hoe dikwijls leest men niet het boven
staande in de Engelsche oorlogsberich
ten Sta mij nu toe om te vertellen
op welke wijze zulk een „crossing" eens
geschiedde.
Het was na de inname van Bethle-
hem, en wij waren in de bergen van
Fouriesberg omsingeld, „alweer vas'ge-
keer", zooals wij zeiden. Maar De Wet
liet zich niet lang aan een lijntje houden.
Hij gaf order aan Prinsloo om met 4000
burgers zijn man te staan, en vertrok
zelf met 2000 paardenruiters op weg
naar Transvaal, alwaar de omstandig
heden de tegenwoordigheid van president
Steyn vereischten. Deze, met zijn Uit
voerenden Baad, deelde onze gevaren en
gebreken, en stelde op nog vaster grond
zijn roem dan d e jonge staatsman van
de Afrikaansche geschiedenis.
Wij trokken in den nacht door den
omliggenden vijand heen, zonder dat hij
ons eerst kon raak zien. Maar die an'er
dag was die duiwel los, want kijk daar
agter ons staat 'n stofwolk, en ons weet
al te goed wat die wolk beteeken'
Kbakis. Onze wagens trekken sneller
voort. De adjudanten schreeuwen „Alle
perreruiters achterblij
Wij bleven dan ook achter, en
gelukte het ons den vijand terug te
slaan. Laat dien avond kwamen wij
weêr bij de wagens gelagerd. Om uit
zooveel vuren de uwe uit te kennen is
een bietje moeilijk. Men rijdt dus rond,
roepende
„Heilbronl Bron-Bron! Bron des heils!"
„Frankfort, Fort, Fort, Fraankfo-ort
Dan komt het antwoord
„Hiernatoe !u
„Waarnatoe
„Diekantoe I"
Dit woord „diekantoe" wordt gewoon
lijk beschouwd als een eerste klas aan
duiding, en net zoo goed als een land
kaart.
Piet rijdt dan diekantoe, en vindt zijn
wagen. Hem wordt een kopje warm
koffie gegeven, dan vraagt men
„Hoe lijken dit P Hoe het dit gegaan P"
„Nee, ons het hulle daarom gekeer'.
Hulle trek nou diekantoe.*
„Het daar van onze mense zeer gekrij
„Ja, twee is doodgeschiet, en drie is
gekwes'. Piet van Tonder het die ko'e!
in die bout. Ik het mij amper ziek ge
lach' ver hom. Hij v!ie' daar rond nes
'n mal draak
„En wie 's die anner mense P"
„Nee, hulle's van Betlemse mense. Ken
hulle nie."
„Daarom jammer van die arme kerels
laat hulle moet zoo pure voorniet dood
geschiet word Die Heere zal nog een
dag die Engelsman tuck'."
Zoo gingen we voort, steeds lijdende
en strijdende, om nu eens poëtisch te
worden,totdat wij eindelijk op een zekeren
achtermiddag nabij die spoorlijn kwamen.
Wij hadden dien ochtend bij een boeren
plaats aangereden, eu de lieve bekom
merde huisvrouw schonk ons een brood
en de volgende aanmoediging
„Ja, mij neefies, die Engelse weet goed
dat jullie aankomn Odb het gehoor dat
hullie die spoorweg goed verschans' het.
Ag, mij liewe kindertjes, wees toch
voorzichtig, dat die vijand jullie nie alle
maal doodschiet nie
„Nee, tante, ons zal hem in die oog
hou, gloo ver ons 1"
Vanavond moeten wij de spoorlijn
over.
Stelt u voor een donkeren nacht, drie
honderd rijtuigen in vier rijen getrokken,
twee duizend man in groepjes op het
gras zittende, toom in de hand, geweer
op rug, schertsend, lachend.
„Opstijgen 1"
Twee vleugels werden uitgezonden,
links en rechts
Daar komt commandant Botha, met
een sjambok gewapend.
