Marktvee.
Donderdag 2 Mei 1901.
45ste Jaargang No. 3623,
Bureau SCHAGEW, Laan, D 4.
Uitgever P. TRAPMAN.
Medewerker i J. W I Ai K E L.
EERSTE KLAP,
Gemeente Schagen.
Bekendmakingen.
Keuring van
FEUILLETON.
Binnenlandse!! Nieuws.
HAGER
Niems-
RAAIT.
AimiBiiic- k LuiiiiTllii
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
AÜVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
Burgemeester en Wethouders van
Schagen brengen ter kennis der Inge
zetenen, dat de nieuwe 1 e e r 1 i n-
g e n op Vrijdag- 3 JVIei a. s.
op de Openbare Lagere School zullen
worden toegelaten.
Schagen, 26 April 1901.
Burgem. en Weths. voornoemd,
H. J. POT.
De Secretaris,
DENIJS.
Kurgemoeste: en Wutliouiuïrs van Schagen;
^brengeu ter kennia van belanghebbenden,
le. dat ter bettrijding der verspreiding van het
mond- en klauwzeer tot nader bericht het rund
vee, te Schagen ter markt gebracht wordende, vóór
dit aldaar wordt toegelaten, zal moeten worden
gekeurd door daartoe aangewezen deskundigen, en dat
de dieren, gezond bevonden wordende, ten bewijze
daarvan zullen worden voorzien van een kenteeken,
zijnde een stempel, waarin de letter S., aangebracht
met roode menie.
2e. dat de keuringen voorloopig zullen plaats
hebben op de volgende plaatsen:
a. van vee, komende van het jtoord en Loet,
bij den ingang naar de markt vanaf het Eensgas
ter hoogte van het huis van Hd Smit.
b. van het vee, komende langs de tf oep en uit de
richting van GvontetvaS, ter hoogte van hel
Stations-Koffiehuis, bewoond door A.. Visser
het vee, komende uit laatstgenoemde richting, zal
naar de keuringsplaats moeten worden gedreven langs
den nieuwen Stationsweg.
3e. dat de eigenaars van vee, zich in de kom der
gemeente op de stallen of in de weide bevindende,
dit, wanneer zij het ter markt willen brengen, mede,
vooraf op de voor hen naastbijzijndeplaats ter keuring
zullen moeten aanbieden.
Schagen, den 9 April 1901.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
H. J. POT.
De Secretaris,
DENIJS.
Aangitte van verhuizing.
o-
Burgemeester en Wethouders van Schagen brengen
voor zooveel noodig, met het oog op het verzuim,
betrekkelijk het doen van aangifte ter Secretarie bij
verhuizing binnen de gemeente, aan de ingezetenen
in herinnering het bepaalde bij art. 5 van de politie
verordening dezer gemeente, luidende als volgt:
Ingeval van verhuizing binnen de gemeente zal
daarvan binnen acht dagen behooren te worden kennis
gegeven ter Secretarie der gemeente, te weten
Voor een geheel gezin, inwonende dienst- enweik-
boden daaronder begrepen, door het hoofd van dat
gezin
Voor afzonderlyk levende personen door henzelf;
Voor de geheele bevolking van gestichten of andere
inrichtingen, waar personen onder eenig bestuur te
saaien wonen, door de bestuurders.
Overtreding wordt gestraft met een geldboete van
ten hoogste een gulden.
Schagen, 29 April 1901.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
H. J. POT.
De Secretaris,
DENIJS.
Klausen scheen zeer bewogen.
„Geloolt U niet, Mathesius, dat ik het
kan wagen
„In elk geval, de dokter was het er
volkomen meê eens. Goed succes."
De mannen drukten elkaar de hand en
Klausen keerde naar Helmers terug.
Deze lag weder met gesloten oogen.
