Uit en voor de Pers.
Buitenlandsch Nieuws.
S-ü sa
en de verordening, die overigens geen
wijziging behoeft te ondergaan, bij voort
during geldend te verklaren.
Hieraa wordt aan de orde gesteld het
onderzoek van de geloofsbrieven der herko
zen leden,de heeren J. Zijp Hz. en D. Kooi]
Jbz. Aan genoemde beeren,die zich tijdens
hot onderzoek hadden verwijderd, wordt
onder felicitatie door den Voorz mede
gedeeld, dat de stukken in orde zijn
bevonden en tot de toelating is besloten.'
De rekening van 1900 van de ge
meente, sluitende in ontvangst met
f 12431.995, in uitgaaf met f 11696.77 5, en
een batig saldo van f 735.22, en die
van het Burgerlijk Armbestuur met een
ontvangst van f 3718.86, en een uitgaaf
van f 3055.805. alzoo met een voordeelig
saldo van f 663.055, worden den Raad
aangeboden.
Tot leden der commissie voor onder
zoek der gemeente-rekening worden
benoemd de heeren Sleutel eu Kooij,
voor de rekening van het Armbestuur
de hoeren Koojj en Koster.
Niets meer aan de orde zijnde, wordt
de openbare vergadering gesloten on
gaat de Raad in comité, om eenige recla
mes tegen den Hoofdelijken Omslag te
behandelen.
De horoscoop.
Van 't nieuwe ministerie is ür. Kuy-
per de samensteller en de zielhij zit
er in
D e Marcz Oyens.
Ha r te
v. Ascb van Wijc K
Kr u ys
v. L y nden
Kuy p er
Loeft'
Bo r gansius.
Maar ook de premier van het vorige
kabinet zit er in
v. Ly N den
Kuy P er
Bergans i us
Loeff
Ha r te
Kruy s.
O yens
van Asch v. Wijck.
Ja, ook de leider van het iaatstvoriga
kabinet zit er in
Kruy S
v. Lynden
v. Asc H v. Wijck.
O yens
K U yper
Har t e
Loeff
Berga Tl sius.
(De Zeeuw.)
Marktbericht van LUT JE WIN -
KEL van 30 Juli 1901.
Aanvoer 524 zak aardappelen, als:
494 zak groote muizen fl.a f 1.15, 17 zak
kleine muizen f 0.75, 13 zak graafjes f 1.
a f 1.10, alles per 35 K.G-.
20000 slaboonen f 0.30 a f 0.375 per 1000,
151 pond aalbessen 63/,, a 7'/ï cent per pond,
2 halve manden tijdperen f 1.65 a 1 1.75.
1 Augustus 1901. Aanvoer362 zak aard
appelen, als
335 zak groote muizen f 1.a f 1.15, 11
zak kleine muizen f 0.35, 16 zak graafjes
f 1.a f 1.10, alles per 35 K.G.
14000 snijboonen f 0.35 a f 0.50 per 1000,
53000 slaboonen f 0.20 a f 0.30 per 1000, 47
pond aalbessen 6 a 61/» cent per pond, 1000
bos uien l3/, a 2'/2 cent per bos.
„Nieuw Leven".
Veiling aan het station NOORD-SCHAR-
WOUDE.
Ö1 JuliAanvoer 270 >/i H.L. aardappelen.
Groote muizen f 1.10 a 1.30, kleine idem
f —.45 a —.65, graafjes f 1.— a 1.10, blauwe
f 1.a 1.05 p. 35 K.G., slaboonen f .30
a —.35 p. 1000,1050 roode kooien f 6.a 7.25
p. 100. 2 Aug.Aanvoer 380 Va H.L. aard
appelen. Groote muizen f 1.— a 1.15, kleine
idem f .50 a .65, graafjes f'1.al.10.
blauwe f 1.— p. 35 K.G., slaboonen f —.25
a .30 p. 1000,1142 roode kooien f 5.50 p. 100.
Handel matig.
„ONS BELANG."
Veiling aan bet station HEER HUGO
WAARD. 2 Augustus
Groote muizen f 1.— a f 1.10, graafjes
f 1.05 per 35 K.G.
Roode kool f 5.50 per 100.
30 Juligroote muizen f 1.05 a 1.20,
graafjes f .90 a fl.—roode kooien f4.50.
Vergadering van den Raad.
der gemeente VIERINGEN, gehouden op
Woensdag 31 Juli 1901, n.m. 2 uur.
Afwezig met kennisgeving de heeren Obreen,
Heijblok en J. Tijsen.
Voorzitter de heer L. C. Kolff, Burge
meester.
Na opening door den Voorz., worden door
den Secretaris, den beer Bruul, de notulen dei-
vorige vergadering gelezen en onveranderd
goedgekeurd.
