ESI HiSlïS-, I BureauSCM.4ÖKHÏ, Skaafj, D 4. UitgeverP. TRAPMAN. MedewerkerJ. W S li Donderdag 26 September 1901 45ste Jaargang No. 3665. Gemeente S chagen. BefceBdmahinyen". Bioneelandsch Nieuws. 21. SGH a 1 COURANT Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVËRTËNTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijk* nummers 6 Cent. ADVERTKNTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. POLITIE. Ter Secretarie dezer gemeente zijn inlichtingen te bekomen omtrent een gevonden damespeieriue. Koepok-inenting. Burgemeester en Wethouders van Sehagen brengen ter algemeene kennis, dat gelegenheid tot kostelooze inenting en her-inentiog zal worden gegeven op Vrydag 27 September a.s., des namiddags ten 3»/, uur, in de gemeenteschool, door den Heer A. C. Melehior, gemeente-geneesheer alhier. Sehagen, 20 September 1901. Burgemeester en Wethouders voornoemd, P. BUIS Jz, l.-B. De Secretaris, KLeniiisgövmor. OO Inkwartier n g. Burgemeester en Wethouders der gem. SCHAGEN brengen ter kennis van de Ingezetenen, dat de Lijst betrekkelijk de Inkwartiering, bedoeld bjj Art, 17 der Wet van 14 September 1860, (Staatsbl. No. 138) is vastgesteld en ter voldoening aan evengemeld Wets artikel, gedurende 14 dagen voor een elk ter inzage aan het Raadhuis is nedergelegd, en alzoo vanaf heden tot den 7 Ootober 1901. Wordende tevens ter kennis gebracht dat, zij, die tegen gemelde Lijst bezwaren hebben in te brengen, zulks schriftelijk behooren te doen aan Burgemeester en Wethouders, binnen 14 dagen m h-t einde der tei- visie-ligging en alzoo voor den 7 October 1901 Sehagen, den 23 September 1901. Burgemeester en Wethouders voornoemd, P. BUIS Jz, 1. B. De Secretaris, D EN IJS. KeuBïsgevingf. Loting Nationale Militie. Burgemeester en Wethouders der gemeente Sehagen Brengen, ter voldoening aan het tweede gedeelte van Art. 28 der Wet op de Nationale Jlilitie van den 19den Augustus 1861 (Staatsbiad No. 72), voor de tweede maal ter kenuisse van de belanghebbenden, dat de loting van de in 1901 voor de Nationale Militie ingeschrevenen, overeenkomstig de ontvangen aan schrijving van Zijne Excellentie den Heer Commissaris dezer Provincie, dato 3 September 1901,No. 8/2708 M.S zal plaats hebben op den 8 October 1901, des voor middags ten 9'/s ure, ten Raadhuize alhier, en worden zij, welke daaraan moeien deelnemen, gelast, om op den bepaalden tijd aldaar tot dat einde aanwezig te zijn, of, bij verhindering, zich aldaar door hun vader, moeder of voogd te doen vertegenwoordigen. Alsmede dat, overeenkomstig Art. 34 van gemelde Wet, dadelijk na de trekking van het Nummer, de redenen van vrijstelling, welke de Ingeschrevene mocht hebben, moeten worden opgegeven. Indien hij vermeent vrijstelling te kunnen erlangen wegens broederdiens t, of op grond vod te zijn eenige wettige zoon, zal hij op Vrjjdag den 11 October, dtB voormiddags ten 9 ure, iu het Ge meentehuis moeten verschijnen, vergezeld van twee hij den Burgemeester bekende en ter goeder naam en fasin staande meerderjarige ingezetenen, die de ver- eischte getuigenis kunnen afleggen en het aldaar op te maken getuigachrilt onderteekenen. Wanneer hij aan spraak maakt op vrijstelling wegens broeder dienst, zal hij mede voorzien moeten zijn van zijne geboorte- acte en van de geboorte-acten van al zijne nog in F E UIL LET O N. leven zijnde broeders, alsmede van de zakboekjes of paspoorten van gediend hebbende broeders. Bij overlegging van laatstgenoemde stukken zuilen door den Burgemeester bij den Kommandant van het korps, waarbij zijn broeders dienen oi gediend hebben, worden aangevraagd de bewijzen van wei kelijken dienst, of een uittreksel uit het Stambojk. Sehagen, den 23 September 1901. Burgemetsier en Wethouders voornoemd, P BUIS Jz, 1B. De Secretaris, DENIJS. Vergadering van den Raad der gemeente