Uit en voor de Pers. Buitenlandsch Nieuws. S-ü sa en de verordening, die overigens geen wijziging behoeft te ondergaan, bij voort during geldend te verklaren. Hieraa wordt aan de orde gesteld het onderzoek van de geloofsbrieven der herko zen leden,de heeren J. Zijp Hz. en D. Kooi] Jbz. Aan genoemde beeren,die zich tijdens hot onderzoek hadden verwijderd, wordt onder felicitatie door den Voorz mede gedeeld, dat de stukken in orde zijn bevonden en tot de toelating is besloten.' De rekening van 1900 van de ge meente, sluitende in ontvangst met f 12431.995, in uitgaaf met f 11696.77 5, en een batig saldo van f 735.22, en die van het Burgerlijk Armbestuur met een ontvangst van f 3718.86, en een uitgaaf van f 3055.805. alzoo met een voordeelig saldo van f 663.055, worden den Raad aangeboden. Tot leden der commissie voor onder zoek der gemeente-rekening worden benoemd de heeren Sleutel eu Kooij, voor de rekening van het Armbestuur de hoeren Koojj en Koster. Niets meer aan de orde zijnde, wordt de openbare vergadering gesloten on gaat de Raad in comité, om eenige recla mes tegen den Hoofdelijken Omslag te behandelen. De horoscoop. Van 't nieuwe ministerie is ür. Kuy- per de samensteller en de zielhij zit er in D e Marcz Oyens. Ha r te v. Ascb van Wijc K Kr u ys v. L y nden Kuy p er Loeft' Bo r gansius. Maar ook de premier van het vorige kabinet zit er in v. Ly N den Kuy P er Bergans i us Loeff Ha r te Kruy s. O yens van Asch v. Wijck. Ja, ook de leider van het iaatstvoriga kabinet zit er in Kruy S v. Lynden v. Asc H v. Wijck. O yens K U yper Har t e Loeff Berga Tl sius. (De Zeeuw.) Marktbericht van LUT JE WIN - KEL van 30 Juli 1901. Aanvoer 524 zak aardappelen, als: 494 zak groote muizen fl.a f 1.15, 17 zak kleine muizen f 0.75, 13 zak graafjes f 1. a f 1.10, alles per 35 K.G-. 20000 slaboonen f 0.30 a f 0.375 per 1000, 151 pond aalbessen 63/,, a 7'/ï cent per pond, 2 halve manden tijdperen f 1.65 a 1 1.75. 1 Augustus 1901. Aanvoer362 zak aard appelen, als 335 zak groote muizen f 1.a f 1.15, 11 zak kleine muizen f 0.35, 16 zak graafjes f 1.a f 1.10, alles per 35 K.G. 14000 snijboonen f 0.35 a f 0.50 per 1000, 53000 slaboonen f 0.20 a f 0.30 per 1000, 47 pond aalbessen 6 a 61/» cent per pond, 1000 bos uien l3/, a 2'/2 cent per bos. „Nieuw Leven". Veiling aan het station NOORD-SCHAR- WOUDE. Ö1 JuliAanvoer 270 >/i H.L. aardappelen. Groote muizen f 1.10 a 1.30, kleine idem f —.45 a —.65, graafjes f 1.— a 1.10, blauwe f 1.a 1.05 p. 35 K.G., slaboonen f .30 a —.35 p. 1000,1050 roode kooien f 6.a 7.25 p. 100. 2 Aug.Aanvoer 380 Va H.L. aard appelen. Groote muizen f 1.— a 1.15, kleine idem f .50 a .65, graafjes f'1.al.10. blauwe f 1.— p. 35 K.G., slaboonen f —.25 a .30 p. 1000,1142 roode kooien f 5.50 p. 100. Handel matig. „ONS BELANG." Veiling aan bet station HEER HUGO WAARD. 2 Augustus Groote muizen f 1.— a f 1.10, graafjes f 1.05 per 35 K.G. Roode kool f 5.50 per 100. 30 Juligroote muizen f 1.05 a 1.20, graafjes f .90 a fl.—roode kooien f4.50. Vergadering van den Raad. der gemeente VIERINGEN, gehouden op Woensdag 31 Juli 1901, n.m. 2 uur. Afwezig met kennisgeving de heeren Obreen, Heijblok en J. Tijsen. Voorzitter de heer L. C. Kolff, Burge meester. Na opening door den Voorz., worden door den Secretaris, den beer Bruul, de notulen dei- vorige vergadering gelezen en onveranderd goedgekeurd. 