Paardenmarkt Donderdag II Juli 1901. J 45ste Jaargang No. 3643. te SCHAQEN. FEUILLETON. BEKENDMAKING. Luxe- en Rijtuig- Donderdag 25 Juli a. s. SGHAGER A n liuis- COURANT. Alrateitis- LuIliivIliL en Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. BureaisSCIHAGlSJir, lüaaii, 4. UitgeverP. TRAPMAN. MedewerkerJ. W I X K E L. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderliike nummers 5 Cent. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Bekend «naSung eo. Gemeente Sc ha gen. Burgemeester en Wethoudeis van Schagen brengen ter kennis van belanghebbenden, dat, ingevolge de door den Raad dier gemeente vastgestelde regeling be trekkelijk het onderzoek naar de broeiing van hooi, enz.- lo. de gemeente is verdeeld in een noordelijke en een zuidelijke hooistekerswijk en de scheidingslijn tusscken die wjjken wordt geacht te zijn getrokken vanaf de brug van de Lange Snevert door de Hoep over de markt naar en door de Heerenstraat, langs de Loet, den Menisweg ea het pad, loopende langs bet Schagerwiel en van daar langs den dijk, liggende van den zuidkant van den polder Burghorn tot aan de gemeente Sint Maarten. 2o. dat voor het loopende jaar tot hooistekers zijn benoemd Voor de noordelijke wijk Willem Bleeker (Noord wijk a No. 142) en Klaas Govers (Loet wijk FNo.13); Voor de zuidelijke wijk Christiaan Speets (Laan wijk D No. 29) en Thijs Bijpost (Laan wijk H No 62.) 3o. dat ingevolge het bepaalde bij de politie verordening voor deze gemeente, ieder houder van hooi en stroo, die daarin gevaar voor brand door broeiing ontdekt, verplicht is, daarvan onverwijld kennis te geven aan den burgemeester en een der hooistekers voor de hooistekerswijk, waarin hij woon achtig is, zullende de hooistekers bovendien ten allen tijde tot het onderzoeken van het hooi en van het stroo moeten worden toegelaten. 4o. dat niet-naleving der sub 3 vermelde bepaling strafbaar is gesteld met eene boete van ten hoogste f 25.—. Schagen, den 2 Juli 1901. Burgemeester en Wethouders voornoemd, H. J. POT. De Secretaris, DENIJS. Burgemeester en Wethouders van SCHAGEN, bren gen ter kennis van belanghebbenden, dat in hunne gemeente de PAARDENMARKT, welke hoofd zakelijk is bestemd voor luxe- en r ij t u i g p a a r- d e n, geschikt voor den buitenlandschen handel eD voor paarden, geschikt voor de Remonte, [de laatsten vanaf drie-jarigen leeftijd], zal worden gehouden op Gelijk bekend, heeft deze markt plaats op den dag vóór dien waarop eenzelfde paardenmarkt wordt ge bonden te Haarlemmermeer. Voor de aangevoerde paarden zal geen marktgeld verschuldigd zijn. Heeren paardenfokkers e.a. worden beleefd verzocht tot deze markt, die o.a zeer wenschelijk wordt geacht door het Hoofdbestuur der vereeniging „Het Neder- landsch Paarden-Stamboek", door het aanvoeren hunner daarvoor geschikte dieren ook thans te willen mede werken, mede in hun eigen belang. Kunnen toch die dieren te Schagen van de hand worden gedaan, dan worden daardoor de belangrijke kosten verdeden, aan het vervoeren naar verder afgelegen markten, b.v. te Haarlem en elders,verbonden. Buitenlandsche kooplieden hebben reeds verklaard, de markt te zullen bezoeken, indien op eenigen aan voer gerekend kan worden. Schagen, 3 Juli 1901. Burgemeester en Wethouders voornoemd, H. J. POT. De Secretaris, DENIJS. Binnenlandsch Nieuws. liiiiT NOVELLE van MAX HIRSCHFELD. 