ESI HiSlïS-,
I
BureauSCM.4ÖKHÏ, Skaafj, D 4.
UitgeverP. TRAPMAN.
MedewerkerJ. W S li
Donderdag 26 September 1901
45ste Jaargang No. 3665.
Gemeente S chagen.
BefceBdmahinyen".
Bioneelandsch Nieuws.
21.
SGH
a 1
COURANT
Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVËRTËNTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijk* nummers 6 Cent.
ADVERTKNTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
POLITIE.
Ter Secretarie dezer gemeente zijn inlichtingen te
bekomen omtrent een gevonden damespeieriue.
Koepok-inenting.
Burgemeester en Wethouders van Sehagen brengen
ter algemeene kennis, dat gelegenheid tot kostelooze
inenting en her-inentiog zal worden gegeven op
Vrydag 27 September a.s., des namiddags
ten 3»/, uur, in de gemeenteschool, door den Heer
A. C. Melehior, gemeente-geneesheer alhier.
Sehagen, 20 September 1901.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
P. BUIS Jz, l.-B.
De Secretaris,
KLeniiisgövmor.
OO
Inkwartier n g.
Burgemeester en Wethouders der gem. SCHAGEN
brengen ter kennis van de Ingezetenen, dat de Lijst
betrekkelijk de Inkwartiering, bedoeld bjj Art, 17
der Wet van 14 September 1860, (Staatsbl. No. 138)
is vastgesteld en ter voldoening aan evengemeld Wets
artikel, gedurende 14 dagen voor een elk ter inzage
aan het Raadhuis is nedergelegd, en alzoo vanaf
heden tot den 7 Ootober 1901.
Wordende tevens ter kennis gebracht dat, zij, die
tegen gemelde Lijst bezwaren hebben in te brengen,
zulks schriftelijk behooren te doen aan Burgemeester
en Wethouders, binnen 14 dagen m h-t einde der tei-
visie-ligging en alzoo voor den 7 October 1901
Sehagen, den 23 September 1901.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
P. BUIS Jz, 1. B.
De Secretaris,
D EN IJS.
KeuBïsgevingf.
Loting Nationale Militie.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Sehagen
Brengen, ter voldoening aan het tweede gedeelte
van Art. 28 der Wet op de Nationale Jlilitie van
den 19den Augustus 1861 (Staatsbiad No. 72), voor
de tweede maal ter kenuisse van de belanghebbenden,
dat de loting van de in 1901 voor de Nationale Militie
ingeschrevenen, overeenkomstig de ontvangen aan
schrijving van Zijne Excellentie den Heer Commissaris
dezer Provincie, dato 3 September 1901,No. 8/2708 M.S
zal plaats hebben op den 8 October 1901, des voor
middags ten 9'/s ure, ten Raadhuize alhier, en worden
zij, welke daaraan moeien deelnemen, gelast, om op
den bepaalden tijd aldaar tot dat einde aanwezig
te zijn, of, bij verhindering, zich aldaar door hun
vader, moeder of voogd te doen vertegenwoordigen.
Alsmede dat, overeenkomstig Art. 34 van gemelde
Wet, dadelijk na de trekking van het Nummer, de
redenen van vrijstelling, welke de Ingeschrevene mocht
hebben, moeten worden opgegeven.
Indien hij vermeent vrijstelling te kunnen erlangen
wegens broederdiens t, of op grond vod te zijn
eenige wettige zoon, zal hij op Vrjjdag den
11 October, dtB voormiddags ten 9 ure, iu het Ge
meentehuis moeten verschijnen, vergezeld van twee
hij den Burgemeester bekende en ter goeder naam
en fasin staande meerderjarige ingezetenen, die de ver-
eischte getuigenis kunnen afleggen en het aldaar op
te maken getuigachrilt onderteekenen. Wanneer hij aan
spraak maakt op vrijstelling wegens broeder dienst,
zal hij mede voorzien moeten zijn van zijne geboorte-
acte en van de geboorte-acten van al zijne nog in
F E UIL LET O N.
leven zijnde broeders, alsmede van de zakboekjes of
paspoorten van gediend hebbende broeders.
