Invoer van Schap ie België.
INGEZONDEN.
Onze Candidaat.
Donderdag 13 Juni 1901.
45ste Jaargang No. 3635.
BureauftCB.-HiEf, Laan, D 4.
Uitoever j P. TRAPMAN.
MedewerkerJ. W 1\ KE L.
EERSTE BLAD.
G
Bekendmakingen.
e m e e n t e Schagen.
Kennisgeving.
Door gebrek aan
plaatsruimte moest het feuil
leton achterwege blijven.
E. FOKKER.
1
1
1
Ij
r
lil
u. J
u
STAALMAN,
de Politieke Phoenix.
J1ÈIÏÏS-
Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- en
ADVERTPNTlVv h lnzenc!lng tot 's morgens 9 ure, worden
1XGEZONDKN mwTw™' ge"1"°,St
AlTEritilie- k Lasllsiillai.
Dit
nummer
bestaal uit twee bladen.
w
Prijs per jaar f 8.Franco per post f 3.60.
Afzonderliik** nummers 5 Cent.
ADVER1KNTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 et.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Ü8 Burgemeester van Schagen brengt, ingevolge de
aanschrijving van den ileer Commissaris der Koningin
in deze provincie, ter kennis van belanghebbenden,
dat met inging van 5 Jnni 1901 de invoer vsri
schapen in België zonder beperking is toegelaten.
Schagen, den lldeu Juni 1901.
De Burgemeester voornoemd,
H. J. POT.
Burgemeester en Wethouders van Schagen
Gelet op art. 11 van het Koninklijk besluit van
21 Maart 182S (Staatsblad No G) en 'artt. 10 en 11 I schi-ijt liier af uit liet verkiezingsprogram
der wet van 11 April 1827 (S'aatsbiad No. 17); j.x
BreDgen ter kennis vair belanghebbenden
„wat de verkiesbaarheid tot lid dier lichamen
„betreft, van mannen en vrouwen." Ons ver-
/riezimysprogram stelt bij deze verkiezing op
den voorgrond grondwetsherziening, in dien
zin, dat mogelijk wordea. invoering van al
gemeen kiesrechtb. andere samenstelling
van de Eerste Kamer. De gewone wetgever
moet vrij zijn, bij het maken van een nieuwe
kieswet zoodanige regeling te treffen wat
het kiesrecht zoowel voor den man als voor
de vrouw betreft, als hij in 's lands belang
noodig zal achten. Doch wij willen niet. dat
de grondwet den gewonen wetgever zal dwin
gen, het algemeen kiesrecht èn voor man èn
voor vrouw dadelijk in de wet neer te
schrijven.
De door mij afdoende weerlegde beschuldi
gingen, als zou de V. D. B. vijandig zijn aan
het Koningschap, wordt nu verdedigd met
de volgende bewering „Maar gij vergeet, dat
gij die gr ondwet wijzigen wilt zonder te zeg
gen wat gij daarin wilt wijzigen."
De candidaat der C. L. maakt zich hier
schuldig aan een nu ja, een onjuistheid.
1dat de alpbabetische naamlijst van alle de
binnen deze gemeente vonr de schutte, ij ingeschrevenen
voor de lichting 1901, vanaf heden tot en met den
16den Juni a.s. ter secretarie ter inzage is gelegd.
2. dat de loting zal plaats hebben ten mdhnige,
op Zaterdag 22 Juni a s-, des voovmiddags 11 ure.
Schagen, 7 Juni 1901.
Burgemeester en Wethouders van Schagen,
H. J. POT.
De Secretaris,
DENIJS.
Red.
AAN DE REDACTIE.
De open brief, door den candidaat der
conservatief; LiberaIe Kiesvereniging teAlk-
centraal-
maar tot mij gericht, noopt mij U te verzoe
ken, het volgende in uw
nummer te willen opnemen.