1. deelt Voorz. mede, dat de heeren P. P. Tijsen en J. Hermans hunne benoeming tot lid van den gemeenteraad hebben aangenomen 2. wordt gelezen een missive van de Noorder-Vereeniging van Burgemeesters en Secretarissen, met verzoek om voor deze ge meente eene verordening te maken op bet rijden met voertuigen bij nacht, zoo dat ieder voertuig voorzien moet zijn van een helder- brandende lantaarn. Daar voor deze gemeente de verordening niet heel dienstig zijn zal, omreden des nachts zelden gereden wordt) wordt deze missive voor kennisgeving aan genomen 3. deelt de Voorz. mede, dat aan hem een verloftijd is verleend van 7 Augustus tot 2 j September a.s. 4. wordt in behandeling genomen de gemeente-rekening over 1900. Gedurende 14 dagen beeft ze op de secretarie ter visie gelegen en waren geen reclames ingekomen. De Raad kijkt de rekening post voor post na en niets geeft aanleiding tot bespreking, zoodat ze met algemeene stemmen wordt vastgesteld als volgtontvangsten f 20776.69, uitgaven f 21266.805; alzoo nadeelig saldo ad f490.115. Bij de rondvraag niemand meer bet woord verlangende, sluit de Voorz. de vergadering. - HEER HUGOWAARD. In deze gemeente hebben 26 jongelieden zich aangemeld voorde vrijwillige oefeningen in den wapenhandel. HEER HUGOWAARD. D e 1e r 1 i n- gen van School No. 2 hebben Woensdag j.1. met piachtig zomerweder een aangenaam reisje gemaakt. Van bier per rijtuig naar Alkmaar, ging de reis per stoomboot naar het Tolhuis bij Amsterdam, alwaar de kin deren in den grooten tuin zich niet de ovoi - vloedige gelegenheden tot afwisselende spelen uitstekend vermaakten. Het genot werd bovendien zeer verhoogd door de goocheltoeren van den op dat gebied eenigen Bamberg. Te BARS1NGERHORN is dezer dagen een minvermogend meisje, Aaltje Groen, die door eene ziekte ai sedert een paar jaren niet kan gaan, door eene aanzienlijke gift van H. M. de Koningin en geldelijke bijdra gen van ingezetenen in bet bezit gesteld van een wagentje met zelfbeweging, waarmede zij zich zal kunnen verplaatsen. Het laat zich denken, dat bet baar, die nu op 21-jarigen leeftijd reeds zoo geheel hulp behoevend geworden was, niet aan lust tot oefening met bet nieuwe bewegingswerktuig zal ontbreken. Het Kabinet. Wat in desamen- steliing van bet nieuwe Kabinet treft, is zegt de N. R. Ct. bet ontbreken van ver tegenwoordigers van twee der vier „Christe lijke" fracties, die samen de overwinning hebben bevochten. Noch de vrij-antirevolution- nairen, noch de cbristebjk-bistoriscben hebben een der bunnen in bet ministerie zien opne men. Het Kabinet is een Kabinet van anti-re- volutionnaü-en en Roomscben geworden. Het is de vraag, of dit zich later niet zal wreken. Wie in dit ministerie domineeren zal, is niet twijfelachtig. En zijn karakter, èn zijn talenten zullen aan dr. Kuyper bet overwicht verschaf fen in een Kabinet, waar naast hem geen enkel eminent politiek man heeft plaats genomen. Verder merkt bet blad op „Wij zullen nu moeten afwachten, wat dit uit bet „Christehjk volksdeel" geboren Kabi net ons zal brengen. Het nieuwe zittingjaar, dat wij in September ingaan, zal ons daarom trent wel licht verschaffen. De Standaard is bbjkbaar al bang, dat bet werk van bet mi nisterie niet meê zal vallenbet waarschuwt de geestverwanten reeds tegen te booge ver wachtingen. Een eerste daad zal natuurlijk zijn, dat al bet werk van bet afgetreden ministerie, dat nog, onafgedaan, ligt opgesta peld, wordt ingetrokken, om „Christelijk" te worden overgedaan. Wat verder afgebroken zal worden en den daarmee gepaard gaanden minder gemakkelijken nieuwen opbouw, zien wij met belangstelling tegemoet. „Indien men mag afgaan op de mededeelin- gen van de Oprechte Haarlemsche Courant, wier vroegere berichten over de crisis ver trouwbaar gebleken zijn, dan zou het nieuwe Kabinet een eigenaardige tactiek volgen. Begrijpende, dat er op allerlei gebied diep gaande verschillen tusscben de groepen der meerderheid bestaan, zon bet de sociale wet geving vooropstellen, waarbij bet dan op den steun van bijna alle partijen meent te mogen rekenen. Later, als het ministerie krachtig geworden zou zijn door eenige welgeslaagde wetsvoorstellen, zoude dan naast de school- quaestie, de qnaestie der beschermende rechten aan de orde gesteld worden, al zou bet wel- bebt reeds vroeger noodig zijn, in fiscale rech ten een bron te vinden voor de steeds grooter wordende uitgaven ter bestrijding van de kosten veroorzaakt door eene