Onzeker of hij sliep ot niet, ging Klausen
zitten en nam een boekmaar in zijne
ziel was de knagende onrust, die ons
pleegt te pijnigen als men voor een ge
wichtige beslissing staat hij las niet.
En Helmers sliep niet.
Toen bij dacht dat Klausen zat te lezen,
opende hij de oogen en staarde naar het
venster, waar de avondzon haar laatste
schijnsel in wierp. En weder steeg in zijn
gemarteld hoofd de vraag op, die hem
kwelde sedert hij voor de eerste maal na
zijne ziekte tot het volle bewustzijn was
gekomen: „Wat nu?"
Wat had hij anders geleerd wat was hij,
wat presteerde hjj, zonder stem V roeger
had hij gestudeerd, maar wat hielp hem
dat nü En wanneer hij die studie nu
eens weer opnam, daar waar hij toen was ge
ëindigd, en wanneer het hem na jaren
gelukte, ergens een plaats te krijgen, zou
hij het dan uithouden in dien tredmolen,
onder dien voortdurenden dwang, hjj, die
aan zelfstandigheid en vr\jheid gewoon
Vergadering van den Baad
der gemeente OUDKABSPEL, op Maandag
29 April, des voormiddags half tien.
Tegenwoordig alle leden en de Voorzitter,
de heer E. E. F. Euhrhop, Burgemeester.
Na de opening der vergadering worden de
notulen van de voorgaande gelezen en zonder
bedenkingen goedgekeurd.
Het verslag van den toestand der gemeente
over 1900 wordt, nadat het voornaamste
daaruit is voorgelezen, voor kennisgeving
aangenomen.
Naar aanleiding van de op handen zijnde
gewone vijfjaarhjksche herziening der straf
verordeningen, brengt Voorzitter de geldende
politie-verordening ter tafel. Algemeen vindt
men goed, de verorden., die onlangs zijn vast
gesteld, onveranderd te handhaven, terwijl
na voorlezing ook van de andere verorden,
de Baad geen voldoenden grond vindt tot
het aanbrengen van wijzigingen. Alle bestaande
verordeningen worden dus onveranderd op
nieuw van kracht verklaard.
Punt 3 der agenda: „Woning van den
veldwachter", zal op voorstel van den Voorz.
met gesloten deuren behandeld worden.
Op de eerste-klasse-begraafplaats is volgens
mededeeling van den Voorz. voortdurend
gebrek aan ruimte voor het maken van graven.
Uitbreiding is derhalve zeer gewenscht. Daar
toe is echter noodig, dat een drietal hoornen
daar ter plaatse wordt uitgerooid. Voorzitter
vraagt daarom, of de Baad kan goedvinden,
die boomen te doen verwijderen. Dan krijgt
men weer ruimte voor een heele rij graven,
terwijl de kosten kunnen worden bestreden
uit de opbrengst van het hout. Aldus wordt
goedgevonden.
Voorts zon de Voorz., nu door den heer
Vis een nieuwe plattegrond der begraafplaats
wordt vervaardigd, willen zorgen, dat voortaan
de grafruimten meer op vaste afstanden en
diepten werden gemaakt en de aanduiding
der verschillende graven niet verschoven of
verplaatst werd, waartoe spreker iemand
wilde belasten met het toezicht over de
begraafplaats. Tot dusver had de heer A. Kroon
zich met die administratie welwillend belast,
wat heel vriendelijk van hem was, maar een
belooning voor die werkzaamheden zon hem
volgens mededeeling van den Voorz. zeer
aangenaam zijn.
Nadat nog eenigen tijd sub rosa over
deze kwestie is gesproken, wordt besloten,
den heer A. Kroon tot 1 Januari 1902 te
belasten met het toezicht over de hegraaf-
plaats, etc. In dien tijd vindt men wellicht
gelegenheid, de zaak naar wensch te regelen.