Bij overlegging van laatstgenoemde stukken zuilen
door den Burgemeester bij den Kommandant van het
korps, waarbij zijn broeders dienen oi gediend hebben,
worden aangevraagd de bewijzen van wei kelijken
dienst, of een uittreksel uit het Stambojk.
Sehagen, den 23 September 1901.
Burgemetsier en Wethouders voornoemd,
P BUIS Jz, 1B.
De Secretaris,
DENIJS.
Vergadering van den Raad
der gemeente BARSINGERHORN, gehouden
op Zaterdag 21 September, des namiddags
ten 2 ure.
Afwezig de heer D. Spaans, burgemeester.
Voorzitter de heer Hoekstra, wethouder.
Na opening der vergadering volgt de lezing
der notulen door den secretaris, den heer P.
Bronder, en de goedkeuring, zonder op- of aan
merking, door den raad.
Door den voorzitter wordt overgelegd proces
verbaal der kasverificatie over het afgeloopen
kwartaal. De ontvangsten bedroegen f 33696.97,
de uitgaven f32345.735; in kas was en moest
zijn f1351.235.
Daarna is aan de orde het bekende adres
van het Ambacht van Westfriesland, genaamd
de Schager en Niedorperkoggen, aangaande
den ligger der wegen in de gemeente Barsin-
gerhorn.
Zooals men zich zal herinneren wellicht,
maakte het Dijksbestuur bezwaar tegen den
ligger, omdat de bermen van den Westfrieschen
dijk niet in den ligger stonden vermeld; dan
verder, dat niet stond aangegeven, dat de
gebruikers van kluften in den dijk verplicht
zijn, die te onderhouden.
Door den raad waren in zijne zitting van
17 Aug. j.1. de heeren Spaans en Smit be
noemd, om m,ettwee afgevaardigden van het
Dijksbestuur over deze kwestie te confereeren.
Van het Dijksbestuur waren verschenen de
heeren J. Koomen en A. Schenk, die de be
zwaren tegen den ligger mondeling hebben
toegelicht.
Door de heeren Spaans en Smit werd over
die conferentie rapport uitgebracht. Voorna
melijk wilde het Dijksbestuur de bermen van
den dijk op den ligger vermeld zien, omdat
het dan minder last zon hebben met aan
grenzende eigenaren die zich deelen van den
dijk toeëigenden. Men zou hun dan op dezen
ligger kunnen aanwijzen, hoe ver hun rechten
gingen.
Dan werd in dat rapport ook nog gewezen
op het feit, dat in den ligger stond vermeld, dat
de kluften naar den Walings- en Barsingerweg
in onderhond waren bij het Dijksbestuur; dat
was abuis, het onderhoud was aan den polder
W ierlnger waard.
Het advies van B. en W. over deze kwestie
behelsde in hoofdzaak ditde hermen en
hellingen waren niet op den ligger vermeld,
doordat alleen op de kaarten behoorde te
worden aangeteekend dat gedeelte der wegen,
dat diende voor het algemeen verkeer, en
dat was in dit geval alleen de kruin van den
dijk, het bovenste vlakke gedeelte. Dan werd
0-0-0
„Goeden morgen, Pierre. Hebt ge reeds
lang op mij gewacht?"
„Neen, beste vader. Ik ben juist aange
komen want ik trof juffrouw Hernandez in
het park aan."
„Ah
De trekken van Dartigues namen een
welwillende, blijmoedige uitdrukking aan
hij scheen op een vertrouwelijke mededee-
ling te wachten.
„Ik heb atscheid van haar genomen",
ging Pierre voort.
„Wat, ge naamt afscheid van haar Gaat
ge dan vertrekken
„Ja vader, ik moet naar Parijs terug-
keeren."
Dartigues fronste het voorhoofdhij had
begrepen, dat Pierre door zijne moeder ge-
roepon werd.
