Paardenmarkt
Donderdag II Juli 1901.
J
45ste Jaargang No. 3643.
te SCHAQEN.
FEUILLETON.
BEKENDMAKING.
Luxe- en Rijtuig-
Donderdag 25 Juli a. s.
SGHAGER
A
n liuis-
COURANT.
Alrateitis- LuIliivIliL
en
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag-
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
BureaisSCIHAGlSJir, lüaaii, 4.
UitgeverP. TRAPMAN.
MedewerkerJ. W I X K E L.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderliike nummers 5 Cent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Bekend «naSung eo.
Gemeente Sc ha gen.
Burgemeester en Wethoudeis van Schagen brengen
ter kennis van belanghebbenden, dat, ingevolge de
door den Raad dier gemeente vastgestelde regeling be
trekkelijk het onderzoek naar de broeiing van hooi, enz.-
lo. de gemeente is verdeeld in een noordelijke en
een zuidelijke hooistekerswijk en de scheidingslijn
tusscken die wjjken wordt geacht te zijn getrokken
vanaf de brug van de Lange Snevert door de Hoep
over de markt naar en door de Heerenstraat, langs
de Loet, den Menisweg ea het pad, loopende langs bet
Schagerwiel en van daar langs den dijk, liggende van
den zuidkant van den polder Burghorn tot aan de
gemeente Sint Maarten.
2o. dat voor het loopende jaar tot hooistekers zijn
benoemd
Voor de noordelijke wijk Willem Bleeker (Noord
wijk a No. 142) en Klaas Govers (Loet wijk FNo.13);
Voor de zuidelijke wijk Christiaan Speets (Laan
wijk D No. 29) en Thijs Bijpost (Laan wijk H No 62.)
3o. dat ingevolge het bepaalde bij de politie
verordening voor deze gemeente, ieder houder van
hooi en stroo, die daarin gevaar voor brand door
broeiing ontdekt, verplicht is, daarvan onverwijld
kennis te geven aan den burgemeester en een der
hooistekers voor de hooistekerswijk, waarin hij woon
achtig is, zullende de hooistekers bovendien ten allen
tijde tot het onderzoeken van het hooi en van het
stroo moeten worden toegelaten.
4o. dat niet-naleving der sub 3 vermelde bepaling
strafbaar is gesteld met eene boete van ten hoogste
f 25.—.
Schagen, den 2 Juli 1901.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
H. J. POT.
De Secretaris,
DENIJS.
Burgemeester en Wethouders van SCHAGEN, bren
gen ter kennis van belanghebbenden, dat in hunne
gemeente de PAARDENMARKT, welke hoofd
zakelijk is bestemd voor luxe- en r ij t u i g p a a r-
d e n, geschikt voor den buitenlandschen handel eD voor
paarden, geschikt voor de Remonte, [de laatsten vanaf
drie-jarigen leeftijd], zal worden gehouden op
Gelijk bekend, heeft deze markt plaats op den dag
vóór dien waarop eenzelfde paardenmarkt wordt ge
bonden te Haarlemmermeer.
Voor de aangevoerde paarden zal geen marktgeld
verschuldigd zijn.
Heeren paardenfokkers e.a. worden beleefd verzocht
tot deze markt, die o.a zeer wenschelijk wordt geacht
door het Hoofdbestuur der vereeniging „Het Neder-
landsch Paarden-Stamboek", door het aanvoeren hunner
daarvoor geschikte dieren ook thans te willen mede
werken, mede in hun eigen belang.
Kunnen toch die dieren te Schagen van de hand
worden gedaan, dan worden daardoor de belangrijke
kosten verdeden, aan het vervoeren naar verder
afgelegen markten, b.v. te Haarlem en elders,verbonden.
Buitenlandsche kooplieden hebben reeds verklaard,
de markt te zullen bezoeken, indien op eenigen aan
voer gerekend kan worden.
Schagen, 3 Juli 1901.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
H. J. POT.
De Secretaris,
DENIJS.