16 o-o-o— „Nu vroeg Frendlin ironisch, toen Ed- gar als wezenloos bleef staan. „Gij verwondert u erover, dat ik u niet mijne dankbaarheid betuig. Dat zal ik u verklaren, maar Edith zal wel heel moe zijn Frendlin begreep hem dadelijk. „Ga naar huis, mijn kind, en ga slapen." „Neen", riep Edith angstig, „ik weet maar al te goed, wat hij zeggen wil hij wil duelleeren." „Zoo ver zijn we nog niet", zocht Edgar haar gerust te stellen, „maar gè. nu, lieve, alles zal wel goed terecht komen." „Had Edith gelijk vroeg Frendlin, toen het jonge meisje was heengegaan. „Ja, en ik ben even vast besloten het duel aan te nemen, als ik gisteravond be sloten was het niet te doen. Een poging om mij opnieuw van het genomen besluit te doen afzien, zou alleen dat gevolg heb ben, dat ik mij voor mijzelf zou beginnen te schamen over mijn weinige standvastig heid." „Maar wanneer men u doodt, u, den erfgenaam van een ouden naam en groote bezittingen Vergadering van den Raad van ANNA PAULOWNA, op Dinsdag j. 1., 's voorm. 10 uur. Aanwezig alle leden. 1 vacature. Voorzitter, de heer J. Jelles, Burgemeester, opent de vergadering en leest daarna als Secretaris de notulen, welke zonder aanmer king worden goedgekeurd. Aangeboden wordt een concept-besluit tot bet betalen van verschillende uitgaven, waarvoor geen post op de begrooting voor kwam, uit den post onvoorziene uitgaven dienst 1900en een id. tot het doen van af- en overschrijvingen op posten derzelfde begrooting welke overschreden zijn, tot een totaal bedrag van f 1005.84. Beide besluiten worden goedgekeurd. Voorzitter zegt, dat wegens de vermeer dering van het zielental der gemeente en bet aantal raadsleden, een nieuwe rooster van aftreding moet worden vastgesteld van de leden van den Baad. Hij leest daarom voor een concept-besluit daartoe, dat bepaalt, dat in 1903 zullen aftreden 3 raadsleden, in 1905 4 en in 1907 ook 4. Voorzitter voegt er bij, dat, zoodra de Baad voltallig is, de 4 nieuwe leden moeten loten, in weik jaar zij zullen aftreden. Ook dit besluit wordt goed gekeurd. Hierna gaat de Baad over tot het onder zoek der geloofsbrieven van den heer Jelles, nieuwbenoemd Raadslid. De beer J. verwijdert zich zoo lang de heeren daarmede bezig zijn. Na afloop zegt de beer "Waiboer, dat alles in orde is bevonden, en legt de beer Jelles den eed af, en volgt algemeene felicitatie. Voorzitter deelt nog mede, dat is ingekomen een brief van den heer J. K. Kaan, dat hij zijne benoeming als gemeente-ontvanger aanneemtid, van den heer J. Waiboer, dat bij zijne benoeming als armvoogd aan neemt. Verder is er nog eene reclamo Hoofdei. Omslag, die in comité zal worden behandeld. Bij de rondvraag zegt de heer Geerligs, dat bij geboord beeft, dat bij den brand bij Waiboer (in den afgeloopen nacht plaats gehad) de brandspuit geen water gaf. Hij meent, dat daar toch noodig in voorzien dient te worden. De beer Metzelaar sluit zich bierbij aan. Voorzitter doet de toezegging, dat direct na afloop der vergadering B. en W. de spuit zullen laten onderzoeken. Hij geeft toe, dat ze lang niet in orde is. De heer Volder vraagt, wanneer het de tijd is om de spuit jaarlijks te probeeren. 'tls toch verkieslijk, dit niet te laat te doen plaats hebben. De beer Rezelman vraagt, of bet Voorz.'s bedoebng dan is, om de spuit te doen repa- reeren, of dat er naar een andere wordt uit gezien. Hij is van oordeel, dat de 2 bestaande spuiten niet deugen, en dat 1 goede spuit aan de Kleine Sluis beter is,, dan 2 van die lorrenbovendien zullen de 2 spuiten misschien veel aan reparatie kosten. Voorz. zegt, dat een nieuwe spuit veel kost. De lieeren Waiboer en Van Wijk meenen, dat de spuiten nog wel goed kunnen zijn. De beer Van Wijk zegt, dat 't in de slangen kan zitten. In de gemeente is gelukkig wei nig brand en dan liggen de slangen daar opgeborgen, en als er dan een geruimen tijd over verloopt, dan verstikt de boel en worden de slangen lek. Een vereischte is dus, dat alles af en toe wordt gelucht. De beer Geerligs meent nog, dat bij een hooibrand als de plaats gehad hebbende bet aan den slechten toestand der spuit te dan ken is, dat de boel verbrandt. Dit zijn echter de overige heeren niet met den heer G. eens, vooral niet bij dezen brand, waar bet vuur toch niet te blussclien was, en dus de spuit voor de belending dienst