„Nou kerels, vóór is banje buitachter
is net een achtersambok. Voorwaarts
De Wet is hier, daar, en overal, met
zijn wit trippelaar. Zachtjes voorwaarts.
Geen lucifers trekken Geen luid spreken.
Nog vijf minuten.
„Zie, de licht!" Het is een trein.
Stadig, heel stadig, gaat het voorbij.
Slapen de passagiers soms P
Nu zijn wij er. Hier komt weer een
trein. De Wet springt af, en zet een
klip op de spoor. De locomotief raakt
daaraan, en stopt. De stoker klimt af,
lantern in hand, en ruimt den steen
weg.
„Some cowardly Boer again 1"
„Schieten, commandant fluistert een
jonge rapportganger.
„Volstrek nietantwoordt De Wet.
De trein gaat langzaam voort om door
onzen rechtervleugel te worden buitge
maakt, terwijl wij hier met al de wagens
ongehinderd overgaan.
Dan snel voorwaarts, en eindelijk, na
veertien uren trekken, spannen wij uit,
moede, doch vol moed. Hbld.
Bresci krankzinnig. Uit
Rome wordt bericht, dat Bresci, de
koningsmoordenaar, totaal krankzinnig
geworden is.
Een brandladder.
Te München is door het gemeente
bestuur een brandladder aangekocht, door
den heer Schapier, directeur der brandweer
te Frankfort, ontworpen. Deze ladder is
25 meter hoog en geheel van staal,
bestaat uit 4 deelen en wordt door lucht
druk opgericht. De thans gebruikelijke
ladders eischen 31/2 minuut ongeveer voor
de plaatsing en den arbeid van 8 man
schappen. De nieuwe kan door één man
in 1 minuut gesteld worden en tevens
kan een spuitgast met de slang in de
hand naar boven worden getild, zoodat
na 65 seconden water kan worden gege
ven. De opstelling geschiedt met een
luchtdruktoestel van 11 atmosfeeren.
Het gewicht van den wagen met de
ladder, 5 brandwachts en verdere benoo-
digdheden is 3600 kilo en de wagen
kan door twee paarden worden getrok
ken. Er kan een wagen met koolzuur
aan worden gekoppeld, voor den noodigen
druk totdat de aansluiting aan de waterlei
ding is verkregen, en er worden 2 fles-
schen met 20 kilo koolzuur als reserve
meegenomen. De proef te München
heeft zoo goed voldaan, dat gelijk
reeds gezegd is tot aanschaffing van
zulk een ladder werd besloten.
Een feeks.
Groote opschudding is de vorige week
te Parijs verwekt door het gerucht dat
een hertrouwde vrouw was gevangen
genomen onder de verdenking dat zij
haar verdwenen tweeden man had ver
moord en het lijk ergens bad verborgen.
Daar ook de eerste man spoorloos was
verdwenen, rees het vermoeden dat ook
deze door haar was verdonkeremaand. Er
i werden omvangrijke onderzoekingen en
opgravingen gedaan, die tot niets leidden.
Thans heeft de justitie nagenoeg de
zekerheid gekregen dat de beide eebt-
genooten enkel zijn weggeloopen omdat
zij het bij vrouwlief niet langer konden
uithouden. De eerste is naar men
heeft ontdekt vermoedelijk te Chicago
i de ander schijnt zelfmoord te hebben
gepleegd, maar dat staat nog niet vast.
In allen gevalle zal de vrouw enkel
worden vervolgd wegens bigamie, omdat
zij is hertrouwd, wetende dat haar eerste
man nog in leven was.
Een ontploffing.
Frankfort a./d. .Main, 25 April. Heden-
namiddag te 33/t uur had met een tot
hier hoorbaar, donderend geluid een
ontploffing plaats van een ketel der
chemische fabriek „Elektron" te Gries-
heim, een plaatsje in de nabijheid van
Frankfort. De fabriek staat in brand.