-(o)-
conservatief;
De candidaat der centraal-
Kiesvereeniging, door niemand in t openbaai
tegenover mij verdedigd en alleen te Schooi 1
bijgestaan door den heer Schipper
nu verder zelf schriftelijk zijne
Grondwetsherziening in dien zin, dat moge
lijk worde, a invoering van algemeen kies
recht voor mannen en vrouwen, met toepas
van het beginsel van evenredige verte
genwoordiging b een samenstelling van de
Eerste Kamer, in den geest van punt I der
beginselverklaring". Men ziet, wij zeggen
wèl, wat wij in de grondwet gewijzigd
willen zien.Bovenstaande onjuistheid van
den candidaat der O. L. wordt niet goed ge
maakt door zijn vraag.„Zijn niet monarchie
en democratie tegenvoeters Neen Men
leze de arfct. 25, 60 en 78 der Belgische grond
wet, waar men een voorbeeld kan zien van
een erfelijk Koningschap op domocratischen
grondslag, vastgesteld door liet nationaal con
gres in naam van het Belgische volk Mo
narchie en democratie zijn evenmin tegen
stellingen als aristocratie en republiek ik
denk aan verschillende aristocratische repu
blieken in het oude Griekenland. Staatsrecht
en geschiedenis geven ontkennend antwoord
op de vraag of monarchie en democratie te
genvoeters zijn.
Ten slotte schrijft de candidaat„Ieder,die
zich met de jiolitiek bemoeit,doet de ervaring
op, dat dit geen .hartverheffend en moreel
hoog staand werk is." Ik verbaas mij, dat
iemand, die dit schrijft, zich vinden laat, een
candidatuur te aanvaarden. Indien ik van
die meening was, ik zou nooit het lidmaat
schap der Sfcaten-Generaal begeerd of aange-
H1IJ U tt5 VOIZUO X
eerstverschijnend geger(je redactie, bij voorbaat de betui-
ging aanvaarden van mijne dankbaarheid en
ook die van mijne hoogachting.
Den Haag, 10 Juni 1901.
Liberale
verdedigt
candidatuur.
Op niet gelukkige wijzg.
Hij vraagt mij (p. 2), ae
Hij vraagt mij (p. 2), de grenslijn aan te
geven, die mij scheidt van 't streven der so
cialisten.
Ik antwoord: men leze de Beginsel-verkla
ring en het Verkiezingsprogram van den
yW/.zïnw^-Democratischen Bond, waarbij ik
mij aangesloten heb, en liet program der So
ciaal-Democratische Arbeiderspartij, die den
lieer Van Kuykhof onder hare aanvoerders
telt beide stukken zijn in druk verschenen.
Or> cdle plaatsen, waar ik in dit district
Rni-rrk lieb ik in hun geheel voorgelezen en
toegelicht èn de Beginsel-verklaring en t
VnTtiezimrsprogram van den Vrijzinnig-Demo-
Zatisch® Bond; die Bond zal, zij 't dan ook
als afzonderlijke groep, aan de linkerzijke in
de Kamer staan, dus m 't algemeen tegen
over- de Kerkelijk-staatkundige partijen en
t™nover de Sociaal-democratie, samenwer
kend met hen, die sociale hervormingen
Prnrhtic ter hand nemen, doch gezind en be
reid tot grondwetsherziening
Dit is mijn antwoord op de vraag (p 9),
of ik mij schaam, de beginselen van den Vry-
vi-nnia-democratischen Bond aan mijne kiezers
tc verkondigen.
De vraag, waarom ik ben gegaan
Liberale Unie - eene vereenigin,
noch de ^^"LiberaleKiesvereeniging,
uit de
tot welke
centraal
-h haar candidaat ooit hebben behoord en
°fC welke ik ook na de scheiding nader sta
heb ik herhaaldelijk uitvoerig be-
tot well'
f'indeid; ik verwijs naar het op dit punt vol
tooien inist verslag dat voorkomt o.a. in de
Alkmaarsche Courant van 31 Mei, deN.Lan-
gedijkerCrt. van 1 Juni, de Sckager Courant
van 2 Juni en de AlgemeeneGids van 2 Ju
ni doch niet zonder protest blijve do bewe-
„iii'rr dat ik met mijne democratische vrien
den'mij heb opgeworpen tot een zelfstandige
■mrtii met een geheel ander programma.
ik heb herhaaldelijk betoogd, dat het hervor-
.„„„voo-ram van de Liberale Unie en het
m kSSprogram van den V.D.B., buiten
Ie vraa- ven ^^grondwetsherziening en van
e „f= e?r.loitatie der spoorwegen, geen zake.
staats-e. I en (behalve dat hetlaat-
J i piknorrter is dan het eerste).