conse quente doorvoering der sociale wetgeving. „Men kan begrijpen, welk karakter deze zoo genaamde fiscale rechten zouden hebben, die moeten dienen tot bet vinden van de vele millioenen, die „consequente doorvoering der sociale wetgeving" zou kosten. Na zulk een „fiscale" herziening der invoerrechten zou een „protectionistische" wel onnoodig zijn. „Als bet inderdaad de bedoeHng mocht zijn om te speculeeren op de sympathie der op positie voor maatregelen op bet gebied dei- sociale wetgeving, ten einde deze met haar hulp tot stand te brengen en baar daarna tot bestrijding van de kosten dezer maatregelen te plaatsen voor de invoering van protectio nistische rechten, dan mag men veilig aanne men, dat deze tactiek niet gelukken zal. „Intusschen, ook bier dient afgewacht." Het Handelsblad schrijft naar aanleiding van bet optreden van het Nieuwe Ministerie Wat het kabinet van 1901 ons brengen zal Wie zal bet zeggen Er schuilt in dr. Kuyper iets van een Bis- marek. Den grooten kanselier waren de staat kundige partijen en programma's slechts middelen om zijn eigen eigen doel te bereiken. Hij speelde ze tegen elkander uit, nn eens de eene, dan de andere tot bondgenoot makende, zonder zich om staatkundige beginselen veel te bekommeren. Om „Realpolitik" was het hem te doen. Zoo beeft ook dr. Kuyper vaak met de staatkundige qnaesties gehandeld naar mate bet met zijn naaste bedoelingen over eenkwam. Alles beeft immers zijn vóór en tegenHet democratisch beginsel werd op den voorgrond gesteld, of op stal gezet, naar gelang bet dienst kon doen voor den zegepraal der partij-candidat.en. Bij de jongste verkiezin- •gen, waar vóór alles Katholieke en Christelijk- historische stemmen moesten worden gewon nen, is bet democratisch beginsel op non-activi teit gesteld. Beschermende graanrechten, van oudsher als onrechtmatige bevoordeeling een gruwel in de oogen der meeste antirevoluti- onnairen, zijn nu eens (met een slag om den arm) door dr. Kuyper aanbevolen, dan weder onnoodig geacht. Dat behoort alles tot ge- dienstigheden van de praktijk" die verre in bet niet verzinken bij de hoofdzaak regeeren „in den naam van God". Deze eigenschap van plooibaarheid, van grijpen naar de geschikte hulpmiddelen, maakt het ondoenlijk na te gaan, wat men van bet Ministerie-Kuyper heeft te verwachten. Ook de samenstelling van dat Kabinet geeft geen licht van eenige beteekenis. Dr. Kuyper beeft zich daarbij omringd van zeker bekwame mannen, maar die in geen enkel opzicht nog hebben getoond boven andere vèr uit te steken. Hij zal dan ook vermoedebjk niet enkel de vormer en leider, maar ook de denker zijn van bet nieuwe Ministerie. Een van de eigenaardigheden in de samen stelling is bet ontbreken van bet Christelijk- liistorisch element, ofschoon van die zijde in Juni zoo ijverig is medegewerkt geheel anders dan in 1897 om de liberalen te verdrijven. De leiders dier richting moeten bun belooning enkel zoeken in de voldoening dat zij de felle anti-Roomscben en de te genstanders van dr. Kuyper's doleantie nu Nederland een ministerie hebben helpen schen ken met dr. Kuyper als hoofd en met drie katholieke ministers. De Nieuwe Crt. schrijft: De premier zelf is sedert jaren de meest besproken en meest beschreven man van rsederland en zijn nieuw ambt zal daarin zeker geen verandering brengen. Hij beeft zeli veel gesproken, op den kansel, in den katheder, in liet parlement over schier elk onderwerp, dat daar behandeld werd, en over alles met kennis en talent. Hij beeft zelf veel geschreven zware theologische werken constituties en organieke wetten eener partij in wording en werkingongeëvenaard jour nalistiek werk, critiek, polemiek, in een dage- lijksch c o r p s-a-c o r p s met de meest ver schillende tegenstanders. Hij beeft een kleine partij machtig gemaakteen reuzenwerk, waarbij de gebruikte middelen niet altijd heilig waren, maar dat als bijna alle groote