r L S. B8SHSIA, Jol. m Altaar. Zondag 28 April 1901, 458te Jaargang No 3622. DERDE BLAD. rSei nicht bös' Gemengd Nieuws. DeWet has crossed the railway Binnenlandsch Nieuws. (Me laboietateü Kasten, laloiiieMiten Tatels en ölielafels. BILJARTLAKENS. D. A. Wisssilnk, Noord-HolSaodscSi Grofidoredlet. te Ataar. Kapitaal f I.ÖOO.OÖÖ.— Jan van der Maaten. J. P. Wapeaar. deNatuur-V/ollen Ondergoederen t van ZIJ. Het was eigenlijk nog te warm, om nu al te gaan dansen. Dat was zelfs de meening van de meest danslustige jonge dames, en daarom gaven zij er de voorkeur aan, nog wat in den grooten tuin rond te wandelen, hier en daar een roos te plukken en te luis teren naar de nachtegalen, die in het zware geboomte, heel achter in den tuin, bij het prieel, hun klokken-helder geluid lieten hooren. Men bevond zich in den tuin van den groothandelaar Bekker, het hoofd der firma Bekker en Mansholt, die heden zijn vijf-en- twintig-jarig huwelijksfeest vierde, en ter gelegenheid hiervan een luisterrijk feest liad aangeboden, dat zou eindigen met een bal- champêtre. Het voorstel om nog niet met het bal te beginnen, werd door allen met kracht onder steund, en eenige oogenblikken later was het geheele gezelschap wijd en zijd door den tuin verspreid. Onder de achterste paren, die lang zaam het met kiezel bestrooide pad afdwaal den, behoorden twee jongelui, wier onderhoud, althans in den aanvang, niet erg levendig was. Een poos liepen zij naast elkaar voort, tot dat de jonge man, die, blijkens zijn energieke hoofdbeweging, een vast plan had gevormd, het naast hem gaande jonge meisje aansprak: „Het was mij zeer aangenaam u hier te ont moeten, juffrouw Keerkman, om meer dan één redenin den afgeloöpen winter heb ik het geluk gehad, u meer dan eens te spreken, en die enkele malen zijn genoeg geweest om u lief te krijgen." „Maar, meneer Veerman viel hem het jonge meisje in de rede. „Och, laat mij nog even doorgaan, nog even mijn zaak bepleiten," zeide Willem Veerman„ik weet maar al te goed hoe ver de afstand is, die ons scheidtik weet het, dat gij, de erfdochter van een der Amsterdamsche patriciërs-families, ver boven mij, een armen handelsbediende, staatmaar, het kan verkeeren, en 't zal verkeerenals gij mij hoop geeft, dan zal ik weten te overwinnen, en ik zal niet tot. u komen voor ik uw gelijke ben." Anna Keerkman, die het laatste deel van Willem's met ontroering, maar toch met vastberadenheid uitgesproken woorden zwij gend had aangehoord, nam meer dan een paar minuten om haar antwoord te formu leeren. „G-ij zult begrijpen, meneer Veerman, dat uw woorden al zeer onverwacht komen, en dat ik ze niet had vermoed, anders „Anders Ga voort „Welnu, anders waart gij mijn cavalier niet geweest „Dus een afwijzing klonk het dof. „Heden avond nog zult gij mijn besluit wetenen laten wij nu over wat anders praten." Willem Veerman had zichzelf zeker niet opgehemeld, toen hij zich een arm handels bediende noemdehij had anders kunnen zeggen, dat hij over korten tijd naar Zuid- Amerika en China zou gaan, om voor de firma Bekker en Mansholt nieuwe connecties aan te knoopen, die, zoo zij slaagden, hem een deelgenootschap in de oude firma zouden verschaffen. Hij had voor de patricische jongedame willen verschijnen zooals hij was,om te zien, of hij om zichzelf alleen bemind zou worden. Anna Keerkman was, en 't was jammer dat Willem zulks niet had geweten, niet het meisje om zich boven standsverschil te plaatsen. Haar vader en moeder hadden 't haar het geheele 24-jarige leven lang voorgepredikt, dat zij een patricische was, dat zij een naam had op te houden, en terwijl zij, toen Willem sprak, werkelijk een oogenblik al de stem van haar hart hoorde, toen zij den tuin waren doorgewandeld was zij er zich bewust van, wat zij