Jacit en ïissctój.
Donderdag 4 Juli 1901.
45ste Jaargang No. 3(541.
Bekendmakingen.
Gemeente Scha gen.
BEKENDMAKING.
FEUILLETON.
Uit en voor de Pers.
Binnenlandse!] Nieuws.
ilicuti Niim-,
Alurttilih k Laiilimllai.
en
Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag-
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
AÜVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Bureau 8€IIAGM, Laan, D 4.
UitgeverP. TRAPMAN.
MedewerkerJ. WISREL.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijk». nummers 5 Cent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
POLITIE.
Ter Secretarie dezer gemeente worden inlichtingen
verzocht omtrent een verloren lorgnet en zjjn
inlichtingen te verkrijgen omtrent eene koffiekan
en twee melkkannetjes.
Burgemeester en Wethouders van Schagen brengen
ter kennis tan belanghebbenden, dat, ingevolge de
door den Raad dier gemeente vastgestelde regeling be
trekkelijk het onderzoek naar de broeiïug van hooi, enz
lo. de gemeente is verdeeld in een noordelyke en
een zuidelijke hooistekerswijk en de scheidingslijn
tnsschen die wjjken wordt geacht te zijn getrokken
vanaf de brug van de Lange Snevert door de Hoep
over de markt naar en door de Heerenstraat, langs
de Loet, den Menisweg en het pad> loopende langs het
Schagerwiel en van daar langs den dijk, liggende van
den zuidkant van den polder Burghorn tot aan de
gemeente Sint Maarten.
2o. dat voor het loopende jaar tot hooistekers zijn
benoemd
Voor de noordelijke wijk Willem Bleeker (Noord
wijk a No. 142) en Klaas Govers (Loet wijk P No. 13);
Voor de zuidelijke wijk Christiaan Speets (Laan
wijk D No. 29) en Thijs Bijpost (Laan wijk D No 62.)
3o. dat ingevolge het bepaalde bij de politie
verordening voor deze gemeente, ieder houder van
hooi en stroo, die daarin gevaar voor brand door
broeiïog ontdekt, verplicht is, daarvan onverwijld
kennis te geven aan den burgemeester en een der
hooistekers voor de hooistekerswijk, waarin hij woon
achtig is, zullende de hooistekers bovendien ten allen
tijde tot het onderzoeken van het hooi en van het
stroo moeten worden toegelaten.
4o. dat niet-naleving der sub 3 vermelde bepaling
strafbaar is gesteld met eene boete van ten hoogste
f 25.—.
Schagen, den 2 Juli 1901,
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
H. J. POT.
He Secretaris,
HENIJS.
De Burgemeester van Schagen brengt ter kennis
van belanghebbenden het navolgende
De Gommissaiis der Koningin in de Provincie
Noord-Holland,
öelezea het besluit van Gedepuleerdo Staten dier
Provincie van 19 Juni jl. n«.90;
Gelet op artikel 11 der „Jagtwet";
Brengt ter kenDis van belanghebbenden
dat de j a c h t op waterwild in dit gewest
zal worden geopend als volgt
in den kring, begrepen binnen den Westfrie-
schen omringdijk, in de gemeente Petten,
in de gemeente Callantsoog, alsmede in het
gedeelte van den polder het Koegras, gelegen
onder de gemeente H e 1 d e r, op Zaterdag 20 Juli 1901,
met zonsopgang;
op het eiland Texel, met uitzondering van den
polder EijerlandjOp Zaterdag 17 Augustus 1901,
met zonsopgang, en
in de overige deelen der provincie, dus ook in den
polder Ejjerland op Texel, op Zaterdag 3 Au
gustus 1901, met zonsopgang.
En zal dit besluit in het Provinciaal Blad worden
geplaatst en voorts in elke gemeente van Noord-
Holland worden aangeplakt.
Haarlem, 25 Jnni 1901.
De Commissaris der Koningin voornoemd,
(getVAN TIENHOVEN.