doet. Voorz. zegt nogmaals verbetering toe. Hierna sluiting. De aangekondigde vergade ring van landbouwers en veehouders, Zondag 1.1. te NIEUWE N TE DORP in liet lokaal van den heer P. Haringbuizen gehouden, was niet druk bezocht. Echter hadden 13 personen medegedeeld, met de oprichting eener coöpe ratieve aankoopvereeniging in te stemmen, terwijl meerderen zich bereid hadden verklaard, eventueel lid te zullen worden. De beer P. Koopman, als eerste onderteeke naar der oproeping, opende met een woord van welkom de bijeenkomst en Jeidde de besprekingen in. Op deze vergadering kon uit den aard der zaak weinig meer besloten worden dan om te trachten eene vereeniging te constitu- eeren. Omtrent de contributie, die men veronder stelde, dat niet booger zou zijn dan f .50 per jaar, omtrent de belooning van den ad ministrateur, etc., kon eerst besloten worden bij de definitieve oprichting, vaststelling van statuten en reglement, enz. Door den heer Jb. de Vries Az. werd ge lezen bet in de Scbager Courant voorkomend schrijven van Dx. Van der Zande, te Hoorn, aan de le Coöperatieve Aankoopvereeniging te Schagen, omtrent de vergadering van afge vaardigden van aankoopvereenigingen, in „Krasnapolsky" te houden. Spreker wenschte aan bet oordeel der vergadering te onder werpen, of men zich op die vergadering zou doen vertegenwoordigen, ook in verband met de nog te ontwerpen statuten, of wel alleen bij eenvoudig schrijven daaromtrent het oordeel van Dr. Van der Zande in te winnen. De heer W. C. Visser besprak de fouten, die door meerdere aankoopvereenigingen wa ren gemaakt. Z. i. waren in bet algemeen de vereenigingen den verkeerden weg opgegaan door op den voorgrond te stellen, niet de allerbeste waar, maar de allergoed koopste' waar te ontvangen. Wanneer deze op te richten vereeniging zich wenschte voor te nemen, voornamelijk aan te sturen op het ontvangen van de meest prima kwali teiten, ook wanneer die niet juist tegen den allerlaagsten prijs werden aangeboden, was Spr. gaarne genegen, zich bij de vereeniging aan te sluiten. Verder werd nog eenigen tijd besproken het aankoopen, zooals het hier en daar wel gedaan is, bet onderzoek aan de Rijks-proefstations, etc., etc. Aan de onderteekenaars van de circulaire werd opgedragen, als voorloopig comité, sta tuten en reglement te ontwerpen en aan bet oordeel van een volgende vergadering te onderwerpen, waarin dan tgvens een bestuur kon worden benoemd, enz. De heer Visser ried nog ten sterkste aan, de Koninklijke goedkeuring op de statuten te vragen. Zonder die kan men niet als rechtspersoon optreden, wat toch meer dan eens kan noodig zijn. Bovendien is zonder die goedkeuring de secre taris persoonlijk gehouden voor de nakoming der verplichtingen van alle leden tegenover de leveranciers, aan wie bij een of andere schriftelijke opdracht had gedaan. Verder werd nog besloten, zich op de ver gadering te Amsterdam te doen vertegen woordigen. Met 14 van de 15 stemmen werd de beer W. C. Visser daartoe aangewezen. Onder dankzeg-ging voor de opkomst en toezegging, en met de beste wenschen voor de nieuwe vereeniging, sloot de Voorz. bier- na de bijeenkomst. Uitslag der Maandag 8 Juli gehouden stemming voor 2 leden van den Gemeenteraad van SINT MAARTEN, wegens periodieke aftreding van den beer G. Schoorl en ter voorziening in de vacature van wijlen den beer Jan Brommer Sr. Uitgebracht 111 geldige stemmen. (Vol strekte meerderheid 56 stemmen.) Hiervan verkregenJ. Brommer Jz. 82, W. Govers 32, P. Reus 45 en G. Schoorl 49 stemmen. Zoodat gekozen is de heer J. Brom mer Jz. en er herstemming is tusschen de hee ren P. Bens en G. Schoorl. (Reeds per bulletin medegedeeld aan onze abonné's van St. Maarten.) St. MAARTENSBRUG. Door een ongelukkig toeval geraakte Zon dagmiddag bet jongetje van P. Sehrieken alhier in de Groote Sloot. De