Binnenlandsch Nieuws.
liiiiT
NOVELLE
van
MAX HIRSCHFELD.
16 o-o-o—
„Nu vroeg Frendlin ironisch, toen Ed-
gar als wezenloos bleef staan.
„Gij verwondert u erover, dat ik u niet
mijne dankbaarheid betuig. Dat zal ik u
verklaren, maar Edith zal wel
heel moe zijn
Frendlin begreep hem dadelijk.
„Ga naar huis, mijn kind, en ga slapen."
„Neen", riep Edith angstig, „ik weet
maar al te goed, wat hij zeggen wil hij
wil duelleeren."
„Zoo ver zijn we nog niet", zocht Edgar
haar gerust te stellen, „maar gè. nu, lieve,
alles zal wel goed terecht komen."
„Had Edith gelijk vroeg Frendlin,
toen het jonge meisje was heengegaan.
„Ja, en ik ben even vast besloten het
duel aan te nemen, als ik gisteravond be
sloten was het niet te doen. Een poging
om mij opnieuw van het genomen besluit
te doen afzien, zou alleen dat gevolg heb
ben, dat ik mij voor mijzelf zou beginnen
te schamen over mijn weinige standvastig
heid."
„Maar wanneer men u doodt, u, den
erfgenaam van een ouden naam en groote
bezittingen
Vergadering van den Raad
van ANNA PAULOWNA, op Dinsdag j. 1.,
's voorm. 10 uur. Aanwezig alle leden.
1 vacature.
Voorzitter, de heer J. Jelles, Burgemeester,
opent de vergadering en leest daarna als
Secretaris de notulen, welke zonder aanmer
king worden goedgekeurd.
Aangeboden wordt een concept-besluit tot
bet betalen van verschillende uitgaven,
waarvoor geen post op de begrooting voor
kwam, uit den post onvoorziene uitgaven
dienst 1900en een id. tot het doen van af-
en overschrijvingen op posten derzelfde
begrooting welke overschreden zijn, tot een
totaal bedrag van f 1005.84.
Beide besluiten worden goedgekeurd.
Voorzitter zegt, dat wegens de vermeer
dering van het zielental der gemeente en
bet aantal raadsleden, een nieuwe rooster
van aftreding moet worden vastgesteld van
de leden van den Baad. Hij leest daarom
voor een concept-besluit daartoe, dat bepaalt,
dat in 1903 zullen aftreden 3 raadsleden, in
1905 4 en in 1907 ook 4. Voorzitter voegt
er bij, dat, zoodra de Baad voltallig is, de 4
nieuwe leden moeten loten, in weik jaar zij
zullen aftreden. Ook dit besluit wordt goed
gekeurd.
Hierna gaat de Baad over tot het onder
zoek der geloofsbrieven van den heer
Jelles, nieuwbenoemd Raadslid. De beer J.
verwijdert zich zoo lang de heeren daarmede
bezig zijn. Na afloop zegt de beer "Waiboer,
dat alles in orde is bevonden, en legt de beer
Jelles den eed af, en volgt algemeene
felicitatie.
Voorzitter deelt nog mede, dat is ingekomen
een brief van den heer J. K. Kaan, dat hij
zijne benoeming als gemeente-ontvanger
aanneemtid, van den heer J. Waiboer,
dat bij zijne benoeming als armvoogd aan
neemt. Verder is er nog eene reclamo Hoofdei.
Omslag, die in comité zal worden behandeld.
Bij de rondvraag zegt de heer Geerligs, dat
bij geboord beeft, dat bij den brand bij
Waiboer (in den afgeloopen nacht plaats
gehad) de brandspuit geen water gaf. Hij
meent, dat daar toch noodig in voorzien
dient te worden.
De beer Metzelaar sluit zich bierbij aan.
Voorzitter doet de toezegging, dat direct na
afloop der vergadering B. en W. de spuit
zullen laten onderzoeken. Hij geeft toe, dat
ze lang niet in orde is.