De^candidaat der C. L„ mij vragende (p 8);
a l i- Afliet wegnemen van alle den wetge
ver bindende bepalingen uit de grondwet met
inist daarom noodzakelijk, voor alle gingen
uro-ent, omdat gij dadelijk wilt komen tot al
gemeen kiesrecht voor
L. ...vvl-inclHUlT
mannen en voor vrou-
kiesbaarheid der vrouw voor
allo vertegenwoordigende lichamen
iieSt uit het oo
de beginsel-verklaring en I
m. Onze hegi^d-v^Marm\m^ ^revm_
liet onderscheid tussclicn
het verkiezingspro-
^naar algemeen kiesrecht voor de vertegen
woordigende lichamen en gelijkstelling, ook
Tf.
Het heeft ons bevreemd en bedroefd, dat
de Centrale Liberale Kiesvereeniging te Alk
maar een candidaat heeft gesteld tegenover
Mr. Eokker. Wij achten zulk een daad geens
zins in het belang van den eersten eisch
der zuivere partijpolitiekons beginsel te
handhaven.
Door de candidatuur-Bosman wordt aan de
i tegenpartij een kaart in handen gespeeld,
waarvan zij zeker niet aarzelen zullen ge
bruik te maken. De mogelijkheid van stem-
versnippering is nu geopend, waarbij het vrij
zinnig beginsel in ons district ernstig in ge
vaar wordt gebracht.
Bij de taak de candidatnnr-Eokker te ver
dedigen, zullen wij ons met de protest-can-
didatuur van de Centrale even moeten bezig
houden. De Centrale is ook in 1897 in de
contramine geweest, toen zij tegenover den
heer Eokker den oud-Minister Van der Kaay
candidaat stelde. Toenmaals heeft onze partij
toch de meerderheid gekregen en wij hopen,
dat het ook thans gebeuren zal, maar de
kiezers houden daarbij in het oog, dat het
dan noodzakelijk is, in één richting stem uit
te brengen.
Niet op den heer Bosman, waar op Mr.
E. FOKKER.
Van den hoer Bosman weten wij niet veel,
op ons heeft zijn verkiezingsrede een weinig
aangeuainen indruk gemaaktal te veel heeft
deze candidaat door zijdelingsche beschuldi
gingen van de Vrijzinnig-Democraten zijn
eigen voortreffelijkheid willen doen blijken,
bij ons evenwel vruchteloos. Wanneer een
candidaat, om zijn tegenstander te bestrijden,
moet afdalen tot de verdachtmaking dat hij
is tegen liet koningschap, dus revolutionnair,
kan men werkelijk niet spreken van faire
bestrijding. En ook de zakelijke critiek des
heeren Bosman liet alles te weuschen.
De verkiezingsrede van den heer Mr. E.
EOKKER daarentegen maakte algemeen een
even aangenamen als weldadigen indruk.
Krachtig en in eerlijke overtuiging heeft
Mr. EOKKER zijn politiek standpunt ver
klaard.
Het groote bezwaar, dat do lieer FOKKER
de urgentie van Grondwetsherziening is toe
gedaan en daar schijnt het bij de
Centrale in hoofdzaak op aan te komen is
dit werkelijk zoo overwegend om naast den
liberalen candidaat een anderen liberaal te
steliea jn bet belang van de anti-liberalen
Met instemming schrijven wij hier uit liet
verslag -qr- Bokker's verkiezingsrede (zie
Sohager ^U|.ant vau 2 Juni) deze zinsnede af:
„In 't najvu. vall jcjoo verklaarde zicli de
Lib. Unie vjL wetsherziening ter rege
ling van 't kics^ht In Den Haag vereenigde
'«SSS3
men zich met 't program der L. U., doch
men meende van den candidaat geene instem
ming er mee te moeten vragen.
„spr. aclit grondwetsherziening niet u r-
g e n t te verklaren, zoo goed als te zeggen
geene grondwetsherziening.
„Waar nu de L. U. 't mede niet wensclielijk
acht, den candidaat volle instemming met 't
program af te vragen, moesten de voorstan
ders der urgentie zich wel nauwer aaneen
sluiten. Een nieuwe groepeering werd een
eisch des tijds de minderheid in de L. U. ging
dus heen, naar aanleiding der kwestie van
grondwetsherziening urgent te verklaren al
dan niet.
„Overigens is 't program der Vrijz.-Dem.
voor een groot deel gelijkluidend met 't her
vormingsprogram der L. U."