moeder, die haar kind nasprong, gex-aakte in een hache- lijken toestand. Aan C. Oosterman, slager te Oudesluis, die op de plaats des onlieils aan wezig was, gelukte bet, beiden uit bet water te halen, door zelf geheel gekleed te water te springen. D enieuwe minister van oorlog- Men schrijft Van goed ingelichte zijde wordt verzekerd, dat generaal-inajoor W. L. de Petit, bevel hebber in de 3e militaire afdeeling en com mandant der stelling van bet Hollandsch Diep en bet Volkerak, in bet nieuwe Kabi net zal worden belast met de portefeuille van oorlog. Generaal Petit is Katholiek en werd, vóór dat generaal Kool optrad, gepolst, of hij be reid was minister Eland op te volgen. Verkiezingsvar ia. De Noordbr. te 's-HERTOGENBOSCH schrijft Op schandelijke wijze is wederom huisge houden bij de verkiezingen voor den gemeente raad. Geld, bier en jenever was volop beschik baar, mits men maar de caudidaten stemde der bekende club. Zoo werden tal van stem men, vooral onder de werklieden, gekocht en natuurlijk, de uitslag was „schitterend!" Hoe dit te rijmen met den eed der nieuw- gekozen leden „Ik zweer, dat ik om tot lid van den Baad te worden benoemd, directelijk of indirectelijk, aan geen persoon, onder wat naam of voorwendsel ook, eenige giften of gaven beloofd of gegeven heb." (Art. 39)? Dit alles geschiedde toch niet alleen met bun medeweten, maar met hunne goedkeuring en zelfs in hunne tegenwoordigheid. Gelukkig is bier bet laatste woord nog niet gesproken en zal een krachtig protest niet uitblijven. De ministeriëele crisis. Van goederhand verneemt bet Hbld., dat de opdracht tot vorming van een nieuw Ministe rie thans is, of althans zal worden gegeven aan dr. A. Kuyper. Naar men weet, bevindt deze zich in bet buitenland en men beeft in zijn vertrok een blijk meenen te zien dat hij niet geneigd zou zijn, zulk een opdracht, ofschoon die voor de band lag, te aanvaarden. Of dr. Kuyper zicli inderdaad aan dit re gelrecht gevolg van zijn politiek optreden wenscht te onttrekken, is ons onbekend. Mocht bij zich reeds in dien geest hebben uitgelaten terstond nadat de uitslag der Ka merverkiezingen zeker scheen te zijn, dan zou het toch volkomen begrijpelijk zijn, dat bij nu voor de noodzakelijkheid werd gesteld een opdracht te aanvaarden of te weigeren. Geen 1 ernstig staatsman zal er aan denken als Ka binetsformeerder op te treden, tenzij eerst de theoloog-staatsman, die de verkiezingen geleid „Men zal mij dooden, dat is zeker. Ik heb met een tegenstander te doen, die een voortreffelijk schutter is en in wiens belè,ng bet is, mij zonder erbarmen neer te schie ten." „Maar dat is ongehoord. Zou die ellen dige opvatting van eer dan nog langer offers vragen „Ik ken uw inzichten en ideeën omtrent het duel, en billijk ze, evenals ieder ver standig mensch dat doet. Ik wilde vluch ten. Men zou over mij de laagste praatjes achter mijn rug hebben verteld, ik was in aller oog een lafaard goweest. Maar dat zou mij daar ginds niet gehinderd hebben, ik bad er niets van geboord en ik bad vast het plan, nooit meer terug te keeren, ot bet moest zijn dat maar bet is bier niet de plaats en de tijd, om over dwaze droomen te praten. Nu kan ik, nu wil ik niet meer vluchten. Zonder Edith zou die vlucht erbarmelijk zijn." „En wanneer ge hier blijft, is dat duel dan beslist noodzakelijk „Ja mijnheer, dat is noodig, omdat de openbare meening het vordert. Ik kan niet leven te midden van menscken, die mij verachten." „Dat zijn alleen de adellijken." „En de burgers?" „Zijn tegen het duel, heer graaf." „Met mooie woorden. In de practijk j eischen zij, dat ik mij moedig zal ge dragen." „Maar wil er nu eenmaal met dat dwaze idéé gebroken worden, dan zal een ver- i standig mensch toch moeten beginnen met een voorbeeld te geven." „Zeer loffelijk. Men zal mij evenwel niet1 als een autoriteit