BARSINGERHORN, gehouden op Zaterdag 21 September, des namiddags ten 2 ure. Afwezig de heer D. Spaans, burgemeester. Voorzitter de heer Hoekstra, wethouder. Na opening der vergadering volgt de lezing der notulen door den secretaris, den heer P. Bronder, en de goedkeuring, zonder op- of aan merking, door den raad. Door den voorzitter wordt overgelegd proces verbaal der kasverificatie over het afgeloopen kwartaal. De ontvangsten bedroegen f 33696.97, de uitgaven f32345.735; in kas was en moest zijn f1351.235. Daarna is aan de orde het bekende adres van het Ambacht van Westfriesland, genaamd de Schager en Niedorperkoggen, aangaande den ligger der wegen in de gemeente Barsin- gerhorn. Zooals men zich zal herinneren wellicht, maakte het Dijksbestuur bezwaar tegen den ligger, omdat de bermen van den Westfrieschen dijk niet in den ligger stonden vermeld; dan verder, dat niet stond aangegeven, dat de gebruikers van kluften in den dijk verplicht zijn, die te onderhouden. Door den raad waren in zijne zitting van 17 Aug. j.1. de heeren Spaans en Smit be noemd, om m,ettwee afgevaardigden van het Dijksbestuur over deze kwestie te confereeren. Van het Dijksbestuur waren verschenen de heeren J. Koomen en A. Schenk, die de be zwaren tegen den ligger mondeling hebben toegelicht. Door de heeren Spaans en Smit werd over die conferentie rapport uitgebracht. Voorna melijk wilde het Dijksbestuur de bermen van den dijk op den ligger vermeld zien, omdat het dan minder last zon hebben met aan grenzende eigenaren die zich deelen van den dijk toeëigenden. Men zou hun dan op dezen ligger kunnen aanwijzen, hoe ver hun rechten gingen. Dan werd in dat rapport ook nog gewezen op het feit, dat in den ligger stond vermeld, dat de kluften naar den Walings- en Barsingerweg in onderhond waren bij het Dijksbestuur; dat was abuis, het onderhoud was aan den polder W ierlnger waard. Het advies van B. en W. over deze kwestie behelsde in hoofdzaak ditde hermen en hellingen waren niet op den ligger vermeld, doordat alleen op de kaarten behoorde te worden aangeteekend dat gedeelte der wegen, dat diende voor het algemeen verkeer, en dat was in dit geval alleen de kruin van den dijk, het bovenste vlakke gedeelte. Dan werd 0-0-0 „Goeden morgen, Pierre. Hebt ge reeds lang op mij gewacht?" „Neen, beste vader. Ik ben juist aange komen want ik trof juffrouw Hernandez in het park aan." „Ah De trekken van Dartigues namen een welwillende, blijmoedige uitdrukking aan hij scheen op een vertrouwelijke mededee- ling te wachten. „Ik heb atscheid van haar genomen", ging Pierre voort. „Wat, ge naamt afscheid van haar Gaat ge dan vertrekken „Ja vader, ik moet naar Parijs terug- keeren." Dartigues fronste het voorhoofdhij had begrepen, dat Pierre door zijne moeder ge- roepon werd. „Hoe lang zult ge wegblijven „Ik weet het niet." „In elk geval zullen we niet lang ge scheiden zijn, want mevrouw Va# Maillane en ik denken er aan, de lente in Parijs door te brengende dames zouden dat gaarne willen." „Dat weet ik." „Ik moet gedurende de verkiezings-cam- pagne tusschen Parijs en Maillane heen en weer reizen. Heeft Bella je van ons ver trek gesproken „Neen, vader, Claude Brun." „Brun Hebt ge elkaar dan ontmoet „Ja, terwijl ik hier wachtte." Dartigues keek Pierre ongerust aan, ter wijl hij vroeg „En wat heeft hij je gezegd Met kalme beslistheid antwoordde de ^jonge man: „Dat ik het ongeluk in mijn gevolg had, toen ik dit huis binnentrad." „Zeide hij dat, die dwaas Dat ligt nu juist precies in zijn manier van doen. Zoo'n babbelkous Het ongeluk van wien Zonder twijfel van hem. Heeft hij er dat niet bij gezegd „Die opmerking deed hij aan het einde van hot gesprek. Maar hij had met juffrouw Hernandez gesproken en wist, dat ook ik het had gedaan 1" „En hij was woedend „Neen, hij was zeer bedaard, maar heel sarcastisch. Hij