In de plaats van den heer K. Kroon, die
als hooisteker had bedankt, en van den heer
A. Eecen, die ook te kennen had gegeven,
dat het hem aangenaam zon zijn, als een
ander in zijne plaats werd benoemd, worden
als hooistekers benoemd deheeren: F. de Boer
en J. Pranger Jbz. Verder zijn nog hooi
stekers de heerenA. Borst en Barsingerhorn.
De toestand van de sloot achter de woning
van Prijs eischt volgens den Voorz. dringend
voorziening. De sloot is een verzamelplaats
van allerlei vuilnis en stinkende stoffen, die
daar maar onbewegelijk in blijven liggen.
Een groote verbetering zou volgens spreker
bereikt worden, als een pomp gelegd werd
in den dam aan het einde der sloot, zoodat
er zoo nn en dan gelegenheid was tot loozing
van een en ander. Het leggen van zoo'n
pomp met een doorlaatruimte van 20 bij 10 c.M.
kostte, volgens opgave van den heer Vis,
ongeveer f 20.
was als een vogel?
En plotseling luisterde hij weer naar die
diepe, klagende melodie, die steeds opnieuw
in zijn binnenste weerklonk vanwaar ze
kwam wist hij niet, maar door zijn droo-
men heen had ze weerklonken, vol en
feestelijk, als de tonen van eene klok, en
hem kalmte en rust gebracht. Zijn com
positietalent
Dat was het anker van zijn leven,
waaraan hij zich vol hoop vastklemde.
Wanneer dat mis was, dan bleef hem niets
anders over dan de tredmolen, want leven
dè,t wilde hij hij schaamde zich nu
over dat zwakke oogenblik op de brug
maar het is zoo moeilijk op aarde te
loopen, als men gewoon is te zweven zich
dan met gebroken vleugels te moeten
voortsleepen.
Klausen sprong op, het was hem alsof
hij een zacht steunen had gehoord. Helmers
wees op een vaas met rozen, die dicht bij
hem stond. „Neem die bloemen weg," zeide
hij zacht, „er zijn zoovele soorten, en
waarom nu juist die
Klausen'shand, die de vaas droeg, sid
derde,en verwijtend zeide hij: „Je hebt nog
niet éénmaal gevraagd, wie dagelijks
die prachtige bloemen laat brengen."
„Je hebt gelijk, ik ben ondankbaar.
Wilken misschien? Zeg het me toch, ik
kan het zoo moeilijk raden."
Klausen sidderde. Hem was het alsof
hij met wreede hand in een nog versche
wonde moest grijpen. Hij ging naast zijn
vriend zitten en nam diens hand in de zijne.
„Die rozen groeien in den tuin van de
familie Holmström."
„Zwijg'' kreet de ander wild, „hoe I
kan je dien naam nog durven noemen."
De Baad is van oordeel, dat alleen de
werkzaamheden aan den dam wel f 20.
zouden kosten, zoodat het totaal bedrag
merkelijk hooger zon zijn.
De heer Hart zegt, dat voor zoodanige uit-
loozing toestemming noodig is van de besturen
van Geestmerambacht en Baaksmaatsboezem,
en of die wel gretig gegeven zullen worden,
meent spreker te mogen betwijfelen.
Eindelijk vindt men goed, dat de Voorz. de
noodige toestemming bij de betrokken bestu
ren zal vragen en een begrooting van kosten
zal doen opmaken. Een groote pomp, die
slechts zoo nu en dan korten tijd opengezet
behoeft te worden, acht men voorts heter,
dan een kleine, die uit den aard weinig
stroom verwekt en dus ook niet alles doet
wegspoelen.
Verder hecht de Baad zijne goedkeuring
aan de volgende administratieve voorstellen
1. Vaststelling van een suppletoire begroo
ting voor den dienst van 1900, bestaande uit:
f 71.327a ontvangen voor, en uitbetaald aan
de volkstellersf 1000.opgenomen en
terugbetaald als kasleening en f 15.rente
daarvantotaal dus f 1086.327a.