dingen met enkel heilige middelen wellicht niet zon zijn voltrokken. Nu staat hij naast den troon als eerste raadgever, leider der hooge „overheid, dienaresse Gods, in een Christelijke en dus niet-godsdienstlooze natie, gehouden tot ver- heerhjking van Gods naam". Of bij ook in dat booge ambt het doel, dat hem waarschijnlijk duidelijker - dan aan zijn staatkundige tegenstanders voor oogen staat, bereiken zal Men zegt, dat Hare Majesteit de Koningin bij het verleenen der opdracht tot kabinets formatie, hem tevens een regeeringsprogram gevraagd heeft. Maar al zal dat weldra voor ons liggen van wat voor dr. Kuyper en de zynen hoofdzaak wezen moet, zal het ons geen duidelijk geformuleerde verklaring geven. „Uwe actie blijft in haar uitgangspunt gees- teUjk", sprak hij nog onlangs tot de Deputaten. De actie der partij wordt nu regeeringsactie. Welke zal de directe invloed van dat eigenaardig geestelijk uitgangspunt zijn op de wetgeving, op het bestuur, op de ganscbe natie Het antwoord op die vraag kunnen wij niet gevenlangzamerhand zal dit ont staan en de taak der minderheid van liberalen bepalen, en mede deze vraag oplossen: of de nieuwe meerderheid een wolkje is, dat voorbij zal gaan, dan wel het begin eener nieuwe aera van staatsbeleid. Men mag intusschen uit de samenstelling van bet nieuwe ministerie reeds nu conclu- deeren, dat in den ministerraad de invloed van dr. Kuyper nagenoeg onbelemmerd zijn zal. Het zal in de parlementaire geschiedenis niet (gelijk de kabinetten Van Tienboven-Tak, Roëll-Van Houten, Pierson-Borgesins) een dubbelen naam dragen. Van dubbele namen is de nieuwe premier van ouds geen vriend. Zijn ministerie zal een ministerie Kuyper zijn, tout court. Aan zijn nieuwe collega's wordt niet te kort gedaan door er op te wijzen, dat geen hunner in onze politiek op den eersten rang staat. De meesten hebben parlementaire, enkelen ministeriëele of bestmirs-ervaring. Er zijn er bij, van wie goeds verwacht wordt maar geen hunner kan Kuyper staan. MM nuntii fler iwl Amerika voor de Amerikanen! Niets wordt in Washington onbeproefd gelaten, om dit leerstuk van President Monroe in toepassing te brengen. Eigenlijk moest de leer eenigszins anders luiden en welAmerika voor de Vereenigde Staten. Dit is geen overdrijving, doch eene zuivere waarheid. Daar werd met Spanje een oorlog begonnen voor de vrijheid van Cuba. Toen de machtige over den- zwakke bad gezegevierd, of, liever, toen het recht van den sterkste voor de zooveelste maal met het zwaard was bewezen, toen dan Cuba aan Spanje was ontrukt, had men mogen verwachten, dat een vrij en onafhan kelijk Cuba in de rij der Amerikaansche Staten opgenomen ware geworden. Niet echter alzoo. Nadat de Amerikanen met onbeperkt gezag eenige jaren het eiland hebben bestuurd, is na veel geschrijf en gewrijf een grondwet voor bet eiland vast gesteld. Daarbij wordt bet eiland feitelijk onder Amerikaansch protectoraat geplaatst. Cuba zal geen buitenlandsche staatkunde mogen voeren bet zal geen verdragen met andere rijken mogen aangaan, en het zal zijne economische- en handelsbelangen in bet buitenland onder de hoede van Amerikaansche consuls en gezanten moeten plaatsen. Ook zullen de Vereenigde Staten toezicht op de Cnbaansche financiën blijven uitoefenen. Nog andere punten van meer of minder belang bewijzen, dat van de zoogenaamde onafhankelijkheid van Cuba niet veel over blijft. Thans hebben de Amerikaansche Staatslieden een nieuw middel aangegrepen, om den invloed der Unie uit te breiden en te bevestigen. Onder hooge goedkeuring van Mc. Kinley en zijn raadgevers, zijn de verschillende Staten van Zuid- en Midden-Amerika uitge- noodigd tot bet bijwonen van een pro-Ame- kaanscb congres in de stad Mexico. Liever hadden de staatslieden der Unie dit congres natuurhjk te Washington gehouden, doch de staatkundige wijsheid wees den weg over Mexico aan. Van al de staten is ten antwoord