verklaarde mij, dat hij Bella lief had en ik in het belang van allen goed zou doen, mij terug te trekken, te verdwijnen en haar aan hem af te staan." „Gij bemint haar dus ook „Met al de kracht van mijn hart en ik vraag u als grootste gunst, u er voor in te spannen dat ze mijne vrouw wordt." „Maar, mijn beste jongen, ge hebt toch zeker aan mijn goeden wil nooit getwijfeld Bella trouwen dat beteekent zooveel als jou tweemaal tot zoon te hebben." „Ik zal dus mijij hartewenseh bereiken riep Pierre met levendige vreugde. „Wanneer dat van mij afhangt, dan be paald." Deze enkele woorden bekoelden terstond Pierre's opgewondenheid. Hij zag opnieuw de donkere, spottende trekken van Claude's gelaat, toen deze hem zeide, dat hij maar eens aan professor Appel moest vragen, of Bella zijn vrouw zou kunnen worden. Met smartelijke beklemming herinnerde hij zich, dat het niet alleen van Dartigues alhiDg, dat hij Bella zou trouwen. Met andere, zeer machtige invloeden moest hier rekening worden gehouden. Alles wat er in zijn positie onaangenaam en duister was, kwam hem voor den geest, en wat hij-al reeds een enkele maal had ge voeld, trad hem nu ook weer schreeuwend duidelijk voor oogan bij stond tusschen zijn vader en zijn moeder, die, na twintig jaar van elkaar te zijn gescheiden, onverschillig voor elkaar waren geworden, om niet te verder beweerd door B. en W„ dat het Dijksbestuur alleen ten eigen gerieve de I vermelding der bermen wenschte,om zoodoende niet in onaangenaamheden te komen met aangrenzende landeigenaren; en daar de ligger der wegen alleen gemaakt wordt ter bevordering van het behoud van voetpaden en wegen, konden B. en W. in deze aan het Dijksbestuur niet tegemoetkomen. Wat de aanmerking betrof van het onderhouden der kluften van Walings- en Barsingerweg, daaraan zou worden tegemoet gekomen. De heer Raat kan zich bij het advies van B. en W. niet neerleggen, 't Is volstrekt niet de bedoeling van het Dijksbestuur, dezen ligger voor zijn gerief te gebruiken. Het Dijksbestuur zou gaarne de bermen zien aange teekend, om daardoor te voorkomen, dat het onaangenaamheden kreeg met aangrenzende eigenaren. Als hier de breedte wordt aangegeven, zal dat altijd bij latere geschillen kunnen worden aangehaalddan was het Dijksbestuur gedekt. De heer Koomen gaat geheel met den heer Raat mede; hij zou er op gesteld zijn, dat hellingen en bermen werden aangegeven, eensdeels voor het Dijksbestuur, maar ook anderdeels hiervoor, dat men in de toekomst wel een gedeelte dier bermen en hellingen voor het algemeen verkeer in gebruik kon nemen men zou bijv., zooals hier en daari reeds is geschied, onder aan den dijk een j gedeelte kunnen beharden. Men zou met het aangeven van die bermen en hellingen op dezen ligger veel onaangenaamheden en last kunnen voorkomen. Spr. wordt door Voorz. ingelicht, dat bij geschillen met aangrenzende eigenaren, door- het Dijksbestuur de kaarten van het kadaster kunnen dienen. Verder wordt opgemerkt, dat, 1 als do bermen en hellingen op de kaarten wor- den vermeld, B. en W. volgens het reglement het toezicht op die deelen ook zullen moeten honden. Ook is het niet de bedoeling van Ged. St. geweest, op den ligger de bermen op te nemen. Na verkregen inlichtingen kan de raad algemeen met het advies van B. en W. mede gaan. Naar aanleiding van Art. 34 der Leerplicht wet, dat voorschrijft gedurende 96 uren herhalingsonder wijs te geven aan meis jes, maar niet na 5 uur, wordt met alge meene stemmen besloten, aan de Koningin ontheffing van die verplichting te vragen en te verzoeken het onderwijs te mogen blijven geven zooals het tot op dit oogenblik gegeven werd. levens wordt algemeen goedgevonden, weer voor 5 jaar ontheffing te vragen van het geven van onderwijs in de vrije- en orde-oefeningen. Aan de Alkmaarsche Huishoud- en Indus trieschool wordt op voorstel van B. en W. gegeven een jaarlijksche subsidie van f 10.