2. voldoening uit den post onvoorziene
uitgaven dienst 1900, groot f583.89, van een
totaal bedrag van f 255.557a, zoodat resteert
f328.337,;
3. het doen van af- en overschrijvingen
van en op de verschillende begrootingsposten
die te hoog of te laag bleken te zijn geraamd,
van een gezamenlijk bedrag groot f 828.897a-
Voor kennisgeving worden aangenomen
1. kennisgeving dat het aandeel der ge
meente in de kwade posten personeele belas
ting dienst 1899 en grondbelasting dienst 1901
bedraagt f 48.12
2. idem, dat door den Bijksontvanger aan
den Gemeente-ontvanger is uitbetaald een som
van f 133.85
3. afscheidsbrief van den heer Poutsma,
oud-districtsschoolopziener te Haarlem, met
dankbetuiging voor de welwillende samen
werking
4. missives H. H. Gedeputeerde Staten,
mededeelende de benoeming van den heer
Bijsens tot districts- en den heer Van Brassen
tot arrondissements-schoolopz. te Alkmaar, het
eervol ontslag van den heer Blum in laatst-
gemelde betrekking en de benoeming en het
ontslag van eenige schoolopzieners elders, o. a.
Amsterdam
5. missive van Ged. Staten, begeleidende
het goedgekeurde kohier der hondenbelasting
6. het algemeen landbouwverslag over
1898, 1ste gedeelte
7. de opgaven betreffende de herziening
der. lastbare opbrengst van de gebouwde-
eigendommen der gemeente.
Als dagen waarop bij de periodieke verkie
zing voor 2 leden van den gemeenteraad dit
jaar zoo noodig de stemming en herstemming
zullen plaats hebben, worden op voorstel van
den Voorz. vastgesteld respect, de 2de en
9de Juli a. s.
Ten slotte worden toegestaan de volgende
afschrijvingen in de plaatselijke belasting
P. de Geus Gz., 3 kwartalen hoofdelijke
omslag, wegens vertrek uit de gemeente.
A. Bak, 3 kwart. h. o. en een half jaar
hondenbek, wegens vertrek uit de gemeente.
Boekman, lhalfj. hondenbek wegens verkoop
hond. K. Kroon K. Az., 1 half j. hondenbek
wegens verkoop hond. H. Stöve, 3 kwart,
h. o. en 1 half i. hondenbek, wegens vertrek.
Ver kroost, 1 half j. hondenbek, wegens ver
koop hond. Op een reclame van Jb. Bood
tegen zijn aanslag in den h. o. wordt gunstig
beschikt.
Hierop gaat de Baad in geheime zitting.
„Ik moet, Heinz; luister bedaard naar mij."
„Ik wil niet I" schreeuwde Helmers nog
luider. „Mijn God, ben ik dan niet ellendig
genoeg; moet je mjj dan nog meer
pijnigen
„Je nog meer pijnigen, Heinz? Je weet
wel beter. Ik breng je een geneesmiddel."
Heinz draaide Klausen met een bitter
lachje het gelaat toe. „Spreek."
„Jij gelooft, dat de gravin met je heeft
gespeeld Je doet haar bitter onrecht.
Val mij nu niet in de rede."
En nu vertelde hij, hoe hij Gerda reeds
vroeger op concerten had gezien en zij hem
steeds had liefgehad; hij vertelde van
alles, wat er in den huize Holmström was
voorgevallen en hoe in den strijd der
gravin tusschen liefde en plicht, 't laatste
had gezegevierd.
Helmers had beide handen voor het
gelaat geslagen; de schaduwen der sche
mering werden grooter en grooter; het was
vele seconden doodstil.