„Hoe lang zult ge wegblijven
„Ik weet het niet."
„In elk geval zullen we niet lang ge
scheiden zijn, want mevrouw Va# Maillane
en ik denken er aan, de lente in Parijs
door te brengende dames zouden dat
gaarne willen."
„Dat weet ik."
„Ik moet gedurende de verkiezings-cam-
pagne tusschen Parijs en Maillane heen en
weer reizen. Heeft Bella je van ons ver
trek gesproken
„Neen, vader, Claude Brun."
„Brun Hebt ge elkaar dan ontmoet
„Ja, terwijl ik hier wachtte."
Dartigues keek Pierre ongerust aan, ter
wijl hij vroeg
„En wat heeft hij je gezegd
Met kalme beslistheid antwoordde de
^jonge man:
„Dat ik het ongeluk in mijn gevolg had,
toen ik dit huis binnentrad."
„Zeide hij dat, die dwaas Dat ligt nu
juist precies in zijn manier van doen. Zoo'n
babbelkous Het ongeluk van wien Zonder
twijfel van hem. Heeft hij er dat niet bij
gezegd
„Die opmerking deed hij aan het einde van
hot gesprek. Maar hij had met juffrouw
Hernandez gesproken en wist, dat ook ik
het had gedaan 1"
„En hij was woedend
„Neen, hij was zeer bedaard, maar heel
sarcastisch. Hij verklaarde mij, dat hij
Bella lief had en ik in het belang van
allen goed zou doen, mij terug te trekken,
te verdwijnen en haar aan hem af te
staan."
„Gij bemint haar dus ook
„Met al de kracht van mijn hart en ik
vraag u als grootste gunst, u er voor in te
spannen dat ze mijne vrouw wordt."
„Maar, mijn beste jongen, ge hebt toch
zeker aan mijn goeden wil nooit getwijfeld
Bella trouwen dat beteekent zooveel
als jou tweemaal tot zoon te hebben."
„Ik zal dus mijij hartewenseh bereiken
riep Pierre met levendige vreugde.
„Wanneer dat van mij afhangt, dan be
paald."
Deze enkele woorden bekoelden terstond
Pierre's opgewondenheid. Hij zag opnieuw
de donkere, spottende trekken van Claude's
gelaat, toen deze hem zeide, dat hij maar
eens aan professor Appel moest vragen, of
Bella zijn vrouw zou kunnen worden. Met
smartelijke beklemming herinnerde hij zich,
dat het niet alleen van Dartigues alhiDg,
dat hij Bella zou trouwen.
Met andere, zeer machtige invloeden
moest hier rekening worden gehouden.
Alles wat er in zijn positie onaangenaam
en duister was, kwam hem voor den geest, en
wat hij-al reeds een enkele maal had ge
voeld, trad hem nu ook weer schreeuwend
duidelijk voor oogan bij stond tusschen zijn
vader en zijn moeder, die, na twintig jaar
van elkaar te zijn gescheiden, onverschillig
voor elkaar waren geworden, om niet te
verder beweerd door B. en W„ dat het
Dijksbestuur alleen ten eigen gerieve de I
vermelding der bermen wenschte,om zoodoende
niet in onaangenaamheden te komen met
aangrenzende landeigenaren; en daar de
ligger der wegen alleen gemaakt wordt ter
bevordering van het behoud van voetpaden
en wegen, konden B. en W. in deze aan het
Dijksbestuur niet tegemoetkomen. Wat de
aanmerking betrof van het onderhouden der
kluften van Walings- en Barsingerweg,
daaraan zou worden tegemoet gekomen.
De heer Raat kan zich bij het advies van
B. en W. niet neerleggen, 't Is volstrekt
niet de bedoeling van het Dijksbestuur, dezen
ligger voor zijn gerief te gebruiken. Het
Dijksbestuur zou gaarne de bermen zien aange
teekend, om daardoor te voorkomen, dat het
onaangenaamheden kreeg met aangrenzende
eigenaren. Als hier de breedte wordt
aangegeven, zal dat altijd bij latere geschillen
kunnen worden aangehaalddan was het
Dijksbestuur gedekt.