Men vreest dat een groot aantal men-
schen verongelukt zjjn.
Later telegram Door de hedenmiddag
plaatB gehad hebbende ontploffing van drie
ketels in de chemische fabriek „Elektron"
te Griesheim, ontstond een zwaro brand
in de fabriek. Ook de fabriek „Schwan-
heim" aan de andere zijde van de Main
staat in brand. Het aantal dooden
bedraagt 50, het aantal gewonden
honderdveertig.
Toen keizer Wilhelm
laatst te Kiel was, bracht hij 's avonds
tegen elf uur een bezoek aan het oplei
dingsschip Charlotte, om de kooien van
de adelborsten te zien. Nadat hij de
hutten van zijn zoon en van een van de
officieren had bekeken, ging hij naar de
kooien van de adelborsten. Zij sliepen
en het electrische licht bescheen al de
hangmatten. „Ik begrijp niet, dat de
adelborsten bij dit helle licht kunnen
slapen", zeide de Keizer. „Zeker wel,
Sire", antwoordde de commandant, „zij zijn
flink moe na hun gewonen dienst". „Ik
wil toch eens zien, of die luidjes werkelijk
slapen", hernam de Keizer, een beetje
ongeloovig. Hij trok hard aan een van
de hangmatten tot de adelborst wakker
werd. „Nu, slaap je hier evengoed als
thuis vroeg de Keizer. De jongen
wreef zijn oogen eens uit, herkende den
Keizer en antwoordde toen bij de hand
„Beter, Sire!" Lachend ging de Keizer
heen.
Door stemgerechtigde
lidmaten der Ned. Herv. Gemeente te
I )ir-lriwlior*n c. a. is bij meerder
heid van stemmen besloten, voor de
eerstvolgende 10 jaren de beroeping
van een predikant en het benoemen van
Kerkeraadsleden, op te dragen aan een
kiescollege. Tot nu toe was dit over
gelaten aan den Kerkeraad.
In het Westdeel van den
Anna Paalownapolder
denkt men er aan ,voor de a.s verkie
zingen een comité te vormen, dat in
het belang van den liberalen candidaat
werkzaam zou kunnen zijn.
TEXEL De geboorte der
lammeren gaat dit jaar tamelijk voor
spoedig. Tot medio April waren reeds
ongeveer 30.000 van deze beestjes op
't eiland ter wereld gekomen. Handel bij
voorkoop wordt er nagenoeg niet meer
in gedreven, zooals dit voorheen gebrui
kelijk was.
Men berekent, dat het aantal te ver
schepen lammeren in dit jaar het getal
van 30.000 nog wel zal overtreffen.
Hoe de Engelschman zich
Nederland voorstelt.
Als een staaltje van Engelsche educatie
diene het volgende uittreksel uit Bacon's
up to date Atlas over „Holland of de Ne
derlanden".
„Een zeevarend land in Middel-Europa,
grenst aan de Noordzee, waartegen het
door dijken wordt beschermd. In de
geschiedenis is 't bekend geworden, door
dien Willem van Oranje den Engelschen
troon besteeg" (voor Engeland waren de
oorlogen met Holland natuurlijk maar
peulschilletjes) HoofdstadDen Haag
(bev. 196.325), voornaamste havens;
Amsterdam (50,285 inwoners), Rotter
dam (289 433 inwoners).
Te OOSTBURG kon men Zon
dagavond een ontzaglijke massa muggen
waarnemensommige gevels der huizen
zagen zwart van deze dierenin de
straten en vooral nabij het water hingen
er heele zwermen in de luchtbij het
wandelen met het prachtige zomerweder
had men veel last van deze diertjes.