De heer Volder vraagt, wanneer het de
tijd is om de spuit jaarlijks te probeeren. 'tls
toch verkieslijk, dit niet te laat te doen plaats
hebben.
De beer Rezelman vraagt, of bet Voorz.'s
bedoebng dan is, om de spuit te doen repa-
reeren, of dat er naar een andere wordt uit
gezien. Hij is van oordeel, dat de 2 bestaande
spuiten niet deugen, en dat 1 goede spuit
aan de Kleine Sluis beter is,, dan 2 van die
lorrenbovendien zullen de 2 spuiten misschien
veel aan reparatie kosten.
Voorz. zegt, dat een nieuwe spuit veel kost.
De lieeren Waiboer en Van Wijk meenen,
dat de spuiten nog wel goed kunnen zijn.
De beer Van Wijk zegt, dat 't in de slangen
kan zitten. In de gemeente is gelukkig wei
nig brand en dan liggen de slangen daar
opgeborgen, en als er dan een geruimen tijd
over verloopt, dan verstikt de boel en worden
de slangen lek. Een vereischte is dus, dat
alles af en toe wordt gelucht.
De beer Geerligs meent nog, dat bij een
hooibrand als de plaats gehad hebbende bet
aan den slechten toestand der spuit te dan
ken is, dat de boel verbrandt. Dit zijn
echter de overige heeren niet met den heer
G. eens, vooral niet bij dezen brand, waar
bet vuur toch niet te blussclien was, en dus
de spuit voor de belending dienst doet.
Voorz. zegt nogmaals verbetering toe.
Hierna sluiting.
De aangekondigde vergade
ring van landbouwers en veehouders, Zondag
1.1. te NIEUWE N TE DORP in liet lokaal van
den heer P. Haringbuizen gehouden, was niet
druk bezocht. Echter hadden 13 personen
medegedeeld, met de oprichting eener coöpe
ratieve aankoopvereeniging in te stemmen,
terwijl meerderen zich bereid hadden verklaard,
eventueel lid te zullen worden.
De beer P. Koopman, als eerste onderteeke
naar der oproeping, opende met een woord
van welkom de bijeenkomst en Jeidde de
besprekingen in.
Op deze vergadering kon uit den aard der
zaak weinig meer besloten worden dan om
te trachten eene vereeniging te constitu-
eeren.
Omtrent de contributie, die men veronder
stelde, dat niet booger zou zijn dan f .50
per jaar, omtrent de belooning van den ad
ministrateur, etc., kon eerst besloten worden
bij de definitieve oprichting, vaststelling van
statuten en reglement, enz.
Door den heer Jb. de Vries Az. werd ge
lezen bet in de Scbager Courant voorkomend
schrijven van Dx. Van der Zande, te Hoorn,
aan de le Coöperatieve Aankoopvereeniging te
Schagen, omtrent de vergadering van afge
vaardigden van aankoopvereenigingen, in
„Krasnapolsky" te houden. Spreker wenschte
aan bet oordeel der vergadering te onder
werpen, of men zich op die vergadering zou
doen vertegenwoordigen, ook in verband met
de nog te ontwerpen statuten, of wel alleen
bij eenvoudig schrijven daaromtrent het oordeel
van Dr. Van der Zande in te winnen.
De heer W. C. Visser besprak de fouten,
die door meerdere aankoopvereenigingen wa
ren gemaakt. Z. i. waren in bet algemeen de
vereenigingen den verkeerden weg opgegaan
door op den voorgrond te stellen, niet de
allerbeste waar, maar de allergoed
koopste' waar te ontvangen. Wanneer deze
op te richten vereeniging zich wenschte voor
te nemen, voornamelijk aan te sturen op
het ontvangen van de meest prima kwali
teiten, ook wanneer die niet juist tegen den
allerlaagsten prijs werden aangeboden, was
Spr. gaarne genegen, zich bij de vereeniging
aan te sluiten. Verder werd nog eenigen tijd
besproken het aankoopen, zooals het hier en
daar wel gedaan is, bet onderzoek aan de
Rijks-proefstations, etc., etc.