zon antwoorden. „Daar is Anna t" klonk het, toen de beide wandelaars, ongeveer de laatsten, op het plein, waar gedanst zou worden, verschenen, en daar trad haar een deputatie van ouderen en jongeren tegemoet, die haar, onder veel complimentjes, verzochten, een liedje te zin gen, „een liedje, waar allen wat aan hebben," voegde een der afgevaardigden er bij. Nadat de gebruikelijke weigering voor de hernieuwde aanvraag was ingetrokken, was Anna voor de piano gegaan, en na een korte prelude gaan zingen. Zij wist, wat men het liefst hoorde, en gaf eenige melodische liede ren ten beste, die zeer in den smaak vielen. Zij was al voornemens met haar voordracht te eindigen, toen zij op eens ontwaarde, dat Willem Veerman haar aanzag. Zij glimlachte even, preludeerde nogmaals en zong toen het in dien tijd nog niet door ieder gezongen „Sei nicht bös'." Droomerig staarde Anna voor zich uit, tot zij bij het refrein kwam toen keek zij op, en zag in de richting, waar zij wist, dat Willem Veerman stond, en hem strak aanziende, zong zij „Sei nicht bös', denn es kann ja nicht sein Willem wist haar oordeel. Een half uur later had hij, na slechts de polonaise te heb ben medegedanst, afscheid genomen. HIJ. Het is drie jaar later. In het salon van den heer Bekker, waar straks de gasten zullen verschijnen, staan een drietal personen; de heer Bekker, de groote Koopman, wiens kantoor met alle beteeke- nende plaatsen in de wereld in handelsbe- ti ekkmg staat, een vijftigjarig man, die met trots kijkt naar het jonge paar, dat voor zijn raam staat te praten, zijn dochter en zijn c°™p;p°n Willem Veerman. Willem was ruim twee jaar in Zuid-Ame rika en China geweest, en dat zijn werk zaamheid daar vruchten heeft gedragen, zou net grootboek der firma Bekker en Mansholt kunnen uitwijzen. Zonder eenige aarzeling had dan ook de lieer Bekker, die geen zoons had, den jongen Veerman als vennoot in zijn zaak opgenomen, en het was van heeler harte, dat zo° ®von zijn toestemming had gegeven, toen Willem en zijn dochter hem hadden gevraagd, zijn toestemming tot hun verloving Hij had den jongen, energieken man lief gekregen, die getoond had het ware oopmansgenie te bezitten. En dat hij niet v erkeerd had gezien, hadden hem de woorden van zijne grootste [handelsvrienden bewezen, die hem gelukwenschten met de benijdbare aanwinst zijner firma. Straks, als de gasten er waren, zou de oude heer hun mededeelen, in welke nadere betrek king Willem tot hem zou komen. De schel ging voor de eerste maal, en toen de pendule zeven uur sloeg, waren alle gasten aanwezig. Onder hen zijn er verscheidenen, die ook op het bal-champêtre waren, ook Anna Keerkman, die in de drie jaar. die ver- loopen zijn sedert dat feest, Willem Veerman niet heeft ontmoet. Zij heeft van Willem's slagen gehoord, en hij is voor haar als firmant van Bekker en Mansholt een heel ander persoon dan de jonge handelsbediende. Bovendien is Anna al 27 jaar, en wat vroeger slank heette, noemt men nu mager, wat vroeger versiersel werd genaamd, betitelt men nu spottend met den naam van opschik. Er zijn er zelfs die beweren, dat ook kunstmiddelijes worden gebruikt om het gelaat piquant te maken. Daar, op eens zag zij Willem Veerman voor zich, nu gerijpt en zich in de deftige omgeving, waartoe hij par droit de conquête behoort, thuis gevoelend, en weer en luider spreekt de stem des harten, die zij thans niet spotachtig tracht te smoren. Voor het diner zat men nog een oogenblik met elkaar te praten en toen Willem Anna het laatst daar wist zij voor te zorgen had begroet, nam zij de gelegenheid waar, om hem naast zich plaats te doen nemen. Met een paar der naast hem zittenden waren zij al gauw in druk discours gewikkeld en het scheen Anna te ontgaan, hoe Willem's blikken steeds