Schagen, den 1 Juli 1901.
De Burgemeester van Schagen,
H. J. POT.
NOVELLE
v a d
MAX HIRSCHFELD.
14. o-o-o—
„Maar Edgar vroeg de gravin eindelijk,
„hoe kan men nu van het leven genieten,
wanneer men niet de achting van de men-
schen bezit
„Ik verlies de achting alleen van die
menschen, tot wie ik mjj niet meer reken
te behooren en met wie ik zelfs niet meer
wensch om te gaan."
„Je hebt allerlei voorwendsels bedacht,
om daarmede je lafheid te bemantelen."
„Op dit verwijt was ik voorbereid. Ik
ben niet laf. Ik zal mijn leven voor iets
grooters opofferen, maar niet daarvoor.
Ik heb den ellendeling getuchtigd en nu
zou ik mij vrijwillig aan zijn wraak over
geven
Het rjjtuig reed nu den landweg af en
den straatweg op, en daar door het ratelen
van het rijtuig de woorden voor den koet
sier onverstaanbaar waren, antwoordde de
gravin snijdend scherp
„Je moest mij toch zóó goed kennen,
dat je wist dat deze praatjes op mij niet
den minsten indruk maken. Alles wat je
zegt, is gemakkelijk te weerleggen. Ik geef
mij zelfs de moei tef niet om daarover na te
denken. Je drogredenen zijn gemakkelijk
genoeg te doorzien. Je belastert een licht-
In de Hervorming van 29 Juni, uitgegeven
door den Nederl. Protestantenbond, lezen we
over Dr. Kuyper's optreden het volgende
„Gewoon politiek knutselen als de wereld-
ling, en dan God er bij noemen, om de kans
van welslagen te verhoogen, is de eere uwer
positie wegwerpen."
Aldus dr. Kuyper tot de heeren en broede-
rendeputaten, die te Utrecht vergaderden.
Er is groote driestheid noodig, dit te dur
ven uitspreken en op het eigen oogenblik een
politiek knutselwerk op het getouw te zetten,
waarvan het gewoon wereldsch patroon een
ieder duidelijk in het oog springt.
Of wat anders dan een gewoon, in lagen
zin, wereldsch doen, dan gewoon wereldsche
berekening, ligt ten grondslag aan den stem-
menruil, die bij deze verkiezingen is in prac-
tijk gebracht Wat anders dan gewoon we
reldsch doen is het, met terzijdestelling van
alle principiëele verschilpunten, die anders
niet plegen bemanteld te worden, een tijdelijk
„christelijk" allegaartje in het leven te roepen?
Geen enkele verkiezingscampagne, waarbij
niet de kleine politiek met haar handigheden
en kuiperijen van min of meer brutale soort
bij alle partijen mede aan het woord is. Maar
dit „wereldsch" doen te veroordeelen als iets
waarbij het noemen van Gods naam niet
voegt, en, terwijl men het zelf op groote schaal
en op cynische wijze in praktijk brengt, voor
zich en zijn medestanders en medeplichtigen
het epitheton „christelijk" te durven opeischen,
is teeken óf van groote verblinding, óf van
groote onbeschaamdheid.
Ergerlijk althans in hooge mate is het voor
allen die, wat in den loop der geschiedenis
en ook lieden ten dage met „christelijk" moge
benoemd worden, daarbij allereerst denken
aan het edelste en beste, het reinste en ver-
hevenste dat in menschenzielen kan opkomen
en in de praktijk wordt nagestreefd.
„Vraagstukken, die om oplossing vragen,
komen, onder Gods bestel, uit wereldinvloeden
van het leven zelf op een stroom, dien nie
mand vermag te keeren."
In dezer voege sprak dr. Kuyper bij boven
vermelde gelegenheid.
Een herinnering, waarmede wij onze har
telijke instemming betuigen.