Wij vragen waar is nu het enorm bcgin-
selverschil dat de vooruitstrevetiden in ons
district in twee partijen zou moeten verdeelen
Er is nog een bezwaar genoemddat de
heer Eokker wil meehelpen de Eerste Kamer
af te schaffen. Eu wat antwoordt daarop onze
candidaat in het debat te Schagen Ziehier
„De samenstelling der Eerste Kamer wilde
de lieer F. in zooverre veranderen, dat de
leden dier Kamer gekozen worden rechtstreeks
door de kiezers, anders gegroepeerdniet door
de Prov. Staten, omdat daardoor de samen
stelling der Prov. St. werd bedorven. Daar
toch had men in de eerste plaats noodig
administrateurs, goede administrateurs voor
de polder- cii waterschapszaken enz., en juist
door aan Prov. St. te geven het reclit de
Eerste Kamer te kiezen, bedierf men zijn
samenstelling."
Dit is volmaakt juist. Bovendien, welke
reden heeft het, wanneer de wil des volks i
blijkt in de samenstelling der Tweede Kamer, 1
een anders saamgesteld college boven die
Kamer te stellen, die afbrekend werkt op j
wat de meerderheid van de kiezers toch wil?
De Eerste Kamer heeft verleden jaar ver-
worpen de Ongevallenwet, die de Tweede
Kamer,wij herhalen het^amengesteld door de
meerderheid des volks had aangenomen.
De dubbele verkiezi ugsmauier bezit ook
onze instemming' niet en ten aanzien van de j
feitelijke verplichting der Provinciale Staten
deelen wij volkomen de meening van den heer j
Eokker.
Het ministerie-Borgesius heeft in don lieer
Eokker steeds een warm aanhanger gevonden.
Zijn stem in eik der belangrijke wetsvoor-
stellen is geweest een steun voor de ontwer- j
pers. Het zuiver-vrijzinuig beginsel is door
ons Kamerlid voortdurend ten volle voor
gestaan.
Ten aanzien van Sociale wetgeving, ver
klaarde hij in zijn verkiezingsrede, staat hij
op één lijn met die Liberale Unie-mannen, ja,
hij bewees zelfs, dichter bij hen te staan dan
de heer Bosman.
Met nadruk wees hij er tenslotte op, dat
hij als Vrijzinnig-Democraat deel uitmaakt
der linkerzijde tegen de clericalen en met
hen staat tegenover de Soc.-Dem. „Gaarne
blijf ik," zei hij, „mijne krachten wijden aan
sociale hervormingen. Onomwonden heb ik
U gezegd, waar ik niet, waar wèl sta, en
hiermede acht ik voldoende verklaring te
hebben gegeven van mijne houding.
Wij herhalen, dat ons de tegen-candidatunr van
de Centrale heeft bevreemd en bedroefd. De
kiezers in ons district moeten zich ten hel
derste bewust zijn, dat, wanneer zij niet in
één gelid oprukken voor'onzen candidaat, de
candidaat der anti-revolutionnairen en Katho-
liekeu kans heeft, de overwinning te behalen.
Dat wij zijn ervan overtuigd wil ook
de Centrale niet, ofschoon zij met haar
voor straf van buiten moeten leeren. De straf
was echter niet zoo heel groot, want ook
toen reeds voelde ik mij hijzonder tot het
landbouwbedrijf aangetrokken. Ik smulde dus
aan het Latijnselie gedicht, dat het landleven
zoo verheerlijkt en kende het in korten tijd
van buiten.
Welnu, de stille vrede, die er in bezongen
wordt, bleek mij in later dagen geen fictie
té zijn maar helaas, ook dat rustige akker
leven is thans reeds door de verkiezingskoorts
aangetast. Blijf thuis van vergaderingen, ja,
lees zelfs vooreerst geen kranten meer, liet
zal je niet baten, want nergens kun je ko
men, met niemand kom je in aanraking, of
het gesprek loopt over Verkiezingen. Het
eenigo dus, dat je met zoo'n isolement zoudt
kunnen bereiken, is de aangename positie van
tegon Jan en Alleman met een mond vol
tanden te mogen staan. Ik lees dan ook wèl
kranten. (In 't bijzonder „Extra Tijding", een
blad, dat mij een helderen, onbevangen blik
op menschen en toestanden gegeven heeft.)