ontvangen, dat ze zich op bet congres zullen laten ver tegenwoordigen. Alleen Chili heeft een zeker voorbehoud gemaakt. Deze staat wensebt, dat bet congres alle kwesties van binnen- landscben staatkundigen aard buiten bespre king zal laten. Hiermede bedoelt deze Republiek, dat bet vredesverdrag met Peru, na den jongsten oorlog afgesloten, geen punt van 'behandeling zal uitmaken. Bij dien vrede heeft Peru twee provincies aan Chili moeten afstaan, en nu zou Peru gaarne de gelegenheid aangrijpen, om bet congres te laten verklaren, dat die gedwongen afstand wederrechtelijk is geschied. Het spreekt, dat deze voorwaardelijke toe stemming te Washington met alle teekenen van verbolgenheid is ontvangen. Men bad niet gedacht, dat eene der Zuid-Amerikaansche Republieken zich tegen den wil en wensch van de Unie zou durven verzetten, en ook vreest men, dat door het voorbehoud van Chili de bijeenkomst te Mexico gevaar loopt. Daarmee zou de Amerikaansche overheer- sching over geheel de Nieuwe Wereld voor onbepaalden tijd verschoven worden. Het heeft er iets van, dat de beide jongste werelddeelen in jingoïsme concurreeren. Het zelfde doel toch, dat Amerika zich voorstelt, wordt ook door Australië nagejaagd. Nau welijks is de Australiaansche Statenbond in bet leven geroepen, of de oogen worden naar heinde en ver gewend, om nieuwe staten in het verbond op te nemen, of om territoriën aan bet gebied te hechten. De Statenbond is nauwelijks goed en wel in elkander gezet, of reeds gaan er stemmen op om Nieuw-Guinea en de Nieuwe Hebriden met Nieuw-Caledonië bij het Australiaansche gemeenebest in te lijven. Van eene schade loosstelling aan Nederland, in welken vorm ook. wordt niet eens gesproken. Stilzwijgend wordt aangenomen, dat met behulp van Engeland de afstand van Nieuw- Guinea een zeer gewone zaak zal zijn. Met Frankrijk zal dat natuurlijk niet zoo gemak kelijk gaan. Daarom zijn de op annexatie beluste heeren te Melbourne wel zoo goed, om Frankrijk voor den afstand van de Nieuwe Hebriden, ergens in Afrika schadeloos te stellen. Dat ziet er in de toekomst mooi voor ons uit. In het Noorden van onze bezittingen de Vereenigde Staten tot buur man, die, wanneer ze eenmaal goed en wel op de Philippijnen ingeburgerd zijn, al spoedig een welgevallig oog op de Molukken zullen slaanin het Zuiden een landhongerig Australië, dat met Nieuw-Guinea begint, om, wie weet in welk een korten tijd, met Celebes en Java te eindigen. Op die wijze zullen onze Oost-lndisclie be zittingen spoedig aan den man zijn. Wellicht zal Duitschland dan wel zoo goed zijn, om ons van den last onzer West-Indische koloniën te verlossen en afgeloopen is bet met de overzeesche macht en grootheid van bet kleine land aan de kusten van de Noordzee. Bij elke gelegenheid gaan er in de pers en daar buiten stemmen op. die de mogelijkheid bespreken, dat Duitschland zich in Zuid-Amerika een nieuw afzetgebied zal verzekeren. In het bijzonder slaat men dan het oog op Brazilië, waar reeds duizendtallen Duitschers een be staan hebben gevonden. De vestiging van Duitschland, ergens in Zuid-Amerika, zal echter onherroepelijk een oorlog met de Ver eenigde Staten ten gevolge hebben. In de Unie weet men reeds te zeggen, dat de eerste oorlog, dien de Vereenigde Staten te voeren zullen hebben, er een met Duitschland zal zijn. Ook in Duitschland zon men dit weten, en daarom wordt daar met koortsachtigen ijver aan de uitbreiding van de vloot gewerkt. Ook de zwenking van Duitschland naar Rus land en Frankrijk zou met die toekomst- staatkunde in nauw verband staan. In hoeverre dit waar is, kunnen wij voor- loopig buiten bespreking laten, doch een feit is het, dat de betrekkingen tusscben Duitsch land en Frankrijk steeds hartelijker worden. Op dit oogenblik is graaf Waldersee, de ge wezen Duitsche opperbevelhebber in China, in Algiers, waar hij door de Fransclie autori teiten met de hoogste onderscheiding