Ongelooflijk en toch
waar Een boerenvrouw bij Dinxperloo,
j drinkt als geneesmiddel voor een dik
I gezicht, melk waarin vooraf gekookt
zijn kleine witte keisteentjes, welke
van gelijke grootte moeten zijn
Woensdagvoormiddag is
de trein, die te 7 uur 7 m. van Stavoren
vertrekt en te 10 u. 57 te Leeuwarden
aankomt, bij het binnenloopen van het
emplacement op een wissel gedeeltelijk
ontspoord. Het middelste AB-rijtuig is
omgekanteld en de acht.ersto rijtuigen
zijn in den grond gereden.
Acht reizigers zijn gekwetst, vijf met
lichte kneuzingen en schrammen. Van de
andere drie kreeg de heer H. Visser uit
Sneek een wond aan den voet, doch kon,
na aan het station te zijn verbonden, weer
vertrekken. Verder bekwam dr. Herzber-
gen uit Sneek een lichte wond aan de
hand en een wond aau het hoofd. Mej.
Visser uit Lemmer werd nog al ernstig
aan den rechter onderarm gekwetst.
Allen werden in het bureau van den
stationschef verbonden, Mej. Visser is
naar het stadsziekenhuis overgebracht.
Onmiddellijk werd 'door eenige genees
kundigen hulp verschaft.
De weg;;was licht beschadigd Met de
opruiming van het materiëel en de
herstelling der sporen is krachtig be
gonnen. De treinenloop ondervond eenige
vertraging.
Af >VKKTH)NTi KN'.
VERKRIJGBAAR bij
Markt, SC il AG RN
Kattetougen a 16 ets. per ons.
Wellington 14
Bitterkoekjes 14 j
Theebanket v 14
Weespermoppen 14 r/
Victoria-banket 13 u
Contit.-banket 11 n n
Arnh. meisjes 11 it
Zandkoekjes 10 ii ii
Boter janhagel «10
Spaansch brood «10
Allerhande 9
Sprits 9 ii u
Goudsche sprits 8
Zandtaartjes 4 stuk.
Gevulde koeken 5
Gemberkoek 25
Ontbijtkoek a 10 en 20
Beleefd aanbevelend.
Meubelmaker,
Molenstraat, S C H A G E N,
levert
ifcepareert alle soorten Muubulen.
Levereïi en legden van
Beleefd aanbevelend,
Joh. VAN LEEUWEN Hz.
ttonttil No. f, Alkmaar,
belast zich met den aan- en verkoop van
effecten,
plaatst en bezorgt kleine en groote kapita
len op hypotheek op zeer
BILLIJKE VOORWAARDEN,
neemt gelden a dóposito,
opent rekening-courant met rentevergoeding,
geeft geld op prolongatie,
koopt cheques, coupons, vreemd bankpapier
en specie voor de hoogste koersen,
sluit verzekering tegen brand en
inbraak,
verzekert op het leven, tegen invaliditeit
en ongelukken,
belast zich veider met alles wat op hot
kassiersvak betrekking heeft.
Houdt Donderdags te Schagen zit
ting in het Café van den Heer Cor-
nelis Zijdewind.
De Vennootschap verstrekt gelden
op hypotheek, tegen billijke rente
en geeft 31/, °/o en 4 pandbrieven
uit in stukken van 5000.1000.
500.en 100 gulden.
De Directeur,
J. F. MOE NS.
Agent voor SCHAGEN de heer
De ondergeteekende, b e e d i g di
Makelaar, Laat 111, Alkmaar,
houdt zich beleefd aanbevolen tot
het koopen en verkoopen, huren en ver
huren van Onroerende Goederen, het opma
ken van degelijke Koop-, Huur- en alle
andere onderhandsche Contracten,Memoriën
van aangifte voor het recht van successie,
Inventarissen, Boedelscheidingen, enz als
mede voor het taxeeren van Onroerende
en Roerende Goederen plaatst en bezorgt
op bilfljke voorwaarden gelden op hypotheek
en op obligatieAgentschap voor
Levens-, Brand- en alle andere verzeke
ringen.
k tri. i ■—-* van