Ook de sociale vraagstukken zijn niet door
menschengril gesteld, niet willekeurig door
een of andere politieke partij opgeworpen,
maar onder Gods bestel opgekomen, door
God zelf ons ter oplossing voorgelegd.
Dit is ook van ons innige overtuiging, en
geen politieke partij heeft een toekomst, die
tegen de sociale beweging, waarmee de
vraagstukken samenhangen, op eenigerlei
wijze reageert.
Volkomen begrijpelijk dan ook,dat dr. Kuyper
zijn deputaten herinnert dat ook het vraag
stuk „hoe den werkenden stand veilig te
stellen tegen een economische overmacht,
die hem onnatuurlijk drukt", uit even onweer-
staanbaren wereldinvloed opdook. Natuurlijk
ook, dat hij der anti-revolutionnaire partij op
het hart drukt „hartelijke belangstelling aan
het sociale vraagstuk te wijden".
Maar de laatste woorden zijn mat en flauw,
vergeleken bij den krachtigeu aanhef. Moeten
zij aangeven in welke mate en in welk
tempo de anti-revolutionnairen straks, met hun
„medestanders" de regeeringspartij uitma
kende, de sociale wetgeving zullen behar
tigen
Met de Roomsch-Katholieken, die hier te
lande de eigenlijke conservatieve staatspartij
uitmaken
zinnig, maar anders fatsoenlijk mensch,
alleen omdat het je tegenstander is. Jij
stelt voor jezelf aparte eischen om het
leven te genieten, ofschoon er ten allen
tijde duizenden geweest zijn, die op allerlei
punten ver boven jou stonden en die toch
met liefde hun leven aan hun eer of hun vader
land teu offer hebben gebracht. Er zijn er, die
trachten hunne lafheid te verbergen; jij tracht
je schoon te wasschen door allerlei schoon
klinkende redeneeringen. Jij verzaakt
je bloedverwanten en vrienden en doet hen
schande aan door je ellendig gedrag, dat niet
het minste een smet werpt op den naam van
je lamilie. Jij beschuldigt mij, alle
moederlijk gevoel te mitsen, maar je vraagt
niet, of zulke gevoelens wellicht toch voor
handen zijn en ot het mij geen strijd ge
noeg heeft gekost, alle gevoel het zwijgen
op te leggen voor de eer van mijn en jouw
naam. Hoe wilt ge hier blijven leven, wan
neer men je met den vinger nawijst a's
een man, die niemands achting meer
waardig is? Nooit zal ik je meer als mijn
zoon beschouwen, mijn huis zal altijd voor
je gesloten zijn. Hoe zeer het mij aan het
hart gaat, dat ge u lr'er als een man zult ge
dragen, dat ge den naam der Eeldern's hoog
zult houden,kunt ge reeds daaraan zien,dat ik
dat duel wensch, zonder er rekening mede
te houden dat daardoor elke nauwere
betrekking tot Arabella onmogelijk wordt,
namelijk voor het geval dat George door
je gedood werd of zwaar gekwetst."
Het rijtuig naderde de villapoort. Edgar
zweeg.
„Heb je mij nu niets te antwoorden?"
drong de gravin.
„Niets
Nu werd het gelaat van de gravin hard
Met de Friesclie christelijk-historischen,
wier reactionnair streven dr. Kuyper zelf
erkent en van wie hij verklaart„dat bij
hen een conservatieve neiging meespreekt,
die ons min bekoort
Met de vrij-antirevolutionnairen, terwijl, zegt
dr. Kuyper, „het weer de vraag blijft, of we
in de sociale vraagstukken met hen verder
zullen komen
Ook hier een partijman, die met de zijnen
als „christelijk" bij uitnemendheid optreedt
en terwijl hij zich voor vraagstukken geplaatst
ziet, waarvan hij erkent, dat ze niet „bij
geval" of uit menschengril, maar van
Godswege ter oplossing zijn voorgelegd,
medestanderschap zoekt bij partijen die
de sociale beweging beschouwen als uit
den booze.