weer afdwaalden naar Mary Bekker, die een levendig gesprek met haar vader voerde. De gesprekken, die onder een diner gehou den worden, zijn niet altijd geestvol, en die vóór het diner zijn het nog minder. Zoo ook dit. „Wat zeg je wel van het engagement van Cato van Loon vroeg Anna aan een der naast haar zittende vriendinnen. „Ja, wat zal men daarvan zeggenmen wil weten, dat zij nog al avances heeft gemaakt". „Dat heb ik ook gehoord", zeide een der andere dames. „Affreus", riep een derde. „Och kom", liet Anna hooren, „zoo erg is toch niet, vindt u wel, meneer Veerman Veerman die nog steeds Mary met zijne blikken volgde, keek Anna aan. „Erg vind ik het niet, mejuffrouw", zeide Willem, zeer koel, „voornamelijk als de bewuste dame zich schuldig gevoelt. Als zij er zich van bewust was, dien man onrecht te hebben aangedaan, .hem door coquetterie van zich te hebben gestooten, dan vind ik het, als zij op deze wijze schuld bekent, mits zonder bijbedoeling het tegendeel van erg en verkeerd." Willem had deze woorden zonder de minste bedoeling gesproken, maar Anna vatte ze op als een soort tegemoetkoming, als een soort inleiding. Van ter zijde keek zij Willem aan; zij zag zijn energieke trekken, zijn vastgeslo- ten mond, zijn fonkelende oogen, en zij nam het besluit nog dezen avond avances te doen natuurlijk zal hij mij wel halverwege tege moet komen, dacht zij. Men begaf zich naar tafel, en voor Willem zich naar Mary kon begeven, had Anna zich reeds van zijn arm meester gemaakt. Voor 'een snuisterij, iat op een tafeltje stond, bleef zij een oogenblik staan, zoodat zij als laatste paar in de kamer bleven. „Meneer Veerman, herinnert gij u nog het gesprek, dat wij voor drie jaren hadden, en de vraag die gij mij toen hebt gedaan „Zeker, mejuffrouw," luidde het bedaarde antwoord. Eenig zwijgenAnna keek verlegen naar den grond, en fluisterde toen „En „Sei nicht bös', denn es kann ja nicht sein," neuriede Willem zacht, even spottend „mag ik u nu naar uw plaats brengen ging hij iets luider voort. Anna was de eenige, die een uur later niet van harte met Mary aanstiet, toen de oude heer Bekker met van vreugde trillende stem het engagement van zijn dochter met zijn compagnon had bekend gemaakt. W. B. Door bemiddeling van een vriendelijk lezer ontvingen wij van een der Boerengevangenen, die thans in Portugal is en tal van gevechten heeft medegemaakt, de volgende herinneringen aan een spoorwegovertocht door De Wet (De Wet is den spoorweg overgetrokken.) Hoe dikwijls leest men niet het boven staande in de Engelsche oorlogsberich ten Sta mij nu toe om te vertellen op welke wijze zulk een „crossing" eens geschiedde. Het was na de inname van Bethle- hem, en wij waren in de bergen van Fouriesberg omsingeld, „alweer vas'ge- keer", zooals wij zeiden. Maar De Wet liet zich niet lang aan een lijntje houden. Hij gaf order aan Prinsloo om met 4000 burgers zijn man te staan, en vertrok zelf met 2000 paardenruiters op weg naar Transvaal, alwaar de omstandig heden de tegenwoordigheid van president Steyn vereischten. Deze, met zijn Uit voerenden Baad, deelde onze gevaren en gebreken, en stelde op nog vaster grond zijn roem dan d e jonge staatsman van de Afrikaansche geschiedenis. Wij trokken in den nacht door den omliggenden vijand heen, zonder dat hij ons eerst kon raak zien. Maar die an'er dag was die duiwel los, want kijk daar agter ons staat 'n stofwolk, en ons weet al te goed wat die wolk beteeken' Kbakis. Onze wagens trekken sneller voort. De adjudanten schreeuwen „Alle perreruiters achterblij Wij bleven dan ook achter, en gelukte het ons den vijand terug te slaan. Laat dien avond kwamen wij weêr bij de wagens gelagerd. Om uit zooveel vuren de uwe uit te kennen is een bietje moeilijk. Men rijdt dus rond, roepende „Heilbronl Bron-Bron! Bron des heils!" „Frankfort, Fort, Fort, Fraankfo-ort Dan komt het antwoord „Hiernatoe !u „Waarnatoe „Diekantoe I" Dit woord „diekantoe" wordt gewoon lijk beschouwd als een eerste klas aan duiding, en net zoo goed als een land kaart. Piet rijdt dan diekantoe, en vindt zijn wagen. Hem wordt een kopje warm koffie gegeven, dan vraagt men „Hoe lijken dit P Hoe het dit gegaan P" „Nee, ons het hulle daarom gekeer'. Hulle trek nou diekantoe.