wordt behandeld. Men wil zelfs weten, dat dit bezoek de inleiding vormt tot een bezoek, dat het Duitsche eskader, onder bevel van prins Hein- rich, aan Brest zal 'brengen. Dat zou na 1870 de eerste gebeurtenis van dien aard zijn. Zeker is het, dat de Fransche vriendschap voor Duitschland van g-roote waarde is, te grooter nu met de oude vrienden van het Drievoudig Verbond een handelsoorlog voor de deur staat. Met het nieuwe tarief bestaat er alle kans, dat het dien kant uitgaat. De verhooging der invoerrechten zijn voor som mige artikelen zeer belangrijk. Zoo zijn de rechten op boter en kaas van 16 op 30 mark gebracht. Van ossen en koeien wordt een recht geheven van 25 mark, van jong vee van 15 mark, dat is ongeveer driemaal zoo veel als tot dusverre het geval was. Het invoerrecht op eieren wordt verdub beld, van paarden zal naar gelang hunner waarde van 30 tot 300 mark betaald moeten worden. Ook op bewerkte artikelen zijn hoo- gere lasten gelegd. Het recht op leer is zelfs van 18 op 80 mark gebracht. Enkele eerste levensbehoeften zijn vrij gesteld, onder anderen aardappelen en haring. Men zon zeggen, dat de agrariërs en andere voorvechters van bescherming nn wel tot in de wolken zullen zijn. Wie dit denkt, slaat echter de plank geheel en al mis. Uit den toon hunner bladen spreekt duidelijk, dat het eigenbelang dezer heeren nog op grooter offers zal aandringen. Is het te verwonderen, dat men in andere landen op middelen van weerwraak peinst? dat zelfs bekende vrijhandelaars te wapen loopen, om den aanval van Duitschland te weerstaan? De strijd om het bestaan zal overal eischen, dat de Duitsche uitvoerartikelen in gelijke mate worden getroffen. Zoo wordt er een tijdperk van woeling en strijd geopend, dat rijk aan staatkundige gevolgen kan zijn en waarvan het einde niet is te voorzien. ^TRA^AALr Lord Roberts heeft van het Lagerhuis zijn 100.000 p. st. gekregen, en dat wel met 281 tegen 73 stemmen. Alleen de radicalen en de Ieren waren er tegen. Een van de Ieren heeft duidelijk gezegd, waarom hij er tegen was. Deze zeide „Ik ben tegen deze schenking om verschil lende redenen. Vooreerst heeft lord Roberts den oorlog gevoerd op een wijze, die in de hoogste mate inhumaan washij heeft op de grofste manier en herhaaldelijk de meest elementaire beginselen van beschaafd oorlog voeren geschonden. (Applaus op de oppositie- banken, protesten van de zijde der ministe- riëelen.) „Vervolgens heeft hij in de berichten, die hij over zijn krijgsoperaties naar huis zond, het land bedrogen. „In de derde plaats is de oorlog uit een militair oogpunt geen succes geweest. „Vierdens zijn, wat den politieken kant dei- zaak betreft, de handelingen van lord Roberts met een onbetwistbaar echec bekroond. En ten slotte heeft lord Roberts meer dan eens zijn plicht verzaakt, door op te treden in de allerverachtelijkste qualiteit van militair -po liticus." Vleiend om aan te hooren was het voor lord Roberts niet, maar ons inziens waar. Interessant is, wat de Paris-Nouvelles zegt over den geest, die in het Britsche leger heerscht „Afgaande op de vergeefsche pogingen, tot nu toe door de Kngelschen in het werk ge steld en de ongelooflijke levenskracht der Boeren, gaat men zich afvragen, of Engeland ten spijt van zijn buitengewone overmacht, het spel niet zal verliezen. „Inderdaad bestaan de Engelsche legers nu nog slechts uit knapen, uit straatloopers, in één woord uit de heffe des volks. Zij vechten slecht. Het zal nog eenigen tijd duren en dan zullen alle goede soldaten, de Schotsche brigades bijv., dood zijn of naar huis terug gekeerd. „Verkenners vindt men niet meer. De solda ten van Eduard VII begrijpen, dat, als zij met hun tienen op verkenning gaan, er acht aan de kromming van een weg, vóór dat zij het weten, zullen worden neergeschoten, en daarom hebben zij geen lust meer in dat gevaarlijk baantje. „Er heerscht groote ontevredenheid. De