Gewoon politiek knutselen als de wereld-
ling, en dan God er bij te noemen, om de
kans van welslagen te verhoogen, is de eere
uwer positie wegwerpen.
Ja, juistde eere uwer positie
En Donderdagavond, toen de uitslag dei-
herstemmingen bekend was, zeide dr. K. tot
de partijgenooten, die hem een ovatie brach
ten, dankbaar te zijn dat de naam van God
de zege had erlangd in liet vaderland
BALANS.
De stembus heeft, volgens de „Standaard",
de balans opgemaakt van de gesteldheid der
geesten onder de kiezers.
Bij het opmaken van die balans bleek, dat
er een kwaad saldo was voor de partijen der
Revolutie, en een aanmerkelijk goed saldo
aan den kant der Christelijke partijen.
Tocli dient, zegt het orgaan van dr. Kuy
per, om de beteekenis van die balans ten
volle te verstaan, opgemerkt
le. dat in de handen van onze tegenstan
ders was heel de groote pers en heel de volks
pers
2e dat op de hand van onze tegenpartij
was de zeer uitgebreide ambtelijke invloed
van hooge colleges, van de administratie, van
burgemeesters, van veldwachters enz., een in
vloed, die zicli b. v. in het district Brielle
zeer sterk heeft doen gelden
3e. dat op de hand van onze tegenpartij
waren alle tijdschriften, weekbladen èn ge
ïllustreerde carricatuur-bladen
4e. dat op do liand van onze tegenpartij
waren alle invloeden van de intelligentie aan
onze universiteiten, gymnasia, lioogere bur
gerscholen, technische scholen en openbare
lagere scholen, van het notariaat, van de balie
en van particuliere geleerden genre mr. Levy.
5e. dat op de hand van onze tegenpartij
waren de hoogere qualiteiten van de meeste
candidaten, in zooverre dezen aan hun zijde
veelal waren mannen van hooge positie, van
rijke ervaring, van geoefendheid in zaken.
Denk slechts aan Yeegens tegenover Kudolph,
aan Goekoop tegenover Yegtel.
6e. dat onze tegenpartij wijzen kon op een
zittend Kabinet, dat principieel zeker zwak
stond, maar samengesteld is uit mannen, die
elk voor zich eerbied afdwongen door hun
kunde en ijver, en die saam een staat van
dienst toonden, waaraan elke partij eere gaf;
en 7e. dat de liberalen deze vier jaren het
profijt hadden van een zoo overvloedig vloeien
van 's lands middelen, dat in alle streken het
Kabinet vrienden had verworven door zijn
ijver om trams enz. te steunen.
Eerst als men dit alles in het oog houdt,
en zich afvraagt wat er van de liberalen zou
zijn overgebleven, zoo ze over dit zevenderlei
voordeel niet hadden beschikt, verstaat men
aldus de „Standaard" ten volle de be
teekenis van het nadeelig sal do, dat de
verkiezingsbalans voor de liberale partijen
aanwijst.
en koud van uitdrukking. Zij riep den
koetsier toe, te stoppen. Edgar stapte uit. I
„Ga, lafaard!" riep ze hsm na, zóó luid,
dat de bedienden het konden hooren en dezen
elkaar grinnikend aanstootten. Toen het
rijtuig wegreed, bleef Edgar als aan den
grond genageld staan. Hem was het, alsof
er een zware last op zijn schouders was
gelegd, waarvan hij zich, met de grootste
moeite zelfs, niet kon bevrijden. Met geweld
moest hij zich dwingen voort te gaan en
stapte hij de straat langs. De beschimping
van zijne moeder brandde hem op de ziel
en niet esrder hield dat smartelijke gevoel
op, dan toen het verstand weder geheel
meester over zijn denken en voelen was
geworden.
