Jacit en ïissctój. Donderdag 4 Juli 1901. 45ste Jaargang No. 3(541. Bekendmakingen. Gemeente Scha gen. BEKENDMAKING. FEUILLETON. Uit en voor de Pers. Binnenlandse!] Nieuws. ilicuti Niim-, Alurttilih k Laiilimllai. en Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden AÜVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Bureau 8€IIAGM, Laan, D 4. UitgeverP. TRAPMAN. MedewerkerJ. WISREL. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijk». nummers 5 Cent. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. POLITIE. Ter Secretarie dezer gemeente worden inlichtingen verzocht omtrent een verloren lorgnet en zjjn inlichtingen te verkrijgen omtrent eene koffiekan en twee melkkannetjes. Burgemeester en Wethouders van Schagen brengen ter kennis tan belanghebbenden, dat, ingevolge de door den Raad dier gemeente vastgestelde regeling be trekkelijk het onderzoek naar de broeiïug van hooi, enz lo. de gemeente is verdeeld in een noordelyke en een zuidelijke hooistekerswijk en de scheidingslijn tnsschen die wjjken wordt geacht te zijn getrokken vanaf de brug van de Lange Snevert door de Hoep over de markt naar en door de Heerenstraat, langs de Loet, den Menisweg en het pad> loopende langs het Schagerwiel en van daar langs den dijk, liggende van den zuidkant van den polder Burghorn tot aan de gemeente Sint Maarten. 2o. dat voor het loopende jaar tot hooistekers zijn benoemd Voor de noordelijke wijk Willem Bleeker (Noord wijk a No. 142) en Klaas Govers (Loet wijk P No. 13); Voor de zuidelijke wijk Christiaan Speets (Laan wijk D No. 29) en Thijs Bijpost (Laan wijk D No 62.) 3o. dat ingevolge het bepaalde bij de politie verordening voor deze gemeente, ieder houder van hooi en stroo, die daarin gevaar voor brand door broeiïog ontdekt, verplicht is, daarvan onverwijld kennis te geven aan den burgemeester en een der hooistekers voor de hooistekerswijk, waarin hij woon achtig is, zullende de hooistekers bovendien ten allen tijde tot het onderzoeken van het hooi en van het stroo moeten worden toegelaten. 4o. dat niet-naleving der sub 3 vermelde bepaling strafbaar is gesteld met eene boete van ten hoogste f 25.—. Schagen, den 2 Juli 1901, Burgemeester en Wethouders voornoemd, H. J. POT. He Secretaris, HENIJS. De Burgemeester van Schagen brengt ter kennis van belanghebbenden het navolgende De Gommissaiis der Koningin in de Provincie Noord-Holland, öelezea het besluit van Gedepuleerdo Staten dier Provincie van 19 Juni jl. n«.90; Gelet op artikel 11 der „Jagtwet"; Brengt ter kenDis van belanghebbenden dat de j a c h t op waterwild in dit gewest zal worden geopend als volgt in den kring, begrepen binnen den Westfrie- schen omringdijk, in de gemeente Petten, in de gemeente Callantsoog, alsmede in het gedeelte van den polder het Koegras, gelegen onder de gemeente H e 1 d e r, op Zaterdag 20 Juli 1901, met zonsopgang; op het eiland Texel, met uitzondering van den polder EijerlandjOp Zaterdag 17 Augustus 1901, met zonsopgang, en in de overige deelen der provincie, dus ook in den polder Ejjerland op Texel, op Zaterdag 3 Au gustus 1901, met zonsopgang. En zal dit besluit in het Provinciaal Blad worden geplaatst en voorts in elke gemeente van Noord- Holland worden aangeplakt. Haarlem, 25 Jnni 1901. De Commissaris der Koningin voornoemd, (getVAN TIENHOVEN. Schagen, den 1 Juli 1901. De Burgemeester van Schagen, H. J. POT. NOVELLE v a d MAX HIRSCHFELD. 