Ook bezoek ik wel eens vergaderingen, wan
neer ik tenminste van te voren weet, dat ze
gehóuden worden. Maar met dat al zal ik
toch blij wezen, wanneer die verkiezingen
maar achter den rug zijn,want zelfs in mijn bin
nenkamer berokkenen ze mij onaangenaam
heid. Zoo onder laatst nog. Ik kom thuis in
een eenigszins onaangename stemming, ,,'tls
toch verschrikkelijk", zei ik, „ze moeten mijn
vriend Staalman toch ook altijd hebben
„Wat nu dan weer?" riep Gx'ietje ver
rast, „hebben ze dan weer op hem geschoten
„Och kom, da's maar een praatje ge
weest. Nee maar, kijk 'eris wat ik heb mee
gebracht
„Wel, da's „Extra Tijding" van Woens
dag 29 Mei. Maar die krant lezen we immers
zélf, sedert jij daar zoo in verheerlijkt werd?"
„Hèb je dat nummer nog? Krijg het
dan eens even, dan zul je wat heel bijzonders
zien."
Nu werd Grietje daar is ze vróuw
voor nieuwsgierig. (Mannen zijn nóóit
nieuwsgierig. Nimmer heeft een man ge
vraagd, wie Teunis Ploeger wol wezen mocht.)
Grietje dan had in een oogwenk de be
doelde krant gevonden.
„Welnu," zei ik, „wat staat hiér?" en
ik vouwde het exemplaar open dat ik zelf
had meegebracht. Grietje las (heelemaal
zonder bril, want het waren letters als
koeien) Openbare Vergadering op Breê-
zand (Anna Paulowna), Donderdagavond te
half acht, in het Kerkgebouw der Evangeli
satie. Spreker de Heer A. P. Staalman, Lid
van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Gelegenheid tot Debat, enz.
„En zoek die reusachtige annonce nu
ook eens in ons blad op
Grietje sloeg de krant open, die wijzelf
hadden ontvangen. Maar tot haar verbazing
zag ze van de groote advertentie geen spoor.
Dezèlfde krant, en in de één stond het wèl,
in de ander niét Dat leek haar, geloof ik,
haast tooverij toeZe was er tenminste
katoen van „Hoe is het mógelijk riep
ze tenslotte uit.
„Hoe dat mogelijk is? Wei, hoe anders
dan door misbruik van vertrouwen 1 Gelijk
alle grooten en goeden op aarde, heeft ook
mijn edele vriend Staalman een schier onbe
perkt geloof in de eerlijkheid en deugd van
zijn evenmensen. Zóó kan hij er toe komen,
de inrichting van zijn blad geheel aan den
zetter toe te vertrou wen.Maar wat dóet nu zoo'n
man In plaats van zich die onderscheiding
waardig te maken, verstout hij zich tot het
doen van allerlei zonderlingheden. Zoo heeft
hij éérst de exemplaren voor Breêzand afge-
protest-candidatuur versnippering der liberale drukt vict de advertentie van Staalman sop
stemmen uitlokt. De Liberale kiezers in ons treden. En toen hii nu voor het urootendeelr
district moeten wel zéér voorzichtig zijn.
Laten zij bedenken, da! de man, die een
sieraad van de thans aftredende Kamer is
geweest en een warm vriend van het
ministerie, die onze belangen trouw heeft
behartigd en ze van gansclier harte wil blijven
behartigen, niet zóó ver staat zelfs van den
meest behoudenden liberaal, dat ifij die
stem ten volle verdient.
Geeft dus allen dadelijk,, bij de eerste stem
ming op 14 Juni a.s., uw stem aan Mr. E.
EOKKER. Laat u niet afleiden van dezen
duren plicht. Helpt onzen candidaat dadelijk j weren,
aan een meerderheid.
Ook op U zijn de oogen van het Liberale
Nederland gericht. Gij moet meehelpen de
Liberalen de meerderheid in de nieuwe Kamer
te bezorgen.
Derhalve, vastbesloten en volijverig gewerkt
voor den candidaat, die ons liet naast staat,
voor ons Kamerlid, dat naar onze tevreden
heid ons heeft vertegenwoordigd.