—. Door de Commissie tot wering van Schoolverzuim is aan den raad gevraagd een subsidie voor het aanschaffen van school- pantoffels voor arme kinderen. Dit adres wordt naar B. en W. gerenvoyeerd, doordat de wet voorschrijft, dat in eene dergelijke kwestie de hoofden van scholen worden gehoord of daar aan behoefte bestaat. Door diezelfde Comm. was een presentiegeld gevraagd van f 0.50 per lid per vergadering, en zeggen vijandig. In elk geval hadden ze niet een en hetzelfde strevendachten ze zelfs niet eender ja, wat de een geoorloofd noemde, heette bij de andere slecht. Pierre begon do zekerheid van optreden van zijn medeminnaar te begrijpen. Zelfs Dartigues moest moeilijkheden zien in de toekomst, daar hij hem Bella slechts onder een voorbehoud beloofde voor zoover het van hem afhing. Pierre zijnerzijds meende zijn vader te kennen, te weten wat voor soort man hij was; hij meende dat, wat zijn vader wilde, ook gebeuren en steeds slagen moest. Stelde hij dus voor waarden, zag hij bezwaren, dan moesten deze wel groot en beteekenend zijn. En waaruit zouden die hun oorsprong vinden Waren zijn moeder en Appel het, zij, die hem boven alles liefhadden, die Dartigues deze moeilijkheden in den weg zouden leggen Zij, van wie hij elk offer meende te mogen verwachten Welke onneembare hindernis zou dat toch wel zijn, die in staat was elke ver zoening te verhinderen tusschen een paar wezens, die hem toch beiden lief hadden Wie was verantwoordelijk voor deze oneenigheid Met angst dacht hij aan de vertrouwelijke mededeelingen van Amandine. Zou Mail- laine ongelukkig zijn geweest in zijn eerste huwelijk? Zou zijn moederZijne oogen werden vochtig. Hij voelde een ondraaglijke smart. Neen, niet denkbaar. De ernstige, zachte vrouw met hare grijze harenDe zachte troosteres van zijn kinderleed! Noen, neen, die kon niet gedwaald hebben Zij was eervol, heiligZijn vader dus De ergste kwelling lag in het bewustzijn, dat hij er één beschuldigen moest, om de andere vrij te spreken. Hij wist niets, raadde niets, hij vernederde zichzelf in zijn onbekendheid, door beide wezens te verdenken die hij alléén het recht had te vereeren. Pierre keek naar zijn vader en eer biedigde diens afgetrokken stemming tij zag op zijn gelaat, dat zijne gedachten niet van de prettigste waren. Dartigues wel met het oog op het beginsel,dat het ook hun, die niet van die financiëele kracht zijn om het verlies, dat zij door het bezoeken van vergaderingen financiëel moeten lijden, te kunnen dragen, door deze kleine schadeloos stelling mogelijk moet zijn, lid van een com missie als deze te zijn. B. en W. adviseeren afwijzend op dit adres te beschikken. De heer Beers, als lid der commissie het verzoek zooveel mogelijk toelichtend en ver dedigend, kan zich bij het advies van B. en W. niet neêrleggen. Men moet voor allen de mogelijkheid openstellen, lid van een der gelijke commissie te kunnen zijn, en de billijk heid eischt, dat eenige vergoeding door de gemeente wordt gegeven. Voorz. merkt op, dat andere commissies, o.a. die van Armen- en Weezenbestuur,ook geen presentiegeld ontvangen; 't zijn zoogenaamde eerepostjes, die om niet moeten worden waar genomen. De heer Baat sluit zich hij den heer Beers aan. De heer Koomen vraagt, hoevele commissies en hoevele vereenigingen er niet reeds bestaan, die het getrouw schoolbezoek met zachten drang bevorderen, en die toch bepaald geen slechte resultaten van haar optreden zien; laten we in deze streek maar eens rondkijken. Spr. verklaart zich tegen dat gedrijf van steeds hoogere eischen te stellen, eerst voeding, dan kleeding. Bepaald, in die exceptioneele geval len, waar zulks noodig is, zal de publieke liefdadigheid wel ingrijpen. Spr. is er bang voor, dat deze commissie steeds hooger