1. deelt Voorz. mede, dat de heeren P. P.
Tijsen en J. Hermans hunne benoeming tot
lid van den gemeenteraad hebben aangenomen
2. wordt gelezen een missive van de
Noorder-Vereeniging van Burgemeesters en
Secretarissen, met verzoek om voor deze ge
meente eene verordening te maken op bet
rijden met voertuigen bij nacht, zoo dat ieder
voertuig voorzien moet zijn van een helder-
brandende lantaarn. Daar voor deze gemeente
de verordening niet heel dienstig zijn zal,
omreden des nachts zelden gereden wordt)
wordt deze missive voor kennisgeving aan
genomen
3. deelt de Voorz. mede, dat aan hem een
verloftijd is verleend van 7 Augustus tot 2 j
September a.s.
4. wordt in behandeling genomen de
gemeente-rekening over 1900.
Gedurende 14 dagen beeft ze op de secretarie
ter visie gelegen en waren geen reclames
ingekomen.
De Raad kijkt de rekening post voor post na en
niets geeft aanleiding tot bespreking, zoodat ze
met algemeene stemmen wordt vastgesteld
als volgtontvangsten f 20776.69, uitgaven
f 21266.805; alzoo nadeelig saldo ad f490.115.
Bij de rondvraag niemand meer bet woord
verlangende, sluit de Voorz. de vergadering.
- HEER HUGOWAARD.
In deze gemeente hebben 26 jongelieden
zich aangemeld voorde vrijwillige oefeningen
in den wapenhandel.
HEER HUGOWAARD. D e 1e r 1 i n-
gen van School No. 2 hebben Woensdag j.1.
met piachtig zomerweder een aangenaam
reisje gemaakt. Van bier per rijtuig naar
Alkmaar, ging de reis per stoomboot naar
het Tolhuis bij Amsterdam, alwaar de kin
deren in den grooten tuin zich niet de ovoi -
vloedige gelegenheden tot afwisselende spelen
uitstekend vermaakten. Het genot werd
bovendien zeer verhoogd door de goocheltoeren
van den op dat gebied eenigen Bamberg.
Te BARS1NGERHORN is dezer
dagen een minvermogend meisje, Aaltje Groen,
die door eene ziekte ai sedert een paar jaren
niet kan gaan, door eene aanzienlijke gift
van H. M. de Koningin en geldelijke bijdra
gen van ingezetenen in bet bezit gesteld van
een wagentje met zelfbeweging, waarmede
zij zich zal kunnen verplaatsen.
Het laat zich denken, dat bet baar, die nu
op 21-jarigen leeftijd reeds zoo geheel hulp
behoevend geworden was, niet aan lust tot
oefening met bet nieuwe bewegingswerktuig
zal ontbreken.
Het Kabinet. Wat in desamen-
steliing van bet nieuwe Kabinet treft, is
zegt de N. R. Ct. bet ontbreken van ver
tegenwoordigers van twee der vier „Christe
lijke" fracties, die samen de overwinning
hebben bevochten. Noch de vrij-antirevolution-
nairen, noch de cbristebjk-bistoriscben hebben
een der bunnen in bet ministerie zien opne
men. Het Kabinet is een Kabinet van anti-re-
volutionnaü-en en Roomscben geworden. Het
is de vraag, of dit zich later niet zal wreken.
Wie in dit ministerie domineeren zal, is niet
twijfelachtig. En zijn karakter, èn zijn talenten
zullen aan dr. Kuyper bet overwicht verschaf
fen in een Kabinet, waar naast hem geen
enkel eminent politiek man heeft plaats
genomen. Verder merkt bet blad op
„Wij zullen nu moeten afwachten, wat dit
uit bet „Christehjk volksdeel" geboren Kabi
net ons zal brengen. Het nieuwe zittingjaar,
dat wij in September ingaan, zal ons daarom
trent wel licht verschaffen. De Standaard is
bbjkbaar al bang, dat bet werk van bet mi
nisterie niet meê zal vallenbet waarschuwt
de geestverwanten reeds tegen te booge ver
wachtingen. Een eerste daad zal natuurlijk
zijn, dat al bet werk van bet afgetreden
ministerie, dat nog, onafgedaan, ligt opgesta
peld, wordt ingetrokken, om „Christelijk" te
worden overgedaan. Wat verder afgebroken
zal worden en den daarmee gepaard gaanden
minder gemakkelijken nieuwen opbouw, zien
wij met belangstelling tegemoet.
„Indien men mag afgaan op de mededeelin-
gen van de Oprechte Haarlemsche Courant,
wier vroegere berichten over de crisis ver
trouwbaar gebleken zijn, dan zou het nieuwe
Kabinet een eigenaardige tactiek volgen.