* „Het daar van onze mense zeer gekrij „Ja, twee is doodgeschiet, en drie is gekwes'. Piet van Tonder het die ko'e! in die bout. Ik het mij amper ziek ge lach' ver hom. Hij v!ie' daar rond nes 'n mal draak „En wie 's die anner mense P" „Nee, hulle's van Betlemse mense. Ken hulle nie." „Daarom jammer van die arme kerels laat hulle moet zoo pure voorniet dood geschiet word Die Heere zal nog een dag die Engelsman tuck'." Zoo gingen we voort, steeds lijdende en strijdende, om nu eens poëtisch te worden,totdat wij eindelijk op een zekeren achtermiddag nabij die spoorlijn kwamen. Wij hadden dien ochtend bij een boeren plaats aangereden, eu de lieve bekom merde huisvrouw schonk ons een brood en de volgende aanmoediging „Ja, mij neefies, die Engelse weet goed dat jullie aankomn Odb het gehoor dat hullie die spoorweg goed verschans' het. Ag, mij liewe kindertjes, wees toch voorzichtig, dat die vijand jullie nie alle maal doodschiet nie „Nee, tante, ons zal hem in die oog hou, gloo ver ons 1" Vanavond moeten wij de spoorlijn over. Stelt u voor een donkeren nacht, drie honderd rijtuigen in vier rijen getrokken, twee duizend man in groepjes op het gras zittende, toom in de hand, geweer op rug, schertsend, lachend. „Opstijgen 1" Twee vleugels werden uitgezonden, links en rechts Daar komt commandant Botha, met een sjambok gewapend. „Nou kerels, vóór is banje buitachter is net een achtersambok. Voorwaarts De Wet is hier, daar, en overal, met zijn wit trippelaar. Zachtjes voorwaarts. Geen lucifers trekken Geen luid spreken. Nog vijf minuten. „Zie, de licht!" Het is een trein. Stadig, heel stadig, gaat het voorbij. Slapen de passagiers soms P Nu zijn wij er. Hier komt weer een trein. De Wet springt af, en zet een klip op de spoor. De locomotief raakt daaraan, en stopt. De stoker klimt af, lantern in hand, en ruimt den steen weg. „Some cowardly Boer again 1" „Schieten, commandant fluistert een jonge rapportganger. „Volstrek nietantwoordt De Wet. De trein gaat langzaam voort om door onzen rechtervleugel te worden buitge maakt, terwijl wij hier met al de wagens ongehinderd overgaan. Dan snel voorwaarts, en eindelijk, na veertien uren trekken, spannen wij uit, moede, doch vol moed. Hbld. Bresci krankzinnig. Uit Rome wordt bericht, dat Bresci, de koningsmoordenaar, totaal krankzinnig geworden is. Een brandladder. Te München is door het gemeente bestuur een brandladder aangekocht, door den heer Schapier, directeur der brandweer te Frankfort, ontworpen. Deze ladder is 25 meter hoog en geheel van staal, bestaat uit 4 deelen en wordt door lucht druk opgericht. De thans gebruikelijke ladders eischen 31/2 minuut ongeveer voor de plaatsing en den arbeid van 8 man schappen. De nieuwe kan door één man in 1 minuut gesteld worden en tevens kan een spuitgast met de slang in de hand naar boven worden getild, zoodat na 65 seconden water kan worden gege ven. De opstelling geschiedt met een luchtdruktoestel van 11 atmosfeeren. Het gewicht van den wagen met de ladder, 5 brandwachts en verdere benoo- digdheden is 3600 kilo en de wagen kan door twee paarden worden getrok ken. Er kan een wagen met koolzuur aan worden gekoppeld, voor den noodigen druk totdat de aansluiting aan de waterlei ding is verkregen, en er worden 2 fles- schen met 20 kilo koolzuur