„Ik dwaas dacht hij, „waarover maak 1
ik mij nu zoo druk Redenen daarvoor had I
ik altijd reeds genoegvóór dat ik in
het rijtuig stapte, kon ik aan alles denken
zonder dat het mij maar eenigszins hinderde
of ergerde. Dat bij allen, die zich van mij
hebben afgewend, ook nog mijne moeder
komt, moest mij toch eigenlijk niet zoo
kwellen. Wij hebben elkaar nooit goed
begrepen en wij zullen elkaar ook nimmer
verstaan. Laat al die menschen voor mij
verloren zijn ik wensch mijzelf niets
beters. Wanneer mij maar die ééne over
blijft op wier liefde ik de hoop van miji^
verder leven heb gegrond."
Maar als een verdoovende slag trof hem
de gedachte, dat ook Edith het voorval
met dezelfde oogen zou kunnen beschouwen
als de anderen. „Wel is ze een verstandig
en practiscli meisje, maar ze is nog jong
en leeft in die kringen, welke er zulke
zonderlinge begrippen van eer op nahouden.
Het komt er dus op aan, of die idééën
Het aantal ingeleverde
gedoode ratten bedroeg in de afgeloopen
maand Juni te OUDKARSPEL 395 stuks.
Tweede Kamer.
Zondag hielden de verkiezingscomités van
de „Volkspartij" uit de districten WEST
STELLINGWERF en SCHOTERLAND eene
gecombineerde vergadering, die bijgewoond
werd door het Kamerlid G. L. v. d. Zwaag.
Besloten werd, dat de heer v. d. Zwaag
zitting zal nemen voor Schoterland, zoodat
in Weststellingwerf eene nieuwe vrije
stemming moet plaats hebben.
Als candidaten worden genoemd de heeren:
Hugenholtz te Haarlem, Bergmeijer te Dord
recht en Gerhard te Amsterdam. Deze drie
moeten ook bij het verkiezingscomité op den
voorgrond treden.
De „Rijnbode" verneemt, dat de heer mr.
Th. Heemskerk voor Gouda zal bedanken en
voor Amsterdam zitting nemen, als zijnde
dit het zwakste district.
ANNA PAULOWNA, 2 Juli 1901.
Alhier is Zondag j.1. een postduif gevangen,
welke vermoedelijk van Engeland afkomstig
is. Op een der vleugels is een doodshoofd
gestempeld, waaronder twee gekruiste been
deren. Verder leest men de woordenHigh
Park, Elying Club uthport, (de letters
voor de u zijn onleesbaar.) Aan den linkerpoot
is een ring bevestigd, waarop no 99 B, 7633,
en aan den rechterpoot een elastieken ring,
waarop St. 98 J.
Het dier is een schoon exemplaar en wordt
bewaard en verzorgd bij den heer P. de Vries,
aan de Kleine Sluis.
Weg met de zeilvaart.
De laatste Engelsclie zeiltrawler voor de
vischvangst op de Noordzee is in het open
baar verkocht. De zeiltrawlers zijn geheel en
al vervangen door stoomtrawlers. Van de
eerste waren er eens 400 in de vaart.
De meeste zijn door Nederlanders gekocht.
Kabinetswijziging.
De Koningin zal nog deze week achtereen
volgens omtrent de ministerlëele crisis raad
plegen de staatsmannen Van Naamen,president
der Eerste Kamer Gleickman, daartoe uit liet
buitenland teruggekeerd, en Schorer, vice*
president van den Raad van State.
i Leerplichtwet.
Dat het bij de toepassing der Leerplichtwet
niet louter bij eene administratieve behande
ling blijft, toonen de volgende cijfers ruim
schoots aan
Door den hoogleeraar mr. J. E. Houwing,
oud-schoolopziener in het arrondissement
ZAANDAM, aan wien met ingang 1 Juli
eervol ontslag is verleend, is gedurende den
tijd, dat hij zijn aandeel heeft gehad in de
uitvoering der Leerplichtwet, 39 maal proces
verbaal opgemaakt wegens ongeregeld school
bezoek in zijn arrondissement, en wel tegen
één persoon 10 keer, tegen een ander 9 keer
tegen een derde 4, tegen drie personen 3 keer,
tegen één persoon 2 keer, tegen vijf personen
1 keer.