Begrijpende, dat er op allerlei gebied diep
gaande verschillen tusscben de groepen der
meerderheid bestaan, zon bet de sociale wet
geving vooropstellen, waarbij bet dan op den
steun van bijna alle partijen meent te mogen
rekenen. Later, als het ministerie krachtig
geworden zou zijn door eenige welgeslaagde
wetsvoorstellen, zoude dan naast de school-
quaestie, de qnaestie der beschermende rechten
aan de orde gesteld worden, al zou bet wel-
bebt reeds vroeger noodig zijn, in fiscale rech
ten een bron te vinden voor de steeds
grooter wordende uitgaven ter bestrijding
van de kosten veroorzaakt door eene conse
quente doorvoering der sociale wetgeving.
„Men kan begrijpen, welk karakter deze zoo
genaamde fiscale rechten zouden hebben, die
moeten dienen tot bet vinden van de vele
millioenen, die „consequente doorvoering der
sociale wetgeving" zou kosten. Na zulk een
„fiscale" herziening der invoerrechten zou een
„protectionistische" wel onnoodig zijn.
„Als bet inderdaad de bedoeHng mocht zijn
om te speculeeren op de sympathie der op
positie voor maatregelen op bet gebied dei-
sociale wetgeving, ten einde deze met haar
hulp tot stand te brengen en baar daarna tot
bestrijding van de kosten dezer maatregelen
te plaatsen voor de invoering van protectio
nistische rechten, dan mag men veilig aanne
men, dat deze tactiek niet gelukken zal.
„Intusschen, ook bier dient afgewacht."
Het Handelsblad schrijft naar aanleiding
van bet optreden van het Nieuwe Ministerie
Wat het kabinet van 1901 ons brengen zal
Wie zal bet zeggen
Er schuilt in dr. Kuyper iets van een Bis-
marek. Den grooten kanselier waren de staat
kundige partijen en programma's slechts
middelen om zijn eigen eigen doel te bereiken.
Hij speelde ze tegen elkander uit, nn eens de
eene, dan de andere tot bondgenoot makende,
zonder zich om staatkundige beginselen veel
te bekommeren. Om „Realpolitik" was het
hem te doen. Zoo beeft ook dr. Kuyper vaak
met de staatkundige qnaesties gehandeld naar
mate bet met zijn naaste bedoelingen over
eenkwam. Alles beeft immers zijn vóór en
tegenHet democratisch beginsel werd op
den voorgrond gesteld, of op stal gezet, naar
gelang bet dienst kon doen voor den zegepraal
der partij-candidat.en. Bij de jongste verkiezin-
•gen, waar vóór alles Katholieke en Christelijk-
historische stemmen moesten worden gewon
nen, is bet democratisch beginsel op non-activi
teit gesteld. Beschermende graanrechten, van
oudsher als onrechtmatige bevoordeeling een
gruwel in de oogen der meeste antirevoluti-
onnairen, zijn nu eens (met een slag om den
arm) door dr. Kuyper aanbevolen, dan weder
onnoodig geacht. Dat behoort alles tot ge-
dienstigheden van de praktijk" die verre in
bet niet verzinken bij de hoofdzaak regeeren
„in den naam van God".
Deze eigenschap van plooibaarheid, van
grijpen naar de geschikte hulpmiddelen, maakt
het ondoenlijk na te gaan, wat men van bet
Ministerie-Kuyper heeft te verwachten.
Ook de samenstelling van dat Kabinet geeft
geen licht van eenige beteekenis. Dr. Kuyper
beeft zich daarbij omringd van zeker bekwame
mannen, maar die in geen enkel opzicht nog
hebben getoond boven andere vèr uit te steken.
Hij zal dan ook vermoedebjk niet enkel de
vormer en leider, maar ook de denker zijn van
bet nieuwe Ministerie.
Een van de eigenaardigheden in de samen
stelling is bet ontbreken van bet Christelijk-
liistorisch element, ofschoon van die zijde in
Juni zoo ijverig is medegewerkt geheel
anders dan in 1897 om de liberalen te
verdrijven. De leiders dier richting moeten
bun belooning enkel zoeken in de voldoening
dat zij de felle anti-Roomscben en de te
genstanders van dr. Kuyper's doleantie nu
Nederland een ministerie hebben helpen schen
ken met dr. Kuyper als hoofd en met
drie katholieke ministers.