14. o-o-o— „Maar Edgar vroeg de gravin eindelijk, „hoe kan men nu van het leven genieten, wanneer men niet de achting van de men- schen bezit „Ik verlies de achting alleen van die menschen, tot wie ik mjj niet meer reken te behooren en met wie ik zelfs niet meer wensch om te gaan." „Je hebt allerlei voorwendsels bedacht, om daarmede je lafheid te bemantelen." „Op dit verwijt was ik voorbereid. Ik ben niet laf. Ik zal mijn leven voor iets grooters opofferen, maar niet daarvoor. Ik heb den ellendeling getuchtigd en nu zou ik mij vrijwillig aan zijn wraak over geven Het rjjtuig reed nu den landweg af en den straatweg op, en daar door het ratelen van het rijtuig de woorden voor den koet sier onverstaanbaar waren, antwoordde de gravin snijdend scherp „Je moest mij toch zóó goed kennen, dat je wist dat deze praatjes op mij niet den minsten indruk maken. Alles wat je zegt, is gemakkelijk te weerleggen. Ik geef mij zelfs de moei tef niet om daarover na te denken. Je drogredenen zijn gemakkelijk genoeg te doorzien. Je belastert een licht- In de Hervorming van 29 Juni, uitgegeven door den Nederl. Protestantenbond, lezen we over Dr. Kuyper's optreden het volgende „Gewoon politiek knutselen als de wereld- ling, en dan God er bij noemen, om de kans van welslagen te verhoogen, is de eere uwer positie wegwerpen." Aldus dr. Kuyper tot de heeren en broede- rendeputaten, die te Utrecht vergaderden. Er is groote driestheid noodig, dit te dur ven uitspreken en op het eigen oogenblik een politiek knutselwerk op het getouw te zetten, waarvan het gewoon wereldsch patroon een ieder duidelijk in het oog springt. Of wat anders dan een gewoon, in lagen zin, wereldsch doen, dan gewoon wereldsche berekening, ligt ten grondslag aan den stem- menruil, die bij deze verkiezingen is in prac- tijk gebracht Wat anders dan gewoon we reldsch doen is het, met terzijdestelling van alle principiëele verschilpunten, die anders niet plegen bemanteld te worden, een tijdelijk „christelijk" allegaartje in het leven te roepen? Geen enkele verkiezingscampagne, waarbij niet de kleine politiek met haar handigheden en kuiperijen van min of meer brutale soort bij alle partijen mede aan het woord is. Maar dit „wereldsch" doen te veroordeelen als iets waarbij het noemen van Gods naam niet voegt, en, terwijl men het zelf op groote schaal en op cynische wijze in praktijk brengt, voor zich en zijn medestanders en medeplichtigen het epitheton „christelijk" te durven opeischen, is teeken óf van groote verblinding, óf van groote onbeschaamdheid. Ergerlijk althans in hooge mate is het voor allen die, wat in den loop der geschiedenis en ook lieden ten dage met „christelijk" moge benoemd worden, daarbij allereerst denken aan het edelste en beste, het reinste en ver- hevenste dat in menschenzielen kan opkomen en in de praktijk wordt nagestreefd. „Vraagstukken, die om oplossing vragen, komen, onder Gods bestel, uit wereldinvloeden van het leven zelf op een stroom, dien nie mand vermag te keeren." In dezer voege sprak dr. Kuyper bij boven vermelde gelegenheid. Een herinnering, waarmede wij onze har telijke instemming betuigen. Ook de sociale vraagstukken zijn niet door menschengril gesteld, niet willekeurig door een of andere politieke partij opgeworpen, maar onder Gods bestel opgekomen, door God zelf ons ter oplossing voorgelegd. Dit is ook van ons innige overtuiging, en geen politieke partij heeft een toekomst, die tegen de sociale beweging, waarmee de vraagstukken samenhangen, op eenigerlei wijze reageert. Volkomen begrijpelijk dan ook,dat dr. Kuyper zijn deputaten herinnert dat ook het vraag stuk „hoe den werkenden stand veilig te stellen tegen een economische overmacht, die hem onnatuurlijk drukt", uit even onweer- staanbaren wereldinvloed opdook. Natuurlijk ook, dat hij der anti-revolutionnaire partij op het hart drukt „hartelijke belangstelling aan het sociale vraagstuk te wijden". Maar de laatste woorden zijn mat en flauw, vergeleken bij den krachtigeu aanhef. Moeten zij aangeven in welke mate en in welk tempo de anti-revolutionnairen straks, met hun „medestanders" de regeeringspartij uitma kende, de sociale wetgeving zullen behar tigen Met de Roomsch-Katholieken, die hier te lande de eigenlijke conservatieve staatspartij uitmaken zinnig, maar anders fatsoenlijk