De heer Koomen gaat geheel met den heer
Raat mede; hij zou er op gesteld zijn, dat
hellingen en bermen werden aangegeven,
eensdeels voor het Dijksbestuur, maar ook
anderdeels hiervoor, dat men in de toekomst
wel een gedeelte dier bermen en hellingen
voor het algemeen verkeer in gebruik kon
nemen men zou bijv., zooals hier en daari
reeds is geschied, onder aan den dijk een j
gedeelte kunnen beharden. Men zou met het
aangeven van die bermen en hellingen op
dezen ligger veel onaangenaamheden en last
kunnen voorkomen.
Spr. wordt door Voorz. ingelicht, dat bij
geschillen met aangrenzende eigenaren, door-
het Dijksbestuur de kaarten van het kadaster
kunnen dienen. Verder wordt opgemerkt, dat, 1
als do bermen en hellingen op de kaarten wor-
den vermeld, B. en W. volgens het reglement
het toezicht op die deelen ook zullen moeten
honden. Ook is het niet de bedoeling van
Ged. St. geweest, op den ligger de bermen
op te nemen.
Na verkregen inlichtingen kan de raad
algemeen met het advies van B. en W. mede
gaan.
Naar aanleiding van Art. 34 der Leerplicht
wet, dat voorschrijft gedurende 96 uren
herhalingsonder wijs te geven aan meis
jes, maar niet na 5 uur, wordt met alge
meene stemmen besloten, aan de Koningin
ontheffing van die verplichting te vragen en te
verzoeken het onderwijs te mogen blijven geven
zooals het tot op dit oogenblik gegeven werd.
levens wordt algemeen goedgevonden, weer
voor 5 jaar ontheffing te vragen van het geven
van onderwijs in de vrije- en orde-oefeningen.
Aan de Alkmaarsche Huishoud- en Indus
trieschool wordt op voorstel van B. en W.
gegeven een jaarlijksche subsidie van f 10.—.
Door de Commissie tot wering van
Schoolverzuim is aan den raad gevraagd een
subsidie voor het aanschaffen van school-
pantoffels voor arme kinderen. Dit adres wordt
naar B. en W. gerenvoyeerd, doordat de wet
voorschrijft, dat in eene dergelijke kwestie de
hoofden van scholen worden gehoord of daar
aan behoefte bestaat.
Door diezelfde Comm. was een presentiegeld
gevraagd van f 0.50 per lid per vergadering, en
zeggen vijandig. In elk geval hadden ze
niet een en hetzelfde strevendachten ze
zelfs niet eender ja, wat de een geoorloofd
noemde, heette bij de andere slecht.
Pierre begon do zekerheid van optreden
van zijn medeminnaar te begrijpen.
Zelfs Dartigues moest moeilijkheden
zien in de toekomst, daar hij hem Bella
slechts onder een voorbehoud beloofde
voor zoover het van hem afhing. Pierre
zijnerzijds meende zijn vader te kennen, te
weten wat voor soort man hij was; hij meende
dat, wat zijn vader wilde, ook gebeuren en
steeds slagen moest. Stelde hij dus voor
waarden, zag hij bezwaren, dan moesten
deze wel groot en beteekenend zijn. En
waaruit zouden die hun oorsprong vinden
Waren zijn moeder en Appel het, zij, die hem
boven alles liefhadden, die Dartigues deze
moeilijkheden in den weg zouden leggen
Zij, van wie hij elk offer meende te mogen
verwachten
Welke onneembare hindernis zou dat
toch wel zijn, die in staat was elke ver
zoening te verhinderen tusschen een paar
wezens, die hem toch beiden lief hadden Wie
was verantwoordelijk voor deze oneenigheid
Met angst dacht hij aan de vertrouwelijke
mededeelingen van Amandine. Zou Mail-
laine ongelukkig zijn geweest in zijn eerste
huwelijk? Zou zijn moederZijne
oogen werden vochtig. Hij voelde een
ondraaglijke smart. Neen, niet denkbaar.