geregelde troepen vragen met bitterheid, waarom zij minder soldij krijgen dan de kolo niale, ofschoon zij toch hetzelfde werk doen. „De mannen, die na afloop van hun verbin tenis nog met dwang in dienst worden ge houden, mompelen. De officieren walgen van een oorlog, die zoo eindeloos en zoo weinig roemvol is. „De Boeren daarentegen zijn in goeden toe stand. Deze lange veldtocht van 22 maanden heeft hen tot geharde krijgers gemaakt. Zij weten, dat zij niets meer 'te verliezen hebben, daar men hun reeds alles ontnomen heeft.' Zij weten, dat de Engelschen niet in staat zijn hen te bedwingen. Ten slotte vechten zij voor hun onafhankelijkheid." De ontevredenheid der Engelsche soldaten is groot, en wel voornamelijk over de slechte uitbetaling der soldij. Van de ontevreden Yeomanry, die weiger den hunne oorlogsmedailles in ontvangst te nemen, is reeds melding gemaakt. Nn vinden we in de Engelsche bladen een brief door een aantal dier soldaten aan den Engelschen koning gericht, die goed raak is „Wij ondergeteekenden, onderofficieren en manschappen van U. M.'s leger, wenschen ter kennis van U. M. te brengen de gebrek kige wijze, waarop wij onze soldij ontvangen. Wij verzekeren niettemin U. M. van onze standvastige trouw aan U en aan het vader land, en wij verklaren met trots, dat wij bereid zijn weder ten oorlog te trekken, indien het noodzakelijk is; doch wij weigeren vol strekt, voor U. M. te paradeeren om een zilverwaarde van vijf shilling in den vorm van een medaille te ontvangenwij weigeren ons te laten onthalen op een banket met lekkernijen en met champagne, terwijl onze kinderen en onze vrouwen gebrek hebben aan het geld, dat wij met eere op het slag ver_ diend hebben in den strijd voor de eer van de kroon en het Rijk. Wij verzoeken TT. M. te bedenken, dat onder ons oude dienaars zijn van U en Uwe hooge Moeder, en elk een langen diensttijd achter zich heeft.Wij hebben dezen stap met bezwaard gemoed genomen, doch wij zijn daartoe gedwongen door den dwang van zelfbehoud. Wij weten, dat ons een krijgsraad wacht, doch wij zijn tot dezen stap gedwongen door de schandelijke wijze waarop het ministerie van oorlog met ons handelt." Een paar berichten over den toestand in Kaapkolonie De Middelburgsche correspondent van de Times seint, dat de stelselmatige bezetting van den Zuidelijken Vrijstaat met Britsche garnizoenen het onwaarschijnlijk maakt, dat de Boeren in de Kaapkolonie veel steun ont vangen van hun broeders in het Noorden. Deze laatsten zullen dat wel meer en meer gaan heseffen. Maar de correspondent erkent, dat het aantal opstandelingen in de Kolonie voortdurend aangroeiten zij worden onder steund door de Afrikaanders, die hun hoeven overal tot voorraadschuren voor de strijders maken. De Daily Mail heeft uit Kaapstad een zwartgalligen brief ontvangen. De schrijver erkent, dat de Kaapkolonie langzamerhand de streek wordt, waar de beslissende strijd moet gestreden worden. Het staat vast, dat de invallers tegenwoordig aanzienlijke ver sterking krijgen sommige districten leveren wel 200 recruten, maar volgens den corres pondent weigeren deze laatsten meê te vechten, zij willen alleen plunderen en de Boerenstrijders moeten hen daarbij bescher men. Intusschen neemt het gevoel van onvei ligheid toede Standard Bank vindt het noodig, al haar filialen te sluiten, wanneer de overheid onbekwaam blijkt, haar bijkan toren te beschermen. De Britsche troepen in de Kaapkolonie verrichten bijna uitsluitend garnizoensdienst, zoodat de Boeren onge hinderd het platteland afioopen. De schade, aldus aan de Kaapkolonie toegebracht, zal wel dubbel zooveel blijken te bedragen als Balfour geraamd heeft. Zooals men ziet, zijn deze beide berichten niet zeer rooskleurig voor Engeland, en als men tusschen de regels doorleest, beginnen de Engelsche bladen zelf reeds te twijfelen aan het succes der Engelsche wapenen. Lord Kitchener zendt ook