Daarna ging Klausen voort: „Eerze
haar zwaar lot op zich nam, wilde ze nog
één enkele maal bij je zijn, al was het dan
ook onbekend. Zij geloofde, dat jij haar
waart vergeten. Maar het kwam anders
uit. Je weet het. Zij leed onuitsprekelijk,
maar ze had haar woord gegeven te zullen
zwijgen tot de verloving definitief bepaald
was zoo ook mevrouw Warnow."
„Nu begrijp ik alles," mompelde Hel
mers, „nu wordt veel, wat mjj raadselachtig
was, helder en duidelijk."
Hij stond op en stapte een paar maal
met onzekere schreden door de kamer.
Plotseling boog hjj zioh over de tafel naar
Klausen over en zag hem doordringend aan.
„Hoe weet gjj dat alles
De lezing van den heer Van
Kuijkhof Zondagmiddag te NIEUWE NIE-
DOBP had heel weinig toehoorders.
Behalve de heer A. Nieuwland, die den
Spreker een vraag deed omtrent de neutrale
school, ging alleen de heer Bonner van
Hoogwoud in debat.
In de eerste plaats verweet de heer Bonner
aan de partijgenooten van den heer v. K. in de
Tweede Kamer, dat zij, die, en zeer terecht,
altijd zoo ageerden tegen de uitgaven voor
militaire doeleinden, steeds trouw aan de
discussiën voor de oorlogs- en marinebegroo-
ting deelnamen. Als protest daartegen moesten
zij, wilden zij consequent zijn, heslist weige
ren zich met dien rommel in te laten.
In de tweede plaats moesten de sociaal
democraten bij al hunne illusies niet de
illusie gaan koesteren, dat zij in het district
Alkmaar de overwinning zonden behalen.
De verkiezing van 1897, toen de heer Van
Kuijkhof hier ook candidaat was en n. b.
115 stemmen behaalde, bewijst voldoende, dat
een soc. dem. candidaat in het district Alk
maar niet de geringste kans van slagen heeft.
Wel bestond gevaar voor een andere moge
lijkheid, waarop Spreker met nadruk wilde
wijzen. De mogelijkheid n. 1., dat een anti-
revolutionnair of katholiek de overwinning
zou behalen door de verdeeldheid van de
anti-clericale stemmen.Met ernst waarschuwde
Spreker daarom tegen het steunen van de
soc. dem. candidatuur, want mocht men
misschien niet de hoogste waarde toekennen
aan de politiek der vooruitstrevende democra
ten, als men te kiezen had tusschen een
liberaal en een clericaal, dan mocht de keuze
toch niet twijfelachtig zijn. Want welke
treurige toestanden het clericalisme in het
leven riep, kon men waarnemen in alle landen
waar de clericalen overheerschend waren. In
Spanje, in Italië, in Oostenrijk enz., terwijl
zelfs de huidige oorlog in Zuid-Afrika voor
een belangrijk deel te wijten was aan clericale
intx-iges in Engeland.
Ten derde maakte de Spx-eker er den heer
Van Kuijkhof een verwijt van, dat hij de
drankkwestie in het geheel niet had opge
noemd. Was Spreker het volkomen met den
'heer v. K. eens, dat het militarisme aan de
welvaart van het volk in den weg stond, niet
minder overtuigd was Spx-eker, dat de drank
een even groote volkskanker was. Als geheel
onthouder had Spx-eker heel graag de denk
beelden van den heer v. K. omtrent de
drankkwestie vernomen in dat opzicht was
hij dus zeer teleurgesteld.
Na repliek en dupliek van spreker en
debatter werd de bijeenkomst door den Voorz.,
den hr. Uitenbosch van Alkmaar, gesloten met
een woord van opwekking tot politiek leven.
Bij Kon. besluit is benoemd
tot Dijkgraaf van den ANNA PAULQWNA-
POLDEB de heer C. Prins Sz., te Anna
Paulownaen tot Heemraad de heer M. Ko
men, te Anna Paulowna tot Heemraad van
den polder WAABD en GBOET, de heer
G. Blaauboer te Kolhorn.
Tot burgemeester van A M-
STEBDAM zal benoemd worden Mr. W. F.
van Leeuwen, thans Weth. van Amsterdam.