De Nieuwe Crt. schrijft:
De premier zelf is sedert jaren de meest
besproken en meest beschreven man van
rsederland en zijn nieuw ambt zal daarin
zeker geen verandering brengen. Hij beeft
zeli veel gesproken, op den kansel, in den
katheder, in liet parlement over schier elk
onderwerp, dat daar behandeld werd, en over
alles met kennis en talent. Hij beeft zelf
veel geschreven zware theologische werken
constituties en organieke wetten eener partij
in wording en werkingongeëvenaard jour
nalistiek werk, critiek, polemiek, in een dage-
lijksch c o r p s-a-c o r p s met de meest ver
schillende tegenstanders. Hij beeft een kleine
partij machtig gemaakteen reuzenwerk,
waarbij de gebruikte middelen niet altijd heilig
waren, maar dat als bijna alle groote dingen
met enkel heilige middelen wellicht niet zon
zijn voltrokken. Nu staat hij naast den troon
als eerste raadgever, leider der hooge „overheid,
dienaresse Gods, in een Christelijke en dus
niet-godsdienstlooze natie, gehouden tot ver-
heerhjking van Gods naam".
Of bij ook in dat booge ambt het doel,
dat hem waarschijnlijk duidelijker - dan aan
zijn staatkundige tegenstanders voor oogen
staat, bereiken zal
Men zegt, dat Hare Majesteit de Koningin
bij het verleenen der opdracht tot kabinets
formatie, hem tevens een regeeringsprogram
gevraagd heeft. Maar al zal dat weldra voor
ons liggen van wat voor dr. Kuyper en
de zynen hoofdzaak wezen moet, zal het ons
geen duidelijk geformuleerde verklaring geven.
„Uwe actie blijft in haar uitgangspunt gees-
teUjk", sprak hij nog onlangs tot de Deputaten.
De actie der partij wordt nu regeeringsactie.
Welke zal de directe invloed van dat
eigenaardig geestelijk uitgangspunt zijn op
de wetgeving, op het bestuur, op de ganscbe
natie Het antwoord op die vraag kunnen
wij niet gevenlangzamerhand zal dit ont
staan en de taak der minderheid van liberalen
bepalen, en mede deze vraag oplossen: of de
nieuwe meerderheid een wolkje is, dat voorbij
zal gaan, dan wel het begin eener nieuwe
aera van staatsbeleid.
Men mag intusschen uit de samenstelling
van bet nieuwe ministerie reeds nu conclu-
deeren, dat in den ministerraad de invloed
van dr. Kuyper nagenoeg onbelemmerd zijn
zal. Het zal in de parlementaire geschiedenis
niet (gelijk de kabinetten Van Tienboven-Tak,
Roëll-Van Houten, Pierson-Borgesins) een
dubbelen naam dragen. Van dubbele namen is
de nieuwe premier van ouds geen vriend. Zijn
ministerie zal een ministerie Kuyper
zijn, tout court.
Aan zijn nieuwe collega's wordt niet te
kort gedaan door er op te wijzen, dat geen
hunner in onze politiek op den eersten rang
staat. De meesten hebben parlementaire,
enkelen ministeriëele of bestmirs-ervaring.
Er zijn er bij, van wie goeds verwacht wordt
maar geen hunner kan Kuyper staan.
MM nuntii fler iwl
Amerika voor de Amerikanen! Niets wordt
in Washington onbeproefd gelaten, om dit
leerstuk van President Monroe in toepassing
te brengen. Eigenlijk moest de leer eenigszins
anders luiden en welAmerika voor de
Vereenigde Staten. Dit is geen overdrijving,
doch eene zuivere waarheid. Daar werd met
Spanje een oorlog begonnen voor de vrijheid
van Cuba. Toen de machtige over den-
zwakke bad gezegevierd, of, liever, toen het
recht van den sterkste voor de zooveelste
maal met het zwaard was bewezen, toen dan
Cuba aan Spanje was ontrukt, had men
mogen verwachten, dat een vrij en onafhan
kelijk Cuba in de rij der Amerikaansche
Staten opgenomen ware geworden. Niet
echter alzoo. Nadat de Amerikanen met
onbeperkt gezag eenige jaren het eiland
hebben bestuurd, is na veel geschrijf en
gewrijf een grondwet voor bet eiland vast
gesteld. Daarbij wordt bet eiland feitelijk
onder Amerikaansch protectoraat geplaatst.
Cuba zal geen buitenlandsche staatkunde
mogen voeren bet zal geen verdragen met
andere rijken mogen aangaan, en het zal
zijne economische- en handelsbelangen in bet
buitenland onder de hoede van Amerikaansche
consuls en gezanten moeten plaatsen.
Ook zullen de Vereenigde Staten toezicht
op de Cnbaansche financiën blijven uitoefenen.
Nog andere punten van meer of minder
belang bewijzen, dat van de zoogenaamde
onafhankelijkheid van Cuba niet veel over
blijft. Thans hebben de Amerikaansche
Staatslieden een nieuw middel aangegrepen,
om den invloed der Unie uit te breiden en
te bevestigen.