1
I
icr
Brieveo i
„B e a t u s i 11 e q u i proeul nego-
t i i s" etc. Dezen vermaarden lierzang van
Horatius heb ik op het gymnasium*) eens
De lezers v.m mijn eersten brief zullen
zich herinneren, hoe mijn vader, in strijd met
mijne neigingen,
willen maken.
een dokter van mij had
treden. En toen hij nu voor het grootendeels
anti-revolut.ionnaire Breêzand klaar was,
lichtte hij dead vertornde er uit en ging toen op
nieuw aan 't drukken voor den Oostpolder en
Don Helder. Waaróm die man zoo iets kon
doen Wel, zonder twijfel door opstokerij of
omkooperij van de socialisten, die bang waren
om met den geduchten Athleet van het Woord
in het worstelperk te tredenMaar nu was dat
niet noodig. Nu konden zij zich laf verschui
len achter heb argument, dat zij niets wis
ten van die vergadering, ja, wat méér zegt,
j ze konden de rollen omkeeren zelfs en bo-
dat Staalman hen niet aandurfde
„Ja, 't mócht watviel Koosje in. (Dat
kind begint me hoe langer hoe meer verdriet
te berokkenen door haar vrijzinnige denkbeel
den en haar verregaande brutaliteit.) „Ja,
't mócht watging ze voort, „Staalman zélf
is zoo gnieperig geweest om zijn krant zóó in
te richten,dat zijn tegenstanders van die verg.
onkundig zouden "blij ven. Maar zij Werden, door I
een geestverwant nog in tijds per telegram
gewaarschuwd en de heeren Janzen en
Reitsma zijn toen onmiddellijk gekomen. Een j
bewijs dus, dat de socialisten wèl durfden.
Ze hebben toen Staalman zijn dubbelzinnig
gedrag verweten. En wat antwoordde de
edele man In plaats van er ferm en rid ier-
lijk voor uit te komen, dat het z ij n werk
was, was hij laf genoeg om de schuld te
gooien op een van zijn letterzetters, op een
armen drommel dus, die z ij n brood eet én
dus het hart niet hebben zou zich te ver
dedigen op een van die kleine luiden dus,
wier belangen hij steeds zegt zoo onverdroten
vóór te staan. Zoo zal liij misschien vandaag
of morgen, als dat in zijn kraam te pas komt,
nog eens gaan verklaren, dat alle scheld
woorden en alle verdachtmakingen van Jaap
en Tijs geheel buiten zijn medeweten werden af-
Ten einde het verwijt van letterkundig
plagiaat te ontgaan, beken ik hier nederig,
dat ik deze geestige uitdrukking aan de
atthische gesprekken van Jaap en Tijs heb
ontleend.
gedrukt en slechts opzettelijke iniapsels van
een kwaadaardigen zetter zijn geweest. Want
hij, de orthodoxe Staalman, is immers
veel te vroom om goed te vinden, dat een
fatsoenlijk mensch door middel van z ij n
krant (een orthodox bladdoor de mod
der zou worden gehaald
„Kind, kind sprak ik verdrietig, „wan
neer zal je toch eens anders wordenWan
neer zal je Staalman eens respecteeren gaan
„Zoodra hij het verdient!" zei het
pedante nest. „Ik lieb eerbied voor Kuyper
ik lieb eerbied voor Schaepman; ik heb eer
bied voor ieder die strijdt voor zijn begin
selen en liet doet met waardigheidMaar
zoo lang Staalman goed zal vinden, zijn
tegenstanders te bevechten met misselijke
Jaap-en-Tijs-lectuur, zoolang hij onder de hef
tigste aanvallen op vergaderingen maar
eenwig en altijd zijn zoetsappig glim
lachje behoudt, nooit eens in edele veront
waardiging kan ontsteken, en maar steeds
met laffe flauwiteiten zich er af maakt, die
do onontwikkelde massa slechts lachen doen,
zoolang zal ik A. P. Stalman, als verkiezings-
clown en politieke sjacheraar, verachten met
groote innigheid
„Welnu, ben je haast klaar?" riep ik
ongeduldig.
„Nog niet heelemaal," antwoordde liet
brutale ding. „Als ik het eenmaal over Staal
man lieb, ben ik nog zoo gauw niet uitge
praat."
„Welnu, haal dan je hart op, beste
meidHet zal je misschien wat verlichting
geven", gromde ik nijdig; want ik weet bij
ondervinding, dat het 't beste is, om haar bij
zulke (gelukkig zeldzame) uitbarstingen maar
door te laten rammelen. Dan houdt ze op
't laatst vanzelf wel op.