Aan de onderteekenaars van de circulaire
werd opgedragen, als voorloopig comité, sta
tuten en reglement te ontwerpen en aan bet
oordeel van een volgende vergadering te
onderwerpen, waarin dan tgvens een bestuur
kon worden benoemd, enz. De heer Visser
ried nog ten sterkste aan, de Koninklijke
goedkeuring op de statuten te vragen. Zonder
die kan men niet als rechtspersoon optreden,
wat toch meer dan eens kan noodig zijn.
Bovendien is zonder die goedkeuring de secre
taris persoonlijk gehouden voor de nakoming
der verplichtingen van alle leden tegenover
de leveranciers, aan wie bij een of andere
schriftelijke opdracht had gedaan.
Verder werd nog besloten, zich op de ver
gadering te Amsterdam te doen vertegen
woordigen. Met 14 van de 15 stemmen werd
de beer W. C. Visser daartoe aangewezen.
Onder dankzeg-ging voor de opkomst en
toezegging, en met de beste wenschen voor
de nieuwe vereeniging, sloot de Voorz. bier-
na de bijeenkomst.
Uitslag der Maandag 8 Juli
gehouden stemming voor 2 leden van den
Gemeenteraad van SINT MAARTEN, wegens
periodieke aftreding van den beer G. Schoorl
en ter voorziening in de vacature van wijlen
den beer Jan Brommer Sr.
Uitgebracht 111 geldige stemmen. (Vol
strekte meerderheid 56 stemmen.)
Hiervan verkregenJ. Brommer Jz. 82,
W. Govers 32, P. Reus 45 en G. Schoorl 49
stemmen. Zoodat gekozen is de heer J. Brom
mer Jz. en er herstemming is tusschen de hee
ren P. Bens en G. Schoorl.
(Reeds per bulletin medegedeeld aan onze
abonné's van St. Maarten.)
St. MAARTENSBRUG.
Door een ongelukkig toeval geraakte Zon
dagmiddag bet jongetje van P. Sehrieken
alhier in de Groote Sloot. De moeder, die
haar kind nasprong, gex-aakte in een hache-
lijken toestand. Aan C. Oosterman, slager te
Oudesluis, die op de plaats des onlieils aan
wezig was, gelukte bet, beiden uit bet water
te halen, door zelf geheel gekleed te water
te springen.
D enieuwe minister van oorlog-
Men schrijft
Van goed ingelichte zijde wordt verzekerd,
dat generaal-inajoor W. L. de Petit, bevel
hebber in de 3e militaire afdeeling en com
mandant der stelling van bet Hollandsch
Diep en bet Volkerak, in bet nieuwe Kabi
net zal worden belast met de portefeuille van
oorlog.
Generaal Petit is Katholiek en werd, vóór
dat generaal Kool optrad, gepolst, of hij be
reid was minister Eland op te volgen.
Verkiezingsvar ia.
De Noordbr. te 's-HERTOGENBOSCH
schrijft
Op schandelijke wijze is wederom huisge
houden bij de verkiezingen voor den gemeente
raad. Geld, bier en jenever was volop beschik
baar, mits men maar de caudidaten stemde
der bekende club. Zoo werden tal van stem
men, vooral onder de werklieden, gekocht en
natuurlijk, de uitslag was „schitterend!"
Hoe dit te rijmen met den eed der nieuw-
gekozen leden „Ik zweer, dat ik om tot lid
van den Baad te worden benoemd, directelijk
of indirectelijk, aan geen persoon, onder wat
naam of voorwendsel ook, eenige giften of
gaven beloofd of gegeven heb." (Art. 39)?
Dit alles geschiedde toch niet alleen met bun
medeweten, maar met hunne goedkeuring en
zelfs in hunne tegenwoordigheid. Gelukkig
is bier bet laatste woord nog niet gesproken
en zal een krachtig protest niet uitblijven.
De ministeriëele crisis.