mensch, alleen omdat het je tegenstander is. Jij stelt voor jezelf aparte eischen om het leven te genieten, ofschoon er ten allen tijde duizenden geweest zijn, die op allerlei punten ver boven jou stonden en die toch met liefde hun leven aan hun eer of hun vader land teu offer hebben gebracht. Er zijn er, die trachten hunne lafheid te verbergen; jij tracht je schoon te wasschen door allerlei schoon klinkende redeneeringen. Jij verzaakt je bloedverwanten en vrienden en doet hen schande aan door je ellendig gedrag, dat niet het minste een smet werpt op den naam van je lamilie. Jij beschuldigt mij, alle moederlijk gevoel te mitsen, maar je vraagt niet, of zulke gevoelens wellicht toch voor handen zijn en ot het mij geen strijd ge noeg heeft gekost, alle gevoel het zwijgen op te leggen voor de eer van mijn en jouw naam. Hoe wilt ge hier blijven leven, wan neer men je met den vinger nawijst a's een man, die niemands achting meer waardig is? Nooit zal ik je meer als mijn zoon beschouwen, mijn huis zal altijd voor je gesloten zijn. Hoe zeer het mij aan het hart gaat, dat ge u lr'er als een man zult ge dragen, dat ge den naam der Eeldern's hoog zult houden,kunt ge reeds daaraan zien,dat ik dat duel wensch, zonder er rekening mede te houden dat daardoor elke nauwere betrekking tot Arabella onmogelijk wordt, namelijk voor het geval dat George door je gedood werd of zwaar gekwetst." Het rijtuig naderde de villapoort. Edgar zweeg. „Heb je mij nu niets te antwoorden?" drong de gravin. „Niets Nu werd het gelaat van de gravin hard Met de Friesclie christelijk-historischen, wier reactionnair streven dr. Kuyper zelf erkent en van wie hij verklaart„dat bij hen een conservatieve neiging meespreekt, die ons min bekoort Met de vrij-antirevolutionnairen, terwijl, zegt dr. Kuyper, „het weer de vraag blijft, of we in de sociale vraagstukken met hen verder zullen komen Ook hier een partijman, die met de zijnen als „christelijk" bij uitnemendheid optreedt en terwijl hij zich voor vraagstukken geplaatst ziet, waarvan hij erkent, dat ze niet „bij geval" of uit menschengril, maar van Godswege ter oplossing zijn voorgelegd, medestanderschap zoekt bij partijen die de sociale beweging beschouwen als uit den booze. Gewoon politiek knutselen als de wereld- ling, en dan God er bij te noemen, om de kans van welslagen te verhoogen, is de eere uwer positie wegwerpen. Ja, juistde eere uwer positie En Donderdagavond, toen de uitslag dei- herstemmingen bekend was, zeide dr. K. tot de partijgenooten, die hem een ovatie brach ten, dankbaar te zijn dat de naam van God de zege had erlangd in liet vaderland BALANS. De stembus heeft, volgens de „Standaard", de balans opgemaakt van de gesteldheid der geesten onder de kiezers. Bij het opmaken van die balans bleek, dat er een kwaad saldo was voor de partijen der Revolutie, en een aanmerkelijk goed saldo aan den kant der Christelijke partijen. Tocli dient, zegt het orgaan van dr. Kuy per, om de beteekenis van die balans ten volle te verstaan, opgemerkt le. dat in de handen van onze tegenstan ders was heel de groote pers en heel de volks pers 2e dat op de hand van onze tegenpartij was de zeer uitgebreide ambtelijke invloed van hooge colleges, van de administratie, van burgemeesters, van veldwachters enz., een in vloed, die zicli b. v. in het district Brielle zeer sterk heeft doen gelden 3e. dat op de hand van onze tegenpartij waren alle tijdschriften, weekbladen èn ge ïllustreerde carricatuur-bladen 4e. dat op do liand van onze tegenpartij waren alle invloeden van de intelligentie aan onze universiteiten, gymnasia, lioogere bur gerscholen, technische scholen en openbare lagere scholen, van het notariaat, van de balie en van particuliere geleerden genre mr. Levy. 5e. dat op de hand van onze tegenpartij waren de hoogere qualiteiten van de meeste candidaten, in zooverre dezen aan hun zijde veelal waren mannen van hooge positie, van rijke ervaring, van geoefendheid in zaken. Denk slechts aan Yeegens tegenover Kudolph, aan Goekoop tegenover Yegtel. 