Onder hooge goedkeuring van Mc. Kinley
en zijn raadgevers, zijn de verschillende
Staten van Zuid- en Midden-Amerika uitge-
noodigd tot bet bijwonen van een pro-Ame-
kaanscb congres in de stad Mexico. Liever
hadden de staatslieden der Unie dit congres
natuurhjk te Washington gehouden, doch de
staatkundige wijsheid wees den weg over
Mexico aan.
Van al de staten is ten antwoord ontvangen,
dat ze zich op bet congres zullen laten ver
tegenwoordigen. Alleen Chili heeft een zeker
voorbehoud gemaakt. Deze staat wensebt,
dat bet congres alle kwesties van binnen-
landscben staatkundigen aard buiten bespre
king zal laten. Hiermede bedoelt deze
Republiek, dat bet vredesverdrag met Peru,
na den jongsten oorlog afgesloten, geen
punt van 'behandeling zal uitmaken.
Bij dien vrede heeft Peru twee provincies
aan Chili moeten afstaan, en nu zou Peru
gaarne de gelegenheid aangrijpen, om bet
congres te laten verklaren, dat die gedwongen
afstand wederrechtelijk is geschied.
Het spreekt, dat deze voorwaardelijke toe
stemming te Washington met alle teekenen
van verbolgenheid is ontvangen. Men bad
niet gedacht, dat eene der Zuid-Amerikaansche
Republieken zich tegen den wil en wensch
van de Unie zou durven verzetten, en ook
vreest men, dat door het voorbehoud van
Chili de bijeenkomst te Mexico gevaar loopt.
Daarmee zou de Amerikaansche overheer-
sching over geheel de Nieuwe Wereld voor
onbepaalden tijd verschoven worden.
Het heeft er iets van, dat de beide jongste
werelddeelen in jingoïsme concurreeren. Het
zelfde doel toch, dat Amerika zich voorstelt,
wordt ook door Australië nagejaagd. Nau
welijks is de Australiaansche Statenbond in
bet leven geroepen, of de oogen worden
naar heinde en ver gewend, om nieuwe
staten in het verbond op te nemen, of om
territoriën aan bet gebied te hechten.
De Statenbond is nauwelijks goed en wel
in elkander gezet, of reeds gaan er stemmen
op om Nieuw-Guinea en de Nieuwe Hebriden
met Nieuw-Caledonië bij het Australiaansche
gemeenebest in te lijven. Van eene schade
loosstelling aan Nederland, in welken vorm
ook. wordt niet eens gesproken.
Stilzwijgend wordt aangenomen, dat met
behulp van Engeland de afstand van Nieuw-
Guinea een zeer gewone zaak zal zijn. Met
Frankrijk zal dat natuurlijk niet zoo gemak
kelijk gaan. Daarom zijn de op annexatie
beluste heeren te Melbourne wel zoo goed,
om Frankrijk voor den afstand van de
Nieuwe Hebriden, ergens in Afrika schadeloos
te stellen. Dat ziet er in de toekomst mooi
voor ons uit. In het Noorden van onze
bezittingen de Vereenigde Staten tot buur
man, die, wanneer ze eenmaal goed en wel
op de Philippijnen ingeburgerd zijn, al spoedig
een welgevallig oog op de Molukken zullen
slaanin het Zuiden een landhongerig
Australië, dat met Nieuw-Guinea begint,
om, wie weet in welk een korten tijd, met
Celebes en Java te eindigen.
Op die wijze zullen onze Oost-lndisclie be
zittingen spoedig aan den man zijn. Wellicht
zal Duitschland dan wel zoo goed zijn, om
ons van den last onzer West-Indische koloniën
te verlossen en afgeloopen is bet met de
overzeesche macht en grootheid van bet kleine
land aan de kusten van de Noordzee. Bij elke
gelegenheid gaan er in de pers en daar buiten
stemmen op. die de mogelijkheid bespreken,
dat Duitschland zich in Zuid-Amerika een
nieuw afzetgebied zal verzekeren. In het
bijzonder slaat men dan het oog op Brazilië,
waar reeds duizendtallen Duitschers een be
staan hebben gevonden. De vestiging van
Duitschland, ergens in Zuid-Amerika, zal
echter onherroepelijk een oorlog met de Ver
eenigde Staten ten gevolge hebben. In de
Unie weet men reeds te zeggen, dat de eerste
oorlog, dien de Vereenigde Staten te voeren
zullen hebben, er een met Duitschland zal
zijn. Ook in Duitschland zon men dit weten,
en daarom wordt daar met koortsachtigen
ijver aan de uitbreiding van de vloot gewerkt.
Ook de zwenking van Duitschland naar Rus
land en Frankrijk zou met die toekomst-
staatkunde in nauw verband staan.