De ernstige, zachte vrouw met hare grijze
harenDe zachte troosteres van zijn
kinderleed! Noen, neen, die kon niet
gedwaald hebben
Zij was eervol, heiligZijn vader dus
De ergste kwelling lag in het bewustzijn,
dat hij er één beschuldigen moest, om de
andere vrij te spreken. Hij wist niets,
raadde niets, hij vernederde zichzelf in
zijn onbekendheid, door beide wezens te
verdenken die hij alléén het recht had te
vereeren.
Pierre keek naar zijn vader en eer
biedigde diens afgetrokken stemming
tij zag op zijn gelaat, dat zijne gedachten
niet van de prettigste waren. Dartigues
wel met het oog op het beginsel,dat het ook hun,
die niet van die financiëele kracht zijn om
het verlies, dat zij door het bezoeken van
vergaderingen financiëel moeten lijden, te
kunnen dragen, door deze kleine schadeloos
stelling mogelijk moet zijn, lid van een com
missie als deze te zijn.
B. en W. adviseeren afwijzend op dit adres
te beschikken.
De heer Beers, als lid der commissie het
verzoek zooveel mogelijk toelichtend en ver
dedigend, kan zich bij het advies van B. en
W. niet neêrleggen. Men moet voor allen de
mogelijkheid openstellen, lid van een der
gelijke commissie te kunnen zijn, en de billijk
heid eischt, dat eenige vergoeding door de
gemeente wordt gegeven.
Voorz. merkt op, dat andere commissies,
o.a. die van Armen- en Weezenbestuur,ook geen
presentiegeld ontvangen; 't zijn zoogenaamde
eerepostjes, die om niet moeten worden waar
genomen.
De heer Baat sluit zich hij den heer
Beers aan.
De heer Koomen vraagt, hoevele commissies
en hoevele vereenigingen er niet reeds bestaan,
die het getrouw schoolbezoek met zachten
drang bevorderen, en die toch bepaald geen
slechte resultaten van haar optreden zien; laten
we in deze streek maar eens rondkijken. Spr.
verklaart zich tegen dat gedrijf van steeds
hoogere eischen te stellen, eerst voeding, dan
kleeding. Bepaald, in die exceptioneele geval
len, waar zulks noodig is, zal de publieke
liefdadigheid wel ingrijpen. Spr. is er bang
voor, dat deze commissie steeds hooger
eischen zal stellen, en waar houdt het voor
de gemeente dan op Spr. is er niet voor, de
gemeentenaren maar steeds zwaardere lasten
1 op de schouders te leggen. Er vóór is Spr.
natuurlijk, eene billijke vergoeding te geven,
en als het beginsel door de commissie wordt
vooropgesteld, dat anders niet een elk lid
daarvan zal kunnen zijn, dan zal Spr. vóór
die presentiegelden stemmen.
De heer Beers wijst er op, dat deze com
missie eene geheel andere is als een gewone
commissie. De laatste is vrijwillig ontstaan,
maar deze is door de wet bepaald; dat ver
andert, dunkt Spr., wel iets aan het standpunt
waarop ze staat.
De heer Raat is van dezelfde meening en
naar zijn idee mag niet vergeten worden, dat
in deze commissie voor een elk plaats is en
dan dient men eenig presentiegeld te geven
voor vergoeding «van tijdverlies.
Ten slotte wordt op het adres gunstig
beschikt.
Vóór de heeren Raat, Smit en Koomen
tegen de heeren Hoekstra en Blaanboerde
heer Beers blanco.
Door den secretaris wordt gelezen de ver
ordening, regelende de jaarwedden der onder
wijzers.