6e. dat onze tegenpartij wijzen kon op een zittend Kabinet, dat principieel zeker zwak stond, maar samengesteld is uit mannen, die elk voor zich eerbied afdwongen door hun kunde en ijver, en die saam een staat van dienst toonden, waaraan elke partij eere gaf; en 7e. dat de liberalen deze vier jaren het profijt hadden van een zoo overvloedig vloeien van 's lands middelen, dat in alle streken het Kabinet vrienden had verworven door zijn ijver om trams enz. te steunen. Eerst als men dit alles in het oog houdt, en zich afvraagt wat er van de liberalen zou zijn overgebleven, zoo ze over dit zevenderlei voordeel niet hadden beschikt, verstaat men aldus de „Standaard" ten volle de be teekenis van het nadeelig sal do, dat de verkiezingsbalans voor de liberale partijen aanwijst. en koud van uitdrukking. Zij riep den koetsier toe, te stoppen. Edgar stapte uit. I „Ga, lafaard!" riep ze hsm na, zóó luid, dat de bedienden het konden hooren en dezen elkaar grinnikend aanstootten. Toen het rijtuig wegreed, bleef Edgar als aan den grond genageld staan. Hem was het, alsof er een zware last op zijn schouders was gelegd, waarvan hij zich, met de grootste moeite zelfs, niet kon bevrijden. Met geweld moest hij zich dwingen voort te gaan en stapte hij de straat langs. De beschimping van zijne moeder brandde hem op de ziel en niet esrder hield dat smartelijke gevoel op, dan toen het verstand weder geheel meester over zijn denken en voelen was geworden. „Ik dwaas dacht hij, „waarover maak 1 ik mij nu zoo druk Redenen daarvoor had I ik altijd reeds genoegvóór dat ik in het rijtuig stapte, kon ik aan alles denken zonder dat het mij maar eenigszins hinderde of ergerde. Dat bij allen, die zich van mij hebben afgewend, ook nog mijne moeder komt, moest mij toch eigenlijk niet zoo kwellen. Wij hebben elkaar nooit goed begrepen en wij zullen elkaar ook nimmer verstaan. Laat al die menschen voor mij verloren zijn ik wensch mijzelf niets beters. Wanneer mij maar die ééne over blijft op wier liefde ik de hoop van miji^ verder leven heb gegrond." Maar als een verdoovende slag trof hem de gedachte, dat ook Edith het voorval met dezelfde oogen zou kunnen beschouwen als de anderen. „Wel is ze een verstandig en practiscli meisje, maar ze is nog jong en leeft in die kringen, welke er zulke zonderlinge begrippen van eer op nahouden. Het komt er dus op aan, of die idééën Het aantal ingeleverde gedoode ratten bedroeg in de afgeloopen maand Juni te OUDKARSPEL 395 stuks. Tweede Kamer. Zondag hielden de verkiezingscomités van de „Volkspartij" uit de districten WEST STELLINGWERF en SCHOTERLAND eene gecombineerde vergadering, die bijgewoond werd door het Kamerlid G. L. v. d. Zwaag. Besloten werd, dat de heer v. d. Zwaag zitting zal nemen voor Schoterland, zoodat in Weststellingwerf eene nieuwe vrije stemming moet plaats hebben. Als candidaten worden genoemd de heeren: Hugenholtz te Haarlem, Bergmeijer te Dord recht en Gerhard te Amsterdam. Deze drie moeten ook bij het verkiezingscomité op den voorgrond treden. De „Rijnbode" verneemt, dat de heer mr. Th. Heemskerk voor Gouda zal bedanken en voor Amsterdam zitting nemen, als zijnde dit het zwakste district. ANNA PAULOWNA, 2 Juli 1901. Alhier is Zondag j.1. een postduif gevangen, welke vermoedelijk van Engeland afkomstig is. Op een der vleugels is een doodshoofd gestempeld, waaronder twee gekruiste been deren. Verder leest men de woordenHigh Park, Elying Club uthport, (de letters voor de u zijn onleesbaar.) Aan den linkerpoot is een ring bevestigd, waarop no 99 B, 7633, en aan den rechterpoot een elastieken ring, waarop St. 98 J. Het dier is een schoon exemplaar en wordt bewaard en