weer eens een telegram. Hij seint Op 28 Juli volgde een officierenpatronille van twintig Yeomanry en eenige inlandsche scouts twee wagens met eenige Boeren tot op een afstand van vijftien mijlen van den spoorweg hij Doornrivier in de Oranje-rivier- Kolonie. De pas werd hun afgesneden door on geveer 200 Boerenna zich verdedigd te hebben in een klein gebouw, moesten zij zich overgeven toen hun munitie op was drie Yeomen waren gewond. Na de over gaven lieten de Boeren de inlandsche ver kenners de handen opsteken en schoten hen in koelen bloede doodlater schoten zij ook een gewonden Yeoman dood, de overi gen werden vrijgelaten. Als reden voor het fusilleeren van den gewonden Yeoman ga ven de Boeren op, dat zij meenden, dat het een Kaapsche boy was. Een onderzoek zal ingesteld worden en de beëedigde verklaringen omtrent de moorden zullen afgenomen worden. French rapporteert een brief te hebben ontvangen van Kritzinger met de mededee- ling, dat hij voornemens is alle inboorlingen in Britschen dienst, hetzij gewapend of on gewapend, te zullen doodschieten. In de Kaapkolonie zijn den laatsten tijd vele ge vallen voorgekomen, dat inboorlingen in koe len bloede werden vermoord. Wanneer de Boeren, zooals hier hoven blijkt, represaillemaatregelen nemen, is 't Engeland's eigen schuld. Slecht voorgaan geeft kans tot slecht volgen. Ondanks alle officiëele berichten, dat Trans vaal en de Vrijstaat niet meer bestaan, erkent de Czaar van Rusland ze nog steeds als onaf hankelijke staten. Het telegram van den Czaar aan Kruger bij den dood van diens vrouw, heeft daar het duidelijkste blijk van gegeven, 't Russische blad Nowoje Wremja legt er den nadruk op, dat 't telegram van den Czaar door bemiddeling van den minister van buitenlandsche zaken aan den President is gezonden, en niet door den minister van het hof. Ware 't laatste het geval geweest, dan kon men het telegram opvatten als een persoon lijke betuiging van deelneming aan een parti culier persoon.Maar nu het door buitenlandsche zaken is gegaan, moet men de zaak opvatten als een correspondentie van 't eene hoofd van staat met het andere. Het hoofdartikel van 't Nowoje Wremja is klaarblijkelijk zeer geïnspireerd door de klare bewijzen, die Rusland en Frankrijk bij den dood van mevr. Kruger hebben gegeven, dat zij het verdwijnen der Boeren-republieken niet erkennen. Nu bij dezen harden slag, dio den ouden President getroffen heeft, heel Europa weer herinnerd wordt aan 't onge lukkige Boerenvolk, dat met zooveel moed den ongelijken strijd blijft voortzetten, nu wordt het tijd dat men duidelijk Engeland toeroeptGenoeg, trek uwe troepen uit Zuid-Afrika terug. Moge het „Dowoljno", (genoeg), waarmee het hoofdartikel van 't Nowoje Wremja begint, zijn oorsprong hebben in regeerings- kringen, of in regeeringskringen weerklank vinden, dat is ook onze hartelijke wensch. Londen, 2 Aug. Sprekend over Kritzinger's bedreiging om de Kaffers in Engelschen dienst dood te schieten, zegt de Times, dat er strenge maatregelen tegen de Boeren moeten worden genomen. De Morning Post geeft den raad om alk Boerengovangenen terecht te stellen wegens moord of medeplichtigheid aan moord, tenzij Kritzinger zijn bedreiging intrekt. De heer Gody, kanselier van het Belgisch consulaat te Johaunesburg, is te Brussel teruggekeerd. Zijn opinie is, dat, zoo geen tusschenkomst van vreemde mogendheden plaats grijpt, de Engelschen op den duur door een verpletterende overmacht het zullen winnen, doch dat dit nog wel jaren duren kan. Wat het beginnen van den mijnarbeid betreft, dit is niet anders dan een Engelsche comedie. Men heeft het wel gepoogd, maar moest het weer opgeven. De toestand van de Johannesburgers is verschrikkelijk. Het is nog aldoor een soort beleg, om de stad wordt voortdurend gevochten en iederen nacht werd ik gewekt door geweerschoten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1901 | | pagina 2