Van goederhand verneemt bet Hbld., dat de
opdracht tot vorming van een nieuw Ministe
rie thans is, of althans zal worden gegeven
aan dr. A. Kuyper.
Naar men weet, bevindt deze zich in bet
buitenland en men beeft in zijn vertrok een
blijk meenen te zien dat hij niet geneigd zou
zijn, zulk een opdracht, ofschoon die voor de
band lag, te aanvaarden.
Of dr. Kuyper zicli inderdaad aan dit re
gelrecht gevolg van zijn politiek optreden
wenscht te onttrekken, is ons onbekend.
Mocht bij zich reeds in dien geest hebben
uitgelaten terstond nadat de uitslag der Ka
merverkiezingen zeker scheen te zijn, dan zou
het toch volkomen begrijpelijk zijn, dat bij
nu voor de noodzakelijkheid werd gesteld een
opdracht te aanvaarden of te weigeren. Geen
1 ernstig staatsman zal er aan denken als Ka
binetsformeerder op te treden, tenzij eerst de
theoloog-staatsman, die de verkiezingen geleid
„Men zal mij dooden, dat is zeker. Ik
heb met een tegenstander te doen, die een
voortreffelijk schutter is en in wiens belè,ng
bet is, mij zonder erbarmen neer te schie
ten."
„Maar dat is ongehoord. Zou die ellen
dige opvatting van eer dan nog langer
offers vragen
„Ik ken uw inzichten en ideeën omtrent
het duel, en billijk ze, evenals ieder ver
standig mensch dat doet. Ik wilde vluch
ten. Men zou over mij de laagste praatjes
achter mijn rug hebben verteld, ik was in
aller oog een lafaard goweest. Maar dat zou
mij daar ginds niet gehinderd hebben, ik
bad er niets van geboord en ik bad vast het
plan, nooit meer terug te keeren, ot bet moest
zijn dat maar bet is bier niet de
plaats en de tijd, om over dwaze droomen
te praten. Nu kan ik, nu wil ik niet meer
vluchten. Zonder Edith zou die vlucht
erbarmelijk zijn."
„En wanneer ge hier blijft, is dat duel
dan beslist noodzakelijk
„Ja mijnheer, dat is noodig, omdat de
openbare meening het vordert. Ik kan niet
leven te midden van menscken, die mij
verachten."
„Dat zijn alleen de adellijken."
„En de burgers?"
„Zijn tegen het duel, heer graaf."
„Met mooie woorden. In de practijk j
eischen zij, dat ik mij moedig zal ge
dragen."
„Maar wil er nu eenmaal met dat dwaze
idéé gebroken worden, dan zal een ver- i
standig mensch toch moeten beginnen met
een voorbeeld te geven."
„Zeer loffelijk. Men zal mij evenwel niet1
als een autoriteit aanmerken, maar mij
alleen bespotten."
„Geloof mij, mijnheer Feldern," zeide
Frendlin warm, „u zult alle verstandige men-
schen, uit alie rangen der maatschappij, naast
u vinden. Wanneer maar een vaste wil
voorhanden is
„Wat helpt mijn wil, wanneer de wil van
anderen sterker is? Neen, neen, mijnheer
Frendlin, geef u geen onnoodige
moeite. Ik heb mij reeds aan de gedachte
gewend, en wanneer ik weer aan het wan
kelen wordt gebracht, zou ik opnieuw moe
ten strijden om tot een vast besluit te
geraken. Ik ben allen strijd moede, zoo
moede. Wellicht loopt het nog goed af."
Frendlin liep, met de handen op den rug.
opgewonden op en neer.
„Neen", riep hij, „het duel mag in
geen geval plaats vinden. Ik zal het
verhinderen. Waar en wanneer zal het
gebeuren
„Daarover is nog niets beslist en wannéér
ik het wist, ik zou het u n i e t zeggen."
„U bent moe en overspannen. Wanneer
u, door een rust'gen slaap verfrischt, ont
waakt, zult u er wel anders over denken,
mijnheer Feldern."