In hoeverre dit waar is, kunnen wij voor-
loopig buiten bespreking laten, doch een feit
is het, dat de betrekkingen tusscben Duitsch
land en Frankrijk steeds hartelijker worden.
Op dit oogenblik is graaf Waldersee, de ge
wezen Duitsche opperbevelhebber in China,
in Algiers, waar hij door de Fransclie autori
teiten met de hoogste onderscheiding wordt
behandeld. Men wil zelfs weten, dat dit bezoek
de inleiding vormt tot een bezoek, dat het
Duitsche eskader, onder bevel van prins Hein-
rich, aan Brest zal 'brengen. Dat zou na 1870
de eerste gebeurtenis van dien aard zijn.
Zeker is het, dat de Fransche vriendschap
voor Duitschland van g-roote waarde is, te
grooter nu met de oude vrienden van het
Drievoudig Verbond een handelsoorlog voor
de deur staat. Met het nieuwe tarief bestaat
er alle kans, dat het dien kant uitgaat. De
verhooging der invoerrechten zijn voor som
mige artikelen zeer belangrijk. Zoo zijn de
rechten op boter en kaas van 16 op 30 mark
gebracht. Van ossen en koeien wordt een
recht geheven van 25 mark, van jong vee
van 15 mark, dat is ongeveer driemaal zoo
veel als tot dusverre het geval was.
Het invoerrecht op eieren wordt verdub
beld, van paarden zal naar gelang hunner
waarde van 30 tot 300 mark betaald moeten
worden. Ook op bewerkte artikelen zijn hoo-
gere lasten gelegd. Het recht op leer is zelfs
van 18 op 80 mark gebracht. Enkele eerste
levensbehoeften zijn vrij gesteld, onder anderen
aardappelen en haring.
Men zon zeggen, dat de agrariërs en andere
voorvechters van bescherming nn wel tot in
de wolken zullen zijn. Wie dit denkt, slaat
echter de plank geheel en al mis. Uit den
toon hunner bladen spreekt duidelijk, dat het
eigenbelang dezer heeren nog op grooter
offers zal aandringen.
Is het te verwonderen, dat men in andere
landen op middelen van weerwraak peinst?
dat zelfs bekende vrijhandelaars te wapen
loopen, om den aanval van Duitschland te
weerstaan? De strijd om het bestaan zal overal
eischen, dat de Duitsche uitvoerartikelen in
gelijke mate worden getroffen. Zoo wordt er
een tijdperk van woeling en strijd geopend,
dat rijk aan staatkundige gevolgen kan zijn
en waarvan het einde niet is te voorzien.
^TRA^AALr
Lord Roberts heeft van het Lagerhuis zijn
100.000 p. st. gekregen, en dat wel met 281
tegen 73 stemmen. Alleen de radicalen en
de Ieren waren er tegen. Een van de Ieren
heeft duidelijk gezegd, waarom hij er tegen
was. Deze zeide
„Ik ben tegen deze schenking om verschil
lende redenen. Vooreerst heeft lord Roberts
den oorlog gevoerd op een wijze, die in de
hoogste mate inhumaan washij heeft op
de grofste manier en herhaaldelijk de meest
elementaire beginselen van beschaafd oorlog
voeren geschonden. (Applaus op de oppositie-
banken, protesten van de zijde der ministe-
riëelen.)
„Vervolgens heeft hij in de berichten, die
hij over zijn krijgsoperaties naar huis zond,
het land bedrogen.
„In de derde plaats is de oorlog uit een
militair oogpunt geen succes geweest.
„Vierdens zijn, wat den politieken kant dei-
zaak betreft, de handelingen van lord Roberts
met een onbetwistbaar echec bekroond. En
ten slotte heeft lord Roberts meer dan eens
zijn plicht verzaakt, door op te treden in de
allerverachtelijkste qualiteit van militair -po
liticus."
Vleiend om aan te hooren was het voor
lord Roberts niet, maar ons inziens waar.
Interessant is, wat de Paris-Nouvelles
zegt over den geest, die in het Britsche leger
heerscht
„Afgaande op de vergeefsche pogingen, tot
nu toe door de Kngelschen in het werk ge
steld en de ongelooflijke levenskracht der
Boeren, gaat men zich afvragen, of Engeland
ten spijt van zijn buitengewone overmacht,
het spel niet zal verliezen.
„Inderdaad bestaan de Engelsche legers nu
nog slechts uit knapen, uit straatloopers, in
één woord uit de heffe des volks. Zij vechten
slecht. Het zal nog eenigen tijd duren en
dan zullen alle goede soldaten, de Schotsche
brigades bijv., dood zijn of naar huis terug
gekeerd.