verzorgd bij den heer P. de Vries, aan de Kleine Sluis. Weg met de zeilvaart. De laatste Engelsclie zeiltrawler voor de vischvangst op de Noordzee is in het open baar verkocht. De zeiltrawlers zijn geheel en al vervangen door stoomtrawlers. Van de eerste waren er eens 400 in de vaart. De meeste zijn door Nederlanders gekocht. Kabinetswijziging. De Koningin zal nog deze week achtereen volgens omtrent de ministerlëele crisis raad plegen de staatsmannen Van Naamen,president der Eerste Kamer Gleickman, daartoe uit liet buitenland teruggekeerd, en Schorer, vice* president van den Raad van State. i Leerplichtwet. Dat het bij de toepassing der Leerplichtwet niet louter bij eene administratieve behande ling blijft, toonen de volgende cijfers ruim schoots aan Door den hoogleeraar mr. J. E. Houwing, oud-schoolopziener in het arrondissement ZAANDAM, aan wien met ingang 1 Juli eervol ontslag is verleend, is gedurende den tijd, dat hij zijn aandeel heeft gehad in de uitvoering der Leerplichtwet, 39 maal proces verbaal opgemaakt wegens ongeregeld school bezoek in zijn arrondissement, en wel tegen één persoon 10 keer, tegen een ander 9 keer tegen een derde 4, tegen drie personen 3 keer, tegen één persoon 2 keer, tegen vijf personen 1 keer. Tal van leerlingen, die week aan week ver zuimden, zijn door deze maatregelen op de school teruggekeerd. Een record. 1 Uit GRONINGEN wordt geschreven: Sinds begin Mei verschenen in onze locale bladen niet minder dan 42 „ingezonden arti kelen" over de candidatuur-Van Houten. Dat zooveel geschrijf nog niet voldoende is geweest om den beschreven persoon onder de „beschreven vaderen" een plaats in te rui men, is toch wel wat kras. Vergadering van den gemeente raad van WINKEL, van 29 Juni j.1., 's voormiddags 10 uur. Tegenwoordig alle leden. Na opening der vergadering, voorlezing en goedkeuring der notulen der vorige bijeen komst, deelt Voorzitter mede, dat de sehool- belioeften door den boekhandelaar Verlinden te Bergen-op-Zoom zijn geleverd. Vervolgens informeert Voorz. aan den heer Sloos omtrent de demping van het slootje bij Wit en Bakker, waarover in de vorige vergadering is gesproken. De heer Sloos deelt hierop mede, dat de demping van een gedeelte daarvan nog niet heeft plaats gehad, wijl de uitvoering wegens de eigenaardige ligging daarvan zeer bezwaar lijk kan geschieden. Ofschoon men den heer Sloos moet toe geven, dat het dempen der sloot nogal bezwaren met zich mede brengt, is men desniettemin van onverdeeld gevoelen, dat demping voor een zeker deel noodzakelijk is en dat met het oog op de naderende warme dagen het wenschelijk is, daarmede zoo gauw mogelijk te beginnen. Hierna wordt in concept ter tafel gebracht a. een besluit tot het doen van af- en overschrijvingen op de begrooting van 1900, betreffende posten van uitgaaf, welke beneden de raming zijn gebleven, of wel deze hebben overschreden, tot een totaal bedrag van f 1137.— b. een besluit tot het doen van uitgaven uit den post van onvoorziene uitgaven van den dienst van 1900, tot een totaal bedrag van f 388.96 c. een 2e suppl. begrooting, eveneens voor den dienst van 1900, sluitende met een ontvang en uitgaaf van f 3030.— Deze besluiten en begrooting worden zonder bemerkingen vastgesteld. Ingekomen is van heeren Ged. Staten de verordening op de heffing en invordering van een hoofdei, omslag, waaromtrent eenige bemerkingen worden gemaakt. Goedgevonden wordt, alsnog aan deze bemerkingen tegemoet te komen, om de ver ordening daarna opnieuw ter goedkeuring in te zenden. Voor de a. s. stemming voor den Gemeente raad wordt tlians bij stemming aan het stembureau als 4e lid toegevoegd de heer P. Slooves Kz. en als plaatsvervanger de heer J. Timmerman. Ter voorziening in de nog steeds vacee- rende betrekking van lid van de commissie tot wering van schoolverzuim in den Groet polder worden door B. en W. ter benoeming aanbevolen de heeren S. Klaver en J. Jonk Az. Bij de hiervoor gehouden stemming wordt met algemeene stemmen benoemd de heer S. Klaver. Niets meer aan de orde zijnde, sluit de Voorz. de vergadering. De heer W. BronnegerOnnekes van WINKEL is te Groningen geslaagd voor het eerste gedeelte van het candidaats-examen j (theologie.) WIERINGEN. Op Zondag 7 Juli a.s. zal de Harmonie kapel alhier een pleiziertocht maken per motorboot „Maria-Anna." De reis gaat langs Anna Paulowna, Zijpe en N.