„Mogelijk wel", lachte Edgar, „het onbe
stendige is een karaktertrek van mijne
familie geweest bjj de mannen ten
minste."
„Wij zullen nu beiden een poos gaan
slapen. Morgen zoek ik eerst u op en als
ge dan nog bij uw besluit gebleven zjjt,
dan de politie."
„Goed zoo," dacht Edgar bij zichzelf, „de
politie is de laatste toevlucht der burgers,
zelfs van hen, die zich vrijdenker noemen."
Hij antwoordde dat evenwol niet, maar
ging heen. 1
HOOFDSTUK XII.
Het bosch, waarin het groote feest tot
sluiting van het seizoen had plaats gevon
den, lag stil en verlaten, men hoorde er
niet eens liet kraken van het hout of het
knallen van de zweepen der boereD, die
langs den zandweg naar de markt reden,
want onafgebroken stroomde de regen neer,
zoodat men onder het dichte bladerendak
zelfs geene bescherming meer kon vinden.
Tusschen de dansplaats en de kiosk her
innerden nog eenige overblijfselen, zooals
kurken, gebroken glazen en bofcbonpapier-
tjes en dergelijken, aan het feest. Die over
blijfselen waren nog niet weggeruimd, daar
er sedert het feest nog nauwelijks zes en
dertig uren verloopen waren.
Slechts in de herberg, die op eenige
honderden schreden van de boschwaehters-
woning af stond, zag men,behalve den waard,
een paar menschen in de gelagkamer,
't Waren voerlieden, die, over het
ellendige weer mopperend, op eenige ver
betering daarin wachtten, om dan hunno
reis te kunnen voortzetten. In de daaraan
grenzende huiskamer van den waard, welke
dienst deed voor ontvangkamer van hooge
bezoekers, zat ook een man, diedroefgeestig
naar buiten staarde, met een nog volle flesch
wijn en een leeg glas voor zich.
Het was Edgar.
Het duel zou, volgens afspraak, om 8
uur plaats hebben, maar reeds om zeven
uur was Edgar present. Hij had zijn
secondanten gezegd,dat hij vooruit zou rijden,
zonder dat hij een reden voor deze zon
derlinge daad opgaf.
De reden van deze haast lag in de ge
jaagdheid, waaraan hij ten prooi was, nu hij
aanstonds stond voor hét beslissende oogen
en daarbij overwonnen heeft, in de gelegen
heid is gesteld de gevolgen van zijn politieke
handelingen te dragen, te paijer de sa per-
sonne.
-Uit ENKHUIZEN.
Men schrijft aan het Hbld.
„in Enkhuizen heeft de verkiezing voor
den Gemeenteraad een zeer verrassenden
afloop gehad. De beide aftredende anti-revo-
lutionnaire leden, de heeren Jb. Moll en N.
Sluis Pzn., die respectievelijk 33 en 24 jaar
in den Baad zitting hadden, en steeds hun
mandaat met medewerking van kiezers van
alle partijen verlengd zagen, zijn niet herko
zen, maar met eene verpletterende meerder
heid door liberalen vervangen. Vooral voor
den heer Sluis, die op 14 Juni 1.1. tot Ka
merlid voor dit district werd gekozen, is dit
eene politieke nederlaag van beteekenis. Hij,
die 'toch èn aan zijne groote handelszaak, èn
aan zijne persoonlijke relatiën zijnen Kamer
zetel dankt, bleef 1/3 van de stemmen achter
bij eenen tegenstander, die voor vele Enk-
huizers nog tamelijk wel een onbekende was,
daar hij nog maar zeer kort in de Gemeente
woont.
„Die nederlaag is toe te schrijven aan de
verontwaardiging, gewekt door de hoogst
unfaire wijze, waarop in dit district de strijd
door de antirevolutionnaire partij is gestreden,
waarhij eene zoogenaamde vertrouwelijke cir
culaire, in het geheim aan de clericale kiezers
toegezonden, wel het allerergste geweest is.