„Ja, ik veracht Staalman," ging Koosje
voort, „want niet alleen dat hij ieder kleineert,
die hem in den weg staat, maar aan den
anderen kant zoekt hij zichzelf bij iedere
gelegenheid te prijzen en in de hoogte te
steken.
„Jaring's blad is een blad van de schaar,
durft hij zeggen; maar wat doet hij zelf?
Hij knipt hier wat uit en daar wat uit
en verfomfaaid dit en verdraait dat, doet
heel den rommel door elkaar en noodigt dan
zijne lezers tot smullen aan liet zonderlinge
kostje uit, als met de woorden uit het lied
van den Transvaaischen reportganger
Manschappen bij makiar, die pap is gaar,
Zon eet on8 al maal te'en makaar.
„En als je soms beweert, dat zijn politieke
pap je niet bevalt, dan smijt hij je met een
nog viezer gerechtje uit zijn moreele keuken
om de ooren, zoodat de oningewijden den
neus voor je optrekken en denken, dat er
altijd zoo'n vies luchtje aan je geweest is
en niet weten, dat slechts kok Staalman je
dat reukje heeft bezorgd.
„Zeker, ik stem toe, dat ook Staalman wel
iets voor den kleinen man gedaan heeft
voor den minderen militair bijvoorbeeld
maar meestal zijn het woorden, woorden,
woordenO, ik wil het niet ontkennen, hij
alléén kan niet veel, maar laat hij dan ook
geen stemmen bedelen met de bewering, dat
II IJ ons dit en HIJ ons dat zal bezorg'en
I als hij gekozen wordt. Vier jaar geleden hebt
u hem gestemd, omdat hij u eonige guldens
meer op een mud tarwe had toegezegd. En
wat is er van gekomen
j „Nu lokt liij de vissohers, zeelui en land-
l arbeiders weer met eene belofte op pensioen.
Jawel, we weten, wat die menschen van
Staalman te wachten hebbenToen er een
poging aangewend werd om ook de visschers,
landarbeiders en zeelieden in dé Ongevallen
wet opgenomen te krijgen, ging die niet van
Staalman uitDe landarbeiders waren er
bijna ingekomen, ook Staalman stemde vóór,
doch overigens sloeg hij geen geluid.
„Ook de zeelui hebben geen reden met hem
te dwepen. Want toen tegen hun opname tal
van bezwaren werden ingebracht, trok nie
mand dan de voorstellers partij voor hen
óók de lieer Staalman niet. En tóch, die man
komt in deze dagen dood-kalmpjes aan de
kiezers verklaren „Zeelui, visseliers en land
arbeiders kiest MIJ, als je bij het breken
van armen of beenen niet als onbruikbaar
aan den dijk wilt gezet worden."Maar déze
week zullen de kiezers toch wel blijk geven, dat
zij eindelijk zoo verstandig geworden zijn, een
man van bijna louter beloften niet langer als
hun vertegenwoordiger af te vaardigen
De woordenstroom was geëindigd Koosje
hield nu vanzelf op.
„Hoor eens," zei ik, „je moogt praten wat
je wilt, maar je vader is oud en wijs
genoeg om te kiezen wien hij hebben wil
en i k kies Staalman, hoewel ikzelf mo
dern ben en hij orthodox is.Ook beu ik geen
oogetiblik bang, of Staalman zal opnieuw
gekozen worden. Zijn aanhangers gaan alle
maal ter stembus, daar is geen twijfel aan.
Eii wat de liberalen betreft, och. dat kennen
we, die zijn blij als ze maar een candidaat
hebben maar om hem er i n te helpen, daar
zijn ze te laks toe. De kolft blijft thuis (dat
hebben we met Breebaart gezien), zoodat
Vrijdag mijn vriend Staalman als een nieuwe
politieke Phoenix uit den verkiezingsgloed
te voorschijn komen zal."
,,'t Is mogelijk," zei Koosje. „maar of
hij, evenals de Phoenix den Ouden, ook door
den gloed gelouterd zal blijken, kijk, dat
blijft voor mij nog zeer de vraag."
„Ja, ja, ga je gang maar. meid! Maar
d i t zeg ik je Staalman zal geko
zen worden door de laksheid der
liberalen en aan hein en zijn volgelingen
zal wehira de toekomst zijn Hij zal de gra
naten zijner welsprekendheid doen ontploften
en de bouwsels van socialisme zullen te niet
gaan.' Met hetdynanriet van zijn machtig