„Verkenners vindt men niet meer. De solda
ten van Eduard VII begrijpen, dat, als zij
met hun tienen op verkenning gaan, er acht
aan de kromming van een weg, vóór dat zij
het weten, zullen worden neergeschoten, en
daarom hebben zij geen lust meer in dat
gevaarlijk baantje.
„Er heerscht groote ontevredenheid. De
geregelde troepen vragen met bitterheid,
waarom zij minder soldij krijgen dan de kolo
niale, ofschoon zij toch hetzelfde werk doen.
„De mannen, die na afloop van hun verbin
tenis nog met dwang in dienst worden ge
houden, mompelen. De officieren walgen van
een oorlog, die zoo eindeloos en zoo weinig
roemvol is.
„De Boeren daarentegen zijn in goeden toe
stand. Deze lange veldtocht van 22 maanden
heeft hen tot geharde krijgers gemaakt. Zij
weten, dat zij niets meer 'te verliezen hebben,
daar men hun reeds alles ontnomen heeft.'
Zij weten, dat de Engelschen niet in staat
zijn hen te bedwingen. Ten slotte vechten
zij voor hun onafhankelijkheid."
De ontevredenheid der Engelsche soldaten is
groot, en wel voornamelijk over de slechte
uitbetaling der soldij.
Van de ontevreden Yeomanry, die weiger
den hunne oorlogsmedailles in ontvangst te
nemen, is reeds melding gemaakt. Nn vinden
we in de Engelsche bladen een brief door
een aantal dier soldaten aan den Engelschen
koning gericht, die goed raak is
„Wij ondergeteekenden, onderofficieren en
manschappen van U. M.'s leger, wenschen
ter kennis van U. M. te brengen de gebrek
kige wijze, waarop wij onze soldij ontvangen.
Wij verzekeren niettemin U. M. van onze
standvastige trouw aan U en aan het vader
land, en wij verklaren met trots, dat wij
bereid zijn weder ten oorlog te trekken, indien
het noodzakelijk is; doch wij weigeren vol
strekt, voor U. M. te paradeeren om een
zilverwaarde van vijf shilling in den vorm
van een medaille te ontvangenwij weigeren
ons te laten onthalen op een banket met
lekkernijen en met champagne, terwijl onze
kinderen en onze vrouwen gebrek hebben aan
het geld, dat wij met eere op het slag ver_
diend hebben in den strijd voor de eer van
de kroon en het Rijk. Wij verzoeken TT. M.
te bedenken, dat onder ons oude dienaars zijn
van U en Uwe hooge Moeder, en elk een
langen diensttijd achter zich heeft.Wij hebben
dezen stap met bezwaard gemoed genomen,
doch wij zijn daartoe gedwongen door den
dwang van zelfbehoud. Wij weten, dat ons
een krijgsraad wacht, doch wij zijn tot dezen
stap gedwongen door de schandelijke wijze
waarop het ministerie van oorlog met ons
handelt."
Een paar berichten over den toestand in
Kaapkolonie
De Middelburgsche correspondent van de
Times seint, dat de stelselmatige bezetting
van den Zuidelijken Vrijstaat met Britsche
garnizoenen het onwaarschijnlijk maakt, dat de
Boeren in de Kaapkolonie veel steun ont
vangen van hun broeders in het Noorden.
Deze laatsten zullen dat wel meer en meer
gaan heseffen. Maar de correspondent erkent,
dat het aantal opstandelingen in de Kolonie
voortdurend aangroeiten zij worden onder
steund door de Afrikaanders, die hun hoeven
overal tot voorraadschuren voor de strijders
maken.
De Daily Mail heeft uit Kaapstad een
zwartgalligen brief ontvangen. De schrijver
erkent, dat de Kaapkolonie langzamerhand
de streek wordt, waar de beslissende strijd
moet gestreden worden. Het staat vast, dat
de invallers tegenwoordig aanzienlijke ver
sterking krijgen sommige districten leveren
wel 200 recruten, maar volgens den corres
pondent weigeren deze laatsten meê te
vechten, zij willen alleen plunderen en de
Boerenstrijders moeten hen daarbij bescher
men. Intusschen neemt het gevoel van onvei
ligheid toede Standard Bank vindt het
noodig, al haar filialen te sluiten, wanneer
de overheid onbekwaam blijkt, haar bijkan
toren te beschermen. De Britsche troepen
in de Kaapkolonie verrichten bijna uitsluitend
garnizoensdienst, zoodat de Boeren onge
hinderd het platteland afioopen. De schade,
aldus aan de Kaapkolonie toegebracht, zal
wel dubbel zooveel blijken te bedragen als
Balfour geraamd heeft.