aanmerken, maar mij alleen bespotten." „Geloof mij, mijnheer Feldern," zeide Frendlin warm, „u zult alle verstandige men- schen, uit alie rangen der maatschappij, naast u vinden. Wanneer maar een vaste wil voorhanden is „Wat helpt mijn wil, wanneer de wil van anderen sterker is? Neen, neen, mijnheer Frendlin, geef u geen onnoodige moeite. Ik heb mij reeds aan de gedachte gewend, en wanneer ik weer aan het wan kelen wordt gebracht, zou ik opnieuw moe ten strijden om tot een vast besluit te geraken. Ik ben allen strijd moede, zoo moede. Wellicht loopt het nog goed af." Frendlin liep, met de handen op den rug. opgewonden op en neer. „Neen", riep hij, „het duel mag in geen geval plaats vinden. Ik zal het verhinderen. Waar en wanneer zal het gebeuren „Daarover is nog niets beslist en wannéér ik het wist, ik zou het u n i e t zeggen." „U bent moe en overspannen. Wanneer u, door een rust'gen slaap verfrischt, ont waakt, zult u er wel anders over denken, mijnheer Feldern." „Mogelijk wel", lachte Edgar, „het onbe stendige is een karaktertrek van mijne familie geweest bjj de mannen ten minste." „Wij zullen nu beiden een poos gaan slapen. Morgen zoek ik eerst u op en als ge dan nog bij uw besluit gebleven zjjt, dan de politie." „Goed zoo," dacht Edgar bij zichzelf, „de politie is de laatste toevlucht der burgers, zelfs van hen, die zich vrijdenker noemen." Hij antwoordde dat evenwol niet, maar ging heen. 1 HOOFDSTUK XII. Het bosch, waarin het groote feest tot sluiting van het seizoen had plaats gevon den, lag stil en verlaten, men hoorde er niet eens liet kraken van het hout of het knallen van de zweepen der boereD, die langs den zandweg naar de markt reden, want onafgebroken stroomde de regen neer, zoodat men onder het dichte bladerendak zelfs geene bescherming meer kon vinden. Tusschen de dansplaats en de kiosk her innerden nog eenige overblijfselen, zooals kurken, gebroken glazen en bofcbonpapier- tjes en dergelijken, aan het feest. Die over blijfselen waren nog niet weggeruimd, daar er sedert het feest nog nauwelijks zes en dertig uren verloopen waren. Slechts in de herberg, die op eenige honderden schreden van de boschwaehters- woning af stond, zag men,behalve den waard, een paar menschen in de gelagkamer, 't Waren voerlieden, die, over het ellendige weer mopperend, op eenige ver betering daarin wachtten, om dan hunno reis te kunnen voortzetten. In de daaraan grenzende huiskamer van den waard, welke dienst deed voor ontvangkamer van hooge bezoekers, zat ook een man, diedroefgeestig naar buiten staarde, met een nog volle flesch wijn en een leeg glas voor zich. Het was Edgar. Het duel zou, volgens afspraak, om 8 uur plaats hebben, maar reeds om zeven uur was Edgar present. Hij had zijn secondanten gezegd,dat hij vooruit zou rijden, zonder dat hij een reden voor deze zon derlinge daad opgaf. De reden van deze haast lag in de ge jaagdheid, waaraan hij ten prooi was, nu hij aanstonds stond voor hét beslissende oogen en daarbij overwonnen heeft, in de gelegen heid is gesteld de gevolgen van zijn politieke handelingen te dragen, te paijer de sa per- sonne. -Uit ENKHUIZEN. Men schrijft aan het Hbld. „in Enkhuizen heeft de verkiezing voor den Gemeenteraad een zeer verrassenden afloop gehad. De beide aftredende anti-revo- lutionnaire leden, de heeren Jb. Moll en N. Sluis Pzn., die respectievelijk 33 en 24 jaar in den Baad zitting hadden, en steeds hun mandaat met medewerking van kiezers van alle partijen verlengd zagen, zijn niet herko zen, maar met eene verpletterende meerder heid door liberalen vervangen. Vooral voor den heer Sluis, die op 14 Juni 1.1. tot Ka merlid voor dit district werd gekozen, is dit eene politieke nederlaag van beteekenis. Hij, die 'toch èn aan zijne groote handelszaak, èn aan zijne persoonlijke relatiën zijnen Kamer zetel dankt, bleef 1/3 