Hoofden der scholen, minder dan 5 dienst
jaren, f750.meer dan 5 en minder dan 10,
f 800.meer dan 10 en minder dan 15, f 850
meer dan 15 en minder dan 20, f 900.meer
dan 20 jaar f950.
Onderwijzers: minder dan 5 dienstjaren
f 500.meer dan 5 en minder dan 10 j.
f 550.meer dan 10 en minder dan 15 j.
f 600.meer dan 15 en minder dan 20 j.
f 650.meer dan 20 j. f 700.
Hoofdacte geeft aan de onderwijzers f 100.
Heeft een onderwijzer hooger tractement
dan in deze verordening staat bepaald, dan
behoudt hij dat hoogere.
Hoofden der scholen genieten vrije woning,
zoo mogelijk met tuin, of anders een vergoe
ding van f 150.
Gehuwde onderwijzers of weduwnaars van
28 j. en ouder, voor huishuur f 50.
De verordening treedt 1 Januari 1902 in
werking.
De heer Beers zegt, dat het aanvangssalaris
van hoofden van scholen is bepaald op f 750.—,
en tot f 950.— loopen kan, hij de nn bestaande
regeling tot f 1000.is het nu bepaald wet,
om, als we hier een nieuw hoofd noodig heb
ben, met f 750.te beginnen.
Spr. wordt ingelicht, dat aan Ged. St. kan
gevraagd worden, meer te mogen geven.
Den heer Beers verheugt dat, want een
salaris van f 750.is laag, zeer laag. Liever
was hij begonnen met f 800.om dan op
te klimmen tot f 1000.Dat is een tracte
ment, dat voldoende is, maar volstrekt niet
te hoog.
Voorz. merkt op, dat het niet gewenscht
is, een hoofd van f 750.te benoemen; liever
een die heter is.
De heer Beers meent, dat men iets, dat
men niet wenschelijk vindt, ook niet in de
verordening moet zetten.
De heer Koomen zegt, dat het toch niet
onmogelijk is, dat er een tijd komt, dat men
een hoofdonderwijzer voor f 750.kan krijgen.
We dienen toch ook met de belastingheta-
lenden rekening te houden. Wenschelijk is
het wel niet, dat de markt voor de onder
wijzers zooveel verlaagd is, 't zal ook wel
niet zoo loopen, maar de mogelijkheid bestaat,
en waarom dan niet van die mogelijkheid te
kunnen profiteeren En een onderwijzer, die
weinig kost, behoeft daarom toch geen slecht
onderwijzer te zijn.
De heer Raat sluit zich in deze volkomen
bij den heer Koomen aan. Hij zon niet weten,
waarom de gemeente er niet van zou mogen
profiteeren, als de onderwijskrachten wat
goedkooper werden.
Tenslotte leggen alle heeren zich hij de
verordening neer.
Het adres van den heer W. de Boer, hoofd
der school te Haringhuizen,om evenveel salaris
als zijne collega's te Kolhorn en Barsingerhorn
te mogen genieten, wordt gewezen van de
hand.
De heer Raat verklaart zich voor verhooging.
De heer De Boer toch heeft evenveel, zoo
niet meer, werk dan zijn collega's, die nog,
worden bijgestaan door flinke onderwijzers, ter
wijl de heer De Boer alles alleen moet doen en
de geheele verantwoordelijkheid alleen draagt.
Spr. vindt het billijk de tractementen gelijk
te stellen.
De heer Koomen noemt het motief van
den heer De Boer zeer gegrond. Hij doet
evenveel werk als de beide andere hoofden,
dat is waar. Maar bij zijn solliciteeren naar
de betrekking te Haringhuizen wist hij, hoe
hoog het tractement daar was en gaarne wilde
hij die betrekking hebben en met ambitie heeft
hij de taak aanvaardt. Meer werk is er vol
strekt niet gekomen, dus reden voor verhooging
had voor de schrijftafel plaats genomen,
waar zoo even Claude Brun had gezeten.