als reserve meegenomen. De proef te München heeft zoo goed voldaan, dat gelijk reeds gezegd is tot aanschaffing van zulk een ladder werd besloten. Een feeks. Groote opschudding is de vorige week te Parijs verwekt door het gerucht dat een hertrouwde vrouw was gevangen genomen onder de verdenking dat zij haar verdwenen tweeden man had ver moord en het lijk ergens bad verborgen. Daar ook de eerste man spoorloos was verdwenen, rees het vermoeden dat ook deze door haar was verdonkeremaand. Er i werden omvangrijke onderzoekingen en opgravingen gedaan, die tot niets leidden. Thans heeft de justitie nagenoeg de zekerheid gekregen dat de beide eebt- genooten enkel zijn weggeloopen omdat zij het bij vrouwlief niet langer konden uithouden. De eerste is naar men heeft ontdekt vermoedelijk te Chicago i de ander schijnt zelfmoord te hebben gepleegd, maar dat staat nog niet vast. In allen gevalle zal de vrouw enkel worden vervolgd wegens bigamie, omdat zij is hertrouwd, wetende dat haar eerste man nog in leven was. Een ontploffing. Frankfort a./d. .Main, 25 April. Heden- namiddag te 33/t uur had met een tot hier hoorbaar, donderend geluid een ontploffing plaats van een ketel der chemische fabriek „Elektron" te Gries- heim, een plaatsje in de nabijheid van Frankfort. De fabriek staat in brand. Men vreest dat een groot aantal men- schen verongelukt zjjn. Later telegram Door de hedenmiddag plaatB gehad hebbende ontploffing van drie ketels in de chemische fabriek „Elektron" te Griesheim, ontstond een zwaro brand in de fabriek. Ook de fabriek „Schwan- heim" aan de andere zijde van de Main staat in brand. Het aantal dooden bedraagt 50, het aantal gewonden honderdveertig. Toen keizer Wilhelm laatst te Kiel was, bracht hij 's avonds tegen elf uur een bezoek aan het oplei dingsschip Charlotte, om de kooien van de adelborsten te zien. Nadat hij de hutten van zijn zoon en van een van de officieren had bekeken, ging hij naar de kooien van de adelborsten. Zij sliepen en het electrische licht bescheen al de hangmatten. „Ik begrijp niet, dat de adelborsten bij dit helle licht kunnen slapen", zeide de Keizer. „Zeker wel, Sire", antwoordde de commandant, „zij zijn flink moe na hun gewonen dienst". „Ik wil toch eens zien, of die luidjes werkelijk slapen", hernam de Keizer, een beetje ongeloovig. Hij trok hard aan een van de hangmatten tot de adelborst wakker werd. „Nu, slaap je hier evengoed als thuis vroeg de Keizer. De jongen wreef zijn oogen eens uit, herkende den Keizer en antwoordde toen bij de hand „Beter, Sire!" Lachend ging de Keizer heen. Door stemgerechtigde lidmaten der Ned. Herv. Gemeente te I )ir-lriwlior*n c. a. is bij meerder heid van stemmen besloten, voor de eerstvolgende 10 jaren de beroeping van een predikant en het benoemen van Kerkeraadsleden, op te dragen aan een kiescollege. Tot nu toe was dit over gelaten aan den Kerkeraad. In het Westdeel van den Anna Paalownapolder denkt men er aan ,voor de a.s verkie zingen een comité te vormen, dat in het belang van den liberalen candidaat werkzaam zou kunnen zijn. TEXEL De geboorte der lammeren gaat dit jaar tamelijk voor spoedig. Tot medio April waren reeds ongeveer 30.000 van deze beestjes op 't eiland ter wereld gekomen. Handel bij voorkoop wordt er nagenoeg niet meer in gedreven, zooals dit voorheen gebrui kelijk was. Men berekent, dat het aantal te ver schepen lammeren in dit jaar het getal van 30.000 nog wel zal overtreffen. Hoe de Engelschman zich Nederland voorstelt. Als een staaltje van Engelsche educatie diene het volgende uittreksel uit Bacon's up to date Atlas over „Holland of de Ne derlanden". „Een zeevarend land in Middel-Europa, grenst aan de Noordzee, waartegen het door dijken wordt beschermd. In de geschiedenis is 't bekend