van de stemmen achter bij eenen tegenstander, die voor vele Enk- huizers nog tamelijk wel een onbekende was, daar hij nog maar zeer kort in de Gemeente woont. „Die nederlaag is toe te schrijven aan de verontwaardiging, gewekt door de hoogst unfaire wijze, waarop in dit district de strijd door de antirevolutionnaire partij is gestreden, waarhij eene zoogenaamde vertrouwelijke cir culaire, in het geheim aan de clericale kiezers toegezonden, wel het allerergste geweest is. „In die circulaire toch werd de Burgemees ter van Enkhuizen, die bij alle partijen popu lair is, voor een ongeloovige en een revolutie man (sic) uitgekreten, en op dien grond zijne herkiezing als lid van de Provinciale Staten tot eene gewetenszaak gemaakt. Deze daad was des te afkeurenswaardiger, omdat burge meester Hartkamp (zooals aan de zes anti- revolutionnairen, die de circulaire hebben onderteekend, volkomen bekend was) niet alleen een zeer ijverig lid is van de Ned. Herv. Kerk, maar daarin ook meer dan ééne waar digheid bekleedt. „De truc is gelukt, de heer Hartkamp is niet herkozenmaar de aanleggers hebben nu reeds spijt over hetgeen ze gedaan hebben. Ze hebben aan den uitslag van de Gemeen teraadsverkiezing kunnen zien, welke veront waardiging ze hebben opgewektze hebben de liberale partij, die zich hier al te zeker van de overwinning waande, goed wakker geschudze zijn niets verlangend naar 1905, om den strijd in dit district opnieuw te aan vaarden." -Te WESTSTELLINGWERF is c an- didaat gesteld door de Volkspartij de heer F. W. N. Hugenholtz (soc.-dem.) te Haarlem. De centrale liberale kiesvereen. aldaar heeft tot voorloopige candidaten gekozen de heeren dr. H. Blink, mr. J. A. van Gilse, H. Pijt- tersen en Veenhoven. Aardappelenteelt. Als een bewijs van de uitgebreidheid der teelt van vroege aardappelen in Hollands Noorderkwartier kan dienen, dat in de vori ge week te Enkhuizen 6000, te Broekerhaven 7000, te Hoogkarspel 3000, te Medemblik 14.000 er te Bovenkarspel alleen ruim 37.000 halve mudden ter markt werden gebracht. Aangewezen zijn als voorzit ters der sub-commissiën bedoeld hij art. 4 der wet op de Paardenfokkerij 1901, van de sub commissie AA. W. Heidema, plaatsvervan- gend-districtsveearts en leeraar aan de Rijks- landbouwwinterschool, te GRONINGEN en van de sub-commissie B K. D. Punt, kapi tein der veldartillerie te 's-Gravenhage. blik van zijn leven. Had hij Frendlin niet ontmoet, dan zou liet geweest zijnóf ik word gedood óf ik vlucht met Edith. Nn kwam er nog een derde gedachte bij Edith te trouwen en met haar in het vader land gelukkig worden. „Wanneer ik nü nog eens weigerde te duelleeren Hiermede begonnen steeds weder zijn gedachten en telkens weer drukte hij de lippen op elkaar en zeide tot zichzelf „Niet daaraan denken Ik wil niet weer in die oude familiekwaal vervallen. Mijn besluit staat vast." De uitvoering van het besluit om daar niet meer aan te denken, werd hem ver gemakkelijkt door het binnenkomen van den waard, die hem zeide, dat er een dame voor hem was, die hem wilde spreken. Edgar sprong verrast op. „Eene dame Hij dacht het eerst aan Edith. Maar hoe zou zij het uur en de plaats van het duel kunnen weten, er was afgesproken beide streng geheim te houden? Hij keek door het venster en zag den bediende der Belgarts, die onder een parapluie onder de boomen op en neer liep. Dus ArabellaEer hij een voorwendsel had kunnen bedenken om dit bezoek af te wijzen, was het jonge meisje, den waard voorbij gaande, binnengetreden. „U zoekt wellicht uw broeder, freule vroeg Edgar koel, nadat do herbergier zich had verwyderd en de deur achter zich had gesloten. Arabella sloeg den natten sluier achterover J en uit de gloeiende oogon in 1 et marmer witte gelaat sprak een groote angst. SLOT VOLGT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1901 | | pagina 1