Tal van leerlingen, die week aan week ver
zuimden, zijn door deze maatregelen op de
school teruggekeerd.
Een record.
1 Uit GRONINGEN wordt geschreven:
Sinds begin Mei verschenen in onze locale
bladen niet minder dan 42 „ingezonden arti
kelen" over de candidatuur-Van Houten.
Dat zooveel geschrijf nog niet voldoende
is geweest om den beschreven persoon onder
de „beschreven vaderen" een plaats in te rui
men, is toch wel wat kras.
Vergadering van den gemeente
raad van WINKEL, van 29 Juni j.1.,
's voormiddags 10 uur.
Tegenwoordig alle leden.
Na opening der vergadering, voorlezing en
goedkeuring der notulen der vorige bijeen
komst, deelt Voorzitter mede, dat de sehool-
belioeften door den boekhandelaar Verlinden
te Bergen-op-Zoom zijn geleverd.
Vervolgens informeert Voorz. aan den heer
Sloos omtrent de demping van het slootje
bij Wit en Bakker, waarover in de vorige
vergadering is gesproken.
De heer Sloos deelt hierop mede, dat de
demping van een gedeelte daarvan nog niet
heeft plaats gehad, wijl de uitvoering wegens
de eigenaardige ligging daarvan zeer bezwaar
lijk kan geschieden.
Ofschoon men den heer Sloos moet toe
geven, dat het dempen der sloot nogal bezwaren
met zich mede brengt, is men desniettemin
van onverdeeld gevoelen, dat demping voor
een zeker deel noodzakelijk is en dat met
het oog op de naderende warme dagen het
wenschelijk is, daarmede zoo gauw mogelijk
te beginnen.
Hierna wordt in concept ter tafel gebracht
a. een besluit tot het doen van af- en
overschrijvingen op de begrooting van 1900,
betreffende posten van uitgaaf, welke beneden
de raming zijn gebleven, of wel deze
hebben overschreden, tot een totaal bedrag
van f 1137.—
b. een besluit tot het doen van uitgaven uit
den post van onvoorziene uitgaven van den
dienst van 1900, tot een totaal bedrag van
f 388.96
c. een 2e suppl. begrooting, eveneens voor
den dienst van 1900, sluitende met een
ontvang en uitgaaf van f 3030.—
Deze besluiten en begrooting worden
zonder bemerkingen vastgesteld.
Ingekomen is van heeren Ged. Staten de
verordening op de heffing en invordering
van een hoofdei, omslag, waaromtrent eenige
bemerkingen worden gemaakt.
Goedgevonden wordt, alsnog aan deze
bemerkingen tegemoet te komen, om de ver
ordening daarna opnieuw ter goedkeuring
in te zenden.
Voor de a. s. stemming voor den Gemeente
raad wordt tlians bij stemming aan het
stembureau als 4e lid toegevoegd de heer
P. Slooves Kz. en als plaatsvervanger de
heer J. Timmerman.
Ter voorziening in de nog steeds vacee-
rende betrekking van lid van de commissie
tot wering van schoolverzuim in den Groet
polder worden door B. en W. ter benoeming
aanbevolen de heeren S. Klaver en J. Jonk Az.
Bij de hiervoor gehouden stemming wordt
met algemeene stemmen benoemd de heer
S. Klaver.
Niets meer aan de orde zijnde, sluit de
Voorz. de vergadering.
De heer W. BronnegerOnnekes
van WINKEL is te Groningen geslaagd voor
het eerste gedeelte van het candidaats-examen
j (theologie.)
WIERINGEN.
Op Zondag 7 Juli a.s. zal de Harmonie
kapel alhier een pleiziertocht maken per
motorboot „Maria-Anna." De reis gaat langs
Anna Paulowna, Zijpe en N.-H. Kanaal naar
Den Helder.