De heer Van Leeuwen werd den 18 April
1860 te Soerabaja geboren.
Er loopt een knaap rond, té
AMSTERDAM,die langs de huizen heiboenders
verkoopt. De kleine man maakt goede zaken,
omdat hij overal met een leuk gezicht verze
kert dat de boenders gemaakt zijn op de hei
de van Prins Hendrik, die thans ontgonnen
wordt. Als souvenir aan die heide, maar meer
nog om de snedigheid van den jongen, koopt
menigeen een heihoendertje.
Weder aarzelde Klausen; dan zeide hij
langzaam „Dat alles weet ik van haar
zelf. Terzelfder tjjd dat jij hier met den
dood worsteldet, sloot buiten op Rosau
een oud man de oogen. Wellicht was de
wisseling in het leven van den man te
groot; hij kreeg een beroerteGerda echter
Heinz, jongen, nu kan jij je verheugen,
verbrak dadelijk de verloving, die ze
slechts op bevel haars vaders had gesloten,
en nu is ze weer vrij."
Met wijdopengesperde oogen keek Helmers
zijn vriend aan.
„Maar mensch, ben je dan niet blij
riep Klausen, buiten zichzelf van verwon
dering; „zij heelt een vreeselijken strijd
gestreden, men wilde haar haar woord niet
teruggeven, om zich zoodoende het schan
daal, de vernedering te besparen. Ach,
Heinz, wat is het een heerlijke vrouw."
Helmers legde plotseLing beide armen
op de tafel, verborg zijn gelaat daarin en
begon hartstochtelijk te weenen.
Zeer getrofien en radeloos stond Klausen
naast hem. „Niet je opwinden," smeekte
hij, „om 's hemels wil, je niet zoo ver
bazend opwinden."
Helmers hief eindelijk het hoofd op en
een smartelijk lachje speelde er om zijne
lippen.
„Mijn getrouwe vriend," zeide hij teeder,
„maak je maar niet bezorgd. Mij is het
veel ruimer geworden, nu ik eens geweend
heb. Maar dat alles, wat jij mij hebt gezegd,
helpt mij niet, dat is als een fata morgana.
Je hadt mij beter moeten kennen, oude
jongen ik heb het recht niet meer den man
van eene vrouw te zijn."
„Ik heb geweten, dat je zoo zoudt
spreken."
Zaterdagavond tusschen half
tien en half elf had te HEEBEN VEEN een
geducht onweder plaats.
De bliksem sloeg in de tweede verdieping
der woning van den wixikelier A. Zanstx-a.
De brand werd spoedig geblnscht. Het bleek
dat de compositiepijpen der gasleiding waren
gesmolten.
Hoe vreemd de bliksem zich een weg kan
banen, bleek ook nn weer, daar een blikken
kistje met tabak doorboord,en de tabak ver
schroeid was. Langs welken weg de bliksem
zich een uittocht gebaand heeft, is een
raadsel.
De heer H. Bruin herdenkt
1 Mei den dag, dat hij voor 50 jaar werd
aangesteld als watermolenaar van den polder
N. M. te ZIJPE.
Te HEEBLE-WOUW (N.-B.) bestaat
het aartsvaderlijk gebruik, dat bij eene deftige
boerenbruiloft al de familieleden en kennissen
verzocht worden. Dezer dagen had zulk een
ouderwetsche bruiloft plaats. Na de kex-ke-
lijke plechtigheid vereenigden de bruilofts
gasten zich aan den disch en verorberden
een gemesten os, een vet kalf, twee vette
varkens, dertig kippen, drie ovens brood,
twee hectoliters koffie, plus 700 liter bier.