„In die circulaire toch werd de Burgemees
ter van Enkhuizen, die bij alle partijen popu
lair is, voor een ongeloovige en een revolutie
man (sic) uitgekreten, en op dien grond zijne
herkiezing als lid van de Provinciale Staten
tot eene gewetenszaak gemaakt. Deze daad
was des te afkeurenswaardiger, omdat burge
meester Hartkamp (zooals aan de zes anti-
revolutionnairen, die de circulaire hebben
onderteekend, volkomen bekend was) niet
alleen een zeer ijverig lid is van de Ned. Herv.
Kerk, maar daarin ook meer dan ééne waar
digheid bekleedt.
„De truc is gelukt, de heer Hartkamp is
niet herkozenmaar de aanleggers hebben
nu reeds spijt over hetgeen ze gedaan hebben.
Ze hebben aan den uitslag van de Gemeen
teraadsverkiezing kunnen zien, welke veront
waardiging ze hebben opgewektze hebben
de liberale partij, die zich hier al te zeker
van de overwinning waande, goed wakker
geschudze zijn niets verlangend naar 1905,
om den strijd in dit district opnieuw te aan
vaarden."
-Te WESTSTELLINGWERF is c an-
didaat gesteld door de Volkspartij de heer F.
W. N. Hugenholtz (soc.-dem.) te Haarlem.
De centrale liberale kiesvereen. aldaar heeft
tot voorloopige candidaten gekozen de heeren
dr. H. Blink, mr. J. A. van Gilse, H. Pijt-
tersen en Veenhoven.
Aardappelenteelt.
Als een bewijs van de uitgebreidheid der
teelt van vroege aardappelen in Hollands
Noorderkwartier kan dienen, dat in de vori
ge week te Enkhuizen 6000, te Broekerhaven
7000, te Hoogkarspel 3000, te Medemblik
14.000 er te Bovenkarspel alleen ruim 37.000
halve mudden ter markt werden gebracht.
Aangewezen zijn als voorzit
ters der sub-commissiën bedoeld hij art. 4 der
wet op de Paardenfokkerij 1901, van de sub
commissie AA. W. Heidema, plaatsvervan-
gend-districtsveearts en leeraar aan de Rijks-
landbouwwinterschool, te GRONINGEN en
van de sub-commissie B K. D. Punt, kapi
tein der veldartillerie te 's-Gravenhage.
blik van zijn leven. Had hij Frendlin niet
ontmoet, dan zou liet geweest zijnóf ik
word gedood óf ik vlucht met Edith. Nn
kwam er nog een derde gedachte bij
Edith te trouwen en met haar in het vader
land gelukkig worden.
„Wanneer ik nü nog eens weigerde
te duelleeren
Hiermede begonnen steeds weder
zijn gedachten en telkens weer drukte hij de
lippen op elkaar en zeide tot zichzelf
„Niet daaraan denken Ik wil niet weer
in die oude familiekwaal vervallen. Mijn
besluit staat vast."
De uitvoering van het besluit om daar
niet meer aan te denken, werd hem ver
gemakkelijkt door het binnenkomen van
den waard, die hem zeide, dat er een
dame voor hem was, die hem wilde spreken.
Edgar sprong verrast op.
„Eene dame
Hij dacht het eerst aan Edith. Maar hoe
zou zij het uur en de plaats van het duel
kunnen weten, er was afgesproken beide
streng geheim te houden? Hij keek door
het venster en zag den bediende der
Belgarts, die onder een parapluie onder de
boomen op en neer liep.
Dus ArabellaEer hij een voorwendsel
had kunnen bedenken om dit bezoek af te
wijzen, was het jonge meisje, den waard
voorbij gaande, binnengetreden.
„U zoekt wellicht uw broeder, freule
vroeg Edgar koel, nadat do herbergier zich
had verwyderd en de deur achter zich had
gesloten.
Arabella sloeg den natten sluier achterover
J en uit de gloeiende oogon in 1 et marmer
witte gelaat sprak een groote angst.
SLOT VOLGT.