eischen zal stellen, en waar houdt het voor de gemeente dan op Spr. is er niet voor, de gemeentenaren maar steeds zwaardere lasten 1 op de schouders te leggen. Er vóór is Spr. natuurlijk, eene billijke vergoeding te geven, en als het beginsel door de commissie wordt vooropgesteld, dat anders niet een elk lid daarvan zal kunnen zijn, dan zal Spr. vóór die presentiegelden stemmen. De heer Beers wijst er op, dat deze com missie eene geheel andere is als een gewone commissie. De laatste is vrijwillig ontstaan, maar deze is door de wet bepaald; dat ver andert, dunkt Spr., wel iets aan het standpunt waarop ze staat. De heer Raat is van dezelfde meening en naar zijn idee mag niet vergeten worden, dat in deze commissie voor een elk plaats is en dan dient men eenig presentiegeld te geven voor vergoeding «van tijdverlies. Ten slotte wordt op het adres gunstig beschikt. Vóór de heeren Raat, Smit en Koomen tegen de heeren Hoekstra en Blaanboerde heer Beers blanco. Door den secretaris wordt gelezen de ver ordening, regelende de jaarwedden der onder wijzers. Hoofden der scholen, minder dan 5 dienst jaren, f750.meer dan 5 en minder dan 10, f 800.meer dan 10 en minder dan 15, f 850 meer dan 15 en minder dan 20, f 900.meer dan 20 jaar f950. Onderwijzers: minder dan 5 dienstjaren f 500.meer dan 5 en minder dan 10 j. f 550.meer dan 10 en minder dan 15 j. f 600.meer dan 15 en minder dan 20 j. f 650.meer dan 20 j. f 700. Hoofdacte geeft aan de onderwijzers f 100. Heeft een onderwijzer hooger tractement dan in deze verordening staat bepaald, dan behoudt hij dat hoogere. Hoofden der scholen genieten vrije woning, zoo mogelijk met tuin, of anders een vergoe ding van f 150. Gehuwde onderwijzers of weduwnaars van 28 j. en ouder, voor huishuur f 50. De verordening treedt 1 Januari 1902 in werking. De heer Beers zegt, dat het aanvangssalaris van hoofden van scholen is bepaald op f 750.—, en tot f 950.— loopen kan, hij de nn bestaande regeling tot f 1000.is het nu bepaald wet, om, als we hier een nieuw hoofd noodig heb ben, met f 750.te beginnen. Spr. wordt ingelicht, dat aan Ged. St. kan gevraagd worden, meer te mogen geven. Den heer Beers verheugt dat, want een salaris van f 750.is laag, zeer laag. Liever was hij begonnen met f 800.om dan op te klimmen tot f 1000.Dat is een tracte ment, dat voldoende is, maar volstrekt niet te hoog. Voorz. merkt op, dat het niet gewenscht is, een hoofd van f 750.te benoemen; liever een die heter is. De heer Beers meent, dat men iets, dat men niet wenschelijk vindt, ook niet in de verordening moet zetten. De heer Koomen zegt, dat het toch niet onmogelijk is, dat er een tijd komt, dat men een hoofdonderwijzer voor f 750.kan krijgen. We dienen toch ook met de belastingheta- lenden rekening te houden. Wenschelijk is het wel niet, dat de markt voor de onder wijzers zooveel verlaagd is, 't zal ook wel niet zoo loopen, maar de mogelijkheid bestaat, en waarom dan niet van die mogelijkheid te kunnen profiteeren En een onderwijzer, die weinig kost, behoeft daarom toch geen slecht onderwijzer te zijn. De heer Raat sluit zich in deze volkomen bij den heer Koomen aan. Hij zon niet weten, waarom de gemeente er niet van zou mogen profiteeren, als de onderwijskrachten wat goedkooper werden. Tenslotte leggen alle heeren zich hij de verordening neer. Het adres van den heer W. de Boer, hoofd der school te Haringhuizen,om evenveel salaris als zijne collega's te Kolhorn en Barsingerhorn te mogen genieten, wordt gewezen van de hand. De heer Raat verklaart zich voor verhooging. De heer De Boer toch heeft evenveel, zoo niet meer, werk dan zijn collega's, die nog, worden bijgestaan door flinke onderwijzers, ter wijl de heer De Boer alles alleen moet doen en de geheele verantwoordelijkheid alleen draagt. Spr. vindt het billijk de tractementen gelijk te