Moordte TILBURG
Naar wij vernemen, zou de officier van jus
titie bij de arrondissement-s-rechtbank te
Breda liet voornemen hebben hooger beroep
aan te teekenen tegen het vrijsprekend von
nis, tegen Mutsaers in zake do misdaad te
Tilburg uitgesproken. (N. R. C.)
sterker zijn, dan hare liefde voor mij."
Hij liep de straten langs zonder te letten
op den weg dien hij ging. De regen viel
in stroomen neder, maar hij voelde het
niet. Hij liep togen een werkman aan, die
hem vloekend een paar grove woorden toe
voegde. Het duurde een heele poos vóór
hij zijne gedachten we8r bij elkander had.
„Ik zou het Edith niet kwalijk kunnen
nemen, wanneer zij zich evenals de anderen
van mij zou afwenden. Tot dusverre was
ik de rijke graaf, aan wien men, ondanks zijne
eigenaardigheden, nog de noodige achting
bewees. Nu zou dit wel anders kunnen
worden. Wanneer men mij werkelijk, zooals
mijne moeder mij in uitzicht stelde, met de
vingers zou nawijzen en mij een lataard
noemde
Hij brak zijn gedachtenloop af. Hij voelde
een steek in het hart en schudde daarover
verwonderd het hoofd.
„Dus toch", mompelde hij. „Met al mijn
wijsheid, met al mijn geleerde betoogen,
ben ik niet in staat mij daarover heen te
zetten. Lafaard Neen, dat mag ik Diot op
mij laten rusten. Ha-hadaar zijn
we al zoo verNu bezien wij de zaak
reeds van een anderen kant. Wanneer
ik nu eens zeide goed, hier ben ik, laat ons
duelleeren dan zou al die onrust ver
dwijnen het offer, dat gevorderd wordt, zou
vallen. Maar wat zou er met mij persoon
lijk geshcieden Het meest waarschijnlijke is,
dat hij mij morsdood schiet. Dat zou zeer
tegen mijn wenschen zijn, maar wat is er
ook eigenlijk over boord Die ontzettende
gebeurtenis zou zestig jaren later toch be
slist volgen, zeer waarschijnlijk nog heel wat
vroeger. Mijn grootvader is aan de tering
gestorven. Zoo iets, zegt men immers, gaat
val-
zijn
bij voorliefde op den kleinzoon over."
De regen begon nog harder te
len, zoodat Edgar onaangenaam in
gedachten werd onderbroken. Opkijkend,
zag hij een helder verlicht café. Hij trad
daar binnen, liet zich een glas bier geven,
greep naar een op een stoel liggende cou
rant en keek daar een poosje in, totdat hij
tot de ontnuchtering kwam, dat het licht
te ver van hem af was om het schrift te
kunnen lezen. Hij lag de courant weer
neer en trachtte zich te herinneren, waar
hij met zijn gedachten was blijven staan.
Rij begon van den beginne af zijn gedach-
tengang weer af te wikkelen en midden
daarin viel het hem in, dat hij zichzelf de
vraag had gesteld, of hij het duel, trots
alle bedenkingen, maar niet zou aannemen.
„Stel eens, dat ik alleen op die voor
waarde Edith's liefde voor mij zou kunnen
behouden, waarom zou ik het dan niet doen?
Zoover als ik nu denk en gevoel, zouden
alle mijne toekomstplannen falen, als ik
haar uit mijne berekening moest weg'
cijferen."
„Ja," dus kwam hij nu plotseling
een besluit, „ik ben nu vast besloten
zal duelleeren."
Hij lachte, en verwonderde er zich over,
hoe onwrikbaar dat besluit nu bij hem
vaststond.
„Goed, we zullen duelleeren. Nu denk
'k ook weer aan die twaalf uren bedenk
tijd, die men mij heeft gegeven. Ik zal dus
morgenochtend om negen uur de heeren
secondanten kunnen verwachten."
WORDT VERVOLGD.
tot
ik