Nauwelijks wetend wat hij deed, teekende
hij met een potlood allerlei figuren op het
papier. Het was duidelijk te zien, dat zijn
geest met andere dingen bezig was en
dat zijn hand zich onwillekeurig bewoog.
Hij was bleek en de spieren van zijn ge
laat trokken somwijlen. Toen Pierre zwaar
zuchtte, hief hij het hoofd op. Hij las op
het gelaat van zijn zoon den terugslag van
zijn eigen kwellingen, las de uitdrukking
van angst in diens cogen. Plotseling stond hy
op, sloot hem in zijn armen en vroeg met
bevende stem
„Wat scheelt je, mijn kind
Bij deze teedere woorden traden Pierre
de tranen in de oogenmet eene ontroe
ring, welke hij zich geen moeite gaf om
te verbergen, zeide hij
„Ik ben ongerust en diep ongelukkig."
Dartigues opende den mond om een
vraag te doen, maar geen woord wilde
hem over de lippen komen. Het was, alsol
hem eene verklaring terugschrikte, die
hem bepaald te zwaar zou zijn gevallen.
Zwijgend drukte hij zijn zoon tegen zijn
borst en mompelde
„Wat er ook moge gebeuren, Pierre,
beloof mij, nooit te vergeten dat ik je
lief heb."
„Wie zou in staat zijn, dat te vergeten
antwoordde de jonge man met onwillekeu
rige bezorgdheid in toon en blik.
„Beloof me, mijn zoon," giDg Darti
gues voort, „dat ge niets zult gelooven,
zonder mij gelegenheid geboden te hebben,
je mijne verklaring te geven."
„Wat meent ge dan toch, vader?"
„Niets, wanneer gij vertrouwen in mij
hebtalles, wanneer ge naar de woorden
van andoren luistert, in wier belang
hot is, mij in jouw oogen zwart te maken."
„Wie bedoelt ge
Dartigues schudde treurig het hoofd.
„Arme jongen, ge zult dat maar al te
vroeg ervaren. Ik weet niet, wat zij willen,
wat zy doen. Doch wees ervan verzekerd,
ik ben tot elk offer bereid om je gelukkig
te rn
Bij deze warme woorden was het Pierre
te moede, alsof hij van nieuwe levenskracht
bezield werd. Zijn gekweld hart was ver
licht, hij schudde de hand van zijn vader
met warmte en sprak:
„Reken op mijik zal nooit vergeten,
wat ge mij hebt beloofd."
„Wanneer vertrekt ge
„Zoo spoedig mogelijk, want op deze
manier voort te leven, is geen leven meer!"
„Vanavond dus
„Ja, vanavond."
Zij zwegen beiden, want mevrouw Van
Maillane en Bella traden op dit oogenblik
de kamer binnen.
DERDE DEEL.
HOOFDSTUK VIII.
In de groote zaal van de kliniek van
professor Appel was het spreekuur van den
dokter juist afgeloopen. De leerlingen van
den beroemden arts deelden aan de oppas1
seressen de bevelen van hun chef mede en de
hoofdverpleegster reikte het sehoone linnen
uit, dat steeds in orde werd gehouden door
mevrouw Appel zelf. De door Appel ge
vestigde en van zijn geld onderhouden ver
pleging was louter voor armen en ongelukki-
gon bestemd. Maar toch kwam het niet zelden
voor, dat rijke patiënten, door zijn roem
daartoe gedreven, zijn hulp kwamen in
roepen. Hun werd de deur niet gewezen,
maar het geld, dat zij betaalden voor de
geneeskundige hulp, werd in hun byzijn
in de bus voor de armen geworpen.
De beroemdste chirurgen rekenden het
zich tot een eer, in de kliniek van dr. Appel
te mogen opereeren. En Dr. Rameau de
Perrière had dikwijls genoeg de vorsten
der geld wereld laten wachten, terwijl hij
in vereeniging met zijn vriend Appel de
misdeelden, de vagebonden en ellendelingen
behandelde en verpleegde.
WORDT VERVOLGD.
k