Zooals men ziet, zijn deze beide berichten
niet zeer rooskleurig voor Engeland, en als
men tusschen de regels doorleest, beginnen
de Engelsche bladen zelf reeds te twijfelen
aan het succes der Engelsche wapenen.
Lord Kitchener zendt ook weer eens een
telegram. Hij seint
Op 28 Juli volgde een officierenpatronille
van twintig Yeomanry en eenige inlandsche
scouts twee wagens met eenige Boeren tot
op een afstand van vijftien mijlen van den
spoorweg hij Doornrivier in de Oranje-rivier-
Kolonie. De pas werd hun afgesneden door on
geveer 200 Boerenna zich verdedigd te
hebben in een klein gebouw, moesten zij
zich overgeven toen hun munitie op was
drie Yeomen waren gewond. Na de over
gaven lieten de Boeren de inlandsche ver
kenners de handen opsteken en schoten hen
in koelen bloede doodlater schoten zij
ook een gewonden Yeoman dood, de overi
gen werden vrijgelaten. Als reden voor het
fusilleeren van den gewonden Yeoman ga
ven de Boeren op, dat zij meenden, dat het
een Kaapsche boy was. Een onderzoek zal
ingesteld worden en de beëedigde verklaringen
omtrent de moorden zullen afgenomen worden.
French rapporteert een brief te hebben
ontvangen van Kritzinger met de mededee-
ling, dat hij voornemens is alle inboorlingen
in Britschen dienst, hetzij gewapend of on
gewapend, te zullen doodschieten. In de
Kaapkolonie zijn den laatsten tijd vele ge
vallen voorgekomen, dat inboorlingen in koe
len bloede werden vermoord.
Wanneer de Boeren, zooals hier hoven
blijkt, represaillemaatregelen nemen, is 't
Engeland's eigen schuld. Slecht voorgaan
geeft kans tot slecht volgen.
Ondanks alle officiëele berichten, dat Trans
vaal en de Vrijstaat niet meer bestaan, erkent
de Czaar van Rusland ze nog steeds als onaf
hankelijke staten. Het telegram van den
Czaar aan Kruger bij den dood van diens
vrouw, heeft daar het duidelijkste blijk van
gegeven, 't Russische blad Nowoje Wremja
legt er den nadruk op, dat 't telegram van
den Czaar door bemiddeling van den minister
van buitenlandsche zaken aan den President
is gezonden, en niet door den minister van
het hof. Ware 't laatste het geval geweest, dan
kon men het telegram opvatten als een persoon
lijke betuiging van deelneming aan een parti
culier persoon.Maar nu het door buitenlandsche
zaken is gegaan, moet men de zaak opvatten
als een correspondentie van 't eene hoofd van
staat met het andere.
Het hoofdartikel van 't Nowoje Wremja
is klaarblijkelijk zeer geïnspireerd door de
klare bewijzen, die Rusland en Frankrijk bij
den dood van mevr. Kruger hebben gegeven,
dat zij het verdwijnen der Boeren-republieken
niet erkennen. Nu bij dezen harden slag, dio
den ouden President getroffen heeft, heel
Europa weer herinnerd wordt aan 't onge
lukkige Boerenvolk, dat met zooveel moed
den ongelijken strijd blijft voortzetten, nu
wordt het tijd dat men duidelijk Engeland
toeroeptGenoeg, trek uwe troepen uit
Zuid-Afrika terug.
Moge het „Dowoljno", (genoeg), waarmee
het hoofdartikel van 't Nowoje Wremja
begint, zijn oorsprong hebben in regeerings-
kringen, of in regeeringskringen weerklank
vinden, dat is ook onze hartelijke wensch.
Londen, 2 Aug. Sprekend over Kritzinger's
bedreiging om de Kaffers in Engelschen
dienst dood te schieten, zegt de Times, dat
er strenge maatregelen tegen de Boeren
moeten worden genomen.
De Morning Post geeft den raad om alk
Boerengovangenen terecht te stellen wegens
moord of medeplichtigheid aan moord, tenzij
Kritzinger zijn bedreiging intrekt.
De heer Gody, kanselier van het Belgisch
consulaat te Johaunesburg, is te Brussel
teruggekeerd. Zijn opinie is, dat, zoo geen
tusschenkomst van vreemde mogendheden
plaats grijpt, de Engelschen op den duur
door een verpletterende overmacht het zullen
winnen, doch dat dit nog wel jaren duren
kan. Wat het beginnen van den mijnarbeid
betreft, dit is niet anders dan een Engelsche
comedie. Men heeft het wel gepoogd, maar
moest het weer opgeven. De toestand van
de Johannesburgers is verschrikkelijk. Het
is nog aldoor een soort beleg, om de stad
wordt voortdurend gevochten en iederen
nacht werd ik gewekt door geweerschoten.