stellen. De heer Koomen noemt het motief van den heer De Boer zeer gegrond. Hij doet evenveel werk als de beide andere hoofden, dat is waar. Maar bij zijn solliciteeren naar de betrekking te Haringhuizen wist hij, hoe hoog het tractement daar was en gaarne wilde hij die betrekking hebben en met ambitie heeft hij de taak aanvaardt. Meer werk is er vol strekt niet gekomen, dus reden voor verhooging had voor de schrijftafel plaats genomen, waar zoo even Claude Brun had gezeten. Nauwelijks wetend wat hij deed, teekende hij met een potlood allerlei figuren op het papier. Het was duidelijk te zien, dat zijn geest met andere dingen bezig was en dat zijn hand zich onwillekeurig bewoog. Hij was bleek en de spieren van zijn ge laat trokken somwijlen. Toen Pierre zwaar zuchtte, hief hij het hoofd op. Hij las op het gelaat van zijn zoon den terugslag van zijn eigen kwellingen, las de uitdrukking van angst in diens cogen. Plotseling stond hy op, sloot hem in zijn armen en vroeg met bevende stem „Wat scheelt je, mijn kind Bij deze teedere woorden traden Pierre de tranen in de oogenmet eene ontroe ring, welke hij zich geen moeite gaf om te verbergen, zeide hij „Ik ben ongerust en diep ongelukkig." Dartigues opende den mond om een vraag te doen, maar geen woord wilde hem over de lippen komen. Het was, alsol hem eene verklaring terugschrikte, die hem bepaald te zwaar zou zijn gevallen. Zwijgend drukte hij zijn zoon tegen zijn borst en mompelde „Wat er ook moge gebeuren, Pierre, beloof mij, nooit te vergeten dat ik je lief heb." „Wie zou in staat zijn, dat te vergeten antwoordde de jonge man met onwillekeu rige bezorgdheid in toon en blik. „Beloof me, mijn zoon," giDg Darti gues voort, „dat ge niets zult gelooven, zonder mij gelegenheid geboden te hebben, je mijne verklaring te geven." „Wat meent ge dan toch, vader?" „Niets, wanneer gij vertrouwen in mij hebtalles, wanneer ge naar de woorden van andoren luistert, in wier belang hot is, mij in jouw oogen zwart te maken." „Wie bedoelt ge Dartigues schudde treurig het hoofd. „Arme jongen, ge zult dat maar al te vroeg ervaren. Ik weet niet, wat zij willen, wat zy doen. Doch wees ervan verzekerd, ik ben tot elk offer bereid om je gelukkig te rn Bij deze warme woorden was het Pierre te moede, alsof hij van nieuwe levenskracht bezield werd. Zijn gekweld hart was ver licht, hij schudde de hand van zijn vader met warmte en sprak: „Reken op mijik zal nooit vergeten, wat ge mij hebt beloofd." „Wanneer vertrekt ge „Zoo spoedig mogelijk, want op deze manier voort te leven, is geen leven meer!" „Vanavond dus „Ja, vanavond." Zij zwegen beiden, want mevrouw Van Maillane en Bella traden op dit oogenblik de kamer binnen. DERDE DEEL. HOOFDSTUK VIII. In de groote zaal van de kliniek van professor Appel was het spreekuur van den dokter juist afgeloopen. De leerlingen van den beroemden arts deelden aan de oppas1 seressen de bevelen van hun chef mede en de hoofdverpleegster reikte het sehoone linnen uit, dat steeds in orde werd gehouden door mevrouw Appel zelf. De door Appel ge vestigde en van zijn geld onderhouden ver pleging was louter voor armen en ongelukki- gon bestemd. Maar toch kwam het niet zelden voor, dat rijke patiënten, door zijn roem daartoe gedreven, zijn hulp kwamen in roepen. Hun werd de deur niet gewezen, maar het geld, dat zij betaalden voor de geneeskundige hulp, werd in hun byzijn in de bus voor de armen geworpen. De beroemdste chirurgen rekenden het zich tot een eer, in de kliniek van dr. Appel te mogen opereeren. En Dr. Rameau de Perrière had dikwijls genoeg de vorsten der geld wereld laten wachten, terwijl hij in vereeniging met zijn vriend Appel de misdeelden, de vagebonden en ellendelingen behandelde en verpleegde. WORDT VERVOLGD. k

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1901 | | pagina 1