-H. Kanaal naar Den Helder. Moordte TILBURG Naar wij vernemen, zou de officier van jus titie bij de arrondissement-s-rechtbank te Breda liet voornemen hebben hooger beroep aan te teekenen tegen het vrijsprekend von nis, tegen Mutsaers in zake do misdaad te Tilburg uitgesproken. (N. R. C.) sterker zijn, dan hare liefde voor mij." Hij liep de straten langs zonder te letten op den weg dien hij ging. De regen viel in stroomen neder, maar hij voelde het niet. Hij liep togen een werkman aan, die hem vloekend een paar grove woorden toe voegde. Het duurde een heele poos vóór hij zijne gedachten we8r bij elkander had. „Ik zou het Edith niet kwalijk kunnen nemen, wanneer zij zich evenals de anderen van mij zou afwenden. Tot dusverre was ik de rijke graaf, aan wien men, ondanks zijne eigenaardigheden, nog de noodige achting bewees. Nu zou dit wel anders kunnen worden. Wanneer men mij werkelijk, zooals mijne moeder mij in uitzicht stelde, met de vingers zou nawijzen en mij een lataard noemde Hij brak zijn gedachtenloop af. Hij voelde een steek in het hart en schudde daarover verwonderd het hoofd. „Dus toch", mompelde hij. „Met al mijn wijsheid, met al mijn geleerde betoogen, ben ik niet in staat mij daarover heen te zetten. Lafaard Neen, dat mag ik Diot op mij laten rusten. Ha-hadaar zijn we al zoo verNu bezien wij de zaak reeds van een anderen kant. Wanneer ik nu eens zeide goed, hier ben ik, laat ons duelleeren dan zou al die onrust ver dwijnen het offer, dat gevorderd wordt, zou vallen. Maar wat zou er met mij persoon lijk geshcieden Het meest waarschijnlijke is, dat hij mij morsdood schiet. Dat zou zeer tegen mijn wenschen zijn, maar wat is er ook eigenlijk over boord Die ontzettende gebeurtenis zou zestig jaren later toch be slist volgen, zeer waarschijnlijk nog heel wat vroeger. Mijn grootvader is aan de tering gestorven. Zoo iets, zegt men immers, gaat val- zijn bij voorliefde op den kleinzoon over." De regen begon nog harder te len, zoodat Edgar onaangenaam in gedachten werd onderbroken. Opkijkend, zag hij een helder verlicht café. Hij trad daar binnen, liet zich een glas bier geven, greep naar een op een stoel liggende cou rant en keek daar een poosje in, totdat hij tot de ontnuchtering kwam, dat het licht te ver van hem af was om het schrift te kunnen lezen. Hij lag de courant weer neer en trachtte zich te herinneren, waar hij met zijn gedachten was blijven staan. Rij begon van den beginne af zijn gedach- tengang weer af te wikkelen en midden daarin viel het hem in, dat hij zichzelf de vraag had gesteld, of hij het duel, trots alle bedenkingen, maar niet zou aannemen. „Stel eens, dat ik alleen op die voor waarde Edith's liefde voor mij zou kunnen behouden, waarom zou ik het dan niet doen? Zoover als ik nu denk en gevoel, zouden alle mijne toekomstplannen falen, als ik haar uit mijne berekening moest weg' cijferen." „Ja," dus kwam hij nu plotseling een besluit, „ik ben nu vast besloten zal duelleeren." Hij lachte, en verwonderde er zich over, hoe onwrikbaar dat besluit nu bij hem vaststond. „Goed, we zullen duelleeren. Nu denk 'k ook weer aan die twaalf uren bedenk tijd, die men mij heeft gegeven. Ik zal dus morgenochtend om negen uur de heeren secondanten kunnen verwachten." WORDT VERVOLGD. tot ik

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1901 | | pagina 1