Gel ij k thans is gebleken'
moet het spoorwegongeluk, dat Woensdagj.1.
op het emplacement te LEEUWARDEN
plaats had, worden geweten aan den wissel
wachter, die, den trein ziende aankomen, in
de haast een verkeerden wissel overtrok. De
justitie heeft zich de zaak aangetrokken. Nadat
eerst de wisselwachter was geschorst, is hij
later op een post van minder belang geplaatst.
Protestanten en Joden. ..uit
heem s c h
Het volgende vermakelijke bericht xxit
WAALWIJK vinden we in de „Nbr."
„Zelfs boven den Moerdijk is de groote ver
draagzaamheid der Katholieken van Noord-
Brabant als 't ware spreekwoordelijk gewor
den. In stad en dorp genieten de minderhe
den dezelfde sympathie, dezelfde achting, de
zelfde clandisie. De Katholieken vragen zich
niet af, of een hunner levex-anciers protestant
of Israëliet is.
„Te betreuren is het daarom, dat nu en
dan die minderheden zelf optreden op een
wijze, die wel eens tot gevolg kon hebben,
dat de Katholieken tot andere besluiten
kwamen.
„Zoo bijv. achten zich hier de Katho
lieken en zeer terecht gekrenkt door
het handjevol protestanten en joden.
„Steeds was het In onze Katholieke pro
vincie gebruik, dat voor den bouw eener
B. K. kerk de gemeente-bestxxren een subsi
die verleenden. Ook in Waalwijk heeft de
nieuw benoemde pastoor, de ZeerEerw. heer
J. Knijpers, zich tot den Baad gewend met
verzoek om f 5000 subsidie. En zie, nauwe
lijks is die aanvraag geschied, of een reqnest
wordt gericht tot den Baad door enkele an
dersdenkenden, om die subsidie niet te ver-
leenen.
„Zoo wordt de gastvrijheid beloond, die
vreemdelingen (want zoowel protestanten als
joden zijn uitheemsch) hier ten allen tijde ge
noten hebben.
„Dat bedoeld reqnest veel kwaad bloed zet,
is waarlijk te begrijpen."
Als nieuw bewijs van de gerin
ge waarde, die de xxien tegenwoordig hebben,
meldt men ons xxit KRUINENGEN, dat dezer
dagen een partjj van 500 H. L. is verkocht
vooreen dubbeltje. (M. C.)
„Dan dank ik je, dat je niet geringer
van mij hebt gedacht. En één goed
ding heeft dit uur toch uitgewerktik
zal mij voortaan niet zoo zwak en ellendig
aan mijn leed overgeven. Ik zal Gerda
toonen, dat de mensch Helmers ook nog
wel tot iets deugt, al is de kunstenaar
nu dood. Hoe ik mijn leven ook zal
inrichten, ten gronde gaan dat moet, dat
mag niet."
Hij had het hoofd in den nek geworpen,
uit zijn oogen vlamde de vroegere
levenskracht.
„Je bent nog niet heelemaal beter,
Heinz, vergeet dat niet," waarschuwde
Klausen dringend. „Voor den strijd in
het leven heelt men in de eerste
plaats een ijzers terke gezondheid noo
dig."
„Dat weet ik wel. En daar mijne
middelen het mij veroorloven, zal ik
een paar weken naar Ems gaan. Ben je
tevreden
Klausen zuchtte. „Ja maar en
wanneer de gravin
Een schaduw verdonkerde Helmers'
gelaat.
„Vandaag niets meer daaroverhet
doet mij zoo'n pijn. En dan och, vergeef
mij maar ik wilde zoo gaarne alleen
zijn. Een poosjeNeem het mij niet
kwalijk.''
„Hoe zou ik dat kunnen? Over een
uurtje kom ik terug."
En Klausen verliet met beduidend
verlicht hart het huisnu had hjj weer
hoop.
WORDT VERVOLGD.