geworden, door dien Willem van Oranje den Engelschen troon besteeg" (voor Engeland waren de oorlogen met Holland natuurlijk maar peulschilletjes) HoofdstadDen Haag (bev. 196.325), voornaamste havens; Amsterdam (50,285 inwoners), Rotter dam (289 433 inwoners). Te OOSTBURG kon men Zon dagavond een ontzaglijke massa muggen waarnemensommige gevels der huizen zagen zwart van deze dierenin de straten en vooral nabij het water hingen er heele zwermen in de luchtbij het wandelen met het prachtige zomerweder had men veel last van deze diertjes. Ongelooflijk en toch waar Een boerenvrouw bij Dinxperloo, j drinkt als geneesmiddel voor een dik I gezicht, melk waarin vooraf gekookt zijn kleine witte keisteentjes, welke van gelijke grootte moeten zijn Woensdagvoormiddag is de trein, die te 7 uur 7 m. van Stavoren vertrekt en te 10 u. 57 te Leeuwarden aankomt, bij het binnenloopen van het emplacement op een wissel gedeeltelijk ontspoord. Het middelste AB-rijtuig is omgekanteld en de acht.ersto rijtuigen zijn in den grond gereden. Acht reizigers zijn gekwetst, vijf met lichte kneuzingen en schrammen. Van de andere drie kreeg de heer H. Visser uit Sneek een wond aan den voet, doch kon, na aan het station te zijn verbonden, weer vertrekken. Verder bekwam dr. Herzber- gen uit Sneek een lichte wond aan de hand en een wond aau het hoofd. Mej. Visser uit Lemmer werd nog al ernstig aan den rechter onderarm gekwetst. Allen werden in het bureau van den stationschef verbonden, Mej. Visser is naar het stadsziekenhuis overgebracht. Onmiddellijk werd 'door eenige genees kundigen hulp verschaft. De weg;;was licht beschadigd Met de opruiming van het materiëel en de herstelling der sporen is krachtig be gonnen. De treinenloop ondervond eenige vertraging. Af >VKKTH)NTi KN'. VERKRIJGBAAR bij Markt, SC il AG RN Kattetougen a 16 ets. per ons. Wellington 14 Bitterkoekjes 14 j Theebanket v 14 Weespermoppen 14 r/ Victoria-banket 13 u Contit.-banket 11 n n Arnh. meisjes 11 it Zandkoekjes 10 ii ii Boter janhagel «10 Spaansch brood «10 Allerhande 9 Sprits 9 ii u Goudsche sprits 8 Zandtaartjes 4 stuk. Gevulde koeken 5 Gemberkoek 25 Ontbijtkoek a 10 en 20 Beleefd aanbevelend. Meubelmaker, Molenstraat, S C H A G E N, levert ifcepareert alle soorten Muubulen. Levereïi en legden van Beleefd aanbevelend, Joh. VAN LEEUWEN Hz. ttonttil No. f, Alkmaar, belast zich met den aan- en verkoop van effecten, plaatst en bezorgt kleine en groote kapita len op hypotheek op zeer BILLIJKE VOORWAARDEN, neemt gelden a dóposito, opent rekening-courant met rentevergoeding, geeft geld op prolongatie, koopt cheques, coupons, vreemd bankpapier en specie voor de hoogste koersen, sluit verzekering tegen brand en inbraak, verzekert op het leven, tegen invaliditeit en ongelukken, belast zich veider met alles wat op hot kassiersvak betrekking heeft. Houdt Donderdags te Schagen zit ting in het Café van den Heer Cor- nelis Zijdewind. De Vennootschap verstrekt gelden op hypotheek, tegen billijke rente en geeft 31/, °/o en 4 pandbrieven uit in stukken van 5000.1000. 500.en 100 gulden. De Directeur, J. F. MOE NS. Agent voor SCHAGEN de heer De ondergeteekende, b e e d i g di Makelaar, Laat 111, Alkmaar, houdt zich beleefd aanbevolen tot het koopen en verkoopen, huren en ver huren van Onroerende Goederen, het opma ken van degelijke Koop-, Huur- en alle andere onderhandsche Contracten,Memoriën van aangifte voor het recht van successie, Inventarissen, Boedelscheidingen, enz als mede voor het taxeeren van Onroerende en Roerende Goederen plaatst en bezorgt op bilfljke voorwaarden gelden op hypotheek en op obligatieAgentschap voor Levens-, Brand- en alle andere verzeke ringen. k tri. i ■—-* van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1901 | | pagina 9